ZATERDAG 22 FEBRUARI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
De meest populaire burgemeester
in Nederland
Bij het koperen ambtsjubi
leum van Mr. van Lanschot
Zaterdag 22 Maart a.s. hoopt de burge
meester van 's-Hertogenbosch,Mr. F. J.
van Lanschot, zijn koperen ambtsjubiloum
te herdenken.
Mr. F. J. van Lanschot werd geboren
16 September 1875 te 's-Hcrtogenboseh,
van welke plaats zijn vader toen burge
meester was. Zijn gymnasiale studies
maakte hij op het Wil ebrordus-college
der Paters Jezuieten te Katwijk aan den
Rijn, waarna hij aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht in de rechten ging studeeren.
Na zijn promotie werd hij aangesteld
bij het Kantongerecht in zijn geboorte
stad als griffier, waar hij op 31 Augustus
1003 in het huwelijk trad met Jonkvr. M.
van Meeuwen, dochter van den President
van de Bossche Rechtbank.
22 Maart 1917 werd Mr. van Lanschot
bij K. B. als opvolger van Jhr. van der
Does de Willebois benoemd tot burge
meester van 's-Hertogenbosch, in welke
hoedanigheid hij 12 October 1917 plechtig
geïnstalleerd werd. Hierbij sprak de oud
ste wethouder Jos. van de Ven o.a. als
volgt: „Vele zijn de zorgen en groot is
de verantwoordelijkheid verbonden aan
het ambt van burgemeester eener aan
zienlijke gemeente als Den Bosch en
vooral in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden worden aan den burgemeester
zware eisohen gesteld. Bovendien staan
wij voor de uitvoering van gewichtige
besluiten, die van grooten invloed zijn op
de welvaart onzer gemeente. Ik behoef
slechts te wijzen op de verschillende plan
nen tot uitbreiding der stad, die eene
krachtige medewerking van het hoofd der
gemeente zullen vragen. Uw taak is ook
daarom niet licht te schatten, omdat u
geroepen zijt de plaats in te nemen van
uw hoogst verdienstelijken voorganger Jhr.
Van der Does de Willebois, die bij zijn
heengaan, in hoedanigheid van Voorzitter
van dezen Raad werd gekwalificeerd als
een leider van hoogere orde en die, zoo
als gebleken is, als burgemeester, zich
een buitengewone achting en sympathie
verworven had onder alle rangen en
standen der bevolking. U, mijnheer de
burgemeester, zijt ons echter geen vreem
deling. Wij kennen u reeds lang als lid
van dezen Raad. Wij'hebben uwe werk
kracht leeren kennen, alsmede uwen ijver
en toewijding voor de belangen van utfr
geboortestad, en hierin ligt voor ons de
reden, dat wij met vertrouwen de beste
verwachtingen van nw burgemeesterschap
mogen koesteren."
Mr. van Lanschot beantwoordde met
welgekozen woorden deze begroeting o.a.
als volgt: „Wat mijn bestuur aan onze
stad brengen zal, is niet te zeggen. Wel
weet ik, dat ik haar breng goe.len wil
en goede courage. Goeden wil cm in alles
en onder alle omstandigheden eerlijk mijn
plicht te doen. Goede courage om de moei
lijkheden en tegenslagen die ook mij niet
bespaard zullen blijven manmoedig te dra
gen vol vertrouwen in de toekomst onzer
stad. Het zal mijn grootse voldoening zijn,
indien men later van 's-Hertogenbosch
sprekende zal kunnen zeggen: „ziet, wat
goede courage vermag"."
Onder het bewind van Mr. van Lan
schot zijn vele groute werken tot stand
gekomen. Wij noemen hiervan o.a. de ge-
heele nieuwe arbeidersbuurt „Dc Muntei",
de uitbreiding van de academie voor
beeldende kunsten tot technische school,
de gemeente radio-distributie, enz. Ook
ijvert Mr. van Lanschot steeds om zijn
geboorte-stad in wijden kring bekend te
maken. Zoo ontving hij, na een korte rede
voor de radio, 1200 niet-Bossche lan.lge-
nooten, die hij zelf rondleidde en voor de
bezienswaardigheden van de stad wist te
interesseeren. Ook richtte hg de veelbe
roemde Bossche Raadskelder op, welk
voort/eeld thans door verschillende steden
wordt gevolgd. Voor den bouw van een
nieuwe veemarkt ging de burgemeester
met de raadsleden naar Leer in Duitsoh-
land om er de beroemde veemarkt te
bezichtigen. De nieuwe veemarkt, welke
thans reeds half gereed is en vermoe
delijk in April van het volgend jaar in
gebruik zal worden genomen, biedt plaats
voor 2500 koeien en vele varkens.
