Bij het eeuwfeest van Algiers Rood geverfd ZATERDAG 14 JUNI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Wai de toekomst brengen? 17 Juli a.g. zal het. 100 jaar geleden zijn, dat te Algiers de Franschen voet aan wal zetten in de kleine baai te Sissi-Forrueh, waar op bevel van Karei X, koning van Frankrijk, de vlag van dat land werd geplant. De reden waarom deze expeditie werd georganiseerd, was gelegen in het feit, dat een groot aan tal roovers, die daar woon den, de zee in deze streek onveilig maakten. De histo rische betee-kenis van deze herdenking mocht niet on opgemerkt voorbijgaan en Frankrijk heeft al haar best gedaan de viering zoo luis terrijk mogelijk te doen zijn. President Doumergue is per soonlijk naar Algiers gereisd om den wapenschouw te Sidi- Ferruch mede te maken. Bij deze parade waren dezelfde wapensoorten vertegenwoor digd, welke voor 100 jaar aan wezig waren: Zouaven, Se- negaleezen, jagers en tirail leurs. Ook werd vorge maand een groote vlootpaiade ge houden op de re ede te Al giers. De president minister Dumesnil en de voorz. van de Kamers en den Senaat waren hierbij aanwezig en volgden met belangstelling het défilé der 66 oorlogssche pen en der drie esoradrilles vliegtuigen. Tegelijkertijd beeft men in Algiers en ver schillende steden tentoonstel lingen georganiseerd, waar van wij noemen de tentoon stelling te Oran en die te Constantine. Deze geven een beeld van den graanbouw en wijncultuur in Algiers, terwijl de ten toonstellingen te Parijs en te Lyon een meer historisch overzicht geven. De eerste kolonisatie van Algiers begint ten tijde der Phoeniciers, die Carthago stichtten en de grondslagen legden van het later zoo machtige rijk. Omstreeks 146 kwamen de Romeinen met de Cairthageenen in aan raking, doch het zou nog lang dure», al vorens zij, na de expeditie van Caesar, hun heerschappij zouden vestigen en het land groot maken voor den wereldhandel. Maar met den val van het Romeinsche rijk ging het ook welvarend Algiers ten gronde door de voortdurende invallen der barba ren, welke omstreeks 430 plaats hadden. Vanaf dien tijd is het land door de on derlinge verdeeldheid der bevolking geheel versnipperd in een menigte staatjes. In 1529 valt het land in handen van de Tur ken, die de bron van bestaan voor een groot deel zochten in de zeerooverij en zich aldus verrijkten ten koste van de Europee- sche staten. Om hier nu een eind aan te maken, be sloot Napoleon een inval te doen, doch zond te voren kapitein Boutin naar Algiers om eenige gegevens te verzamelen, noodig voor een goed overlegden inval. Het zou evenwel nog tot 1830 duren, eer dit plan ten uitvoer kon worden gelegd; Karei X toch heeft toen, zooals reeds gezegd, den aanval gecommandeerd. Het is zeer juist van de koloniseerende Franschen geweest van den beginne af alles 'te zetten op den landbouw en de wijncultuur, daar dit land zoo bij uitstek geschikt is voor deze takken van welvaart. De graanbouw bestaat voor al in de streken, welke gelegen zijn op een hoogte van 300 tot 1200 meter, als het vroegere Mauretanie en Jugurba, terwijl de lagere streken en de kust voor graan en wijnbouw worden aangewend. De Fran sche soldaten, die Algiers hebben ver overd, zijn tegelijk de eerste kolonisten geweest, die begonnen zijn den landbouw te doen herleven, want nadat deze hun tochten hadden gemaakt in Kabylie en Constantine en zij dé wapenen hadden neergelegd, wijdden zij zich naar het voor beeld van den lateren maarschalk Byge- sud aan den landbouw. Door president Doumergue is ter eere van dezen man een monument onthuld te Boufarik, een plaats je op ongeveer 30 K.M. afstand van Al giers gelegen, waar de eerste kolonisten hun pionierwerk begonnen zijn. Het ge denkboeken is een vrij lange muur, welke ©enigszins doet denken aan de z.g. Mur de la Confédération te Genève. Bij deze