21ste Jaargang
ZATERDAG 17 MEI 1930
No. 6595
VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Het 15de Eeuwfeest van
St. Augustimus
3)e £eidóclve (Bou/fca/nl'
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per postf 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnó'e ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Dit blad verschijnt eiken dag, uitgezonderd Zon- en Feestdagen 11
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop n verkoop f 0.50
Plechtige herdenking door de
R.K. Studenten-Vereeniging
te Leiden
Overal in de wereld, niet in het minst
ook in ons land is de geestdrift losgesla
gen vcor den grooten H. Augustinus, wiens
overlijden voor 15 eeuwen dit jaar met
grooten jubel en schitterenden luister
wordt herdacht.
Onze H. Vader Paus XI is de Christen-
heid voorgegaan in waardige herdenking
van dezen grooten heilige en grooten ge
leerde, wiens geschreven woord door de
eeuwen blijft.
Geen wonder is het, dat degenen die zich
op de een of andere wijze tot den H.
Augustinus aangetrokken gevoelen, b.v.
omdat zij hem tot hun patroon hebben ge
kozen, die eeuwfeest op bijzondere wijze
willen herdenken.
Op waardige wijze heeft de R.-K. Studen
tenvereniging „Sanctus Augustinus"' te
Leiden zich aangesloten in de rij dergenen,
die deze Augustinushulde tqt een wereld-
hulde hebben gemaakt.
Uitstekend heeft de Leidsche R.-K. Stu
dentenvereniging deze eeuwfeest-herden
king voorbereid en het resultaat ervan mag
dan ook tot blijde voldoening stemmen.
Het is een hoogstaande herdenking ge
worden, waaraan door de Pontificale H.
Mis van Mgr. Aengenent bijzondere luister
is bijgezet. En de plechtige herdenkingsver
gadering in het Groot Auditorium der
Leidsche Universiteit droeg door tegen
woordigheid van kerkelijke en wereldlijke
autoriteiten een voornaam karakter.
DE PONTIFICALE HOOGMIS.
De plechtige herdenking ring hedenmor
gen aan met een Pontificale H. Mis, opge
dragen in de Dekenale Kerk, parochie O. L.
Vrouw Hemelvaart aan de Haarlemmer
straat, door Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aenge
nent, bisschop van Haarlem.
Mgr. Aengenent was hedenmorgen, ver
gezeld door zijn secretaris, per auto van
Haarlem gekomen en werd na in de pasto
rie verwelkomt te zijn achter in de kerk
door de aanwezige geestelijkheid* inge
haald.
De Schola Minor, het jongenszangkoor
der parochie, onder leiding van zijn direc
teur, den weleerw. heer R. M. A. Nieveen
van Dijkum, zong bij het binnenkomen van
Mgr. het „"Sacerdos et Pontifex".
Z.D.H. werd bij het H. Misoffer geas
sisteerd door den hpogeerw. zeergel. heer
dr. Th. M. Vlaming als presbyter-assistens,
den hoogeerw. heer A. H. J. M. Homulle en
den zeereerw. pater fr. G. Dolle O.F.M. als
troon-diakens, de zeereerw. heeren Th. M.
Beukers en L. J. J. Leusen, resp. als dia
ken en sub-diaken, terwijl de overige
functies als volgt waren verdeeld: zeer
eerw. zeergel. heer fr. dr. G. Vrijmoed O.F.
M., ad baculum, zeereerw. pater mr. E. van
der Helm O.F.M., ad mitram, zeereerw.
heer J. Th. W. Meyknecht O.E.S.A., ad
candelam, we'eerw. heer W. J. V. Hessing,
ad ampullas en ad gremiale en den zeer
eerw. pater P. J. Bouman, O.Carm, ad li-
brum.
Onder de zeer talrijke aanwezigen
merkten we o.m. op den zeereerw. heer
W. S. Jurgens O.E.S.A., Secretaris Com
missie Aug. Jubile 1930, Prof. Dr. N. van
Wijk, Rector Magnificus der Rijksuniversi
teit te Leiden, Prof. Dr. J. P. H. Vogel, Se
cretaris van den Academischen Senaat,
Wethouder Mr. A. Tepe en de gemeente
secretaris Mr. Dr. A. C. van Strijen, Mej.
