DE LEIDSCHE COURANT Het Sprookjes-slot aan het meer van Albano Hoog boven den zeespiegel op een der heu velen van Latium verheft zich het heerlijk gelegen liefelijke stadje Castelgandolfo met het zomerverblijf van den Paus, dat nu uit zijn 60-jarigen slaap begint te ontwaken, en zij het dan al niet dit jaar dan toch zeker de volgende vacanties, gedurende den onverdraaglijk heeten Romeinschen zomer bin nen zijn koele muren welverdiende rust en ontspanning zal bieden aan den Plaatsbekle der van Christus, wiens gouden gevangenis zich eindelijk geopend heeft. Het paleis dat den glans van het Pauselijk Hof in de Middel eeuwen aanschouwde, en in zijn lange galerijen en ruime zalen in phantastische kleurenpracht, Kardinalen, Bisschoppen, lijfwachten en ook de voornaamste kunstenaars dier tijden zag, zal nu in hernieuwden luister aan zijn oor spronkelijke bestemming teruggeschonken wor den. De weinige toeristen, die het eenzame pa leis bezoeken, volgen zacht de schreden van den voormaligen Vaticaanschen gendarme, die liians het ambt wan slotbewaarder bekleedt, en zij wagen het nauwelijks een vraag tot hem te richten, om de geheimzinnige, angstaanjagen de stilte niet te storen, die reeds merkbaar is op 't groole binnenplein, waar wellicht om de onderhoudskosten te verminderen, alle steenen wapenen der verschillende Pausen zijn wegge nomen en langs de muren der galerijen als in een magazijn zijn opgeborgen. Men ziet nau- welks 'n klokje om iemand te roepen en de enkele bellen die er nog zijn, geven geen ge luid. De breede trappen zijn verlaten evenals de gebouwen, waardoor wij soms in onze droo- men met lichte schreden meenen te zweven; de deuren die toegang verleenen tot de Pau selijke vertrekken zijn gesloten en gegrendeld. Wanneer men roept, antwoordt slechts de echo op een toon, waarin men duidelijk de er gernis over deze storing der stilte hoort. Maar men moet niet aanstonds ongeduldig worden. De stokoude slotbewaarder in zijn paars omzoomd livrei, die sedert 60 jaar de alleenhecrscher is in dit slot, heeft uit de ge schiedenis van het conflict tusschen Kerk en Slaat ook geleerd, dat men zich in het leven heclemaal niet behoeft te haasten, want ten slotte komt immers toch de verzoening. En zoo wandelt ook hij op zijn gemak rond met de reuzensleutels die nu, tegelijk met zooveel andere dingen, voor meer moderne werktuigen zullen moeten verdwijnen. De deuren naar de Pauselijke vertrekken gaan open. De zware, muffe lucht is direct vergeten wanneer men de vensters opensluit en het heerlijke panora ma aanschouwt, dat zich voor onze oogen ont rolt; aan de eene zijde zweeft onze blik tot aan de zee over de melancholieke Campagna; aan de andere zijde, ligt rustig en kalm, schitte rend in de heerlijke zuiderzon, met villa s en wijngaarden omkranst, het heerlijke meer van Albano, dat getuige was van de zeeslagen der "keizerlijke schepen en van de weelde der Ro- meinsche landhuizen, die over de rotsige hel lingen van het vulkanisch gebergte verspreid lagenen dat ook in zijne herinneringen besloten houdt de glorierijke tijden der Pausen die in de Middeleeuwen de geheele aarde met haren glans cn haar pracht vervulden. De grootsche figuren van Urbanus VIII en Alexander VII rijzen op en zweven boven de wateren van dit kratermeer met de eeuwen oude gestalten van den Imperator Flavius Domitianus, die, bang, als alle tirannen, bij de zeeslagen zijn schip aan een ander liet binden, zooals Plinius hel ons beschrijft.... Publius Clodius, de verbitterde vijand van Marcus Tullius Cicero en andere, die in deze streek hun prachtige zomerverblijven hadden. Belangwekkend is ook eene episode, die door verschillende geschiedschrijvers vermeld wordt en die betrekking heeft op het ontstaan van 't afvoerkanaal en op den oorlog tusschen Rome en Veji. De oorlog tusschen de beide sleden