ALLERLEI
DE LEIDSCHE COURANT
De Rouwmaand in
Perzië
(Van onzen rcis-corrcspondcut).
Voor de Perzen is de Muharrem de hei
ligste maand van het jaar, heiliger nog dan
de vastenmaand Ramadhan voor de Turken
en Arabieren.
Nog met dezelfde onverbiddelijke streng
heid wordt deze maand gevierd als hon
derden jaren geleden, toen Perzië nog het
land van duizend en één nacht was.
De Muharrem is de maand van den groo-
ten volksrouw. Rouw over den gedooden
kleinzoon van Mohammed, over Hussein,
dien de Perzen als rechtmatigen opvolger
van den profeet vereeren, rouw over het
verschrikkelijk noodlot, dat het eens zoo
machtig en glorierijk volk in een staat van
vergetelheid gestort heeft, waaruit het, met
geen mogelijkheid meer op kan komen.
Toen wij, van Armenië komend, bij
Djulva de grenzen van het land overschre
den, was de heilige Muharrem juist begon
nen. In het begin was er niets opvallends
to zien. Wel bemerkten wij dat de inwoners,
bij wie wij in de theehuizen overnachtten,
urenlang melancholische melodiën bij zich
zelvcn neurieden, waarbij zij met stokken
en zwaarden op den grond trommelden,
maar wij hielden dat voor eigenaardigheden
van het Perzische volk. Pas eenige dagen
later, toen wij het stadje Maraud bereik
ten en gelegenheid vonden, wat te beko
men van de vermoeienissen der vorige da
gen, zouden wij ook de diepere beteekenis
van deze treurige muziek leeren begrijpen.
Onze gastheer, een Pers van prinselijken
bloede, die in Maraud de betrekking .van
ocmnïissaris van politie bekleedde, was een
kinderlijk-naïve, maar belninnelijk en gast
vrij man. Hij wijdde ons in het geheim van
de Muharrem in en noodigde ons uit om
te blijven tot den lOdcn, den voornaamsten
feestdag van de rouwmaand. Evenals on
derweg \ertoonde zich ook in Maraud iede-
ren avond hetzelfde schouwspel. Met groole,
somberdreunende trommen trokken, bij het.
ondergaan der zon, heele scharen jonge
mannen door de stad. Zij herhaalden daar
bij zonder onderbreking, met doordringen
de steto, denzelfden roep: „Schach sei,
wach sei!"
Deze woorden, die den Europeaan zon
derling en tenslotte, bij die eeuwige herha
ling, vreeselijk in de ooren klinken, zijn
de afkortingen van „Schach. Hussein, Wah
Hussein!" d. w. z. „Koning Hussein, wee
Hussein
Het gevolg van deze aanroepingen, die
onophoudelijk door de heele stad weerklan
ken, bleef dan ook niet uit. Uit dje omlig
gende huizen, waar de trommelende en kla
gende mannen voorbijtrokken, klonk van
achter de dikke leemen muren hetzelfde
langgerekte ldaagehuil, dat slechts onder
broken werd door de schrille nerveuse kre
ten der vrouwen, die telkens duidelijk ge
hoord werden en onaangenaam aandeden.
Tot. laat in den nacht hoorden wij telkens
weer hetzelfde eentonig klagend roepen.
Dit alles was echter nog maar een voor
bereiding, een langzame Opvoering, een con
centratie van het geheele denken op 't ééne
hoogtepunt, dat bereikt wordt "op den voor
naamsten dag: den lOden van de Muhar
rem. Dan ontketent zich de inwendige smart
die door allerlei middelen kunstmatig is
opgewekt, met alle geweld om te ontaarden
in een razernij, die geen grenzen en geen
hindernissen kent.
Voor den Europeaan blijft de deelname
aan een dergelijk feest altijd een gewaagd
iets, zoo niet een ernstig gevaar.
Aan de buitengewone goede zorgen van
gastheer, den- politiechef van Maraud en
vooral aan de voorbeeldige discipline waar
door zich de troepen van Separ Rhiza Khan
onderscheidden, hadden wij het te danken,
dat men voor ons een uitzondering maakte.
