DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Dames Kinder eeding De Internationale Tentoonstelling te Luik LASTER ZATERDAG 21 JUNI 1930 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 Rare lui. „Je hebt tegenwoordig zooveel van die rare lui", zei Maandag een der raadsleden, toen ter zitting de verzekering der kunstschatten in de La^ kenhal tegen beschadiging, diefstal enz. besproken werd. Hij had volkomen gelk. Men leest te genwoordig van allerlei menschen, die er zonderlinge, liefhebberijen op na houden. Pas is de sensatie van den Dusseldorf- sehen steker wat geluwd of uit New-York komt het bericht, dat daar een man aan het werk is, die er pleizer in heeft,aan slagen te plegen op verliefde paartjes. Vooral verliefde paartjes in auto's kan hij niet uitstaan, en daarbij heeft hij het altijd gemunt op den jongen man. Ver liefde paartjes vindt hij een gruwel voor de maatschappij en hij noemt zich dan ook de „redder der moraal". In twee ge vallen werd het slachtoffer gedood door zijn revolverschoten. Het „redden der moraal" is natuurlijk een goed werk, maar het middel is erg kras. Als wjj dat moesten toepassen, werd de moraal gered, maar ging de menscbheid ten gronde. De New-Yorksche „moralist" heeft ech ter het bewijs geleverd, dat hij wel dege lijk onderscheid weet te maken tusschen echte verliefdheid en voorgewende. Want toen de politie een stelletje vallen opstelde om hem er in te laten loopen, liet hij zich niet verleiden. Men zette n.l. eenige paren politie-agenten in auto's, die al hun best deden zoo hevig mogelijk te vrij>en. Maar de slimmerd had de truc in de gaten en schoot niet. Hij was wel gek, maar zóó erg toch nog niet. Tekort. Toch zijn dergelijke men schen nuttig. Dat wil zeggen: nuttig voor de kranten. Want zij zijn de oorzaak van veel copy, welke leesbaarder is dan die over ministercrisissen. Wij leven al weer in heb tijdperk der befaamde komkommers, waarin de lectuur van de buitenlandsche politiek even droog is als het zand der Sahara bij een hittegolfje Het land even wel, waarin de crisis zich afspeelt, denkt er gewoonlijk anders over. Zoo zit de Duitsche bevolking nogal in de put over de jongste crisis, of liever over de oorzaak van die crisis. Want dat is een groot tekort in de begrooting. En als er een tekort is, moet de minister'van financiën zien, dat hij door buitengewone middelen geld krijgt om te stoppen. Ge volg: ontevredenheid; gevolg: critiek op den minister; gevolg: ministercrisis. Zoo is het verloop in Duitschland ook geweest: minister Moldenhauer is afge treden. Hij had vergeefs getracht de partijen te winnen voor zijn dekkingsplannen; zij wilden er niet aan. Maar vooral de vijan dige houding van zijn eigen partij schijnt dr. Moldenhauer te hebben doen besluiten het bijltje er bij neer te leggen. Intusschen blijft het Duitsche rijk met het tekort zitten. In dit tekort weerspiegelt zich de ern stige ecotiomische crisis in het Duitsche rijk, welke aan de schatkist ongehoorde eischen stelt om het geheel ontoereikend fonds voor de verzekering tegen werk loosheid op peil te houden, terwijl de bron nen van inkomsten juist ten gevolge van die crisis traag vloeien. Dr. Moldenhauer heeft paardemiddelen moeten voorstellen om het euvel te verhelpen, zooa-ls verhoo ging van de premies voor de verzekering tegen werkloosheid met één percent en een buitengewone heffing ten koste van amb tenaren met meer dan 8300 mk. trakte ment. De partijen wilden dat niet, maar hoe het dan wel moet, kunnen zij ook niet zeg gen. De opvolger van dr. Moldenhauer zal geen prettige taak hebben; ook hij zal met paardemiddelen moeten werken. De vraag is maar, of er na eenige maan den weer niet een groot ongedekt tekort te voorschijn zal komen, want men mist hoop gevende teekenen dat de werkloosheid snel zal afnemen. De rationalisatie en mechani seering van vele bedrijven zijn waarschijn lijk mede de oorzaak van de afdanking van een groot aantal werkkrachten, en voor deze groep