duurde reeds geruimen tijd en het ein de was nog niet te voorzien, ofschoon zij alle bei vurig naar den vrede verlangden. Toen geschiedde er plotseling iets, wat voor dien tijd onverklaarbaar was. Zonder eenige regen val begon het water in het meer te stijgen en dreigde buiten haar oevers te treden. De Ro meinen zouden gezanten naar Delphi om het orakel te raadplegen, dat bevel gaf om hel water af te voeren naar de Campagna, waar op de oorlog direct en met de overwinning van Rome zou eindigen. De Senaat handelde geheel volgens de uitspraak van het orakel en Veji werd ingenomen. Doch keeren wij van deze herinneringen en nog zoovele andere verhalen, waaraan deze streek zoo overrijk is,' terug naar het tegen woordige. Het ontbreken van iedere inrichting voor ver warming herinnert er ons aan, dat het land goed alleen in den zomer bezocht werd. Wan neer de Pausen zich gevoegelijk aan hun plich ten van het Vaticaansch Hof konden onttrek ken, gaven zij er voorkeur aan om hier een voudig echt landelijk hun vacantie door te brengen. Het leven uit langvervlogen tijden vindt men hier ongerept terug: gedempt licht, geen overtollige weelde-pracht, de vloeren grootendeels met tegels belegd en buiten stond een biljart, die Benedictus XIV (uit het ge slacht der Lambertini's) voor de gasten wenschtc; geen enkele verstrooiing dan de ge zonde wandelingen in de open lucht; geen modern comfort; alles is nog in den stijl van 1869 met zijn petroleumlampen en het vaat werk en potten uit degelijk burgerlijk majo- lika. Men voelt zich werkelijk als de prins, die in het slot doordringt waar Doornroosje ligt te slapen. Een sluimer van 60 jaar heeft alle leven onderbroken, in slaap doen vallen niet door nieuwe dingen vervangen en over het heele kasteel, dat ons zooveel vertelt van het leven der vroegere Pausen, de onvergete lijke verouderde sfeer onzer grootouders uit gegoten. En toch, wat een waardigheid ligt er r.og in deze majestueuse omgeving, die in ze kere mate aan zichzelf overgelaten is, in een klimaat dat geen museum wil zijn en dat niets 'meer is dan eene residentie. De regelmaat is behouden, en het. zwijgen is haar trouwe lotgenoot; de souvereiniteit alom erkend, al deed de lange verlatenheid het p.urper verbleeken. Het appartement is oud geworden van het wachten, doch het wacht met zulk een getrouwheid, dat men geen recht heeft om over haar rimpels te lachen. Er zijn geen Zwitsers in de eerste zaal, die toch hun terrein is, noch op de terrassen, waar zij in oogenblikken van rust op de ba lustrade leunden, waar zij een prachtig uit zicht hadden op het heerlijke meer en zonder moeite, als van een plastisch relief de geogra fie van de eerste mythe van Rome hadden kunnen bestudeeren; deze aarde, waar het Alba, door Ascanius, de zoon van Aeneas ge bouwd, zich verhief; de streek der uitgedoofde vulkanen, waar Jupiter, vanaf den spits van den Monte Covo regeerde, voor wie alle stammen op denzelfden 'dag, een dag van vrede, de bloemen en eerstelingen van de Lente offerden. De Zwitsers zijn er dus niet meer, en kun nen ook niet meer hetzelfde spelletje doen als hunne voorvaderen deze maakten in hun vrije uren met hun hellebaarden omtrekken van hunne voeten in de steenen vloeren. Daar krasten zij dan hun namen en voornamen in, zoodat zij in de herinnering van het nage slacht bleven voortbestaan, want nog heden zijn die namen zeer goed leesbaar. Laten we weer eens voor een oogenblik in onze verbeelding die zaal betreden en naast de vier witte zuilen gaan staan;, die de groote salon in twee helften verdeelen en we zullen den indruk krijgen, dat ze nog nooit vandaar weg geweest zijn. Hetzelfde geldt ook voor de volgende zalen der Palfrenieri der kamerhee- ren en edelgarden, die immers nog dezelfde costuums dragen als vroeger. De troonzaal is heelemaal in orde. De nimbus der souvereini