DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
Dames
Kinder
eeding
De Internationale Tentoonstelling
te Luik
LASTER
ZATERDAG 21 JUNI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
Rare lui. „Je hebt tegenwoordig
zooveel van die rare lui", zei Maandag
een der raadsleden, toen ter zitting de
verzekering der kunstschatten in de La^
kenhal tegen beschadiging, diefstal enz.
besproken werd.
Hij had volkomen gelk. Men leest te
genwoordig van allerlei menschen, die er
zonderlinge, liefhebberijen op na houden.
Pas is de sensatie van den Dusseldorf-
sehen steker wat geluwd of uit New-York
komt het bericht, dat daar een man aan
het werk is, die er pleizer in heeft,aan
slagen te plegen op verliefde paartjes.
Vooral verliefde paartjes in auto's kan
hij niet uitstaan, en daarbij heeft hij het
altijd gemunt op den jongen man. Ver
liefde paartjes vindt hij een gruwel voor
de maatschappij en hij noemt zich dan
ook de „redder der moraal". In twee ge
vallen werd het slachtoffer gedood door zijn
revolverschoten.
Het „redden der moraal" is natuurlijk
een goed werk, maar het middel is erg
kras. Als wjj dat moesten toepassen,
werd de moraal gered, maar ging de
menscbheid ten gronde.
De New-Yorksche „moralist" heeft ech
ter het bewijs geleverd, dat hij wel dege
lijk onderscheid weet te maken tusschen
echte verliefdheid en voorgewende.
Want toen de politie een stelletje vallen
opstelde om hem er in te laten loopen, liet
hij zich niet verleiden. Men zette n.l. eenige
paren politie-agenten in auto's, die al hun
best deden zoo hevig mogelijk te vrij>en.
Maar de slimmerd had de truc in de gaten
en schoot niet. Hij was wel gek, maar zóó
erg toch nog niet.
Tekort. Toch zijn dergelijke men
schen nuttig. Dat wil zeggen: nuttig voor
de kranten. Want zij zijn de oorzaak van
veel copy, welke leesbaarder is dan die
over ministercrisissen. Wij leven al weer
in heb tijdperk der befaamde komkommers,
waarin de lectuur van de buitenlandsche
politiek even droog is als het zand der
Sahara bij een hittegolfje Het land even
wel, waarin de crisis zich afspeelt, denkt
er gewoonlijk anders over.
Zoo zit de Duitsche bevolking nogal in
de put over de jongste crisis, of liever
over de oorzaak van die crisis. Want dat
is een groot tekort in de begrooting. En
als er een tekort is, moet de minister'van
financiën zien, dat hij door buitengewone
middelen geld krijgt om te stoppen. Ge
volg: ontevredenheid; gevolg: critiek op
den minister; gevolg: ministercrisis.
Zoo is het verloop in Duitschland ook
geweest: minister Moldenhauer is afge
treden.
Hij had vergeefs getracht de partijen te
winnen voor zijn dekkingsplannen; zij
wilden er niet aan. Maar vooral de vijan
dige houding van zijn eigen partij schijnt
dr. Moldenhauer te hebben doen besluiten
het bijltje er bij neer te leggen.
Intusschen blijft het Duitsche rijk met
het tekort zitten.
In dit tekort weerspiegelt zich de ern
stige ecotiomische crisis in het Duitsche
rijk, welke aan de schatkist ongehoorde
eischen stelt om het geheel ontoereikend
fonds voor de verzekering tegen werk
loosheid op peil te houden, terwijl de bron
nen van inkomsten juist ten gevolge van
die crisis traag vloeien. Dr. Moldenhauer
heeft paardemiddelen moeten voorstellen
om het euvel te verhelpen, zooa-ls verhoo
ging van de premies voor de verzekering
tegen werkloosheid met één percent en een
buitengewone heffing ten koste van amb
tenaren met meer dan 8300 mk. trakte
ment.
De partijen wilden dat niet, maar hoe
het dan wel moet, kunnen zij ook niet zeg
gen. De opvolger van dr. Moldenhauer zal
geen prettige taak hebben; ook hij zal met
paardemiddelen moeten werken.
