WOENSDAG 28 MEI 1930 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 11 KERKNIEUWS ONZE LIEVE VROUW TER NOOD-STICHTING Het is va.n algemeene bekendheid, dat het weldra vijf en twintig jaren geleden zal zijn, dat Z. D. H. Monseigneur Angus- tinus Gallier z.g., getuige van de wonder bare en luistervolle opleving der aloude devotie tot O. L. Vrouw ter Nood op haar gezegd Heiligdom, door onze voorvaderen zoo treffend genoemd „Oapelle Soet", „tot meerder eer en glorie van de allerheilig ste Maagd en Moeder Gods Maria" eene Bisschoppelijke Commissie benoemde, welke „zich ten doel zoo stellen de kapel welke eertijds bestond op de Beevaart- plaats van O. L. Vrouw ter Nood of te Bunxputte te Heiloo, weder op te bouwen en de devoties tot O. L. Vrouw ter Nood tc herstellen en te verspreiden". De taak deze B. C. werd dus door haar doorluchten lastgever zeer duidelijk om schreven, zij bestond: lc in het bouwen eener kapel, en 2e in liet. herstellen en verspreiden der devotie tot. O. L. Vrouw ter Nood. Was dez<\ taak volbracht, dan behoefde de B. C. „als zoodanig" niet meer le blij ven bestaan; haar benoeming droeg aldus ipso facto slechts een tijdelijk karakter. In het vertrouwen op de bescherming van de heilige Moeder Gods, overtuigd van de onmisbare medewerking van gees telijken en leeken begon deze B. C. haar taak en reeds binnen enkele jaren had zij het voorrecht de grondslagen te kunnen leggen eener kapel, waarop een voorloopi- ge noodkapel gesticht werd en zag zij de devotie tot O. L. Vrouw ter Nood hersteld en ruim verspreid. Zoolang echter de noodkapel niet door een definitieve kapel zou zijn vervangen, zoolang de devotie tot O. L. Vrouw ter Nood niet klaarblijkelijk voor goed. en op solide grondslagen zou zijn bevestigd, aöhtte noch Z. D. H. de Bisschop van Haarlem, noch de B. C. zelf haar taak volbracht. Sinds zijn vijf en twintig jaren verstre ken. Nog slechts enkele weken en Z. D. II. de Bisschop van Haarlem, de opvolger van Monseigneur Gallier, zal op de aloude be devaartsplaats aan de zoete Moeder Maagd, aan Onze Lie\e Vrouw ter Nood haar herstelde kapel aanbieden en toewij den, en van heinde en verre zullen zij ko men, de duizenden Bedevaartgangers, die met de liefde voor de heilige Maagd in het hart, zullen medebrengen een bijzondere devötie tot. Haar, die zij als „de Troosteres der Bedrukten", als Onze Lieve Vrouw-ter JNood van Heiloo hebben leeren liefheb ben. Op schitterende wijze zal dan, na een kwart eeuw van zegen, in heb open baar en op heerlijke wijze getuigd worden, dab onder den zegen Gods en de bescher ming der II. Maagd de B. C. mag zeggen dat haar taak volbracht is; aan Godc de eer. Aan dien zegen Gods dankt de B. C. het voorrecht, dat het haar gegeven werd om in die vijf en twintig jaren, al heb oin de oude Bedevaartplaats liggende terrein te kunnen koopen om aldus deze „soete plaetse" te vrijwaren tegen ongewensehte nabuurschap. Daar zij zelf niet. over een rechlsper- soonlijken titel kon beschikken, oordeelde Z. D. H. Monseigneur Gallier het ge- wenso'ht, dat het Kerkbestuur van de pa rochie van St. Willibrordus daarvoor, waar het noodig was, zijn naam zoude lommen „tot tijd en wijle het ons zal behagen alles onder een bestuur te verepnigen." Die tijd is na deze kwarteeuw van ze gen aangebroken. De B. C. heeft haar werk voltooid, dat nu vraagt slechts voort durende zorg, een goed beheer om tot groo- ter luister en zegen uit te groeien. Zoo heeft onze beminde Bisschop Aen- genent het- begrepen en goedgevonden dat de Bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw ter Nood zou komen onder het bestuur van een