teit is nog niet door de groote vensters, die over het meer in de oneindige verte schouwen, verdwenen. De Troonzetel van Innocentius X staat op zijn plaats onder het rood damasten baldakijn. De kleuren der zijde, evenals de kostbare go belins, die,de vlucht naar Egypte voorstellen, zijn nog ongeschonden. Na het vertrek van Pius IX werd er niets meer veranderd. Het verschil in stijl moet toegeschreven worden aan het feit, dat iedere Paus de decoratie van een of andere zaal volgens eigen smaak of die van zijn tijd liet veranderen. De kunst cn de smaak uit het tijdperk van Pius IX die heelemaal niet op hoog peil ston den, vindt men hier natuurlijk het meest ver tegenwoordigd, daar men juist onder Paus Mastai de laatste restauraties aanbracht, die toentertijd als verfraaiingen golden. Het zou daarom moeilijk worden om vergelijkingen te maken en critiek uit te oefenen op de versie ring der Consistoriezaal die onder Pius IX uitgevoerd werd in een overdadigen over gangsstijl en de biljartzaal, die heelemaal uit gevoerd was in den stijl der 17e eeuw of tus schen de Kardinaalskapel uit den tijd van Clemens XIII en Urbanus VIII die, klein als een moderne kamer, toch door groote mees ters uit het Rijk der kunst verfraaid werden zooals Bernini en Zaccari; zelfs de uiterste hoeken der Loge, van waaruit Zijne Heilig heid de H, Mis gewoonlijk bijwoonde, waren kunstig bepleisterd en beschilderd. Buiten deze kleine kapel draagt alles ver der het stempel van den laasten Paus, die hier vertoefde en dit is vooral te zien in zijn werk en slaapkamer. De eenvoudige met rood leer overtrokken schrijftafel, de pendule, die het uur nog geslagen heeft, waarin Pius IX hier in 1854 het Dogma der Onbevlekte Ontvange nis onderteekendein de aangrenzende slaapkamer het bescheiden koperen ledikant, een getrouwe tweelingbroeder van de leger stede, waarin de groote, zeer beminde, maar nog meer bestreden Paus in de Vaticaansche gevangenschap zijn edele ziel aan den Schep per teruggaftwee met roode stof over trokken bidstoelen, een klein wijwaterbakje en aan het hoofdeinde van het bed een beeldje der Moeder Gods, dat. na de Dogma-verkla ring van 1854 de afbeelding der Onbevlekte werd. Tenslotte staat er tegenover het bed een oude kleerkast; meubelen, zooals men ze in het huisje van een eenvoudig rustend-priester niet bescheidener vinden kon. Nog eenvoudi ger is de toiletkamer ingericht. Een wasch- tafel met marmeren blad, twee waschkommen en kannen en een klein scheerbekken. Men zou het voor profane blikken willen vrijwa ren, wannéér deze overgebleven bewijzen van eenvoud en nederigheid niet tegelijkertijd als voorbeeld en leering konden dienen. De Paus leidde een sober eenvoudig leven, al moest hij ook bij sommige gelegenheden tegenover het volk een koninklijk^ pracht en praal ten toon spreiden, waarvan een oude schilderij eenige voorstelling geeft. Hier isn.l. het oogenblik afgebeeld, waarop de stoet, die den Paus op de korte reis van Rorrie naar Castelgandolfo vergezelde, tusschen de rijen der bewoners uit het stadje, die aan weerszij den van den weg geknield liggen, aankomt. Van het marmeren Vaticaan tot het lande lijk zomerverblijf reed de gouden koets van Zijn Heiligheid en den Kardinaal-Staatssecre taris door de zwijgende Campagna. De eere garde en een gewapende afdeeling gendarmen reden voorop. Zij werden gevolgd door de rijtuigen der Geheim-Kamerheeren en verdere leden der hofhouding; de Pauselijke koets werd geëscorteerd door eeh eere-garde van 12 Zwitsers te voet. De zomervacantie begon dus met dezen plechtigen en prachtigen tocht door de verlaten, koortsverwekkende Romeinsche velden, wier verlatenheid en doodschheid on derbroken werd door de ruines van oude wa terleidingen en het groen van zeldzame pijn- boom-bosschen. Tweemaal werd er gerust; bij de villa Ma- rescolti