De vraag is maar, of er na eenige maan
den weer niet een groot ongedekt tekort te
voorschijn zal komen, want men mist hoop
gevende teekenen dat de werkloosheid snel
zal afnemen. De rationalisatie en mechani
seering van vele bedrijven zijn waarschijn
lijk mede de oorzaak van de afdanking
van een groot aantal werkkrachten, en
voor deze groep van werkloozen kan geen
nieuw emplooi gevonden worden, als de
Duitsche nijverheid geen grootcr afzet
krijgt. Het nieuwe Amerikaansche tarief
heeft bovendien de vooruitzichten voor
haar weer ongunstiger gemaakt.
Tariefmuren. Dit nieuwe Ame
rikaansche tarief is Woensdag j.l. in wer
king getreden.
Hoover had bij zijn verkiezingsveldtocht
den boeren hulp beloofd met een beperkte
herziening van het tarief van invoerrech
ten en nog eenige andere beloften ge
daan. In stede van deze bescheiden her
ziening van tariefposten is echter een wet
gevende maatregel tot stand gekomen
die het hoogste tarief in de geschiedenis
van het land verwezenlijkt heeft.
Een der felste republikeinsche sprekers
van het huis mocht een onbedaarbaar
applaus oogsten, toen hij verklaarde, dat
de Amerikaansche tariefmuur zoo hoog zou
opgetrokken worden, dat elke vreemdeling
die zou probeeren er over heen te klimmen,
onvermijdelijk den nek zou breken.
Inderdaad is de nieuwe tariefmuur de
hoogste, welke ooit in Amerika gebouwd
is om de Europeesche concurrentie buiten
te sluiten. De Hawley-Smoot-Bill, zooals
dit nieuwste product van Amerikaansche
protectionisme heet, houdt zich met 3.218
artikelen, gedetailleerd en groepswijze, be
zig, terwijl de Fordney-McCumber Act van
1922 er slechts 2.830 omvatte, schrijft de
„Msbd." De nieuwe wet brengt 1.112 wij
zigingen, n.l. 887 verhoogingen en 235 ver
lagingen. De meeste en belangrijkste ver
hoogingen loopen over natuurlijke of ge
deeltelijk verwerkte landbouw-producten,
o.m. suiker, melkpreparaten, graan, vee,
vleesch, tabak, fruit, nooten en zaden.
Van de lijst van vrijen invoer zijn afge
voerd timmerhout, brick-cement, long-
staple-katoen, huiden, leder en schoenen.
De invoerrechten worden verhoogd voor
stroo- en vilthoeden, kleedingstukken, zink
en mangaan-ertsen, aardewerk en porce-
lein, edelgesteente, bontwerk, chemicaliën,
verf, verschillende soorten papier, machi
nes en tal van ander artikelen.
Uit deze korte opsomming blijkt wel,
dat bijna al ie Europeesche landen ernstig
door de verhoogde invoerrechten getroffen
worden. Vooral onder de huidige economi
sche crisis worden tallooze Europeesche
bedrijven en industrieën voor tot dus
verre ongekende moeilijkheden geplaatst.
Te verwonderen behoeft het'dan ook
ook geenszins, dat uit Europa een bijna
onafzienbare reeks protesten, o.m. ook uit
ons eigen land, sinds twee jaar, naar Ame
rika gestroomd is. Naar mate de tariefwet,
welke aanvankelijk uitsluitend als een
maatregel om den bedreigden landbouw te
steunen bedoeld was, zich tot een grootsch
economisch offensief tegen Europa ontwik
kelde in dezelfde mate als in de Ver-
eenigde Staten de gedachte veld won om
met uitsluiting van Europa een in zich
zelf afgerond, zich volkomen in alle op
zichten bevredigend gebied te vormen,
groeide de bezorgdheid.
