14 Juli, de Fransche ZATERDAG 19 JULI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Feestdag Parijs, 14 Juli. Een dof dreunen deed rnij opschrikken uit mijn rustigen slaap. Nog had ik niet volkomen gerealiseerd, waaraan dit vroeg tijdig bombardement toe te schrijven, toen de klanken van een schetterende fanfare luid op klonken onder mijn raam en regelmatig paardengetrappel het voor bijtrekken van een regiment cavallerie verried. Toen wist ik het ineens weer: 14 JuiUet, parade, muziek, dans en volks- jolijt Wegens de zware zomerhitte wae de traditioneele parade met het daarop vol gend défilé der troepen van het militaire gouvernement van Parijs op een onmo gelijk vroeg uur gesteld. Acht uur Js mor gens en dat op een dag, waarop je nog eens graag wilt uitslapen! En dat doen de Parijzenaars graag! Maar nog liever, neg veel liever zullen ze een heele nacht opblijven, dan het militaire vertoon op 14 Juillet te missen. Dat zit nu eenmaal in de traditie, daarmee moet het natio nale feest worden ingezet. Is steeds- im posant het bijna eindelooze défilé van het talrijke garnizoen van Parijs en Om streken, dit jaar was er nog een bijzon dere attractie aan verbonden door de reconstructie der troepen, die honderd ja ren geleden aan de verovering van Al giers hadden meegewerkt. Met militaire stiptheid waren al de oude uniformen tot in de kleinste bijzonderheden nagebootst: de genie met hun dwaas-hooge kolbak ken, witte bandelieren en slobkousen, de turoos met hun groene dolman en witte tulband, de lichte infanterie met hun shakos zoo hoog als suikerbrooden, artillerie in vuurroode uniform met bron zen kanonnen. Dan de zouaven in hun pof broek met him fameuze fanfare, de in landsche hulptroepen, kern van de la tere spahis, in wijd-golvende boumous op nerveuze inlandscke paardjes. Zoo'n schouwspel moet een rechtgeaard Parij- zenaar zien! Lang voor acht uur waren de Champs- Elys es, de Concorde, de boulevards be grensd door een onafzienbare menigte; er hingen er in de takken dér boomen, er waren er vastgeklampt aan de lan taarnpalen, de twaalf stedenmaagden op de Place de la Concorde waren zeer on eerbiedig bestormd door acrobatische jongelui en jonge dames, die tot boven in de kroon van de maagd van Bordeaux een zitplaats hadden gekozen. Eindelijk, in de verte het eerste tromgeroffel; mar tiaal komen de jonge troepen van 1930 aangemareheerd om een eerehaag te vor men langs Champs Elysées en Concorde voor de soldaten van 1930. Cavallerie en artillerie, tanks en afweergeschut volgen in onafzienbare rijen, terwijl hoog in de lucht een zeventig vliegtuigen rondcir kelen, hulde van de modernste der wa penen aan het glorieuze leger van Al giers. Daa-r schitteren opnieuw bajonetten op de Champs Elysées en voorafgegaan door een reus-achtigen tambourmajoor met een baard a la Louis Philippe maroheeren de eerste troepen van 1830 de Concorde op. Schittering van roode en groene uni formen, van witte en zwarte bandelie ren, van gele en oranje tressen en plui men. Het is alsof ze zoo weggeloopen zijn van een oudërwetsch plaatje! En dan dat marcheeren! De oude muziek is weer opgehaald en ze is als die tijd van hon derd jaar geleden, de tijd van de roman tiek, toen de haastige, jachtende onrust van tegenwoordig nog onbekend was. Plan! Ban tan plan! Au revoir a tous les parents! roffelen de trommels van de zouaven, ter wijl een oogenblik later de muziek der turcos een marsch inzet, deftig en slee- pend, maar waarin toch een element zit van hartstocht door de schrille 'noabahs, de inlandsche muziek-instrumenten. Daar draaien op him witte en grijze paardjes de spahis de Concorde op. Fantastische ruiters in hun witte of roode bournous! Zij