en Colonna. Zoodra men aan het slot gekomen was, werd alle pracht en praal ter zijde gelegd en dan begon de zomerrust. Dc Paus, de opperpriester van Gods Kerk was nu niets meer dan een witte priester-grijs aard, die evenals ieder gewoon sterveling naar het venster ging, om het blauwe water van het meer onder hem te bewonderen. In zijn lande lijk zomerverblijf, dat meer op een groote dorpspastorie als op een koningsslot gelijkt en dat slechts rijk is aan vensters die heerlijke vergezichten geven, dankte de Opperherder aller volkeren, zooals ieder ander mensch den goeden God voor deze korte, maar onsterfe lijke schoonheid der natuur en keerde dan ne derig als altijd, doch opnieuw gesterkt terug naar den zwaren, verantwoordelijken arbeid aan het visschersgraf bij den 'oever van den Tiber. bad. WIJ GEDOOPTEN!... In onderstaand artikel dat wij ons veroorloven over te nemen uit, het uitmun tende tijdschrift Dux richt de schrijver zdch tot de jeugd. Maar ook zij, die niet meer tot de jeugd mogen worden gerekend, kunnen hun nut doen met de daarin uitge sproken apostolische gedachten. Mocht ik u kunnen winnen voor het apostolaat, voor het zóó heerlijke werk der zielenredding. Mocht ik u eens en voor goed kunnen uitheffen hoven het gewone cn alledaagsche, en kunnen duwen, ja boksen buiten dat kleine enge kringetje, waarin de mensch ook de katholieke jon gen en hot katholieke meisje, zich o! zoo gemakkelijk opsluit. En welk dab enge kringetje is? Dat: waarin we zoo knusjes ons zelf vrienden en lievelingen en troetelkinder- tjes vinden van God, echte Onze-Lieve- HeersbeesCjes. Waarin we ons zoo zalig-veilig voelen in het bewustzijn, als Roomsche jongens of meisjes te hehooren tot de ware, alleen zaligmakende Kerk, en dan de rest wel gelooven. Waarin we in b ovennatuurlij ken niet in natuurlijken maar in bovennatuurlijken zin echte egoisten zijn. Willen we 't kringetje eens trekken bin nen 't welk een egoist leeft'? Een egoist kent maar één baat, en dat is z'n eigen belang; Een egoist kent maar één waarde, en dat i is z'n eigen waarde; Een egoist kent maa réén baat, en dat is z'n eigen baat; Een egoist kent maar één wil, en dat is z'n eigen wil; Een egoist kent maar één liefde, en dat is z'n eigen liefde. Dat egoisme komt voor in 't natuurlijke o ja! maar ook in 't bovennatuurlijke. Wij zoo niet! maar laten wij daarte genover stellen ons bovennatuurlijk al- truisme, onzen zielenijver, die wij vrijelijk zich iaten uitvieren in ons apostolaat. Door welk apostolaat? Vooreerst door het apostolaat van het gebed. Elke mensch' 't is een punt van ons Geloof krijgt voldoende genade, om zijn zaligheid te bewerken, da's waar. Even wel kunnen wij door ons gebed bewerken, dat diezelfde mensch niet enkel genoeg zaam maar overvloedige genade gegeven wordt, en hoeveel gemakkelijker zal hij juist onder invloed van die overvloedige genade tot inkeer komen. En daarom bid den. Zoo roerend smeekte een dier zoeken den: „Gedenkt mij in uw gebeden! Gebeden hebben kracht: zij komen als stralen gegleden door onze nacht. Gebeden zijn gedachten gedrenkt met innigheid gevormd in zuiver zachte ootmoedigheid. Hun mild-bewogeue vrede geneest de eenzame pijn; gedenkt mij in uw gebeden, Opdat ik geheeld moge zijn". Hcnriette Roland Holst. „Verworvenheden". Ken je het Genootschap van het Aposto laat dos Gebeds'? Het vraagt u in een korte „dagelijksehe Morgenopdracht" uw gebeden, werken cn lijden vair den dag op lc dragen aan het Goddelijk Hart voor dc redding der zie len, waarvoor Jcsus zelf zich voortdurend opdraagt in het II. Misoffer. Aldus maken wc héél onzen dag zoo wij „blijven in Christus" door het bovennatuurlijk, het goddelijk leven der heiligmakende genade tot één groot gêböd cn wel ecu aposto lisch gebed, een gebed voor de bekeering der -menschcir. Dit is de eerste en noodza kelijke, graad