ALLERLEI DE LEIDSCHE COURANT De Rouwmaand in Perzië (Van onzen rcis-corrcspondcut). Voor de Perzen is de Muharrem de hei ligste maand van het jaar, heiliger nog dan de vastenmaand Ramadhan voor de Turken en Arabieren. Nog met dezelfde onverbiddelijke streng heid wordt deze maand gevierd als hon derden jaren geleden, toen Perzië nog het land van duizend en één nacht was. De Muharrem is de maand van den groo- ten volksrouw. Rouw over den gedooden kleinzoon van Mohammed, over Hussein, dien de Perzen als rechtmatigen opvolger van den profeet vereeren, rouw over het verschrikkelijk noodlot, dat het eens zoo machtig en glorierijk volk in een staat van vergetelheid gestort heeft, waaruit het, met geen mogelijkheid meer op kan komen. Toen wij, van Armenië komend, bij Djulva de grenzen van het land overschre den, was de heilige Muharrem juist begon nen. In het begin was er niets opvallends to zien. Wel bemerkten wij dat de inwoners, bij wie wij in de theehuizen overnachtten, urenlang melancholische melodiën bij zich zelvcn neurieden, waarbij zij met stokken en zwaarden op den grond trommelden, maar wij hielden dat voor eigenaardigheden van het Perzische volk. Pas eenige dagen later, toen wij het stadje Maraud bereik ten en gelegenheid vonden, wat te beko men van de vermoeienissen der vorige da gen, zouden wij ook de diepere beteekenis van deze treurige muziek leeren begrijpen. Onze gastheer, een Pers van prinselijken bloede, die in Maraud de betrekking .van ocmnïissaris van politie bekleedde, was een kinderlijk-naïve, maar belninnelijk en gast vrij man. Hij wijdde ons in het geheim van de Muharrem in en noodigde ons uit om te blijven tot den lOdcn, den voornaamsten feestdag van de rouwmaand. Evenals on derweg \ertoonde zich ook in Maraud iede- ren avond hetzelfde schouwspel. Met groole, somberdreunende trommen trokken, bij het. ondergaan der zon, heele scharen jonge mannen door de stad. Zij herhaalden daar bij zonder onderbreking, met doordringen de steto, denzelfden roep: „Schach sei, wach sei!" Deze woorden, die den Europeaan zon derling en tenslotte, bij die eeuwige herha ling, vreeselijk in de ooren klinken, zijn de afkortingen van „Schach. Hussein, Wah Hussein!" d. w. z. „Koning Hussein, wee Hussein Het gevolg van deze aanroepingen, die onophoudelijk door de heele stad weerklan ken, bleef dan ook niet uit. Uit dje omlig gende huizen, waar de trommelende en kla gende mannen voorbijtrokken, klonk van achter de dikke leemen muren hetzelfde langgerekte ldaagehuil, dat slechts onder broken werd door de schrille nerveuse kre ten der vrouwen, die telkens duidelijk ge hoord werden en onaangenaam aandeden. Tot. laat in den nacht hoorden wij telkens weer hetzelfde eentonig klagend roepen. Dit alles was echter nog maar een voor bereiding, een langzame Opvoering, een con centratie van het geheele denken op 't ééne hoogtepunt, dat bereikt wordt "op den voor naamsten dag: den lOden van de Muhar rem. Dan ontketent zich de inwendige smart die door allerlei middelen kunstmatig is opgewekt, met alle geweld om te ontaarden in een razernij, die geen grenzen en geen hindernissen kent. Voor den Europeaan blijft de deelname aan een dergelijk feest altijd een gewaagd iets, zoo niet een ernstig gevaar. Aan de buitengewone goede zorgen van gastheer, den- politiechef van Maraud en vooral aan de voorbeeldige discipline waar door zich de troepen van Separ Rhiza Khan onderscheidden, hadden wij het te danken, dat men voor ons een