Melden wij ten slotte nog oen en ander
van zijn particulier leven.. Zijn gezin telt
acht kinderen, 's Zomers houdt de bur-
gervaér geregeld verblijf op zijn kasteel
„Zwijnsbergen"" te Helvoirt, welke buiten
plaats in Juni 1914 door hem werd aan
gekocht. Hij is een uitstekend beoefenaar
van de sport: zwemmen en fietsen zijn z'n
grootste liefhebberijen. Voorts is de a.s.
jubilaris zeer kunstlievend aangelegd, heb
geen meermalen bot uiting kwam. Zelf is
hij een goed violist. Het zal Mr. Lanschot,
die bij zijn stadgenooten zeer bemind en
uiterst populair is, bij zijn jubileum zeker
wel niet aan belangstelling ontbreken.
DE ONWRIKBARE
MIDDENSTAND
De sociaal-democraten doen altijd net,
alsof hun denkbeelden spiksplinternieuw
zijn.
Zoo propageeren zij als eigen uitvinding
de erfpaohtsuitgifte van gronden, opdat
toch maar de gemeenschop den eigendom
dier gronden behoude.
Oud nieuws. Al meer dan een menschen-
leeftijd geleden werd dat erfpachtsysteem
toegepast in Den Haag, hoewel het con
servatisme daar het langst heeft getierd.
Een ander rood stokpaardje: overheids-
exploitatie. Maar de Haagsche waterleiding,
dateerend uit de vorige eeuw, is nooit an
ders dan overheidsbedrijf geweest.
Dit zijn nu maar een paar staaltjes, wel
ke mij uit mijn vaderstad te binnen schie
ten, doch ik maak me sterk, dat .zulke
voorbeelden omtrent het oud-zijn van zgn.
nieuwe denkbeelden bij de vleet te vinden
moeten wezen.
Uit een van die quasie-moderne denk
beelden spruit voort de strijd
tegen den middenstand,
welke bij de bespreking van de Leidsche
Gemeentebegrooting zóó sterk door mr
Van Eek werd gepropageerd, dat de heer
Bergers uitriep: „Ge wilt zeker met mid
denstanders de Zuiderzee dempen".
Van zulke moorddadige plannen ten aan
zien der winkeliers want tegen dezen
gaat het feitelijk ben ik in mijn jonge
lingsjaren ook al getuige geweest, zij 't
dan dat men hen toen elders wilde brengrn
dan naar het meer Flevo, dat pas later do
aandacht der Lelv-aarts zou trekken.
In dien tijd werden n.l. de verkiezingen
voor den Huagsehen Gemeenteraad jaren
lang beheersoht door de vraag: „Voor cf
tegen" Eigen Hulp?" Een candidaal, die ten
deze vóór bleek, kreeg geen enkele steun
uit de kringen van den handeldrijvende-I
middenstand, wie tegen was geen steun van
ambtenaren en gepensionneerden, uit wier
gelederen voornamelijk de ijveranrs wed
den gerecruteerd voor Eigen Hulp", zijnde
dat een coöperatieve inkoops- en verbruik*-
vereeniging, zooals we er tegenwoordig
meerdere kennen.
Die strijd was heuscb fel, verbrak zelfs
de politieke scheidsmuren, zóó verwoed
werd van weerskanten Beargumenteerd
hoewel er bij „Eigen Hulp" van geen so-
ciaal-democratischen invloed sprake was.
Tegenwoordig evenwel speelt „Eigen
Hulp" in de Residentie geen rol meer bg
de stembus, hoewel deze winkelvereeniginp
nog altijd bestaat en zelfs meerdere zusjes
heeft gekregen, meerendeels ontsproten u»t
de arbeiderskringen: „De Volharding", „De
Hoop", „De Arbeid" enz.
Of dit soms komt, doordien de midden
stand het onderspit heeft gedolven? Een
schaterlach is natuurlijk het antwoord op
zoo'n onnoozele vraag.
