DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Het Gezellen-Leven LASTER ZATERDAG 14 JUNI 1930 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 L u c h t h c 1 d e ri. De luchten weme len van helden op het oogenblik. Ons kleine landje heeft heel wat lucht- helden, al doen ze niet altijd van zich spre ken en de Vliegende Hollander heeft te genwoordig in het buitenland eer een be- wonderenden dan een spookachtigen klank, zooals vroeger. Zulk een „vliegende Hollander" is bijv. de regenmaker Veraart uit Rijswijk, ook een van onze luchthelden. Want getuigt het niet van een helfhaftig optimisme om tel kens maar weer met een paar zakjes ijs naar boven te gaan om een paar regendrop pels van de wolken af te persen? Tenslotte is het hem toch maar gelukt, Woensdag morgen was een dichte motregen het re sultaat van zijn hardnekkig doorzetten. Van Dijk, een tweede Hollandscbe lucht- held. Hij staat op het oogeniblik met den 'Australiër Kingford Smith, den bekenden Oceaanvlieger, een Ierschen navigator en een Australischen marconisc klaar om de groote sprong te wagen Westwaarts over den Atlantischen Oceaan. Een hachelijke onderneming. Wij weten het allen, het is nog maar een maal gelukt om van Oost naar West den Atlantischen Oceaan over te vliegen: het waren de Duitschers Köhl en von Hühne- feldt en de Ier Fitzmaurice, die met de „Bremen" da., geweldige werk verrichtten. Die Duitsche machine kwam als door een wonder tercht op een ijsmeertje van een der eilanden aan de Oostkust van Ameri ka, en ontsnapte op die wijze op zeer mar kante wijze aan het gevaar van vergaan, zooals er voor dien en na dien, heel wat vliegtuigen ten onder ,zijn gegaan in de po ging om van deze zijde uit Amerika te be reiken. Kolonel Minohin met den veel be treurden capt. Hamihon, de in ons land zoo welbekende eenoogige Hinchliffe te zamen met Elsie Mackay, de Franschen Nunigesser en Coli om er maat enkelen te noemen, hebben hun pogingen daartoe met den dood moeren bekoopen. Moge de „vliegende Hollander'', getrouw aan de traditie, veilig zijn weg vinden te midden der doodsgevaren. En ten slotte heb en wij den luchtheld Carol Hij is wel geen vliegende Hollander, maar toch wel erg vli^gerig; en met een luehVheld heeft hij dit gemeen, dat hij ver bazend luchtig en een held in liefdesavon turen is geweest. K o h i n g Ca rol. - Een dergelijke vorstentelg arriveerde natuurlijk in Roeme nië per vliegtuig. Dat was vorige week Vrijdagavond. Hij kwam vrij onverwachts, althans voor de buitenstaanders, want de ingewijden waren op de hoogte en de ge heels coup d'éfat was voortreffelijk ge ënsceneerd en voorbereid, en dank zij deze voorbereiding verliep alles gesmeerd. Binnen 4S uur was de coup détai gelukt: de regentsohaps raad afgetreden, de jonge koning Michael tot troonsopvolger gedegra deerd, Carol tot koning geproclameerd door het vereenigdc parlement. De periode van het interregnum van den zwakken regentsehapsraad, ingesteld na. den dood van koning Ferdinand op 21 Juli 1927, is ten einde. Voor Wcsterschc opvattingen doet het jongste verloop van de gebeurtenissen in Roemenië «'enigszins vreemd aan, schrijft het „Hbld.' In het weder ten tooneele ver schijnen van den slechts, door zijn amou reuze perikelen vermaard geworden prins en diens verwelkoming door zijn volk als de verloren zoon, nadat hij indertijd plech tig afstand had gedaan van a. zijn rechten op den troon, om, als Carol Caraiman zijn leven „uit te leven', ligt ie's onsympa thieks. Gedragingen als van dezen vorstenzoon, die geroepen was tot de hoogste verplich tingen ten opzichte van zijn volk, zouden het aannemelijk gemaakt hebben, warmee,r hij dientengevolge verder als particulier had voortgeleefd. Tenslotte is er nog zoo iets a-ls noblesse oblige. Niet het minst voor vorsten. Echter