VqIATERDAG 12 JULI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. S
OVER DE OUDE STEDEN
V|Er is heusch niets nieuws onder de zon.
W [Neemt nu eens wat we tegenwoordig als
ft 6t allernieuwste beschouwen: de .,par-
I lerterreinen", met welk woord men plaat-
i *n aanduidt, waar auto's in gezelschap
fcgen stilstaan.
ft [Nieuwer kan 't al haast niet en toch:
ft euwen geleden kenden onze steden derge-
jke plaatsen ook al, slechts onder een
pderen naam.
„Wagenpleinen" heette ze toen. Zoolang
straten nog niet waren geplaveid, liet
overheid geen wagens in de stad toe.
fen was van die diepe karresporen niet
ïdiend. Wagens moesten worden gepos
eerd op het. wagenplein, bij den ingang
Ier stad gelegen de waren moesten per
lede door de straten worden vervoerd,
evenals personen, tenzij deze voorkeur ga
ren aan een draagstoel.
In menige stad kan men die ouderwet-
;che „parkeerterreinen" nog herkennen.
Te Gouda b.v. het breede begin van den
Bei-weg, te den Haag het plein nabij de
tëagenbrug 't heet waarlijk nog Wagen
de in. te Leiden wellicht de ruime Apo-
ftekersdijk of de Boommarkt, aan 't an
dere einde der stad de ruimten buiten de
Haarlemmerstraat.
In vestingsteden zou men heusch niet
wjo royaal met het terrein hebben omge
sprongen indien men heb niet toen reeds
?oor „het verkeer" noodig had gehad. En
au kan men daar nog van profiteeren voor
Je auto's, zij 't dan dat deze veeleischender
zijn, dank zij haar groeiend getal, dan de
wagens van voorheen.
I Eerst toen de bestratingen toenamen
17e eeuw mochten rijtuigen doorrijden,
wat. in de steden een heele opschudding
bracht. De sleden waren laag en gingen
Buigzaam, de koetsen evenwel gingen
„snel", waren hoog en brachten zoo straat-
uitstallingen, luifels en pothuizen in ge
vaar. Deze verdwenen dan ook langzamer
hand, hoewel er nog op 't eind der vorige
eeuw eeii pothuis met daarin behooren
den schoenmaker prijkte op den hoek
van Wagenstraat en Spuistraat. Zóó traag
■peek t oude. Trouwens, vertoont Leiden
pier alsnog een wel schüderachtigen, maar
3 voor 't rij verkeer hinderlijken luifel aan
£den Stillen Rijn?
«■Met het plaveisel kwam ook de verbeter-
de verlichting: „het verkeer" eischte zulks.
J Aanvankelijk waren 't kaarsen, later olie-
lantaarns.
f OlielantaarnsOm te gieren. In mijn
tegenwoordige woonplaats staan ze even-
wel nog en worden er in de Ommer-
Bchans b.v. particulier verzorgd, terwijl
ik me best herinner, dat de Leidsche weg
Idoor 't Haagsche Bosch .waar men te
genwoordig met ?t autoverkeer z'n leven
niet zeker is door blielantaarns werd
verhelderd. Deze hingen aan touwen tus-
'schen de boomen en werden 's morgens
.gevuld, 's avonds ontstoken door een kalm
mannetje, dat rustig z'n werk midden op
den weg verrichtte, waartoe hij de licht-
1 bronnen tot op manshoogte liet zakken.