van dit genootschap. Dc tweede graad bestaat hierin, dat wij voor hot bekecringswerk ook Maria's hulp afbidden en daarvoor clkon dag een Tien tje willen bidden. Dc derde graad is deze: dat we maandelijks, wekelijks of zelfs da gelijks de H. Communie willen ontvangen bij wijze van eerherstel, om do beleedi- gingen God aangedaan weg te nemen en zóó onze Morgenopdracht God welgevalli- gcr te maken. Zou je je niet willen aansluiten bij dezen wereldbond van gebeden cn zielenijver? Vervolgens door het apostolaat van hel offer. Door met gelatenheid, ja niet graagte te aanvaarden wat ons aan lichamelijk en geestelijk lijden, wat ons aan miserietjes en ellendigheid en vervelende dingen door Gods Voorzienigheid mocht worden aange boden, en dat omwille der zielen. Door en dat ook weer omwille van de zielen ons vrijwillige akten van versterving en zelfverloochening op te leggen. Och! Mochten we de apostolische kracht van het offer toch steeds beter gaan be seffen Wanneer de priester in het H. Misoffer de onbloedige hernieuwing van het Kruisoffer het brood en den wijn offert, die straks veranderen zullen in het Lichaam en Bloed van Christus zelf, dan is dat: pro nostra et totius mundi salute, voor ons heil en voor het heil van geheel de wereld. Welnu: Christus op het Kruis geheven tusschen hemel en aarde, tusschen" den va der en de menschheid, dat is de beste en heerlijkste vorm van apostolaat, want het is het apostolaat van het offer. En Christus na de Consecratie door priester hand geheven tuschen hemel en aarde, dat is wederom de beste en heerlijkste vorm van apostolaat, want het is het apos tolaat van het offer. Laten ook wij dit apostolaat oefenen. Christus gestorven op het kruis, nog al tijd stervend op 't altaarvoor die zie len: wij zullen ons met dat kruisoffer ver eenigen, door ons te vereenigen met het Misoffer, .waarbij wij ons aanbieden aan den vader om door lijden en zelfverlooche ning op geestelijke wijze te sterven voor de zielen. Ten slotte door het apostolaat van de daad. Allereerst door het goede voorbeeld. De groote vijand en de sta-in-den-vveg van het apostolaat is de Katholiek, die in de prak tijk van het leven een wandelende ontken ning is van zijn Katholieke beginselen. Hoeveel apostolische aantrekkingskracht gaat er daarentegen uit va-n een beginsel vaste, daadwerkelijke en volop Katholieke levenspraktijk. En dan verdei-, waar de kans zich voor doet: welnu! daar de handen uit de mou wen. Zit toch niet te suffen! Maar werk mee metterdaad op wat manier dan ook aan den uitgroei van Christus' Rijk in de zielen. De wereld der zielen: die is het, welke 1 onze belangstelling vraagt en eenig en al leen onze volle belangstelling verdient. Kom!, laat u dus inlijven in het aposte len-leger, op ter ziele verovering: Wij willen het rijk van den hemel verbreiden de wereld wijd. Aan Jesus de volken verbinden: aan U, die er Koning van zijt. In Jesus Koningsharto woedt een laaiende liefdebrand: een vuur, dat uit zal breken tot 's werelds verste strand! J. Diebcn SJ. Bondslied van het Apostolaat des Gebeds G. VAN GESTEL S.J. ^IllillllllllllllllillilllllllillllllllllllllllllflIIIIU WETENSWAARDIG miiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiir DE TROUWRING. Van alle kostbare sieraden moet voor de vrouw niets zoo dierbaar en vol waarde zijn als de eenvoudige gladde trouwring. Alleen in Duitschland, vooral in het Noorden en in Nederland, is het de gewoonte van oudsher, dat een verloofd paar reeds een trouwring draagt, terwijl die in andere landen eerst bij het sluiten van het huwelijk gewisseld wordt. In Frankrijk, Engeland, Italië en Amerika, ontvangt het meisje van haar uitverkorene op haar verlovingsdag een anderen ring, die óf ■kostbaar is als juweel, óf waarde heeft door familieherinneringen, welke er aan verbonden zijn, óf glad en eenvoudig