zelfstandig, rechtspersoonlijk lichaam en goedgekeurd dat daarvoor een stichting in het leven zou worden geroe pen. Derhalve is op den 27en Maart jl. ten overstaan van den te Alkmaar gevcstigdcn notaris G. A .Verkade opgericht de Onze Lieve Vrouw ter Nood-stichting waarvaai de eerste twee artikelen der sta tuten aldus luiden: ATtikel 1. „Het doel der Stichting is het aankoo- pen en beheeren van kerkelijke goederen, zoo roerende als onroerende, meer bijzon der die, welke verband houden met de ka pel en bedevaartkerk te Oesdom onder Heiloo, en de devotie in de bedevaart plaats te helpen bevorderen." Artikel 2. „De stichting is gevestigd te Heiloo". De overige artikelen hebben betrekking op het bestuur der Stichting, hetwelk zal bestaan „uit zoovele leden als door den Bisschop van Haarlem zullen worden be noemd". Dit bestuur, dat aan den Bisschop van Haarlem rekenplichtig is, kiest zijn eigen dag, bestuur, alleen de voorzitter wordt benoemd door den Bisschop. Tot leden van het bestuur zijn door Z. D. H. voor de eerste maal benoemd de leden der nu voormalige Bisschoppelijke Commissie O. L. Vrouw ter Nood met Prof. W. Nolet als voorzitter. Zoo is dan aan de rij der talrijke en ge zegende kerkelijke inrichtingen in de Kerk provincie Haarlem een nieuwe toegevoegd, en wel eene waarvan de zegenrijke gevol gen onder- den onmisbaren zegen Gods van groote beteekenis zal zijn. Schijnbaar moge er niets veranderd zijn, bij eenig naden ken zal men wel tot de overtuiging ko men, dat in waarheid van deze verande ring gezegd mag worden het oude: „Si duo faiunt idem, non est. idem". Was do B. C. tot nog toe een opbou wend lichaam, van uu af zijn dezelfde per sonen bestuurders van een definitieve, rechtspersoonlijke Stichting, die in het belang der toevertrouwde belangen ook burgerlijke rechten uitoefenen. Niet meer opbouwend, maar uilbouwend zal hun werkkring zijn, en deze zal, wan neer zij onder Maria's bescherming, de liefde en toewijding van geestelijken en leeken zal bogen blijven behouden van onschatbare waarde blijken te wezen, Overtuigd dat die medewerking niet zal ontbreken, begint het bestuur der On ze Lieve Vrouw ter Noord-Stichting haar nieuwe taak; moge Onze Lieve Vrouw ter Nood, de Haar toegewijde Stichting en haar bestuurders zegenen, wier schoone en eervolle taak zal zijn, haar heerlijk "Heiloër erfgoed tc doen strekken tot heil van velen, haar oZon en Haar ter ecre. Het. bestuur van Onze Lieve Vrouw ter Nood-Stichting: W. NOLET. professor Gr. Seminarie Warmond, Voorzitter; A. A. J. M. VAN MEEUWEN, pas toor Heiloo. Vice-Voorzitter C. N. J. MEYSING, Pastoo,. Wasse naar. JAN STUYT. 195, BezuidenlioutJ Den Haag; G. Th. M. VAN DEN BOSCH, ...Duin- rust'", Overvoert, Secr.-Penningm. Klokken-wijding. Te Heiloo heeft de w ijding plaats ge had der nieuwe klok van de in aanbrnm zijnde „Capelle Soet". De plechtigheid werd verricht door den hoo'gèerw. heer Mgr. T. J. M. Taskin, president van het Groot-Seminarie Warmond, geassisteerd door prof. V,7. Nolct le Warmond ca den zeercevw. lieer, A. J. M. van Meeuwen, pastoor der parochie. Dc klok slaat in den lioogen D-toon en is van Engel-,ch maak sel. Ze is een geschenk van een. ijverig Ma ria-ve reerder. BENOEMINGEN. In het Aartsbisdom. Z. D/- II. de BcnoCmd-Aartsbisschop van I Utrecht heeft benoemd lot kapelaan tc Amersfoort (H. Franciscus Xaverius) den weleerw. heer B. Veltman en lot kapelaan Ie Huissen (O. L. Yr.) den weleerw. heer •J. L. Smulders. PATER A. DU INISVELD t Maandagmiddag is in het klooster der Eerwaarde Paters Franciscanen te Woor den, op 64-jarigen leeftijd overleden de weleerw. pater Anastasius Duiuisvel.l. na voorzien