uitzondering maakte. Wij mochten zoodoende deelnemen aan een plechtigheid, die voor een vreemdeling meestal niet. toegankelijk is; wij waren ge tuige van de uiting van een religieus-na tionaal gevoel, dat zóó sterk ontwikkeld" is-, dat men er zich in Europa absoluut geen voorstelling van kan vormen. Wij za ten, even veilig als midden in een Euro- peesche grootstad, op het dak van een laag winkelhuis, en lieten het-geweldige schouw spel, dat brutaal en opwindend was, maar toch in hartochtelijke uiting, geweldig im poneerde aan ons ook voorbijtrekken. De heele stad was in rouw gedompeld. Zwar te doeken bedekten de bontgekeurde uit hangborden der winkels en verder alles wat een tegenwoordige Oosterschc stad haar schilderachtig, bont aspect geeft. De enkele winkels, van Maraud waren natuur lijk gesloten. Zoover het oog reikte, was er geen huis te bespeuren, -dat niet door groote zwarte vanen blijk gaf van deel name aan de algemeene smart van het ge heele volk. Nergens ontbrak de zilveren Fatma-hand, die men algemeen als de hand van den profeet beschouwt. De geloovigen kennen thans hare oorspronkelijke betee kenis niet meer; in ieder geval werd zij reeds eeuwen geleden als een heilig tee- ken beschouwd en sindsdien heeft men deze traditie altijd in eere gehouden. Het groote plein van Maraud, waar zich anders iederen dag het bont gewemel en kleurig bedrijf van het dagelijksche markt leven ontplooide, was terdege schoonge maakt en bood nu de groote menigte die uit duizenden en duizenden bestond, voldoende ruimte om hun kijklust te voldoen. Militairen en politie hadden de handen vol werk om orde en rust te handhaven onder de toeschouwers, die in uiterste span ning verkeerden en nauwelijks kalm te hou den waren. Eindelijk weerklonk een som bere paukenslag, waarop de menigte met even somber gemurmel antwoordde. Dit was het teeken voor den aanvang. Met het aanzwellen van het geroffel steeg ook de onrust van het volk. Plotseling weerklonken uit den donkeren ingang van den bazar die op de marlet uit- kwam schetterend trompetgeschal. Bij dit ignaal verstomde plotseling ieder ander duid. Er heerschte doodsche stilte. Nu verscheen onder voortdurend roepen zingen een schaar jonge mannen in dub bele rijen, die tegenover elkander opge steld waren. Zij hupten op dc maat der pau ken telkens drie schreden vooruit cn dan weer terug, waarbij zij met stokken op den grond sloegen. Zij werden gevolgd dooi de pankenslagers en deze weer door een rij I geeselbroeders, waaronder zich zelfs kin- deren en grijsaards bevonden. Al deze per- i sonen lieten de gecs-els onbarnfharfcig neer- komen op de naakte ruggen, die direct blauwrood werden en bij verdere slagen I met de spitse metalen uiteinden der gee- J seis opensprongen. Na eenige oogenblikkcn j stroomde het bloed langs alle kanten over 1 het lichaam. Men had geen lijd genoeg om de afschuwelijkheid van het schouwspel vol- doende te gevoelen, want telkens trokken weer nieuwe groepen voorbij en ieder van die groepen bood een anderen, jammerlijken j aanblik. Midden op het plein stonden de zwaard vechters, de helden van den dag; meer dan honderd jonge mannen in lange witte hem den, aangevoerd door een schaar priesters, gevolgd door dokters en apothekers der stad en een onafzienbare rij van huilende en schreiende menschen. Op de maat van de naast hen voortschrijdende p^ukensla- gers sloegen zij zich in wilde, fanatieke woede met dc korte scherpe zwaarden op het pasgeschoren