plechtigheid wa-s de kleindochter van den maarschalk Bugeaud aanwezig. Om zich een denkbeeld te vormen van hetgeen het moederland voor deze kolonie heeft ge daan, moet men nagaan, welken vooruit gang het land medemaakte in den tijd, dat het stond onder de auspiciën van Frankrijk, en welke de vorderingen zijn op economisch, staatkundig, intellectueel en elk ander gebied. Daarbij dient men ech ter dan nog rekening te houden met het feit, dat het eigenlijke veroveringswerk voortduurde tob 1870, zoodat vóór dien tijd niet veel aandacht kon worden besteed aan het werk der beschaving. Maar sinds 1848 is Algiers een Fransche bezitting, dus geen autonome kolonie, maar een Fransche provincie, ingedeeld in drie departementen, welke in princiep door de Fransche ministers worden be stuurd. De Fransche burgers in Algiers kiezen hun eigen afgevaardigden naar de kamer. In 1898 begon evenwel een admi nistratieve decentralisatie, zoodat de Gou verneur-generaal van Algiers, welke func tie heden wordt bekleed door den heer Bordes, langzamerhand meer de macht krijgt van de ministers. De begrooting, welke in 1880 sloot met een eindbedrag van ruim 33 millioen francs, toonde voor 1930 aan gewone uitgaven een bedrag van 903 millioen en aan buitengewone uitga- millioen inboorlingen, terwijl dit aantal bij de verbetering van het verkeer, dat ten gevolge van den toenemenden handel, zeer dringend herziening behoeft, is gedaan blijkt wel hieruit, dat gedurende de laatste 25 jaar 20.000 K.M. weg zijn aangelegd, welke voldoen aan de eischen gesteld door het groot, verkeer. De onderlinge verbin ding met de verschillende plaatsen in het land wordt onderhouden door 4857 vracht wagens en 569 autobussen. Aan spoorwe gen heeft men tot nog toe reeds 5000 K.M. Volgens de laatste gegeven werd Algiers bezocht door 46.000 toeristen. In de stad Algiers is men bezig de moderne bouwpro- blemen te bestudeeren om de verschillen de wijken, welke in de naaste toekomst zullen worden bebouwd, zoo te doen ver rijzen, dat zij in onderlinge harmonie zijn. Voor den bouw van een metro schreef de burgemeester van Algiers, de heer Brunei, een prijsvraag uit voor de beste oplossing van dit bouwpro'bleem. Ongetwijfeld moet worden erkend, dat Frankrijk op velerlei gebied zeer veel voor haar kolonie heeft gedaan, doch dat haar grootste verdienste" wel mag genoemd worden, dat. zij van een min of meer traag volk een ijverig, be schaafd en ondernemende natie heeft ge- ALGIERS IN DE OUDE BINNENSTAD. ven een bedrag van ruim S1/^ millioen. In Algiers wonen thans niet minder dan o1/2 de komst der Franschen naar schatting 2l_/2 millioen bedroeg. Na de overwinning op Abd-el-Kader waren er ongeveer 50.000 Franschen in dit gebied, terwijl nu van de 900.000 Europeanen die in Algiers woon achtig zijn, ruim 700.000 van Fransche ori gine zijn. Gaat men de verschillende ste den na, dan kan men zien, hoe deze eer tijds zeer kleine en onbeduidende tot wel varende centra van industrie en handel zijn uitgegroeid. Boufarik was bij de komst der Franschen nog slechts een Inlandsche marktplaats in zeer ongunstige conditie, vanwege de moerassige omgeving. Toen hebben de Fransche soldaten de streek beplant met eucaliptus, den grond gedrai neerd en steenen huizen gebouwd; een uitgebreide cultuur van Zuid-vruchten en tabak werd begonnen, zoodat Boufarik thans een plaats is met 15.000 inwoners, groote fabrieken en entrepots. Constantine dat ten Oosten van iUgiers ligt op een rotsachtige hoogvlakte, bezat in 1905 46.000 inwoners en in 29 reeds meer dan 1.000.000. Het meer Westelijk gelegen Oran telde in 1830 maar 9000 zielen, doch dit jaar zijn er ongeveer 170.000. Algiers zelf, dat in 1870 nog maar 40.000 inwoners bezat, heeft heden ten dage meer dan 300.000 inwoners en het gemeentebestuur verwacht, dat dit getal zich in de komende tien jaar tot 