ZATERDAG 22 FEBRUARI 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 De meest populaire burgemeester in Nederland Bij het koperen ambtsjubi leum van Mr. van Lanschot Zaterdag 22 Maart a.s. hoopt de burge meester van 's-Hertogenbosch,Mr. F. J. van Lanschot, zijn koperen ambtsjubiloum te herdenken. Mr. F. J. van Lanschot werd geboren 16 September 1875 te 's-Hcrtogenboseh, van welke plaats zijn vader toen burge meester was. Zijn gymnasiale studies maakte hij op het Wil ebrordus-college der Paters Jezuieten te Katwijk aan den Rijn, waarna hij aan de Rijksuniversiteit te Utrecht in de rechten ging studeeren. Na zijn promotie werd hij aangesteld bij het Kantongerecht in zijn geboorte stad als griffier, waar hij op 31 Augustus 1003 in het huwelijk trad met Jonkvr. M. van Meeuwen, dochter van den President van de Bossche Rechtbank. 22 Maart 1917 werd Mr. van Lanschot bij K. B. als opvolger van Jhr. van der Does de Willebois benoemd tot burge meester van 's-Hertogenbosch, in welke hoedanigheid hij 12 October 1917 plechtig geïnstalleerd werd. Hierbij sprak de oud ste wethouder Jos. van de Ven o.a. als volgt: „Vele zijn de zorgen en groot is de verantwoordelijkheid verbonden aan het ambt van burgemeester eener aan zienlijke gemeente als Den Bosch en vooral in de tegenwoordige tijdsomstan digheden worden aan den burgemeester zware eisohen gesteld. Bovendien staan wij voor de uitvoering van gewichtige besluiten, die van grooten invloed zijn op de welvaart onzer gemeente. Ik behoef slechts te wijzen op de verschillende plan nen tot uitbreiding der stad, die eene krachtige medewerking van het hoofd der gemeente zullen vragen. Uw taak is ook daarom niet licht te schatten, omdat u geroepen zijt de plaats in te nemen van uw hoogst verdienstelijken voorganger Jhr. Van der Does de Willebois, die bij zijn heengaan, in hoedanigheid van Voorzitter van dezen Raad werd gekwalificeerd als een leider van hoogere orde en die, zoo als gebleken is, als burgemeester, zich een buitengewone achting en sympathie verworven had onder alle rangen en standen der bevolking. U, mijnheer de burgemeester, zijt ons echter geen vreem deling. Wij kennen u reeds lang als lid van dezen Raad. Wij'hebben uwe werk kracht leeren kennen, alsmede uwen ijver en toewijding voor de belangen van utfr geboortestad, en hierin ligt voor ons de reden, dat wij met vertrouwen de beste verwachtingen van nw burgemeesterschap mogen koesteren." Mr. van Lanschot beantwoordde met welgekozen woorden deze begroeting o.a. als volgt: „Wat mijn bestuur aan onze stad brengen zal, is niet te zeggen. Wel weet ik, dat ik haar breng goe.len wil en goede courage. Goeden wil cm in alles en onder alle omstandigheden eerlijk mijn plicht te doen. Goede courage om de moei lijkheden en tegenslagen die ook mij niet bespaard zullen blijven manmoedig te dra gen vol vertrouwen in de toekomst onzer stad. Het zal mijn grootse voldoening zijn, indien men later van 's-Hertogenbosch sprekende zal kunnen zeggen: „ziet, wat goede courage vermag"." Onder het bewind van Mr. van Lan schot zijn vele groute werken tot stand gekomen. Wij noemen hiervan o.a. de ge- heele nieuwe arbeidersbuurt „Dc Muntei", de uitbreiding van de academie voor beeldende kunsten tot technische school, de gemeente radio-distributie, enz. Ook ijvert Mr. van Lanschot steeds om zijn geboorte-stad in wijden kring bekend te maken. Zoo ontving hij, na een korte rede voor de radio, 1200 niet-Bossche lan.lge- nooten, die hij zelf rondleidde en voor de bezienswaardigheden van de stad wist te interesseeren. Ook richtte hg de veelbe roemde Bossche Raadskelder op, welk voort/eeld thans door verschillende steden wordt gevolgd. Voor den bouw van een nieuwe