van werkloozen kan geen nieuw emplooi gevonden worden, als de Duitsche nijverheid geen grootcr afzet krijgt. Het nieuwe Amerikaansche tarief heeft bovendien de vooruitzichten voor haar weer ongunstiger gemaakt. Tariefmuren. Dit nieuwe Ame rikaansche tarief is Woensdag j.l. in wer king getreden. Hoover had bij zijn verkiezingsveldtocht den boeren hulp beloofd met een beperkte herziening van het tarief van invoerrech ten en nog eenige andere beloften ge daan. In stede van deze bescheiden her ziening van tariefposten is echter een wet gevende maatregel tot stand gekomen die het hoogste tarief in de geschiedenis van het land verwezenlijkt heeft. Een der felste republikeinsche sprekers van het huis mocht een onbedaarbaar applaus oogsten, toen hij verklaarde, dat de Amerikaansche tariefmuur zoo hoog zou opgetrokken worden, dat elke vreemdeling die zou probeeren er over heen te klimmen, onvermijdelijk den nek zou breken. Inderdaad is de nieuwe tariefmuur de hoogste, welke ooit in Amerika gebouwd is om de Europeesche concurrentie buiten te sluiten. De Hawley-Smoot-Bill, zooals dit nieuwste product van Amerikaansche protectionisme heet, houdt zich met 3.218 artikelen, gedetailleerd en groepswijze, be zig, terwijl de Fordney-McCumber Act van 1922 er slechts 2.830 omvatte, schrijft de „Msbd." De nieuwe wet brengt 1.112 wij zigingen, n.l. 887 verhoogingen en 235 ver lagingen. De meeste en belangrijkste ver hoogingen loopen over natuurlijke of ge deeltelijk verwerkte landbouw-producten, o.m. suiker, melkpreparaten, graan, vee, vleesch, tabak, fruit, nooten en zaden. Van de lijst van vrijen invoer zijn afge voerd timmerhout, brick-cement, long- staple-katoen, huiden, leder en schoenen. De invoerrechten worden verhoogd voor stroo- en vilthoeden, kleedingstukken, zink en mangaan-ertsen, aardewerk en porce- lein, edelgesteente, bontwerk, chemicaliën, verf, verschillende soorten papier, machi nes en tal van ander artikelen. Uit deze korte opsomming blijkt wel, dat bijna al ie Europeesche landen ernstig door de verhoogde invoerrechten getroffen worden. Vooral onder de huidige economi sche crisis worden tallooze Europeesche bedrijven en industrieën voor tot dus verre ongekende moeilijkheden geplaatst. Te verwonderen behoeft het'dan ook ook geenszins, dat uit Europa een bijna onafzienbare reeks protesten, o.m. ook uit ons eigen land, sinds twee jaar, naar Ame rika gestroomd is. Naar mate de tariefwet, welke aanvankelijk uitsluitend als een maatregel om den bedreigden landbouw te steunen bedoeld was, zich tot een grootsch economisch offensief tegen Europa ontwik kelde in dezelfde mate als in de Ver- eenigde Staten de gedachte veld won om met uitsluiting van Europa een in zich zelf afgerond, zich volkomen in alle op zichten bevredigend gebied te vormen, groeide de bezorgdheid. Herhaaldelijk werd een beroep op Hoo ver persoonlijk gedaan, in de hoop, dat deze man, die uit eigen ervaring Europa kende, die als levensmiddelendictator de structuur van het geheele Europeesche le ven heeft kunnen doorgronden, zijn volk van de noodlottigheid der tariefwet zou kunnen overtuigen. Die verwachtingen zijn ijdel gebleken. De invloed van Hoover op het staatsbestuur is niet zoo groot, dat hij ten slotte het kon wagen een veto uit te spreken, zelfs al zou dit vooral een waarschuwende beteekenis hebben. De nieuwe Amerikaansche tariefwet heeft de overtuiging van dc saamhoorig- heid der geheele menschheid, gedachte, welke slechts langzaam ingang begon te vinden, een gevoeligen slag toegebracht. Dit moreele nadeel zal nooit tegen de ove rigens problematieke matericele voordee- len voor Amerika kunnen opwegen. Verzoening. Koning Carol II is verzoeningsgezind geweest en de geheele koninklijke, familie eveneens. De verloren zoon is weer in genade aangenomen. Zelfs koningin Maria Terheugde zich hartelijk zoo zeide zij in de terugkeer van haar zoon en alles is vergeten en verge ven. Het overbrengen van den verzoenings geest op politiek