500.000 zal uitbreiden. De handel heeft zich eveneens zeer sterk ontwikkeld, hetgeen de volgende cijfers wellicht kunnen aan- toonen. De voornaamste uitgevoerde arti kelen zijn graan, argumes (Zuidvruchten) en tabakken. In 1830 bedroeg de totaal- uitvoer D/n rnüiioen francs, terwijl de in voer was. In 192S was het bedrag reeds gestegen tot ongeveer1 9 milliard francs. De wijnexport, welke zoo langzamerhand een concurreerende factor begint te wor den voor de wijncultuur in Zuid-Frankrijk, wordt geschat op 5.754.000 H.L. per jaar, welk cijfer dit jaar vermoedelijk nog zal stijgen. De export van agrumes heeft per jaar een omvang genomen van 22 millioen K.G. Verder wordt nu uitgevoerd 80.000 K.G. gedroogde vijgen, vérsche amandelen en nèfle du Japon. Van de toenemende ta- baksuitvoer, welke in 1924 ruim 131/: mil lioen K.G. bedroeg, ging meer dan de helft naar Frankrijk zelf. 1000 tot 2000 paarden, 10.000 stuks hoornvee en meer dan een mil lioen schapen worden jaarlijks voor den export bestemd. De korenuitvoer is niet minder een gewichtige factor in de wel vaart van Algiers, daar de cijfers* in 192S van 69 centenaar in 1865 zijn gestegen tot 21/2 millioen. Frankrijk zorgt ook, dat het intellectueel leven in Algiers voortgang maakt. Men kent hier zoowel de Inland- sche als de Fransche school, waarheen de Arabieren naar eigen goeddunken hun kin deren heen kunnen zenden. Boven de la gere scholen staan de lycea, terwijl het verder onderwijs wordt genoten op de staatsscholen, waar men dan verder kan worden voorbereid tot ingenieur of offi cier. Aan de hoogescholen wordt tegen woordig ook al menigmaal les gegeven in het Arabisch, terwijl de Mohamedaansche hoogescholen het Mohamedaansch recht en den Mohamedaanschen godsdienst onder wijzen, om aldus de geestelijkheid voor hun godsdienst of rechters voor het maat schappelijk leven voor t-e bereiden. In de verschillende steden en dorpen zijn 550 scholen speciaal bestemd voor inlanders; vele scholen zijn nog in aanbouw. In 1929 werden in totaal 16 nieuwe ziekenhuizen gebouwd, 7 anderen werden uitgebreid, terwijl dit jaar 18 consultatiezalen zullen worden gebouwd. Op hygiënisch gebied wordt nog gezorgd voor de zuigelingen, daar vroeger het kinder-sterfte-cijfer 10 en zelfs twintigmaal zoo hoog was als bij ons. In verband met het feit, dat vele vrouwen zich niet door mannen willen la ten behandelen, zorgen vrouwelijke doc toren voor hun behandeling en verple ging. Hetgeen de laatste jaren ook voor Wat de toekomst brengen zal? Men kent de FranBche en Italiaansche rivaliteit ten opzichte van elkander. Men weet ook genoegzaam van de plannen van Musso lini tot een mogelijk herstel van de oude Romeinsche heerschappij rond de Middel- landsche zee; zijn oog was reeds bij her haling gevestigd op de Noordkust van Afrika. De geschiedenis zal ook dan moe ten leeren wat de toekomst zal zijn van dé thans bloeiende Fransche bezitting Algiers. Z0ETERW0UDE. Hij was er bepaald tegen om hun jon gen zijn eerste Communie te laten doen. Dat was maar oude geschiedeniseen verjaard systeem, zooals zijn dagblad hem leerdeiets voor de achterlijken in de maatschappij. Maar dan, zijn vrouw was er vóór en om haar geen verdriet te berokkenen, daar zij reeds zooveel leed door zenuwen aan de maag, had hij grootmoedig toegestemd, dat hun Johan den catechismus zou bijwonen en zijn eerste H. Communie doen. Hij had haar echter met den meesten ernst deze voorwaarde gestold: Je weet, ik wil er niet bij zijn. Op zoo'n dag? Niets aan te doen. En zich in zijn volle lengte oprichtend, hij, de vurigste der vurigen van de partij- genooten, voegde haar de volgende tirade toe in den afdoenden stijl van zijn lijf blad': Doen de eiken in het woud hun eer ste Communie In zijn hart dacht hij wel, dat zijn zoon, 'n „roode", de spruit van een rooden va der, in dien burger-catechismus