CvW WOLLENBLAZERS WOENSDAG 25 JUNI 1930 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 LAWN-TENNIS DE WEDSTRIJDEN VAN WIMBLEDON De eerste partij, waarin een Hollandsche naam voorkwam, was een teleurstelling: mej. Couquerque, die als tegenstandster een niet bepaald bekende Engclsehe speelster had, verloor.... In twee sets! Mej. Lylc sloeg haar: 64 75. ZEILEN Een nieuwe zesmeter voor Pluygers te water gelaten. Zaterdagmiddag jl. is met goed gevolg e water gelaten van do Amsterdamsche Scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr. te Amsterdam het nieuw gebouwde zesmeter- jacht ..Kemphaan" voor rekening van den heer H. J. Pluygers te Rotterdam. ROEIEN De jubileumwedstrijden van Triton. De uitslag van de te Utrecht op de So ciëteit P.H.R.M. gehouden loting voor de jubileuniwedstrijden van Triton, welke a.s. Vrijdag en Zaterdag op de Vecht tussehen Nicuwersluis en Loenen zullen plaats vin den, luidt als volgt: Jonge Twee B.: Ie heat: boei 1 Nereus, boei 2 de Schie2e heat: boei 1 Het Spaarne, boei 2 Triton. Finale: boei 1 winnaar le heat, boei 2 winnaar 2e heat. Singled Sculling: boei 1: Laga, boei 2: Viking. Oude Twee: boei 1: Laga, bei 2: Wil lem III- Jonge Acht A: 1 heat: boei 1 Argo, boei 2 Triton; 2e heat: boei 1 Nereus, boei 2 Laga. Finale: boei 1 winnaar le heat, boei 2 winnaar 2e heat. Jonge Vier B.le heat: boei 1 Wil lem III, boei 2 Laga; Deutsche Ruder- vereïn (Rotterdam) row over. Finale: boei 1 winnaar le hea,t boei 2 Deutsche Ruderverein. Overnaadsche Twee: boei 1 Laga, boei '2 de Hoop. Oude Vier: le heat: boei 1 Lagar, boei 2 Triton 2e heat Aegir row over. Finale: boei 1 Aegir, boei 2 winnaar le heat Singled Sculling Seniores: boei 1 Ne- rcus, boic 2 Het Spaarne; Njord row over. Finale: boei 1 winnaar le heat, boei 2 Njord. Jonge Vier A: boei 1 Triton, boei 2 Argo. Overnaadsche Sciff: boei 1 de Hoop, boei 2 de Laak. Schiff Juniores A: boei 1 die Leythe, boei 2 de Laak. Oude Acht; le heat: boei 1 de Maas, boei 2 Laga Triton row over. Finale: boei 1 winnaar le heat, boei 2 Triton. Overnaadsche Vier: le heat: boei 1 Triton, boei 2 Nereus; 2e heat: boei 1 Aegir, boei 2 het Spaarne. Finale: boei 1 winnaar 2e heat,' boei 2 winnaar le heat. Jonge Acht B: le heat: boei 1 Tiiton, boei 2 Laga; Nereus row over. Studenten: Vier: boei 1 Argo, boei 2 Triton Laga row over. Finale: boei 1 winnaar le heat, boei 2 Laga. Stijlroeien Dames. Oude Vier: boei 1 Viking, boei 2 Het Spaarne, boei 3 de Laak. Stlrocien Dames Acht: boei 1 Viking, boei 2 Het Spaarne, boei 3 Nereus. Stijlroeien Dames Jonge Vier: lc heat: boei 1 Willem III, boei 2 Argo; 2e heat: boei 1 de Hoop, boei 2 Het Spaarne. Finale: boei 1 winnaar 2c heat, boei 2 le heat. boei 3 beste tweede. Op Vrijdag worden uitsluitend de voor- wodtrijden verroeid, welke om 2 uur aan vangen. Row overs worden niet verroeid. Dc cindwedstrijden vangen aan op Zater dagmorgen 10 uur. LUCHTVAART DE OCEAANVLUCHT VAN DE „SOUTHERN CROSS". DE VLIEGERS VORDEREN UITSTEKEND. Hedenavond hopen zij in New York te zijn. Het verloop van den tocht. Blijkens de ontvangen draadlooze be richten spoedt de „Southern Cross" niet haar onversaagde bemanning zich, tot dus ver zonder tegenslag, met bevredigendo snelheid nog steeds in Westelijke- richting boven de golven van den Atlantischen Oceaan voort met New York als einddoel. Omtrent het verloop van de vlucht van Kingsford Smith en Van Dijk en hunne metgezellen, heeft do Rijksradiodienst voor dc Luchtvaart op Schiphol de navolgende telegrammen van de Southern Cross ont vangen: 15.25 uur (Amstcrd. tijd): Dc laatste uren in lichten mist, regen en slecht zicht. Alles wel aan boord. Maken 1650 toeren per minuut, snelheid 100 mijlen en hoogte 250 voet. 15.32 uur (Amstcrd. tijd) seinde Kingsford Smith aan het Radiostation van Cape Race (New Foundland): Hebben met hevigen mist te kampen, vliegen blind en stijgen voortdurend. 