21ste Jaargang VRIJDAG 20 JUNI 193v No. 6622 VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Uit de geschiedenis der Lustrum vieringen van het L. S. C. BUITENLAND DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Dit blad verschijnt eiken dag, uitgezonderd Zon- en Feestdagen II TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 GIRONUMMER 1030Q3, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop i verkoop f 0.50 Van eeuwfeesten en oude maskerades In de sneeuw en bij het licht der fakkels. Een reeks van „intochten". De Openlucht-Spelen De Leidsche Hoogescbool herdenkt weer haar stichtingsjaar en viert het feit van haar geboorte om de vijf jaren met bijzon- deren luister. Of eigenlijk is het niet de Universiteit, die feest viert; het is de studentenwereld, die in de vijfjaarlijksche herdenkingsplech tigheid aanleiding vindt grootsche feeste lijkheden op touw te zetten, en in 't bijzon der is het 't Leidsch Studentencorps, vroe ger „de" studentencorporatie, welke nu nog een oude traditie voortzet. De Universiteit zelf, belichaamd in haar curatoren en professoren met den rector magnificus aan het hoofd, pleegt alleen op eeuwfeesten en halve eeuwfeesten bijzon- deren luister aan hare herdenking bij te zetten, zooals in 1925, toen het zevende halve eeuwfeest werd gevierd met de eere promotie van H. M. de Koningin tot doctor juris. Bij zulke eeuwsplechtigheden worden dan de fraaiste redevoeringen ten beste gegeven en is het een statig betfteeg van geleerde mannen met hup baretten en toga's, maar deze officieele vieringen ont gaan de burgerij in haar geheel en vinden buiten de kringen van hen, die iets met de Leidsche Universiteit te maken hebben of hebben gehad, weinig weerklank. En toch is er een onverbrekelijke samen hang tusschen stad en academie. „Geboren bij en met een voor Vrijheid strijdend volk, en aan hetzelve, maar bo venal aan deze stad, ten prijze harer vol harding en opofferingen geschonken", dat is de Leidsche Academie. Uit de benauwe nis van Leidens Beleg in 1574 ontsprong de vreugde van een eigen Universiteit, door Willem den Zwijger geschonken aan de stad na Leidens Ontzet. Ontstaan in en door den vrijheidsoorlog, welke zoo nauw ..-verbonden was aan de invoering van de „nieuwe leer", spreekt het vanzelf, dat de Katholieken weinig pleizier van deze uni versiteit hebben beleefd, daar haar rich ting „besmet" en „contrarie wesende onser Heylighe Catholycxsche Roomsche gke- loove" werd verklaard en het verscheidene jaren den Katholieken verboden was deze hoogeschool te bezoeken. Langzamerhand is daarin verandering gekomen, waartoe niet weinig heeft bijgedragen het feit, dat de hoogleeraaren persoonlijk dikwijls een zeer verdraagzame houding aannamen. Maar dit voorbijgaande, moet toch ge constateerd worden het nauwe verband" tusschen de academie en de stad als zoo danig. En het is dan ook niet zoo verwon derlijk, dat bij gelegenheid van het tweede eeuwfeest in 1775 de studenten begrepen, •dat de Leidscek burgerij recht had in de feestviering van de Hoogeschool meer te worden betrokken, dan geschieden kon met het houden van professorale redevoerin gen. De gloed der fakkels op de sneeuw. In de veertiger jaren van de 18e eeuw was een letterkundig genootschap opge richt, dat zich getooid had met den Latijn- schen naam „Veniam pro Laude" en zich ten doel gesteld had, gedurende den win ter de voornaamste en beste Treur-, Blij- en Kluchtspelen op te voeren. Bij do vie ring van het eeuwfeest van 1775 had dit genootschap zich ook zeer verdienstelijk gemaakt door het opvoeren van een „zinne- spel", doch er waren leden, die het als een gemis voelden, dat de Leidsche be volking zoo weinig had aan het toch zoo luisterrijk gevierde jubeljaar. Zij kwamen op het idee om een sledetocht te organi- seeren. Dat gelukkige denkbeeld rees in hun koppen op toen het jubeljaar eigenlijk al verstreken