Een andere aanval, sinds lang tegen den
middenstand gericht, is vervat in de leuze:
„Van producent naar consu-
ment",
met uitschakeling dus van den tu9schen-
handel, wat eigenlijk ook de coöperatieve
vereenigingen beoogen.
In 't klein gaat dat allemaal wel.
Zoolang een coöperatie nog zóó weinig
omvang heeft, dat de ijveraars in hun vrijen
tijd of tegen een geringe vergoeding bet
beheer kunnen voeren, och, dan kan de
ondernemerswinst nog wel worden uitge
spaard. Zoodra de zaak evenwol groober
wordt, moet er goed bezoldigde bedrijft
leiding wezen en stijgen de tantièmes voor
het bestuur, dat immers ook veel werk te
verrichten heeft en in ieder geval zijn werk
gewichtig genoeg vindt voor een behoorlijk
winstaandeel. Is 'fc eenmaal zoover, dan
heeft de middenstand van zoo'n instelling
ook niets meer te duchten dan van een ge
wonen concurrent.
Met de toepassing van bovenstaande
leuze gaat 't juist eender. Indien ik pre
cies weet wat ik hebben moet een merk
sigaren b.v. of een vaststaand model kof
fer dan kan ik me wel tot den fabrikant
wenden zonder vrees voor een tegenvil-
ler gesteld dat de fabrikant zijn eigen
lijke afnemers, de winkeliers, wil ondermij
nen, met welk voorbehoud ik een andere
zijde der quaebtie aanroer.
De felle Van-producert-tot-consumenter
valt nu natuurlijk uit: die tusschenhandel
moet juist weg!
Hoe naïef!
Ijverige meneer, veronderstel, dat u
een paar schoenen moet hebben, of e?n
hoed, of een das, zult u dan beslist naar uw
zin klaar komen door eenvoudig aan den
fabrikant te schrijven? Al stuurt u nog
zoo'n nauwkeurige opgave van maat, model
en kleur, de schoenen kunnen toch wol
„niet lekker" zitten, de hoed „eigenlijk
niet best" passen, de das vloeken bij de
tint van uw pak.
En nu noemde ik nog maar een paar
heel eenvoudige artikelen, maar we heb
ben gestadig tientallen voorwerpen van den
meest uiteenloopenden aard noodig ge
zwegen nog van de speciale eischcn, welke
dames weer stellen, soms ten minste.
Wie naar wensch wil slagen, moet
ruime keus hebben,
welke slechts de veelgesmade tusschenper-
soon u kan verschaffen. Bij den schocnhan-
delaar kunt ge net zoolang passen als ge
wilt; in den hoedenwinkel een model vin
den dat juist aansluit bij uw niet precies
ovaal hoofd; uit een dassencollectie kunt
u een exemplaar zoeken, dat ook uw ocht-
genoote mooi vindt; in het meubelmagazi|n
kunt u alles overhoop laten halen en dan
nog weggaan met de bemerking „niet te
kunnen vinden wat ge wenscht" of „nog wel
eens terug te zulten komen", wat eigenlijk
hetzelfde beteekent.
Indien de consument ook zoo lastig zou
willen zijn ten aanzien van den producent,
wat 'n geschrijf en gewrijf, wat 'n heen en
weer zenden, wat 'n gereis vaak zou dat ge
ven. Bepaald zenuwschokken! zou dan 't
inkoopen worden, terwijl nu alles vlot van
stapel kan loopen, dank zij den winkelier,
die te uwen gerieve er groote voorraden op
na houdt, de daaraan verbonJen ri«;eo
draagt en.gepantserd is tegen uw veel-
eiscbendheid.
Is dat allemaal waar of niet?
Maar dan zeg ik: voor wat, hoort wat.
Als de winkelier het u zoo gerieflijk maakt
nioogt gij hem de vergoeding voor zijn
moeite niet misgunnen, want het valt
heusch niet mee, ia het occonomisch le
ven ala
schokbreker
te moeten fungeeren. Zoo bij mezelf heb :k
de winkeliers wel eens verge'cken bij de
buffers van een trein. Zonder dc/o voeren
de tusschenvoorwerpen zou 't reizen heol
onplci/.ierig wezen. Do machinist zou geen
vaart kunnen minderen zonder dnt de pas
sagiers door elkaar werden geslingerd of
minstens tegen het beschot bonsdon. Dank
zij de buffers, die alle schokken geduldig
neutraliseren, reist men rustig. En zoo is
ook de functie van den winkelstand bij de
verbinding tusschen producent en consu
ment.