Herhaaldelijk werd een beroep op Hoo
ver persoonlijk gedaan, in de hoop, dat
deze man, die uit eigen ervaring Europa
kende, die als levensmiddelendictator de
structuur van het geheele Europeesche le
ven heeft kunnen doorgronden, zijn volk
van de noodlottigheid der tariefwet zou
kunnen overtuigen. Die verwachtingen zijn
ijdel gebleken. De invloed van Hoover op
het staatsbestuur is niet zoo groot, dat
hij ten slotte het kon wagen een veto uit
te spreken, zelfs al zou dit vooral een
waarschuwende beteekenis hebben.
De nieuwe Amerikaansche tariefwet
heeft de overtuiging van dc saamhoorig-
heid der geheele menschheid, gedachte,
welke slechts langzaam ingang begon te
vinden, een gevoeligen slag toegebracht.
Dit moreele nadeel zal nooit tegen de ove
rigens problematieke matericele voordee-
len voor Amerika kunnen opwegen.
Verzoening. Koning Carol II is
verzoeningsgezind geweest en de geheele
koninklijke, familie eveneens. De verloren
zoon is weer in genade aangenomen. Zelfs
koningin Maria Terheugde zich hartelijk
zoo zeide zij in de terugkeer van
haar zoon en alles is vergeten en verge
ven.
Het overbrengen van den verzoenings
geest op politiek terrein is Carol daaren
tegen mislukt. Hij had alle partijen in een
regeering om den opnieuw door hem be
zetten troon willen vereenigen. In de eer
ste plaats wilde hij de volkspartij van ge
neraal Avaresco beloonen voor hetgeen
zij, toen hij in ballingschap verkeerde, ten
bate van zijn terugkeer gedaan heeft. En
dan wilde hij de vijandigheid van den on-
verzoenlijken vleugel der liberalen onder
Bratianu tegen zijn koningschap bezweren,
wegens de economische en financieelc
macht die deze liberalen in het land uit
oefenen. Maar de liberalen en de nationa
listische boerenpartij van Maniu hebben
elkaar vooral in de laatste maanden zoo
heftig over hun politieke programs be
streden dat dit niet doenlijk was.
Er zat tusschen de twee partijen te
veel oud zeer. De liberale vleugel onder
prof. George Bratianu wil zich wel bij de
uitgemaakte zaak van Carol's herstel op
den troon leerleggen, maar dit beteekent
nog niet dat hij ook aan de politiek van
Maniu zijn zegen zou geven.
Maarschalk Prcsan heeft, van dc laat
ste poging om een coalitie-rcgeering te
vormen moeten afzien, omdat hij de goed
keuring van de offieieele vertegenwoordi
gers der liberale partij niet kon krijgen.
Dr. Maniu heeft nu zijn nieuwe kabinet
gevormd, waarvan de voornaamste mannen
dezelfden zijn als in zijn vorige kabinet en
heeft bekend geinaakt, dat hij de oude
politiek zal voortzetten. Dt? koning zal, om
de oppermachtige nationalistische boeren
partij niet van zich te vervreemden, als
een constitutioneelvorst, moeten regeeren
en heeft in een week tijds ervaren dat
persoonlijke bemoeienissen van hem met
de politiek geen vrucht kunnen dragen.
Hoeden
Het Nedeflandsche Paviljoen
DEN HAAG
Alléén Hofweg 6
ROTTERDAM
Hoogstraat hoek Spui
De wetenschappelijke afdeeling
Bij de firma S. C. v. Doesburgh is de
catalogus verschenen der afd. Wetenschap
in het. Nederlandsche Paviljoen op de In
ternationale Tentoonstelling te Luik."
Wegens het zeer sepciaal karakter van
een dergelijke afdeeling, heeft men nu en
dan een vrij uitvoerige omschrijving moe
ten geven, waardoor dc catalogus vrij om
vangrijk is geworden.
Betreedt men de afdeeling vanuit de
tentoonstelling voor musicologie, zoo komt
men het eerst in de perezaal, waar zijn
opgehangen de portretten van tien van de
meest vooraanstaande mannen, die Ne
derland in de laatste 50 jaren op natuur
wetenschappelijk gebied heeft voortge
bracht, te weten: Hugo de Vries, Van 't
Hoff. Donders, Einthoven, Van der Waals,
Kamerlingh Onnes, Eijkman, Lorentz, Zee
man en Kapteyn.