veemarkt ging de burgemeester met de raadsleden naar Leer in Duitsoh- land om er de beroemde veemarkt te bezichtigen. De nieuwe veemarkt, welke thans reeds half gereed is en vermoe delijk in April van het volgend jaar in gebruik zal worden genomen, biedt plaats voor 2500 koeien en vele varkens. Melden wij ten slotte nog oen en ander van zijn particulier leven.. Zijn gezin telt acht kinderen, 's Zomers houdt de bur- gervaér geregeld verblijf op zijn kasteel „Zwijnsbergen"" te Helvoirt, welke buiten plaats in Juni 1914 door hem werd aan gekocht. Hij is een uitstekend beoefenaar van de sport: zwemmen en fietsen zijn z'n grootste liefhebberijen. Voorts is de a.s. jubilaris zeer kunstlievend aangelegd, heb geen meermalen bot uiting kwam. Zelf is hij een goed violist. Het zal Mr. Lanschot, die bij zijn stadgenooten zeer bemind en uiterst populair is, bij zijn jubileum zeker wel niet aan belangstelling ontbreken. DE ONWRIKBARE MIDDENSTAND De sociaal-democraten doen altijd net, alsof hun denkbeelden spiksplinternieuw zijn. Zoo propageeren zij als eigen uitvinding de erfpaohtsuitgifte van gronden, opdat toch maar de gemeenschop den eigendom dier gronden behoude. Oud nieuws. Al meer dan een menschen- leeftijd geleden werd dat erfpachtsysteem toegepast in Den Haag, hoewel het con servatisme daar het langst heeft getierd. Een ander rood stokpaardje: overheids- exploitatie. Maar de Haagsche waterleiding, dateerend uit de vorige eeuw, is nooit an ders dan overheidsbedrijf geweest. Dit zijn nu maar een paar staaltjes, wel ke mij uit mijn vaderstad te binnen schie ten, doch ik maak me sterk, dat .zulke voorbeelden omtrent het oud-zijn van zgn. nieuwe denkbeelden bij de vleet te vinden moeten wezen. Uit een van die quasie-moderne denk beelden spruit voort de strijd tegen den middenstand, welke bij de bespreking van de Leidsche Gemeentebegrooting zóó sterk door mr Van Eek werd gepropageerd, dat de heer Bergers uitriep: „Ge wilt zeker met mid denstanders de Zuiderzee dempen". Van zulke moorddadige plannen ten aan zien der winkeliers want tegen dezen gaat het feitelijk ben ik in mijn jonge lingsjaren ook al getuige geweest, zij 't dan dat men hen toen elders wilde brengrn dan naar het meer Flevo, dat pas later do aandacht der Lelv-aarts zou trekken. In dien tijd werden n.l. de verkiezingen voor den Huagsehen Gemeenteraad jaren lang beheersoht door de vraag: „Voor cf tegen" Eigen Hulp?" Een candidaal, die ten deze vóór bleek, kreeg geen enkele steun uit de kringen van den handeldrijvende-I middenstand, wie tegen was geen steun van ambtenaren en gepensionneerden, uit wier gelederen voornamelijk de ijveranrs wed den gerecruteerd voor Eigen Hulp", zijnde dat een coöperatieve inkoops- en verbruik*- vereeniging, zooals we er tegenwoordig meerdere kennen. Die strijd was heuscb fel, verbrak zelfs de politieke scheidsmuren, zóó verwoed werd van weerskanten Beargumenteerd hoewel er bij „Eigen Hulp" van geen so- ciaal-democratischen invloed sprake was. Tegenwoordig evenwel speelt „Eigen Hulp" in de Residentie geen rol meer bg de stembus, hoewel deze winkelvereeniginp nog altijd bestaat en zelfs meerdere zusjes heeft gekregen, meerendeels ontsproten u»t de arbeiderskringen: „De Volharding", „De Hoop", „De Arbeid" enz. Of dit soms komt, doordien de midden stand het onderspit heeft gedolven? Een schaterlach is natuurlijk het antwoord op zoo'n onnoozele vraag. Een andere aanval, sinds lang tegen den middenstand gericht, is vervat in de leuze: „Van producent naar consu- ment", met uitschakeling dus van den tu9schen- handel, wat eigenlijk ook de coöperatieve vereenigingen beoogen. In 't klein gaat dat allemaal wel. Zoolang een coöperatie nog zóó weinig