Toch blijft men in sommige kringen den
winkelier het bestaan misgunnen, behalve
't bovenstaande buiterdien over 't hoofd
ziende, dat lang niet ieder in de wieg is
gelegd om een goed lid van den lundel-
drijvenden midder stand te wordt n. Ook
hiervoor zijn speciale gaven noodig: han-
de'sjeest, goeden kijk op de eisrhen van het
publiek, juist inzicht omtrent den wisse
lenden tijdgeest, durf en soms een onuit
puttelijk geduld, zonder welke gaven nieli
ook in dat vak niet vooruitkomt.
Toch moet de middenstand weg. volgen
sommigen. En nu dit langs den weg der
coöperatie niet lukt, wordt de overheid op
geroepen om een handje te helpen, begin
nende met de verstrekking van levensmid
delen. Nie genoeg dat allerlei controle
geen reëel zakenman heeft daar bezwaar
tegen reeds voor de belangen van het
publiek waakt, moeten er ook nog
overheidsbedrijven
komen, waarvan men te Amsterdam reeds
voorbeelden heeft. Afgescheiden van dc
vraag, of men daarmede wel zulke vlekkc-
looze ondervinding heeft de hoofdstede
lijke Vroedschap heeft soms van critick' ge
daverd is de vrees niet ongegrond, dat
ambtelijke bemoeiing do soepelheid zal
missen, welke door het publiek pleegt to
worden gewaardeerd.
Denkt u eens in, hoo het gaan zal in een
gemeentelijke kJecdingmagnzijn, dat wel
licht den voorstanders van overheids-in-
richtingen reeds voor oogen zweeft. Van
gemeentelijke melkwinkels en dito vlecsch-
houwerijen naar gemeentelijke instellingen,
waar men jassen en broeken kan koopen, is
de afstand niet zoo groot.
Ik kom zoo'n winkel binnen, vind iets
naar mijn gading, maar oordeel den prijs
te hoog. De verkoooer in een particulier
bedrijf gaat dan even de meening van don
eigenaar inwinnen, die terstond kan beslis
sen, wat ook zijn vertrouwde chef kan doen
Een ambtelijke chef evenwel staat daar
minder makkelijk tegenover; hij moet zon
der aanzien des persoons handelen, anders
komt hij op een hellend vlak. Hoogstens kan
hij toezeggen, dat hij het verzoek, indien
het hem billijk of inwilligbaar voorkomt,
zal overbrengen aan den directeur van het
bedrijf, die ergens zetelt, waar hij derge
lijke verzoeken verzamelt. Of de klant een
paar dagen geduld heeft. De klant heeft d't
en zal op antwoord waobten. De directeur
maakt van de ingekomen aanvragen een
staat op, waarmede hij uit voorzichtigheid
naar den wethouder gaat. De wethouder
vraagt zicb af, of hij goen moeilijkhe l« n
met den Raad zal krijgen en brengt veilig
heidshalve den staat in de vergadering van
B. en W„ waar beslist wordt, dat de Itaud
daar eigenlijk niets mee te maken heeft,
en den directeur gemachtigd, den afdinge»-
den klant ter wille te wezen. Eindelijk krijgt
deze antwoord. Indien hij dan nog geen
particulier klecdingstuk heeft gekocht, ver
kondigt hij bij vrienden en kennissen, dnt
hij prijsvermindering heeft gekregen, waar
op die vriendenschaar onmiddellijk conclu
deert, hetzelfde „recht" te hebben. Het is
immers een overheidsbedrijf. En dan wan
kelt opeens de heele prijsberekening drr
overheid up losse schroeven, wat ertoe lei
den zal, dat B en W. volgende staten ter
zijde zullen leggen, want anders loopt do
zaak mis.
Dat. 's een overdreven voorstelling, zal
mr Van Eek zeggen, die org idealistisch is
aangelegd.
Of hij gelijk heelt, zou de ervaring moe
ten leeren, maar ik hoop en vertrouw
dat 't nooit zoover zal komen.
AJO.
AAN DEN RAND DER WERELD KALENDER DER WEEK
Pas op: bier is een trapje.
