DAG 20 JUNI 1930 PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Gister is de zomerzitting der Prov. Sta ten van Zuid-Holland voortgezet. Het Maria-gesticht. te Noordwijkerhout. Aan de orde zijn de modedeëlingen be treffende den bouw van liet St. Maria-ge sticht te Noord wijk-Noordw ij kerlidut. De heer De Bruin (S.D.) critiseert de wijze waarop het gesticht tot stand komt. Er is 2 millioen gevraagd voor den bouw van een gesticht van 8 paviljoens in drie jaar. Nu zijn -de 3 jaar orn, het gesticht is nog lang niet klaar, maar het geld is -op. Z.i. had men het geld moeten ver strekken in termijnen naar gelang van de vordering van den bouw en niet liet ge- heelc bedrag ineens, terwijl de helft nog niet klaar is. De lieer DcKoIc (R.K.) betoogt, dat de' zaak in orde is en dat de heer De Bruin beter had gedaan dat te erkennen. De heer W erke r (V.D.) kau niet zien, dat er iets gebeurd is, dat niet in den haak is. Er is 2 millioen in termijnen ver strekt en men wist, dat de rest van andere zijde zou worden bijgepast. Do lieer Borghols (Ged. Staten) be toogt, dat de heer De Bruin hem is tegen gevallen. Hij liad verwacht, dat de heer De Bruin het boetekleed zou aantrekken cu erkend had, dat hij er in de vorige Statenzitting naast was geweest. Hij heeft toen nl. verteld, dat een kwart van het werk gereed was. De algemeen overste in België dacht met 2 millioen te kunnen vol staan, maar dat is reeds aanstonds door deskundigen bestreden. Het ontbrekende geld is echter dooreen leening bijeengebracht. De inrichting is schitterend en liet geld is safe. De heer De Bruin (S.D.) ontkent be schuldigingen te hebben geuit. Hij heeft, afgaande op mededeelingen van Ged. Sta ten, gecrïtiseerd, dat het heele bedrag reeds was verstrekt en dat slechts 2 van de 8 paviljoens gereed waren. Men heeft hier te doen met een vereeniging, die de ontbrekende 1.5 milioen zelf kon bijpassen, maar wat had er moeten gebeuren als Ged. Staten met een arme vereeniging te maken hadden gehad? Spr. heeft de ver eeniging dan ook niet gecritiseerd, doch Ged. Staten, die een verkeerd systeem volgden bij het verstrekken van geld. De heer De Kok (R.K.) herinnert er aan, dat in de najaarszitting door den heer De Bruin allerlei mededeelingen zijn gedaan, die niet juist gebleken zijn. Dat had hij thans moeten erkennen. De heer Borghols (Ged. Statpn) sluit zich hierbij aan. De heer Ter Laan (S.D.) constateert, dat de heer Borghols het punt, waarom het gaat, met geen enkel woord heeft aan geroerd. Over de instelling als zoodanig, die een voortreffelijken indruk maakt, gaat het niet. Het gaat om de wijze van uitkeering der twee millioen, die reeds betaald was toen slechts een gedeelte van de inrichting gereed wa3 en toen bleek, dat de begrooting niet twee, maar een kleine vier millioen bedroeg. De heer Borg hols had de Staten juist moeten voorlich ten. De heer De Kok (B.-K.) betoogt, dat dé heer De Bruin den indruk heeft ge wekt, in de vorige vergadering, dat het geld zoek was. En dat Prov. Staten is gebleken onjuist te zijn geweest. De heer Borghols beaamt dit, in gaande op een artikel van den heer de Bruin in „Voorwaarts" kort na de vorige Statenvergadering. De mededeelingen van Ged. Staten wor den voor kennisgeving aaangenomen. Aan de orde is het voorstel tot wijzi ging der overeenkomst betreffende het St. Mariagesticht te Noordwijkerhout. De heer B e e n e n k a m p (lib.) wijst er op, dat wij nu achtereenvolgens een wij ziging van het verpleeggeld, een tijdelijke verhooging voor één jaar van heb rouwgeld en uitstel van de aflossing van den eersten termijn hebben gekregeu en dat thans wordt voorgesteld, de tijdelijke verhooging cn het rouwgeld permanent te maken. Het is juist, dat het daardoor gelijk wordt aan het rouwgeld in andere gestich ten, maar daarbij moet men niet vergeten dat dit gesticht