K Moet ge tegenwoordig om komen!
ft Toen de steden in opkomst warep zul
len zij er aanvankelijk binnen haar muren
wel heel landelijk hebben uitgezien. We
iknnn-en ons daarvan een voorstelling vor-
men in de buitenbuurten onzer hxiidige
mte-den, waar nog wel boerderijen staan
tusschen groeiende straten. Zoo was 't in
I de 13e en 14e eeuw met alle opkomende
Lsteden gesteld, met dien verstande even-
wel, dat alle huizen van hout waren en
■regelmatige bouw slechts langzaam ont-
f stond. De straten werden niet geprojec-
i teerd met passer en liniaal, doch volge
bouwd volgens de behoeften en rechten
der bewoners; vandaar nog die soms kron
kelende straten in onze binnensteden. Hoe
I dichter de menschen opeen kwamen, hoe
■ferooter het brandgevaar werd en zoo ont-
I stonden reeds in de 13e eeuw veiligheids
verordeningen. Begonnen werd met de
strooien en rieten daken door leien of pan-
f'sien te vervangen; langzamerhand verre
zen de steenen huizen. De uitbreiding der
bevolking men zocht gaarne de veilig
heid der stadsmuren, want daarbuiten was
liét. vooreerst niet pluis deed alle ruimte
r 'benutten, waaraan valt. toe te schrijven,
dat er zoovele geringe buurtjes verrezen
fttusschen de straten. Waar ruimte was zet-
te men huisjes, al was de toegang soms
ook smal en al lieten lucht en licht nog
zooveel te wenschen over. Men was spoe
dig tevreden, maar tegenwoordig zitten we
■met die „krotwoningen", waarover men
6 zich verwondert, dat er zoovele geslach-
P .ten in gewoond hebben.
Aanvankelijk was de kerk bet eenige
Sopenb~"p cp!->uw; de overheid zetelde in
particuliere woningen, gelijk de tijd nog
niet zoover achter den rug is, dat in plat
telandsgemeenten de vroedschap eenvou
dig in een dorpsherberg vergaderde. Maar
met den bloei der steden verrezen steeds
meer bestuursinrichtingen: Raadhuizen,
wagen, gildehuizen, markthallen enz., soms
zeer mooi wat we trouwens nog kunnen
constateeren.
Was de 13e eeuw de eigenlijke ont-wik-
kelingseeuw onzer steden, wier beteekenis
toen nog niet ver uiteenliep, in de 14e
eeuw komt er door ligging en omstandig
heden meer onderscheid. Amsterdam en
Rotterdam overvleugelen de andere, stel
len Kampen en Stavoren reeds in de schar-
duw; Utrecht zag zijn Rijnhandel naar
Dordrecht trekken, Delft moest in belang
rijkheid voor Rotterdam wijken; Middel
burg en Zierikzee kregen heel wat in de
melk te brokken, de Zuiderzeehavens ont
stonden, Leiden dat stadsrechten kreeg
vóór 1266 ging zich met zijn industrie
een eigen weg banen, nog niet vermoedend,
hoe straks de Hoogeschool en de komst der
lakenwevers zijn positie zouden verster
ken.
En ziet hoe de ontwikkelingsgang onzer
steden nog lang niet is gestuit. Wat bloei
de rond de Zuiderzee 't waren noch zijn
daar geenszins alle „villes mortes" gaat
door de inpoldering een onbekende toe
komst tegemoet, welke mogelijk andere
steden weer meer opleving zal brengen.
't Was in de 15e eeuw, dat in alle steden
grootsche kerken, kapellen, kloosters en
gasthuizen verrezen. Wie nu in kleine
plaatsen de monumentale gebouwen ziet
de Cunera-toren te Rhenen b.v. en zoo
is er meer hier en daar moet wel tot de
overtuiging komen, hoezeer te dien tijde
alom hooge verwachtingen werden gekoes
terd omtrent de toekomst verwachtin
gen, die geenszins alle werden verwezen
lijkt, zoodat menig fier gebouw in zijn te
genwoordige nederige omgeving zonderling
aandoet en spreekt van vervlogen idealen.
Aan dien ommekeer droegen. ook de
godsdiensttwisten schuld. Heeft b.v. Lei
den wel ooit zijn Pancraskerk mogen af
bouwen, ja beeft het den ingestorten toren
der Pieterskerk wel kunnen herstellen?