te zijn van de laatste H. H. Sa cramenten. De overledene was geboortig uit Z o e t e r w o u d e. In 1913 werd hij aangesteld tot gardiaan van het kloos ter te Woerden, vanwaar hij vertrok naar Bolsward, waar hij tot. pastoor was be noemd. Verleden jaar moest hij door ziekte dit herderlijk ambt opgeven. Een nier ziekte gepaard met bloed verkalking heb ben aan dit verdienstelijk leven een eind gemaakt. De plechtige uitvaart zal plaats -hebben op Vrijdag a.s. De Minder-Broeders Conventueelen. De li o o g e c r w. pater Ca rolus Hoynjf naar Assisië vertrokken. De hoogccrw. pater Carolus Iloyng, Provinciaal der Minderbroeders Conven tueelen te Wijnandsrade, is ter bijwoning van het. Generaal Kapittel der Minilcr- brocders-Convcntueclen vuoi een drietal weken naar Assisië vertrokken. Bedevaart naar Lisicux. Het Bureau der Yereenïging tot Samen stelling van Neder'audsche Bedevaarten verzoekt ons mede ie deëlèn. dat >le ge legenheid tot inschrijving voor de 37ste Nationale Bedevaart naar Lisicux en Lour des wordt gesloten op 1 Juni a.s. Voor pruspceli en inschrijvingsbiljctten wende men zich dus onverwijld tot ge noemd bureau, Juliana van Slolberglaftji 209. 's-G rave nil age. tel. 72275. RECHTZAKEN KANTONGERECHT HAARL.MEER. Dooi een auto zich' luien sleepen A. K. le Benr.ebrcek neefl zich ie H1 1 c- gc-m, gezeten op een rijwiel, door een auto laten voorltickken op de Weeresteinstraal. Verd. erkent 'l ten laste gelegde, maar meent, dat het geen gevaar opleverde. Het O. Mt eischl 8 of 8 dagen. De kantonrcchlcr ver oordeelde verd. tot 4 of 4 dagen. Een tc lange vrachtauto. J K., chauffeur in dienst der gem. Aals meer, is verd. le Aalsmeer te hebben gereden met een auto, die langer was dan 3.80 M. Verd erkent 't ten laste gelegde Het was een trac tor met aanhangwagen voor afval-vërvoer. Voor 't verkeer reed er iemand per rijwiel achter om te waarschuwen. Er werd gereden over den Oosteindcnveg. Er was vergun ning aangevraagd voor deze wagens. Het O.M. eischt 4 of 4 dagen. Verd. meent wel, dal de gemeente voor de boete aansprakelijk- is. Uit spraak conform. Een woesteling. P. S., te H 1 1 e g o m, is ten laste gelegd baldadig zijn rijwiel gegooid te hebben voor t rijwiel van W. Verkerk. Verd. onlkenl. Get. W Verkerk verklaart, dat verd. al driemaal de boel op«slellcn heelf gezet Verd. heeft de deur bij getuige ingetrapt ook heeft verd. 18 Mei meer ruiten bij getuige ingeslagen. Verd. zegt: dat kan je niet bewijzen. Get. zogl: ik heb 't zelf -gezien. Gel. verklaart verder, dat verd. zijn rijwiel voor 't zijne gooide bij de Patrimonium-woningen gel. had zijn rijwiel in de steek gelaten en was in huis gevlucht. Van het rijwiel was het stuur vernield. De kanton rechter raadt verd. aan te staken met dat ge doe, anders zal hij spoedig onder de koepel terecht gekomen. Get. J van der Kwaak, vrachtrijder te Hillegom, heeft gezien. dat verd. opzettelijk zijn rijwiel voor dol van Verkerk gooide Het O. M. eischt. daar wettig en overtuigend bewijs van baldadigheid is ge leverd, dc maximum boeten. Het spijt hel O.M., dat aan verd. geen grooter straf kan worden opgelegd. Eisch 15 boete of 15 dagen. Uitspr. conform den eisch. In 't hol van de leeuw. J. van der M., koopman te Den Haag, heeft te Lisse gevent met zeep zonder vergunning van B. en W. om aldaar le venten. Verd. zegt zet niet geweten te hebben, dal 't niet mag. De kantonrechter zegt lot verd.: U was nogal brutaal, u voegde iemand, die niets koopen wilde, toe: „je bent een bok" en u trapte tegen de deur toen deze dicht werd gedaan. Het O.M. eischte 3 of 3 dagen. Verd. vindt de boete wel wat erg hij verdient zoo