15.58 uur (Amsterd. tijd): Ontvangen uit muntend. Vliegen nog steeds in dichten mist. 10.26 uur (Amsterd. tijd) :Zijn thans bui ten de mistbank en vliegen op 300 voet hoogte. 16.45 uur (Amsterd. tijd): Verzoeken een nieuw weerbericht. Probeert of Valentia Radio (Ierland) er een voor ons heeft. 17.25 uur (Amsterd. tijd): Zijn thans meer dan halverwege en gaan verder. (Hiermede VOOR DAME^EN MEISJES in rood. liotrtfilauw en marine effen en fantasie wordt bedoeld, dat de helft van den weg over het water reeds afgelegd was, hetgeen overeenkomt met één derde van de ge- heelc route naar New York). Een draadloos bericht om half 9 (Green- wichtijd) van de Southern Cross opgevan gen zegt: „Alles gaat goed". Uit New York seint Reuter: Een draadloos berioht uit Halifax (Nieuw Schotland) meldt, dat dc Southern Cross haar positie aangaf als volgt: 50 gra den 30 min. Noorderbreedte en 36 gr. Wes- terelngte. Uit New York wordt geseind, dat de Southern Cross om 10 uur 's avonds (Green- wichtijd) meldde, dat zij zich juist voor de groote zandbanken bevond. Het weer was mistig en koud. Allen waren opgewekt. De Rijksradiodienst op Schiphol heeft gisteravond doorloopend in contact ge staan met de Southern Cross. Om 17 minuten over 12 (Amstcrdamsche tijd) werd gemeld, dat het vliegtuig zich nog steeds in den mist bevond, terwijl de zon onderging. De marconist liet zich verleiden tot lyri sche ontboezemingen en gaf een beschrij ving van de eigenaardig blauw-lichtende zee, waarin de roode zon onderging. Om 0 uur 32 min. seinde hij, dat het vrij donker begon te worden, terwijl de lam pen een gezellig schijnsel gaven in de ca bine. „Ik ga nu een sandwich eten", hoorde men hem zeggen. Om 0 uur 43 minuten was hem dit blijk baar goed bekomen: „Wel", zcidc hij „ik geloof, dat dit een zeer behoorlijk soeper was aan boord van dit s-chip". Hij roemde de hartige sandwich, maar de koffie was hem niet zoo goed bevallen. Voor nadere gegevens zie men onder Telegrammen. Evert van Dijk. De tweede piloot, Evert van Dijk, werd op 23 Mei 1893 te Delft geboren. Hij genoot te Dordrecht zijn schoolopleiding en ging p 17-jarigcn leeftijd naar Indic, waar hij in de cultures ging cn opklom tot leider van een rubberonderneming op Borneo. In 1920 repatrieerde hij en kwam bij den Xe- derlandschen Marinevliegdienst. Hij haalde zijn internationaal brevet op 22 December 1921 en verliet de Marine als officier-vlie ger der 2e klasse in 1924. Hij trad daarop in dienst bij de K. L. M., waar hij als een zeer kundig vlieger bekend staat. In totaal'heeft hij nu ongeveer 5000 vlieguren. Van Dijk heeft een vrij avontuurlijk leven achter den rug. Als er iets moeilijks te ondernemen was, was hij er steeds als de kippen bij en dat hij niet voor een klein geruchtje vervaard is, blijkt uit zijn ge drag bij een schipbreuk in December 1916, op een verlofreis zijnde, werd zijn schip dc „Magallan" in dc Middellandsche zee, in de buurt van Gibraltar getorpedeerd. Door zijn moedig optreden wist hij met gevaar voor eigen leven verscheidene mede schipbreukelingen tc redden, waarvoor hem door de Fransclie regcering de gouden red dingsmedaille en door de Nederlandsche regeering de reddingsmedaille 1ste klasse werd verleend. STADSNIEUWS De Lustrumfeesten DE AVONDFEESTELIJKHEDEN. Het programma der feestelijkheden werd gistermiddag voortgezet met de ope ning van het Lunapark, waar velen in den middag en vooral ook des avonds een