Wij mochten zoodoende deelnemen aan een
plechtigheid, die voor een vreemdeling
meestal niet. toegankelijk is; wij waren ge
tuige van de uiting van een religieus-na
tionaal gevoel, dat zóó sterk ontwikkeld"
is-, dat men er zich in Europa absoluut
geen voorstelling van kan vormen. Wij za
ten, even veilig als midden in een Euro-
peesche grootstad, op het dak van een laag
winkelhuis, en lieten het-geweldige schouw
spel, dat brutaal en opwindend was, maar
toch in hartochtelijke uiting, geweldig im
poneerde aan ons ook voorbijtrekken. De
heele stad was in rouw gedompeld. Zwar
te doeken bedekten de bontgekeurde uit
hangborden der winkels en verder alles
wat een tegenwoordige Oosterschc stad
haar schilderachtig, bont aspect geeft. De
enkele winkels, van Maraud waren natuur
lijk gesloten. Zoover het oog reikte, was
er geen huis te bespeuren, -dat niet door
groote zwarte vanen blijk gaf van deel
name aan de algemeene smart van het ge
heele volk. Nergens ontbrak de zilveren
Fatma-hand, die men algemeen als de hand
van den profeet beschouwt. De geloovigen
kennen thans hare oorspronkelijke betee
kenis niet meer; in ieder geval werd zij
reeds eeuwen geleden als een heilig tee-
ken beschouwd en sindsdien heeft men deze
traditie altijd in eere gehouden.
Het groote plein van Maraud, waar zich
anders iederen dag het bont gewemel en
kleurig bedrijf van het dagelijksche markt
leven ontplooide, was terdege schoonge
maakt en bood nu de groote menigte die uit
duizenden en duizenden bestond, voldoende
ruimte om hun kijklust te voldoen.
Militairen en politie hadden de handen
vol werk om orde en rust te handhaven
onder de toeschouwers, die in uiterste span
ning verkeerden en nauwelijks kalm te hou
den waren. Eindelijk weerklonk een som
bere paukenslag, waarop de menigte met
even somber gemurmel antwoordde. Dit
was het teeken voor den aanvang.
Met het aanzwellen van het geroffel steeg
ook de onrust van het volk.
Plotseling weerklonken uit den donkeren
ingang van den bazar die op de marlet uit-
kwam schetterend trompetgeschal. Bij dit
ignaal verstomde plotseling ieder ander
duid. Er heerschte doodsche stilte.
Nu verscheen onder voortdurend roepen
zingen een schaar jonge mannen in dub
bele rijen, die tegenover elkander opge
steld waren. Zij hupten op dc maat der pau
ken telkens drie schreden vooruit cn dan
weer terug, waarbij zij met stokken op
den grond sloegen. Zij werden gevolgd dooi
de pankenslagers en deze weer door een rij I
geeselbroeders, waaronder zich zelfs kin-
deren en grijsaards bevonden. Al deze per- i
sonen lieten de gecs-els onbarnfharfcig neer-
komen op de naakte ruggen, die direct
blauwrood werden en bij verdere slagen I
met de spitse metalen uiteinden der gee- J
seis opensprongen. Na eenige oogenblikkcn j
stroomde het bloed langs alle kanten over 1
het lichaam. Men had geen lijd genoeg om
de afschuwelijkheid van het schouwspel vol-
doende te gevoelen, want telkens trokken
weer nieuwe groepen voorbij en ieder van
die groepen bood een anderen, jammerlijken j
aanblik.
Midden op het plein stonden de zwaard
vechters, de helden van den dag; meer dan
honderd jonge mannen in lange witte hem
den, aangevoerd door een schaar priesters,
gevolgd door dokters en apothekers der
stad en een onafzienbare rij van huilende
en schreiende menschen. Op de maat van
de naast hen voortschrijdende p^ukensla-
gers sloegen zij zich in wilde, fanatieke
woede met dc korte scherpe zwaarden op
het pasgeschoren hoofd.
Het bloed stroomde hun over hoofd on
schouders in lange streepen over de witte
mantels. Door wilde kreten en paukensla
gen hitsten de paukenslagers telkens het
dwaze gedoe weer aan.