In de steden, welker bloei bestendigd
bleef, nam de burgerlijke bouwkunst nu een
breedere plaats in; op waardige zetels
voor de overheid en den handel, op ver
zorging van den evennaaste in leprozen-,
pest- en weeshuizen werden nu de krach
ten geconcentreerd voor zoover men
niet eenvoudig daarvoor inrichtte wat in
den Roomschen tijd was gesticht en nu
aan zijn oude bestemming niet meer mocht
beantwoorden.
Hoezeer waarlijk slechts de burgerlijke
bouwkunst en wat deze ter versiering noo
dig had bloeide, toont o.a. Leiden, waar
wel nog de kleine Marekerk gereed
kwam, maar een „nieuw gefundeerde kerk"
ter plaatse waar nu de Leidsche Katoen-
fabriek staat voor het Protestantisme nooit
tot stand kwam. Op de welbekende kaart
van oud-Leiden rijst haar toren omhoog,
mar in werkelijkheid is dit nooit geschied.
Alle krachten waren op openbare gebou
wen geconcentreerd zij heb dan dat we
ook daaraan veel schoons te danken heb
ben gehad.
En met hoe weinig omslag kwam dit
tot stand. Ik wed dat er over het oude
Stadhuis van Leiden lang niet zooveel ge
sproken en geschreven is als over het
nieuwe, waarvan de eerste steen nog moet
gelegd worden, ja waarvan men nog niet
eens weet., waar die steen zal komen te
liggen! En toch mocht het er wezen, dat
historische pand, hetwelk voor 't heden
inwendig wat onpractisch was, maar in
dertijd wel zeer voldoende aan de bedoe
lingen zal hebben beantwoord.
Om tot de oude steden terug te keeren,
nog heden spreken haar aanleg en bouw
van de vroegere tijden en 't zijn juist die
Qude getuigenissen, welke aan onze woon
plaatsen haar bekorend karakter verlee-
nen. Al zijt ge vreemd in een stad. neem
b.v. Amsterdam ge zult er, mits ge niet
louter naar Artis en naar koffiehuizen
kijkt, inniger genot smaken in het oude
deel, dan in de nieuwe wijken, al heeten of
zijn deze nóg zoo mooi. Dat oude is wel
sprekender. En daarom moet dit ook zoo
veel mogelijk behouden worden. Zou den
Haag b.v. nog herkenbaar wezen indien
men de typische binnenstad had uitgebro
ken instede van geld over te hebben voor
nieuwe verkeerswegen om het historische
centrum heen? Zeer terecht heeft men
daar het karakter der oude stad bewaard
en zoo doe men ook elders, tenzij de nood
zaak anders d.w i n g t.
AJO.
IN VERBAND MET DE POGING TOT REDDING PER VLIEG
MACHINE van de bemanning der „Salento" heeft op de Italiaan-
sche delegatie te Den Haag de uitreiking plaats gehad van de eere
medaille aan Kapt. van Weerden-Poelman, 'Kapt. van Drost,
Sergeant-vlieger Bosch en Sergeant-werktuigkundige v. d. Hoek
HET EERSTE DEEL IN GEBRUIK
GENOMEN.
Donderdagmorgen is, zooals reeds vermeld,
op niet officieele wijze het nieuwe vak op den
weg Den HaagRotterdam geopend. Toen
om tien uur de afsluitborden werden wegge
nomen, snorde het eerst een Nancia-wagen den
weg op. Ofschoon gecontracteerd was, dat het
werk uiterlijk in September klaar zou zijn en
men lang aan een vroegeren datum twijfelde,
is het eerste traject HoornbrugDelft dan
toch reeds klaar gekomen en zal de zijtak
naar den Oostsingel te Delft Zaterdag den
19den Juli in gebruik worden genomen. Voor-
lcopig zijn deze wegen niet toegankelijk voor
fietsers uit beide richtingen. Het thans gereed
gekomen gedeelte beslaat ruim 4 K.M. Gedu
rende drie jaar heeft men met 130 arbeiders
gewerkt; thans werkt men nog met 83 man,
om in het begin van October den weg voor
alle verkeer te kunnen doen opstellen. Dit
werk, dat om zijn technische vereischten merk
waardig moet genoemd worden, beslaat over
het geheel ongeveer 17 K.M., waarvan 15 KM.
