WOENSDAG 28 MEI 1930
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 11
KERKNIEUWS
ONZE LIEVE VROUW TER
NOOD-STICHTING
Het is va.n algemeene bekendheid, dat
het weldra vijf en twintig jaren geleden
zal zijn, dat Z. D. H. Monseigneur Angus-
tinus Gallier z.g., getuige van de wonder
bare en luistervolle opleving der aloude
devotie tot O. L. Vrouw ter Nood op haar
gezegd Heiligdom, door onze voorvaderen
zoo treffend genoemd „Oapelle Soet", „tot
meerder eer en glorie van de allerheilig
ste Maagd en Moeder Gods Maria" eene
Bisschoppelijke Commissie benoemde,
welke „zich ten doel zoo stellen de kapel
welke eertijds bestond op de Beevaart-
plaats van O. L. Vrouw ter Nood of te
Bunxputte te Heiloo, weder op te bouwen
en de devoties tot O. L. Vrouw ter Nood
tc herstellen en te verspreiden".
De taak deze B. C. werd dus door haar
doorluchten lastgever zeer duidelijk om
schreven, zij bestond:
lc in het bouwen eener kapel, en
2e in liet. herstellen en verspreiden der
devotie tot. O. L. Vrouw ter Nood.
Was dez<\ taak volbracht, dan behoefde
de B. C. „als zoodanig" niet meer le blij
ven bestaan; haar benoeming droeg aldus
ipso facto slechts een tijdelijk karakter.
In het vertrouwen op de bescherming
van de heilige Moeder Gods, overtuigd
van de onmisbare medewerking van gees
telijken en leeken begon deze B. C. haar
taak en reeds binnen enkele jaren had zij
het voorrecht de grondslagen te kunnen
leggen eener kapel, waarop een voorloopi-
ge noodkapel gesticht werd en zag zij de
devotie tot O. L. Vrouw ter Nood hersteld
en ruim verspreid.
Zoolang echter de noodkapel niet door
een definitieve kapel zou zijn vervangen,
zoolang de devotie tot O. L. Vrouw ter
Nood niet klaarblijkelijk voor goed. en op
solide grondslagen zou zijn bevestigd,
aöhtte noch Z. D. H. de Bisschop van
Haarlem, noch de B. C. zelf haar taak
volbracht.
Sinds zijn vijf en twintig jaren verstre
ken. Nog slechts enkele weken en Z. D. II.
de Bisschop van Haarlem, de opvolger van
Monseigneur Gallier, zal op de aloude be
devaartsplaats aan de zoete Moeder
Maagd, aan Onze Lie\e Vrouw ter Nood
haar herstelde kapel aanbieden en toewij
den, en van heinde en verre zullen zij ko
men, de duizenden Bedevaartgangers, die
met de liefde voor de heilige Maagd in het
hart, zullen medebrengen een bijzondere
devötie tot. Haar, die zij als „de Troosteres
der Bedrukten", als Onze Lieve Vrouw-ter
JNood van Heiloo hebben leeren liefheb
ben. Op schitterende wijze zal dan, na
een kwart eeuw van zegen, in heb open
baar en op heerlijke wijze getuigd worden,
dab onder den zegen Gods en de bescher
ming der II. Maagd de B. C. mag zeggen
dat haar taak volbracht is; aan Godc de
eer.
Aan dien zegen Gods dankt de B. C.
het voorrecht, dat het haar gegeven werd
om in die vijf en twintig jaren, al heb oin
de oude Bedevaartplaats liggende terrein
te kunnen koopen om aldus deze „soete
plaetse" te vrijwaren tegen ongewensehte
nabuurschap.
Daar zij zelf niet. over een rechlsper-
soonlijken titel kon beschikken, oordeelde
Z. D. H. Monseigneur Gallier het ge-
wenso'ht, dat het Kerkbestuur van de pa
rochie van St. Willibrordus daarvoor, waar
het noodig was, zijn naam zoude lommen
„tot tijd en wijle het ons zal behagen alles
onder een bestuur te verepnigen."