Het duurde niet lang of de razernij sloeg
over op de toeschouwende menigte en ten
slotte kastijdde zich ieder afzonderlijk woe
dend met vuistslagen zooals de mannen
met de zwaarden deden.
Bij sommige scheen de extase tot waan
zin te zijn overgeslagen; zij letten niet meer
op maat en jammerkreten, maar zij kerf
den zoo snel èn onbarmhartig op hun eigen
lichamen los, dat dokters en toeschouwers
tusschenbeide moesten komen om hun do
zwaarden te ontrukken, wat gewoonlijk met
verzetpleging gepaard ging. Anderen zak
ten uitgeput en bewusteloos ineen en moes
ten op gereedstaande brancards wegge
voerd worden. Ofschoon alle dokters van
de plaat-s bezig waren en onvermoeid hulp
verleenden, eischte de ceremonie toch nog
drie slachtoffers.
Maar ook niet dezen vreeselijken optocht
was het programma nog niet afgewerkt.
Telkens weer trokken er nieuwe groepen
lijdende menschen voorbij, telkens weer
kondigden stok- en paukenslagen een ander
nummer aan. Zoo waren in de enkele uren
die wij op het dak doorbrachten dertien
processies aan ons voorbijgetrokken en had
den ons een schouwspel geboden, zooals
wij wel geen tweede maal meer zouden
Hoe zwaar het den Europeaan ook vallen
mag, deze eeredienst te begrijpen en hoe
gemakkelijk hij geneigd is, hem als een
dwaling van een fanatiek volk te verwer
pen, zal hij toch zijn hard oordeel moeten
matigen, wanneer hij bedenkt, dat in deze
smart, die zich op zoo afschuwelijke wijze
uit, een diep verlangen verscholen ligt. Een
verlangen n.l. naar een ver en onbereik
baar doel, naar het verkrijgen van vroegere
grootheid, van politieke en religieuze
macht. Het eens zoo hoogstaande cultuur
volk der Perzen werd immers door de
krijgszuchtige Arabieren bedwongen en tot
den vreemden godsdienst van den Islam ge
dwongen. Het machtige protest tegen deze
verdrukking ligt vooral in de vereering
van den bedrogen held Hussein en komt
nooit zoo sterk tot uiting als op den lOen
Muharrem, den voornaamsten dag van den
diepsten rouw.
WAAR WORDT HET MEEST GELOGEN?
Pater Abraham a Sancta Clara, die het
zoo leuk en raak kon zeggen, stelde zijn
toehoorders eens de vraag, waar wel het>
meest gelogen werd.
„Men zal zeggen", aldus de redenaar,
„op de markt, in de winkel, in de herber
gen, enz. Neen zeker neen!.... In de ker
ken Ja, in de kerken wordt het meest
gelogen, en wel in het gebed. Want wie
is er onder ons, die niet een Onze-Vader
bidt in de kerk? En ondertusschen zijn
er weinig, die in het Onze-Vader niet lie
gen. „Vergeef ons onze. schulden, gelijk
ook wij vergeven onze schuldenaren".
„Dat is bij de de meeste menschen een
leugen. Is dat vergeven, wanneer mon een
wrevel in 't hart houdt? -Is dat vergeven,
wanneer men iemand, die ons maar in het
minst beleedigd heeft, niet eens wil aaif-
zienï Is dat vergeven, wanneer men steeds
op wraak bedacht is?
„Veel menschen gelijken op brandnetels.
Nauwelijks raakt men ze aan, of ze bran
den. Ze gelijken op-orgels. Als men er op
drukt beginnen ze te piepen. Ze gelijken
op vuursteen die, als hij maar even met het
staal geraakt wordt, vonken laat zien.
„Is dat vergeven? Verre vandaar.
„Daarom moet ik eon ieder vermanen
met dc woorden van David: „Hoe lang
nog zult gij de leugen zoeken?"
Ach meneer, help een armen man, die
niets anders heeft dan de kleeren, welke
hij aan heeft, en een scherp geladen re
volver.
HET ONWEDER
Een radio-schets.
Dc tenor Scarlatti keek zijn vrouw glim
lachend aan.