kijkje namen. Het weer was wat frisch en daar om uitstekend geschikt voor de kermis. Het Schuttersland is kurkdroog en men zal thans eerder met stoffige, clan met- vuile schoenen terugkeeren. In den namiddag hadden verschillende diners plaats, terwijl le ruim half acht de Vikingen-maaltijd in de groote zaal van het feestgebouw een aanvang nam. Daarbij heeft do praeses van de lustrum commissie, de heer A. Dudok van Heel, een rede gehouden, waarbij hij, citeerend den Hollander: „O, Torenwachter, gij die waakt over 't water Men zegt, dat gij voorbij den blauwen einder heenblikt". zich in de eerste plaats wendde tot den heer Nijhoff. Gij hebt vorozien, waaraan wij behoefte hadden, aldus spr. Uw eerste visioen was de verzonken burcht van Lei den. Maar daarbij is het niet gebleven. Al hebt ge Stavoren doen verzinken, bij ons hebt ge doen opleven het karakteristieke van den Hollander. Ge hebt onze oogen geopend voor de ebkoring van de zee, ons doen begrijpen den dieperen achtergrond van den strijd tussehen land en water. Hiervoor zijn niet alleen de Hollanders dat het spel, maar ook wij huidige Hollan ders zeer erkentelijk. En hoe dankbaar zijn wij u, mijnheer Vermeulen voor uf prachtigen compositoi- ren arbeid, die ons den sfeer van dit spel nog beter deed aanvoelen. Niet minder past ons een woord van dank aan den heer Wijdeveld, uit wiens scheppend brein het dorp en het kasteel zijn verrezen. Welk een rijkdom van kleur hebt ge in de costumes weten te leggen. Dit geven van een con- creten vorm aan het spel heeft de waarde van alles zeer doen toenemen. Zich daarna tot Johan de Meester wen dend, zegt spr.: gij zijt het geweest, die het dorpje en het kasteel leven hebt inge blazen. Elke beweging hebt ge weten te bezielen. Uw taak was zeer zwaar, maar met gestagen opgewektheid hebt ge on danks tegenslag doorgezet. Na dank te hebben gebracht aan Freule Witsen Elias en de heeren Huf, Van Dijk en Hannema, brengt spr. namens de Lus trumcommissie een dronk uit op alle mede werkenden aan het waterfeestspel. Het was gisteravond druk in de stad, vooral op de Breestraat, Noordeinde, Steenstraat, en Stationsweg. Dc Commissie voor het Noordeinde heeft, met één slag aller belangstelling en sym pathie verworven. Inderdaad is de Com missie den eersten keer van haar optreden uitnemend voor den dag gekomen. Het Noordeindc heeft nog nimmer zooveel menschen bij elkaar gezien en alles con centreerde zich voornamelijk rond de Kweekschool, waar het concert heel wat bezoekers binnenlokte. Het voorbeeld van dc Noord einde-Com missie vindt trouwens reeds navolging, want de Oude VestOude Singel-Commis sie is voornemens, behoudens goedkeuring van autoriteiten, Vrijdagavond van 911 uur een concert te geven, waarvoor Werk- mans Wilskracht, gevraagd is. De bedoe ling is dit muziekgezelschap op een boot te plaatsen, welke dan door de Oude Vest heen en weer zal varen. Omstreeks half elf zal de Oude Vest bovendien worden verlicht. LUSTRUMCONCERT IN DE PIETERSKERK. Te 9 uur ving in de Pieterskerk het Or gelconcert aan. Voor den aanvang daar van hield de rector magnificus der Leid- sche Universiteit, prof. dr. N. van Wijk, een openingsrede, die wij hieronder laten Openingsrede prof. dr. N. van Wijk. Zeergewaardeerde toehoorders, Op den 3en October 1574 .verzamelde Leidens bevolking zich in deze Pieterskerk om God te danken voor de bevrijding harer stad, en toen reeds vier maanden later met een voortvarendheid, die aan onzen tijd ten voorbeeld moge strekkèn de noodigc toebereidselen voor de opening der Universiteit, die schoone belooniug voor zooveel moed en vastberadenheid, wa ren voltooid, hield wederom in de