als ware er niets gebeurd als had hij indertijd niet plechtig zijn rechten afgezworen, toen dit in zijn kraam te pas kwam, heeft dezelfde man thans weer een nieuwen eed van trouw gezworen, dit keer aan volk en grondwet. En met groote geestdrift is de terugge keerde ontvangen. Alles is vergeven en ver geten. Intusschen, naast het bestaan van andere zedelijke normen in dit nog gedeeltelijk oos- tersche land, is in „redenen van staatsbe lang", in welken naam in den loop der ge schiedenis reeds zoo veel, dat krom en onfriseh was, goedgepraat is, en in den drang van de zijde van het Hof, ongetwij feld de voornaamste verklaring te zoeken van hetgeen we thans in Roemenië zien ge beuren. Er moge om redenen van staatsbelang iets voor te zeggen zijn geweest, om te breken met de regeering van den regent sehapsraad, waarvan de beerschzuchtige koning-moeder Maria- een willig werktuig probeerde te maken, aan den anderen kant is de geheele staatsgreep een klucht van herroepingen. Verbanningsdecreten, plechtige verklarin gen van afstand van alle rechten op de troon, eeden van trouw aan den kleinen koning Michael, echtscheidingen etc. etc., alles werd met één slag opgeheven en her roepen. 'n Frissehe boel. Het i6 in dit verband misschien wel goed, er aan te herinneren, dat koning Ca rol niet Katholiek is, zooals sommige bla den meenden, doch Grieksch-orthodox. Wat zal de toekomst Groot-Roemenië brengen onder de leiding van zijn nieuwen vorst? Waarheen zal het experiment lei den Voor het land zelf, dat dringend behoef te heeft aan rust en opbouw enden arbeid maar ook voor het buitenland, hetwelk slechts gebaat kan zijn met voorkoming van onrust en wrijving in dezen gevaarlijken stormhoek van Zuid-Europa, die grenst aan Sovjet-Rusland, hetwelk het verlies van Bessarabië slechts met moeite kan ver kroppen, is het te hopen, dat de verant woordelijke staatslieden, die in het belang van de toekomst en voorspoed van hun land gemeend hebben tot dezen zet te moeten overgaan, juist gezien 'hebben en dat de terugkeer van Carol de aanleiding en beweegkracht wordt tot groote samen werking en eendracht tusschen de par tijen. KONING CAROL VAN ROEMENIE. Financieele moeilijkheden. Het Engelsche en het Ihiitsche kabinet on dervinden gelijkelijk welk ondankbaar werk liet is in een tijdperk van oeconomieche cri sis aan het bewind te zijn. In beide landen de werkloosheid tot noodpeil gestegen en Duitschland telt volgens de laatste offi- cieele opgave twee millioen zeven honderd duizend menschen die werk zoeken cn het niet vinden. De economische crisis doet ook op po litiek gebied haar invloed duchtig gevoe len, doordat 'het instituut tot verzekering tegen werkloosheid bij lange na niet in staat is zichzelf te bedruipen en het rijk met nog steeds aangroeiende sommen moet bijspringen. In hoofdzaak daardoor is een tekort op de begrooting, die nog altijd op behandeling in den Rijksdag wacht, van 750 millioen mark ontstaan. De ontwerpen tot dekking van dit deficit, door Minister Moldenhauer ingediend, worden niet be paald met instemming begroet. Blijkens de Duitsche perscommentaren ziet het er voor het kabinet-Briiuing cn vooral voor minis ter Moldenhauer, die blijkbaar „au bout de son Latin" is, slecht uit, zóó slecht, dat de „Vossisdhe Ztg." de veronderstelling op pert, dat de minister de ook uit zijn eigen partij te voorziene critiek niet zal afwach ten en er de voorkeur aan zal geven bin nenkort -heen te gaan. Het zou ons niet verwonderen als deze voorspelling uilkvam, maar wat er dan verder zal gebeuren, is nog niet te voor zien. Zal het. kabinet-Brüning in zijn ge heel aftreden Zal de rijkskanselier iemand kunnen vinden die met eenige kans op wel slagen de bereddering van den desólaten rijksboedel op zich wil nemen? Of zullen om een politieke