terrein is Carol daaren tegen mislukt. Hij had alle partijen in een regeering om den opnieuw door hem be zetten troon willen vereenigen. In de eer ste plaats wilde hij de volkspartij van ge neraal Avaresco beloonen voor hetgeen zij, toen hij in ballingschap verkeerde, ten bate van zijn terugkeer gedaan heeft. En dan wilde hij de vijandigheid van den on- verzoenlijken vleugel der liberalen onder Bratianu tegen zijn koningschap bezweren, wegens de economische en financieelc macht die deze liberalen in het land uit oefenen. Maar de liberalen en de nationa listische boerenpartij van Maniu hebben elkaar vooral in de laatste maanden zoo heftig over hun politieke programs be streden dat dit niet doenlijk was. Er zat tusschen de twee partijen te veel oud zeer. De liberale vleugel onder prof. George Bratianu wil zich wel bij de uitgemaakte zaak van Carol's herstel op den troon leerleggen, maar dit beteekent nog niet dat hij ook aan de politiek van Maniu zijn zegen zou geven. Maarschalk Prcsan heeft, van dc laat ste poging om een coalitie-rcgeering te vormen moeten afzien, omdat hij de goed keuring van de offieieele vertegenwoordi gers der liberale partij niet kon krijgen. Dr. Maniu heeft nu zijn nieuwe kabinet gevormd, waarvan de voornaamste mannen dezelfden zijn als in zijn vorige kabinet en heeft bekend geinaakt, dat hij de oude politiek zal voortzetten. Dt? koning zal, om de oppermachtige nationalistische boeren partij niet van zich te vervreemden, als een constitutioneelvorst, moeten regeeren en heeft in een week tijds ervaren dat persoonlijke bemoeienissen van hem met de politiek geen vrucht kunnen dragen. Hoeden Het Nedeflandsche Paviljoen DEN HAAG Alléén Hofweg 6 ROTTERDAM Hoogstraat hoek Spui De wetenschappelijke afdeeling Bij de firma S. C. v. Doesburgh is de catalogus verschenen der afd. Wetenschap in het. Nederlandsche Paviljoen op de In ternationale Tentoonstelling te Luik." Wegens het zeer sepciaal karakter van een dergelijke afdeeling, heeft men nu en dan een vrij uitvoerige omschrijving moe ten geven, waardoor dc catalogus vrij om vangrijk is geworden. Betreedt men de afdeeling vanuit de tentoonstelling voor musicologie, zoo komt men het eerst in de perezaal, waar zijn opgehangen de portretten van tien van de meest vooraanstaande mannen, die Ne derland in de laatste 50 jaren op natuur wetenschappelijk gebied heeft voortge bracht, te weten: Hugo de Vries, Van 't Hoff. Donders, Einthoven, Van der Waals, Kamerlingh Onnes, Eijkman, Lorentz, Zee man en Kapteyn. Het ware gemakkelijk geweest dit aan tal nog met vele uitnemende geleerden te vermeerderen; de inrichters der ten toonstelling hebben zich echter bepaald tot de Nederlanders, die op Natuur-We- tenschappelijk gebied den Nobelprijs ver worven hadden, omdat hieruit blijkt hoe zij ook in het buitenland hooggeacht wor den en daaraan toegevoegd de portretten van Donders, den grooten physioloog en oogheelkundige, Hugo de Vries, den be kenden plantkundigen en Kapteyn den beroemden sterrenkundige. Onder de portretten van elk dezer tien mannen staat één hunner mecstbekende werken tentoongesteld. De Luiksehe tentoonstelling is o.a. ge wijd aan de groot-industrie dus toegepaste wetenschap en de zuivere wetenschap en wanneer men ooit onder den indruk zal komen, hoezeer deze beide takken van wetenschap bij elkander hooren, dan is het in dit vertrek. Onder Donders portret vindt men zijn klassiek werk over afwijkingen van accom modatie en refractie van het oog, een zui ver wetenschappelijk werk, dat aanleiding gaf tot het hooge standpunt, waarop te genwoordig de brillenindustrie staat. Einthoven's levenswerk is de snaargal vanometer, een instrument, dat thans over de geheele wereld gebruikt wordt en waar mede het gelukte de eerste* telegrafische verbinding van Nederland met Indië tot stand te brengen. Kamerlingh Onnes' laboratoriumwerk, waardoor temperaturen tot lager dan .272 gr. Celsius bereikt werden en dat onafzienbare gevolgen voor