Ach wat, dat trapje kende ik al, voor-
dat jij geboren was.
door R. E. Byrd.
Byrd heeft vanaf zijne kinderjaren altijd 1
naar avonturen gezocht. Op 12-jarigen leef
tijd reeds maakte hij moederziel alleen e^n
reis rond de wereld. Onder den oorlog I
ging hij bij de vliegeniers omdat hij voor
alle andere legerafdeelingen ongeschikt
verklaard werd. Wal hij op het gebied van
aviatiek tot stand bracht is genoegzaam
bekend.
In zijn boek „De lucht in. Mijn vlucht
naar den Noordpool en over den Atlanti-
schen Oceaan" geeft hij nu een beschrijving
van zijn avontuurlijk leven en tegelijkertijd
oen belangrijk stuk geschiedenis van het
j vliegwezen.
j In Pensacola werd mij opgedragen do
oorzaken na te gann van de ta.rijke onge
lukken met doodclijken afloop. Daar ik oen
der weinige officieren was, werd ik bij den
„Eerste Hulp-dienst" ingedeeld, die helaas
meestal als „lijkschouwer" optrad. Ik moest
uiot Je reddingsboot ui»varen en meehel
pen bij het bergen van lijken. Voor een be-
I ginneling was dat nu juist niet erg bcmoe-
migend. Ik bevond mij nog maai heel aan
het begin van mijn leertijd toen een vlieg
tuig niet ver van de kust in zee stortte.
Wij gingen er direct met de boot op uit,
maar bij onze aankomst waren de inzitten
den reeds dood. Het onderzoek wees uit
dat de stuurinrichting geheel in orde was
toen het v'iegtuig viel en ook andere de
fecten werden met gevonden,
j Dadelijk be egden wij een vergadering,
om de vermoedelijke oorzaak van dit on
geluk na te gaan, maar niemand kon de
iploss'.ng vinden, tot tenslotte de voorzit
ter zei: „Wij mcetcn uitgaan van het foit
dat er oen leerling bij was en dat het vlieg
tuig zich s'echtB 200 M. boven het water
bevond toen het neerstortte. Vermoedelijk
/at de leerling aan het stuur en kon de
ieeraar niet tijdig genoegen ingrijpen".
Hij sprak echter zonder eenige overtui
ging, want men tastte destijds nog vrijwel
in het duister omtrent de oorzaak van het
ongeval. Het is nog niet zoo heel lang ge
leden dat men ontdekt heeft hoe men zich
b.v. bij een vavl waarin de machine draaien
de naar beneden stort, weer opricht. De
betreffende vliegenier stiet midden in den
val heel toevallig met den voet tegen het
stuur.
Drie dagen later stond ik aan de kust en
liet den motor warm loopen. Daar loeido
plotsoang de misthoorn. Weer een val
partij, dacht ik. ik liep naar de redding-
j boot, die reeds van wal stak. Aan den kant
stonden verschillende mannen, heel stil te
kijken.... Moeders, vrouwen en kinderen
stormden naar buiten, in den lachenden
zonneschijn.
„Wie zou het deze keer weer zijn", was
do stille vraag, die op aller lippen lag. Een
vleugel stak uit het water omhoog. Ik
sprong in zeo en de duiker volgde. Toen
ik weer aan de oppervlakte kwam, zag ik
den dokter reeds klaar staan om eerste
hulp te verloenen. Maar daar men hem
niets bracht, was ook zijne hulp niet noo
dig....
Do duiker meldde: „Slechts één man be
oeden dood. Onmogelijk hem er uit te ha
len. Moeten dc heele machine opheffen".
Het tweede lijk werd nooit gevonden.
Toen wij het wrak ophaalden vonden
wij den vastgeriemdcn leerling met dc han
den vast om het stuurrad gok'emd. Hij had
zijn tegenwoordigheid van geest verloren
en zich als een drenkeling aan zijn redder
vastgeklampt.
Wij spraken niet graag ovor die ongeluk
ken, want ieder voelde, dat het een vol
gende keer misschien zgn beurt was.
Van het hoogtepunt waarop th&ns net
vliegwezen staat, beschouwd, lijkt een van
die ve.e ongelukken mij eenvoudig idioot.
Maar toen meest men zich behelpen cn
daarom maakte men ook vcei gemakkc.ij
ker fouten, die zulke noodlottige gevolgen
hadden.
