„illlllllllllllllll"" Hoe Voltaire in werkelijkheid stierf VRIJDAG 4 JULI 1930 DE LEIDSCHE COURAN~ TWEEDE BLAD PAG. 5 DONDERDAG WERD EEN BOERDERIJ, gelegen aan den Sloterweg te Am sterdam, door brand verwoest. Met man en macht probeert men een hooi berg te behouden. OEVER. VAN GASFABRIKANTEN in Nederland heeft haar jaarvergade ring in Nijmegen gehouden, Hierboven de deelnemers aan de vergadering. KORENBLOEMPJE". Een aardig plaatje op de korenvelden. HOE WARM HET WAS. De gemeente Gemert vier de feest toen de burge meester, de heer Phaf, zich op 1 Juli in die gemeente kwam vestigen. Maar het was warm en de deelne mers aan den stoet van ont vangst hadden het door de hitte soms kwaad te ver antwoorden. De jongens hadden hun jasje maar uitgetrokken. Een vreeselijk doodsbed De Minister van Waterstaat heeft op schriftelijke vragen van den heer D. Wijn koop over een weigering aan den Vrijden kers-Radio-Omroep van een uitzending ter herdenking van Voltaire's overlijden o.a. geantwoord, dat hij deze uitzending „niet van zoodanig gewicht achtte, om de uit zendende omroepvereenigingen, die niet bereid bleken voor Voltaire zendtijd af te staan, met een desbetreffende regeerings- ukase lastig te vallen". Dit geeft de „Tijd" aanleiding om uiteen te zetten, wat bij een herdenking van den dood van Voltaire had gezegd moeten wor den. „Vandaag is het de herdenking van een sterfdag; den sterfdag van den cynischen spotter Voltaire, die met Rousseau en de Encyclopedisten de Fransche, revolutie heeft ingeleid. Hij was een man van groote geestesgaven, wier fragmentarische schoon heid nu nog nalicht uit zijn tooneelspelen, gedichten, historische verhandelingen, wijs- geerige essays en niet ongeestige geschrif ten van allerlei aard. Maar hij heeft zijn gaven misbruikt. Misschien kan veel van zijn wezen worden verklaard uit een erfe lijke belasting, die hij bij zijn geboorte mee kreeg, zijn opvoeding door een schunnig sujet, die hem als knaap bedierf, en door de moeilijke omstandigheden, die zijn zui vere ontwikkeling tegenwerkten. Het christelijk gevoel kon medelijden met hem hebben, zooals het medelijden heeft met Lenin en alle groote misdadigers der menschheid, die de volken op verkeerde wegen hebben geleid. Maar het nageslacht, dat hij ongelukkig hielp maken, zou tegen het ingeboren streven van bewondering en dankbaax-heid jegens werkelijk groote men- schen handelen, indien het Voltaire op zijn sterfbed als een lichtend ideaal der mensch heid ging vieren. Veeleer geeft die sterf dag aanleiding tot ernstige vermaning vol gens het woord van de H. Schrift: „In om nibus respice finem", in alle dingen, let op het einde. Voltaire's einde was zijn oordeel. Nog voor hij door den. dood inging tot Gods rechterstoel, hield hij over zichzelf gericht. Toen Parijs-Sodoma hem in de Comédie- Frangaise gekroond, aanbeden, vergood had, en Marmontel den vier-en-tachtig-jari- ge bij zijn terugkeer tehuis vroeg: „Zijt gij nu verzadigd van roem?" schrompelde hij ineen en jammerde: „Mijn vriend, gij spreekt van roem, en ik lig op de pijn bank, ik bezwijk in ondragelijke folterin gen" en hij klaagde, dat hij zijn roem niet langer genieten kon. Een van Voltaire's beste biografen, pater W. Kretien S.J., ver telt in een gedocumenteerd levensbericht over de laatste dagen van den cynicus, dat deze, toen bloedspuwingen hem overvielen, len abbé