Bij het eeuwfeest van Algiers
Rood geverfd
ZATERDAG 14 JUNI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Wai de toekomst brengen?
17 Juli a.g. zal het. 100 jaar
geleden zijn, dat te Algiers
de Franschen voet aan wal
zetten in de kleine baai te
Sissi-Forrueh, waar op bevel
van Karei X, koning van
Frankrijk, de vlag van dat
land werd geplant. De reden
waarom deze expeditie werd
georganiseerd, was gelegen
in het feit, dat een groot aan
tal roovers, die daar woon
den, de zee in deze streek
onveilig maakten. De histo
rische betee-kenis van deze
herdenking mocht niet on
opgemerkt voorbijgaan en
Frankrijk heeft al haar best
gedaan de viering zoo luis
terrijk mogelijk te doen zijn.
President Doumergue is per
soonlijk naar Algiers gereisd
om den wapenschouw te Sidi-
Ferruch mede te maken. Bij
deze parade waren dezelfde
wapensoorten vertegenwoor
digd, welke voor 100 jaar aan
wezig waren: Zouaven, Se-
negaleezen, jagers en tirail
leurs. Ook werd vorge maand
een groote vlootpaiade ge
houden op de re ede te Al
giers. De president minister
Dumesnil en de voorz. van
de Kamers en den Senaat
waren hierbij aanwezig en
volgden met belangstelling
het défilé der 66 oorlogssche
pen en der drie esoradrilles
vliegtuigen. Tegelijkertijd
beeft men in Algiers en ver
schillende steden tentoonstel
lingen georganiseerd, waar
van wij noemen de tentoon
stelling te Oran en die te Constantine.
Deze geven een beeld van den graanbouw
en wijncultuur in Algiers, terwijl de ten
toonstellingen te Parijs en te Lyon een
meer historisch overzicht geven. De eerste
kolonisatie van Algiers begint ten tijde
der Phoeniciers, die Carthago stichtten en
de grondslagen legden van het later zoo
machtige rijk. Omstreeks 146 kwamen de
Romeinen met de Cairthageenen in aan
raking, doch het zou nog lang dure», al
vorens zij, na de expeditie van Caesar,
hun heerschappij zouden vestigen en het
land groot maken voor den wereldhandel.
Maar met den val van het Romeinsche rijk
ging het ook welvarend Algiers ten gronde
door de voortdurende invallen der barba
ren, welke omstreeks 430 plaats hadden.
Vanaf dien tijd is het land door de on
derlinge verdeeldheid der bevolking geheel
versnipperd in een menigte staatjes. In
1529 valt het land in handen van de Tur
ken, die de bron van bestaan voor een
groot deel zochten in de zeerooverij en zich
aldus verrijkten ten koste van de Europee-
sche staten.
Om hier nu een eind aan te maken, be
sloot Napoleon een inval te doen, doch
zond te voren kapitein Boutin naar Algiers
om eenige gegevens te verzamelen, noodig
voor een goed overlegden inval. Het zou
evenwel nog tot 1830 duren, eer dit plan
ten uitvoer kon worden gelegd; Karei X
toch heeft toen, zooals reeds gezegd, den
aanval gecommandeerd. Het is zeer juist
van de koloniseerende Franschen geweest
van den beginne af alles 'te zetten op den
landbouw en de wijncultuur, daar dit land
zoo bij uitstek geschikt is voor deze takken
van welvaart. De graanbouw bestaat voor
al in de streken, welke gelegen zijn op een
hoogte van 300 tot 1200 meter, als het
vroegere Mauretanie en Jugurba, terwijl
de lagere streken en de kust voor graan
en wijnbouw worden aangewend. De Fran
sche soldaten, die Algiers hebben ver
overd, zijn tegelijk de eerste kolonisten
geweest, die begonnen zijn den landbouw
te doen herleven, want nadat deze hun
tochten hadden gemaakt in Kabylie en
Constantine en zij dé wapenen hadden
neergelegd, wijdden zij zich naar het voor
beeld van den lateren maarschalk Byge-
sud aan den landbouw. Door president
Doumergue is ter eere van dezen man een
monument onthuld te Boufarik, een plaats
je op ongeveer 30 K.M. afstand van Al
giers gelegen, waar de eerste kolonisten
hun pionierwerk begonnen zijn. Het ge
denkboeken is een vrij lange muur, welke
©enigszins doet denken aan de z.g. Mur de
la Confédération te Genève. Bij deze
plechtigheid wa-s de kleindochter van den
maarschalk Bugeaud aanwezig. Om zich
een denkbeeld te vormen van hetgeen het
moederland voor deze kolonie heeft ge
daan, moet men nagaan, welken vooruit
gang het land medemaakte in den tijd,
dat het stond onder de auspiciën van
Frankrijk, en welke de vorderingen zijn op
economisch, staatkundig, intellectueel en
elk ander gebied. Daarbij dient men ech
ter dan nog rekening te houden met het
feit, dat het eigenlijke veroveringswerk
voortduurde tob 1870, zoodat vóór dien tijd
niet veel aandacht kon worden besteed
aan het werk der beschaving.