als een trouwring. Dezen ring draagt dan de verloofde tot den dag van het huwelijk, waarop haar de glad de trouwring aan den vinger gestoken werd. De R.K. Kerk heeft het gebruik van het wisselen der ringen, dat reeds vóóT haar tijd bij huwelijksplechtigheden een gewichtige rol speelde, overgeifomen. Vroeger was die ring van ijzer. Tertullianus verhaalt, dat men eerst later den gouden ring gebruikte, waarin niet zelden een wensch gegraveerd werd. Derge lijke inscripties luidden: ,,Ik breng u geluk!" „Denk aan mijl" „Leef lang!" Het is niet onwaarschijnlijk, dat sommige later gevonden en van geel koper vervaar digde ringen, waaraan een sleuteltje hing, eveneens trouwringen waren; daaraan zou dan de betcekenis verbonden zijn, dat de man zijn uitverkorene met den trouwring te vens de sleutels van 't huis overgaf. Bij Pho- tius zegt Thersilius tot zijn jonge vrouw: „Vroeger gaf ik u den ring van ons ver bond; nu geef ik u dien der waakzaamheid welke u zal helpen, het huis naar behooren te bewaken". De ring, dien in het heidensche tijdperk de bruidegom aan de bruid gaf, moet als een amulet tegen tooverij gegolden hebben. Vol gens andere mededeelingen zou hij het teeken der onderdanigheid geweest zijn; zoodat de bruidegom wat alleen deze schonk den ring daarmede zijn bruid te kennen gaf, dat zij hem voortaan onderworpen was en hem had te gehoorzamen en te dienen. In ieder geval was het later de invloed van het Christendom, die het geven van den ver lovingsring, louter om de onderwerping der vrouw aan te duiden, afschafte en het wisse len der ringen invoerde als teeken, dat beide partijen gebonden waren. De Ilebreeuwschen droegen den ring aan de rechter-, de Romeinen aan de linkerhand. De vorm van den trouwring heeft vroeger vaak veranderingen ondergaan. Van twaalf tot zestien honderd bestaat hij dikwijls uit twee ineengestrengelde handen, welke den in- r.igen huwelijksband symbolisecren; of uit twee boomstammen, die stamboomen der bei de families voorstellen, waaruit de echtelie den zijn gesproten. ONVEILIGE GL OEI l.AM PH OUDERS. Drie doodeli>ke ongevallen in 3 weken *ijds. De electrotechnisch-adviseur bij de Arbeids inspectie deelt het volgende mede: Een reeks van niet minder dan drie doo- delijke ongevallen met lamphouders (lamp- fittingen) in een tijdsverloop van slechts drie weken noopt mij, een beroep te doen op de gastvrijheid van de pers, teneinde weer eens en nu in ruimer lering dan jaarlijks doormid del van het Centraal Verslag der Arbeidsin spectie mogelijk is, de aandacht te vestigen op het zeer ernstige gevaar, dat de nog alge meen gebruikelijke dampfittingen, met name die van het Edison- of schroeftype, kunnen opleveren. De hier bedoelde ongevallen zijn door niets anders veroorzaakt dan doordat de getroffe nen met den vinger in aanraking komen met dat onbeschermde, d.w.z. buiten den lamp houder uitstekende gedeelte van den lamp voet. Weliswaar behoort dit gedeelte aan aan raking volledig onttrokken te zijn, doch de porseleinen z.g. „beschermings"-ring is daar toe meestal veel te kort. Gebrekkige constructie. Bovendien is de porseleinen ring gemakke lijk breekbaar en dit gevoegd bij de ook ove rigens zeer gebrekkige constructie van deze lampfittingen met haar vele koperen onder- dcelen-, welke door het gebruik herhaaldelijk loswerken en dan gedeeltelijk blijven hangen aan de aangesloten leiding en gedeeltelijk val len en verloren gaan, maakt dat een goed opmerker herhaaldelijk tal van defecte lamp fittingen zal aantreffen, welke uitwendig on der spanning staande deelen bezitten. Het is dan ook niet te verwonderen, dat met deze lampfittingen, welke van den aan vang der invoering der electrische verlichting af vrijwel onveranderd gebleven zijn, elk jaar tal van doodelijke ongevallen gebeuren, niet alleen in ons land, maar ook elders. Het aantal