was, want men schreef reeds 23 Januari 1776. Maar och, een jubeljaar is wel lang, maar het heeft toch ook vaak een kop in het vorige en een staart in het volgende jaar. Tot plechtig besluit van dat jubeljaar werd in één dag een complete optocht in elkaar gezet en in den avond van 24 Januari trok men bij fakkellicht per slee door de besneeuwde straten. De hoofd figuur uit dezen optocht schijnt de Leid sche Stedemaagd geweest te zijn, die een wit gewaad droeg met zilver doorweven en een roode sluier daarover. Op dezelfde slede zaten ook twee kinderen in het wit en rood en als palfreniers stonden er ach ter de bekende figuren van Pi eter Adriaansz. v. d. Werf en Jan v. Hout. Zij zullen het wel koud gehad hebben, want de optocht duurde van 9 tot 12 uur. Dat de Leidsche bevolking zulk een attentie waardeerde, spreekt vanzelf. Toch duurde het weer een halve eeuw, voordat zij wederom van een dergelijk schouwspel kon genieten. Maar toen was het ook hevig mooi. In 1825 hadden de studenten zich wat langer voorbereidingstijd genomen dan in 1776 en hadden zij geput uit de bronnen j der historie. Er was n.l. op 8 Februari 1575, den stichtingsdag der Universiteit, een statige optocht gehouden ter gelegenheid van de inwijding der Hoogeschool en de overreiking van den stichtingsbrief door Willem den Zwijger aan burgemeester v. d. Werf. Deze plechtige „ommegang" werd in 1825 door de studenten nagebootst en zij hadden ervoor gezorgd alles kleeding, opstelling, symbolische voorstellingen enz. nauwkeurig na te volgen. En dat hun dit volkomen gelukt is, bewijst het opgetogen verslag, dat de Leijdsche Courant van 11 Februarij 1825 van dezen optocht gaf en waarin zij schrijft, dat het was alsof men I „de edele mannen van dien tijd levendig aanschouwde". Iemand met een sterke ver beeldingskracht moet deze stoet dan wel spookachtig hebben toegeschenen, want men bedenke, dat ook deze optocht 's avonds gehouden werd en in navolging van de sledevaart van 1776 bij het rosse licht der flakkerende toortsen. Tot 1850 toe werden de maskerades, waarvan die van 1825 voorzoover wij hebben kunnen nagaan de eerste was, bij fakkellicht gehouden en op 8 Februari, den eigenlijken Dies Natalis, of op 9 Fe bruari naar gelang het met de dagen der week uitkwam. In 1830 was er minder aanleiding tot grootsche feestvieringen en schijnt men het ook kalmer te hebben aangelegd. Een optocht van de Vrijwillige Jagers der Hoo geschool was alles wat de Leidenaars te aanschouwen kregen. In 1835 had de maskerade tot onderwerp: de intocht van Ferdinand en Isabella in Grenada op 6 Jan. 1492. De studenten zochten het nog wat ver, heelemaal in Spanje, maar het denkbeeld van het na bootsen van een historischen intocht vond toch zooveel bijval, dat zij het sindsdien niet meer hebben losgelaten. Op enkele uitzonderingen na, was het iedere vijf jaar weer een andere intocht. Zoo stelde de lustrumviering van 1810 voor: de intocht van hertog Jan v. Beye- ren binnen de stad Leiden op 18 Augustus 1460 en in 1845: Floris V mei de pas door hem geslagen St. Jacobsridders op weg naar het bij die plechtige gelegenheid ge houden tournooi te 's Gravenhage in het jaar 1279. De viering voortaan in den zomer. Nu de studenten den slag eenmaal te pakken hadden, werd aan de maskerades steeds meer zorg besteed. De Middeleeuw- sche pakjes werden met nauwkeurigheid nagebootst en waren nagenoeg „echt" ge worden, evenals de hellebaarden, degens, wapenrustingen, harnassen, zwaarden en dergelijke, zoodat men het eigenlijk zonde begon te vinden, dat al dit moois slechts bij het flauwe schijnsel der rookerige fak kels viel te bewonderen. Men meende, dat zulk een degelijk voorbereide stoet best bij daglicht mocht worden gezien. Boven dien had de 8ste ruari alle nadeelen van een winterd alle bezwaren in eens uit den wes mi, besloot men in 1850 de masker. uni te houden en het succes van i