NED. OOST-INDIE
SPORT
DONDERDAG 24 JULI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
Brutale roofoverval te Berlijn.
Gistermiddag werd een roofoverval ge
pleegd op den wissellooper van een schoen
fabriek, die door zijn firma- naar een bij
kantoor van de Dresdener Bank in de
Neue Königstrasse te Berlijn gezonden
was, om driehonderd mark te innen.
Op den terugweg naar de fabriek werd
hij door twee mannen aangesproken, plot
seling vastgepakt en meegesleurd in een
huis.
Daarna ontving hij verschillende slagen
op het hoofd met een ijzeren stang en
stortte, badend in zijn bloed, ineen.
Daarna sleepten de daders den weerloo-
zen man omlaag langs een keldertrap en
lieten hem buiten kennis liggen. Toen de
aangevallene weer tot bewustzijn kwam,
waren de misdadigers reeds verdwenen.
Zij hadden zijn actentasch met het ge-
inde geld gestolen. De man werd met ern
stige schedelverwondingen naa-r het zie
kenhuis vervoerd.
Wereldkampioenschapschommelen.
Te Decatur in den staat Illinois is een
zeer belangrijk wereldrecord gevestigd, na
melijk in hetschommelen.
Acht en dertig personen van beiderlei
kunne kwamen op het marktplein bijeen,
namen in schommelstoelen plaats en lieten
zich schommelen. Steeds niaar doorsohom-
melend, at, dronk, rookte, sliep het stel
letje dwazen. Na gedurende tien dagen en
elf nachten tot totaal 252 uur, zonder op
houden te hebben geschommeld, bleef er
slechts één jongedame, Evelyne Baker ge-
heeten, over. Zij werd tot wereldschommel-
kampioene uitgeroepen en heeft het aan
dit succes te danken, dat zij reeds den dag
daarop ruim honderd huwelijksaanzoeken
ontving.
RECHTZAKEN
TOESTAND IN HET KAMP TE
B0VEN-DIG0EL.
Bevindingen van den heer Hillen.
Aneta seint uit Batavia: Het lid van
den Baad van Ned-Indië W. P. Hillen, die
onlangs is teruggekeerd van zijn bezoek
aan Boven-Digoel, waar hij in opdracht
van de regeering een onderzoek heeft in
gesteld, heeft tijdens een onderhoud met
de vertegenwoordigers der plaatselijke
bladen opgemerkt, dat het interneerings-
kamp in Boven-Digoel weliswaar een gun-
stigen indruk maakt-, doch niettemin on
loochenbaar is gelegen in een omgeving
van moeras en modder. Hij deelde verder
mede, dat verschillende verschijnselen wij
zen op een zich verbeterende stemming
onder de geïnterneerden. De heer Hillen
ontving bijv. ter gelegenheid van den ver
jaardag van H. K. H. Prinses Juliana een
oorkonde met de portretten der Koninklij
ke Familie, plus een lofdicht op Prinsës
Juliana. Volgens den heer Hillen valt
voorts een toenemende neiging tot werken
te constateeren. Van 1170 geïnterneerden
is het aantal van hen die weigeren te
werken, teruggeloopen tot 225. Het aantal
zelfstandige werkzoekenden is gestegen
tot 350. In verband hiermede is het bedrag
gemoeid met het onderhoud der geinter-
neerden, van 33.000 per maand gedaald
tot op 20.000 per maand. Als omgangstaal
wordt het Maleisch gebezigd. Er valt ech
ter volgens de geinterneerden een sterke
neiging waar te nemen in een groepeering
Ontrouw kamermeisje.
De 26-jarige Duitsche dienstbode A. A.,
gedetineerd, vroeger werkzaam te Ooster
beek, wonende te München, moest Maan
dag voor de Rechtbank te Arnhem terecht
staan, omdat ze uit haar laatste dienstbe
trekking eenige zilveren lepels, vorken en
messen en eenig linnengoed gestolen zou
hebben. Zij trok er mede naar Amsterdam,
doch haar patroon had de vermissing al
gemerkt, zoodat, toen zij op weg naar Am
sterdam was, door de politie werd aange
houden.
Het O. M., waargenomen door mr. La-
sonder, achtte het ten laste gelegde bewe
zen en eischte zes maanden gevangenis
straf.