geen uitgaven voor salaris heeft, die elders zeer hoog zijn. Als men nu een religieuze inrichting wil, die zoo grootsch is opgezet, moet de Provincie dat dan maar allemaal bekostigen, ook als blijkt, dat de njeuwe ruimte maar ten deele noodig is? De heer A1 b 1 a s (H. G. S.) stelt voor de verhooging van het rouwgeld weder slechts voor één jaar toe te staan. De heer Borghols (Ged. Staten) merkt op, dat er niet alleen religieuzen werken, maar dat slechts de helft van het personeel uit religieuzen bestaat. Men moet ook niet vergeten, dat het hier een nieuw gesticht geldt, dar grootere exploitatie kosten heeft dan de oudere. Als het ge heel bezet is, zal het rouwgeld veel lager kunnen zijn. Het voorstel wordt aangenomen z.h.st. - Buitengewoon L. 0. Aan dé orde is het voorstel tot subsi- dieeriug van het buitengewoon lager on derwijs. De heer Kersten (S.G.) kan met het voorstel meegaan, omdat het van tijdelij- ken aard is. De seer v. S 1 e e n (S.D.) juicht het voorstel toe, doch zou het liefst een sub sidie willen zien toegekend aan alle bui tengewone scholen, zoowel nieuwe als be staande, van 20 per leerling. Hij legt zich echter neer bij een subsidie alleen voor nieuwe scholen, omdat dit ten goede zal kunnen komen aan het platteland, waar heb buitengewoon onderwijs nog niet be staat. De heer Heukels (Ged. Staten) zet uiteen, dat Ged. Staten steeds het stand punt hebben ingenomen, dat slechts in uiterste noodzaak subsidieering zou wor den voorgesteld, omdat het buitengewoon onderwijs door het Rijk en Gemeenten ge regeld behoort te worden. De Staten moeten dan ook niet meer doen dan op het oogenblik de oprichting van buitengewone scholen mogelijk te ma ken. De heer v. S 1 e o 11 (S.D.) stelt voor aan het voorstel toe te voeren de bepaling, dat een bijdra-ge kan worden verleend in de exploitatiekosten van de in overleg met Ged. Staten gestichte streekscholen. De heer Heukels (Ged. Staten) ont raadt ten sterkste het voorstel. De heer v. Sleen (S.D.) neemt het voorstel terug. Heb voorstel van Ged. Staten wordt aan genomen z. h. sb. De vergadering wordt geschorscht. - De vergadering wordt te 2 uur voort gezet. Het voorstel tot het verleenen van financieelen steun aan Ammerstol wordt aangenomen z.h.s. DE REEUWIJKSCHE EN SLUIP- WIJKSCHE PLASSEN. A au de orde is de kwestie der droog legging van de Reeuwijksche en Sluipwijk- sche plassen. De heer Scho'uten (A.R.) critiseert het rapport der commissie, waarin afzon derlijk is opgenomen het verslag van een der afdeelingen, hetgeen hij in strijd acht met het reglement van orde, dat ervan uitgaat, dat een verslag wordt opgesteld door de rapporteurs van alle afdeelingen tezamen. De betrokken afdeeling had het verzoek tot afzonderlijke opneming niet mogen doen en de commissie had het niet mogen inwilligen. De heer De B r a u w (A.R.) erkent, dat de methode onjuist is, doch merkt op, dat in de vierde commissie de afzonderlijke op neming niet eens ter sprake is geweest. De heer Diepenhorst (A.B.) ant- wqordt als algemeen rapporteur der vier de afdeeling, den heer van Staal, namens de afdeeling. De commissie vond geen re den dit verzoek af te wijzen. De heer v. Staal (S.D.) merkt op, dat hier een aaneenschakeling -van misver standen bestaat. In de afdeeling is hem gevraagd rapporteur te worden omdat hij dan gelegenheid had zijn beschouwingen onverkort in het verslag te doen opne men. Dat heeft bij spr. het eerste misver stand gewekt. Hij heeft daarna niet gevraagd om dit rapport afzonderlijk op te nemen, doch in zijn geheel in het verslag en hij stond ervan te kijken, dat 't afzonderlijk verscheen. Zijn er zijnerzijds fouten ge maakt, dan wil hij die gaarne erkennen en daarvoor vergeving vragen. Na dit incident wordt de kwestie der drooglegging behandeld. De drooglegging. De heer Hofman (R.K.) wijst erop, dat de