hoofd. Het bloed stroomde hun over hoofd on schouders in lange streepen over de witte mantels. Door wilde kreten en paukensla gen hitsten de paukenslagers telkens het dwaze gedoe weer aan. Het duurde niet lang of de razernij sloeg over op de toeschouwende menigte en ten slotte kastijdde zich ieder afzonderlijk woe dend met vuistslagen zooals de mannen met de zwaarden deden. Bij sommige scheen de extase tot waan zin te zijn overgeslagen; zij letten niet meer op maat en jammerkreten, maar zij kerf den zoo snel èn onbarmhartig op hun eigen lichamen los, dat dokters en toeschouwers tusschenbeide moesten komen om hun do zwaarden te ontrukken, wat gewoonlijk met verzetpleging gepaard ging. Anderen zak ten uitgeput en bewusteloos ineen en moes ten op gereedstaande brancards wegge voerd worden. Ofschoon alle dokters van de plaat-s bezig waren en onvermoeid hulp verleenden, eischte de ceremonie toch nog drie slachtoffers. Maar ook niet dezen vreeselijken optocht was het programma nog niet afgewerkt. Telkens weer trokken er nieuwe groepen lijdende menschen voorbij, telkens weer kondigden stok- en paukenslagen een ander nummer aan. Zoo waren in de enkele uren die wij op het dak doorbrachten dertien processies aan ons voorbijgetrokken en had den ons een schouwspel geboden, zooals wij wel geen tweede maal meer zouden Hoe zwaar het den Europeaan ook vallen mag, deze eeredienst te begrijpen en hoe gemakkelijk hij geneigd is, hem als een dwaling van een fanatiek volk te verwer pen, zal hij toch zijn hard oordeel moeten matigen, wanneer hij bedenkt, dat in deze smart, die zich op zoo afschuwelijke wijze uit, een diep verlangen verscholen ligt. Een verlangen n.l. naar een ver en onbereik baar doel, naar het verkrijgen van vroegere grootheid, van politieke en religieuze macht. Het eens zoo hoogstaande cultuur volk der Perzen werd immers door de krijgszuchtige Arabieren bedwongen en tot den vreemden godsdienst van den Islam ge dwongen. Het machtige protest tegen deze verdrukking ligt vooral in de vereering van den bedrogen held Hussein en komt nooit zoo sterk tot uiting als op den lOen Muharrem, den voornaamsten dag van den diepsten rouw. WAAR WORDT HET MEEST GELOGEN? Pater Abraham a Sancta Clara, die het zoo leuk en raak kon zeggen, stelde zijn toehoorders eens de vraag, waar wel het> meest gelogen werd. „Men zal zeggen", aldus de redenaar, „op de markt, in de winkel, in de herber gen, enz. Neen zeker neen!.... In de ker ken Ja, in de kerken wordt het meest gelogen, en wel in het gebed. Want wie is er onder ons, die niet een Onze-Vader bidt in de kerk? En ondertusschen zijn er weinig, die in het Onze-Vader niet lie gen. „Vergeef ons onze. schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren". „Dat is bij de de meeste menschen een leugen. Is dat vergeven, wanneer mon een wrevel in 't hart houdt? -Is dat vergeven, wanneer men iemand, die ons maar in het minst beleedigd heeft, niet eens wil aaif- zienï Is dat vergeven, wanneer men steeds op wraak bedacht is? „Veel menschen gelijken op brandnetels. Nauwelijks raakt men ze aan, of ze bran den. Ze gelijken op-orgels. Als men er op drukt beginnen ze te piepen. Ze gelijken op vuursteen die, als hij maar even met het staal geraakt wordt, vonken laat zien. „Is dat vergeven? Verre vandaar. „Daarom moet ik eon ieder vermanen met dc woorden van David: „Hoe lang nog zult gij de leugen zoeken?" Ach meneer, help een armen man, die niets anders heeft dan de kleeren, welke hij aan heeft, en een scherp geladen re volver. HET ONWEDER Een radio-schets. Dc tenor Scarlatti keek zijn vrouw glim lachend aan. Waartoe die zorgen, kindje? Jc bent nerveus, want anders zou jc niet- zoo bang zijn. Dc jonge vrouw beheerschte zich met moeite. Nerveus? 