omvang heeft, dat de ijveraars in hun vrijen tijd of tegen een geringe vergoeding bet beheer kunnen voeren, och, dan kan de ondernemerswinst nog wel worden uitge spaard. Zoodra de zaak evenwol groober wordt, moet er goed bezoldigde bedrijft leiding wezen en stijgen de tantièmes voor het bestuur, dat immers ook veel werk te verrichten heeft en in ieder geval zijn werk gewichtig genoeg vindt voor een behoorlijk winstaandeel. Is 'fc eenmaal zoover, dan heeft de middenstand van zoo'n instelling ook niets meer te duchten dan van een ge wonen concurrent. Met de toepassing van bovenstaande leuze gaat 't juist eender. Indien ik pre cies weet wat ik hebben moet een merk sigaren b.v. of een vaststaand model kof fer dan kan ik me wel tot den fabrikant wenden zonder vrees voor een tegenvil- ler gesteld dat de fabrikant zijn eigen lijke afnemers, de winkeliers, wil ondermij nen, met welk voorbehoud ik een andere zijde der quaebtie aanroer. De felle Van-producert-tot-consumenter valt nu natuurlijk uit: die tusschenhandel moet juist weg! Hoe naïef! Ijverige meneer, veronderstel, dat u een paar schoenen moet hebben, of e?n hoed, of een das, zult u dan beslist naar uw zin klaar komen door eenvoudig aan den fabrikant te schrijven? Al stuurt u nog zoo'n nauwkeurige opgave van maat, model en kleur, de schoenen kunnen toch wol „niet lekker" zitten, de hoed „eigenlijk niet best" passen, de das vloeken bij de tint van uw pak. En nu noemde ik nog maar een paar heel eenvoudige artikelen, maar we heb ben gestadig tientallen voorwerpen van den meest uiteenloopenden aard noodig ge zwegen nog van de speciale eischcn, welke dames weer stellen, soms ten minste. Wie naar wensch wil slagen, moet ruime keus hebben, welke slechts de veelgesmade tusschenper- soon u kan verschaffen. Bij den schocnhan- delaar kunt ge net zoolang passen als ge wilt; in den hoedenwinkel een model vin den dat juist aansluit bij uw niet precies ovaal hoofd; uit een dassencollectie kunt u een exemplaar zoeken, dat ook uw ocht- genoote mooi vindt; in het meubelmagazi|n kunt u alles overhoop laten halen en dan nog weggaan met de bemerking „niet te kunnen vinden wat ge wenscht" of „nog wel eens terug te zulten komen", wat eigenlijk hetzelfde beteekent. Indien de consument ook zoo lastig zou willen zijn ten aanzien van den producent, wat 'n geschrijf en gewrijf, wat 'n heen en weer zenden, wat 'n gereis vaak zou dat ge ven. Bepaald zenuwschokken! zou dan 't inkoopen worden, terwijl nu alles vlot van stapel kan loopen, dank zij den winkelier, die te uwen gerieve er groote voorraden op na houdt, de daaraan verbonJen ri«;eo draagt en.gepantserd is tegen uw veel- eiscbendheid. Is dat allemaal waar of niet? Maar dan zeg ik: voor wat, hoort wat. Als de winkelier het u zoo gerieflijk maakt nioogt gij hem de vergoeding voor zijn moeite niet misgunnen, want het valt heusch niet mee, ia het occonomisch le ven ala schokbreker te moeten fungeeren. Zoo bij mezelf heb :k de winkeliers wel eens verge'cken bij de buffers van een trein. Zonder dc/o voeren de tusschenvoorwerpen zou 't reizen heol onplci/.ierig wezen. Do machinist zou geen vaart kunnen minderen zonder dnt de pas sagiers door elkaar werden geslingerd of minstens tegen het beschot bonsdon. Dank zij de buffers, die alle schokken geduldig neutraliseren, reist men rustig. En zoo is ook de functie van den winkelstand bij de verbinding tusschen producent en consu ment. Toch blijft men in sommige kringen den winkelier het bestaan misgunnen, behalve 't bovenstaande buiterdien over 't hoofd ziende, dat lang niet ieder in de wieg is gelegd om een goed lid van den lundel- drijvenden midder stand te wordt n. Ook hiervoor zijn speciale gaven noodig: han- de'sjeest, goeden kijk op de eisrhen van het publiek, juist inzicht omtrent den wisse lenden tijdgeest, durf en soms een onuit puttelijk geduld, zonder welke gaven nieli ook in dat vak niet vooruitkomt. Toch moet de middenstand weg. volgen sommigen. En nu dit langs den weg der coöperatie niet lukt, wordt de overheid op geroepen om een handje te helpen, begin nende met de verstrekking van levensmid delen. Nie genoeg dat allerlei controle geen reëel zakenman heeft daar bezwaar tegen reeds voor de belangen van het publiek waakt, moeten er ook nog overheidsbedrijven komen, waarvan men te Amsterdam reeds voorbeelden heeft. Afgescheiden van dc vraag, of men daarmede wel zulke vlekkc- looze ondervinding heeft de hoofdstede lijke Vroedschap heeft soms van critick' ge daverd is de vrees niet ongegrond, dat ambtelijke bemoeiing do soepelheid zal missen, welke door het publiek pleegt to worden gewaardeerd. Denkt u eens in, hoo het gaan zal in een gemeentelijke kJecdingmagnzijn, dat wel licht den voorstanders van overheids-in- richtingen reeds voor oogen zweeft. Van gemeentelijke melkwinkels en dito vlecsch- houwerijen naar gemeentelijke instellingen, waar men jassen en broeken kan koopen, is de afstand niet zoo groot. Ik kom zoo'n winkel binnen, vind iets naar mijn gading, maar oordeel den prijs te hoog. De verkoooer in een particulier bedrijf gaat dan even de meening van don eigenaar inwinnen, die terstond kan beslis sen, wat ook zijn vertrouwde chef kan doen Een ambtelijke chef evenwel staat daar minder makkelijk tegenover; hij moet zon der aanzien des persoons handelen, anders komt hij op een hellend vlak. Hoogstens kan hij toezeggen, dat hij het verzoek, indien het hem billijk of inwilligbaar voorkomt, zal overbrengen aan den directeur van het bedrijf, die ergens zetelt, waar hij derge lijke verzoeken verzamelt. Of de klant een paar dagen geduld heeft. De klant heeft d't en zal op antwoord waobten. De directeur maakt van de ingekomen aanvragen een staat op, waarmede hij uit voorzichtigheid naar den wethouder gaat. De wethouder vraagt zicb af, of hij goen moeilijkhe l« n met den Raad zal krijgen en brengt veilig heidshalve den staat in de vergadering van B. en W„ waar beslist wordt, dat de Itaud daar eigenlijk niets mee te maken heeft, en den directeur gemachtigd, den afdinge»- den klant ter wille te wezen. Eindelijk krijgt deze antwoord. Indien hij dan nog geen particulier klecdingstuk heeft gekocht, ver kondigt hij bij vrienden en kennissen, dnt hij prijsvermindering heeft gekregen, waar op die vriendenschaar onmiddellijk conclu deert, hetzelfde „recht" te hebben. Het is immers een overheidsbedrijf. En dan wan kelt opeens de heele prijsberekening drr overheid up losse schroeven, wat ertoe lei den zal, dat B en W. volgende staten ter zijde zullen leggen, want anders loopt do zaak mis. Dat. 's een overdreven voorstelling, zal mr Van Eek zeggen, die org idealistisch is aangelegd. Of hij gelijk heelt, zou de ervaring moe ten leeren, maar ik hoop en vertrouw dat 't nooit zoover zal komen. AJO. AAN DEN RAND DER WERELD KALENDER DER WEEK Pas op: bier is een trapje. Ach wat, dat trapje kende ik al, voor- dat jij geboren was. door R. E. Byrd. Byrd heeft vanaf zijne kinderjaren altijd 1 naar avonturen gezocht. Op 12-jarigen leef tijd reeds maakte hij moederziel alleen e^n reis rond de wereld. Onder den oorlog I ging hij bij de vliegeniers omdat hij voor alle andere legerafdeelingen ongeschikt verklaard werd. Wal hij op het gebied van aviatiek tot stand bracht is genoegzaam bekend. In zijn boek „De lucht in. Mijn vlucht naar den Noordpool en over den Atlanti- schen Oceaan" geeft hij nu een beschrijving van zijn avontuurlijk leven en