Die tijd is na deze kwarteeuw van ze
gen aangebroken. De B. C. heeft haar
werk voltooid, dat nu vraagt slechts voort
durende zorg, een goed beheer om tot groo-
ter luister en zegen uit te groeien.
Zoo heeft onze beminde Bisschop Aen-
genent het- begrepen en goedgevonden dat
de Bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw
ter Nood zou komen onder het bestuur
van een zelfstandig, rechtspersoonlijk
lichaam en goedgekeurd dat daarvoor een
stichting in het leven zou worden geroe
pen.
Derhalve is op den 27en Maart jl. ten
overstaan van den te Alkmaar gevcstigdcn
notaris G. A .Verkade opgericht de
Onze Lieve Vrouw ter Nood-stichting
waarvaai de eerste twee artikelen der sta
tuten aldus luiden:
ATtikel 1.
„Het doel der Stichting is het aankoo-
pen en beheeren van kerkelijke goederen,
zoo roerende als onroerende, meer bijzon
der die, welke verband houden met de ka
pel en bedevaartkerk te Oesdom onder
Heiloo, en de devotie in de bedevaart
plaats te helpen bevorderen."
Artikel 2.
„De stichting is gevestigd te Heiloo".
De overige artikelen hebben betrekking
op het bestuur der Stichting, hetwelk zal
bestaan „uit zoovele leden als door den
Bisschop van Haarlem zullen worden be
noemd".
Dit bestuur, dat aan den Bisschop van
Haarlem rekenplichtig is, kiest zijn eigen
dag, bestuur, alleen de voorzitter wordt
benoemd door den Bisschop.
Tot leden van het bestuur zijn door Z.
D. H. voor de eerste maal benoemd de
leden der nu voormalige Bisschoppelijke
Commissie O. L. Vrouw ter Nood met Prof.
W. Nolet als voorzitter.
Zoo is dan aan de rij der talrijke en ge
zegende kerkelijke inrichtingen in de Kerk
provincie Haarlem een nieuwe toegevoegd,
en wel eene waarvan de zegenrijke gevol
gen onder- den onmisbaren zegen Gods van
groote beteekenis zal zijn. Schijnbaar moge
er niets veranderd zijn, bij eenig naden
ken zal men wel tot de overtuiging ko
men, dat in waarheid van deze verande
ring gezegd mag worden het oude: „Si duo
faiunt idem, non est. idem".
Was do B. C. tot nog toe een opbou
wend lichaam, van uu af zijn dezelfde per
sonen bestuurders van een definitieve,
rechtspersoonlijke Stichting, die in het
belang der toevertrouwde belangen ook
burgerlijke rechten uitoefenen.
Niet meer opbouwend, maar uilbouwend
zal hun werkkring zijn, en deze zal, wan
neer zij onder Maria's bescherming, de
liefde en toewijding van geestelijken en
leeken zal bogen blijven behouden van
onschatbare waarde blijken te wezen,
Overtuigd dat die medewerking niet
zal ontbreken, begint het bestuur der On
ze Lieve Vrouw ter Noord-Stichting haar
nieuwe taak; moge Onze Lieve Vrouw ter
Nood, de Haar toegewijde Stichting en
haar bestuurders zegenen, wier schoone
en eervolle taak zal zijn, haar heerlijk
"Heiloër erfgoed tc doen strekken tot heil
van velen, haar oZon en Haar ter ecre.
Het. bestuur van Onze Lieve Vrouw
ter Nood-Stichting:
W. NOLET. professor Gr. Seminarie
Warmond, Voorzitter;
A. A. J. M. VAN MEEUWEN, pas
toor Heiloo. Vice-Voorzitter
C. N. J. MEYSING, Pastoo,. Wasse
naar.
JAN STUYT. 195, BezuidenlioutJ Den
Haag;
G. Th. M. VAN DEN BOSCH, ...Duin-
rust'", Overvoert, Secr.-Penningm.