vormen de eerewaehb voor de meer dan veertig Marokkaansche stamhoofden echte, geen namaak die ter eere der feesten naar Parijs zijn overgekomen. En nu wordt het publiek dol van enthou siasme; met gejuich en handgeklap wor den die woestijnihoofden begroet, pracht kerels in vuurroode mantels-, bezaaid met plakken en sterren van hooge ordeteekens. Hun paarden zijn getuigd met goudleer, sommigen hebben hun paarden behangen met een dekkleed van gouddraad, dat tot op den grond afhangt; allen zitten op het typische Marokkaansche zadel, dat hen steunt tot hoog in hun rug, terwijl de voeten in gouden of zilveren stijgbeu gels rusten, die als het ware een schoen vormen voor him voeten. Een van hen een Toeareg-opperhoofd heeft bij wijze van versiersel op zijn tulband een wap perende bos van zwarte veeien, zeer on eerbiedig door een kleine Parisiënne naast me voor een gestolen antieke dameshoed uitgemaakt. Het is als een visioen uit de Duizend-en-één-nacht, die gebaarde stamhoofden, sommigen van eerbiedwaar- digen ouderdom, met grijzen baard, an deren in hun volle kracht, krijgers uit de onmetelijke vlakte van de Sahara. Na dien traditioneelen krijgs'haftigen inzet verspreiden zich de duizenden en tienduizenden door de stad; een oogen blik van rust wordt genomen om met vernieuwde krachten en in even dichte massa zich te begeven naar de feestelijk heden overal op de pleinen en groobe straatkruisingen georganiseerd. Het ver keer is stopgezet, trams en auto bussen houden vroeg op met circuleeren om in volle jolijt de vreugde zich te doen uiten. Overal zijn tenten opgeslagen, waar meer of minder harmonieus het geheele bekende repertoire van dansmoppen wordt afgedraaid. En hier op het asphalt, daar op de hobbelige straatkeien steppen en tangoën de meest vreemdsoortige paar tjes-: Amerikaantjes in keurige wandeltoi letjes draaien rond tusschen kerels zon der boord, pet op het hoofd, sigaret in den mond. Lampions en slingers van kleur rijk papier sieren de verhooging, waarop in hemdsmouwen, verschanst achter leege birflesschen welwillende muzikanten aan hun harmonica trekken. De café's hebben al hun reserve van roestige tafels- en stoelen uit hun kelders opgediept, de prijzen zijn voor dit buitenkansje met honderdpercent gestegen, maar toch vloeit met stroomen het b?er en' de witte en roode landwijn, de nationale „pinard", Geheel Parijs, van Monmartre in het noorden tot Montparnasse in het zuiden, is omgeschapen in een reusachtige bal zaal en op de drukste punten op een oppervlakte van enkele honderde vier kante meters krassen en loeien tien ver schillende orchesten tegen elkaar in. Wat geeft het. Als je maar dansen kunt! En kom je dan buiten de geluidskring van het eene orchest, clan vallen er allicht weer twee of drie anderen binnen je ge hoor? Op het oogenblik, dat ik dit s-ohrijf, knallen de donderbussen en sissen de vuurpijlen van het vuurwerk bij de Notre Dame, Vaag kan ik van uit mijn raam bij het schijnsel van het Bengaalsch vuur de stompe torens tegen den nachtelijken achtergrond onderscheiden en telkens zwermt een regen van vurige sterren om laag. En op nog tien verschillende punten van de stad zijn vreugdevuren ontstoken, waaromheen met bijna kinderlijke, naieve opgewektheid onvermoeid rondedansen worden georganiseerd. En lang, nog heel lang zal de l'eestveugde duren, totdat de vroege Julizon boven de huizen heel schuChtertjes en bleek zal opkomen en de allereerste trams en auto-bussen hun la waaiende heerschappij over de straac van de jolige feestgangers zal opeischen. J. W. KOLKMAN. HERLEVING Vacantie-tijd, op reis gaan, het spreekt van herlevingMet letters, zonnig als de Julizon, spreekt dat woord tot ons, die allen