Gaultier deed ontbieden om hem onderteekende, maar niet in de oprechtheid zijns harten gemeende afzweringen van zijn slecht geleefd leven en zijn goddelooze .werken te overhandigen. Zijn vrienden, die zich hierover ergerden, stelde Voltaire ge rust met de woorden: „Jullie kennen im mers de gebruiken des lands. Men moet hui len met de wolven in het bosch, en als ik mij aan de oevers van den Ganges bevond, zou ik sterven met een koestaart in de hand". Om een christelijke begrafenis deel achtig te worden, wilde hij God ten einde toe bedriegen, niet inziend hoe schrikkelijk hij zichzelf bedroog! Vroeger had hij zichreeds uitgelaten, „dat hij niet den dood, maar de voorbe reiding tot den dood ontzettend vond". Hij bedoelde hiermee „het barbaarsch gebruik der toediening van het H. Oliesel". En hij voegde er bij„Men zegt soms van een mensch, dat hij sterft als een hond, doch een hond kan zich wezenlijk gelukkig re kenen, daar hij tenminste kan sterven zon der al die hocus-pocus, waarmee de men- schen in hun laatste oogenblikken worden vervolgd.". De man, die deze woorden schreef, stierf inderdaad als een hond. Toen hij door de hand van den dood werd aangevat, riep Voltaire tevergeefs om een priester: als een wacht belegerden de broeders vrijmetselaars het slaapver trek, waarin de zieke jammerde: „Ik ben van God en van de menschen verlaten", en zijn geneesheer smeekte: „Red mij toch! Red mij toch!" Eerst toen de stervende buiten bewustzijn lag, werd abbé Gaultier tot hem toegelaten. Maar van een berech ting kon toen geen sprake wezen en de priester moest zich verwijderen, na te heb ben medegedeeld, dat hij zich elk oogen- blik ter beschikking van den zieke hield; hij behoefde maar tijdig gewaarschuwd te worden. Doch er werd wel zorg gedragen, dat een nieuwe boodschap de pastorie niet bereikte. Toen Voltaire later in den avond zich zelf herkreeg, riep hij den getuigen van zijn doodstrijd toe: „Weg, gaat weg van mij! Gij hebt mij in dezen toestand gebracht!" En in duizend angsten en smarten woelde hij in de dekens om, zich rondwentelend onder het uitbraken van jammerklachten en Godslasteringen. Met half gesmoorde stem wrong hij nog uit zijn koortsig-droge keel den naam „Jesus Christus!" De maar schalk de Richelieu kon het schouwspel niet langer bijwonen en verliet het sterfvertrek, tot zijn vrienden zeggend: „Het is ontzet tend, dat kan niemand uithouden". Als een getrapte worm kromde zich het knokige lichaam, waaruit de wanhoop rochelde. Om den abbé Gaultier riep de stervende, en terwijl zijn vrienden doof bleven voor zijn uiterste kreten, zette hij de nagels in zijn eigen vleesch om het te verscheuren. „Ik voel een handdie mij aangrijpt en mij voor Gods rechterstoel sleept", riep hij even vóór zijn laatsten snik uit, de uitbol lende^ oogen star omhoog gericlit. „De sa tan fs hierik zie hemik zie de hel Hij stootte een gil uit, zonk ach terover, stikte in het bloed, het slijm en vuil dat hij braakte uit mond en neus. „Door furiën gefolterd stierf hij", zeide Voltaire's geneesheer Dr. Prochin. „Als de duivel kon sterven, zou hij het zoo en niet anders "dóen" verklaarden ooggetuigen. En Louis Veuillot schreef: „Voltaire liet op aarde in een hoop vuil een uitgemergeld, afschuwwekkend lijk achter.... de ziel ver scheen voor God, voor Jesus Christus, den Eeuwige, omgeven door zijn glorierijke Hei ligen. En Jesus