zich als een „roode" gedragen zou, en wellicht een kléine Sovjet invoerenden1 spoedig wegge stuurd wordenDan ware de mogelijk heid ineens opgelost! Het viel tegen. De zoon van dien naar burgerbloed dorstenden vader bleek een wit, zacht lammetje. Hij volgde geregeld en met belangstelling de lessen van den catechismus, behaalde» zelfs vele goede pun ten en kwam op een avond na de prijsuit- deeiiug heel gelukkig thuis met een beeld van het H. Hart en een prentje van de klei ne Teresia. Wantrouwend zag de communist die laatste overblijfselen van een verdwijnend bijgeloof onder zijn dak een plaatsje inge ruimd. Hij onderzocht en bekeek ze als een geslepen vuursteen of een onderkaak van een Neanderthaler Mijn arm kereltje, geloof je aan die prullen Maar vader, kleine zuster Teresia is geen prul. Zij heeft geleefd en leeft nog in den hemel, vanwaaruit zij ons op aarde blijft weldoen. En het heilig, hoe zeg je Het H. Hart? Ja, het H. Hart. Wat is me dat voor 'n geschiedenis O vader, het H. Hart i6 Christus, die ons bemint. ChristusJe spreekt dat woord uit alsof er alles mee is gezegd. Christus, dat is waarChristus is „alles". Simpele Johan! waar men a-1 niet je hersenpan mee volproptt Is ter wille van moeder, anders Hij sloeg een medelijdenden blik op zijn lichtgeloovigen nazaat. Waarschijnlijk vond hij zijn zoontje in de laatste dagen der retraite te gewil lig, te voorkomend, zóó braaf als een lief klein meisje, reden waarom de communist het zijn sovjetschen plicht achtte, de zaak eens nader te onderzoeken, zonder er even wel tegen zijn vrouw over te reppen. Met die zwartrokken, men weet nooit Hij besloot er achter te komen, wafc men zijn zoon en erfgenaam zoo al met een zoet lijntje „inentte". Bijgevolg ging hij naar de sluiting van de retraite. De pastoor zou dan zijn laatste kruit wel verschieten en hij kwam te weten, wat die volksbedrieger nog op den bodem van zijn zak verborgen had en in welk© dosis de godsdienst, die opium voor het volk, aan de kinderhersen- tjes werd toegediend. Ofschoon hij, vanwege de groote menigte tegen den muur geleund moest blijven staan, gevoelde hij zich weldra op dreef. De kerk was gevuld met menschen van al lerlei slag. Er waren daar burgers en prole tariërs, werkgevers en werknemers, dames van de aristocratie en vrouwen van bewus te en georganiseerde arbeiders, soldaten en officieren. Hij herkende ook enkele ka meraden, wel, wel Merkwaardig, dat. a-1 die menschen zoo eendrachtig bijeen waren en dat zij totaal den klassenstrijd schenen te vergeten, het ©erste artikel van het roode Credo, het WELEERiW. HEER H. C. v. d. HAM, die heden de H. Priesterwijding ontving en morgen in de Kerk aan de Zuidbuurt zijn eerste Plechtige H. Mis opdraagt. Credo der toekomst, het éénig _i Credo Eindelijk verscheen de pastoor, een goe de man, maar jawelmen kent ze, die goe de menschen Hij sprak tot de kinderen. De commu nist luisterde met beide oogen open en verstond in hoofdzaak: Lieve kinderenGij zijt aan het ein de van de retraite. Eén nacht nog en het is de dageraad uwer eerste H. Communie. Het gevoelen, dat. overheerschen moet in uwe zielen, is groote dankbaarheid jegens allen, die u dezen gelukkigsten dag uws levens bereid hebben. Dankbaarheid jegens GodWaarom gij eerder dan zooveel andere kinderen, die van Hem gescheiden zijn door onverschil ligheid, door haat soms, treurigen haat 1 Dankbaarheid jegens uw priesters, die voor u leven Dankbaarheid jegens uwe dierbare ouders. Hun huiselijke haard is een twee de kerk; de eerste bidstoel van een kind is op den schoot zijner moeder. Hoe dank ik u allen, huisvaders, hier tegenwoordig, die aan mijn roepstem ge hoor hebt gegeven en naar de. plechtig heid van dezen avond gekomen zijt. Kinderen, ik ga u den zegen geven, doch ik wil', ik alléén, u niet zegenen. Alle va ders vraag ik met mij de