naar ontspanning verlangen. Ver trekken om te herlevenAlle verlangen gaat uit naar wat dat veelbelovende woord wel inhoudt, het verlangen der zieken, die liggen uitgestrekt op hun lauw-warme sponde, het verlangen van jeugdige klerken in de muffe handelskantoren, over het plagerig spel der cijfers neergebogen, het verlangen der bleeke kleine jongens, die vol verwachting opzien tot hun grooten Kapelaan, den leider van het patronaat: Ben ik er bij mag ik mee naar de vacantie-kolonie O, als ik er 'ns niet bij zou wezen? Die mee mogenvoor hen is het, een vroolijk afscheid bij het vertrek van den trein, de aankomst in een rustige lande lijke omgeving, zonder tram of onder- grondscheWaar de zwakke longen worden gebaad in de reine lucht, waar zij dikke roode wangen krijgen en ferme, ge bronsde kuiten. Waar echte grasvelden zijn en ze kunnen ravotten naar hartelust, en waar echte koeien grazen, en zij ook voor het eerst in hun leven versche eieren proeven, niet uit het verre Marokko inge voerd. Waar de zee hen het verfrisschend schuim harer golven in het gezicht spat en de kleine zenuwachtige Parijzenaar een dappere bergbeklimmer wordt of een flin ke boerenjongen of een fiksch jong ma troosje Maar voor hen, die niet mee mogen? Droevig ziet het er voor hen uit. De zomer op het asphalt en in het stof der wereldstad, de weeë lucht, uitgeademd door duizenden longen. Onophoudelijke drukte van het verkeer. Oorverdoovend misbaar en voortdurend gevaar van over rijding door auto's, die als meteoorsteenen op u aankomenVoor hen de eentonige aanblik hunner grauwe muren, het half duister van de kelderwoningen of het ver blijf in dezelfde zolderkamers onder het zelfde zinken dak van de zesde verdieping Verveling, troostelooze verveling, die hen als 'n doodskleed omwikkelt, en boe vaak de tuberculose Gelukkig! vermag ik mij meer en meer gerust te stellen omtrent het lot van onze jongens, grooten en kleinen. Zij kunnen weer opleven, herlevenWant, zoo goed als hun Zondagsblad, hebben tegenwoor dig alle parochiën him vacantie-kolonie. De maatschappelijke opvoeding onzer christenen maakt ieder jaar vorderingen. Men schaamt zich in dezen tijd den trein te nemen voor de vacantie-reis en zijn eigen kinderen blij en gelukkig te zien, terwijl zooveel kleinen achterblijven die u met oogen vol afgunst aanzien en die men niet durft toeroepen: Prettige vacantie Zij zijn immers de kameraden van onze kinderen, en wij weten zeer wel dat men 's zorüers zich niet vermaakt in de hel der groote steden! De allerongelukkigsten zijn de zieken aan hun ziekbed gekluisterd en die niet vertrekken kunnen. Hebt gij wel eens nagedacht, wat ver borgen licht achter deze twee, andere een voudige, kleine woorden: ziek zijn? Ziek zijn, is binnentreden in het on metelijk onbekende van het lijden. Ziek zijn, is de berooving van alle on afhankelijkheid en activiteit. Het is dikwijls de eerste kennismaking met het eigen, ware ik. Het is, zich plotse ling bevinden tegenover het waarom? van lijden en dood. Ziek zijn is de openbaring van de wer- kelijk, geestelijke waarde en de veerkracht onzer zielziek zijn in den zomer, als ieder om te herleven naar zee of boseh en ber gen trekt, is dubbel ziek zijn Hoe komt men aan de ontberingen der zieken te hulp? Hoe hun de beteekenis- volle rol van het lijden verklaren, die Alfred de Musset bezong: De mensch is leerling, zijn meester de smart, Wie eenmaal leed, kent pas het eigen hart Kunnen zelfs meer gevorderde zielen de grootheid van ziel van Mgr. de Ségur be grijpen, die elk jaar een Mis van dank zegging opdroeg, op den verjaardag van zijn zalige blindheidter herinnering aan den dag waarop God hem het licht zijner oogen ontnomen had. z