weinig. Dc- kantonrechter meent, dal, als verd. behoor lijk was geweest, hij geen verbaal had beko men. Uitspraak 2 of 2 dagen. DE MOORDAANSLAG TE SCHIEBROEK Zondag 10 November werd het anders zoo rustige dorpje Schiebroek in rep en roer ge- biacht door een lafharligen aanslag, die heel in de vroegte gepleegd was op den 78-jari- gen oud-gemeenteontvanger van Schiebroek A. Vermeulen. De oude man was gewend des morgens reeds vroeg zijn huis le verlaten en dan naar de schuur te gaan, die in de onmid dellijke nabijheid van zijn woning staal. Die omstandigheid schijnt den dader bekend le zijn geweest, want nauwelijks was Vermeulen zijn huisdeur uit, of hij ontving een harden slag op het hoofd, die den ouden man op den grond deel vallen .Vervolgens had de dader zijn slachtoffer met een mes bewerkt, tenge volge waarvan deze in zorgwekkenden toe stand in het ziekenhuis aan den Bergweg te Rotterdam was opgenomen. De politie meende al spoedig te welen, waar zij den dare moest zoeken. Hst was bekend, dal de oude man een zoon had, die niei al te best oppaste. Enkele dagen voor den aanslag had de vader hem de deur gewezen en nu ver onderstelde de politie, dat zij hier mei een vraakneming van den zoon te doen had. Kor ten tijd na den aanslag werd deze zoon ten huize van zijn zuster, die gehuwd is met B. en die eveneens te Schiebroek woont, aangehou den Hij werd. ondanks zijn ontkenning, in verzekerde bewaring gesteld. Gedurende de instructie ls de zoon bij zijn ontkentenis blij ven holharden. Gisteren had hij zich voor de rechtbank te verantwoorden. Wat hem ten laste wordt gelegd. De 34-jarige landbouwer J. W. V., geboren le Schiebroek en wonende te Overschie, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring, moet terechtstaan, lerzaks, dat hij op 10 November 1929 in de gemeente Schiebroek heeft ge poogd opzettelijk, al of niet met voorbedach ter. rade, zijn vader Ary Cornells Vermeulen van het leven te berooven althans heeft gepoogd zijn vader opzettelijk, a1 of niet met voorbedachten rade, zwaar li chamelijk letsel toe te brengen; althans dat hij al of niet ter uitvoering van zijn le voren genomen besluit en beraamd plan en al of niet kalm beraad en rustig over leg opzettelijk gewelddadig zijn vader een of ir.ccr sneden of slagen met een scherp mes, al thans een scherp hard voorwerp, heeft toege- biacht, tengevolge waarvan lift slachtoffer li chamelijk letsel, namelijk een of meer bloe dende wonden aan het hoofd en een bloeden de wond aan den nek heeft bekomen. Door bet O.M., dat vertegenwoordigd wordt door Mr. J. F. Roeffelman, zijn 28 getuigen gedagvaard. Tol de opgeroepen getuigen bchooren ook de. vader en de zuster van verdachte. Deze hebben reeds bij het vooronderzoek medege deeld, dat zij gebruik zullen maken van hun verschooningsrecht en dus niet tegen verdachte zullen getuigen. De vader is kort na den aan slag onder ecde gehoord, omdat er vrees be stond. dat hij aan de gevolgen van de hem toegebrachte verwondingen zou overlijden. Van die onder ecde afgelegde verklaringen mag nu ook geen gebruik gemaakt worden. Het verhoor vnn verdachte. Verdachte ontkent alle schuld. Hij is op 10 No\ ember 's morgens om 5 uur niet op het erf van zijn vader geweest. Hij was bij zijn zwager thuis en had geslapen, totdat zijn zwager hem kwam wekken. Toen verdachte bi| zijn zwager in huis is gekomen, had hij zijn J fiets meegenomen. Volgens verdachte's herin nering stond die fiets in den paardenstal. Het is ook mogelijk, dat ze in het boenhok stond. In elk geval, als verdachte zijn in het boven huis gelegen slaapkamer verliet, dan behoefde hii maar een paar stappen le doen om bij