Dood door schuld.
De Duitscher M. R., die voor eenige we
ken voor de Rechtbank te Arnhem moest
terecht staan terzake dat het aan zijn
schuld te wijten zou zijn geweest, dat te
Ede op 13 Mei door zijn auto een man was
doodgereden, werd Maandag door de Ara-
hemsche Rechtbank veroordeeld tot 300
boete of één maand hechtenis.
De eisch was 1000 boete of twee maan
den hechtenis.
De heer Hillen vestigde de aandacht op
het feit, dat de kolonie plaatselijk geheel
is geïsoleerd, doch dat- Tanah Merah het
geheele jaar voor schepen te bereiken is.
Hij twijfelt eohter, of de kolonie zal
kunnen blijven gehandhaafd, zulks met
het oog op de slechte vooruitzichten op
het gebied van landbouw.
Hij deelde voorts mede, met een zes
honderdtal geinterneerden te hebben ge
sproken. Onder hen waren vele psychopa
ten, die eohter niet in voldoende mate
krankzinnig waren 'om hen in een gesticht
te doen onderbrengen. De indertijd inge
stelde Centrale Raad vanBoven-Digoel
heeft niets tot stand gebracht. Niemand is
thans in het kamp meer begeerig om in die
richting werkzaam te wezen. Indien bij de
intemeering fouten zijn gemaakt, zijn deze
toch beperkt tot een hoogst enkel geval.
De heer Hillen achtte het tijdstip, waarop
vele geinterneerden in de maatschappij
zullen kunnen terugkeeren, zeer nabij. Het
aantal lijders aan zwartwaterkoorts is
sterk teruggeloopen. De geinterneerden
beschikken zelf over een politiecorps, dat
aanvankelijk 40 man sterk, thans 30 kop
pen telt. De heer Hillen achtte het bestaan
van het kamp der onverzoenlijken, dat
zich op 35 K.M. afstand bovenstrooms van
het groote kamp te Tanah Merah be
vindt een zegen. Hij zal dat kamp in ieder
geval willen handhaven. In geen geval
zouden deze geinterneerden op de bevol
king mogen worden losgelaten. Op weg
naar dat kamp moest de heer Hillen een
pad door het bosch daarheen laten kap
pen. De geinterneerden van het kamp der
onverzoenlijken zagen hem en de andere
zes Europeanen, die hem vergezelden,
zonder dat een hunner notitie van de be
zoekers nam. Integèndeel, zij draaiden
hun den rug toe. Deze geinterneerden
aldus de heer Hillen zijn niet werkend.
Hij kan zich vereenigen met het advies
van den Dienst der Volkgezondheid, om
het kamp te Tanah Merah te verleggen.
Een hooger terrein is echter in de omge
ving onbekend. Het rapport van den heer
Hillen over zijn bezoek aan het internee-
ringskamp te Boven-Digoel zal nog deze
maand bij de regeering worden ingediend.
Financiën en Economie
SODALITAS MEDICORUM.
Dr. Jordan, advocaat te Budapest, die
naar Den Haag gekomen was om nadere
inlichtingen te verstrekken over de affaire
van de Sodalitas Medicorum, heeft aan de
pers enkele mededeelingen gedaan.
Pater Robert Koch, een priester uit
Oostenrijk, had het plan onvermogende
jongelui op te leiden tot missie-artsen. Hij
had in een der wijken van Budapest een
huisje gekocht en daar eenigen tijd gear
beid. Toen is hij op de een of andere ma
nier in aanraking gekomen met dr. Lee-
nes van Burgers Co.'s Bank, en toen is
het plan uitgewerkt om het Elisabeth Salz-
bad te koopen.
Op 1 Juni 1927 heeft de Sodalitas van
de gebroeders Ratz gekocht de N.V. Elisa
beth Salzbad en haar bezittingen voor
1.480.000 pengö, bij welken koop dr. Lee
nes tegenwoordig was.
In de door Koch onderteekende schuld
bekentenis staat dat Burgers Co.'s Bank
•het recht heeft in te grijpen als de zaken
verkeerd gingen.