Het ware gemakkelijk geweest dit aan
tal nog met vele uitnemende geleerden
te vermeerderen; de inrichters der ten
toonstelling hebben zich echter bepaald
tot de Nederlanders, die op Natuur-We-
tenschappelijk gebied den Nobelprijs ver
worven hadden, omdat hieruit blijkt hoe
zij ook in het buitenland hooggeacht wor
den en daaraan toegevoegd de portretten
van Donders, den grooten physioloog en
oogheelkundige, Hugo de Vries, den be
kenden plantkundigen en Kapteyn den
beroemden sterrenkundige.
Onder de portretten van elk dezer tien
mannen staat één hunner mecstbekende
werken tentoongesteld.
De Luiksehe tentoonstelling is o.a. ge
wijd aan de groot-industrie dus toegepaste
wetenschap en de zuivere wetenschap en
wanneer men ooit onder den indruk zal
komen, hoezeer deze beide takken van
wetenschap bij elkander hooren, dan is
het in dit vertrek.
Onder Donders portret vindt men zijn
klassiek werk over afwijkingen van accom
modatie en refractie van het oog, een zui
ver wetenschappelijk werk, dat aanleiding
gaf tot het hooge standpunt, waarop te
genwoordig de brillenindustrie staat.
Einthoven's levenswerk is de snaargal
vanometer, een instrument, dat thans over
de geheele wereld gebruikt wordt en waar
mede het gelukte de eerste* telegrafische
verbinding van Nederland met Indië tot
stand te brengen.
Kamerlingh Onnes' laboratoriumwerk,
waardoor temperaturen tot lager dan
.272 gr. Celsius bereikt werden en dat
onafzienbare gevolgen voor de theoreti
sche natuurkunde heeft, is van grooten
invloed op de koelindustrie.
Eijkman's ontdekking der vitaminen is
eveneens van uitnemend praktische waar
de gebleken.
Wij willen nu niet van al deze mannen
nagaan hoe hun zuiver wetenschappelijke
arbeid de toegepaste wetenschap bein-
vloedde, maar eindigen met te vevmelden
hoe de theorethicus bij uitnemendheid Lo
rentz in zijn laatste jaren vermocht door
zijne theoretische beschouwingen groote
verbetering te brengen in de praktijk van
de drooglegging der Zuiderzee, vandaar
dan ook, dat onder zijn portret het Zui
derzeeboek staat tentoongesteld.
In kamer I vinden wij een inzending
op het gebied der Mikrobiologie.
Het zal niet van algemeene bekendheid
zijn hoe Nederland op dit gebied een ge
heel eenig instituut bezit in het Cent-raal-
bureau voor Schimmelcultures te Baarn.
Opgezet als zuiver wetenschappelijk
lichaam heeft het zich daarnaast ontwik
keld tot een instituut van uitnemend prak
tisch belang. Terwijl geen enkel ander in
stituut ter wereld een duizendtal schim
mels bezit, zijn er te Baarn reeds pl.m.
3000 verschillende soorten te vinden, die
niet alleen wetenschappelijk bestudeerd
worden, maar ook dienstbaar gemaakt
worden aan de praktijk. Vanuit heel do
wereld ontvangt, naar alle deelen van do
aardbol zendt het contraaibureau cultures,
bestudeert ze en geeft adviezen.
Hier stelt het centraalbureau in vcr-
ceniging met het laboratorium voor mi
crobiologie der Technische Hoogcschool to
Delft, waar de gisten gecultiveerd worden
een groot aantal cultures van verschillen
de gisten en bacteriën ten toon. Men staat
versteld over de schitterende kleuren en
vormen, die deze schijnbaar zoo onaan
zienlijke levende wezens kunnen vertoo-
nen.