zijn fiets te komen. Verdachte verklaart verder, dal hij, na door zijn broer te zijn gewekt, met dezen de koeien is gaan melken. Om zes uur a half zeven is hij weer teruggekomen. Er is toen sprake geweest om naar de kerk te gaan. Zijn zuster wilde, dat hij mee zou gaan naar de kerk, cn ver dachte stemde daarin toe. Hij was toen naar beven gegaan om zich te wasschen cn te klee- den, en terwijl hij daarmee bezig was, werd hij geroepen omdat er twee veldwachters voor hem gekomen waren. Een hunner had gezegd: Joseph, je vader is mishandeld. Man, wat zeg je me nou, had verdachte geantwoord. En wat erger is, had de veldwachter ge zegd, ze zien jou voor den dader aan. Man, ben je gek geworden, had verdachte uitgeroepen. Wij komen je arresteeren, vervolgde de veldwachter. En ga je me opbrengen als een moorde- Verdachte was meegegaan. De president Mr. S. G. Canes: Kunt u zeg gen, naar eer cn geweten, dat u onlschuldig is? Verdachte: Absoluut. De President: Uw vader heeft u aangewezen als de dader. Verdachte: Vindt u dat niet verschrikkelijk? Wat kan ik daar nu aan doen? De President: Het wordt nog verschrikkelij ker als blijkt, dat uw vader u te recht heeft aangewezen. Hoe is het nu mogelijk, dat uw vader u heeft kunnen aanwijzen? Verdachte denkt, dat zijn vader bang voor hem was, en door die vrees in den aanvaller hem heeft meencn te herkennen. Verdachte heeft zijn vader bij den rechtercommissaris ge zien, en hij was er van geschrokken zooals ze hem hadden toegetakeld. De President; Wie denkt u dat den aan slag heeft gepleegd? Verdachte; Als ik dal wist zou ik hel al duizend maal gezegd hebben, dal begrijpt u tcch wel. Al zou men mij een miilioen geven, de schande die mij nu aangedaan is, kan niet meer worden afgcwasschcn. Misschiet: is het we 1 gedaan met de bedoeling om mij te ont- De President: Naar uw karakter en aard is het toch niet onmogelijk dat u de dader is. Verdachte: Ach we hadden wel eens ten woordje in de familie. De President: Ja, het harmonieerde slecht in uw familie. Maar u hebt toch ook uw broer al eens mishandeld? Verdachte: Dal is al heel wat jaren gelcdca gebeurd. Daar heb ik veel van geleden en daar voor heb ik vergiffenis gevraagd. Na dien lijd heb ik niet meer gevochten. De President: Het legencieel daarvan staal vast. Onlangs is u nog veroordeeld wegens be dreiging met zware mishandeling. Door de fa milie wordt u afgeschilderd als een beest- mensch. Verdachte: Nette mcnschen welen wel b?lcr. De President wijst er op dat aan het over hemd met paarse strepen, dat verdachte op den Zondag van het gebeurde heeft gedragen, bloedvlekken zijn gevonden. Verdachte zegt dit te kunnen verklaren. Asl hi; zich scheert, bloedt hij dikwijls en het is mogelijk, dat hij dit met het vuile overhemd heeft afgeveegd. De President komt dan lol hel gebeuidc op Donderdag, ^at als inleiding tot het drama van Zondag kan worden beschouwd. Er is toen een ruzie geweest, waarna zijn vader ver dachte het huis heeft ontzegd. Om drie uur 's middags was de veldwachter gekomen om verdachte, die zich verzeette, van hel erf te verwijderen. Verdachte is toen bij zijn zwager ingetrokken. De President vraagt verdachte of deze ver bitterd was geweest door dezen maatregel van zijn vader. Verdachte: Ik vond het niet prettig, maar toch was ik blij dat ik cr uit was. De President: Dc laatste maanden dat u thuis was, hebt u zich toch onbehoorlijk gedra gen. U gebruikte zelfs uw maaltijden alleen. Verdachte: Zc waren altijd aan hel kibbe- j Ier en dan at ik maar liever alleen. De President meent uit het feit, dat verd. Jen dag, nadat hem het huis ontzegt was, een klacht tegen zijn vader heelf ingediend wegens meineed, die afgelegd zou zijn tegenover den notaris bij de boedelbeschrijving, aangezien de vader ontkende een groot bedrag als voorschot te hebben verstrekt aan verdachte's broer le Overschie er wel op wijst, dat verdachte boos was om de uitzetting. De president vraagt verdachte dan nog of het niet mogelijk is, dat verdachte hel feil be- FEUILLETON De meester der lucht door MARC GOUVIEUX. 