Dit had de heer Leenes moeben doen,'
hij was dit verplicht geweest als vertrou
wensman der obligatiehouders. Er staat
duidelijk in de akte, dat de oblaten zich
verplichten in de directie en in den Raad
van Beheer op den wensch van Burgers
Co.'s Bank een door haar aan te wijzen
mede-lid op te nemen. Waarom heeft
Burgers Co.'s Bank dit recht niet uit
geoefend, toen de zaken onder leiding van
Koch verkeerd liepen? Eerst op 19 No
vember 1928, dus anderhalf jaar later
traden dr. Leenes en dr. Vizdos tot de
directie toe.
Eveneens had Burgers Co.'s Bank de
bevoegdheid de boeken te controleeren.
Waarom heeft zij van dit recht geen ge
bruik gemaakt? Het was niet alleen haar
recht, maar ook haar plicht.
De rol, welke de Hongaarsche
kerk heeft gespeeld.
Wat betreft de rol, welke de Hongaar
sche kerk in deze geschiedenis heeft ge
speeld, deelde dr. Jordan het volgende
mede: Reeds bij de oprichting had de So
dalitas bepaalde voorschriften niet gehou
den en enkele waarschuwingen der kerke
lijke overheid gekregen. Met betrekking
tot de financieele aangelegenheid, is de
kerk niet verantwoordelijk voor verplich
tingen der orde.
Niet de leening zelve is goedgekeurd,
slechts het doel, waarvoor geld gevraagd
werd, had de instemming van de kerke
lijke overheid.
Toen de heer Leenes bij den aartsbis
schop van Esztergom op audiëntie was, is
hijf zelfs gewaarschuwd niet zulke hooge
bedragen in deze zaak te steken.
Toen de heer Leenes echter antwoordde,
dat er voldoende dekking aanwezig was,
heeft de kanselarij toch nog een verkla
ring van hem gevraagd, opdat er later
voor het aartsbisdom geen financieele ver
plichtingen zouden voortvloeien.
Op 13 Juli 1927 heeft de heer Leenes
de volgende verklaring afgelegd, waarvan
zich het origineel in handen van dr. Jor
dan bevindt:
„Als bevollmachtigter Vertreter der
N. V. Burgers Co.'s Bank, Haag,
Kneuterdijk, Holland, erklare ich dem
hochwürddgsten erzbischöflichen ordi-
nariate in Esztergom, dass aus der
Gutheissung und Weiterführung nach
Rom der Anleihe in der Note van
850.000 zur Lasten der Sodalitas Me
dicorum O. S. B. dem erzbischöflichen
ordinariate keine wie immer geartete
finanzielle Verpflichtung entsteht.
Esztergom, 13 Juli 1927.
(w.g.) LEENES".
Uit een en ander volgt duidelijk
aldus dr. Jordan dat de kerkelijke
overheid niet dé minste aansprakelijkheid
voor het gebeurde heeft. De eenige, die
de verantwoordelijkheid draagt is Burgers
Co.'s Bank, i. c. de heer Leenes.
De huidige toestand.
Reeds verschillende malen heeft men
getracht het Salzbad te verkoopen, maar
tengevolge van fantastische prijzen, welke
de heer Leenes door zijn advocaat, dr.
Vizdos, liet vragen, kon men niet tot
zaken komen.
Wat den tegenwoordigen toestand be
treft, het bad functioneert goed. Maar de
inkomsten komen alle bij den heer Lee
nes. Ook kan er nog veel bouwgrond ver
kocht worden en per saldo zal er dan
werkelijk niet zooveel te saneeren over
blijven. Weliswaar zijn er schulden, doch
deze zijn niet zoo drukkend en met de
schuldeischers valt te praten. Er wordt
wel gesproken over een dreigend faillis
sement, doch sinds 1928 is er geen
enkele faillissementsaanvrage ingediend.
Het is absoluut niet noodig het geheele
object te verkoopen. Laat men het houden
en rustig verder exploiteeren.
In het belang van de goede verstand
houding tusschen Hongarije en Nederland,
hoopte dr. Jordan dat deze onverkwikke
lijke aangelegenheid spoedig geregeld
zal zijn.
Moeilijkheden bij van Berkei's patent.
Naar de Maasbode uit Berlijn verneemt,
wordt de zwakke stemming voor aandeden
Van Berkei's Patent ter beurze van Am
sterdam, oun. in verband gebracht met
moeilijkheden bij de Duitsche fabriek "der
Maatschappij.