Maar sinds 1848 is Algiers een Fransche
bezitting, dus geen autonome kolonie,
maar een Fransche provincie, ingedeeld
in drie departementen, welke in princiep
door de Fransche ministers worden be
stuurd. De Fransche burgers in Algiers
kiezen hun eigen afgevaardigden naar de
kamer. In 1898 begon evenwel een admi
nistratieve decentralisatie, zoodat de Gou
verneur-generaal van Algiers, welke func
tie heden wordt bekleed door den heer
Bordes, langzamerhand meer de macht
krijgt van de ministers. De begrooting,
welke in 1880 sloot met een eindbedrag
van ruim 33 millioen francs, toonde voor
1930 aan gewone uitgaven een bedrag van
903 millioen en aan buitengewone uitga-
millioen inboorlingen, terwijl dit aantal bij
de verbetering van het verkeer, dat ten
gevolge van den toenemenden handel, zeer
dringend herziening behoeft, is gedaan
blijkt wel hieruit, dat gedurende de laatste
25 jaar 20.000 K.M. weg zijn aangelegd,
welke voldoen aan de eischen gesteld door
het groot, verkeer. De onderlinge verbin
ding met de verschillende plaatsen in het
land wordt onderhouden door 4857 vracht
wagens en 569 autobussen. Aan spoorwe
gen heeft men tot nog toe reeds 5000 K.M.
Volgens de laatste gegeven werd Algiers
bezocht door 46.000 toeristen. In de stad
Algiers is men bezig de moderne bouwpro-
blemen te bestudeeren om de verschillen
de wijken, welke in de naaste toekomst
zullen worden bebouwd, zoo te doen ver
rijzen, dat zij in onderlinge harmonie zijn.
Voor den bouw van een metro schreef de
burgemeester van Algiers, de heer Brunei,
een prijsvraag uit voor de beste oplossing
van dit bouwpro'bleem. Ongetwijfeld moet
worden erkend, dat Frankrijk op velerlei
gebied zeer veel voor haar kolonie heeft
gedaan, doch dat haar grootste verdienste"
wel mag genoemd worden, dat. zij van een
min of meer traag volk een ijverig, be
schaafd en ondernemende natie heeft ge-
ALGIERS IN DE OUDE BINNENSTAD.