Waartoe die zorgen, kindje? Jc bent
nerveus, want anders zou jc niet- zoo bang
zijn.
Dc jonge vrouw beheerschte zich met
moeite.
Nerveus? 't Is mogelijk, maar die
droom was zóó levendig
Scarlatti wees op de openstaande coupé
deur:
Binnen één uur ben ik in dc hoofd
stad. Het. concert is- tegen npgen uur voor
bij, en de aria en dc beide liederen, die ik
in de studio moet zingen, duren nog geen
half uur. Ik haal makkelijk den laatstcn
trein en ben even na twaalven weer bij je.
Ik laat jc maar enkele uurtjes alleen.
Anita baldo haar kleine handjes kramp
achtig samen.'
Zeg dio radio-lui toch af, Enrico.
Laat het concert geen doorgang vinden!
Mijn droom was te duidelijk. Ik zag het
huisje, waarin zich de studio bevindt,
dicht daarbij dc radiomasten in hun on
metelijke hoogte. Boven aan den hemel
stapelden zich zwarte wolkenbanken op.
Plotseling zag ik een bliksemschicht, door
het luchtruim schieten. In een oogwenk
was een der antennemasten getroffen en
in zijn val verbrijzelde hij alles, wat ev
onder was, ook de studio.met jou.
Anita zweeg, hevig geëmotioneerd.
Instappen, klonk het koud en drei
gend uit den mond van den conducteur.
Enrica, ik bid je, toe zeg af.... toe, doe
'tfluisterde ze angstig.
De tenor trachtte te glimlachen, maar
het lukte hem niet.
Zie dan toch, kindje, er is geen wolk
je te zien. Het zal vandaag beslist mooi
weer blijven. ook in de hoofdstad.
Zet tegen negen uur de radio maar aan
dan hoor je mijn stem in den luidspreker.
Meer dan honderd kilometer ben ik van je
weg en toch eigenlijk ook niet, want mijn
stem is héél dicht bij jc. Heusch er kan
niets gebeuren.
Anita bleef bewegingloos staan. Niet
één keer wuifde ze hem na. Langzaam werd
de witte damp, die de locomotief omgaf,
ijler en ijler, om al op te lossen in den
nevel van den herfstdag.
Zoo lang mogelijk bleef ze hem nasta
ren en in haar oogen welde een traan, toen
ze. er aan dacht, dat haar Enrica zich
ieder seconde verder van 'r verwijderde
wie weet, misschien wel voor altijd.
Een drukkend gevoel beklemde haar
borst. Het werd haar vreemd te moede, als
in een droom schreed ze door 't tourniquet.
Waarheen? Naar huis? Lezen....?
Neen, de stilte zou haar immers maar
drukken. Menschen moest ze om zich heen
hebben, en leven...: dat leek haar beter.
Een tram naderde. Lijn 9! Die ging naar
Scheveningen. Ja, daarheen!
Bij de Pier ging ze zitten, in een van die
café's langs den Boulevard. Het was druk
op de Pier, het wemelde van menschen.
Peinzend staarde ze voor zich uit, naar de
zee.
Visschersboolen zweefden als witte vlin
ders over het water en heel in de verte,
daar waar het blauw van den hemel met
dat van de zee ineenen smolt, voer een
slanke stoomboot, een lange, bruine rook
pluim er achter aan.
Nog geen twee maanden waren ze ge
trouwd, zij en de gevierde zanger. Ze lachte
zachtjes, toen ze er aan dacht, hoeveel op
zien haar huwelijk wel had verwekt. Het
romantische, dat Scarlatti's vrienden er in
zagen, was niet misplaatst: Uit de dwepe
rij van een bakvisch die onder den indruk
van zijn stem, den beroemden zanger om
een handteekening kwam vragen was een
diepe liefde geboren en een zóó groot ge
luk, dat ze het dikwijls zelf niet gelooven
durfde. Dan werd ze gekweld door den
angst, dat de een of andere onverwachte
gebeurtenis, al dit mooie en verhevene met
één enkele slag zou vernietigen.
Een windstoot deed haar opschrikken.
Waren daar ginder aan den horizon
geen onweerswolken te bespeuren?