Naar aanleiding van deze geruchten
heeft het blad-in Berlijn informaties inge
wonnen, waarbij is gebleken, dat de Van
Berkei's Pa-tent G.m.b.H., over haar boek
jaar, dat op 30 Juni werd afgesloten, en
dat ditmaal over slechts 6 maanden loopt,
verlies heeft geleden. Van ernstige moei
lijkheden bij deze fabriek zou echter geen
sprake zijn. De liquiditeitspositie kan zelfs
gezond genoemd worden. Men hoopt in het
nieuwe boekjaar de onbevredigende resul
taten over de eerste 6 maanden van 1930
weer goed te kunnen maken.
Op het oogenblik wordt in deze fabriek
slechts 5 dagen per week gewerkt.
Bij de Oostenrijksche bedrijven is de
toestand echter kritiek. Het bedrijf aldaar
schijnt te groot opgezet te zijn, om alleen
in de behoeften van Oostenrijk en de
successiestaten te voorzien.
Thans is men zelfs gedwongen geworden
de fabrieken in Weenen geheel stop te
zetten.
Welke beteekenis dit voor de Mij. heeft,
blijkt duidelijk uit de opmerkingen, die in
het jongste jaarverslag van Van Berkel's
Patent over de Weensche fabriek gemaakt
worden.
Daarin wordt n.l. opgemerkt, dat, niet
tegenstaande den gunstigen gang van za
ken in het algemeen, het winstcijfer ge
drukt werd, doordat de nieuwe fabriek
te Weenen, welke omstreeks Februari 1929.
geheel gereed was, om meb de productie
te kunnen aanvangen hare modellen moest
wijzigen, in verband met het verkrijgen
der noodige ijkvergunningen. Dientenge
volge kwam de fabriek eerst in den aan
vang van het boekjaar 1929-1930 in wer
king. De kosten van in bedrijf stelling en
voorbereiding der fabricage waren daar
door belangrijk gestegen. De tot 30 Juni
1929 gemaakte kosten werden geheel ten
laste van dat boekjaar afgeschreven.
Nu de fabriek te Weenen thans geheel
gesloten is zullen ongetwijfeld ook over
het per 30 Juni geëindigde boekjaar 1929-
1930 weder groote afschrijvingen moeten
geschieden, welke de bedrijfsresultaten
extra zullen drukken. Over welke bedra
gen het hier gaat is niet bekend, doch in
ieder geval moet men de verliezen uit dien
hoofde niet onderschatten.
VOETBAL
B. K. FEDERATIE.
R. K. Sportvereeniging „Leiden".
Op de jaarvergadering van de R. K.
Sportvereeniging „Leiden", is door den
weleerw. adviseur, rector J. C. C. Groot,
weer eens een woordje gesjJroken over het
Juniorenvraagsfuk. Ook op de jaarverga
dering van bet District Leiden, spoorde de
Districts-voorzitter, de heer A. H. Schra-
ma, alle aanwezigen aan, om toch vooral
ook de jongeren in onze R. K. clu'bs te
brengen.
Is het nog noodig heb bestaansrecht, het
nut en de noodzakelijkheid van R. K.
Sportvereenigingen te bespreken? In het
geheel niet: Alle Katholieken zijn van de
noodzakelijkheid en de waarde der R. K.
Organisatie overtuigd. Wij weten allen,
dat de R. K. Sportbeweging een stuk
jeugdwerk is, en daarom komt haar onze
volle belangstelling en steun toe. Verheugt
u over den bloei van dezen tak van jeugd
organisatie en helpt ons met woord en
daad. Het is de uitdrukkelijke wensch van
onze geestelijke overheid, dat alle R. K.
sporters zich aansluiten bij de R. K. Sport
beweging.
Ouders en opvoeders, alleen bij de Room-
sche beweging vindt de sportlievende
R. K. jeugd een veilig tehuis. Stelt u op
de hoogte van de sportbeweging in uw
omgeving en wijst hen daarheen.