Dr. Serrurier enz.
Verder waren aanwezig:
2 leden van het Collegium van het Leid
sche Studenten Corps. 5 leden van het Be
stuur van de Vereeniging van Vrouwelijke
Studenten, 4 leden van den Senaat der Uni-
tas Stud. Lugduno Batavorum. 5 leden van
het Bestuur van den Vrijzinnig Christelijke
Studentenbond, afd. Leiden, 2 le
den van het Bestuur van de Societas Stu-
idosorum Reformatorum, afd. Leiden. 2
leden van het Bestuur der Nederlandsche
Christen-Studenten vereeniging, afd. Lei
den, 1 lid van het Dagelijksch Bestuur der
Unie van R. K. Stucleritenvereeniringen in
Nederland. 1 lid van het Bestuur van
„Sanetus Laurentius", Rotterdam. 1 lid
van den Senaat van het Studenten Corps
„Sanctus Olav", Tilburg, 2 leden van ;t Be
stuur van St. Franciscus Xaverius" Wage-
ningen, 1 lid van het Bestuur van „Thor^s
Aquinas", Amsterdam. 1 lid van het Be
stuur van „Sanctus Virgi'ius", Delft.
Vele berichten van verhindering waren
ingekomen.
De Schola Minor voerde op schoone
wijze de IXe Gregoriaansche Mis: „De
Beatae Mariae Virginis" uit, terwijl de
organist, de heer A. J. H. Biegelaar, het
orgel bespeelde.
Tenslotte zong de Schola Minor het
Magnificat, waarmede de schoone plech
tigheid geëindigd was.
Z. D. H. Mgr. Aengenent gebriiikte in
de pastorie de lunch cn begaf zich van
daar in den middag naar de herdenkings-
vergadering.
Na de Pontificale H. Mis zaten de Au
gustijnen aan met genoodigden aan een
ontbijt-koffietafel op het „Eigen Huis".
PLECHTIGE HERDENKINGS-
VERGADERING.
Hedenmiddag had in 'b Groot Audito
rium der Leidsche Academie de plechtige
herdenkingsvergadering plaats, waar de
feestrede werd uitgesproken door den
zeereerw. hooggel. heer prof. dr. Joh. P.
Steffes uit Miinchen.
Het groot auditorium was geheel ge
vuld met belangstellende genoodigden,
onder wie wij o.m. opmerkten: Z. D. H.
Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop van
Haarlem, Mgr. H. J. M. Taskin, President
van het Groot-Seminarie te Warmond, den
ZeerEerw. Heer Fr. X. Duynstee, O. E. S.
A., als vertegenwoordiger van den Hoogst-
waardigsten - Heer Dr. S. Th. Makaay, O.
E. S. A., Provinciaal van de Augustijnen,
Zijne Excellentie Mr. P. J. Reymer, Mr.
A. van de Sande Bakhuyzen, President-
Curator, Burgemeester van Leiden, Prof.
Dr. N. van Wijk, Rector Magnificus van
de Rijksuniversiteit te Leiden, Prof. Dr.
J. Ph. Vogel, Secretaris van den Academi
schen Senaat, Mr. C. van Vollenhoven,
Plaatsvervangend Assessor van den Aca
demischen Senaat, den HoogEerw. Zeer
Gel. Heer Dr. Th. M. Vlaming, den Zeer
Eerw. Drs. Th. Vlaar, O. E. S. A., Voorzit
ter Commissie Aug.-Julilee 1930, den Zeer
Eerw. Heer W. S. Jurgens, O. E. S. A.,
Secretaris Commissie Aug. Jubilee, den
HoogEerw. Heer A. H. M. J. Homulle,
Deken van Leiden, de ZeerEerw. heeren
pastoor en andere geeestel ijken van
deze stad, den ZeerEerw. Heer Mr.
E. van der Helm, O.F.M., te Katwijk aan
den Rijn, den ZeerEerw." Hooggel. Heer
Prof. R. R. Welschen O.P., Prof. Dr. D. v.
Blom, Prof. Dr. W. H. Keesom, Mr. A.
Tepe, den ZeerEerw. Zeergel. Heer dr.