de theoreti sche natuurkunde heeft, is van grooten invloed op de koelindustrie. Eijkman's ontdekking der vitaminen is eveneens van uitnemend praktische waar de gebleken. Wij willen nu niet van al deze mannen nagaan hoe hun zuiver wetenschappelijke arbeid de toegepaste wetenschap bein- vloedde, maar eindigen met te vevmelden hoe de theorethicus bij uitnemendheid Lo rentz in zijn laatste jaren vermocht door zijne theoretische beschouwingen groote verbetering te brengen in de praktijk van de drooglegging der Zuiderzee, vandaar dan ook, dat onder zijn portret het Zui derzeeboek staat tentoongesteld. In kamer I vinden wij een inzending op het gebied der Mikrobiologie. Het zal niet van algemeene bekendheid zijn hoe Nederland op dit gebied een ge heel eenig instituut bezit in het Cent-raal- bureau voor Schimmelcultures te Baarn. Opgezet als zuiver wetenschappelijk lichaam heeft het zich daarnaast ontwik keld tot een instituut van uitnemend prak tisch belang. Terwijl geen enkel ander in stituut ter wereld een duizendtal schim mels bezit, zijn er te Baarn reeds pl.m. 3000 verschillende soorten te vinden, die niet alleen wetenschappelijk bestudeerd worden, maar ook dienstbaar gemaakt worden aan de praktijk. Vanuit heel do wereld ontvangt, naar alle deelen van do aardbol zendt het contraaibureau cultures, bestudeert ze en geeft adviezen. Hier stelt het centraalbureau in vcr- ceniging met het laboratorium voor mi crobiologie der Technische Hoogcschool to Delft, waar de gisten gecultiveerd worden een groot aantal cultures van verschillen de gisten en bacteriën ten toon. Men staat versteld over de schitterende kleuren en vormen, die deze schijnbaar zoo onaan zienlijke levende wezens kunnen vertoo- nen. Het Rhytopathologisch Laboratorium „Wil lie Commelin Scholten" geeft hier een in zending betrekking hebbende op de zoo algemeen verspreide iepenziekte. In dezelfde kamer vinden wij een in zending van het. botanisch laboratorium to Utrecht. Modellen zijn er, die doen zien welken invloed zwaartekracht en licht uitoefenen op de verdeeling van de groei stof in kiemplantjes van haver. Het volgend vertrek is geheel gewijd aan de sterrenkunde en geodosie. De sterrenkundige inrichtingen van do vier groote Nederlandsche Universiteiten stellen hier allen een deel van hun werk tentoon, hetgeen in de catalogus uitvoerig omschreven wordt. Diep komt men hier onder den indruk van de groote vlucht, die de sterrenkunde in Nederland genomen heeft en van de voorname plaats, welke zij in de wereld inneemt. De Geodosie geeft hier als bijzondere historische merkwaardigheid een kaart van de triangulatie door W. Snellius (L c i- den) in 1617 uitgevoerd, de eerste ooit verrichte triangulatie, benevens het por tret van Snellius. Dc verdere inzending der Geodosie is gewijd aan het zoo bekende werk van pro fessor Veiling Meinesz over slingerwaar nemingen verricht op zee in een duikboot. Kamer III is geheel ingenomen door het Nederlandsche boek op natuurweten schappelijk gebied. Men weet niet wat meer te bewonderen, den arbeid van de Nederlandsche mannen van wetenschap of den ondernemingsgeest van den Nederlandschen uitvinder. In deze wetenschappelijke boekenrij neemt Nederlandsch-Indië een belangrijke plaats in. Bovendien vindt men in deze bibliotheek ruim 2400 proefschriften allen in de jaren 19001930 aan één der Nederlandsche Universiteiten of Hoogeseholen verdedigd. Van deze proefschriften ligt een speciale catalogus ter inzage. De groote zaal (IV) bestaat uit drie ge deelten. De eerste afdeeling is gewijd aan de Na tuurkunde. De inzending va/n het Natuur kundig Laboratorium der Rijks-Universi teit te Leiden bestaat uit cryostaten voor susceptibiliteitsmetingen en voor mag. neto- optische onderzoekingen, teekeniu- gen van het verloop van den electrischcn weerstand van enkele typen van suproge- leiders tusschen 0 gr. C. en -273 gr. C.; tee- keningen van het verloop van den electri- schen weerstand van de te Leiden ontdekte suprageleiders beneden 10 gr. K„ teekc- ning van de magnetische verstoring van de suprageleiders van tin, van de magneti sche drempelwaarde van verschillende su- progeleiders in afhankelijkheid van de temperatuur, cryostaat ten dienste van on derzoekingen bij de temperatuur van vloei bare waterstof, een drietal hooge drukkra- FEUILLETON Vrij bewerkt naar het Duitsch P. G. HOOKS. (Na<3ruk verboden). 