Iveukeraeheïmen Het is het groote voordeel van een complet, dat men het zoo gemakkelijk van huisjapon kan transformeeren tol kleeding voor de straat. Men heeft slechts een mantel aan tc trekken en men is klaar om de deur uit te gaan; men kan hem desgcwenscht elders, op visite, opnieuw aan den kupstok han gen, om in een volkomen „fashionable" robe, onder de andere gasten tc ver schijnen. Ons model is van donker groene fiuweel, voor wat betreft den mantel en den rok, terwijl de tuniek van zil- verlamec is met goud en groen dessin. De mantel is gegarneerd met grijs astrakanbont; men lette op hoe aardig hel staal, dat dit bont overal een paar centimeters van den zoom af gehouden is. Dc tuniek heeft srooken plisee over vrijwel het de geheele lengte van het midden van hel voorpand, l>cncvens in de zijden van het ondergedeelte. Het aardige van een dergelijke japon is, c'at men de lange tuniek zoo nu en dan eens kan vervangen door een zijden tiicotblouse. No. 437. Bruine crepe Javanais diende als stof voor dit elegante model, waarvan de voornaamste bijzonderheid een uit twee strooken bestaande rok dadelijk in het oog springt. De onder ste en langste dezer strooken bestaat weer uit vier paneelen, eigenlijk zeer breed uitloopende godets die den rok in een groot aantal plooien doet vallen. De strooken zijn van achteren eenigszins langer dan van voren en de zoomen zijn omboord met bruine flu weel. Van het zelfde bruine fluweel zien we geschulpte strookjes over de mouwen en langs den zoom der hals opening. De ceintuur heeft een gesp van bruine galalith No. 438. Dit model is gemaakt van zwarte crepe de chine met een toevoeging van beige voor de voering van de kleine cape, die de schouders en l bovendeel der armen bedekt, en dc gedrapeer de strooken van den rok. De dwarse plooitjes in het midden der taille, is een veel gezien motief om den over gang van het plat gehouden voorpand naar den met ruimte voorzienen rug tc bewerkstelligen. Aan de cape is een iets ruimere smalle strook gezet, die in het midden tot een dasje is samen gevat. De binnenkant van dit dasje en de ondereinden der mouwen zijn met een beige zijden broderie versierd. Het mderste gedeelte van den rok valt door invoeging van een groot aantal godets in smalle lange plooien: over den aanzet valt een puntig toeloopen- de volant. No. 439. Ook dit laatste model is van zwarte crepe de chine, doch voor de gar- neerende stof is geen beige maar wit genomen. Het ondergedeelte-der mou wen bestaat uit een aantal over elkaar vallende dwarse strooken, die beëin digd worden door een witte manchette. De voorkant der japon kenmerkt zich door twee groote paneelen; één in het li fje en één in den rok. Dc eerste heeft weder een wit binnenpnneel met een zwart omboorde split. Men houde er rekening mee, dat het achterpand van den rok-iets lager valt dan het voor pand. MODE-PRAATJE Lange jacquetlcs en blouses tol aan dc taille in den rok gedragen, zijn ka rakteristiek voor de nieuwe lijn in dc m« dc, welke dc taille absoluut accen tueert. De smalle, lederen ceintuur om de taille wordt veel gedragen. De rokken zijn beslist lunger, vooral die der avondtoiletten getuigen \an een groote verandering te dien opzichte. Veel ruimte, losse strooken, volants en ''lokken kenmerken de laatste model len. De gekleurde shawls zijn bijna uitsluitend vierkant van \orm. Alleen bij de sporlcostuums zien we nog de écharpes van geruite kasha. De modellen der hoeden omsluiten het contour van het hoofd geheel, het profiel echter goed vrijlatend, om een lokje of grillig krulletje op he voor hoofd goed uit te doen komen. Nog veel hoeden zieh we met