andering was zoo groot, alles verlie_. ..oo schitterend, dat men zich voortaan bij deze zomei maand heeft gehouden. Het was in 1850 natuur lijk weer een „intocht", ditmaal van Fre- derik Hendrik in den Bosch in het jaar 1629, Ook de volgende lustra gaven intoch ten te zien, n.l. van Karei V in Dordrecht op 3 Juli 1515 (1855); van den hertog van Anjou binnen Antwerpen (1860); van de Hollanders binnen Zierikzee onder Jonker Willem, grave van Oostervoort op 12 Aug. 1304 (1865); en van Robert lord Dudley, graaf van Leicester, binnen Leiden in 1586 (1870). Een uitzondering maakt het jubeljaar 1875, toen de Leidsche Hoogeschool werd afgebeeld in de beroemdste en merkwaar digste mannen, die van haar stichting af hun naam aan den haren hebben verbon den. Omdat het een eeuwviering was werd een gondelfcest'aan de plechtigheid toege voegd. In 1880 was het weer een intocht, n.l. van Philips den Schoonen binnen Am sterdam in 1497, maar in 18S5 hield men een historisch overzicht van de geschiede nis van Leiden van de stichting der stad af tot 1574. Daarna van 1S90 tot en met 1905 weer vier intochten. „Alionora". Nu volgt een merkwaardig jaar voor de geschiedenis der lustrumvieringen, het jaar 191°. Het openluchtspel doet zijn intrede. De maskerade werd niet opeens ver drongen, daartoe zou een gewichtiger ge- beutenis den stoot geven. Maar het open lucht-spel werd gecombineerd met de mas kerade. De stoet verbeeldde de intocht van Mary Henriette van Engeland en den Holland- schen stadhouder Frederik Hendrik in Amsterdam en werd 's middags aangevan gen (een snikkeete dag was 't) en 's avonds voortgezet bij fakkellicht. Als wij onze eigen krant van die dagen opslaan lezen wij van dezen fakkeloptocht: „Het was of een andere schoone stoet aan ons oog voorbij ging, toen in den ros sen gloed der toortsen de gezellen van Fre derik Hendrik op hun paaiden hoog en fier gezeten, voorttrokken als fantastische verschijningen uit een andere, schoonere wereld, in het gedempte licht der straten. Hoog beschenen door het schijnsel van ge- illumineerde gevels en bij den ongewissen glans van fakkels, leken de heerlijke kleu ren zachter, de jeugdige trotsche gezichten der ruiters mannelijker nog en indrukwek kend in deze wondere omgeving". Hoe trotsch en indrukwekkend overigens de gezichten der ruiters mogen zijn ge weest, toch had het diner der gecostumeer- den in het feestpaleis en in Hotel „Du Lion d'Or" zijn invloed niet gemist. „De ernst der gecostumeerden was dank zij wellicht den ouden wijnen aan den feestdisch niet zoo groot als des middags" constateerde de verslaggever. Een zware stortbui dreef 's nachts om 1 uur de feestganger.-, r.aar huis, terwijl nialsche buitjes geduv i ie den avond reeds het overgebleven restje ernst op een har den proef had gesteld. De volgende dag was de dag van het openluchtspel „Alionora" dat z.g. ter eere van de hooge gasten werd gegeven. Het was een sprookje gelijk, dat spel van het Huwelijk van Reynalt van Nassau, hertog van Gelre en Alionora van Engeland. ,,'t Is onbeschrijflijk mooi, schreef de ver slaggever, dit oude dramatische stuk, waarin a-lle spelers door hun gracielijke en waardige gebaren ons herinneren aan tijden, ver achter ons liggend. Het oog wordt geboeid door de kleurenglans en kleurenkarmonie dezer costuums, het ont zag inboezemende der wapenrustingen. In één woord: deze lustrumviering was onvergelijkelijk en overtrof alles in schoon heid en weelde van costuums, wat ooit ten beste was gegeven. Tijdens en na den wereld oorlog. Toen kwam de wereldoorlog met zijn 1 Umwertung aller Werte en zette een ste vige punt achter het tijdvak des maskera des. Het oorlogsjaar 1915 was geen tijd om feest te vieren; de oorlogsbedreiging demp te elke gedachte aan feest. En ook het jaar 1920 was niet opwekkend. Malaise, inflatie, verloren kapitalen, onzekere finan- cieele toestanden. Twee lustra