't Is mogelijk, maar die droom was zóó levendig Scarlatti wees op de openstaande coupé deur: Binnen één uur ben ik in dc hoofd stad. Het. concert is- tegen npgen uur voor bij, en de aria en dc beide liederen, die ik in de studio moet zingen, duren nog geen half uur. Ik haal makkelijk den laatstcn trein en ben even na twaalven weer bij je. Ik laat jc maar enkele uurtjes alleen. Anita baldo haar kleine handjes kramp achtig samen.' Zeg dio radio-lui toch af, Enrico. Laat het concert geen doorgang vinden! Mijn droom was te duidelijk. Ik zag het huisje, waarin zich de studio bevindt, dicht daarbij dc radiomasten in hun on metelijke hoogte. Boven aan den hemel stapelden zich zwarte wolkenbanken op. Plotseling zag ik een bliksemschicht, door het luchtruim schieten. In een oogwenk was een der antennemasten getroffen en in zijn val verbrijzelde hij alles, wat ev onder was, ook de studio.met jou. Anita zweeg, hevig geëmotioneerd. Instappen, klonk het koud en drei gend uit den mond van den conducteur. Enrica, ik bid je, toe zeg af.... toe, doe 'tfluisterde ze angstig. De tenor trachtte te glimlachen, maar het lukte hem niet. Zie dan toch, kindje, er is geen wolk je te zien. Het zal vandaag beslist mooi weer blijven. ook in de hoofdstad. Zet tegen negen uur de radio maar aan dan hoor je mijn stem in den luidspreker. Meer dan honderd kilometer ben ik van je weg en toch eigenlijk ook niet, want mijn stem is héél dicht bij jc. Heusch er kan niets gebeuren. Anita bleef bewegingloos staan. Niet één keer wuifde ze hem na. Langzaam werd de witte damp, die de locomotief omgaf, ijler en ijler, om al op te lossen in den nevel van den herfstdag. Zoo lang mogelijk bleef ze hem nasta ren en in haar oogen welde een traan, toen ze. er aan dacht, dat haar Enrica zich ieder seconde verder van 'r verwijderde wie weet, misschien wel voor altijd. Een drukkend gevoel beklemde haar borst. Het werd haar vreemd te moede, als in een droom schreed ze door 't tourniquet. Waarheen? Naar huis? Lezen....? Neen, de stilte zou haar immers maar drukken. Menschen moest ze om zich heen hebben, en leven...: dat leek haar beter. Een tram naderde. Lijn 9! Die ging naar Scheveningen. Ja, daarheen! Bij de Pier ging ze zitten, in een van die café's langs den Boulevard. Het was druk op de Pier, het wemelde van menschen. Peinzend staarde ze voor zich uit, naar de zee. Visschersboolen zweefden als witte vlin ders over het water en heel in de verte, daar waar het blauw van den hemel met dat van de zee ineenen smolt, voer een slanke stoomboot, een lange, bruine rook pluim er achter aan. Nog geen twee maanden waren ze ge trouwd, zij en de gevierde zanger. Ze lachte zachtjes, toen ze er aan dacht, hoeveel op zien haar huwelijk wel had verwekt. Het romantische, dat Scarlatti's vrienden er in zagen, was niet misplaatst: Uit de dwepe rij van een bakvisch die onder den indruk van zijn stem, den beroemden zanger om een handteekening kwam vragen was een diepe liefde geboren en een zóó groot ge luk, dat ze het dikwijls zelf niet gelooven durfde. Dan werd ze gekweld door den angst, dat de een of andere onverwachte gebeurtenis, al dit mooie en verhevene met één enkele slag zou vernietigen. Een windstoot