ven een bedrag van ruim S1/^ millioen. In
Algiers wonen thans niet minder dan o1/2
de komst der Franschen naar schatting 2l_/2
millioen bedroeg. Na de overwinning op
Abd-el-Kader waren er ongeveer 50.000
Franschen in dit gebied, terwijl nu van de
900.000 Europeanen die in Algiers woon
achtig zijn, ruim 700.000 van Fransche ori
gine zijn. Gaat men de verschillende ste
den na, dan kan men zien, hoe deze eer
tijds zeer kleine en onbeduidende tot wel
varende centra van industrie en handel
zijn uitgegroeid. Boufarik was bij de komst
der Franschen nog slechts een Inlandsche
marktplaats in zeer ongunstige conditie,
vanwege de moerassige omgeving. Toen
hebben de Fransche soldaten de streek
beplant met eucaliptus, den grond gedrai
neerd en steenen huizen gebouwd; een
uitgebreide cultuur van Zuid-vruchten en
tabak werd begonnen, zoodat Boufarik
thans een plaats is met 15.000 inwoners,
groote fabrieken en entrepots. Constantine
dat ten Oosten van iUgiers ligt op een
rotsachtige hoogvlakte, bezat in 1905 46.000
inwoners en in 29 reeds meer dan 1.000.000.
Het meer Westelijk gelegen Oran telde
in 1830 maar 9000 zielen, doch dit jaar zijn
er ongeveer 170.000. Algiers zelf, dat in
1870 nog maar 40.000 inwoners bezat, heeft
heden ten dage meer dan 300.000 inwoners
en het gemeentebestuur verwacht, dat dit
getal zich in de komende tien jaar tot
500.000 zal uitbreiden. De handel heeft zich
eveneens zeer sterk ontwikkeld, hetgeen
de volgende cijfers wellicht kunnen aan-
toonen. De voornaamste uitgevoerde arti
kelen zijn graan, argumes (Zuidvruchten)
en tabakken. In 1830 bedroeg de totaal-
uitvoer D/n rnüiioen francs, terwijl de in
voer was. In 192S was het bedrag reeds
gestegen tot ongeveer1 9 milliard francs.
De wijnexport, welke zoo langzamerhand
een concurreerende factor begint te wor
den voor de wijncultuur in Zuid-Frankrijk,
wordt geschat op 5.754.000 H.L. per jaar,
welk cijfer dit jaar vermoedelijk nog zal
stijgen. De export van agrumes heeft per
jaar een omvang genomen van 22 millioen
K.G. Verder wordt nu uitgevoerd 80.000
K.G. gedroogde vijgen, vérsche amandelen
en nèfle du Japon. Van de toenemende ta-
baksuitvoer, welke in 1924 ruim 131/: mil
lioen K.G. bedroeg, ging meer dan de helft
naar Frankrijk zelf. 1000 tot 2000 paarden,
10.000 stuks hoornvee en meer dan een mil
lioen schapen worden jaarlijks voor den
export bestemd. De korenuitvoer is niet
minder een gewichtige factor in de wel
vaart van Algiers, daar de cijfers* in 192S
van 69 centenaar in 1865 zijn gestegen tot
21/2 millioen. Frankrijk zorgt ook, dat het
intellectueel leven in Algiers voortgang
maakt. Men kent hier zoowel de Inland-
sche als de Fransche school, waarheen de
Arabieren naar eigen goeddunken hun kin
deren heen kunnen zenden. Boven de la
gere scholen staan de lycea, terwijl het
verder onderwijs wordt genoten op de
staatsscholen, waar men dan verder kan
worden voorbereid tot ingenieur of offi
cier. Aan de hoogescholen wordt tegen
woordig ook al menigmaal les gegeven in
het Arabisch, terwijl de Mohamedaansche
hoogescholen het Mohamedaansch recht en
den Mohamedaanschen godsdienst onder
wijzen, om aldus de geestelijkheid voor hun
godsdienst of rechters voor het maat
schappelijk leven voor t-e bereiden. In de
verschillende steden en dorpen zijn 550
scholen speciaal bestemd voor inlanders;
vele scholen zijn nog in aanbouw. In 1929
werden in totaal 16 nieuwe ziekenhuizen
gebouwd, 7 anderen werden uitgebreid,
terwijl dit jaar 18 consultatiezalen zullen
worden gebouwd. Op hygiënisch gebied
wordt nog gezorgd voor de zuigelingen,
daar vroeger het kinder-sterfte-cijfer 10
en zelfs twintigmaal zoo hoog was als bij
ons. In verband met het feit, dat vele
vrouwen zich niet door mannen willen la
ten behandelen, zorgen vrouwelijke doc
toren voor hun behandeling en verple
ging. Hetgeen de laatste jaren ook voor
Wat de toekomst brengen zal? Men
kent de FranBche en Italiaansche rivaliteit
ten opzichte van elkander. Men weet ook
genoegzaam van de plannen van Musso
lini tot een mogelijk herstel van de oude
Romeinsche heerschappij rond de Middel-
landsche zee; zijn oog was reeds bij her
haling gevestigd op de Noordkust van
Afrika. De geschiedenis zal ook dan moe
ten leeren wat de toekomst zal zijn van dé
thans bloeiende Fransche bezitting Algiers.