hoofdweg en 2 K.M. zijweg naar Delft. Het
wordt in 6 deelen uitgevoerd, waarvan het
eerste dan loopt van de Hoornbrug te Den
Haag naar de Braserkade te Delft, het twee
de van daar tot Delfgauw, het derde tot den
Akkerschendijk, het vierde tot Overschie, het
vijfde door de kom van Overschie en het zes
de tenslotte tot Rotterdam. In het traject ko
men verschillende nieuwe bruggen voor, ter
wijl er ook een aantal vernieuwd of verbreed
worden. Bovendien ligt het- in de bedoeling
een viaduct te bouwen over de Schie, maar
het is niet zeker of di. dan wel ooit zal kun
nen worden doorgevoerd. Het weglichaam be
vindt zich 12 Meter, op sommige punten zelfs
16 meter diep in den grond. Daar de bodem
zeer drassig is, moet men het veen tot op
groote diepte uitpersen en de ontstane ope
ning met zand volstorten. Het gedeelte bij
Rotterdam viel zoo tegen, dat men daar 2 me
ter meer aan overbelasting heeft moeten in
storten. Het is zelfs voorgekomen, dat bij het
gedeelte aan de Zwette in een nacht het pas-
gestorte zand 20 a 30 meter verzakte. Op dit
nu geopende vak heeft men meer dan een half
raillioen kubieke meter zand gestort, ofschoon
men in den aanvang meende met 180.000 M3.
te kunnen volstaan. Voor het traject Akker
schendijk naar Overschie schat men het be-
noodigde zand op een millioen M3., terwijl
voor het geheele werk naar raming 2,5 millioen
M3. zand noodig was. Dat dergelijke hoeveel
heden noodig zijn, kan men zich vanzelf mak
kelijker begrijpen, wanneer men bedenkt, dat
de vaste bodem nabij de Hoornbrug 15 Meter
N.A.P. is en dat deze daalt hoe meer men
naar het Zuiden gaat, zoodat bij Overschie de
vaste bodem daalt tot 21 meter beneden N.A.P.
Na de groote zandstortingen volgt de basalt-
laag, welke bestaat uit groote basaltblokken,
die door Engelsche stoomwalsen, waarvan er
a! ettelijke op dit werk versleten zijn, tot een
30 c.M. dikke laag worden geplet. Hiervoor
werden 40.000 ton steen verwerkt, terwijl voor
de daaropvolgende laag, welke niet meer dan
20 c.M. dik is, 20.000 ton steenen van kleiner
formaat werden gebruikt. Er volgen dan nog
verschillende andere lagen, zoodat het boven
dek tenslotte komt te rusten op een laag ba
salt. De werken van den onderbouw werden
uitgevoerd door de Amsterdamsche Basalt Mij,
de bovenbouw door de „Utrechtsche Wegen
bouw". In de bovenlaag was weer 15.000 ton
steen en 10.000 ton zand gebruikt; de eigen
lijke weg komt aldus ongeveer één meter on
der het maaiveld te liggen. Voor den kern
van den meerendeels 32 meter breeden weg,
moest over een breedte van 15 meter rivier
zand, in dit geval maaszand worden gebruikt.
In de toekomst zal 11 meter van deze route
bestemd zijn voor het snelverkeer, waarom dat
gedeelte dan ook geasphalteerd is. Het wordt
omzoomd door betonnen randen, waardoor de
weg ook des avonds van de fietspaden zal te
onderscheiden zijn. Deze laatste toch bevinden
zich vlak naast den rijweg en zullen over hun
volle breedte van 2 Meter betegeld worden.