gezamenlijke georganiseerde bon den van land- en tuinbouwers, werkgevers en werknemers zich voorstanders der drooglegging hebben getoond. De geschie denis onzer droogmakingen rechtvaardigt ten volle deze georganiseerde instemming. Voor de droogmaking der plassen ten Oosten van Rotterdam, die thans deel uit maken van den Prins Alexanderpolder, leenden de Prov. Staten in 1863 één mil lioen. Tegen beide droogmakingen waren tevoren allerwegen tal van waarschuwin gen van verschillenden aard bekend ge worden. Hoe geheel anders staan Rijk en Pro vincie thans tegenover de voorgestelde droogmaking der Reeuwijksche en Sluip- wijksche plassen. Het gemeenschappelijk adres van het z.g. „groene front" van christelijke, katholieke en neutrale boe ren- en tuindersbonden aan onze Rijksre- geering inzake de huidige moeilijkheden in land- en tuinbouw, bevat het voorstel verruiming der oppervlakte cultuurgrond door bevordering van ontginning en ont watering. In verband hiermee zou het wellicht nuttig zijn, om alsnog ovérleg te plegen met het Rijk, om voor gezamenlijk risico de drooglegging te ondernemen. Men ont- neemt door stedenuitbreiding, wegenaan leg, sportvelden, enz. vele hectaren cul tuurgrond aan den landbouw en wanneer gewezen wordt op plassen, tevoren als het ware .onbekend en practisch onbenut, om land te kunnen verkrijgen als een geringe restitutie voor het verlies van cultuurgrond dan roepen de stedelingen: blijf af, wij wil len roeien en zeilen en ons zelf recreëeren. Op deze wijze houdt de ware wijsheid, ook in het provinciaal beheer, geen stand. De heer v. Staal (S.D.). waardeert 't, dat Ged. Staten thans eindelijk op zijn standpunt staan, n.l. dat natuurschoon groote beteekenis heeft, maar dat de ver- hooging van de bodemproductie voor gaat en verheugt er zich over, dal Ged. Staten tevens verklaren, dat het plan technisch zeer goed uitvoerbaar isvolgens het op gemaakte plan. Spr. bestrijdt het argument, dat de land en tuinbouwcrisis van drooglegging moet weerhouden. Deze crisis is geen gevolg van overproductie van grond, maar een zuiver maatschappelijk verschijnsel. Had men de Haarlemmermeer indertijd niet drooggemaakt, dan zou men een prachtig stuk natuurschoon hebben be houden, maar welk 'n schade ware er niet toegebracht.' Spr. wijst ook op de droog legging der Zuiderzee. Was men op het juiste tijdstip met de droogmaking der Zuiderzee begonnen, dan zouden de kosten daarvan lang zoo hoog niet geweest zijn. Dit moge een leering zijn in 'het onderhavige geval. Men mag, gezien de ervaring', verwach ten, dat do waarde van de cultuurgronden niet lager zal zijn dan in het eerste rap-v port is aangegeven. Het. risico zal niet hooger dan acht ton zijn. Spr. vraagt zich af of, onder het aspect van groote activiteit, niet door Ged. Sta ten de zaak zeer sober behandeld is. Na S maanden lang getraineerd te hebben het verstrekken van de gevraagde gegevens, LEIDSCHE COURANT maar ze stopften an ai STERffAË&K Want het teoléen vnajit)ter tabak geöft yT het ho|gste rookgenot £r\ is daajfüoor het recept voor^ÊCT ge zonden geest en een opge wekte stemming. komen Ged. Staten plotseling met een stuk, dat, als het 8 maanden eerder geko men was, de zaak een heel ander aanzien had gegeven. De eisch door Defensie gesteld acht spr. onbillijk en als daarover nog eens overleg was gepleegd, zou men wellicht tot een ander resultaat zijn gekomen. Groote vraag r.aar grond. Spr. betoogt, dat er groote vraag naar grond is, vooral in de omgeving der plas sen, waar de aangrenzende gemeenten geen ruimte meer hebben voor uitbreiding. Ged. Staten willen van de plassen geen recreatieoord maken, dat moeten de te genstanders van droogmaking, die de plas sen juist daarom willen behouden, goed be denken. De plassen zijn het eigendom van particulieren en sinds gisteren, voor een deel (130 