Z0ETERW0UDE.
Hij was er bepaald tegen om hun jon
gen zijn eerste Communie te laten doen.
Dat was maar oude geschiedeniseen
verjaard systeem, zooals zijn dagblad hem
leerdeiets voor de achterlijken in de
maatschappij.
Maar dan, zijn vrouw was er vóór en
om haar geen verdriet te berokkenen, daar
zij reeds zooveel leed door zenuwen aan de
maag, had hij grootmoedig toegestemd, dat
hun Johan den catechismus zou bijwonen
en zijn eerste H. Communie doen.
Hij had haar echter met den meesten
ernst deze voorwaarde gestold:
Je weet, ik wil er niet bij zijn.
Op zoo'n dag?
Niets aan te doen.
En zich in zijn volle lengte oprichtend,
hij, de vurigste der vurigen van de partij-
genooten, voegde haar de volgende tirade
toe in den afdoenden stijl van zijn lijf
blad':
Doen de eiken in het woud hun eer
ste Communie
In zijn hart dacht hij wel, dat zijn zoon,
'n „roode", de spruit van een rooden va
der, in dien burger-catechismus zich als
een „roode" gedragen zou, en wellicht een
kléine Sovjet invoerenden1 spoedig wegge
stuurd wordenDan ware de mogelijk
heid ineens opgelost!
Het viel tegen. De zoon van dien naar
burgerbloed dorstenden vader bleek een
wit, zacht lammetje. Hij volgde geregeld
en met belangstelling de lessen van den
catechismus, behaalde» zelfs vele goede pun
ten en kwam op een avond na de prijsuit-
deeiiug heel gelukkig thuis met een beeld
van het H. Hart en een prentje van de klei
ne Teresia.
Wantrouwend zag de communist die
laatste overblijfselen van een verdwijnend
bijgeloof onder zijn dak een plaatsje inge
ruimd. Hij onderzocht en bekeek ze als een
geslepen vuursteen of een onderkaak van
een Neanderthaler
Mijn arm kereltje, geloof je aan die
prullen
Maar vader, kleine zuster Teresia is
geen prul. Zij heeft geleefd en leeft nog in
den hemel, vanwaaruit zij ons op aarde
blijft weldoen.
En het heilig, hoe zeg je
Het H. Hart?
Ja, het H. Hart. Wat is me dat voor
'n geschiedenis
O vader, het H. Hart i6 Christus, die
ons bemint.
ChristusJe spreekt dat woord uit
alsof er alles mee is gezegd.
Christus, dat is waarChristus is
„alles".
Simpele Johan! waar men a-1 niet
je hersenpan mee volproptt Is ter
wille van moeder, anders
Hij sloeg een medelijdenden blik op zijn
lichtgeloovigen nazaat.
Waarschijnlijk vond hij zijn zoontje
in de laatste dagen der retraite te gewil
lig, te voorkomend, zóó braaf als een lief
klein meisje, reden waarom de communist
het zijn sovjetschen plicht achtte, de zaak
eens nader te onderzoeken, zonder er even
wel tegen zijn vrouw over te reppen.