Ze dacht weer aan haar droom en in
haar angst ontdekte ze spotbende gezichten
in de wolkenmassa. En plotseling was ze
er heel zeker van, dat juist deze wolken
haar geluk zouden vernietigen.
Ze wenkte den kellner en stond op.
Als versuft keerde ze naar de stad te
rug. In een drukke straat trokken bonte
plakkaten van een bioscoop haar aandacht.
Hier, dacht ze bij zich zelf, kan ik rustig
zitten. Hier is- niets van het naderend on
weer te merken.
Toen zo echter in een loge had plaats
gonomen en dankbaar voor de afleiding
naar het doek opzag, schrok zedo
Amerikaansche Cowboy-film speelde te
midden van reusachtige wolkbreuken en
grillige bliksemschichten
Ze beet dc tanden op elkander cn tracht
te om het film-onweer en de orkestdonder
te lachen. Inwendig trilde ze echter; ze
was nu heelemaal overstuur.
Eindelijk was de voorstelling voorbij en
willoos liep ze met den mcnschenstroom
mee naar buiten. De schemering viel reeds
en in de verte hoorde ze het donderen.
Harde windstooten deden stof en papier
naar alle kanten waaien. Gejaagd snelde
ze naar huis en nauwelijks was ze binnen,
of daar vlamde al de eerste bliksemstraal
langs het zwerk. Hevige donderslagen volg
den en de regen viel bij stroomen neer.
Haastig deed ze de luiken voor de ven
sters.
Ademloos luisterde ze toe, haar hoofd
zoo diep mogelijk in de kussens, die op
den divan lagen. Maar ook hier hoorde zij
nog den reus, die haar geluk zoo wreed
verstoren kwam.
Lang lag ze daar.
Toen stak een storm op cn het onweer
dreef over. Luid kletterend sloeg de regen
tegen de luiken. Langzaam kwam Anita
nu tob zich zelf. Werktuigelijk keek ze naai
de pendule op den wit marmeren schoor
steen. Ze ontstelde, want in haar opwinding
had ze ieder begrip van tijd verloren. Tien
vóór negenen!
Om dezen tijd moest Enrico's concert
reeds bijna afgelooppn zijn!
Angstig liep ze naar liet radiotoestel bij
het raam. Ze schakelde dc lampen aan en
verdraaide wat aan de afstemming. Op dc
luidste draaggolf stemde zc af. Dat was
zijn station.
Wat hoorde ze daar? Muziek? En het
moest pauze zijn. Neen, ze vergiste zich
toch niet, de laatste accoorden van een
prelude van Rachmaninoff stierven lang
zaam weg.
Vreemd, die radio-lui waren anders zoo
precies op tijd.
Stil, daar klonk de stem van den omroe
per uit den luidspreker:
Ingevolge onweerstoring moesten we
het programma een kwartier lang onder
breken. Indien het hier heerschende nood
weer ons weer tot uitschakelen noopt....
Anita wist genoeg. Hot onweer was dus
boven dc hoofdstad en haar drooip zou be
waarheid worden.
Wellicht was Enrico nu al in de studio
cn stond hij voor den microfoonEn
in het lichte gonzen en kraken in den
luidspreker meende ze duidelijk het rom
melen vau den donder te hooren.
Weer klonk muziek uit den speaker. En
een stem, die haar hijua bovenmenschelijk
voorkwam: Enrico's tenor! Stralend en
licht, boven de golvende rytlimen van
Rossini's Aria uit dc Barbier
Maar wat was dat?
Een geheimzinnig kraken cn knarsen
deed zich hooren, daarna een pruttelen en
ruischen en toen was alles stil, angstwek
kend stil.
Ingeslagen! ging het door Anita's
hoofd. Ze gilrle het uit cn kromp ineen van
smart.
Toen zag zo mets meer. zc had het be
wustzijn verloren.
Een scherpe lucht was haar eerste in
druk.
Ze sloeg verschrikt de r.ogeïi op er
stond iemand voor haar er boog zich
iemand over haar .icon
Enrico, riep zo juichend uit. Enrico!
En ze trok hem heel dicht naar zich toe.