tegelijkertijd oen belangrijk stuk geschiedenis van het j vliegwezen. j In Pensacola werd mij opgedragen do oorzaken na te gann van de ta.rijke onge lukken met doodclijken afloop. Daar ik oen der weinige officieren was, werd ik bij den „Eerste Hulp-dienst" ingedeeld, die helaas meestal als „lijkschouwer" optrad. Ik moest uiot Je reddingsboot ui»varen en meehel pen bij het bergen van lijken. Voor een be- I ginneling was dat nu juist niet erg bcmoe- migend. Ik bevond mij nog maai heel aan het begin van mijn leertijd toen een vlieg tuig niet ver van de kust in zee stortte. Wij gingen er direct met de boot op uit, maar bij onze aankomst waren de inzitten den reeds dood. Het onderzoek wees uit dat de stuurinrichting geheel in orde was toen het v'iegtuig viel en ook andere de fecten werden met gevonden, j Dadelijk be egden wij een vergadering, om de vermoedelijke oorzaak van dit on geluk na te gaan, maar niemand kon de iploss'.ng vinden, tot tenslotte de voorzit ter zei: „Wij mcetcn uitgaan van het foit dat er oen leerling bij was en dat het vlieg tuig zich s'echtB 200 M. boven het water bevond toen het neerstortte. Vermoedelijk /at de leerling aan het stuur en kon de ieeraar niet tijdig genoegen ingrijpen". Hij sprak echter zonder eenige overtui ging, want men tastte destijds nog vrijwel in het duister omtrent de oorzaak van het ongeval. Het is nog niet zoo heel lang ge leden dat men ontdekt heeft hoe men zich b.v. bij een vavl waarin de machine draaien de naar beneden stort, weer opricht. De betreffende vliegenier stiet midden in den val heel toevallig met den voet tegen het stuur. Drie dagen later stond ik aan de kust en liet den motor warm loopen. Daar loeido plotsoang de misthoorn. Weer een val partij, dacht ik. ik liep naar de redding- j boot, die reeds van wal stak. Aan den kant stonden verschillende mannen, heel stil te kijken.... Moeders, vrouwen en kinderen stormden naar buiten, in den lachenden zonneschijn. „Wie zou het deze keer weer zijn", was do stille vraag, die op aller lippen lag. Een vleugel stak uit het water omhoog. Ik sprong in zeo en de duiker volgde. Toen ik weer aan de oppervlakte kwam, zag ik den dokter reeds klaar staan om eerste hulp te verloenen. Maar daar men hem niets bracht, was ook zijne hulp niet noo dig.... Do duiker meldde: „Slechts één man be oeden dood. Onmogelijk hem er uit te ha len. Moeten dc heele machine opheffen". Het tweede lijk werd nooit gevonden. Toen wij het wrak ophaalden vonden wij den vastgeriemdcn leerling met dc han den vast om het stuurrad gok'emd. Hij had zijn tegenwoordigheid van geest verloren en zich als een drenkeling aan zijn redder vastgeklampt. Wij spraken niet graag ovor die ongeluk ken, want ieder voelde, dat het een vol gende keer misschien zgn beurt was. Van het hoogtepunt waarop th&ns net vliegwezen staat, beschouwd, lijkt een van die ve.e ongelukken mij eenvoudig idioot. Maar toen meest men zich behelpen cn daarom maakte men ook vcei gemakkc.ij ker fouten, die zulke noodlottige gevolgen hadden. Op zekeren dag stond ik weer oens te kijken naar een demonstratie van twoc goede aviatcurs op ongeveer 600 Me'.er hoogte. Ik wilde het ook gaarne leeren en probeerde daarom alle mogelijke trucs af te kijken, voorzoover dat tenminste moge lijk was. Ik stond tegen een loods geleund en be wonderde de kunsten van mijn vrienden. Het gold toentertijd als heel iets bijzjn- ders een opzettelijk veroorzaakto vril.e-val to onderbreken. De oefening was natuur lijk van groot belang, want in geval, dat het werkelijk ernst was, kon men er wel degelijk gebruik van maken. Het vliegtuig ging op den kop staan, wat me ech'cr hec cmaal niet vreemd voorkwam. Hel stond hoog in de lucht en de vliegenier