Van de overige nog 8,5 meter wordt een 3
meter klinkerweg aangelegd tusschen twee
rijen jonge boomen. Voor deze beplanting zijn
60.000 boompjes tegen den prijs van 20.000
gulden geleverd. Van de vier rijen, welke den
weg zullen omzoomen, zullen de buitenste
worden gevormd door iepen, die ondanks alle
ziekte toch maar steeds de sterkste boomen
blijken. Meer naar het midden staan de fij
nere soorten als abeelen, terwijl langs de ber
men ligusterhagen geplaatst zijn, opdat deze
bermen niet vernield worden bij het passeeren
van den zijweg. Bij de groote zandstortingen
maakte men gebruik van een Ruston-machine,
welke bij iederen greep 2 M2. zand verplaat
ste, Voor het bovendek heeft men gebruik ge
maakt van een mengmachine, welke per dag
130—140 ton bovendekmateriaal bereidde,
doch een mengvermogen had van 180 ton per
dag. Een derde gedeelte van den weg van
Rotterdam naar Delft is ook bijna gereed,
doch de geheele weg zal eerst op zijn vroegst
in 1934 gereed zijn. Elke K.M. kost ongeveer
1 millioen gulden.
WOENSDAGMIDDAG WERD MET GOED GEVOLG TE WATER
.GELATEN de „Tarakan" bij de werf Feijenoord te Rotterdam,
gebouwd voor rekening van de Stoomvaart Mij. „Nederland". H
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Oredo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG, 13 Juli. Vijfde Zondag na
Pinksteren. Mis: Exaudi. 3e gebed y. h.
octaaf van Kerkwijding; 3e v. d. H. TYna-
clêt.us, Paus en Martelaar. Credo. Prefatie
v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen.
Ia n£e*-geconsecreerde Kerken: 2c gebed
v. d. H. Anacletus; 3e A Cunofis (om de
voorbede der Heiligen).
De liefde is het nieuw gebod, dat Ohris-
tus is komen prediken door woord en
voorbeeld. Iedere aanranding dor liefde,
in eiken graad en eiken vorm, hetzij in-
hetzij. uitwendig stelt de Zaligmaker straf
baar voor in het Evangelie. En het hoofd
van Christus' Apostelen, de H. Petrus, leert
ons in het Epistel, hoe wij, Christenen het
hoogste gebod der liefde moeten vervullen
n.l. bidden met en voor elkander, geen
kwaad met kwaad vergelden, niet kwaad
spreken, zooveel mogelijk den vrede trach
ten te bewaren, ook al moeten wij ons
daarvoor offertjes getroosten. Prijzen wij
God voor Zijne heinclsche liefdelcer en
houden wij die voor oogen (Offertorium).
Om die heerlijke liefde bidden wij met en
voor elkander in den Introitus, het Gebed
en het Graduale, vertrouwende, dat ons
gezamelijk offer ons vergiffenis zal ver
werven van onze overtredingen en de lief
de ons altijd zal vereenigen in het Huis
des Heeren, den hemel (stilgebed); Com-
munio (Postcommuni).
MAANDAG, 14 Juli. Octaafdag van het
Kerkwijdingsfeest. Mis: Terribilis est. 2e
gebed v. d. H. Marcellinus, Belijder (Zio
in het feesteigen v. h. Bisdom!3e v. d. H.
Bonaventura, Bisschop, Belijder en Kerk-
lecraar. Credo. Kleur: Wit
In nict-geconsacreerde kerken: Mis v.
d. H. Marcellinus, Belijder: Os Justi. 2e
gebed v. d. H. Bonaventura. Credo. Kleur:
Wit
De H. Marcellinus was werkzaam als
verkondiger van het H. Geloof in dc stre
ken van ons land, vooral in Overijsel. Hij
is dan ook de Apostel van Overijsel. Tc
Oldenzaal gestorven werd hij in Deven
ter begraven.
DINSDAG, 15 Juli. Mis v. d. H. Henri-
cus, Keizer: Os Jucti. 2e gebed A Cunctis
(om de voorbede der Heiligen); 3e naar
keuze v. d. priester. Kleur: Wit.