Is je dan niets overkomen? Ben je
heelemaa lniet gewond?
De bliksem is toch in de antennemast
geslagen, zooals ik gedacht had?
Ja, ik hoorde je stem in den luid
spreker, plotseling een kraken en knarsen
en toen was alles stil.
Dc tenor maakte zich lachend los.
Wellicht is dat wat anders geweest,
vrouwtje.
Eu hij liep naar het radiotoestel, dat hij
onderzoekend bekeek.
Plotseling lachte hij luid.
Je bent nerveus goweest, kindje, cn
hebt de anodebatterij slecht aangesloten,
Vandaar dat pruttelen en krakenten
slotte is de eene stekker zelfs heelemaal
los gegaan en kon je niets meer hooren.
Verder is alles in orde.
Eu de reus, die ons geluk zoo wreed
verstoren wou vroeg Anita nog half onge-
loovig.
Scarlatti begreep. Zulk 'n reus, zei hij
lachend ziet er akeliger uit dan hij in wer
kelijkheid is. Met een beetje overleg kun
nen we hem best van ons af houden.
A. M. SCHWENCKE.
DE HALVE MAAN BIJ DE TURKEN.
Over den oorsprong der halve maan als
het zinnebeeld van den Islam, die voor de
Mohammedanen is, wat het kruis is voor
dc Christenen, namelijk liet symbool des
geloofs, zijn geen juiste berichten bekend.
Het is echter niét onwaarschijnlijk, dat die
oorsprong in een legende moet gezocht
worden, die de geloovigo Mohammedanen
van hun profeet mededeelen. In hot tien
de jaar van de zending des profeets, zoo
verhaalt men, toen nog de meeste Arabie
ren aan Mohammed twijfelden, verlangden
zij van hem een wonder om daardoor een
bewijs van de ochtheid zijner hoogcre roe
ping te geven. En zie plotseling scheid
de de volle maan zich in twee deelen,
waarvan dc eene helft verdween en de
andere dan den hemel bleef staan, zoodat
de geloovigen van Mohammed's zending
overtuigd werden.
De oplossing van dit wonder zal wel in
een halve-maansverduistcring moeten ge
zocht worden, die juist te rechter tijd in
viel en nu is het waarschijnlijk, dat de
volgelingen van Mohammed, als herinne
ring aan dit voorval, de halve maan als
het zinnebeeld van hun geloof aAnnamen.
Zeg, Adolf, weet je wat ik zoo idioot aan
die roeibootcn vindt? Dat het voorstuk zoo
hoog in de lucht steekL
EEN ONBEVOEGD RECHTER.
Jaren geleden woonde de planisclijkc
commandant van een kleine garnizoens
plaats een uitvoering bij, die gegeven
werd door het muziekcorps van zijn regi
ment. Tot zijif groote verwondering zag
hij, dat drie leden van het corps geruimen
tijd zonder iets uit te voeren tegen ecu
balustrade stonden Ie leunen, terwijl de
overigen druk aan 't blazen waren. Toen
de uitvoering geëindigd was, liet hij den
kapelmeester bij zich komen en vroeg
naar dc namen van <le drie muzikanten.
Den volgenden morgen werden de drie
mannen bij den commandant ontboden.
„Jullie hebben gisteravond je plicht ver
zuimd", schreeuwde hij hun toe. „Niks heb
ben jullie uitgevoerd on alles overgelaten
aan jc kameraden. Waarom deed iii niet
mee?" vroeg hij aan den hoornblazer, die
het dichtst bij hem stond.
„Ik had honderd twaalf maten rust,
commandant was '1, antwoord.
„Wat rust? Jc hoeft niet te rusten, als
je kameraden werken. En jij?" vervolgde
hij tot den tweeden.
„Ik had pauze, commandant".
„Zoo, dc een rust en de ander pauze cn
jij" tot den derden „jij hadt zeker
ook niets te doen? Om to rusten en te
pauseeren Hoeven jullie niet op dc markt
te komen. Ajle drie acht dagen provoost-
Ik zal jullie dat luieren wel afloeren''.
De muzikanten probeerden zich te ver
dedigen, doch er werd niet eens naar hen
geluisterd.