deed haar opschrikken. Waren daar ginder aan den horizon geen onweerswolken te bespeuren? Ze dacht weer aan haar droom en in haar angst ontdekte ze spotbende gezichten in de wolkenmassa. En plotseling was ze er heel zeker van, dat juist deze wolken haar geluk zouden vernietigen. Ze wenkte den kellner en stond op. Als versuft keerde ze naar de stad te rug. In een drukke straat trokken bonte plakkaten van een bioscoop haar aandacht. Hier, dacht ze bij zich zelf, kan ik rustig zitten. Hier is- niets van het naderend on weer te merken. Toen zo echter in een loge had plaats gonomen en dankbaar voor de afleiding naar het doek opzag, schrok zedo Amerikaansche Cowboy-film speelde te midden van reusachtige wolkbreuken en grillige bliksemschichten Ze beet dc tanden op elkander cn tracht te om het film-onweer en de orkestdonder te lachen. Inwendig trilde ze echter; ze was nu heelemaal overstuur. Eindelijk was de voorstelling voorbij en willoos liep ze met den mcnschenstroom mee naar buiten. De schemering viel reeds en in de verte hoorde ze het donderen. Harde windstooten deden stof en papier naar alle kanten waaien. Gejaagd snelde ze naar huis en nauwelijks was ze binnen, of daar vlamde al de eerste bliksemstraal langs het zwerk. Hevige donderslagen volg den en de regen viel bij stroomen neer. Haastig deed ze de luiken voor de ven sters. Ademloos luisterde ze toe, haar hoofd zoo diep mogelijk in de kussens, die op den divan lagen. Maar ook hier hoorde zij nog den reus, die haar geluk zoo wreed verstoren kwam. Lang lag ze daar. Toen stak een storm op cn het onweer dreef over. Luid kletterend sloeg de regen tegen de luiken. Langzaam kwam Anita nu tob zich zelf. Werktuigelijk keek ze naai de pendule op den wit marmeren schoor steen. Ze ontstelde, want in haar opwinding had ze ieder begrip van tijd verloren. Tien vóór negenen! Om dezen tijd moest Enrico's concert reeds bijna afgelooppn zijn! Angstig liep ze naar liet radiotoestel bij het raam. Ze schakelde dc lampen aan en verdraaide wat aan de afstemming. Op dc luidste draaggolf stemde zc af. Dat was zijn station. Wat hoorde ze daar? Muziek? En het moest pauze zijn. Neen, ze vergiste zich toch niet, de laatste accoorden van een prelude van Rachmaninoff stierven lang zaam weg. Vreemd, die radio-lui waren anders zoo precies op tijd. Stil, daar klonk de stem van den omroe per uit den luidspreker: Ingevolge onweerstoring moesten we het programma een kwartier lang onder breken. Indien het hier heerschende nood weer ons weer tot uitschakelen noopt.... Anita wist genoeg. Hot onweer was dus boven dc hoofdstad en haar drooip zou be waarheid worden. Wellicht was Enrico nu al in de studio cn stond hij voor den microfoonEn in het lichte gonzen en kraken in den luidspreker meende ze duidelijk het rom melen vau den donder te hooren. Weer klonk muziek uit den speaker. En een stem, die haar hijua bovenmenschelijk voorkwam: Enrico's tenor! Stralend en licht, boven de golvende rytlimen van Rossini's Aria uit dc Barbier Maar wat was dat? Een geheimzinnig kraken cn knarsen deed zich hooren, daarna een pruttelen en ruischen en toen was alles stil, angstwek kend stil. Ingeslagen! ging het door Anita's hoofd. Ze gilrle het uit cn kromp ineen van smart. Toen zag zo mets meer. zc had het be wustzijn verloren. Een scherpe lucht was haar eerste in druk. Ze sloeg verschrikt de r.ogeïi op er stond iemand voor haar er boog zich iemand over haar .icon Enrico, riep zo juichend uit. Enrico! En