Mijnheer Pastoor, God heeft aan mij gedachtzei mij op zekeren dag een be roemde pianiste: Gij bekommert u niet om mij.... Gij verwacht alles van de schep selenGij laat u bedwelmen door den verdoovenden drank van het succes Wacht even, ik kom uwe ziel redden. En zij toonde mij hare beide armen, als in spotternij, met fraaie armbanden getooid, maar misvormd door wreede rheumati- sche pijnen Ja, hoe hun de tragische rol van het lijden doen verstaan? niet slechts aan een vriend, wat gemakkelijker valt, daar men met hem alléén te maken heeft, doch aan het onmetelijk leger der lijders en lijde ressen? De smart telt overal hare slachtoffers, onder rijken en armen, verspreid in de dichtbebouwde stadswijken en in de een zaamheid der landelijke streken, in weel derige klinieken en algemeene ziekenhui zen waar zoo menigmaal misnoegen en ontevredenheid voorkomen. Hoe bereiken wij al die ongelulckigen? Veel wordt voor hen gedaan om hun moed en vertrouwen in te boezemen, om hun troost en berusting bij te brengen. Er wordt hun geleerd, dat herleven niet altijd beteekent tot gezondheid en het volle leven terugkeeren, maar dat een langdurig ziek bed tot een herleving kan leiden, zooveel beter en schooner, tot een hooger leven der ziel. Behalve de gewone zielzorg aan het ziekbed maakt men ten behoeve der zieken reeds gebruik van de radio, zoodat zij vaak in staat gesteld worden Mis en predikatie te hooren en het Lof bij te wonen. Nu geeft ook Pater Sanson in Parijs, een speciaal tijdschrift uit voor de zieken, dat maandelijks? tweemaal verschijnt. Onze Moederkerk staat onvermoeid, on verpoosd, in allen nood, ook in den nood, die de moderne vooruitgang meebrengt, hare kinderen bij, tevens om hen te onder richten en tot hun einddoel te voeren. Vroeger, vóór de uitbreiding der groote steden was er geen behoefte aan vacantie- koloniën. Buitenlucht, frissche lucht vond men overal en boomen en velden, weldadig groen. Vroeger lag men thuis ziek, in het eigen huis, in den kring van het christelijk huis houden in de vertrouwde, geliefde omge ving. Tegenwoordig, mist meestal de zieke dat alles al waaraan men gehecht is Vroeger behoorde de tuberculose tot dc zeldzaamhedenHoe dikwijls bewon derde ik de prachtkinderen die een Ra- phaël, een Murillo en Bubens tot model hebben gediend. Tegenwoordig heerscht het alcoholisme alom en ongezonde industrie èn de rest, met tuberculose en kanker tot gevolg. Dan verzoek ik u met aandrang, steun* allen uw priester in het werk van den vacantie-koloniën, en in het liefdewerk voor de zieken Verlicht het lot uwer zieken Helpt allen tot „herleving". PIEBBE L'EBMITE. Platina-geld in Rusland. SovjetxRusland houdt er van om tel- kens met iets nieuws voor den dag te ko- men. Zoo heeft me nthans een oud idee j van Czaar Nicolaas I weer eens opge- wamd. Deze had in 1828 een aantal roebel stukken uit platian laten salan, maar om streeks 1S42 liet de Czaar deze munten aan de circulatie onttrekken omdat zij on- practisch waren. Een financieele commissie der Sovjets heeft nu het plan opgevat om 3100 K.G. platina die in het afgeloopen jaar 1929 uit de rijke platinagroeven in den Oeral gewonnen werd, te gebruiken voor het aanmunten van Tscherwonski (een tscherwonez, de officieele Bussische munt eenheid is in waarde ongeveer gelijk aan 10) 3100 K.G. platina is echter niet veel. Daar 1 dM.3 platina ongeveer 21.5 K.G. weegt, gaat het hier slechts over 15 staven van 1 M. lengte bij een doorsnede van 10 I bij 10 c.M., wanneer men er groote stuk ken uit maakte. Het voordeel, dat platina als muntniateriaal heeft omdat het veel zwaarder is en veel meer waarde heeft dan goud, wordt absoluut tenietgedaan door het feit, dat het