Klokken-wijding.
Te Heiloo heeft de w ijding plaats ge
had der nieuwe klok van de in aanbrnm
zijnde „Capelle Soet". De plechtigheid
werd verricht door den hoo'gèerw. heer
Mgr. T. J. M. Taskin, president van het
Groot-Seminarie Warmond, geassisteerd
door prof. V,7. Nolct le Warmond ca den
zeercevw. lieer, A. J. M. van Meeuwen,
pastoor der parochie. Dc klok slaat in den
lioogen D-toon en is van Engel-,ch maak
sel. Ze is een geschenk van een. ijverig
Ma ria-ve reerder.
BENOEMINGEN.
In het Aartsbisdom.
Z. D/- II. de BcnoCmd-Aartsbisschop van
I Utrecht heeft benoemd lot kapelaan tc
Amersfoort (H. Franciscus Xaverius) den
weleerw. heer B. Veltman en lot kapelaan
Ie Huissen (O. L. Yr.) den weleerw. heer
•J. L. Smulders.
PATER A. DU INISVELD t
Maandagmiddag is in het klooster der
Eerwaarde Paters Franciscanen te Woor
den, op 64-jarigen leeftijd overleden de
weleerw. pater Anastasius Duiuisvel.l. na
voorzien te zijn van de laatste H. H. Sa
cramenten. De overledene was geboortig
uit Z o e t e r w o u d e. In 1913 werd hij
aangesteld tot gardiaan van het kloos
ter te Woerden, vanwaar hij vertrok naar
Bolsward, waar hij tot. pastoor was be
noemd. Verleden jaar moest hij door ziekte
dit herderlijk ambt opgeven. Een nier
ziekte gepaard met bloed verkalking heb
ben aan dit verdienstelijk leven een eind
gemaakt.
De plechtige uitvaart zal plaats -hebben
op Vrijdag a.s.
De Minder-Broeders Conventueelen.
De li o o g e c r w. pater Ca rolus
Hoynjf naar Assisië
vertrokken.
De hoogccrw. pater Carolus Iloyng,
Provinciaal der Minderbroeders Conven
tueelen te Wijnandsrade, is ter bijwoning
van het. Generaal Kapittel der Minilcr-
brocders-Convcntueclen vuoi een drietal
weken naar Assisië vertrokken.
Bedevaart naar Lisicux.
Het Bureau der Yereenïging tot Samen
stelling van Neder'audsche Bedevaarten
verzoekt ons mede ie deëlèn. dat >le ge
legenheid tot inschrijving voor de 37ste
Nationale Bedevaart naar Lisicux en Lour
des wordt gesloten op 1 Juni a.s.
Voor pruspceli en inschrijvingsbiljctten
wende men zich dus onverwijld tot ge
noemd bureau, Juliana van Slolberglaftji
209. 's-G rave nil age. tel. 72275.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT HAARL.MEER.
Dooi een auto zich' luien sleepen
A. K. le Benr.ebrcek neefl zich ie H1 1 c-
gc-m, gezeten op een rijwiel, door een auto
laten voorltickken op de Weeresteinstraal.
Verd. erkent 'l ten laste gelegde, maar meent,
dat het geen gevaar opleverde. Het O. Mt
eischl 8 of 8 dagen. De kantonrcchlcr ver
oordeelde verd. tot 4 of 4 dagen.
Een tc lange vrachtauto.
J K., chauffeur in dienst der gem. Aals
meer, is verd. le Aalsmeer te hebben gereden
met een auto, die langer was dan 3.80 M. Verd
erkent 't ten laste gelegde Het was een trac
tor met aanhangwagen voor afval-vërvoer.
Voor 't verkeer reed er iemand per rijwiel
achter om te waarschuwen. Er werd gereden
over den Oosteindcnveg. Er was vergun
ning aangevraagd voor deze wagens. Het O.M.
eischt 4 of 4 dagen. Verd. meent wel, dal de
gemeente voor de boete aansprakelijk- is. Uit
spraak conform.