Het Rhytopathologisch Laboratorium „Wil
lie Commelin Scholten" geeft hier een in
zending betrekking hebbende op de zoo
algemeen verspreide iepenziekte.
In dezelfde kamer vinden wij een in
zending van het. botanisch laboratorium to
Utrecht. Modellen zijn er, die doen zien
welken invloed zwaartekracht en licht
uitoefenen op de verdeeling van de groei
stof in kiemplantjes van haver.
Het volgend vertrek is geheel gewijd
aan de sterrenkunde en geodosie.
De sterrenkundige inrichtingen van do
vier groote Nederlandsche Universiteiten
stellen hier allen een deel van hun werk
tentoon, hetgeen in de catalogus uitvoerig
omschreven wordt. Diep komt men hier
onder den indruk van de groote vlucht, die
de sterrenkunde in Nederland genomen
heeft en van de voorname plaats, welke
zij in de wereld inneemt.
De Geodosie geeft hier als bijzondere
historische merkwaardigheid een kaart van
de triangulatie door W. Snellius (L c i-
den) in 1617 uitgevoerd, de eerste ooit
verrichte triangulatie, benevens het por
tret van Snellius.
Dc verdere inzending der Geodosie is
gewijd aan het zoo bekende werk van pro
fessor Veiling Meinesz over slingerwaar
nemingen verricht op zee in een duikboot.
Kamer III is geheel ingenomen door
het Nederlandsche boek op natuurweten
schappelijk gebied.
Men weet niet wat meer te bewonderen,
den arbeid van de Nederlandsche mannen
van wetenschap of den ondernemingsgeest
van den Nederlandschen uitvinder.
In deze wetenschappelijke boekenrij
neemt Nederlandsch-Indië een belangrijke
plaats in.
Bovendien vindt men in deze bibliotheek
ruim 2400 proefschriften allen in de jaren
19001930 aan één der Nederlandsche
Universiteiten of Hoogeseholen verdedigd.
Van deze proefschriften ligt een speciale
catalogus ter inzage.
De groote zaal (IV) bestaat uit drie ge
deelten.
De eerste afdeeling is gewijd aan de Na
tuurkunde. De inzending va/n het Natuur
kundig Laboratorium der Rijks-Universi
teit te Leiden bestaat uit cryostaten
voor susceptibiliteitsmetingen en voor mag.
neto- optische onderzoekingen, teekeniu-
gen van het verloop van den electrischcn
weerstand van enkele typen van suproge-
leiders tusschen 0 gr. C. en -273 gr. C.; tee-
keningen van het verloop van den electri-
schen weerstand van de te Leiden ontdekte
suprageleiders beneden 10 gr. K„ teekc-
ning van de magnetische verstoring van
de suprageleiders van tin, van de magneti
sche drempelwaarde van verschillende su-
progeleiders in afhankelijkheid van de
temperatuur, cryostaat ten dienste van on
derzoekingen bij de temperatuur van vloei
bare waterstof, een drietal hooge drukkra-
FEUILLETON
Vrij bewerkt naar het Duitsch
P. G. HOOKS.
(Na<3ruk verboden).
12)
,Wat nu gebeurd was, was niet meer
goed te maken. De generaal had haar in
tegenwoordigheid van vreemden en, wat
nog erger was, in bijzijn van een man, die
haar beleedigd had, nog minder behan
deld dan een dienstmeid, ja, hij had haar
zelfs van tafel gewezen. En toen hij daarna
zijn spijt over het gebeurde had uitgedrukt,
was dit niet geweest, omdat hij haar ge
kwetst had, doch alleen om te maken, dat
de gasten geen al te kwaden dunk van hem
zouden krijgen. Tegenover haar was hij
met voordacht zoo ruw opgetreden en
daarom, als ze nog eenige achting voor zich
zelf had, was ze verplicht nog heden
haar betrekking op te zeggen en dat zou ze
doen, dadelijk. Wel viel het haar moeilijk,
omdat ze dan broodeloos zou zijn, maar
ze gaf de voorkeur aan armoede boven de
weelde hier op het slot, waar ze overgele
verd zou blijven aan de luimen en grillen
van een man, die, als 't hem in zijn hoofd
kwam, haar nog dieper zou vernederen,
dan hij vandaag reeds had gedaan.