Pieters kerk dezelfde Pieter Cornelisz., die op den dag der bevrijding den dienst had geleid, een indrukwekkende rede, waarin hij God's zegen afsmeekte over dc Lcidsche Univer siteit „tot eer en groolmaking van Zijnen Heiligen Naam, tot opbouwing en stichting Zijner Gemeente en tot zaligheid, geleerd heid en ervarenheid in alle eerlijke en lof felijke kunsten van de Hollandsche, Zeeuw- schc en andere natiën, en tot welvaart van het Vaderland cn der stad Leiden". Sedert, dien merkwaardigen dag, waar van ook deze 71-ste Lustrumviering de her denking wil zijn, hebben herhaaldelijk groote Universiteits-plechtigheden plaats gehad in deze zelfde kerk, die daardoor als 't ware de innige banden, welke van den aanvang af burgerij en Universiteit ver bonden hebben, symboliseert. Is het aan tal van hen, die in 1875 in deze zelfde ruim te het vermaarde derde eeuwfeest dei- Universiteit hebben medegevierd, thans zeer klein geworden, in veler herinnering leven nog in volle frischheid do schoone in drukken van de plechtigheid van Maandag 9 Februari 1925, toen wederom in de Pie terskerk op den 350sten dies nat-alis dei- Universiteit de Leidscho Senaat, gedachtig aan haar vorstelijken stichter, het eere doctoraat in de rechtsgeleerdheid mocht aanbieden aan de Koningin der Nederlan den, ter erkenning van een door zuiver rechtsgevoel ingegeven beleid gedurende zware oorlogsjaren. En wanneer thans de oudste cn talrijkste corporatie der Leidsche studenten, welke sinds tientallen van jaren zichzelf de taak pleegt op te leggen, op een groot-sche wijze de lustrumfeesten der Universiteit te or- ganiseeren, de Pieterskerk uitgekozen heeft voor dit orgelconcert, door haar aan Leidens burgers aangeboden, dan geeft zij daarmede uitdrukking aan het ook in haar kringen levende besef van de samenhoorig- lieid van stad en Universiteit gedurende thans reeds meer dan drie cn een halve eeuw. Het is mij bekend en gaarne deel ik het hier mede dat van den eersten aanvang der voorbereidingen voor dit lustrum af het bij het Leidsch Studenten Corps onwrikbaar heeft vastgestaan, dat deze feestviering, zooveel dat mogelijk was, een algemeen Leidsche feestviering moet zijn. En wanneer de rector der Universiteit is uitgenoodigd om hier een openingswoord te spreken, dan is dat de vorm, die na rijp beraad gekozen is om uitdrukking te ge ven aan een ander principe dezer lustrum viering: de feestvierende corporatie wenscht de stichting der Universiteit te herdenken, niet als een op zichzelf staan de vereeniging, maar als een corporatie van academieburgers, innig verknocht aan de Universiteit zelve. Dit standpunt hoo- gelijk waardeerende, heb ik het als een welkomen en aangenamen plicht be schouwd, de uitnoodiging der Lustrum Com missie zonder ecnige aarzeling te aanvaar den. Voor den rector eener Universiteit ie het een vreugdevol gevoel, te kunnen ver klaren, dat de wcderzijdsche verhouding van den Academischen Senaat en de stu denten, vertegenwoordigd door hun be sturen en commissies, een verhouding is van hartelijkheid en vertrouwen. Wanneer dit het geval is in de mate van thans, dan is één der hoofdvoorwaarden voor den bloei dar Universiteit vervuld. Stelt men aan iemand de vraag: Wat is het doel, wat is het ideaal e>ener Univer siteit?, dan zijn er heel wat antwoorden mogelijk. Reeds in één zelfden maatschap- pelijken kring zullen meeningsverschillen tot uiting komen, en die worden nog groo- ter, wanneer men zich tot andere groepen en tot andere volken wendt, gezien de groote verschillen wat historische en gees telijke ontwikkeling betreft. Maar zekere ideeën zal men toch heinde en verre terug vinden, en daaronder deze: dat ook in onze dagen, nu de afzonderlijke weten schappen zoo gespecialiseerd zijn, dat bijna ieder zich met de beoefening van een zeer beperkt gebied moet tevreden stellen, onze jonge mannen en vrouwen in hun studietijd desniettemin moeten streven naar een zoo veelzijdig mogelijke vorming der persoonlijkheid, als voorbereiding voor het verdere leven; slechts weinigen zijn geschapen voor een streng wetenschappe lijke loopbaan, maar dienaren en tot zekere hoogte bouwmeesters der toekomstige jnaatschappij zijn al onze studenten. Aan de voorbereiding tot deze taak werkt de geheele Universiteit mede: de docenten door hun onderwijs en hun daadwerkelijke belangstelling voor het opkomend ge slacht, de studenten door hun studie en door den omgang en gedachtenwisseling met huil tijdgenooten. Deze waarheden, die de meeste uwer wel zullen beamen, spreken wel bijzonder sterk tot ons in dit jaar, dat ons de voltooiing heeft, gebracht van de academische studie van de Prinse? der Nederlanden, een studie, die door den ernst en het succes, waarmee zij verricht is, door de harmonische verbinding van academischen arbeid met studentenleven, zoo geheel in het teeken heeft gestaan van het ideaal, dat ik u met luttele woor den trachtte te schetsen en daardoor een opwekkend voorbeeld moge zijn voor zoo vele anderen, die zich aaji de Universiteit voor een zij 't ook bescheidener levenstaak voorbereiden. Wil de Academie haar plicht om de stu denten op te voeden voor het leven op een waardige wijze vervullen, daarvoor is een wederzijdscb begrijpen en waardeeren der verschillende groepen van haar burgers een noodzakelijke voorwaarde. Uit den aard der zaak echter is dat veelal verre van gemakkelijk. Het geslacht der kinderen is jiu eenmaal steeds en overal anders dan dat der ouders, en, hoezeer het ook waar moge zijn, dat goede kinderen juist door het nieuwe wat zij in de wereld brengen, zich waardige voortzetters toonen van den arbeid der voorafgaande generatie, in dc praktijk des levens voert de tegenstelling tussehen de elkaar opvolgende geslachten telkens tot tragische conflicten. Soms zijn deze onvermijdelijk, maar als er één mid del is om ze te vermijden, dan is dat groote eerlijkheid van weerskanten. Eén der grootste academische docenten der laat ste halve eeuw, een man wiens persoon lijke invloed op het beste deel der jonge lingschap ver buiteji de grenzen van zijn land gewerkt heeft, is de oud-hoogleeraar Masaryk, nu president der Tsjechoslowaak- sche Republiek. Aan het onderwerp „Masa- ryk cn cle studenten" is een speciaal boekje gewijd, du-t als motto deze woorden heeft, eenmaal door den president uitgesproken in een rede tot jongelieden: „Zegt gij, wat en hoe gij denkt, en wij zullen u zeggen, wat en hoe wij denken. Een andere weg van gezonde ontwikkeling is er niet en denken, dat moeten wij". Naar dezen regel zijn hcele leven handelende, is deze man in staat geweest, niettegenstaande scherpe meeningsverschillen steeds het vertrouwen van het beste deel der jonge generatie te winnen, en dit is het beste middel, dat ook minder krachtige en minder begaafde pei'soonlijkheden dan hij kunnen toepas- yen in kun omgang met andere generaties dan hun eigene. De geschiedenis onzer Universiteit be- studeerende, ontmoet men in den loop der eeuwen talrijke misverstanden en conflic ten van allerlei aard. Een optreden ais dat van vorst Radziwill, die op 8 Februari 1632 aan het hoofd van een stoet edelen het Groot Auditorium binnendrong en aan het eind der diës-plecktigheid in een La- tijnsche rede hevig uitvóer tegen rector, senaat en Vierschaar, moge zich sedert niet hebben herhaald, misschien hebben