ze trok hem heel dicht naar zich toe. Is je dan niets overkomen? Ben je heelemaa lniet gewond? De bliksem is toch in de antennemast geslagen, zooals ik gedacht had? Ja, ik hoorde je stem in den luid spreker, plotseling een kraken en knarsen en toen was alles stil. Dc tenor maakte zich lachend los. Wellicht is dat wat anders geweest, vrouwtje. Eu hij liep naar het radiotoestel, dat hij onderzoekend bekeek. Plotseling lachte hij luid. Je bent nerveus goweest, kindje, cn hebt de anodebatterij slecht aangesloten, Vandaar dat pruttelen en krakenten slotte is de eene stekker zelfs heelemaal los gegaan en kon je niets meer hooren. Verder is alles in orde. Eu de reus, die ons geluk zoo wreed verstoren wou vroeg Anita nog half onge- loovig. Scarlatti begreep. Zulk 'n reus, zei hij lachend ziet er akeliger uit dan hij in wer kelijkheid is. Met een beetje overleg kun nen we hem best van ons af houden. A. M. SCHWENCKE. DE HALVE MAAN BIJ DE TURKEN. Over den oorsprong der halve maan als het zinnebeeld van den Islam, die voor de Mohammedanen is, wat het kruis is voor dc Christenen, namelijk liet symbool des geloofs, zijn geen juiste berichten bekend. Het is echter niét onwaarschijnlijk, dat die oorsprong in een legende moet gezocht worden, die de geloovigo Mohammedanen van hun profeet mededeelen. In hot tien de jaar van de zending des profeets, zoo verhaalt men, toen nog de meeste Arabie ren aan Mohammed twijfelden, verlangden zij van hem een wonder om daardoor een bewijs van de ochtheid zijner hoogcre roe ping te geven. En zie plotseling scheid de de volle maan zich in twee deelen, waarvan dc eene helft verdween en de andere dan den hemel bleef staan, zoodat de geloovigen van Mohammed's zending overtuigd werden. De oplossing van dit wonder zal wel in een halve-maansverduistcring moeten ge zocht worden, die juist te rechter tijd in viel en nu is het waarschijnlijk, dat de volgelingen van Mohammed, als herinne ring aan dit voorval, de halve maan als het zinnebeeld van hun geloof aAnnamen. Zeg, Adolf, weet je wat ik zoo idioot aan die roeibootcn vindt? Dat het voorstuk zoo hoog in de lucht steekL EEN ONBEVOEGD RECHTER. Jaren geleden woonde de planisclijkc commandant van een kleine garnizoens plaats een uitvoering bij, die gegeven werd door het muziekcorps van zijn regi ment. Tot zijif groote verwondering zag hij, dat drie leden van het corps geruimen tijd zonder iets uit te voeren tegen ecu balustrade stonden Ie leunen, terwijl de overigen druk aan 't blazen waren. Toen de uitvoering geëindigd was, liet hij den kapelmeester bij zich komen en vroeg naar dc namen van <le drie muzikanten. Den volgenden morgen werden de drie mannen bij den commandant ontboden. „Jullie hebben gisteravond je plicht ver zuimd", schreeuwde hij hun toe. „Niks heb ben jullie uitgevoerd on alles overgelaten aan jc kameraden. Waarom deed iii niet mee?" vroeg hij aan den hoornblazer, die het dichtst bij hem stond. „Ik had honderd twaalf maten rust, commandant was '1, antwoord. „Wat rust? Jc hoeft niet te rusten, als je kameraden werken. En jij?" vervolgde hij tot den tweeden. „Ik had pauze, commandant". „Zoo, dc een rust en de ander pauze cn jij" tot den derden „jij hadt zeker ook niets te doen? Om to rusten en te pauseeren Hoeven jullie niet op dc markt te komen. Ajle drie acht dagen provoost- Ik zal jullie dat luieren wel afloeren''. De muzikanten probeerden zich te ver dedigen, doch er werd niet eens naar hen geluisterd. Toen de kapelmeester