H.A.) van de gemeete Reeuwijk. Men zal daarmee rekening moeien hou den. Men zal een hotel, een restaurant moeten bouwen, een kampeerterrein en wegen erheen moeten aanleggerj. Het zal spr. benieuwen of de groote pers, die op gekomen is voor het behoud der plassen als recreatieoord, ook zal opkomen voor het uitgeven van e'en millioen voor de daarvoor noodige werken. De Staten staan voor een zeer belang rijke beslissing; het is belangrijk te be sluiten de plassen droog te maken; het is nog veel belangrijker te besluiten ze niet droog te maken. De heer Brunt (C.H.) is van meet af aan voorstander der drooglegging ge weest, omdat er groote behoefte is aan cultuurgrond. Het.liefst had spr. gezien een voorstel tot aanhouding, tot het voeren van over leg met het Rijk over medewerking en in het bijzonder ook met Defensie over de door dat departement gestelde eischen. Intusschen kan hij met het voorstel van Ged. Staten meegaan, omdat zij verzeke ren, dat van nader overleg niets te ver wachten is. De heer Beekenkamp (Lib.) heeft principieel het standpunt ingenomen, dat de plassen moeten worden drooggelegd, maar toegevoegd, dat nadere rapporten over de technische en financieele móge lijkheid moesten worden afgewacht. Spreker bestrijdt verschillends argumen ten tegen de drooglegging. O.a. wijst hij erop, dat het bezoek aan de plassen niet de verafgelegen plassen geldt. Het valt niet te ontkennen, dat er eenig risico aan de demping verbonden is en daarom valt het te betreuren, dat het Rijk dit risico niet wil dragen. Dit is voor spr. het voornaamste argument geweest om geen voorstel tot gedeeltelijke droogleg ging in te dienen. Hij zal afwachten. Wordt het voorstel van Ged. Staten aan genomen, dan volgt daar echter uit, dat men, om van de plassen een recreatieoord te maken, de daarvoor noodige werken zal moeten uitvoeren. De vergadering wordt te 5 uur verdaagd tot heden 11 uur. GEMENGDEBERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER, Meisje onder; een tramwagen geraakt en overleden. Woensdagmiddag wilde het veertienja rige meisje L. M. v. d. Z., wonende in de Pauwenlaan te 's-Gravenhage, op dc fiets gezeten, dc rails oversteken van lijn 21 in de Sportlaan nabij de Tulpenboomstraat aldaar, juist toen een wagen van die lijn naderde. Het kind kwam te vallen' en ge raakte onder den tramwagen. Het werd deerlijk verminkt opgenomen en door den Geneeskundigen Dienst vervoerd naar het ziekenhuis aan den Zuidwal, waar het bij aankomst bleek te zijn overleden. De Directie der H. T. M. aldaar deelt mede, dat uit het voorloopig onderzoek van het ongeval in de Sportlaan gebleken is, dat den trambestuurder geen schuld treft. Door een tram overreden. In de Kruisstraat te Rotterdam is de 50-jarige L. door eed tram aangereden Beide be?nen werden hem onder de knie afgekneld. Nader wordt gemeld, dat de man aan de bekomen verwondingen is overleden. Door een auto overreden. Door het plotseling oversteken van de straat, is in de Kennemerlaan te IJmuiden een vierjarig jongetje uit de Snelliusstraat aldaar door een passeerenden auto ge grepen en tegen den grond geslagen. Met een ernstige hersenschudding werd het ventje opgenomen en ter verpleging naar het St. Antonius-Ziekenhuis te IJmuiden (Oost) vervoerd. Volgens omstanders treft den chauffeur geen schuld. Ernstige aanrijding. Op den Rijksstraatweg te Susteren is het zesjarig dochtertje van den heer J. v. Hulzen door een passeerend motorrijwiel aangereden. Het kind liep een schedel breuk op en moest onmiddellijk naar het Fransche klooster te Sittard overgebracht worden. Uit het raam gevallen. Woensdag is het 4-jarig dochtertje van D. in de Hannenkokslaan t.e Delft uit het venster der bovenverdieping gevallen. De overbuur v. D. bood de eerste hulp. De arme kleine bloedde hevig uit mond en neus. Spoedig was de technische dienst