12) ,Wat nu gebeurd was, was niet meer goed te maken. De generaal had haar in tegenwoordigheid van vreemden en, wat nog erger was, in bijzijn van een man, die haar beleedigd had, nog minder behan deld dan een dienstmeid, ja, hij had haar zelfs van tafel gewezen. En toen hij daarna zijn spijt over het gebeurde had uitgedrukt, was dit niet geweest, omdat hij haar ge kwetst had, doch alleen om te maken, dat de gasten geen al te kwaden dunk van hem zouden krijgen. Tegenover haar was hij met voordacht zoo ruw opgetreden en daarom, als ze nog eenige achting voor zich zelf had, was ze verplicht nog heden haar betrekking op te zeggen en dat zou ze doen, dadelijk. Wel viel het haar moeilijk, omdat ze dan broodeloos zou zijn, maar ze gaf de voorkeur aan armoede boven de weelde hier op het slot, waar ze overgele verd zou blijven aan de luimen en grillen van een man, die, als 't hem in zijn hoofd kwam, haar nog dieper zou vernederen, dan hij vandaag reeds had gedaan. VI. Na Greta's ver hek uit de eetzaal bleef de stemming gedrukt en wat men ook aan wendde om hierin verandering te brengen, niets mocht baten. Ieder wist, dat de ge neraal al verscheidene dames-huishoud sters had gehad en dat geen enkele van die dames, familieleden nog wel, het lang bij hem had kunnen uithouden wegens zijn veranderlijke humeur en zijn wispelturigen aard. Greta had op alle gasten een aange- namen indruk gemaakt en daar men uit haar woorden had begrepen, dat de dood van haar vader, die haar zonder geld had achtergelaten, de reden was geweest, dat ze de betrekking op het slot had moeten aannemen, had men echt medelijden met haar. Men begreep maar al te goed, dat ze na deze behandeling, hier niet langer zou willen blijven. Mevrouw Yon Holm zou gaarne een poging hebben gewaagd om ecu verzoening tusschen hen tot. stand te bren gen, maar de generaal duldde geen inmen ging in zijn huiselijke aangelegenheden en ze wist bij ondervinding, dat dit hem nog veel prikkelbaarder zou maken. De gasten begonnen zich te vervelen en aan alles was duidelijk te merken, dat de visite spoedig geëindigd zou zijn. De heer Van Holm gaf dan ook al heel gauw order aan zijn koet sier met het rijtuig voor te komen. Klara vroeg aan haar moeder, of ze juffrouw Von Trol ten even goeden dag zou mogen gaan zeggen, maar haar moeder raadde haar dit in 't belang van Greta af. „Kan jij je die grofheid van den generaal tegenover die dame verklaren?" vroeg Eg- bert Holm aan Guido, toen ze even alleen „Ik vind die zaak heel natuurlijk, ant woordde Guido, „maar ik ben om de waar heid te zeggen, niet geheel,onpartijdig. Ik vind, dat een dame, die niet te trotsch is een ondergeschikte betrekking aan te ne men, ook al de gevolgen daarvan moet, dra gen en niet al te lichtgeraakt mag zijn." „De betrekking van juffrouw Yon Trot- ten kan je toch slecht een ondergeschikte noemeu, meen ik. Ze neemt de plaats van de huisvrouw in en al wordt ze nu daar voor betaald, dan kan men toch nog niet, zeggen, dat ze ondergeschikte is." „Jij/kent die dame niet zoo goed als ik, Egbert. Jij laat je bedriegen door den schijn. Haar bescheidenheid is slechts ge veinsd. In werkelijkheid is ze trotsch en eergierig, hoe schoon en bekoorlijk ze er ook mag uitzien. Ze is zelfs zóó trotsch, dat ze een huwelijksaanziek van mijn kant min achtend heeft afgewezen, omdat ze hoopt, dat de generaal haar tot zijn erfgename zal benoemen, of met haar trouwen zal en nu heeft Sorben haar even laten voelen, dat ze hier niets te vertellen heeft en dat gun ik haar van harte." De toon, waarop dit alle gezegd werd, maakte