van het geval hoorde, haastte hij zich naar den comman dant om 4ezen de zaak op te helderen, hetgeen hem heel wat moeite kostte, want de commandant kon muar niet begrijpen, waarom de werkzaamheden in de muziek zoo ongelijk verdeeld werden. Dat moest een einde nemen, zei hij. Die niets te doen had, moest zijn kaïneraden maar een handje helpen. In alle geval konden ze dan wel op de trom slaan, dat klonk nog wat voller ook. Op die voorwaarde wilde de commandant de drie schuldigen ont slaan van straf. De geschiedenis vermeld niet, hoe de kapelmeester dit heeft weten klaar tc spelen. DE GLOBE VAN PATER ATHANASIUS KIRCHER. Pater Atlianasius Kirchcr, die van IfiOI 1C80 leefde was een der beroemdste sterrenkundigen van zijn tijd. Onder zijn vele vrienden was ook een geleerde, die beweerde, dat het heelal niet door God geschapen, maar uit zich zelf ontstaan was. Op een dag, dat de pater verdiept was in eenige sterrenkundige berekenin gen, kwam hij diens learner binnen cn daar hij den pater niet wildeN storen liep hij de kamer op en neer en bleef eindelijk staan om oen prachtige hemelglobe te bekijken. Toen de pater met zijn berekeningen klaar was en zijn vriend hartelijk verwel komd had, vroeg hij: '„Hoe bevalt u die globe?" „Ze is ccnig. Wie heeft die voor U vcr- vaurdigd, pater? Het -is 'n waar meester stuk". „Wie die gemaakt heeft? Niemand", antwoordde de pater leahn. Verwonderd over dit antwoord her haalde de ander nog eons zijn vraag. „Ze is uit zichzelf hier in de kamer ge komen", was het antwoord van de jezuïet. „Nu schertst ge toch, oerwaarde", waag de de geleerde vriend op te merken, toen de pater bij het eerst gegeven antwoord volhardde. „In 't geheel niet, mijn waarde. U moet dat gelooven, want als ge beweert en aan neemt, dat. de gehoele schepping met al haar sterren en planeten door een bloot toeval ontstaan is, dan is het nog makke lijker aan te nemen, dat. dit ook 'I geval is met de globe daar vóór u." BROEDER JONATHAN. De uitdrukking „Broeder Jonathan" wordt heel dikwijls gebruikt ten opzichte van do Vereenigdc Staten cn men vraagt zich wel eens af, hoe men aan die uitdruk king gekomen is. Wij vonden hierover het volgende. Toen generaal Washington in den onaf hankelijkheidsoorlog legen Engeland in 1775 tot opperbevelhebber van het leger was geworden in Massachusetts kwam om dezen staat te organiseereu cn toebereid selen ter verdediging van het land te nm- kon, vond hij groot gebrek aan munitie en andere hulpmiddelen om den machtigen vijand het hoofd te binden en er deden zicli groote moeilijkheden voor om het ont brekende aan te schaffen. Ware men in zulk een toestand aangevallen, dan had men waarschijnlijk het onderspit moeten delven. In dit tijdperk had een bcraad- rlaging tusschen de officieren cn andere personen plaats, doch men vond geen mid- delon om uit den neteligen toestand te geraken. Zijne Exe. Jonathan Trumbull was toenmaals gouverneur' van Connecti cut. Aan zijn oordcel en zijn bijstand hechtte dc generaal groot gewicht en hij zeidc: „Wij moeten broeder Jonathan over de zaak spreken." Dit geschiedde eu dc gouverneur wist inderdaad vele be hoeften van hot leger te bevredigen. La ter, toen zich het leger over het land uit breidde. werd liet, wanneer er zich zwarig heden opdedbn. tot een spreekwoord: „Wij moeten broeder Jonathan er over spreken" Vandaar de uitdrukking Broeder Jonathan ten opzichte van de Vereenigdc Staten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 7