38) Aanstonds, na vlugge formules van ver ontschuldiging voor het onderbreken van mijn slapen, kwam het gesprek op het rood leeren zakje, dat om zijn hals hing Vreemdeling, zei hij, ik heb u iets te vragen misschien in strijd met de wetten dei gastvrijheidIk wilde weten, wat zich binnen in dat zakje bevindtSlaat gc loc, dat ik eens kijk? Heel verbaasd stvuxde ik toen in hei ver zoek van den sultan. Ik liet hem de ahiu- le.len zien: hij opende zc haastig. en na het kleine stuk schapeiihuid terugge trokken te. hebben aan den binnenkant, verdiepte hij zich in het lezen van dc tifi- naghsclie lctiers, die er in gegraveerd ston den. Wat hij las, moest hem wel erg into-, ro-ecren, want zijn handen beefden van ec,i slecht bedwongen emotie. Na een oogenblik verbrak hij de stille /en vroeg mij: Ovreemdeling, wie is dan do man, die u dezen kostbaren talisman heeft toc- veitrouwd H e komt hij in uw bezit Vervolgens verhaalde ik hem in bijzon derheden de geschiedenis van den talisman die mij voor dc voeten was geworpen, in den loop van een gevecht, ongeveer vijftien jaar geleden door een overwonnen hoofd der Targui.... En kent gii zijn naam Ik weet niet. Hij heeft hem mij wel toegeroepen maar ik heb hem niet verstaan door het lawaai der schoten. Gij weet dus niet, wat van dien man geworden Hoe zou ik het welen Hor zou ik hem kunnen herkennen? Zijn gelaat was gr .sluierd. Alles wat ik zag was de vlam in zijn heldhaftige oogen, want het was een held, een dappere ondorde dapperen, Ikue- nouken De Sultan stond weer tip en zei me: Kijk mij aan Hij is het wien gij het leven gered hebt, vijftien jaar geleden, hij staat voor ul Het was Ikhenoiikeii, de sul tan der Adzjers en lnj groet u, ontroerd, mijn broeder. Sinds het verwonderlijke avontuur, dal me overkwam en waarvan het gerucht zich zoo snel verspreidde, ben ik de man in het kamp geworden, die het meest bezocht werd. Mi ju tent, waar eerst niemand kwam, behalve de kleine Télinguita, was niet meer Mijn vriendschap met Ikhenouken groei de van dag tot dag. Volgens hel Targuischc gebruik wissel den wij ons bloed en waren toen voor het leven broeders. Dc sultan van de Adzjers is een man met een groot hart en een' groote intelli gentie. Zijn Islamitische opvoeding was zeer vooruitgegaan bij de 8'noussis. Natuurlijk was mijn zending om hulp te vragen bij den stam der Adzjers niet al te eenvoudig. Maar ik had nog niet gesproken over de kwestie van den doortocht door het mas sief van Idine. Ik wachtte cr mee. tot dc gunstige gelegenheid zich voordeed. 6 April. audaag hel) ik voor het eerst met Tkhe- nouken gesproken over dc kwestie van dc onderzoeking van het massief en den door tocht van dc luchtlijn boven Idine. Zooals ik verwacht had. was hij heel verbaasd. Ondanks zijn gewone zclfbehcersching. kon ik zien hoe zenuwachtig hij was aan de be weging van zijn handen. Waarom Luister, Ikhenouken, gij hebt mij ge zegd, dat gij voor mij doen zoudt, wat in uw vermogen ligt. Dc vraag, die ik u.stel, is dc volgende: Gi|, sultan van dc \dzjers, onbetwistbaar hoofd van dc gebieden, die Idine omslui ten, hebt gij het vecht een vreemdeling dit massief te laten binnendringen, cn hebt gij de macht aan de krachten te bevelen, die