opge slagen rand van voren, veel tinten -roe blauw, reebruin en donkerbruin. Dc lichtere tinten krijgen gaandeweg weer de overhand, vooral nu het voor- inarsseizoen snel nadert. Vele tinten licht-groen en bleu zullen en vogue zijn, daarnaast rose en gecJ, met vele JAPON No. 442. Een donkergroene crêpe faille is het materiaal voor deze aardige japon, waar aan eenige witte crêpe georgette toegevoegd is voor het gedeelte rondom de halsopening. Deze laatste is tw\:e- dcelig, doordat ecu dubbel kraagje tegen den binnenkant van de japon bevestigd is. De witte strook, die over dit kraagje valt, is bij gedeelten ge pikeerd. Dergelijke ;iarlic pi cc- groepen herhalen zich over de heek- japon: aan dc mouwen, d< strook, die als een kleine cape op den rug hangt, en eindelijk nog aan de godels van den rok. Dc rok is van achteren iets langer dan van voren. JAPON No. 443. Deze japon is kennelijk or den na middag ontworpen. De draperie in den i U rn op de linker heup wijzen daar op. Op Je horst en in de mouwen zien we smalle strookjes lusschen de stof .-vt egd: dat is beige crêpe dc chine. Deze strookjes zetten zich later voort Is los hangende stukken, die den vorm van den heerendas hebben en gevoerd zijn inet roodbruine crêpe de chine. Zooals nog juist uit de teekening tc /ien is, ontwikkelt zich de drapeering in de rechterzijde van den rok uit den breed en, eenigszins gcplooidcn heup- hand Dc .t< f voor dit model is een zwarte crêpe satin met beige en rood bruine stippen. Hel werd onlangs aan dc Rivier.i gezien en is afkomstig van een der bekendste Parijsche mode huizen. TWEE KINDERMANTELS. No. 444. Het eerste dezer twee modelletjes, die bilden voor meisjes van drie i vier jaar bestemd zijn, is van een beige kasha. Het is van voren op een viertal galalithknoopcn tot aan den hals ge sloten en eindigt hier in een smal staand kraagje. Dc teekening laat zien, hoe de achterkant verdeeld is door een laag reikend schouderstuk, en een be neden gedeelte* dat in het midden door een vijftal plisee's verruimd is. Waar deze plisee's in het schouderstuk grij pen, zien wc in dc uilschulpingcn vijf galalithknoopcn. De mouwen zijn van onderen met een eenvoudige broderie van rechte steken versierd. No. 445. Een manteltje, ongeveer gelijk aan het voorgaande, maar gemaakt van bois de rose fluweel. De rug is glud cti zonder eenige gurneering. Hel voor pand eveneens, maar heeft ven ver siering van soutache in dezelfde kleur als het fluweel op de piauU waar men een zakje zou verwachten, welke gar- nvering zich herhaalt op dc mouwen. Het staand kraagje is van voren voor zien van een strookje hermelijn immi- talie, waarvan dc staarten op de borst vallen. Deze hermelijn maakt, dat bij voorkeur een wil hoedje bij hel man telt je gedragen moet worden. DRIE MIDDAGJAPONNEN. HET GELUK. In de dagelijkschc beslommeringen van het leven komt het geluk soms leelijk in het gedrang. We hebben aan zooveel dingen tc denken, we worden zoo zeer in beslag genomen door min of meer belangrijke dingen, dat de ge dachte zelfs aan geluk ^ps een idee uit e' sprookje schijnt. Geluk geluk we hebben er allen wel van gedroomd, ons een won dere voorstelling ervan gevormd en velen hebben er niet slechts van ge droomd, neen, we hebben het allemaal wel eens ondervonden, zelf persoonlijk beleefd. Ieder onzer is toch minstens wel eens een uur gelukkig geweest, één uur in heel zijn leven van geluk. Ach. maar dat het niet zoo blijven kort, dat het geluksgevoel niet voort kön duren Kan het werkelijk niet voortduren, is er in deze harde wereld geen plaats voor blijvend geluk? Wie er niet aan gelooven wil, zal er nooit de