VI.
Na Greta's ver hek uit de eetzaal bleef
de stemming gedrukt en wat men ook aan
wendde om hierin verandering te brengen,
niets mocht baten. Ieder wist, dat de ge
neraal al verscheidene dames-huishoud
sters had gehad en dat geen enkele van
die dames, familieleden nog wel, het lang
bij hem had kunnen uithouden wegens zijn
veranderlijke humeur en zijn wispelturigen
aard. Greta had op alle gasten een aange-
namen indruk gemaakt en daar men uit
haar woorden had begrepen, dat de dood
van haar vader, die haar zonder geld had
achtergelaten, de reden was geweest, dat
ze de betrekking op het slot had moeten
aannemen, had men echt medelijden met
haar. Men begreep maar al te goed, dat ze
na deze behandeling, hier niet langer zou
willen blijven. Mevrouw Yon Holm zou
gaarne een poging hebben gewaagd om ecu
verzoening tusschen hen tot. stand te bren
gen, maar de generaal duldde geen inmen
ging in zijn huiselijke aangelegenheden en
ze wist bij ondervinding, dat dit hem nog
veel prikkelbaarder zou maken. De gasten
begonnen zich te vervelen en aan alles was
duidelijk te merken, dat de visite spoedig
geëindigd zou zijn. De heer Van Holm gaf
dan ook al heel gauw order aan zijn koet
sier met het rijtuig voor te komen. Klara
vroeg aan haar moeder, of ze juffrouw Von
Trol ten even goeden dag zou mogen gaan
zeggen, maar haar moeder raadde haar dit
in 't belang van Greta af.
„Kan jij je die grofheid van den generaal
tegenover die dame verklaren?" vroeg Eg-
bert Holm aan Guido, toen ze even alleen
„Ik vind die zaak heel natuurlijk, ant
woordde Guido, „maar ik ben om de waar
heid te zeggen, niet geheel,onpartijdig. Ik
vind, dat een dame, die niet te trotsch is
een ondergeschikte betrekking aan te ne
men, ook al de gevolgen daarvan moet, dra
gen en niet al te lichtgeraakt mag zijn."
„De betrekking van juffrouw Yon Trot-
ten kan je toch slecht een ondergeschikte
noemeu, meen ik. Ze neemt de plaats van
de huisvrouw in en al wordt ze nu daar
voor betaald, dan kan men toch nog niet,
zeggen, dat ze ondergeschikte is."
„Jij/kent die dame niet zoo goed als ik,
Egbert. Jij laat je bedriegen door den
schijn. Haar bescheidenheid is slechts ge
veinsd. In werkelijkheid is ze trotsch en
eergierig, hoe schoon en bekoorlijk ze er
ook mag uitzien. Ze is zelfs zóó trotsch, dat
ze een huwelijksaanziek van mijn kant min
achtend heeft afgewezen, omdat ze hoopt,
dat de generaal haar tot zijn erfgename zal
benoemen, of met haar trouwen zal en nu
heeft Sorben haar even laten voelen, dat
ze hier niets te vertellen heeft en dat gun
ik haar van harte."
De toon, waarop dit alle gezegd werd,
maakte op Egbert den indruk, dat Guido
in zijn boosheid meer zei over juffrouw Von
Trotten, dan hij kon verantwoorden, zoodat
Egbert er weinig van geloofde.
„Ik ken de juffrouw te weinig, /ei hij
daarom "koel, „om u direct tegen te kunnen
spreken, maar zelfs als de generaal gegron
de reden zou gehad hebben om haar een
illusie te ontnemen, dan had hij dit wel op
meer kiesche manier kunnen doen; onder
vier oogen bijvoorbeeld. En als hij geweten
heeft in welke verhouding jij tot haar
staat, dan is zijn handelwijze dubbel
lomp."