ondeugdelijke schroeffittingen, dat zich voortdurend binnen het bereik van jong en oud bevindt, loopt in de millioenen. Van deze worden er dagelijks vele duizenden in de hand genomen, zonder dat de betrokke nen zich daarbij van de mogelijkheid van ook maar het geringste gevaar bewust zijn. Prac- tisch gesproken, voldoet echter op dit oogen blik geen enkele dier fittingen aan de voor veilig gebruik zoo hoog noodig te stellen eischen. Wie zich dit realiseert, zal zich niet ver bazen, dat' bij tijden zelfs in een klein land als het onze, ernstige en doodelijke ongeval len met lampfittingen aan de orde van den dag zijn. Het gevaar in vochtige omgeving, Zeker, de omstandigheden spelen bij de bierbedoelde ongevallen een groote rol. Be kend is, dat in een vochtige omgeving het ge vaar van den electrischen stroom in aanzien lijk verhoogde mate aanwezig is. Maar ook andere factoren zijn daarop van invloed, en niet ieder is in staat deze te beoordeelen. Een omgeving kan uit meer of minder goed geleidend materiaal bestaan, of er kunnen zich goed geaarde deelen in de nabijheid be vinden, waarmede men in aanraking is of kan komen. Men kan niet verlangen, dat men zich van al dergelijke, soms wisselende omstan digheden voortdurend rekenschap geeft. Bo vendien wordt hetzelfde type lamphouder nu eens hier en dan weer daar gebruikt; in het eene geval zal een aanraking van den lamp voet geen voelbaren stroomovergang veroor zaken, terwijl in het andere geval, zoo het noodlot wil, de man, de vrouw of het kind bij de eerste aanraking op de plaats zelf leven loos ineenzinkt. Hoe vreemd het zeker ook in de ooren zal klinken, er bestaat in de electrotechniek geen gebruikstoestel dat zoo slecht is samenge steld en zulk een ernstig gevaar oplevert als de algemeen gebruikelijke metalen lampfit tingen, en tóch is er waarschijnlijk geen enkel ander gebruikstoestel, dat meer in de han den van leeken komt dan juist dit. De in den aanvang van dit opstel vermelde ongevallen staan, zooals wel begrepen zal zijn, geenszins op zich zelf. Slechts frappeert het, dat er in zoo'n korten lijd door zulke eenvoudige toestellen drie dooden te betreu ren zijn, terwijl dergelijke ongevallen in hel geheel niet behoeven voor te komen. Er zijn verschillende soorten bakelieten lampfittingen in den handel, waarmee onge vallen practisch uitgesloten zijn. Deze lamp- fittingen zijn: 1. geheel uit een stuk en duurzaam isolatie materiaal vervaardigd, n.l, bakeliet, en kun nen zelf uitwendig dus nimmer onder spanning komen; 2. van zoodanige afmetigen, dat geen en kel metalen deel van den voet der gloeilamp kan. worden 'aangeraakt, onverschillig of het een kleine of groote lamp is; 3. geheel uit één stuk vervaardigd, zoodal geen deelen van de lampfitting kunnen wor den verwijderd en dus ook niet verloren kun nen gaan, of, de lampfittingen zijn wel uit twee deelen gemaakt, maar bij verwijdering van den mantel, welke als bescherming van den lampvoet dient, wordt de lampfitting on bruikbaar. Voorschriften in het Veiligheidsbesluit In het in bewerking zijnde Veiligheidsbe sluit zal naar alle waarschijnlijkheid dan ook het gebruik van bakelieten veiligheidsfittingen voor fabrieken, werkplaatsen en landbouwbe drijven worden voorgeschreven, waardoor al daar op den duur het gebruik der gewone on veilige koperen fittingen moet ophouden. Het spreekt echter van zelf, dat bij feiten als hiervoren vermeld, hel ook zonder dergelijke voorschriften nu reeds plicht is, zooveel mo gelijk de algemeene toepassing der bakeiieten veiligheidsfitlingen te bevorderen, en wel door bij nieuwe installaties alleen, en bii cude installaties geleidelijk, deze te gebrui ken en de bestaande koperen fittingen te vervangen. Ook voor huisinstallaties zal zulks ernstig aanbeveling verdienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 14