op Egbert den indruk, dat Guido in zijn boosheid meer zei over juffrouw Von Trotten, dan hij kon verantwoorden, zoodat Egbert er weinig van geloofde. „Ik ken de juffrouw te weinig, /ei hij daarom "koel, „om u direct tegen te kunnen spreken, maar zelfs als de generaal gegron de reden zou gehad hebben om haar een illusie te ontnemen, dan had hij dit wel op meer kiesche manier kunnen doen; onder vier oogen bijvoorbeeld. En als hij geweten heeft in welke verhouding jij tot haar staat, dan is zijn handelwijze dubbel lomp." Guido kreeg een kleur als vuur, maar toch zei hij: „De meeningen hierover kun nen verschillende zijn, doch ik meen toch, dat de generaal wel reden moet gehad heb ben voor zijn optreden."' Egbert gaf hierop gene antwoord, doch de manier, waarop hij het gesprek afbrar, gaf Guido genoeg te denken en hij kon er uit opmaken, dat de vriendschap tusschen hun beiden een gevoeligen knak had ge kregen. De gasten verlieten het slot en het maakte op den generaal geen geringen in druk, dat men hem van alle kanten vroeg aan juffrouw Trotten de beste wenschen voor haar spoedig herstel over te bren gen en vooral was dit het geval met me vrouw Von Holm, die den generaal zeide, dab men heel goed had kunnen merken door welke zorgzame hand de huishouding van Seebach thans bestuurd werd. Dc generaal zat er nu erg mee in, dat hij zoo onverstandig gehandeld had. Hij wilde dit zoo spoedig mogelijk goed maken en liet door het kamermeisje aan Greta vragen, of ze even bij hem zou willen ko- meu en als ze daartoe niet in staat was, zou hij zelf wel even bij haar komen, want hij moest haar noodzakelijk spreken. Als antwoord op zijn verzoek bracht het ka mermeisje hem een brief, dien Greta net geschreven had. Hij luidde ak volgt: Excellentie De berisping, die U mij heden in tegen woordigheid van vreemden toegediend' hebt, is voor mij het bewijs, dat ik niet voldoe aan-de eischen, die U mij stelt en tevens, dat ik mij een verkeerd denk beeld heb gevormd van de positie, die ik hier op het slot, naar mijn meening, dien in te nemen. U zult zeker wel begrijpen, dat ik nooit een betrekking zou aangeno men hebben, waarvan ik wist, dat ik daar in onverdiend zulke terechtwijzingen zou moeten aanhooren als die, welke U mij ge geven hebt. Het zij mij daarom vergund I" te danken voor de betoonde gastvri^— en U tevens mede te deelen, dat ik rsec- bach ga verlaten. Om den schijn te vermij den van onbeleefd te zijn vindt U me be reid om hier, desverlangd, mijn betrekking te blijven vervullen, totdat U een ander in mijn plaats aangesteld zult hebben, doch in geen geval langer dan zes weken. Hoogachtend, MARG. VON TROTTEN. De generaal zat, na de lezing van d.it epistel, als door den donder getroffen. Al- had hij half en half gedacht, dat een aan vrage om ontslag bij hem zou inkomen, zóó vroeg had hij die toch niet verwacht. Maar dat kon toch geen ernst van haar wezen Ze had geen enkel middel van bestaan, niet eens een onderdak, als ze Seebach zou ver laten hebben! Ze speelde comedic. Dat bleek hem duidelijk Waarom zou ze hem anders aanbieden te blijven, totdat een ander haar plaats zou kunnen innemen 1 „Ja, ja, zoo is 't!" riep hij. „Ze zet alles op alles om mij eischen te kunen stellen bij de gedachte, dat ik haar op Seebach niet zou kunnen missen." Hoe ongaarne ook hij zou haar even een stevig briefje terugschrijven om haar te toonen, dat ze zich in haar plannen ver rekende. „Hot spijt me", zoo schreef hij, „wanneer U mijn verontschuldiging niet wilt aanne men. U hebt wel andere redenen, waarom U Seebach gaat verlaten. Wat mij betreft ik zal u niet tegenhouden. Doe, wat U niet laten kunt. Ik kan niet meer doen dan U de hand ter verzoening toesteken." Nauwelijk had Sorben dit briefje aan het kamermeisje ter bezorging afgegeven, of hij begon weer te wankelen. „Als ze 't nu eens oprecht meende", dacht hij, „wat dan? Ik mag ze erg graag, want ze is degelij-k

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13