Op zekeren dag stond ik weer oens te
kijken naar een demonstratie van twoc
goede aviatcurs op ongeveer 600 Me'.er
hoogte. Ik wilde het ook gaarne leeren en
probeerde daarom alle mogelijke trucs af
te kijken, voorzoover dat tenminste moge
lijk was.
Ik stond tegen een loods geleund en be
wonderde de kunsten van mijn vrienden.
Het gold toentertijd als heel iets bijzjn-
ders een opzettelijk veroorzaakto vril.e-val
to onderbreken. De oefening was natuur
lijk van groot belang, want in geval, dat
het werkelijk ernst was, kon men er wel
degelijk gebruik van maken. Het vliegtuig
ging op den kop staan, wat me ech'cr
hec cmaal niet vreemd voorkwam. Hel
stond hoog in de lucht en de vliegenier ad
er ongetw ijfeld een bepaalde bedoeling
mee. Maar altijd verder en verder ciikcldo
de valk, in steeds snel-or cirkels naar be
neden.
Op 300 Meter was er nog geen verande
ring te bespeuren.
Achter mij riep er iemand: „Om hcmols-
wilweer een I"
Een ander schreeuwde naar den toren
wachter. Teen het vliegtuig zich op *en
hoogte van 60 Meter nog niet oprichtte,
wnten wij wat er komen moest.
Toen ik in de reddingboot sprong, flik
kerde nog een straaltje hoor» De laatste
spiraal was zeer breed en vlak.
Maar toch, toen de slag kwam, ging het
ons door merg en been.
Terwijl ik nog over de mogelijke oor
zaken nadacht, zag ik de beide i^zitfer-U
tot mijne groote vreugde op de vleugels
k auteren. Zij waren nat en bleed 'e de
cene had het neusbeen, de andere bei lo
duimen gebroken. „Voet vastgeklemd",
grij-sde hi\ „Dat neemt men ge "k". r "-n-
de de andere, maar hij grijnslachte niet.
De vcet van den bevond zich on
der de stuurstantr, toen de andere zijn
kunststukken uithaalde. Bij een scherpen
draai s'oeg de stang om en klemde den
voet vast als in een schroef. Daardoor
werd het onmogelijk het vliegtuig op t.e
richten.... Eerst toen het terjgsprong bij
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
deze week geen Gloria en geen Credo.
De'gewone Prefatie. Kleur: Paars.
ZONDAG 23 Febr. Zondag, genaamd
Soxagesina. Mis: Exsurge. 2e gobcd v. d.
H. Petrus Daniiani, Bisschop, Belijder en
Kerk eeraar. Credo. Prefatio v. d. Allerh.
Drioëcnheid.
Bij ons heilig Doopsel hooft Ood het-
goede zaad van het geloof in ons hart
gezaaid, 't Is opgebloeid, maar eerlijk
erkennen wij, dnt hei door velerlei en
vorschillendo levensomstandigheden (weel
de, levenszorg of ook verkeerde genoe
gens) niet die vrucht draagt, die kan en
moet vorwacTit worden (Evangelie). M. a.
w. w ij loven niet a'tijd uit en door ons ge
loof. Onze zonden indachtig bidden wg
daarom in den Introitus: „Sta op, o
Heer, en help ons" (het H. geloof beter
to beleven). Een heerlijk voorbeeld van
geloofasleveu is St. Paulus. Zeer voel heeft
hij geduan, zeer vool hoeft hij verduurd
voor het geloof. GoJwongen en mot tegen
zin verhaalt hij daarvan in het Epistel*
Dat moet ons prikkelen tot navolging
en ons aansporen er ieta voor over to
hebben, om de gevaren en moei' ijk heden,
we ke den uitbloei van ons geloof naar
buiten en de geloofsbeleving kunnen be
lemmeren, moedig te weerstaan en te
overwinnen. Daarbij moge God zelf onze
sterke hulp (Graduale, Tractus), de Leer-
aar der heidenen (Paulus) onze bescher
mer zijn (Gebed). Met het grootste ver
trouwen op Gods bijstand en genade offe
ren wij ons voornemen op, om steeds te
bewande'en de paden des Heercn (d.w.z.
de geboden te onderhouden, te leven vol
gens het geloof). God geve ons de vol
harding (Offertorium). En door de heil
zame Offerande der H. Mis moge Hg
voortdurend onze harten met nieuwen
moed bezielen en versterken (Stilgebed,
Communio, Postcommunio).