der poli tie ter plaatse, alsmede geneeskundige hulp. Oogenschijnlijk is het ongeluk tame lijk goed afgeloopen. Verdronken. De 17-jarige A. van Breugel, wonende Groote Lindt te Zwijndrecht, is bij het zwemmen in de rivier de Oude Maas ver dronken. Het lijk is een uur later opge haald en naar de ouderlijke woning ver- voerd- Uit de Vecht bij de Haandrik is opge haald hét lijkje van het negenjarig kind van den brugwachter Bril. Het kind was sedert Js morgens vermist. Te Sas van Gent is een jongen, die goed zwemmen kon, in een draaikolk te recht gekomen en verdronken. Plotseling in de diepte verdwenen. Donderdagmiddag omstreeks 2 uur zwommen eenige jongelui in de Barne- veldsehe beek te Amersfoort. De 18-jarige P. G. B., wonend te Am sterdam, verdween plotseling in de diepte. Op het hulpgeroep van de anderen jon gens, snelde de 17-jarige F. T. toen en slaagde er in den drenkeling op het droge te brengen. De man was echter reeds bui ten kennis. Op advies van een inmiddels gewaarschuwd en militairen arts werd B. naar het militair hospitaal vervoerd. De man was hedennacht nog niet bij kennis. Brand te Rotterdam. Voor de tweede maal binnen 24 uur tijds is de Rotterdamsche brandweer gealar meerd voor een brand in de binnenstad. Was Woensdagavond brand uitgebroken in een verfpakhuis aan de Nieuwehaven, gis termiddag tusschen half één'en kwart -vóór één is brand ontdekt op de derde verdie ping van pand 93 aan de Jonker Frans straat aldaar, in gebruik bij de firma M. Sandwijk, opticien. De brand liet zich al dadelijk vrij ernstig aanziener werd middelalarm gemaakt, met ontbieding van een autospuit en de autoladder. Laatst genoemde heeft geen dienst behoeven te doen. Op de derde verdieping van het pand lag een gedeelte van den voorraad van de firma Sandwijk opgeslagen, evenals op de vliering', welke boven deze verdieping is gelegen. Op de tweede verdieping lag o.a. een groote partij chemicaliën, waaronder zich zeer brandbare vloeistoffen bevon den. Het is de brandweer -gelukt, het vuur tot de dërde verdieping te beperken; de lager gelegen étages en de wnkel hebben zeer veel waterschade gekregen. Al kort na het ontdekken van den brand sprongen de ruiten aan de voorzijde van het pand en sloegen de vlammen naar buiten. Al zag het er op dat oogenblik nogal critiek uit, men is er toch in geslaagd veidere uitbreiding te voorkomen. Om 1 uur 20 kon de autospuit het werk staken. De der de verdieping en de vliering zijn totaal uitgebrand. De kap is op vele plaatsen doorgebrand en aan de achterzijde inge stort. Tengevolge van het vele water, dat in het pand was geworpen, kletterde een ware waterval langs den gevel. Ook de be lendende perceelen hebben eenige water schade gekregen. Treinvertraging te Amsterdam. Gisteravond is te Amsterdam in de rich ting Hilversum voor het treinverkeer van beide kanten een langdurige stagnatie ontstaan,, doordat de electrische bedie ning van een wissel en signalen weigerde. Een en ander moest toen met de hand be diend worden, waardoor sommige treinen een half uur tot een uur oponthoud had den. Om 11 uur was de stroomvoorziening weer normaal, maar het duurde nog lang eer de treinen weer op tijd liepen. De oor zaak was dat een transformator defect was geraakt. Verduistering. Sedert enkele dagen is tc Stadbroek- Sittard spoorloos verdwenen de filiaalhou der R. van de Coöp. Voorwaarts. Hij moet de kas, ongeveer 400, hebben meegeno men. 1 DERDE BLAD PAG. 10 ZWAAR WEER BOVEN ARNHEM SLAGHAGEL EN OVERSTROOMINGEN Van halfvijf tot halfzes heeft Donderdag boven het Centrum en Oostelijk deel van Arnhem zulk een hevig onweer gewoed, dat in minder dan geen tijd in de straten in de binnenstad 't regenwater zeker een halven metéft hoog stond. De hevige regen gipg gepaard met een hagelbui, waarbij hagelsteenen zoo groot als duiveneieren uit de lucht kwamen