Guido kreeg een kleur als vuur, maar
toch zei hij: „De meeningen hierover kun
nen verschillende zijn, doch ik meen toch,
dat de generaal wel reden moet gehad heb
ben voor zijn optreden."'
Egbert gaf hierop gene antwoord, doch
de manier, waarop hij het gesprek afbrar,
gaf Guido genoeg te denken en hij kon er
uit opmaken, dat de vriendschap tusschen
hun beiden een gevoeligen knak had ge
kregen.
De gasten verlieten het slot en het
maakte op den generaal geen geringen in
druk, dat men hem van alle kanten vroeg
aan juffrouw Trotten de beste wenschen
voor haar spoedig herstel over te bren
gen en vooral was dit het geval met me
vrouw Von Holm, die den generaal zeide,
dab men heel goed had kunnen merken door
welke zorgzame hand de huishouding van
Seebach thans bestuurd werd.
Dc generaal zat er nu erg mee in, dat
hij zoo onverstandig gehandeld had. Hij
wilde dit zoo spoedig mogelijk goed maken
en liet door het kamermeisje aan Greta
vragen, of ze even bij hem zou willen ko-
meu en als ze daartoe niet in staat was,
zou hij zelf wel even bij haar komen, want
hij moest haar noodzakelijk spreken. Als
antwoord op zijn verzoek bracht het ka
mermeisje hem een brief, dien Greta net
geschreven had. Hij luidde ak volgt:
Excellentie
De berisping, die U mij heden in tegen
woordigheid van vreemden toegediend'
hebt, is voor mij het bewijs, dat ik niet
voldoe aan-de eischen, die U mij stelt en
tevens, dat ik mij een verkeerd denk
beeld heb gevormd van de positie, die ik
hier op het slot, naar mijn meening, dien
in te nemen. U zult zeker wel begrijpen,
dat ik nooit een betrekking zou aangeno
men hebben, waarvan ik wist, dat ik daar
in onverdiend zulke terechtwijzingen zou
moeten aanhooren als die, welke U mij ge
geven hebt. Het zij mij daarom vergund I"
te danken voor de betoonde gastvri^—
en U tevens mede te deelen, dat ik rsec-
bach ga verlaten. Om den schijn te vermij
den van onbeleefd te zijn vindt U me be
reid om hier, desverlangd, mijn betrekking
te blijven vervullen, totdat U een ander in
mijn plaats aangesteld zult hebben, doch in
geen geval langer dan zes weken.
Hoogachtend,
MARG. VON TROTTEN.
De generaal zat, na de lezing van d.it
epistel, als door den donder getroffen. Al-
had hij half en half gedacht, dat een aan
vrage om ontslag bij hem zou inkomen, zóó
vroeg had hij die toch niet verwacht. Maar
dat kon toch geen ernst van haar wezen
Ze had geen enkel middel van bestaan, niet
eens een onderdak, als ze Seebach zou ver
laten hebben! Ze speelde comedic. Dat
bleek hem duidelijk Waarom zou ze hem
anders aanbieden te blijven, totdat een
ander haar plaats zou kunnen innemen 1
„Ja, ja, zoo is 't!" riep hij. „Ze zet alles
op alles om mij eischen te kunen stellen
bij de gedachte, dat ik haar op Seebach
niet zou kunnen missen."
Hoe ongaarne ook hij zou haar even
een stevig briefje terugschrijven om haar
te toonen, dat ze zich in haar plannen ver
rekende.
„Hot spijt me", zoo schreef hij, „wanneer
U mijn verontschuldiging niet wilt aanne
men. U hebt wel andere redenen, waarom
U Seebach gaat verlaten. Wat mij betreft
ik zal u niet tegenhouden. Doe, wat U
niet laten kunt. Ik kan niet meer doen dan
U de hand ter verzoening toesteken."
Nauwelijk had Sorben dit briefje aan het
kamermeisje ter bezorging afgegeven, of
hij begon weer te wankelen. „Als ze 't nu
eens oprecht meende", dacht hij, „wat dan?
Ik mag ze erg graag, want ze is degelij-k