gingen zon der noemenswaardige feestelijkheden voor bij. Totdat het jaar 1925 weer een opleving te zien gaf. Een maskerade was te kost baar; een openluchtspel had tenminste het voordeel dat men entree-gelden heffen kon. Derhalve werd de oude plek aan Plantsoen en Zoeterwoudschen Singel weer opgezocht en in gereedheid gebracht voor het be kende AZ spel van Herman Teirlinck. Dit spel symboliseerde den strijd tusschen Alva (A) en den Zwijger (Z), den tachtig- jarigen vrijheidsoorlog, welke eindigde met den aftocht der Spanjaarden. Teirlinck bad zich bij dit spel uitsluitend gebaseerd op rhythmische gebaren en op muziek, terwijl de verlichting de actie accentueerde. Het spel bestond uit drie gedeelten, waarvan het eerste het vredige leven in Holland weergaf: vrouwen schom melden een wieg, een bruiloftstoet trok voorbij, werkers en zaaiers deden hun ar beid, een begrafenisstoet enz. Aan dit leven werd een einde gemaakt door de komst van Alva's troepen, die alle tegen- I stand neersloegen. Maar hoog en machtig naderde de kolossale figuur van Willem j de Zwijger en de Spanjaarden moesten de aftocht blazen. En in het derde gedeelte ging het rustige dagelijksche leven weer zijn gang. Dit laatste bleek een fout; de herhaling van de eerste tafreelen, welke toch al rijkelijk lang duurden, wegens gebrek aan dramatische spanning, werd wat taai, al moet gorden toegegeven, dat het als kijkspel zeer mooie momenten had. Het komende lustrumspel De Vliegende Hollander gaat van geheel andere gedach ten uit. Het is een dramatisch spel en heeft de elementen van kijkspel en hoorspel we- INTERNAT. CONFERENTIES DE ARBEIDSCONFERENTIE. Ter internationale arbeidsconferentie is gisteren verder beraadslaagd over den ar beidstijd der mijnwerkers. De desbetreffen de voorstellen werden allen verworpen. BELGIE DE FRAUDE BIJ DE HERSTEL LEVERINGEN. Ook een onderzoek in Nederland. Naar het „Hbld." verneemt, is gister middag een commisaris van 't Brusselsche parket naar Nederland vertrokken met het doel de medewerking te verkrijgen van de Amsterdamsche politie bij het onderzoek naar de zaak van omkooperij in het mi nisterie van financiën bij 'de Duitsche leve ringen in natura op rekening van het her stel. Een gelijksoortig onderzoek in Duitschland leverde geen uitslag op De betrokken ambtenaar; André Frick, heeft echter ook chèques ontvangen, die uit Nederland waren verzonden, zoodat men vermoedt in Nederland meer bewij zen in handen te krijgen. DUITSCHLAND DUITSCHLANDS ECONOMISCHE CRISIS. Het demissie-verzoek van Moldenhauer. Naar wij vernemen, heeft de rijkskanse lier nog geen besluit genomen betreffende zijn reis naar Neudeck, om Hindenburg, die daar vertoeft, over do ontslagaanvrage van den rijksminister van financiën, dr. Moldenhauer, rapport uit te brengen. Deze week zal van die reis wel niets meer komen, daar dr Brüning van plan is, Zaterdag de landenconferentie te openen. Zoolang nog geen beslissing genomen is over het al of niet aanvaarden van Mol- denhau'ers verzoek om ontslag, heeft het geen zin, zich in beschouwingen té verdie pen over den vermoedelijken opvolger van den minister. Van welingelichte zijde wordt intusschen nogmaals ontkend, dat de kan selier de portefeuille van financiën giste ren aan den rijksminister van economischo aangelegenheden zou hebben aangeboden. De toestand heeft sinds gisteravond geenerlei wijziging ondergaan; de crisis aan financiën duurt voort. ENGELAND DE MALTA-KWESTIE. Diplomatiek antwoord van Mac Donald. In het lagerhuis werd den premier ge vraagd, of de regeering van plan was, stap pen te doen om haar misnoegen uit te spreken over de houding van het Vaticaan in verband met de gebeurtenissen op Malta. De premier zeide, dat de regeering vol komen bereid is, voor zoover het haar rela ties met het Vaticaan betreft, den toe stand te laten zooals hij op het oogen- blik is. ROEMENIE HOE KONING CAROL