crisis in deze benarde om standigheden te vermijden, de Duitsche volkspartij en de democraten toch nog door den zuren appel van de dekkingsontwerpen heenbijten Het zijn vragen waarop de naaste toe komst een antwoord zal geven. STUDIE- EN DEBATINGCLUB. Excursie naar Nijmegen. De lang voorbereide excursie naar de stad van den Heilige- Petrus Canisius, pa troon van bovengenoemde club, heeft ge durende de beide Pinksterdagen onder be gunstiging van prachtig zomerweer plaats gevonden. En het moet mij direct, van het hart, het is geweest een excursie de leden der Gez.-Ver. waardig. Immers, daar heerschte die vroolijke eensgezinde geest, die zoo karakteristiek is onder onze Gezellen en waardoor de goede harmonie door geen wanklank werd ver broken. Doch wat zal ik hierover schrijven, lie ver wil ik trachten in een kort verslag de thuisblijvers te overtuigen, dat zij ongelijk hadden. Ruimschoots op tijd verzamelden zich de 18 deelnemers op len Pinksterdag voor het station, dat wij, begeleid door een aan tal belangstellende Gezellen binnentrok ken. Dames 5. Kinder kleeding LHoeden ROTTERDAM Hoogstraat hoek Spui Onze trein, waarmede wij de eerste etappe naar Utrecht zouden afleggen stond, reeds gereed, er werd dus onmid dellijk plaats gezocht. Nauwelijks waren allen gezeten of de 'trein zette zich lang zaam in beweging, nog een laatste afscheid en een „tot weerziens morgenavond", en dan verdween de stad langzaam uit ons oog. Utrecht werd onder vroolijke kout en het zingen van verschillende gezelllenlie- deren bereikt, en hier verlieten wij den trein om in een andere het tweede traject naar Arnhem af te leggen. Hadden wij tot bij Utrecht uitzicht op het vlakke polderlandschap, even hier voor bij werd dit geheel anders. Prachtige bos- schen, waartusschen hier en daar een boer derij of landhuis, met er achter golvende korenvelden wisselden af met niet minder mooie vergezichten. En in een dergelijke natuur zouden wij twee dagen doorbrengen. Begrijpelijk dus dat allen in spanning de komende dingen afwachtten. In Arnhem hadden wij bijna een uur rust, welke tijd werd benut om den inwen- digen mensch wat te versterken. Om 1 u. 4 bereikten wij in opgewekte stemming Nijmegen, het doel van onze reis. Bij het station werden wij verwelkomd door Sen. v. Dijck, die ons na een korte wandeling in de Gez.-Ver.bracht, waar wij in de prachtige recreatiezaal even wat konden uitblazen. Doch lang duurde deze rust niet. De maag vroeg om het hare en dus trokken wij naar Hotel Rondeel, waar ons een fijn diner wachtte. De avond werd verder besteed aan het maken van een wandeltocht door de stad onder de bekwame leiding van den Senior. Vooral het Valkhof met zijn prachtig uit zicht op de Waal wekte aller bewondering. Weer in de Ver. teruggekeerd kortten wij verder den tijd met een spelletje biljard of kaart-. Doch om 11 uur sloeg het klokje van gehoorzaamheid en bracht de huismeester ons naar de verschillende slaapgelegenhe den, waar het nog lang woelig bleef, doch tegen 12 uur was alles in diepe rust. De zon verhief zich nog maar nauwelijks boven de daken of alles was reeds druk in de weer, want om ongeveer 8 uur zouden wij de H. Mis bijwonen. Kwart over 7 werd er opgestapt, alweer met den Senior en trokken wij naar de Ca- nisiuskerk, voor Nijmegen de Gezellen- kerk. De geheel aparte sfeer van deze prachtige kerk, waar verschillende reli kwieën bewaard worden van den Heiligen Patroon, maakte op allen een bijzonderen indruk. Als de meest natuurlijke uiting van onze Godsdienstzin werd onder de H. Mis een Alg. Communie gehouden, waaraan door allen zonder uitzondering werd deelgeno men. Na de Mis vonden wij in de Gez.