Voor R. K. jongemannen in Leiden, die
aan voetbal doen of willen doen, is de aan
gewezen vereeniging: De R. K. Sportver
eeniging „Leiden". Vooral ook worden alle
jongens van 1418 jaar opgeroepen voor
de Junioren-afdeeling. Aanmelding bij het
secretariaat: O. Schmidt, Pieter de la
Courtstraat 8.
Moge zich een groot aantal nieuwe leden
opgeven, om de R. K. {Sportbeweging uit
te bouwen, tot zegen onzer Roomsche
jeugd.
Mr. Schretlen bedankt.
De voorzitter van de R. K. Federatie
van Voetbalbonden in Nederland, mr. D.
A. Schretlen, zal op de a.s. Federatie-ver
gadering zijn functie neerleggen.
Mr. Schretlen heeft deze functie ruim
acht jaar bekleed. De aftredende voorzit
ter zal zich wel voor een andeire bestuurs
functie beschikbaar stellen.
DIOC. HAARL. BOND.
HET JAARVERSLAG.
Aan het verslag van 'liet 11e hondsjaar
19291930 van den D. H. V. B. is het vol
gende ontleend:
Het afgeloopen jaar bracht vele goede
dingen en wanneer wij de kleine moeilijk
heden, welke wij te, overwinnen gehad heb
ben, voorbijzien, dan mogen wij blijmoedig
constateeren, dab ons werken in het ver
leden den oogst van heden rijkelijk be
loond wordt.
Het begin van dit hondsjaar stond in het
teeken van de tweede lustrumviering.
Reeds vóór de jaarvergadering was daar
voor heel wat werk verzet. Na de jaarver
gadering werd nog krachtiger aangepakt.
Juist aam deze feestviering voorafgaande
vond 1 September de Jeugddemonstratie
in Den Haag plaats, waaiin onze bond
zeer goed vertegenwoordigd was.
Bij gelegenheid van de lustrum-viering
had ons bestuur de eer door onzen be
minden bisschop Mgr. Aengenpnt, ontvan
gen te worden en van Z. D. H. persoon
lijk te hooren hoezeer Hij het werken van
den bond op prijs stelt en dezen dan ook
allen bloei toewenscht. Een en ander kwam
ook nog tot uitdrukking in het lustrum
nummer van ons officieel orgaan.
Ter gelegenheid van deze lustrumvie
ring werd een plechtige H. Mis te Haar
lem opgedragen door den Bonds-adviseur
en voorts stonden wedstrijden op het pro
gramma voor de districtselftallen, met
uitzondering van het Leidsche districts
elftal, deel. Het Rotterdamschc elftal won
de finale en werd daardoor houder van
den districtenbeker.
Mocht reeds dóór het tijdig aanvangen
der competities verwacht worden, dat deze
tijdig beëindigd zouden kunnen worden,
een uitstekend winterseizoen begunstigde
nog een vlot verloop. Terreinafkeuring
vond tijdens dit seizoen slechts bij uitzon
dering plaats en daardoor konden de over
het algemeen flinke competitie-afdeelingen
tijdig uitgespeeld geraken, behoudens een
enkele uitzondering.
Een moeilijkheid, waarmede wij nog
steeds te worsten hallen, is het gebrek
aan scheidsrechters. Wel meldden zich
weder enkele nieuwe functionarissen aan,
maar het aantal beschikbare arbiters hield
niet gelijken tred met het aantal inge
deelde elftallen. Daardoor baarde de af
werking der competities in dit opzicht nog
veel zorg.
Als een gezond verschijnsel mag gecon
stateerd worden, -dat zoowel het aantal
juniorleden als het aantal senioren toe
nam. In totaal werden dit jaar ingeschre
ven 4045 senioren en 2118 junioren, een
ledental van 6163 vormend.
In den loop van dit jaar moesten he
laas eenige vereenigingen worden afge
voerd wegens opheffing, ofwel bedanken.
Aan den anderen kant traden echter ver
schillende nieuwe vereenigingen toe, zoo
dat onze bond bij het opmaken van dit ver
slag 97 aangesloten vereenigingen telde.
De vooruitgang, welke wij in het leden
tal opmerken, komt niet zoozeer tot uit
drukking in het aantal aangesloten ver
eenigingen. Meer zeer zeker in het aantal
competitie-afdeelingen. Het vorig seizoen
werden de elftallen ondergebracht in 26
competitie-afdeelingen, terwijl dit seizoen
30 afdeelingen konden worden geformeerd.