J. H. J. Witlox, Hoofdredacteur van „De
Maasbode", den Heer A. van der Marck,
2e Directeur van „De Tijd", de heer Th.
Wilmer, hoofdredacteur van „De Leidsche
Courant" mede namens den directeur den
heer Fr. v. Hamersveld, die verhinderd
was, den ZeerEerw. Zeergel. Heer Dr. G.
Vrijmoed, O.F.M., Moderator van „Virgi-
lius", de ZeerEerw. Heeren G. Dolle O.F.M.
Moderator van „Sanctus Augustinus", P.
J. Bouman, O.Carm., enz enz.
Verder waren aanwezig 2 leden van het
Collegium van het Leidsche Studenten
Corps, 2 leden van het Bestuur der Ver
eeniging van Vrouwelijke Studenten, 3 le
den van den Senaat der Unitas Stud. Lug
duno Bctavorum, 5 leden van het Bestuur
der V. C. S. B., 2 leden van het Bestuur
der I. V., 2 leden van het Bestuur der S.
S. R., 2 leden van het Bestuur der N. C.
S. V., 1 lid van het Dag. Bestuur der Unie
van R. K. Stud. Ver. in Nederland, 1 lid
van het Bestuur van „Sanctus Laurentius"
Rotterdam, 1 lid van den Senaat van het
Tilburgsche Studenten Corps „Sanctus
Olav", 1 lid van het Bestuur van „Sint
Franciscus Xaverius", Wageningen, 1 lid
van het Bestuur van „Thomas Aquinas",
Amsterdam, 1 lid van het Bestuur van
„Sanctus Virgilius", Delft.
OPENINGSREDE PRAESES H. FRANK.
De praeses der R. K. Studentenvereeni-
ging „Sanctus Augustinus", de heer H.
Frank, sprak op deze plechtige bijeen
komst het openingswoord.
Het was spr. een groote eer en een
vreugde in deze herdenkingsvergadering
zoovele en zulke liooge gasten te mogen
verwe'komen. Ten zeerste verheugde het
spr., dat men in zoo grooten getale op
deze wijze van zijn belangstelling wilde
blijk geven voor het afsterven vóór 15
eeuwen ge'eden van den heilige, die door
schrijvers van zoo uiteenloopende richtin
gen gehouden wordt voor een der grootste
menschen, die ooit geleefd heeft.
Moge gij, aldus rich!te spr. zich tot zijn
gehoor, door uw aanwezigheid hier gfetui-
ge zijn van den jubel en de vreugde van
onze vereeniging, die zich vóór 37 jaar ge
steld heeft onder de schutse van St. Au
gustinus en thans dezen dag God dank
heeft gebracht, omdat Hij in zijn onein
dige goedheid een zoo groot heilige heeft
geschonken tot heil en voorbeeld der kerk.
Na verder medegedeeld te hebben, dat
de studenten zich des ochtends met Z. D.
H. den Bisschop hebben vereenigd om
God te danken voor de groote weldaad,
waarmee Hij hen verrijkt heeft in St.
Augustinus, den zoon van Monica, bisschop
van Hippo, zcide spr., dat het bestuur ge
meend had. om dezen dag te doen bij
dragen omtrent de kennis van St. Augus
tinus, een bevoegd spreker te moeten uit-
noodigen om voor te lichten welken groo
ten invloed St. Augustinus gehad heeft
tot op den jongsten tijd toe.
Hierna weidt spr. uit over de be'eekenis
van St. Augustinus voor de studenten.
Welke heilige kan ons steeds sympathie
ker zijn dan juist deze heilige1? Reeds bij
het doorlezen van zijn „Confessiones"
wordt onze svmpathie opgewekt voor de
zen mensch, die geweten heeft wat harts
tocht en wat strijd is tegen hoogmoed en
zinnelijkheid. Kwai - /'niet van Cartha
go en zegt hij niet z. !i in „Confessiones"
(Lib. Ill, Cap. I): Et circumstrepedat rac
undique sartago flagitionum amorum;
nondum amabam eb amare amabam.
En overal om mij heen bruist de maal
stroom van misdadige minnarijen. Ik min
de nog wel niet, maar ik minde het be
minnen."