-Ver. een heerlijk ontbijt klaar staan dab in kor ten tijd in de hongerige magen was ver dwenen. Als het ontbijt is afgeloopen, wordt alles in gereedheid gebracht voor de groote tocht naar Berg en Dal en de H. Landstichting. Onderwijl is de Senior weer verschenen en deelde mede, dat -hij ons zal begeleiden naar de tram maar wegens noodzakelijke werkzaamheden niet mee kon gaan. Dus gaan wij op eigen gelegenheid op stap. Een prachtige tramtocht brengt ons bin nen korten tijd naar Berg en Dal. Natuur lijk moeten wij even naar Duitschland, wat nog een. flinke wandeling blijkt. Maar dat hebben wij er voor over. Onze fotograaf maakt hier zijn eerste opname. Wij zullen maar hopen, dat deze goed uitkomt. Een ware wandelwedstrijd brengt ons nog juist op tijd in de H. Landstichting, waar de pater juist den 2den omgang zou Ruim 3 uren hebben wij hier doorge bracht, en in dien tijd hebben wij een veel juister beeld gekregen over 't leven en ster ven van onzen Zaligmaker dan ooit door een beschrijving, hoe duidelijkook, moge lijk is. Daar is iets in wording dat belooft een der meest grootsche katholieke monu- menen te worden, welke Nederland rijk is. Meegewandeld stapten wij na afloop in een gereedstaande autobus, die ons in min der dan geen tijd weer in de stad bracht. WELEERW. HEER M. GROOT die heden tot priester werd gewijd en morgen zijn eerste Plechtige H. Mis op draagt in de St. Joseph-kerk. In de Gez.-Ver. teruggekeerd vonden wij daar oen heerlijke lunch gereed staan, die natuurlijk met smaak verorberd werd. De tijd die ons voor het vertrek nog restte, werd op de meest genoegelijke wijze in de Ver. doorgebracht. Even voor het vertrek maakte onze fotograaf op liet rui me terras nog oen opname van alle deel nemers met Sen. v. Dijck in heb midden. Toen trokken wij voor de laatste maal naar ons Hotel, voor het afscheidsdiner. Onnoodig te zeggen, dat hierbij over en weer de meest hartelijke woorden werden Uit vrees langdradig te worden zal ik u, lezer, de beschrijving der thuisreis be sparen. Genoeg zij het te zeggen, dat in den trein de stemming haar hoogtepunt bereikte, zoodat wij in Leiden aangeko men, nog niet aan scheiden dachten en ge zamenlijk naar de Ver. trokken, van waar uit de deelnemers slechts noode naar huis gingen, vele herinneringen rijker en in hun hart de vaste overtuiging: volgend jaar gaan {w.e vast weer mee. J, VREEBURG, waarn. secretaris. Nationale Gezel len dag. In den loop der volgende week zullen de mededeelingen omtrent de nadere re geling van den Na-tdonalen Gezellendag worden verstrekt-. De kosten zijn voorloopig berekend op ongeveer 80 ets. per persoon, reis naar den Haag heen en terug inbegre pen. Ieder lid houde in elk geval Zondag 6 Juli vrij ter deelname aan de grootsche demonstratie van het Kolpingswerk in ons land. De fee-stvergadering zal worden vereerd met de tegenwoordigheid van Mgr. Aen- gienent, Bisschop van Haarlem en Mgr. Hürth, Genera al-Pr aeses uit Keulen. Nationale Bijeenkomst van Senioren en Commissarissen. Zaterdag 5 Juli a.s., den dag vooraf gaande aan den Nationalen Gezellendag, vindt een bijeenkomst plaats van de Se nioren en Commissarissen van alle ver- eenigingen in het Gezellenhuis va-n Den Haag I, Maasstraat 1. Op deze vergadering, welke van 5 tot 7 uur duurt-, spreekt de Oud-Centrale Prae- ses W. van Adrichem over „Roeping der S. Josephs-Gezellen-Vereeniging als opvoed kundig instituut". Van 7 tot 8.30 uur is het vrije tijd. Oin 8.30 wordt een feestavond aangeboden door den Haag I bij gelegenheid van haar zes tig-jarig bestaan. Symphonie „Franz Schweitzer". Deze onderafdeeling zoekt naar een trommelslager. Een concert-trom, eigendom van de Vereendging, zal ter beschikking van den eventueelen liefhebber staan. Be drevenheid in het trommel-slaan is geen vereischte, slechts keuring van aanleg door den Dirigent. FEUILLETON (Nadruk verboden). Vrij bewerkt naar het Duits oh P. G. HOCKS. „Wel, omdat