In 792 geboren, was de H. Ilenricus van
af zijn jeugd gesteld onder de leiding van
den H. Wolfgang, Bisschop van Itogens-
burg. In het jaar 995 stierf de vader van
den heilige, die nu als opvolger van zijn
vader Hertog van Beieren werd. Na den
dood van keizer Otto III in 1002 werd
Henricus tot keizer van Duitschland geko
zen. Zijne rechtvaardigheid, zachtmoedig
heid en godsvrucht blonken uit in dc wijs
heid avn zijn bestuur. De keizer, bijge
naamd „de godvruchtige" beijverde zich
om Gods eer en de uitbreiding van de H.
Kerk te verzekeren, den vrede in zijne
staten te bevestigen en dc volkeren, aan
zijn bestuur onderworpen, gelukkig to ma
ken. Henricus overleed in 102-1.
WOENSDAG, 16 Juli. Gedachtenis van
0. L. Vrouw v. d. Berg Carmel. Mis: Gau-
deamus. Credo. Prefatie v. d. Allerh.
Maagd (invullen: En U ora de gedachte
nis). Kleur: Wit.
Deze feestdag is ingesteld tot een ge
denkdag van do verschijning van do hei
lige Maagd aan den heiligen Simon Stock,
Generaal der Carmelietenorde, den 16 Juli
1251.
Omgeven van Engelen verscheen Maria
met het scapulier der Carm^lordo in hare
hand, zeggende: Ontvang, mijn dierbare
zoon, dit scapulier uwer Orde als de livrei
mijner broederschap, 't Is het bewijs van
het voorrecht, dat ik voor u en voor al de
kinderen van den Carmel verworven heb:
Wie in dit kleed sterft zal van het eenwig
vuur bevrijd blijven. Het is een teeken van
zaligheid, een behoedmiddel in gevaren en
een onderpand van vrede en eeuwig ver
bond."
Deze heerlijke belofte geldt allen, die in
'het broederschap van den berg Carmel
zijn opgenomen.
DONDERDAG, 17 Juli. Mis v. d. H.
Alexis, Belijder: Os Justi. De gebeden
als op Dinsdag. Kleur: Wit.
VRIJDAG, 18 Juli. Mis v. d. H. Camillus
de Leilis, Belijder: Majorem. 2e gebod v.
d. H.H. Symphorosa en haro zemen, Mar
telaren. Kleur: Wit.
Na zijn leven alls militair heeft, de H.
Camillus zich bijzonder onderscheiden door
zijn liefdevol helpen van de zieken, bijzon
der van de stervenden.
Tob dat doel heeft hjj een Congregatie
ran priesters gesticht, de Camillianen.
ZATERDAG, 19 Juli. Mis v. d. H. Vin-
ccntius a Paulo, Belijder: Justus. 2e ge
bed voor den Raus. Kleur: Wit.
Vandaag viert de H. Kerk liet feest
van den grooten en bekenden beoefenaar
der christelijke naastenliefde, de H. .Vin-
cenfcius a Paulo. Zijne naastenliefde strek
te zich uit over allen, maar uitte zich
voora'l in het geven van godsdienstonder
richt aan- en in de christelijke opvoedin/
van de arme en verlaten jeugd.
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
Alles ale in bovenstaande kalender, be
halve
MAANDAG. Eigen Mis v. d. H. Bona
ventura: In medio. Credo. Kleur: Wit.
DINSDAG. Geest van het H. Graf des
Heeren. Mis: In illa die. 2o gebed v. d.
H. Henricus; 3e van het octaaf v. d. H.H.
Martelaren van Gorcum. Credo. Prefatie
van Paschen (de woorden: vooral in de
zen tijd worden niet gezegd). Kleur: Wit.
WOENSDAG. Octaafdag v. d. H.H.
Martelaren van Gorcum. ^iis: Emiwi- 2e
gebed en laatste Evangelie v. O. L. Vr. v.
d. Berg Carmel; 3e v. d. heiligverklaring
v. d. H. Vader Franciscus; le v. d. H.
Maria Magdalena Postel, Maagd. Credo.
Kleur: Rood.
Amsterdam.
'ALB. M. KOK, Pr.