vallen. De binnenstad blank. Schade aan de gewassen. Op Velperweg, Vclperplein, in Konings straat, Beekstraat en verscheidene andere straten in de binnenstad stond alles blank en in vele winkels stroomde het regen water naar binnen. Het tramverkeer, dal: moest worden stopgezet, was anderhalf uur daarna nog niet geregeld. Het eigenaardige was wel,, dat boven het Westelijk deel van de stad slechts heel weinig regen is gevallen. Eenige uren, nadat er een einde was ge komen aan den hevigen regenval, stroomde het water nog steeds van de hooger gele gen dee'.en der stad naar de lager liggen de wijken, met het gevolg, dat de straten in de binnenstad nog geruimen tijd onder water bleven. De riolen konden den ge weldigen toevloed van water niet verzwel gen, met het gevolg, dat tallooze kelders onderliepen. De tramrails, zoowel van de lijn Velp Oosterbeek als in de buurt van het Geiten kamp, stonden diep onder water en toen dit eindelijk eenigszins was weggezakt of weggespoeld, bleken zij onder de modder te liggen. Met man en macht is men bezig de-rails schoon te maken. Op den Velperweg nabij de Huygens- laan, een der laagste gedeelten van Ooste lijk Arnhem bleef gedurende geruimen tijd een enorme watermassa staan. Zeer veel is er te Arnhem, maar ook te Velp, in de tuinen en aan de te velde staande gewassen vernield, terwijl bovendien tal looze broeikassen werden verwoest. Boerderij le Velp verbrand. Te Velp sloeg de bliksem in een boerde rij, toebehoorende aan v. B., waardoor brand ontstond en het huis geheel uit brandde. Slechts enkele meubelstukken kon worden gered. Door den bliksem gedood. Te Rh eden werd de 35-jarige W. B. in het achterhuis van zijn woning door het hemelvuur getroffen en gedood. De Rozendaalsche Watermolen, die in een dal is gelegen, stond voor een groot deel onder water, tengevolge waarvan het meubilair ten deele naar buiten dreef. Op de tennisbanen van Klarenbeek, waar de open tenniswedstrijden een aanvang had den genomen, moest het spel worden ge staakt, daar ook hier het water spoedig een hoogte van wel een halven meter had bereikt. Heden hoopt men de wedstrijden te kun nen hervatten. Missiebusjes gelicht. Dc gemeentepolitie van Weert heeft al daar aangehouden den 51-jarigen H. Th. O., gedomicilieerd te Helmond, wegens diefstal van een tweetal missiebusjes met inhoud. Nadat deze man, die zich voor stoelen- matter uitgaf, de winkels der firma in de Maasstraat en van den heer G. v. d. F. aan het Kanaal bezocht had, werden al daar de aan de toonbank bevestigde mis siebusjes vermist. Dadelijk werd de politie hicivan in kennis gesteld en een nauwkeu rig signalement van den vermoedelijken da der opgegeven. Het duurde niet lang of men had den waren dader te pakken, die na eenigen tijd ontkend te hebben, een vol ledige bekentenis aflegde. Hij bleek reeds meerdere jaren in de ge vangenis tc hebben doorgebracht. De man is ter beschikking van den Officier van Justitie te Roermond gesteld. BÜITENL. BERICHTEN ONGELUKKEN WEER EEN CHINEESCH MUNITIE DEPOT IN DE LUCHT GEVLOGEN. 24 dooden. In de stad Sisjoel Sien in do nabijheid van den spoorweg TientsinPoekau is een munitie-depot in de lucht gevlogen. De geheele wacht, bestaande uit een officier en 23 manschappen, werd gedood. Zes dooden bij mijnongeluk in Transvaal. Uit Krugersdorp wordt gemeld: Ten gevolge van een rotsinstorting in de Con solidated Main Reef-mijn zijn zes inboor lingen om het leven gekomen en zeven ernstig gewond. Dorpsbrand in Moravië. Gistermiddag brak in Oppatau bij Tro- bitsch een brand uit, die zich snel uit breidde en zelfs een catastrofalen omvang aannam. Ondanks de krachtige pogingen van dc brandweer, was het haar tot hedenavond S uur niet gelukt, het vuur te blusschen. Reeds 40 huizen werden een prooi der vlammen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 10