Met die zwartrokken, men weet
nooit
Hij besloot er achter te komen, wafc men
zijn zoon en erfgenaam zoo al met een zoet
lijntje „inentte". Bijgevolg ging hij naar de
sluiting van de retraite. De pastoor zou
dan zijn laatste kruit wel verschieten en
hij kwam te weten, wat die volksbedrieger
nog op den bodem van zijn zak verborgen
had en in welk© dosis de godsdienst, die
opium voor het volk, aan de kinderhersen-
tjes werd toegediend.
Ofschoon hij, vanwege de groote menigte
tegen den muur geleund moest blijven
staan, gevoelde hij zich weldra op dreef.
De kerk was gevuld met menschen van al
lerlei slag. Er waren daar burgers en prole
tariërs, werkgevers en werknemers, dames
van de aristocratie en vrouwen van bewus
te en georganiseerde arbeiders, soldaten
en officieren. Hij herkende ook enkele ka
meraden, wel, wel
Merkwaardig, dat. a-1 die menschen zoo
eendrachtig bijeen waren en dat zij totaal
den klassenstrijd schenen te vergeten, het
©erste artikel van het roode Credo, het
WELEERiW. HEER H. C. v. d. HAM,
die heden de H. Priesterwijding ontving
en morgen in de Kerk aan de Zuidbuurt
zijn eerste Plechtige H. Mis opdraagt.
Credo der toekomst, het éénig _i
Credo
Eindelijk verscheen de pastoor, een goe
de man, maar jawelmen kent ze, die goe
de menschen
Hij sprak tot de kinderen. De commu
nist luisterde met beide oogen open en
verstond in hoofdzaak:
Lieve kinderenGij zijt aan het ein
de van de retraite. Eén nacht nog en het
is de dageraad uwer eerste H. Communie.
Het gevoelen, dat. overheerschen moet in
uwe zielen, is groote dankbaarheid jegens
allen, die u dezen gelukkigsten dag uws
levens bereid hebben.
Dankbaarheid jegens GodWaarom gij
eerder dan zooveel andere kinderen, die
van Hem gescheiden zijn door onverschil
ligheid, door haat soms, treurigen haat 1
Dankbaarheid jegens uw priesters, die
voor u leven
Dankbaarheid jegens uwe dierbare
ouders. Hun huiselijke haard is een twee
de kerk; de eerste bidstoel van een kind is
op den schoot zijner moeder.
Hoe dank ik u allen, huisvaders, hier
tegenwoordig, die aan mijn roepstem ge
hoor hebt gegeven en naar de. plechtig
heid van dezen avond gekomen zijt.
Kinderen, ik ga u den zegen geven, doch
ik wil', ik alléén, u niet zegenen. Alle va
ders vraag ik met mij de hand uit te strek
ken over uw hoofden, want de zegen des
vaders is sinds de eerste tijden der wereld
een waarborg voor de ziel van het kind.
Dan heft de priester de hand omhoog.
Met eenparige beweging volgen alle aan
wezige mannen zijn voorbeeld.
Indrukwekkend oogenblik! Over de klei
ne hoofden strekken alle handen zich uit
in een beschermend gebaarhanden
van rijken en van armen, handen van bur
gers en van soldaten, jonge en van ouder
dom trillende handen.
Sit nomen Domini benedictum: De
Naam des He eren zij geloofd
Dan gevoelt hij, de volgeling van Mos
kou, zich aangegrepen door de aandoe
ning van het oogenblik, aangegrepen door
het voorbeeld, aangegrepen door den
kreet van het ras, aangegrepen door den
sloot der traditie, door macht van dingen,
die hij niet vermoedde en die uit zijn on-
derbewustzijn opwellen.
Strek toch je hand uitspreekt in zijn
binnenste een gebiedende stem't Is
een geluk voor' je kind, de zegen des va
ders
Hem zegenen, ik
Ja, gij
'n Ongeioovige
Ongeloovig of geloovig, gij zijt zijn
vader en houdt toch van uw zoon?