hand uit te strek ken over uw hoofden, want de zegen des vaders is sinds de eerste tijden der wereld een waarborg voor de ziel van het kind. Dan heft de priester de hand omhoog. Met eenparige beweging volgen alle aan wezige mannen zijn voorbeeld. Indrukwekkend oogenblik! Over de klei ne hoofden strekken alle handen zich uit in een beschermend gebaarhanden van rijken en van armen, handen van bur gers en van soldaten, jonge en van ouder dom trillende handen. Sit nomen Domini benedictum: De Naam des He eren zij geloofd Dan gevoelt hij, de volgeling van Mos kou, zich aangegrepen door de aandoe ning van het oogenblik, aangegrepen door het voorbeeld, aangegrepen door den kreet van het ras, aangegrepen door den sloot der traditie, door macht van dingen, die hij niet vermoedde en die uit zijn on- derbewustzijn opwellen. Strek toch je hand uitspreekt in zijn binnenste een gebiedende stem't Is een geluk voor' je kind, de zegen des va ders Hem zegenen, ik Ja, gij 'n Ongeioovige Ongeloovig of geloovig, gij zijt zijn vader en houdt toch van uw zoon? Of ik van hem houd Hij heft de hand op. Op stuk van zaken is hij niet erger dan een ander. Zijn kind bevindt zich juist tegenover hem; breed strekt hij de hand uit, alle vier vingers en den duim Als de goede God hem niet zegent, zijn kleinen lieveling, dan is het toch zijn schuld niet! Even moet hij met den om slag van zijn mouw een domme traan af- wisschen, die hem langs den wang rolt naar zijn snor. Wie verwonderd is, dat is zijn vrouw, die niet wist wat zij hoorde toen haar communist haar Woensdagavond op zijn gewone ruwe manier vroeg: Mijn gekleede jas, vrouw, ik veronder stel, dat er niets aan mankeert? Je gekleede jas? Ja. M'n hemel, waarom? Maar voor morgen. Ga je mee Ik ga er heen, terwijl hij een gebaar maakte, dat honcferd millioen Russen uit daagde en.... eenige anderen erbij. Kom hier, man, ik moet je omhel zen. En zijn vrouw sloeg de armen om zijn hals, zooals zij hem in lang niet omhelsd had. 'r „Geld." PIERRE L'ERMITE. KALENDER DER WEEK Een „Robot" die op den zeebodem gaat wandelen. In een vroegeve danszaal te White- stone op Long Island, die in een me chanische constructie-werkplaats veran derd werd, heeft men een reusachtige automaat geconstrueerd, die geheel uit metaal bestaat en die heel veel overeen- koms vertoont met het apparaat waarvan sprake is in een der werken van den be roemden Engelschen romanschrijver H. J. Wells. Volgens dezen romancier zouden de Mars/bewoners uitgerust met dit ap paraat op onze aarde verschijnen om ons' uit te roeien. Voorzien van machtige armen beweegt N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Vanaf Donder dag de Prefatie van Kerstmis. ZONDAG 15 Juni. Feestdag van de Al lerheiligste Drieëenheid. Eerste Zondag na Pinksteren. Mis: Benedicta sit. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Zondag. Kleur: Wit. 5t Verheven Geheim der Allerheiligste Drieëenheid kunnen wij met ons verstand niet begrijpen. Daarom brengen we aan God het heerlijk offer van ons geloof, van daag vooral. Eeren wij door een echt de gelijk katholiek geloofsleven den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest, de Aller heiligste Drieëenheid en onverdeelde Een heid. MAANDAG 16 Juni. Mis v. d. eersten Zondag na Pinksteren: Domine. Geen Glo ria. 2e gebed A Cunctis (om de voorbede der Heiligen af te smeeken); 3e naar keuze v. d. priester. Geen Credo. De ge wone Prefatie. Kleur: Groen. DINSDAG 17 Juni. Mis van gisteren. 2e gebed A Cunctis; 3e Voor alle Overle denen (Fidelium. Zie in het Misboek het eerste formulier der requiemmissen); 4e naar keuze v. d. priester. WOENSDAG 18 Juni. Mis v. d. H. Ephraem, de Syyriër, Diaken en Kerklee raar: In medio. 