Een woesteling.
P. S., te H 1 1 e g o m, is ten laste gelegd
baldadig zijn rijwiel gegooid te hebben voor t
rijwiel van W. Verkerk. Verd. onlkenl. Get.
W Verkerk verklaart, dat verd. al driemaal
de boel op«slellcn heelf gezet Verd. heeft de
deur bij getuige ingetrapt ook heeft verd. 18
Mei meer ruiten bij getuige ingeslagen. Verd.
zegt: dat kan je niet bewijzen. Get. zogl: ik
heb 't zelf -gezien. Gel. verklaart verder, dat
verd. zijn rijwiel voor 't zijne gooide bij de
Patrimonium-woningen gel. had zijn rijwiel in
de steek gelaten en was in huis gevlucht. Van
het rijwiel was het stuur vernield. De kanton
rechter raadt verd. aan te staken met dat ge
doe, anders zal hij spoedig onder de koepel
terecht gekomen. Get. J van der Kwaak,
vrachtrijder te Hillegom, heeft gezien. dat
verd. opzettelijk zijn rijwiel voor dol van
Verkerk gooide Het O. M. eischt. daar wettig
en overtuigend bewijs van baldadigheid is ge
leverd, dc maximum boeten. Het spijt hel
O.M., dat aan verd. geen grooter straf
kan worden opgelegd. Eisch 15 boete of 15
dagen. Uitspr. conform den eisch.
In 't hol van de leeuw.
J. van der M., koopman te Den Haag, heeft
te Lisse gevent met zeep zonder vergunning
van B. en W. om aldaar le venten. Verd. zegt
zet niet geweten te hebben, dal 't niet mag. De
kantonrechter zegt lot verd.: U was nogal
brutaal, u voegde iemand, die niets koopen
wilde, toe: „je bent een bok" en u trapte tegen
de deur toen deze dicht werd gedaan.
Het O.M. eischte 3 of 3 dagen. Verd. vindt
de boete wel wat erg hij verdient zoo weinig.
Dc- kantonrechter meent, dal, als verd. behoor
lijk was geweest, hij geen verbaal had beko
men. Uitspraak 2 of 2 dagen.
DE MOORDAANSLAG TE SCHIEBROEK
Zondag 10 November werd het anders zoo
rustige dorpje Schiebroek in rep en roer ge-
biacht door een lafharligen aanslag, die heel
in de vroegte gepleegd was op den 78-jari-
gen oud-gemeenteontvanger van Schiebroek
A. Vermeulen. De oude man was gewend des
morgens reeds vroeg zijn huis le verlaten en
dan naar de schuur te gaan, die in de onmid
dellijke nabijheid van zijn woning staal. Die
omstandigheid schijnt den dader bekend le
zijn geweest, want nauwelijks was Vermeulen
zijn huisdeur uit, of hij ontving een harden
slag op het hoofd, die den ouden man op den
grond deel vallen .Vervolgens had de dader
zijn slachtoffer met een mes bewerkt, tenge
volge waarvan deze in zorgwekkenden toe
stand in het ziekenhuis aan den Bergweg te
Rotterdam was opgenomen.
De politie meende al spoedig te welen, waar
zij den dare moest zoeken. Hst was bekend,
dal de oude man een zoon had, die niei al te
best oppaste. Enkele dagen voor den aanslag
had de vader hem de deur gewezen en nu ver
onderstelde de politie, dat zij hier mei een
vraakneming van den zoon te doen had. Kor
ten tijd na den aanslag werd deze zoon ten
huize van zijn zuster, die gehuwd is met B. en
die eveneens te Schiebroek woont, aangehou
den Hij werd. ondanks zijn ontkenning, in
verzekerde bewaring gesteld. Gedurende de
instructie ls de zoon bij zijn ontkentenis blij
ven holharden. Gisteren had hij zich voor de
rechtbank te verantwoorden.
Wat hem ten laste wordt gelegd.