Of ik van hem houd
Hij heft de hand op. Op stuk van zaken
is hij niet erger dan een ander. Zijn kind
bevindt zich juist tegenover hem; breed
strekt hij de hand uit, alle vier vingers en
den duim
Als de goede God hem niet zegent, zijn
kleinen lieveling, dan is het toch zijn
schuld niet! Even moet hij met den om
slag van zijn mouw een domme traan af-
wisschen, die hem langs den wang rolt
naar zijn snor.
Wie verwonderd is, dat is zijn vrouw,
die niet wist wat zij hoorde toen haar
communist haar Woensdagavond op zijn
gewone ruwe manier vroeg:
Mijn gekleede jas, vrouw, ik veronder
stel, dat er niets aan mankeert?
Je gekleede jas?
Ja.
M'n hemel, waarom?
Maar voor morgen.
Ga je mee
Ik ga er heen, terwijl hij een gebaar
maakte, dat honcferd millioen Russen uit
daagde en.... eenige anderen erbij.
Kom hier, man, ik moet je omhel
zen.
En zijn vrouw sloeg de armen om zijn
hals, zooals zij hem in lang niet omhelsd
had. 'r
„Geld." PIERRE L'ERMITE.
KALENDER DER WEEK
Een „Robot" die op den zeebodem
gaat wandelen.
In een vroegeve danszaal te White-
stone op Long Island, die in een me
chanische constructie-werkplaats veran
derd werd, heeft men een reusachtige
automaat geconstrueerd, die geheel uit
metaal bestaat en die heel veel overeen-
koms vertoont met het apparaat waarvan
sprake is in een der werken van den be
roemden Engelschen romanschrijver H. J.
Wells. Volgens dezen romancier zouden
de Mars/bewoners uitgerust met dit ap
paraat op onze aarde verschijnen om ons'
uit te roeien.
Voorzien van machtige armen beweegt
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria en Credo. Vanaf Donder
dag de Prefatie van Kerstmis.
ZONDAG 15 Juni. Feestdag van de Al
lerheiligste Drieëenheid. Eerste Zondag na
Pinksteren. Mis: Benedicta sit. 2e gebed
en laatste Evangelie v. d. Zondag. Kleur:
Wit.
5t Verheven Geheim der Allerheiligste
Drieëenheid kunnen wij met ons verstand
niet begrijpen. Daarom brengen we aan
God het heerlijk offer van ons geloof, van
daag vooral. Eeren wij door een echt de
gelijk katholiek geloofsleven den Vader,
den Zoon en den Heiligen Geest, de Aller
heiligste Drieëenheid en onverdeelde Een
heid.
MAANDAG 16 Juni. Mis v. d. eersten
Zondag na Pinksteren: Domine. Geen Glo
ria. 2e gebed A Cunctis (om de voorbede
der Heiligen af te smeeken); 3e naar
keuze v. d. priester. Geen Credo. De ge
wone Prefatie. Kleur: Groen.
DINSDAG 17 Juni. Mis van gisteren.
2e gebed A Cunctis; 3e Voor alle Overle
denen (Fidelium. Zie in het Misboek het
eerste formulier der requiemmissen); 4e
naar keuze v. d. priester.
WOENSDAG 18 Juni. Mis v. d. H.
Ephraem, de Syyriër, Diaken en Kerklee
raar: In medio. 2e gebed v. d. H.H. Marcus
en Marcellianus, Martelaren. De gewone
Prefatie. Kleur: Wit.
De H. Ephraem van Syric bleef uit ne
derigheid Diaken. Bijzonder vereerde hij
de H. Maagd als de Onbevlekte. Door zijne
bijzonder duidelijke geschriften heeft hij
vele ketterijen bestreden, waarom Paus
Benedictus XV hem heeft verheven tot
Kerkleeraar, wiens feest door de geheele
Kerk moet worden gevierd.
DONDERDAG 19 Juni. Feestdag van
het Allerheiligste Sacrament des Altaars.
Dag van devotie. Mis: Cibavit. Sequens
„Lauda Sion" ((in de gelezen H.H. Missen
onder het octaaf naar willekeur v. d. pries
ter). Kleur: Wit.