ik dikwijls heb hooren zeg gen, dat een dokter, als hij een goede prac- tijk wil krijgen, vooral ook onder de vrou wen, niet ongetrouwd moet blijven. En nu moet je 't me niet kwalijk nemen, dat ik den vinger leg op een oude wonde, die, hoop ik, wel genezen zal. Eduard, je doet verstandig, als je een goede vrouw voor jc zoekt en dat zou je misschien in 't geheel niet doen, als ik bij je in huis kwa-m. Heb ik 't wel of niet „Greta „En als je trouwde, dan zou ik tooh in de noodzakelijkheid' komen een betrek king te zoeken. Ik vond het daarom beter dit maai- dadelijk te doen. Dan ben ik jou niet tot last, want je zoudt alles voor mij over hebben, alles voor me opofferen en ik weet, dat- je dit met liefde zoudt doen, al zou je om mij honger moeten lijden. En, Eduard, dat- mag ik, dat kan ik niet over mijn gemoed verkrijgen en vooral niet, om dat ik in staat ben mijn eigen brood te verdienen. Zon je deze advertentie eens wil len lezen?" Zij reikte hem een uitknipsel over uit een courant. Eduard las: „Gevraagd een beschaafde, jonge dame van goeden huize, zoo moge lijk muzikaal ontwikkeld om op een groot riddergoe bij een ouden heer het bestuur der huishouding op zich te nemen en hem gezelschap te houden. Hoog salaris verze kerd. Brieven aan het bureau van dit blad onder letter S. 300." Hij schudde zijn hoofd. „En wat wil je nu met die advertentie? Je bent toch niet van plan er op te schrijven?" „Waarom niet?" vroeg ze, een kleur krij gend. „Toen. ik de advertentie las, lokte het me niet erg aan, maar al heel gauw kwam ik alle bedenkingen te boven. Vader was altijd tevreden over mij en zei me dikwijls dat ik heel geschikt en bekwaam genoeg was om de leiding van een deftig huishou den op me te nemen en daarom heb ik er op geschreven. En daarbij komt nog Eduard dat ik, nu vader overleden is, niemand heb om me hier te beschermen." Eduard keek zijn zuster vreemd aan. „Wat betcekend dat nu weer?" vroeg hij en de manier, waarop hij dit- vroeg, wees er op, dat hij de woorden van zijn zuster zeer ernstig opnam. „Ik dacht, zei hij, „dat ik de naaste was om je te beschermen F* „Je hebt me verkeerd begrepen, Eduard en ik wil daarom duidelijker wezen en zeg gen, dat jij de eerste zoudt moeten zijn om me tegen anderen in bescherming te ne men. Maar er zijn gevallen, dat dit- voor een derde zeer moeilijk wordt en dat een meisje daarvoor op zich zelf aangewezen is en zichzelf het- best kan beschermen door iemand niet meer te ontmoeten, iemand, van wien ze een afkeer heeft, dien ze al eenige keeren heeft afgewezen en die toch niet ophoudt haar lastig te vallen." „Loopt hier. zoo iemand rond Daar heb je me nog nooit iets van gezegd Wie is het?" vroeg Eduard gejaagd. „l^a-at ik je dat liever niet zeggen. Je hebt- al narigheid genoeg ondervonden in den laatsten tijd. Hier" ze haalde een brief uit haar zak „hier is t' antwoord op den brief, waarin ik me aanmeldde. Lees hem maar." „Je hebt. dus als geschreven ook!" riep hij op verwijtenden :oon. „Je bent wel wat vlug in de uitvoering van je besluit. Je 'had me eerst toch wel cm raad kunnen vra gen V' „Maar beste Eduard, al heb ik antwoord ontvangen, daarom ben ik toch zeker niet verplicht de betrekking aan te nemen. Ik heb er op geschreven om niet te laat te zijn en laat ik je zeggen, dat ik geen besluit zal nemen, zonder jouw goedkeuring. Ove rigens heb ik dezen brief vanmorgen pas ontvangen." „Geachte juffrouw", zoo begon het schrij ven. dat Eduard nu las, „in de eerste plaats condoleer ik u met het overlijden van uw geachten vader, dien ik persoonlijk wel niet gekend heb, maar wiens naam ik meer malen hem hooren noemen als van een man, die bij ieder, dien hem kende, in hoo- ge achting stond. Tot mijn genoegen kan ik u op uw schrijven melden, dat mijn oom Generaal, baron von