andere, schijnbaar onbeduidendere verstoringen van den academischen vrede, nog wel die per geworteld in een tragischer verschil van levensopvatting tussehen de elkaar opvolgende geslachten. Dat zoodanige ver schillen er zijn en in allerlei perioden tot uiting komen, is volkomen begrijpelijk en natuurlijk. Te merkwaardiger is het, dat juist in onzen tijd, nu de menschelijke samenleving en het menschelijk denken zich in zulk een buitengewoon snel tempo ontwikkelen, nu volgens veler meening de onderlinge vervreemding der generaties zoo sterk is toegenomen, in het universi taire leven de ouderen en jongeren elkaar beter schijnen te verstaan en te waardee ren en te vertrouwen dan in menige schijn baar zoo kalme periode van onze geschie denis. Dit is een verblijdend verschijnsel, dat aan het academische leven ten goede komt en ook in de toekomst moge komen. Onze studentenmaatschappij is in den loop dei- jaren zoo breed uitgegroeid, haar samen stelling is zoo bont seworden, dat alle elementen bezwaarlijk in één organisatie zouden kunnen worden samengevat. Maar hoe beter de verhouding van elke groep is tot Universiteit en Academischen Senaat, des te grooter kans is er ook op een goede verstandhouding tussehen de groepen van studenten onderling. En dat komt weer ten goede èn aan de Universiteit èn aan de gemeenschap, waarvoor zij de jonge lingschap voorbereidt, en ook aan deze stad Leiden, waaraan elke waarachtige Univer- siteits-burger zich zoo sterk verknocht ge voelt. Allen, die thans het 71-ste lustrum der Lcidsche Universiteit vieren, verheugen zich, dat deze Universiteit in de stad Lei den gevestigd is en blijft. Hier spreekt LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagsdienst dei- apotheken wordt van Maandag 23 tot en met Zondag 29 Juni a.s. waargeno men door dc apotheken: G. F. Reijst, Steenstraat 35, telef. 136 cn A. J. Donk, Doezastraat 31, telef. 1313. elke gracht en straat en steeg van gemeen schappelijke traditie van stad en academie. Elke reünist, die gisteren naar Leiden gekomen is, voelt zich gelukkig, weder door Leidens straten te wandelen, waar iedere steen schoone herinneringen oproept uit een der beste perioden van zijn leven. Men begrijpt zich zelf wel eens het best op ogenblikken van groote vreugde en op oogenblikken van rouw. Toen in Februari van het vorige jaar onze stad door een ongehoorde ramp getroffen werd, toen heeft ieder onzer diep gevoeld, wat liij op andere oogenblikken mischien slechts flauw besefte: dat Universiteit en stad on verbreekbaar verbonden zijn en dat lief en leed van de een tevens lief en leed van de ander is, en dat zelfde gevoelden toen ook al die oud-studenten, die thans op deze dagen van vreugde de stichting hunner Universiteit zijn komen herdenken. Deze enge banden tussehen Leiden en zijn Uni versiteit maken voor ons allen de ver eeniging in één persoon van het burger meesterschap onzer stad en het Curator schap, zelfs president-curatorschap dei- Universiteit tot zoo iets gewoons en natuur lijks. Het spreekt voor ons van zelf, hoe zeer wij er ons steeds over blijven verblij den, dat de zelfde persoon, die zijn onver moeide zorgen wijdt aan de opperleiding der Leidsche zaken, tevens pleegt op te komen, en van ganscher harte op te komen voor de belangen onzer Universiteit. Concordia res parvae crescunt door eendracht worden kleine dingen groot, zoo luidde de zinspreuk van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. De waarheid van deze spreuk beamend, hopen wij op een bestendiging tot in lengte van dagen van de eendrachtigheid van Leidens burgerij, zijn Universiteit, zijn studenten. Het concert, dat thans gaat