Herdachten wij op den Witten Donder
dag de instelling van het Allerheilig
ste Sacrament, vandaag vieren wij het
bezit van de H. Eucharistie. „Er is geen
volk, dat zijne goden zóó dicht bij zich
heeft als onze God tegenwoordig is bij
ons (aldus de H. Thomas in de Getijden
der H. Kerk).
Richten wij onze oogen naar den verbor
gen God onzer altaren. Laat Hij zijn onze
dagelijkse he Spijze, opdat Christus in ons
en wij in Christus één, deel mogen hebben
aan de vruchten der Verlossing: het
eeuwig leven. (Graduale; Alleluja-vers en
Gebed).
VRIJDAG 20 Juni. Tweede dag v. h. H.
Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit (als giste
ren) e2 gebed v. d. II. Silverius; 3e Con
cede (ter eere van Maria). Kleur: Wit.
ZATERDAG 21 Juni. Derde dag v. h.
H. Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit. 2e ge
bed v. d. H. Engelmundus. (Zie in het
Feesteigen v. h. Bisdom); 3e v. d. Aloysius.
Kleur: Wit.
In do dagen van den H. Willibrordus
heeft de H. Engelmundus het H. Evange
lie gepredikt in Kennemerland.
Den 21 sten Juni stierf te Rome op 23-
jarigen leeftijd, als slachtoffer zijner naas
tenliefde aan de pestlijders betoond, de
H. Aloysius, toonbeeld van zuiverheid. Als
negenjarige knaap legde hij de gelofte af
van eeuwige zuiverheid, gedreven door het
verlangen Maria in hare deugden na te
volgen. Paus Benedictus XIII heeft den
H. Aloysius aan de katholieke jeugd als
beschermer gegeven.
H. Aloysius bid voor ons, opdat wij, die
u in uwe onschuld niet hebben nagevolgd
u mogen volgen in uwe boetvaardigheid.
((Gebed der H. Kerk).
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
MAANDAG. Feestdag v. d. H. Antonius
van Padua, Belijder. (13 Juni). Mis: In me
dio. 2e gebecl v. d. Z. Guido, Belijder (16
Juni). Kleur: Wit.
DINSDAG. Het gebed Fidelium (voor
alle Overledenen wordt niet gebeden).
VRIJDAG. 2e gebed v. d. Z. Michelina;
3e v. h. octaaf v. d. H. Antonius; 4e v. d.
H. Silverius.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
zich de pas-geconstrueerde „Robot" als
een reusachtige automatische figuur met
plompe bedachtzaamheid, maar ie torch
tegelijkertijd ook in heb bezit van een
zekere lenigheid, wan hij is in staat heb
lichaam te buigen. Zijn hoofd is voorzien
zien van twee electrische oogen in den
vorm van schijnwerpers.
Hij zal op den bodem der zee rond
wandelen en daar gaan zoeken naar ver
dwenen schatten. In heb binnenste van
dit reusachtige apparaat, dat geheel uit
stalen platen is vervaardigd, wordt een
levend mensch verborgen, die absoluut
hermetisch van de buitenwereld is afge
sloten.
Harry Bowdoin, de uitvinder van den
„Robot" beweert, dat iemand, die in dit
apparaat opgesloten wordt in staat zal
zijn om 200 M. en meer onder den zeespie
gel af te dalen, want geen enkele atmos
ferische druk, hoe sterk ook, is in staat
dezen „Robot" ook maar eenigszins te
deren!
De ingenieur voegt er nog aan toe, dat
de persoon die zich binnen in den stalen
reus bevindt, de lucht, die hem van de
oppervlakte van den Oceaan toegevoerd
wordt, even gemakkelijk kan inademen
als wanneer hij zich in een salon bevond.
De volgende maand zal de „Robot"
aan boord van een sleeper gebracht, wor
den om in de wateren van Long Island
naar de lading koperen platen te zoeken,
die bij een scheepsramp daar in de diepte
verzonken zijn.