den intocht beletten? Ik geloof, dat Ik juist gemikt had, door een beroep te doen op den irots van den Targui cn op zijn loyale vriendschap voor mij. Na een lange stilte antwoordde hij mij: Luister, broeder, ik zal loyaal tegen over je zijn.Ja: ik kan aan de krachten bevélen, cn je den doortocht verzekeren Ik kan het Dus op den dae. dat gij naar Idine wilt vertrekken (en hij sprak op ge dempten toon dat woord uit) zai ik u vertrouw.lc mannen geven, die uw gids zullen zijn maar luister goed, Si Haiisch, gij weet niet gij kunt niet weten in welke gevaren gij u begeeft om aan uw verderfelijke, nieuws Maar Ikhqnoukcn, indien ik wist in welke gevaren ik mij begaf' Ik weel dat ik ga indien ik geloof hecht:c aan uw bijge loof naar het gebied van de Ombrcs. 1 naar de streken bevolkt door de geesten I van uw dooden, sUr-keu. waarvan de toe gang ontzegd, is aan dc stoutmoedige wen- sehciijke wezens, die cr willen doordringen door bovennatuurlijke krachten, hekserij, maar w aaraan de mannen van den groot en S'noussi niet vreemd zijn. Juist het spel van de geheimzinnige krachten trekt mij aan. Men moet daar de meest verwarrende ma gische macht-uitingen hebben. Dit trekt mij echter bijzonder aan. Ik heb reeds mijn leven iu de weegschaal gelegd door te Kou- fra door te dringen in dc. „Zadnia" van Si I.aclimj Hou Bneln eGij moot hem ken nen. (Ikhenouken knikte van ja). Welnu, gij zult begrijpen waarom deze expeditie be halve hei be'ang, dut zij mij inboezemt voor den luck:weg, m:j zoo zeer ava:rekt 1 Maar Ikhenouken schudde het hoofd. Mijn broeder, daarom ben ik niet bang voor je. Met vertrouwde gidsen, met je amuletten, met de buruha. die ik je geven zal, kun jc dezen tocht ondernemen en ver trekken Ik weet dar je een sterk hart hebt en dat het vnur rn je oogen niet aarzelt Neen... voor dat gevaar vrees ik niet. Maar liet is een ernstiger z.-.ak die je wacht en die ens allen wacht m die komt voort uit c u ander oorzaak en ik /:tl jcnict laten ga ei zonder dat je die kent. Er is du- nog iets anders dan die vcl-clic hel erij Wederom schudde hij met liet hoofd. Luister Si HaiD.-h. zoodra de zon tl zijn ondergegaan, kont mij dan woei op zoeken, dan zal ik met je praten. Gij zult zien en oferdeelcu. De rmirninr tent van Ikhenouken met het schijnsel eener lamp, dn op den grond stond, ie. k mij vol mysterie-.... De sultan der Adzjers wachtte op mij hij was ern stig gestemd. Neem plaats, mijn broeder. Ik zal onverwijld tot je spreken. Ik heb je over dal gevaar gesproken «.lat. ons wacht, jou en mij, als gij volhardt in uw besluit om in Idine door lc dringen.... Dit gevaat beslaat hierin: Hij stond op, ging voor een Targuischc koffer met naieve schilderingen neerhur ken, ontsloot een fijn bewerkt gecompli ceerd slot en plaatste de walmende lamp boven de koffer. Ki|k! Ik boog mij voorover en s'aakle een k:cei van- verbazing. Bij het trillend licht van «le lamp, schitterden een hoop cdcl- geste mi hen. malen, en dinm.-nlrn met verblindenden glans, vermengd met groote goudklompen. Ikheiimiken stak ziin ham! in liet koffer. Kijl:l'nk vast, Ruk vast. (Eu l.ij nam in zijn hand een em-nne goudklomp, die hij met reu onvevsi-hiüg gebaar op het vlechtwerk wierp). Ziedaar hel gevaar mijn broeder. Ik w;,s als gehypnotiseerd door «Ir onver, waeinn verschijning vnn dit fortuin, zm Int ik niet antwoordde.... Ja vervolede hij met minachting, er zijn daar iu Idine heelc v:*"eien, platen- v. vaar men /h l, «Veilt* hoef: te bukken om die goud klom e:, np \o rapen. Men hopt er over, zoo 's i'. er nu zelf over loop of Arabieren! (W.,t 11).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11