aanvangen, is bedoeld als een symbool onzer saam- hoorigheidmoge het bij ons* allen deze stemming wekken! De uitvoering. Met een niet te onderschatten concert in de Pieterskerk werd de tweede dag van de Lustrum-viering besloten. De rector magnificus, professor van Wijk, zette in een keurig verzorgde oratio uiteen het ideaal der universiteit: veelzijdige vorming van den mensch, wees op de beteekenis van de Pieterskerk in de historie der uni versiteit, vanaf haar stichting 1574 tot op heden en maakte duidelijk, dat deze Lustrum-viering eveneens als feest voor de burgerij bedoeld is en dit concert moet worden opgevat als symbool van saamhoo- riglieid tussehen stad en universiteit. Na deze rede werd staande het Wilhelmus aangeheven. De Leidenaars hebben do be doeling van de Lustrum-commissie begre pen. Want groot was de belangstelling voor dezen feestavond van gewijde kunst, waar op een drietal Leidsche solisten hun gavea zouden ten toon spreiden. Behalve de plaatsen, afgestaan aan „de genoodigden" was dc geheele kerk bezet. Leo Mens, de organist van de Pieterskerk, is voor ons geen vreemde meer. Hoe dikwijls al, werd van zijn organistisch talent genoten. Hij opende met „Concert a dur" van Handel, welk concert met zijn rijkdom aan impulsief schoon en electrische registratie, met zijn sensitieve weelde en soepelheid van me lodie, organist Mens zeer aantrekt en hem glorieus beïnvloedt. Beter keuze voor de opening an dit Lustrum-concert is dan ook niet denkbaar. Niet minder voortreffelijk speelde hij „Prelude op. 18" van César Franck, dat hij gelukkig benaderde. Al is het niet noodig nogmaals de loftrompet te steken, wat betreft talent en voordracht onzer stadgenoote, mevrouw Maartje Offers zou het op dit feestconcert er toch niet mee doorkunncn, te volstaan met de simpele kennisgeving dat zij mooi gezon gen heeft in „Konimt Seelen dieser Tag" van Bach in twee Handel aria's om te be- sluiten met twee schoone Oud-Hollandsche liedekens. Gaarne voegen wij er aan toe, dat haar instinctieve muzikaliteit zich wonderwel heeft uitgeleefd en hoewel be- heerscht van gevoel, vermocht zij ons in haar klankverzadiging en geestelijke door- leefdheid te beïnvloeden. Vooral in „Ar- mida" van Handel en het bloemtêere „Heer Jezus heeft een hofken" zong zij op z'n mooist. De fluitist Feitkamp was een ideale vertolker van de muziek, die hij gekozen had „sonate f dur no. 5" van Han del, en de sonate no. 1 van Locatelli, waarvan het manuscript in de Leidsche universiteitsbibliotheek aanwezig zijnde door i'eltkamp werd bewerkt met klavier begeleiding en door de Oxford-university te Londen werd uitgegeven. Met allerlei verven en voortreffelijk in stijl speelt hij Himdel voor, en dan de zoetklinkende mu ziek van Locatelli, spontaan van klank en gevoel, opbloeiend van innerlijke bewogen heid. Daarbij is hij volkomen staande bo ven de techniek met een toon-intensiteit en toonkleur, lyrisch welluidend en geper fectioneerd. Leo Mens toonde zich in de begeleiding der zangers een fijn-aanvoe lend accompagnateur, die zich in samen spel zeer weet aan te passen. Het „Virtus Concordia Fides" van van Styrum het Leidsche Corpslied grootsch voorgedra gen, was het pakkend enthousiast slot van dit welgeslaagd feestconcert. J. K. HET PROGRAMMA VAN HEDEN. Dc dag van heden is de optochtdag. Gis teren hebben we bereids daarover een en ander medegedeeld. Wij hebben de gewij zigde route gepubliceerd, omdat ons bleek, dat de Lustrum-commissie nog op geen enkele manier kennis had gegeven van de toch reeds enkele dagen bekende wijziging. Intusschen behoeft ook deze route een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 2