Het aantal ingedeelde elftallen nam we
der beduidend toe. Terwijl voor 234 elftal
len opname in de competities gevraagd
werd, verzochten 12 elftallen om terug
trekking. Er speelden derhalve 222 elftal
len in onze competities. Ter vergelijking
herhalen wij hierachter de getallen der
voorafgaande hondsjaren:
aangesl. comp.
Bondsj. leden vereen. afd. elftallen
1919—20 775 25 1
1920—21 2000 50 13 95
1921—22 4650 80 28 191
1922—23 5320 99 33 227
1923—24 4950 100 32 187
124—25 4150 90 28 169
1925—26 3962 80 26 154
1926—27 4004 84 25 154
1927—28 4445 87 25 159
1928—29 5372 95 26 189
1929—30 6163 97 30 222
Veilig mogen wij derhalve constateeren,
dat in den breedte ónze organisatie be
hoorlijk gegroeid is en wij dan ook in alle
opzichten tevreden kunnen zijn. Daarnaast
dienen wij echter ook den groei in de diep
te niet uit het oog verliezen. Verschillende
feiten wijzen erop, dat er ook in princi
pieel opzicht voortgang gemaakt. Wordt.
De deelneming aan den diocesanen Jeugd-
dag, het toenemend aantal vereenigingen,
hetwelk regelmatig algemeene H. Commu
niën houdt voor hare leden, de aanwezig
heid bij de georganiseerde tridua zijn even
zoovele aanwijzingen, dat bij een groot
aantal van onze leden het besef hunner
principieele plichten behoorlijk doorge
drongen is.
Wanneer wij echter aan den anderen
kant overwegen, dat bij enkele vereenigin
gen het afgezaagde dreigen met overloo-
pen naar den neutralen bond nog opgeld
deed bij gerezen kwesties met de bondslei-
ding en dat in andere gevallen wedstrijd
kwesties door spelverruwing nog geen
zeldzaamheden zijn, dan mogen wij veilig
concludeeren, dat aan de verhooging van
het principieele peil onzer organisaties nog
wel wat te doen is. Ongetwijfeld zal in de
naaste jaren de verbetering der kwaliteit
de voortdurende aandacht onzer leiders
hebben.
In de bestaande verKouding ten opzich
te van de andere diocesane sport-organi-
satiee te weten, den D. H. G. B. en den
D. H. A. K., kwam geen verandering. De
tijd blijkt echter meer rijp te worden voor
do stichting van een diocesane sportcen-
trale, waardoor een meer intensieve sa
menwerking op het gebied der algemeene
sportbclangen mogelijk wordt.
Het contact met de overige diocesane
voetbalbonden Aond hoofdzakelijk plaats
door de Federatie van R. K. Voetbalbon
den in Nederland, waarvan onze bond nog
steeds lid is.
Wij hebben de overtuiging gekregen,
dat door do redactie van het officieel or
gaan alles in het werk gesteld wordt dit
blad. „De Sport Illustratie", zooveel mo
gelijk aan zijn doel te doen beantwoorden.
Er kwam in de indeeling onzer distric
ten geen wijziging, zoodat nog de volgen
de districten onder den bond ressorteeren:
Amsterdam, 's-Gravenhage, Haarlem, Lei
den. Noord-Holland, Rotterdam en Gouda.
Het district Leiden organiseerde in den
loop van dit jaar een tournooi voor junio
ren-elftallen van districten, waaraan ver
schillende districten deelnemen. Over de
organisatie was men algemeen vol lof.
Ook dit seizoen deelde het district Lei
den zijn junior-elftallen in twee competi
tie-afdeelingen in. Totaal 10 junior-elftal
len namen aan deze competitie deel.
Wij hebben voor de afwerking van het
competitie-programma, voor zoover het de
weersomstandigheden betreft, zelden oen
seizoen gehad als dat welk wij thans ach
ter den rug hebben. Zelden "behoefden de
consuls tot terrein-afkeuring over te gaan,
en het is dan ook ongetwijfeld aan deze
omstandigheid toe te schrijven, dat het
grootste gedeelte der afdeelingen uitge
speeld kon geraken.