De 34-jarige landbouwer J. W. V., geboren
le Schiebroek en wonende te Overschie, thans
gedetineerd in het Huis van Bewaring, moet
terechtstaan, lerzaks, dat hij op 10 November
1929 in de gemeente Schiebroek heeft ge
poogd opzettelijk, al of niet met voorbedach
ter. rade, zijn vader Ary Cornells Vermeulen
van het leven te berooven
althans heeft gepoogd zijn vader opzettelijk,
a1 of niet met voorbedachten rade, zwaar li
chamelijk letsel toe te brengen;
althans dat hij al of niet ter uitvoering van
zijn le voren genomen besluit en beraamd
plan en al of niet kalm beraad en rustig over
leg opzettelijk gewelddadig zijn vader een of
ir.ccr sneden of slagen met een scherp mes, al
thans een scherp hard voorwerp, heeft toege-
biacht, tengevolge waarvan lift slachtoffer li
chamelijk letsel, namelijk een of meer bloe
dende wonden aan het hoofd en een bloeden
de wond aan den nek heeft bekomen.
Door bet O.M., dat vertegenwoordigd wordt
door Mr. J. F. Roeffelman, zijn 28 getuigen
gedagvaard.
Tol de opgeroepen getuigen bchooren ook
de. vader en de zuster van verdachte. Deze
hebben reeds bij het vooronderzoek medege
deeld, dat zij gebruik zullen maken van hun
verschooningsrecht en dus niet tegen verdachte
zullen getuigen. De vader is kort na den aan
slag onder ecde gehoord, omdat er vrees be
stond. dat hij aan de gevolgen van de hem
toegebrachte verwondingen zou overlijden.
Van die onder ecde afgelegde verklaringen
mag nu ook geen gebruik gemaakt worden.
Het verhoor vnn verdachte.
Verdachte ontkent alle schuld. Hij is op
10 No\ ember 's morgens om 5 uur niet op
het erf van zijn vader geweest. Hij was bij
zijn zwager thuis en had geslapen, totdat zijn
zwager hem kwam wekken. Toen verdachte
bi| zijn zwager in huis is gekomen, had hij zijn
J fiets meegenomen. Volgens verdachte's herin
nering stond die fiets in den paardenstal. Het
is ook mogelijk, dat ze in het boenhok stond.
In elk geval, als verdachte zijn in het boven
huis gelegen slaapkamer verliet, dan behoefde
hii maar een paar stappen le doen om bij zijn
fiets te komen.
Verdachte verklaart verder, dal hij, na door
zijn broer te zijn gewekt, met dezen de koeien
is gaan melken. Om zes uur a half zeven is hij
weer teruggekomen. Er is toen sprake geweest
om naar de kerk te gaan. Zijn zuster wilde,
dat hij mee zou gaan naar de kerk, cn ver
dachte stemde daarin toe. Hij was toen naar
beven gegaan om zich te wasschen cn te klee-
den, en terwijl hij daarmee bezig was, werd hij
geroepen omdat er twee veldwachters voor
hem gekomen waren. Een hunner had gezegd:
Joseph, je vader is mishandeld.
Man, wat zeg je me nou, had verdachte
geantwoord.
En wat erger is, had de veldwachter ge
zegd, ze zien jou voor den dader aan.
Man, ben je gek geworden, had verdachte
uitgeroepen.
Wij komen je arresteeren, vervolgde de
veldwachter.
En ga je me opbrengen als een moorde-
Verdachte was meegegaan.
De president Mr. S. G. Canes: Kunt u zeg
gen, naar eer cn geweten, dat u onlschuldig is?
Verdachte: Absoluut.
De President: Uw vader heeft u aangewezen
als de dader.
Verdachte: Vindt u dat niet verschrikkelijk?
Wat kan ik daar nu aan doen?
De President: Het wordt nog verschrikkelij
ker als blijkt, dat uw vader u te recht heeft
aangewezen. Hoe is het nu mogelijk, dat uw
vader u heeft kunnen aanwijzen?