Hij, die in aanraking kam met de ver
lokkingen van C'arthago, aldus vervolgt
spr welke zouden kunnen wedijveren met
die van den modernen tijd„Quaerebam
quid amarem amans amare" zegt hij ver
der in het hetzelfde boek en wederom
verder: „en zie, mijn ziel was niet sterk,
bedek' met wonden én ging op in het
uiterlijke, ver'angend in aanraking te
komen met het zinnelijke."
Maar, in zijn „Confessiones" spreekt de
onbevredigdheid van een ziel, die het lioo-
gere wil smaken en tenslotte geraakt tot
de waarheid.
Immers, zegt hij niet zelf m zijn „Con
fessiones" (Lib. I): „Gij hebt ons voor U
gemaakt, o God, en ons hart zal geen rust
kennen tot het rust in U".
Wanneer wij deze onmeedoogenlooze
zelfcritielc zien, moeten wij dan niet ons
hoofd buigen voor dc grootheid van ziel
van hem, die den durf heeft zich met het
vlijmscherpe mes der zelfcritick te ontle
den en geeft dit niet voor ons, studenten,
een vccrbeeld om niet de grootheid te
zoeken in uiterlijkheden der wereld, maar
in de zielevorming van de afhankelijkheid
van God. Veel leering kunnen wij trekken
uit het leven van St. Augustinus bij het
lezen van zijn geschriften en de levensbe
schrijvingen der moderne schrijvers, die
den „mensch" Augustinus tot ons brengt.
Zijn leven geeft ons hoop en vertrou
wen om te komen uit de duisternis van
den tragischen strijd tusschen het hoogere
en het lagere van den mensch, waarvan
een Latijnsch dichter gewaagt: „Vi-Jeo
meliore proboque et deteriore sequor."
Moge deze herdenking, aldus besloot
spr., leiden tot verdieping van de kennis
van Augustinus en tot heil van onze jon
ge studentenzielen.
Hierna gaf spr. vervolgens aan den
feestredenaar den zeereer. hooggel. heer
prof. dr. P. J. Steffes, hoogleeraar te Miin
chen, die de herdenkingsrede hield.
HERDENKINGSREDE
PROF. DR. P. J. STEFFES.
Wanneer wij heden, aldus spr., door de
eeuwen der geschiedenis terugtreden en
voor onze geestesoogen de figuur doen op
rijzen van den man, wiens naam de feest
vierende vereeniging hier als een symbool
heeft aangenomen en boven wiens stoffe
lijk overschot zich het graf reeds vóór 1500
jaar heeft gesloten, dan weten wij: dit
genie is niet dood. Hij leeft en wij voelen
zijn harteklop en den bezielenden adem van
zijn geest. Het verleden naspeuren betec-
kent het heden begrijpen en de toekomst
dienen.
Zoo zal het genie, aan wien dit herden
kingsuur gewijd is, ons een licht worden
op den weg, welke wij ons moeten banen
door het heden naar den dag van mor
gen. Hij zal ons vanaf de hoogte van het
verleden zeggen, wat hij to zeggen heeft
aan de voortijlende geschiedenis van den
tegen woordigen tijd.
St. Augustinus heeft zijn tijd en de toe
komst gevormd op een wijze, dat zelfs wij
er nu nog ten sterkste bij betrokken zijn.
Op de eerste plaats heeft hij voor liet
eerst de cultuur van zijn tijd weten te her
leiden tot een christelijk philosophisch ge
heel en heeft hij de groote werelden van
de natuur en de boven-natuur in onder
linge betrekking cn verbinding gebracht.
Vervolgens heeft hij door zijn polemie
ken met de verscheidene kettersche stroo
mingen van zijn tijd en gebruik makend
van het groote geestelijke erfdeel van het
morgen- en avondlandschc verleden zoo
wel als van zijn eigen religieuze ervaring,
de ontwikkeling der kerkleer in juiste ba
nen geleid, en heeft hij zijn stempel ge-
drukt op den vorm van het religieuze le- I
ven.
•Ten slotte heeft hij door de kracht van
zijn geniaal aangelegde en door eindeloos
innerlijk worstelen tot vrede en volmaakt- j
beid opgevoerde persoonlijkheid ons het j
heldhaftige voorbeeld van een groot
mensch geschonken, dat ons boven alle
tijden modern aandoet en thans nog een
betoovering. uitstraali, waaraan ook an-
dersdenkenden zich niet onttrekken kun
nen.