heeft Voltaire in de oogen gezien. Voltaire heeft Jesus aanschouwd, en de onzalige heeft den indruk van deze ontmoeting meegenomen in den nacht zij ner verdoemenis!" Het is een vloek van Voltaire's nagedach tenis, dat men zijn leven niet kan verhalen zonder de afschuwelijkheid zijner leer uit zijn einde te laten zien, want dit einde was de consequentie van zijn leven. Vat men dit leven samen, dan aanschouwt men vol strekt niet een van „de grootste denkers" der menschheid maar een pamflettist van veel misbruikt talent, een ellendig blagueur, wiens haat tegen God zich op zijn ouden dag te infernaler uitvierde, naarmate de zinnelust zijn lichaam meer had verbruikt, en die wèl den brtualen durf bezat om God te tarten, niet den moed om de gevolgen van zijn levenswerk te aanvaarden, ook aan gene zijde des grafs. Wie Voltaires intieme correspondentie met zijn vrienden leest de generale biecht van een heiligschenner, ziet de denkbeeldige grootheid van dezen „esprit fort" verzinken in modder, gelijk zijn gipsen beeld in het slijk der Parijscbe straten verregend uiteenviel, toen zijn zoo genaamd lijk in triomftocht naar het Pan theon werd gesleept...." Zoo zou Voltaire's sterven moeten zijn geschilderd, als men de werkelijkheid had willen herdenken. Vreeselijk is het sterven van den god deloozeDe dood heeft voor iederen mensch iets pijnlijks, omdat hij scheiding brengt. Maar voor wie goed heeft geleefd wordt dat pijnlijke verlicht en verzoet door de rust van het geweten. Zóó hebben velen onzer een braaf mensoh zien sterven: kalm en gelaten, in overgeving aan Gods Wil. Stel zulk 'n sterfbed tegenover het hier boven geschetste.... SPORT ZWEMMEN NEDERLAND—BELGIE. De Nederl. estafetteploeg. De Nederlandsohe estafetteploeg op de 4 x 200 Meter vrije slag, die Zondag a.s. in het Sportfondsenbad te Amsterdam zal uitkomen tegen België, is als volgt samen gesteld: G. van Voorst (A. Z.), J. H. de Haas (Z. I. A. N.), W. Kemper (Zwemclub Groningen) en H. van Essen (Y). Als re serves zijn aangewezen J. Brink (Dolfijn) en A. J. Braam (Heemsteedsche Polo Club). VOETBAL HET KAMPI0ENST0URN00I TE GENEVE. Go Ahead uitgeschakeld door een 7—0 nederlaag tegen Hongarije. Overeenkomstig de. verwachting hebben onze Nederlandsche kampioenen Go Ahead gisteren een nog grooter nederlaag dan gisteren geleden tegen de Hongaarsche kampioenen. Go Ahead verloor met 7—0 tegen Ujpest en is dus thans van verdere deelneming aan het tournooi uitgescha keld. Toch hebben de onzen vandaar over het algemeen in een vlotter stijl gespeeld dan gisteren tegen Italië, vooral in de voorhoede. Van verschillende zijden hoor de men dan ook de meening uitspreken, dat Go Ahead, als zij gisteren zoo gespeeld had als vandaag, zij dan wellicht de Ita lianen zou hebben kunnen slaan. De Hongaren speelden inderdaad heel wat sierkor dan Bologna gisteren. Ujpest is dan ook niet voor niets kampioen der mid- den-Europeesche beroepsspelersclubs ge worden, en zal ongetwijfeld Zondag in den eindstrijd tegen de Oostenrijkers het dezen laatste nog moeilijk genoeg maken. Bij schitterend weer, natuurlijk wel warm, doch zonder bepaald drukkend te zijn, begon om kwart over 6 vanavond de wedstrijd. Het publiek was niet zoo tal rijk als gisteren. Bij het ingaan van de rust was de stand 3—0. Alphen—L.F.C. 2-2 Alphen ontving gisteravond L.F.C. op vriendschappelijk bezoek. Beide