Sorben, Slot Seebach bij V., u gaarne zal ontvangen. Hij is we duwnaar en tot nu toe is zijn huishouding bestuurd geweest door een vrouwelijk fa milielied. In weerwil va-n zijn zeventigjari-- gen leeftijd en de jicht, waardoor hij ge plaagd wordt, (houdt hij zeer veel va-n ge zelligheid en ontvangt, hij talrijke gasten. Hij verlangt op het- slot dus een dame, die niet alleen aan het hoofd va-n het huis houden moet staan, maar ook de plichten van gastvrouw kan vervullen. Ik acht het mijn plicht u te zeggen, dat mijn oom, in weerwil van de vele goede eigenschappen, die hij bezit, wel eens lastig en opvliegend kan zijn, dooh ik twijfel er niet aan, dat iemand, die gewoon is om te gaan met menschen van leeftijd, zooals u dat is, het zeer wel met hem zal kunnen vinden. Trou wens, hij is dan ook altijd zeer dankbaar geweest voor eiken dienst, hoe gering ook, dien men hem bewees. Hij heeft voor de be trekking, die ik, namens hem de eer heb u aan te bieden een maandgeld vastgesteld van honderd gulden. Indien u genegen is op dit- aanbieding in te ga-an, dan verzoek ik u beleefd mijn oom te willen berichten, wanneer u op Seebach in betrekking zoudt kunnen treden. Hoogachtend uw. dw. K. von Sorben, Geheimraad, Breslau". Onder het lezen had Eduard's gelaat een heel andere uitdrukking gekregen. „Ik ge loof", zei hij, haar den brief teruggevend, „dat zoo n betrekking je wel aanokkelijk voorkomt, maar als ik 'l wel heb, moet die generaal niet zeer makkelijk in den- om gang zijn. Dat blijkt uit het feit, dat zijn familie 't a-1 niet bij hem heeft kunnen uit houden en dan ten overvloede nog die waarschuwing van dien mijnheer Von Sor ben. Ik vind het wel wat bedenkelijk. Vind je ook niet!" „Wat jij bedenkelijk vindt- is voor mij nu juist een reden om de betrekking aan te nemen. Familieleden hebben er van afge zien. Van hen zal ik dus geen hinder heb ben. En als 't waar is, dat de oude gene raal een lastig humeur heeft, dan zal nie mand mij die betrekking benijden en nie mand zal kunnen zeggen, dat ik mijn loon cadeau krijg." Eduard moest de juistheid va-n deze re deneering toegeven en nu kreeg hij op al les een anderen kijk, zoodat hij er niets te gen kon heben, dat zijn zuster de betrek king aannam. „Ik zal den generaal schrijven, dat ik over een maand in betrekking kan treden. Dan zullen hier de zaken wel afgewikkeld zijn", zei Greta. En zoo geschiedde. IV. Het slot Seebach lag een klein uur van het stadje, waar Eduard zich als dokter ge vestigd had en maar een half uur van het slot Wildeni'els, waar Eduard eenige we ken terug ontboden was en het geluk had gehad de gravin van den dood te redden. De bewoners van de twee genoemde land goederen kwamen dikwijls bij elkaar op bezoek, doch in den laatsten tijd waren <Ue bezoeken veel schaarscher dan vroeger, het geen voornamelijk toe te schrijven was aan de ziekte van de gravin. Wel liet generaal Sorben dikwijls naar den toestand der zie ke informeeren, maar van Eduard's bezoek op Wilenfelds wist hij niets, zoodat de naam Trotten hem totaal onbekend was, toen zijn neef, de geheimraad, hem berichtte, dat hij in freule Von Trotten iemand meende ge vonden te hebben,'die op Seebach de taak van gastvrouw op eervolle en passende wij ze zou kunnen vervullen. Ze was de dooh- ter zoo schreef hij van een zeer ach tenswaardig man. Een zijner vrienden, de president van het gerechtshof te P., die haar vader en ook haar persoonlijk kende beval haar ten zeerste aan als een dame van uitstekende, beschaafde opvoeding, die ook door haar voorkomen en haar optre den zeer zeker berekend was voor de laak, die haar op Seebach wachtte. Ook meldde hij nog, dat ze geen andere familie bezat, dan een broer, een veelbelovecden jongen dokter. (Wordt olgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13