Dat vindt zijn verklaring gedeeltelijk
hierin, dat Augustinus mot geheel zijn ziel
worstelde met de groote vraagstukken,
welke ieder levend mensch ten diepste be
roeren. En dat hij dit deed in een tijd,
welke zoo nauw verwant is ".an den ouzo
en uitgaande van een innerlijk zieleleven,
zoo vol tegenstellingen, dat in hem zich
dc algemeeno trijd des menschen schijnt
af te spelen.
Ook hij leefde in een overgangstijd. Een
rijke, maar oud >.n dood-moe geworden
cultuur liep ten einde, een nieuwe onbe
stemde wereld rees aan do Jiorizont der
toekomst op. Het Christendom was reeds
eenige eeuwen in de wereld gekomen. Doch
de strijd tusschen het Christendom en de
aardsche cultuur en het wederzijdsche bc-
vruchtingsproceswas nog niet van alle
kanten begonnen.
Augustinus redde een waardevol erf
goed uit de in doodstrijd neerliggende oude
wereld voor de k nende geschiedenis en
vooral voor het geheele cultuurleven een
absolute basis, welke het leven draagt en
vruchtbaar maakt, in den over alle werel
den keerschenden God.
De wijze waarop hij hier het leven in bet
Absolute grondvestte en het daardoor
diepte, zin en richting gaf, is voor ons, mo
derne menschen, die een gelijksoortigen
tijd beleven en eveneens worstelen voor
een nieuwen opbouw van het leven, een
lichtend voorbeeld. De groote religieuze
crisissen van zijn tijd evenals zijn eigen
zoeken, dwalen en vinden gaven Augusti
nus aanleiding om de religieuze vraagstuk
ken met de meest intense denkkracht na
te vorschcn. Hij wist tegenover de Mani-
cheeën, de Arianen, de Donatisten en de
Pelagianen die christelijke leer hoog te
houden en Gods gedachte, de begrippen
omtrent genade, zonde, kerk en mystiek
op beschouwende wijzo buitengewoon te
verdie; en. Hij heeft in nauwe samenha-.ig
met de nooden van zijn tijd het Christelijk
erfgoed bewaard, tegen afwijkingen be
schermd en in diepte ontwikkeld, hij heeft
het ook in den smeltkroes zijner ziel zoo
doorgloeid, dat het levens racht en levens
brood werd. Ook hier kan hij ons tegen
woordig een leidsman zijn. In den wirwar
van religieuze stroomingen en meeningen,
welke de tegenwoordige tijd te aanschou
wen geeft, is zijn religieuze breedheid cn
klaarheid, de levensechtheid van zijn vroom
heid, de diepte van zijn Godsgedachte,
welke alles tot het kleinste omspant, een
helder licht voor onze dagen.
Ten slotte vraagt spr. zich af of er
eigenlijk een meer algemeen gehoorde
klacht in het tegenwoordige avondland is
dan die, dat ons de vooral nu zoo hoog
noodige leiders ontbreken. Zeker, het zou
dwaas zijn bij Augustinus raad te zoeken
voor alle vragen der economie, der poli
tiek e.d. die ons bezig houden. Maar de
mensch en de christen in Augustinus heeft
zich door eigen strijd en eigen ondervin
ding door alle kronkelingen en dwalingen
van zijn tijd zóó gevormd, dat hij heden
ten dage nog met sterke leiderskwaliteiten
voor ons staat. Hij, die op 70-jarigen leeftijd
een critische inspectie hield over zijn le
ven en zijn werk en veel wegwierp, wat hij
vroeger aanhing, hij was een mensch, die
alles niet alleen met koel verstand aan
vatte, maar ook met den gloed zijner ziel
doorleefde en het grootscher weergaf dan
hij het ontving. Daarom was alles wat
hij zei en schreef tintelend van leven, zoo
als slechts een mensch van zijn zielegroot-
heid vermag te geven, maar vaak ook was
Dit nummer bestaat uit vijf bladen,
waaronder geïllustreerd Zondags
blad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De toestand in het Britsch-lndische
grensgebied is wat verbeterd.