De competitie ving tijdig aan en de
meeste elftallen geraakten ook weder tijdig
uitgespeeld, waardoor men zich te reehter
tijd aan de beoefening der zomersporten
kon wijden.
Nog altijd blijken er enkele vereenigin
gen te zijn, welke over een terrein be
schikken, dat maar nauwelijks geschikt
geacht mag worden en dat ook bij den ge-
ringsten regenval onbespeelbaar is. Der
gelijke vereenigingen houden een regelma
tige afwerking der competitie tegen. In
sommige gevallen echter wordt er ons in
ziens in de zomermaanden niet voldoende
naar gestreefd om de hoognoodige verbe
teringen aan te brengen.
Intusschen mogen wij gelukkig vaststel
len, dat over het. algemeen steeds naar
verbetering van terreinen en inrichten ge
streefd wordt, zoodat het aantal vereeni
gingen, hetwelk over een behoorlijk terrein
en een behoorlijke inrichting beschikt,
steeds grooter wordt.
De ambitie om tot verbetering van hel
scheidsrechtscorps mede te werken, bleek
bij verschillende vereenigingen nog niet
bijster groot. Toen bij den aanvang der
competities het aantal scheidsrechters nog
te klein bleek, moest het bestuur publicee-
ren, dab iedere vereeniging verplicht was
enkele functionarissen aan te brengen.
Verschillende vereenigingen hebben zich
van die plicht gekweten, anderen echter
bleven in gebreke. Toch dienen de ver
eenigingen zich er meer van te doordrin
gen, dat zij in de eerste plaats aangew#-
zijn zijn om ook scheidsrechters voor den
bond aan te werven. Een goed scheids
recht er-corps is toch hun eigen belang.
Het aantal elftallen, ingedeeld in de
competities van de R. K. F. nam weder
toe. Dit jaar speelden 30 elftallen van D.
H. V. B.-vereenigingen in difr competities.
In de eerste klas D behaalde D. H. L. I
na spannenden strijd het kampioenschap.
In de tweede klas L was het V. I. C'. I
dat kampioen werd, terwijl in 2 M D. O.
N. K. I en S. J. C. I met een gelijk aantal
punten eindigden.
In onze competities schreven aanvanke
lijk 206 elftallen in. Later werden nog 28
elftallen opgenomen, terwijl aan 12 elftallen
terugtrekking werd verleend. Derhalve
speelden 222 elftallen de competitie mede.
Rekenen wij hierbij het aantal van 30 R.
K. F.-elftallen, alsmede het aantal van
149 junior-elftallen, dan kunnen wij gemak
kelijk het aantal spelende leden der ver
eenigingen vaststellen.
Het verslag vermeldt voorts de eind
standen in de competitie.
De financieele positie van den bond
heeft zich geheel volgens de verwachtin
gen ontwikkeld. Over het geheel bleven
de uitgaven beneden die van het vorige
hondsjaar en daar de inkomsten op pa
pier hooger waren, zouden wij over een be
duidend saldo hebben beschikt, wanneer
alle vorderingen tijdig waren binnengeko
men.
De rekening en verantwoording geeft
een bedrag aan van 4631.58 aan inkom-
1 sten en uitgaven, waarin een saldo van
1270.27.
HET WERELDKAMPIOENSCHAP
TE MONTEVIDEO.
Met den wedstrijd ArgentiniëChili,
welke met 31 door Argentinië werd ge
wonnen, zijn de voorwedstrijden thans ge
ëindigd. De eindstanden in de vier groepen
zijn als volgt:
Groep I.
Argentinië3 3 104 6
Chili 3 2—1 5—3 4
Frankrijk 3 1 2 43 2
Mexico 3 3 4—13 0
Groep II.
Joego-Slavië 2 2 61 4
Brazilië 2 1 1 5—2 2
Bolivia 2 2 08 0
Groep III.
Uruguay 2 2 50 4
Roemenië 2 1 1 35 2
Peru 2 2 1—4 0
Groep IV.
Ver. Staten2 2 60 4
Paraguay 2 1 1 13 2
België 1 2 04 0
In den halven eindstrijd speelt Argen
tinië tegen Joego Slavië en Uruguay tegen
de Vereenigde Staten.