2e gebed v. d. H.H. Marcus en Marcellianus, Martelaren. De gewone Prefatie. Kleur: Wit. De H. Ephraem van Syric bleef uit ne derigheid Diaken. Bijzonder vereerde hij de H. Maagd als de Onbevlekte. Door zijne bijzonder duidelijke geschriften heeft hij vele ketterijen bestreden, waarom Paus Benedictus XV hem heeft verheven tot Kerkleeraar, wiens feest door de geheele Kerk moet worden gevierd. DONDERDAG 19 Juni. Feestdag van het Allerheiligste Sacrament des Altaars. Dag van devotie. Mis: Cibavit. Sequens „Lauda Sion" ((in de gelezen H.H. Missen onder het octaaf naar willekeur v. d. pries ter). Kleur: Wit. Herdachten wij op den Witten Donder dag de instelling van het Allerheilig ste Sacrament, vandaag vieren wij het bezit van de H. Eucharistie. „Er is geen volk, dat zijne goden zóó dicht bij zich heeft als onze God tegenwoordig is bij ons (aldus de H. Thomas in de Getijden der H. Kerk). Richten wij onze oogen naar den verbor gen God onzer altaren. Laat Hij zijn onze dagelijkse he Spijze, opdat Christus in ons en wij in Christus één, deel mogen hebben aan de vruchten der Verlossing: het eeuwig leven. (Graduale; Alleluja-vers en Gebed). VRIJDAG 20 Juni. Tweede dag v. h. H. Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit (als giste ren) e2 gebed v. d. II. Silverius; 3e Con cede (ter eere van Maria). Kleur: Wit. ZATERDAG 21 Juni. Derde dag v. h. H. Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit. 2e ge bed v. d. H. Engelmundus. (Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom); 3e v. d. Aloysius. Kleur: Wit. In do dagen van den H. Willibrordus heeft de H. Engelmundus het H. Evange lie gepredikt in Kennemerland. Den 21 sten Juni stierf te Rome op 23- jarigen leeftijd, als slachtoffer zijner naas tenliefde aan de pestlijders betoond, de H. Aloysius, toonbeeld van zuiverheid. Als negenjarige knaap legde hij de gelofte af van eeuwige zuiverheid, gedreven door het verlangen Maria in hare deugden na te volgen. Paus Benedictus XIII heeft den H. Aloysius aan de katholieke jeugd als beschermer gegeven. H. Aloysius bid voor ons, opdat wij, die u in uwe onschuld niet hebben nagevolgd u mogen volgen in uwe boetvaardigheid. ((Gebed der H. Kerk). IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: MAANDAG. Feestdag v. d. H. Antonius van Padua, Belijder. (13 Juni). Mis: In me dio. 2e gebecl v. d. Z. Guido, Belijder (16 Juni). Kleur: Wit. DINSDAG. Het gebed Fidelium (voor alle Overledenen wordt niet gebeden). VRIJDAG. 2e gebed v. d. Z. Michelina; 3e v. h. octaaf v. d. H. Antonius; 4e v. d. H. Silverius. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. zich de pas-geconstrueerde „Robot" als een reusachtige automatische figuur met plompe bedachtzaamheid, maar ie torch tegelijkertijd ook in heb bezit van een zekere lenigheid, wan hij is in staat heb lichaam te buigen. Zijn hoofd is voorzien zien van twee electrische oogen in den vorm van schijnwerpers. Hij zal op den bodem der zee rond wandelen en daar gaan zoeken naar ver dwenen schatten. In heb binnenste van dit reusachtige apparaat, dat geheel uit stalen platen is vervaardigd, wordt een levend mensch verborgen, die absoluut hermetisch van de buitenwereld is afge sloten. Harry Bowdoin, de uitvinder van den „Robot" beweert, dat iemand, die in dit apparaat opgesloten wordt in staat zal zijn om 200 M. en meer onder den zeespie gel af te dalen, want geen enkele atmos ferische druk, hoe sterk ook, is in staat dezen „Robot" ook maar eenigszins te deren! De ingenieur voegt er nog aan toe, dat de persoon die zich binnen in den stalen reus bevindt, de lucht, die hem van de oppervlakte van den Oceaan toegevoerd wordt, even gemakkelijk kan inademen als wanneer hij zich in een salon bevond. De volgende maand zal de „Robot" aan boord van een sleeper gebracht, wor den om in de wateren van Long Island naar de lading koperen platen te zoeken, die bij een scheepsramp daar in de diepte verzonken zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5