Verdachte denkt, dat zijn vader bang voor
hem was, en door die vrees in den aanvaller
hem heeft meencn te herkennen. Verdachte
heeft zijn vader bij den rechtercommissaris ge
zien, en hij was er van geschrokken zooals ze
hem hadden toegetakeld.
De President; Wie denkt u dat den aan
slag heeft gepleegd?
Verdachte; Als ik dal wist zou ik hel al
duizend maal gezegd hebben, dal begrijpt u
tcch wel. Al zou men mij een miilioen geven,
de schande die mij nu aangedaan is, kan niet
meer worden afgcwasschcn. Misschiet: is het
we 1 gedaan met de bedoeling om mij te ont-
De President: Naar uw karakter en aard is
het toch niet onmogelijk dat u de dader is.
Verdachte: Ach we hadden wel eens ten
woordje in de familie.
De President: Ja, het harmonieerde slecht
in uw familie. Maar u hebt toch ook uw broer
al eens mishandeld?
Verdachte: Dal is al heel wat jaren gelcdca
gebeurd. Daar heb ik veel van geleden en daar
voor heb ik vergiffenis gevraagd. Na dien lijd
heb ik niet meer gevochten.
De President: Het legencieel daarvan staal
vast. Onlangs is u nog veroordeeld wegens be
dreiging met zware mishandeling. Door de fa
milie wordt u afgeschilderd als een beest-
mensch.
Verdachte: Nette mcnschen welen wel b?lcr.
De President wijst er op dat aan het over
hemd met paarse strepen, dat verdachte op
den Zondag van het gebeurde heeft gedragen,
bloedvlekken zijn gevonden.
Verdachte zegt dit te kunnen verklaren. Asl
hi; zich scheert, bloedt hij dikwijls en het is
mogelijk, dat hij dit met het vuile overhemd
heeft afgeveegd.
De President komt dan lol hel gebeuidc op
Donderdag, ^at als inleiding tot het drama
van Zondag kan worden beschouwd. Er is
toen een ruzie geweest, waarna zijn vader ver
dachte het huis heeft ontzegd. Om drie uur
's middags was de veldwachter gekomen om
verdachte, die zich verzeette, van hel erf te
verwijderen. Verdachte is toen bij zijn zwager
ingetrokken.
De President vraagt verdachte of deze ver
bitterd was geweest door dezen maatregel
van zijn vader.
Verdachte: Ik vond het niet prettig, maar
toch was ik blij dat ik cr uit was.
De President: Dc laatste maanden dat u
thuis was, hebt u zich toch onbehoorlijk gedra
gen. U gebruikte zelfs uw maaltijden alleen.
Verdachte: Zc waren altijd aan hel kibbe-
j Ier en dan at ik maar liever alleen.
De President meent uit het feit, dat verd.
Jen dag, nadat hem het huis ontzegt was, een
klacht tegen zijn vader heelf ingediend wegens
meineed, die afgelegd zou zijn tegenover den
notaris bij de boedelbeschrijving, aangezien de
vader ontkende een groot bedrag als voorschot
te hebben verstrekt aan verdachte's broer le
Overschie er wel op wijst, dat verdachte boos
was om de uitzetting.
De president vraagt verdachte dan nog of
het niet mogelijk is, dat verdachte hel feil be-
FEUILLETON
De meester der lucht
door
MARC GOUVIEUX.
38)
Aanstonds, na vlugge formules van ver
ontschuldiging voor het onderbreken van
mijn slapen, kwam het gesprek op het
rood leeren zakje, dat om zijn hals hing
Vreemdeling, zei hij, ik heb u iets te
vragen misschien in strijd met de wetten
dei gastvrijheidIk wilde weten, wat
zich binnen in dat zakje bevindtSlaat
gc loc, dat ik eens kijk?