vreugde van ondervinden. Een altijd blijvend geluksgevoèl is voor ons grillige, wispelturige men- schen-van-stemming, ondenkbaar en welhaast onmogelijk. Maar met een beetje goeden wil kan men het geluk in de kleinste nietig heid vinden. Geluk, hel groote, over weldigende geluk is niet iets wat ons iederen dag blijft bezielen, wanneer we ors geen moeite geven het levendig en fnsch te houden. Geluk is een toeval, een buitenkansje, geluk moet een levenssfeer zijn en kan dat blijven heel ons verdere leven door. Als we er ons best maar voor doen het geluk niet te kwetsen, want hel is als een jong ne-sje: lichtgeraakt en overgevoelig. Het wordt zoo vaak over het hoofd gezien, dat het streven naar geluk een negatieve bezigheid is. Het geluk ligt in Uw bereik; ge behoeft er niet de wereld voor rond te trek'-en. In ieder's Dereik ligt het geluk, al zal het voor ieder van ons een anderen vorm heb- Den. Zoek het niet in een ideaal of een dee fixe, ga ook niet vergelijken met het geluk van Uw buurman. Wat voor hem goed is, zou U misschien schade doen. Tevredenheid is de meest nabij komende uiting van geluk. Wie tevre den is zal in de kleinste nietigheid aan- lcding vinden gelukkig te zijn. IRIS. MODERNE HANDTASCHJES. De handtaschjes vormen den laatsten tijd veelal een garnituur met de shawl, dc ceintuur en de handschoenen, pas send bij den mantel of het complet, waarbij het gedragen wordt. De tasschen hebben bijna allen een llinke groote overslag, zonder sluiting. Het model leent zich uitstekend om gemakkelijk onder den arm te dragen Sommige zijn van een moderne gestreepte of geruite stof, zijn afge werkt met leer en hebben voor dc slui ting een leeren knoop met knoopsgat. Weer anderen zijn gemaakt van aan elkaar genaaide stukjes vilt in harde en sprekende kleuren en voorzien van de bekende, Amerikaansche sluiting Deze sluiting wordt zeer veel toege past, niet alleen bij de damestaschjes doch ook bij dc sportkleeding, zo^als bij de pull-overs voor de halssluiting. Zoo'n sluiting is zeer practisch, daar we dit artikel in groote zaken per meter kunnen koopen. Bij tweed-costuums zien we dikwijls tasschen van dezelfde stof, een zeer gedistingeerd geheel vormend. ANGèLE. COMPLET No. 441. variaties en nuance erin gen. Zeer fijne, kostbare stoffen worden Gebruikt voor mantels en japonnen. Het voorjaar zal in luxe de af geloop en scizoens nog overtreffen. En alles wordt door onzen verfijnden smaak Geaccepteerd alsof 't dc doodgewoonste zaak ter wereld is! Dc mode der laatste jaren heeft ons zoo verwend, dat al die luxe ons niet meer frappeert en wc het rustig aan vaarden, dat dc dc mode grillig en overdadig is. En hoe is 't met onze haarmode? Vanzelf sprekend i< het. dat bij de mode der langere toiletten, met gol vende strooken en volants-garneering Hen gladgeplakten jongen kop past We dragen dus hel haar niet meer sluik en Glad. maar krullend en -lager in den hals. BEA. WEENSCH GEBAK. 2' j pond bloem 30 gram K'st een theelepel zout ons boterv melk. Meng gist en suiker door elkaar tot zc opgelost zijn, onder toevoeging van een weinig warme melk. Kneedt dc boter door het vooraf met zout ver mengde meel, maak een kuil in het midden en giet daar de opgeloste gist en nog wal warme melk in. Kneden tot hel meel niet meer aan de handen kleeft. Onderste boven keeren cn^door midden snijden, bedekken met een warme doek en twee uur laten rijzen op een warme plaats. Maak er met vprmpjes of met de hand allerlei fan tasiefiguren van en bestrijk deze inct melk en suiker. Daarna in 't heetst ge deelte van den oven goud bruin bakken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 15