heel gemakkelijk met ver schillende metalen van geringer waarde verwisseld kan worden en dat platina-geld zeer gemakkelijk vervalscht zou worden. Hierbij zij terloops opgemerkt, dat ook de regeering van Busland reeds lang de haar toegewezen hoeveelheid (bepaald door het internationale platinaconventie) verre heeft overschreden, terwijl zij ver klaarde, dat zij zich niet langer door dit verdrag gebonden acht. Op grond van de ervaringen die de heele wereld doet met het opdrijven dei- prijzen vna het Spaansch-Italiaansch kwik zilvermonopolie, kan men deze verklaring van Busland absoluut niet zoo direct ver- oordeelen. De geheele chemische industrie heeft er zeker geen belang bij om te pro testeeren tegen een prijsverlaging van de duurste platina-instruinenten uit haar la boratoria. Wanneer het platina goedkoo- per wordt, behoeft de chemiker voortaan zijn reageer-schaaltje niet meer uit voor zorg in zijn vestjeszak mee te nemen. Wat Nederlandsche missio narissen in vijftig jaar tot stand brachten Een dankstoet van duizenden heidenen Een „Goudkust" uoor de Katholieke Kerk. Onlangs was het vijftig jaar geleden, dat de eerste katholieke missionnarissen te Elmina aan wal gingen om daar de fundamenten te leggen van het bloeiend Apostolisch Vicariaat Goudkust, dat aan de „Socitëteit der Afrikaan sche Missiën van Cadier- en-Keer" is toever trouwd. Deeluitmakende van de befaamde Slaven kust, was de Goudkust tot 1872 Nederland sche bezitting en wingewest, de proviand kamer van de beruchte slavenhandelaars, Ne derlanders, Portugeezen, Engelschen, Deenen, Franschen, die vier eeuwen lang onafgebroken van West-Afrika naar Amerika zeilden met volle ruimen neger-slaven. Eenige Protestant- sche Zendingen, Methodisten-, Bazeler Zen ding, Wesleyanen, Bremer Zending en Church of Sion, hadden van de Calvinistische Neder landsche bezetting gebruikt gemaakt om ne derzettingen in de Goudkust te stichten, ter wijl dit den katholieken missionnaris onmoge lijk werd gemaakt. Toen in 1872 Goudkust Engelsche kolonie werd, braken ook betere vooruitzichten aan voor de katholieke missie in deze gewesten, en konden de eerste mis sionnarissen zich aldaar in 1880 vestigen. Vijtig jaar later! De Goudkust is een der heerlijkst bloeiende wingewesten der katho lieke kerk in Afrika geworden. Het jaarver slag 1929 bracht o.a. de volgende cijfers van het werk der Paters der Afrikaansche Missiën van Cadier-en-Keer in deze kolonie mis sionnarissen 38 levende bekeerlingen 70.109 parochies en bijstaties 480 catechumen 12.000 Dat zijn gouden cijfers bij het gouden jubi leum Het spreekt vanzelf, dan de landings plaats der eerste missionnarissen, Elmina, het eerst zou jubelen. Dat heeft Elmina gedaan op 18 Mei j.l. ofschoon op strikt kerkelijke wijze. Bij afwezigheid van Mgr. Hauger, apos tolisch vicaris der Goudkust, die zich momen teel in Europa bevindt, droeg Mgr. Hermans, bisschop van het Neder-Volta-vicariaat (Oos telijk gedeelte van Goudkust en Engelsche Togoland), een pontificale Hoogmis op. Z. H. de Paus verleende bij deze gelegenheid aan de missionnarissen en katholieken van de hee le Goudkust bijzondere aflaten en geestelijke voorrechten. De bekende neger-musicus, John son, componeerde een feestcantate en ver schillende kerkelijke motetten, welke schit terend werden gezongen, 's Avonds trok een grootsche optocht, waaraan met Monseigneur Hermans en de missionnarisen, alle katho lieken en duizenden heidenen deelnamen, naar het oude kerkhof aan den voet van den heuvel iSt. Joseph-Hill, waarop de tegenwoor dige missiegebouwen verrezen zijn, juist te genover de Java-Hill, en waar de pionniers der katholieke kerk in Goudkust hun laatste rustplaats hebben