Heel verbaasd stvuxde ik toen in hei ver
zoek van den sultan. Ik liet hem de ahiu-
le.len zien: hij opende zc haastig. en
na het kleine stuk schapeiihuid terugge
trokken te. hebben aan den binnenkant,
verdiepte hij zich in het lezen van dc tifi-
naghsclie lctiers, die er in gegraveerd ston
den. Wat hij las, moest hem wel erg into-,
ro-ecren, want zijn handen beefden van
ec,i slecht bedwongen emotie.
Na een oogenblik verbrak hij de stille
/en vroeg mij:
Ovreemdeling, wie is dan do man,
die u dezen kostbaren talisman heeft toc-
veitrouwd H e komt hij in uw bezit
Vervolgens verhaalde ik hem in bijzon
derheden de geschiedenis van den talisman
die mij voor dc voeten was geworpen, in
den loop van een gevecht, ongeveer vijftien
jaar geleden door een overwonnen hoofd
der Targui....
En kent gii zijn naam
Ik weet niet. Hij heeft hem mij wel
toegeroepen maar ik heb hem niet verstaan
door het lawaai der schoten.
Gij weet dus niet, wat van dien man
geworden
Hoe zou ik het welen Hor zou ik hem
kunnen herkennen? Zijn gelaat was gr
.sluierd. Alles wat ik zag was de vlam in
zijn heldhaftige oogen, want het was een
held, een dappere ondorde dapperen, Ikue-
nouken
De Sultan stond weer tip en zei me:
Kijk mij aan Hij is het wien gij het
leven gered hebt, vijftien jaar geleden, hij
staat voor ul Het was Ikhenoiikeii, de sul
tan der Adzjers en lnj groet u, ontroerd,
mijn broeder.
Sinds het verwonderlijke avontuur, dal
me overkwam en waarvan het gerucht zich
zoo snel verspreidde, ben ik de man in het
kamp geworden, die het meest bezocht
werd. Mi ju tent, waar eerst niemand kwam,
behalve de kleine Télinguita, was niet meer
Mijn vriendschap met Ikhenouken groei
de van dag tot dag.
Volgens hel Targuischc gebruik wissel
den wij ons bloed en waren toen voor het
leven broeders.
Dc sultan van de Adzjers is een man
met een groot hart en een' groote intelli
gentie. Zijn Islamitische opvoeding was zeer
vooruitgegaan bij de 8'noussis. Natuurlijk
was mijn zending om hulp te vragen bij
den stam der Adzjers niet al te eenvoudig.
Maar ik had nog niet gesproken over de
kwestie van den doortocht door het mas
sief van Idine. Ik wachtte cr mee. tot dc
gunstige gelegenheid zich voordeed.
6 April.
audaag hel) ik voor het eerst met Tkhe-
nouken gesproken over dc kwestie van dc
onderzoeking van het massief en den door
tocht van dc luchtlijn boven Idine. Zooals
ik verwacht had. was hij heel verbaasd.
Ondanks zijn gewone zclfbehcersching. kon
ik zien hoe zenuwachtig hij was aan de be
weging van zijn handen. Waarom
Luister, Ikhenouken, gij hebt mij ge
zegd, dat gij voor mij doen zoudt, wat in
uw vermogen ligt. Dc vraag, die ik u.stel, is
dc volgende:
Gi|, sultan van dc \dzjers, onbetwistbaar
hoofd van dc gebieden, die Idine omslui
ten, hebt gij het vecht een vreemdeling dit
massief te laten binnendringen, cn hebt gij
de macht aan de krachten te bevelen, die
den intocht beletten?
Ik geloof, dat Ik juist gemikt had, door
een beroep te doen op den irots van den
Targui cn op zijn loyale vriendschap voor
mij.
Na een lange stilte antwoordde hij mij:
Luister, broeder, ik zal loyaal tegen
over je zijn.Ja: ik kan aan de krachten
bevélen, cn je den doortocht verzekeren
Ik kan het
Dus op den dae. dat gij naar Idine wilt
vertrekken (en hij sprak op ge dempten
toon dat woord uit) zai ik u vertrouw.lc
mannen geven, die uw gids zullen zijn
maar luister goed, Si Haiisch, gij weet niet
gij kunt niet weten in welke gevaren gij
u begeeft om aan uw verderfelijke, nieuws
Maar Ikhqnoukcn, indien ik wist in
welke gevaren ik mij begaf' Ik weel dat ik
ga indien ik geloof hecht:c aan uw bijge
loof naar het gebied van de Ombrcs.