Gunstig verloop van de besprekingen
tusschen Kerk en Staat in Mexico.
Groote brand in de Noorsche stad Ber
gen. (Buitenl. Berichten, 4de blad).
het zoozeer de uitdrukking van zijn oogen-
blikkelijkc ervaring en zoo weinig bezon
ken, Jat het onjuist zou zijn, steeds zijn
woordkeus letterlijk te volgen.
In tegenstelling tot de Grieksche be
schaving, waaraan hij overigens veel ver
schuldigd was, zag hij den ondergrond des
menschen niet in de intellectualiteit, maar
in den wil. Onrust is de mensch van bin
nen hoe modern klinkt dat zijn leven
en streven is er slechts o,. ui deze onrust
tevreden te stellen. Maar dat wil zeggen,
zijn levenswil vervullen, streven naar zijn
geluk en zijn vervolmaking. Daar evenwel
deze onrust door God is ingeplant, zal
zij eerst in God bevrediging vinden en
alle menschenwerk is slechts een etappe
op den weg naar God.
Hoe actueel is dat alles! Ook heden nog
zal een ieder, die zich aan de leiding van
dezen geestelijken leider overgeeft, het
zelfde geestelijke opstijgen beleven, welke
Augustinus met zijn moeder vóór haar ver
trek in Ostia beleefde, op een opstijgen
boven alles, wat veranderlijk, eindig is,
tot het onveranderlijke en eeuwige en de
troostrijke woorden vernemen: „Ga ook
gij in de vreugde uws Heeren".
Moge dc R. K. Studentenvcrecuiging te
Leiden zóó den geest van haar patroon
zien en tot werkelijkheid brengen, aklus
sloot do geleerde spreker zijn voordracht,
waarvan wij hier slechts do hoofdgedachte
hebben aangeduid.
MGR. L SCHIOPPA
Dc datum van 25 Mei mag niet onop
gemerkt voorbijgaan; op dien dag toch zal
het vijf jaren geleden zijn, dat Mgr. Schiop-
pa in ons midden kwam en het beheer over
de internuntiatuur aanvaardde.
Door zijn tact en diplomafieko bekwaam
heid is onze nuntiatuur, die in den loop
der jaren op den achtergrond was geraakt,
uit haar isolement verlost cn is zij, zooals
het behoort, weer een middelpunt gewor
den van diplomatiek leven.
Zij, die eenigszins met de geschiedenis
van ons vaderland bekend zijn, weten wel
ke plaats de nuntiatuur innam, toen, in do
eerste helft der vorige eeuw, nuntii als
Mgr. Capaccini, Mgr. Ferrieri, Mgr. Anto-
nucci, Mgr. Ciamberlani haar beheerden,
vooral tun wegens het sluiten van een con
cordaat er een druk diplomatiek - verkeer
was tusschen de nuntiatuur cn de regee
ring.
Het is de groote verdienste van Mgr.
Schioppa, dat hij getracht heeft, dien gul
den tijd te doen herleven en dat hij daar
in geslaagd is, blijkt duidelijk genoeg uit
de plaats, die thans weer in het diploma-
tiekeokorps door de nuntiatuur wordt inge
nomen.
Maar Katholiek Nederland heeft nog
meer reden den iiiternunliatuur dankbaar
te zijn voor zijne werkzaamheid. Waar hij
kon, heeft Mgr. Schioppa gotoond, open oog
en oor te hebben voor de behoeften van
Neerland's Katholieken. Telkens vond men
hem bereid het woord te voeren en door
zijne welsprekendheid hen aan te moedi
gen in den strijd. Denken wij hierbij slechts
aan do katholiekendagen tc Den Haag en
Maastricht, aan dc missietentoonstellingcn
te Amsterdam en Den Haag.
God alleen weet, hoe vc.on hij in stilte
door raad en daad heeft bijgestaan, want
zijno naastenliefde doet hem de gelegen
heden zoeken, om goed tc doen. Getuige
de kerstboom .die telken jare in de nun
tiatuur wordt opgericht, om de armsten
der armen oen kerstgave te schenken.
Het is dan ook geen ijdel woord, als wij
uit den grond des harten God bidden, dit
wij Mgr. Schioppa nog vele jaren in ons
midden mogen behouden.