Toen de kapelmeester van het geval
hoorde, haastte hij zich naar den comman
dant om 4ezen de zaak op te helderen,
hetgeen hem heel wat moeite kostte, want
de commandant kon muar niet begrijpen,
waarom de werkzaamheden in de muziek
zoo ongelijk verdeeld werden. Dat moest
een einde nemen, zei hij. Die niets te
doen had, moest zijn kaïneraden maar een
handje helpen. In alle geval konden ze
dan wel op de trom slaan, dat klonk nog
wat voller ook. Op die voorwaarde wilde
de commandant de drie schuldigen ont
slaan van straf.
De geschiedenis vermeld niet, hoe de
kapelmeester dit heeft weten klaar tc
spelen.
DE GLOBE VAN PATER
ATHANASIUS KIRCHER.
Pater Atlianasius Kirchcr, die van IfiOI
1C80 leefde was een der beroemdste
sterrenkundigen van zijn tijd. Onder zijn
vele vrienden was ook een geleerde, die
beweerde, dat het heelal niet door God
geschapen, maar uit zich zelf ontstaan
was. Op een dag, dat de pater verdiept
was in eenige sterrenkundige berekenin
gen, kwam hij diens learner binnen cn daar
hij den pater niet wildeN storen liep hij de
kamer op en neer en bleef eindelijk staan
om oen prachtige hemelglobe te bekijken.
Toen de pater met zijn berekeningen
klaar was en zijn vriend hartelijk verwel
komd had, vroeg hij: '„Hoe bevalt u die
globe?"
„Ze is ccnig. Wie heeft die voor U vcr-
vaurdigd, pater? Het -is 'n waar meester
stuk".
„Wie die gemaakt heeft? Niemand",
antwoordde de pater leahn.
Verwonderd over dit antwoord her
haalde de ander nog eons zijn vraag.
„Ze is uit zichzelf hier in de kamer ge
komen", was het antwoord van de jezuïet.
„Nu schertst ge toch, oerwaarde", waag
de de geleerde vriend op te merken, toen
de pater bij het eerst gegeven antwoord
volhardde.
„In 't geheel niet, mijn waarde. U moet
dat gelooven, want als ge beweert en aan
neemt, dat. de gehoele schepping met al
haar sterren en planeten door een bloot
toeval ontstaan is, dan is het nog makke
lijker aan te nemen, dat. dit ook 'I geval
is met de globe daar vóór u."
BROEDER JONATHAN.
De uitdrukking „Broeder Jonathan"
wordt heel dikwijls gebruikt ten opzichte
van do Vereenigdc Staten cn men vraagt
zich wel eens af, hoe men aan die uitdruk
king gekomen is. Wij vonden hierover het
volgende.
Toen generaal Washington in den onaf
hankelijkheidsoorlog legen Engeland in
1775 tot opperbevelhebber van het leger
was geworden in Massachusetts kwam om
dezen staat te organiseereu cn toebereid
selen ter verdediging van het land te nm-
kon, vond hij groot gebrek aan munitie en
andere hulpmiddelen om den machtigen
vijand het hoofd te binden en er deden
zicli groote moeilijkheden voor om het ont
brekende aan te schaffen. Ware men in
zulk een toestand aangevallen, dan had
men waarschijnlijk het onderspit moeten
delven. In dit tijdperk had een bcraad-
rlaging tusschen de officieren cn andere
personen plaats, doch men vond geen mid-
delon om uit den neteligen toestand te
geraken. Zijne Exe. Jonathan Trumbull
was toenmaals gouverneur' van Connecti
cut. Aan zijn oordcel en zijn bijstand
hechtte dc generaal groot gewicht en hij
zeidc: „Wij moeten broeder Jonathan
over de zaak spreken." Dit geschiedde eu
dc gouverneur wist inderdaad vele be
hoeften van hot leger te bevredigen. La
ter, toen zich het leger over het land uit
breidde. werd liet, wanneer er zich zwarig
heden opdedbn. tot een spreekwoord: „Wij
moeten broeder Jonathan er over spreken"
Vandaar de uitdrukking Broeder Jonathan
ten opzichte van de Vereenigdc Staten.