1 naar de streken bevolkt door de geesten
I van uw dooden, sUr-keu. waarvan de toe
gang ontzegd, is aan dc stoutmoedige wen-
sehciijke wezens, die cr willen doordringen
door bovennatuurlijke krachten, hekserij,
maar w aaraan de mannen van den groot en
S'noussi niet vreemd zijn. Juist het spel van
de geheimzinnige krachten trekt mij aan.
Men moet daar de meest verwarrende ma
gische macht-uitingen hebben. Dit trekt
mij echter bijzonder aan. Ik heb reeds mijn
leven iu de weegschaal gelegd door te Kou-
fra door te dringen in dc. „Zadnia" van Si
I.aclimj Hou Bneln eGij moot hem ken
nen. (Ikhenouken knikte van ja). Welnu, gij
zult begrijpen waarom deze expeditie be
halve hei be'ang, dut zij mij inboezemt voor
den luck:weg, m:j zoo zeer ava:rekt 1
Maar Ikhenouken schudde het hoofd.
Mijn broeder, daarom ben ik niet bang
voor je. Met vertrouwde gidsen, met je
amuletten, met de buruha. die ik je geven
zal, kun jc dezen tocht ondernemen en ver
trekken
Ik weet dar je een sterk hart hebt en dat
het vnur rn je oogen niet aarzelt Neen...
voor dat gevaar vrees ik niet. Maar liet
is een ernstiger z.-.ak die je wacht en die
ens allen wacht m die komt voort uit c u
ander oorzaak en ik /:tl jcnict laten ga ei
zonder dat je die kent.
Er is du- nog iets anders dan die
vcl-clic hel erij
Wederom schudde hij met liet hoofd.
Luister Si HaiD.-h. zoodra de zon tl
zijn ondergegaan, kont mij dan woei op
zoeken, dan zal ik met je praten. Gij zult
zien en oferdeelcu.
De rmirninr tent van Ikhenouken met
het schijnsel eener lamp, dn op den grond
stond, ie. k mij vol mysterie-.... De sultan
der Adzjers wachtte op mij hij was ern
stig gestemd.
Neem plaats, mijn broeder. Ik zal
onverwijld tot je spreken. Ik heb je over
dal gevaar gesproken «.lat. ons wacht, jou
en mij, als gij volhardt in uw besluit om
in Idine door lc dringen.... Dit gevaat
beslaat hierin:
Hij stond op, ging voor een Targuischc
koffer met naieve schilderingen neerhur
ken, ontsloot een fijn bewerkt gecompli
ceerd slot en plaatste de walmende lamp
boven de koffer.
Ki|k!
Ik boog mij voorover en s'aakle een
k:cei van- verbazing. Bij het trillend licht
van «le lamp, schitterden een hoop cdcl-
geste mi hen. malen, en dinm.-nlrn
met verblindenden glans, vermengd met
groote goudklompen.
Ikheiimiken stak ziin ham! in liet koffer.
Kijl:l'nk vast, Ruk vast. (Eu l.ij
nam in zijn hand een em-nne goudklomp,
die hij met reu onvevsi-hiüg gebaar op het
vlechtwerk wierp). Ziedaar hel gevaar mijn
broeder.
Ik w;,s als gehypnotiseerd door «Ir onver,
waeinn verschijning vnn dit fortuin, zm Int
ik niet antwoordde....
Ja vervolede hij met minachting, er
zijn daar iu Idine heelc v:*"eien, platen- v.
vaar men /h l, «Veilt* hoef: te bukken om
die goud klom e:, np \o rapen. Men hopt er
over, zoo 's i'. er nu zelf over loop
of Arabieren!
(W.,t 11).