elftallen hadden eenige invallers. Even half acht blies scheidsrechter Verruit de beide ploe gen in het veld. Het begin is eenigzins sensationeel, want nauwelijks is er een mi nuut gespeeld of Alphen neemt uit een voorzet van haar linksbuiten reeds de lei ding. Alphen neemt dan een aantal goed opgezette aanvallen, maar de verdediging der Leidenaars blijkt goed in vorm en weet steeds tijdig in te grijpen. L.F.C. heeft dan succes, wanneer bij een algemeerien aanval de keeper der thuisclub uit zijn doel wordt gelokt en een L.F.C.'er den bal maar voor het intrappen heeft (I1). Hier door aangemoedigd komen de de Leide naars enkele malen in den aanval en bij een dezer aanvallen geeft de linksbuiten met een kalm schot zijn club de lqiding, maar Alphen laat zich evenmin onbetuigd en bij een snelle doorbraak der thuisclub brengt Windhorst den stand spoedig op gelijken voet. In de tweede helft heeft geen der beide elftallen het net meer weten te vinden en kregen we over het geheel een vrijwel ge lijk opgaande strijd te zien. Hoewel de voorhoede den thuisclub wel iets gevaarlij ker was voor doel^ wist zij het spel niet voldoende open te houden en was het bo vendien te doorzichtig, zoodat de L.F.C.- verdediging telkens tijdig kon ingrijpen. De aanvallen der Leidsche voorhoede le verden evenmin door slecht schieten eenig resultaat, zoodat onveranderd het einde kwam. CRICKET FLAMINGO JUNIORES TOURNOOI. Voor de vijfde maal zal dit jaar het Cricket Juniores Tournooi gehouden wor den. Namen de eerste 4 jaren reeds vier steden-elftallen aan dit tournooi doel, dit jaar is de belangstelling verdubbeld en schreven 8 clubs- en stedenelftallon in. Voor de eerste maal zal thans een voor ronde gespeeld worden, opdat voor het eindtournooi, hetwelk op Maandag 14 en Dinsdag 15 Juli a.s. op de terreinen van de „H. C. C." te Den Haag gehouden zal worden, slechts vier elftallen overblijven. De voorronde zal op a.s. Zaterdag 5 Juli gespeeld worden. De loting hiervoor had het volgende resultaat: A. Stichtsch XIRott.-Schiedam Comb, te Utrecht. B. Amsterdamsch XIH. PI. C. „Haar lem" te Amsterdam (Stadion). C. Iiaagsch XI„Rood en Wit" te Den Haag. (H. C. C. terrein). D. Lcidsch XI,.H. C. C. Jun." te Lei den (Ajaxterrein). LAWN-TENNIS HET TOURNOOI TE WIMBLEDON. Tilden en Timmer geslagen. In het heerendubbelspel van het tour nooi te Wimbledon werd het Ameri- kaanschNederlandsche dubbel Tilden en Timmer geslagen door de Franschen Cochet en Brugnon met 6—2 4—6 6—3 6—3. Intornationale kampioenschappen te Noordwijk. Er is gi-oote kans, dat op de interna tionale kampioenschappen van Nederland welke volgende week te Noordwijk wor den gehouden, ook de beide dames Palfrey uit zullen komen. In Wimbledon is daar omtrent overleg gepleegd. BILJARTEN Wedstrijd te Lisse. In het Café „De Duif" te Lisse werd een biljartwedstrijd gespeeld tusschcn „Entre Nous" te Haarlem en „Excelsior" alhier. Voor dezen wedstrijd, welke uit een massakaipp bestaat, is een mooie beker beschikbaar gesteld. De eerste ontmoeting had het volgend resultaat: C. Degger Exc. pnt. brt h.s. gem. 125 21 39 5.95 D. Werk 65 21 10 3.09 P. Duivenvoorde Jr. 125 17 16 7.35 Schrijer 38 17 7 2.23 A. Elfering 94 41 13 2.29 Klaauw 125 42 16 2.97 W. van Gerven 89 48 8 1.81 v. d. Horst 100 49 13 2.04 Alzoo Excelsior 431, Entre Nous 328.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5