MAANDAG, 24 Febr. Feestdag v. d. H.
Matthias, Apostel. Mis: autem. Gloria en
Credo. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur:
Rood.
Het Epistel leert ons, dat do heilige
Apostel Matthias zich reeds vroeg aan
Jezus Christus had verbonden. Want van
den doop van Joannes tot den dag, waar
op Hij (Ohristus) van ons is opgenomen
(Hemelvaart des Heeren), had hij Christus
niet verlaten. Vóór zijne roeping tot
Apostel behoorde Matthias dus tot het
getal van Christus' leerlingen. Van Mat
thias' apostolaat is niet zekers bekend.
Volgens oono oude overlevering predikte
Matthias in Cupapodoriö en aan do kunl-nn
van do Kaspischo zoo cn bezegelde hij de
Waarheid met zijn bloed in Oolohis »f
Ethiopië.
DINSDAG, 25 Febr. Mis als op den vo-
rigen Zondaga: Exsurge. 2o gobod A Ounc-
tis (oin de voorbede der Heiligen af te
I smeckon); 3c naar keuze v. d. prioeter
Geen Tractus.
WOENSDAG, 26 Febr. Idem.
DONDERDAG, 27 Febr. Idem.
VRIJDAG, 28 Febr. Idem.
ZATERDAG, 1 Maart, Mis v. d. H.
Suitbertus, Bisschop en Belijder: Statuit.
(Zie in het Eigen der Heiligen v. h. Bi
don» Haarlem). Gloria. 2o gobed voor don
Paus. Kleur: Wit.
Suitbert was één van de elf, die ine»
den H. Willibrordus in 000 landde aan
de lage landen aan do zee; met hot vor-
heven dool hot H. Evangelie te prediken
aan onze heidenscho voorouders. Na Willi-
brords eerste reis naar Rome werd fluit-
bert door zijn medebroeder* uitgekozen
om de bisschoppelijke wijding to ontvan
gen. Als bisschop arbeidde hij met zeer
grooten ijver, zijn urbeidsveld uitstrekkend
tot het land van Tiel, Bommel cn Heus-
den, zelfs tot aan de Roer. Na oen invul
der heidenscho Sakscr* moeet Suitbcrt
vluchten en hij vestigde /.ioh in het hui
dige Kaiserwerth. Daar bouwde hij een
kerk en een klooster, alwaar nu nog zijne
voornaamste relikwiën bewaard worden
Suitbcrt stierf den len Maart 713.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN
Alles als in bovenstaande kalender,
behalve:
DINSDAG. Mis v. d. Z. Sebastlanus van
Apparizione, Belijder. Justus. Gloria.
Kleur: Wit
WOENSDAG. Mis v. d. Z. Isabella,
Maagd: Delexisti. Gloria. 2de gebod A
Uunctis: 3o nagr keuze v. d. priester.
Kleur: Wit.
VRIJDAG. Mis v. d. Z. Antonla van
Florence, Weduwe: Cognovi. Gloria, ge
boden als giste/en. Kleur: Wit.
ZATERDAG. Mis v. d. Allerh. Maagd
Maria op oen Zaterdag: Salve. Glor.a, 2de
gebed tot den H. Geest; 3e (voor Kerk;
te) voor den Paus. Prefatie v. d. Allerh.
Maagd (invul.on:) En IJ om de vcreoring).
Kleur: Wit.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.
den val raakte de voet los.
Do „Eerst-Hulp-Dienst" verklaarde den
gelukkigen afloop en het vlakke neerko
men tcngevo'ge van den wijden spiraal, die
het vliegtuig nog maakte voor het op het
water terecht kwam.
Het volgend staatje getuigt wel, hoe
weinig begrip de menschon eigenlijk heb
ben van het vliegwezen. Een onzer man
nen had boven in de lucht met sterken
tegenwind te kampen, zoo sterk, dat elke
voorwaart sche beweging soms absoluut
onmoge'ijk was, zoodat het somtijds scheen
dat hei vliegtuiv stil stond. Een oude darno
zag dit vanuit het verster, liep naar de
telefoon en meldde de brandweer: „Boven
mijn huis zit er eentje in de lucht vast.
Kunt u hem helpen?"