gevonden. Voor onze Va- derlandsche geschiedenis mag het niet onver meld blijven, dat op ditzelfde kerkhof, hoe klein ook, de graven en grafkelders liggen van een honderdtal Nederlanders uit den tijd van voor 1872, waaronder twee gouverneurs. Drie negers, de pilaren van de katholieke Kerk der Goudkust, kregen bij deze gelegen heid de pauselijke onderscheiding. Haezel Co- bina ontving de decoratie „Pro Ecclesia et Pontifice". John Acquah en John Amissah, de oudste Katholiek van Elmina, die reeds in 1880 de missionarissen op voortreffelijke wijze behulpzaam is geweest, werden beide gedeco reerd met de medaille „Bene merenti". Van den kant van het Engelsch Gouvernement van Goudkust mocht de Katholieke Missie meer dere blijken van belangstelling bij dit feest ondervinden. Alle hoofdstaties der Goudkust zullen beurtelings op ongeveer dezelfde wijze in den loop van dit jaar het vijfjarig bestaan van de Katholieke Missie herdenken. Het voornaamste maandschrift, dat in dienst dezer Missie staat, The Catholic Voice of the Gold- Coast, gaf een prachtig feestnummer uit, Ca- pe-Coast, waar de bisschop van de Goudkust, Monseigneur Hauger, resideert, heeft een bij zonder punt op haar feest-agenda geplaatst. De inlandsche Katholieken brachten namelijk een som gelds bijeen voor den bouw van een feestmonument, t.w. een kapel op het kerk hof, welke tevens als grafkelder kan dienen voor afgestorven missionarissen. In deze kapel zal maandelijks een H, Mis voor de overlede nen, Priesters, Broeders, Zusters en Christenen worden opgedragen. Op een nader te bepalen datum van de jubileum-viering te Cape-Coast zal de plechtige inzegening dezer kapel plaats hebben. Bij deze zelfde gelegenheid zal ook de eerste plechtige steenlegging plaats vinden van het Klein-Seminarie te Amissano, op 5 K.M. van Cape-Coast. Reeds verschil lende inlandsche priestercandidaten worden in de Goudkust opgeleid, en de meest gevor derden zullen bij deze feestelijkheid plechtig worden ingekleed. Waarom heb je moeders portret omge draaid? Nou, het behangsel zal er toch geen last van hebben, denk je? KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders, wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. Do gewone Prefatie. ZONDAG 21 JULI. Zesde Zondag na Pinksteren. Mis: Dominus. 2e gebed v. d. H. Hieronymus- Aemilianus; 3e v. d. H. Margarita. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëcnheid. Kleur: Groen. Bij ons H. Doopsel is in ons gestoi-ven de oude, zondige mensoli, d. w. z. de toe stand van zonde hield op in ons, wij ont vingen een nieuw leven, n.l. liet leven der heiligmakende genade. Wij werden kinderen van God. De gevolgtrekking is: dan ook als kinderen van Gocl leven voor God, in gemeenschap met Jezus Christus onzen Heer (Epistel). Leven voor God is: Met al onze vermogens en krach ten Zijno heilige geboden onderhouden. Dat kost moeite, dikwijls zware offers. Want wel ontvingen wij bij. het Doopsel de heiligmakende genade terug, maar niet do voorrechten van den eersten ge luksstaat; onze wil blijft ten kwade ge neigd. Doch do Heer is onze kracht, onze toevlucht. Daarom roepen wij tot Hem om liefde in onze harten en om volhar ding in den dienst van God. Hij moge ons helpen tegen onze vijanden (Introitus, Gebed, Graduale, Alleluja-vers). Evenals aan de menigte, die Hem te voet volgde, geeft Jezus ook ous, die Hem zoo graag willen volgen in Zijne kinderlijke gehoorzaamheid aan den wil van Zijnen en onzen Vadei', een voedsel, n.l. Zijn eigen H. Vleesch en Bloed in het Allerheiligste Sacx-amcnt des Altaars (Evangelie). Dat maakt ons krachtig en sterk, om voortdurend voort te gaan op do wegen de? Heex'en, d.w.z. om steeds Zijne ge boden te onderhouden (Offertorium, Post- communio). Hot Allcrlx. Sacrament als ons offer en onze spijze zal ons met Christus vereenigen voor altijd in den hemel, om daar een eeuwig daiikjied te zingen voor den Heer (Communio). MAANDAG 21 JULI. Mis v. d. H. Fre- dericus, Bisschop en Martelaar: Statuit. Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom. 2d© gebed v. d. H. Praxedis, Maagd; 3de A Cunctis (om de voorbede der Heiligen). Kleur: Rood. Fredericus, 8ste Bisschop van Utrecht» Fries van geboorte, predikte het H. Evan gelie onder de Friezen. Vooral trad hij met kracht op tegen de dwaling omtrent het geheim der Allerh. Drieëcnheid. Na de H. Mis doodelijk gewond, vergaf hij zijn moordenaars en spoorde hen aan te vluchten. Zelf ging hij, nog levend, zijn grafkamer binnen en na een herhaalde aanbeveling van zijne ziel aan God, stierf hij 18 Juli 838. DINSDAG 22 JULI. Mis v. d. H. Maria- Magdalena, Boetelinge. Me exspectave- runt. 2de gebed tot den H. Geest (ook morgen en overmorgen wegens de pries terretraite in ons Bisdom). Credo. Kleur: Wit. WOENSDAG 23 JULI. Mis v. d. H. A pol li naris, Bisschop en Martelaar: Sa- cerdotes. 2de gebed v. d. H. Liborius; 3de tot den H. Geeet. Kleur: Rood. De H Apollinaris, tijdgenoot en met gezel van den H. Petras, werd door dezen gewijd en aangesteld tot Bisschop van Ba/venna. Zijn Apostolisch leven bekroon de hij met het offer van zijn leven. DONDEKDAG 24 JULI. Mis v. d. H. Bernulphus, Bisschop en Belijder: Sta tuit (Zie in het Feesteigen v. li. Bisdom). 2de gebecl v. d. Vigilie v. d. H. Jacobus; 3de v. d. H. Christina, Maagd en Mar telares; 4de tot den H. Geest. Laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: Wit. Ook mag gelezen worden de H. Mis v. d. Vigilie: Ego autem. Geen Gloria. 2de gebed v. d. Bernulphus; 3e en 4© als boven. Kleur: Paars. Do II. Bernulphus, Bisschop van UtrechtJ is een ij veraar geweest voor den bloei der kerkelijk© tucht en den luister van den kerkelijlcen eeredienst. Om do vele kerken, welke hrj in zijn Bisdom heeft gebouw en welke getuigenis gaven van zijne kunstzinnigheid, wordt hij afgebeeld dragende een kerk. De heilige wordt aangeroepen als patroon tegen d© kinkhoest. VBIJDAG 25 JULI. Feestdag van den H. Jacobus, Apostel. Mis: Mihi autem. 2de gebed (aiïeen in stille H.H. Missen) v. d. H. Christophorus. Ixi alle H.H. Mis sen wordt het gebed gebeden voor den Bisschop (wegens den verjaardag zijner H. Wijding). Credo. Prefatie v. xl. Apos telen. Kleur: Roocl. De H. Jacobus de Meerdere, getuig© van de gedaanteverandering des Ileercn op den Thabor en ook van Christus' doodsstrijd, predikte na Christus' Hemel vaart eerst in Samaria, later in Spanjo. Na zijn marteldood door onthoofding, is zijn lichaam overgebracht naar Oompos- tella, nu nóg de beroemde Spaansche be devaartsplaats, Jacobus tor eere. ZATERDAG 26 JÜLT. Feestdag van da H. Anna, Moeder der Allerh. Maagd. Mis:' Gaudeamus. Kleur: Wit. Eene vrouw, die den Heer vreest, woixlfc geprezpu. Heilige Moeder Anna, bid met uw Allerheiligst kind voor allo christe lijke huismoeders den waren christelijkcn geest af en help haar dien overstorten in hare kinderen. IN DE KERKEN DER EE. PP. FRANCISCANEN: Alles als in 'bovenstaande kalender: behalve: MAAXDAG. Mis v. d. Z. Angelina van Marsciano, weduwe: Cognovi. 2d© gebed v. d. octaafdag v. d. H. Bonaventura; 3de v. d. H. Praxedis. Kleur: Wit. DINSDAG. Mis v. d. H. Laurentius van Brindisi, Belijder: In sermonibus. 2de ge bed en laatste Evangelie v. d. H. Maria Magdalena. DONDERDAG. Mis v. d. Z. Cunegundis, Maagd: Dilexisti. 2degebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie; 3de v. d. E. Christina. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5