ZIJN TAAK OPVAT. Hij wil een man van efficiency zijn. Koning Carol heeft een interview toege staan aan den correspondent van Unitecl Press, waarin hij een uiteenzetting heeft gegeven van zijn plannen in zake de lei ding der staatzaken en de opvoeding van prins Michael. Carol heeft zijn lachend joviaal uiterlijk verloren nu hij koning is geworden. Hij zat Dit nummer bestaat uit vier bladen ten te combineeren, waarbij dankbaar ge bruik wordt gemaakt van de vondsten dei- moderne techniek. Door zijn dooreenmen- geling van oud-heidcnsche en christelijke gegevens en het opnemen van het Holland- sche waterlandschap in het decor, belooft het een wondex-mooi spel te worden, waar van wij de opvoering met belangstelling tegemoet zien. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Een onderzoek in Nederland naar aan leiding van de fraude bij de herstelleverin gen in België. Hoe koning Carol zijn taak opvat. De opstand in Nicaragua weer opge vlamd. BINNENLAND. Lectoraat in de Missiologie te Nijmegen (3de blad). Debatten over de droogmaking der Reeuwijksche plassen in de Prov. Staten van Zuid-Holland (3de blad). Feestviering Kathedraal te Haarlem. (Kerkn., 2de blad). Zwaar weer boven Arnhem (Gem. Be richten, 3c blad). OMGEVING. Onder de gemeente Warmond is een boerderij afgebrand (2de blad). ernstig met gefronste wenkbrauwen, maar met glanzende oogen, waar de energie uit straalt, to wei-ken aan een met honder den papieren bedekte schrijftafel. Koning Carol droeg de witte marino-uniform; voor hem stond oen portret van zijn zoontje. De correspondent vroeg: „U heeft me degedeeld van plan te zijn als een consti tutioneel vorst te regeeren. Hoe moet men dat verstaan?" Toen ik den eed van trouw op de grondwet aflegde voor de Nationale Ver gadering, aldus het antwoord, zeidc ik de grondwet en de wetten van het land tc zullen eerbiedigen. Ik wil liet. land vol strekt volgens de grondwet regeeren. 11c geloof in dc democratie in do hoogste be- teekenis van het woord. Ik ben er van over tuigd, dat constructieve democratie, zooals die in Amerika in de practijk worclt toege past, bijdraagt tot de bevordering van de dynamische krachten van het volk. Ik wensch het geheele regccrings-stelsel in het land te moderniseeren. Ik zal trachten nieuwe methodes cn een vooruitstrevenden geest in te voeren, in overeenstemming met de tradities van het Roemeensche volk. Ik ben een vijand van dc bureaucratie en be wonder de Amerikaansche werkwijze. Ik hoop, dat vele Amerikaansche methodes met succes in Roemenië kunnen worden toegepast. Op de vraag, of hij nieuwe krachten zal aanwerven, antwoordde de koning met na druk, blijkbaar met den wensch een soort van geloofsbelijdenis af te leggen: „Ik zal streven naar samenwerking met mijn ge neratie". Toen de correspondent hem vroeg, of hij als een efficiency-deskundigo wensehte op tc treden, lachte koning Carol voor het eerst gedurende het onderhoud en antwoordde: „Ik wil, zooals u zegt, oen man van efficiency zijn en ik hoop, dat ik zal slagen". Verder zeide de koning nog naar aan leiding van de opvoeding van prins Michael op ernstigen toon, terwijl zijn stem trilde: „Ik wil een mensch en een man van hem maken. Hij zal dezelfde opvoeding en op leiding ontvangen als de andere kinderen van zijn leeftijd". SPANJE. VERGADERINGVERBOD IN SPANJE. In Spanje zijn alle vergaderingen cn le zingen tot nader order door de regeering verboden. AMERIKA DE OPSTAND IN NICARAGUA. Volgens oen bericht uit New York is de opstand in Nicaragua onder leiding van generaal Sandino weder opgevlamd. De regeeringstroepen hebben echter dc op standelingen na een gevecht, dat 3 uur duurde, verslagen. Volgens United Press heeft Sandino medegedeeld, dat hij een afdeeling van 200 Amerikaansche mariniers nabij dc rivier de Tuma heeft gedecimeerd en veel muni tie heeft buitgemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1