ad er ongetw ijfeld een bepaalde bedoeling mee. Maar altijd verder en verder ciikcldo de valk, in steeds snel-or cirkels naar be neden. Op 300 Meter was er nog geen verande ring te bespeuren. Achter mij riep er iemand: „Om hcmols- wilweer een I" Een ander schreeuwde naar den toren wachter. Teen het vliegtuig zich op *en hoogte van 60 Meter nog niet oprichtte, wnten wij wat er komen moest. Toen ik in de reddingboot sprong, flik kerde nog een straaltje hoor» De laatste spiraal was zeer breed en vlak. Maar toch, toen de slag kwam, ging het ons door merg en been. Terwijl ik nog over de mogelijke oor zaken nadacht, zag ik de beide i^zitfer-U tot mijne groote vreugde op de vleugels k auteren. Zij waren nat en bleed 'e de cene had het neusbeen, de andere bei lo duimen gebroken. „Voet vastgeklemd", grij-sde hi\ „Dat neemt men ge "k". r "-n- de de andere, maar hij grijnslachte niet. De vcet van den bevond zich on der de stuurstantr, toen de andere zijn kunststukken uithaalde. Bij een scherpen draai s'oeg de stang om en klemde den voet vast als in een schroef. Daardoor werd het onmogelijk het vliegtuig op t.e richten.... Eerst toen het terjgsprong bij N.B. Als niet anders wordt aangegeven deze week geen Gloria en geen Credo. De'gewone Prefatie. Kleur: Paars. ZONDAG 23 Febr. Zondag, genaamd Soxagesina. Mis: Exsurge. 2e gobcd v. d. H. Petrus Daniiani, Bisschop, Belijder en Kerk eeraar. Credo. Prefatio v. d. Allerh. Drioëcnheid. Bij ons heilig Doopsel hooft Ood het- goede zaad van het geloof in ons hart gezaaid, 't Is opgebloeid, maar eerlijk erkennen wij, dnt hei door velerlei en vorschillendo levensomstandigheden (weel de, levenszorg of ook verkeerde genoe gens) niet die vrucht draagt, die kan en moet vorwacTit worden (Evangelie). M. a. w. w ij loven niet a'tijd uit en door ons ge loof. Onze zonden indachtig bidden wg daarom in den Introitus: „Sta op, o Heer, en help ons" (het H. geloof beter to beleven). Een heerlijk voorbeeld van geloofasleveu is St. Paulus. Zeer voel heeft hij geduan, zeer vool hoeft hij verduurd voor het geloof. GoJwongen en mot tegen zin verhaalt hij daarvan in het Epistel* Dat moet ons prikkelen tot navolging en ons aansporen er ieta voor over to hebben, om de gevaren en moei' ijk heden, we ke den uitbloei van ons geloof naar buiten en de geloofsbeleving kunnen be lemmeren, moedig te weerstaan en te overwinnen. Daarbij moge God zelf onze sterke hulp (Graduale, Tractus), de Leer- aar der heidenen (Paulus) onze bescher mer zijn (Gebed). Met het grootste ver trouwen op Gods bijstand en genade offe ren wij ons voornemen op, om steeds te bewande'en de paden des Heercn (d.w.z. de geboden te onderhouden, te leven vol gens het geloof). God geve ons de vol harding (Offertorium). En door de heil zame Offerande der H. Mis moge Hg voortdurend onze harten met nieuwen moed bezielen en versterken (Stilgebed, Communio, Postcommunio). MAANDAG, 24 Febr. Feestdag v. d. H. Matthias, Apostel. Mis: autem. Gloria en Credo. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur: Rood. Het Epistel leert ons, dat do heilige Apostel Matthias zich reeds vroeg aan Jezus Christus had verbonden. Want van den doop van Joannes tot den dag, waar op Hij (Ohristus) van ons is opgenomen (Hemelvaart des Heeren), had hij Christus niet verlaten. Vóór zijne roeping tot Apostel behoorde Matthias dus tot het getal van Christus' leerlingen. Van Mat thias' apostolaat is niet zekers bekend. Volgens oono oude overlevering predikte Matthias in Cupapodoriö en aan do kunl-nn van do Kaspischo zoo cn bezegelde hij de Waarheid met zijn bloed in Oolohis »f Ethiopië. DINSDAG, 25 Febr. Mis als op den vo- rigen Zondaga: Exsurge. 2o gobod A Ounc- tis (oin de voorbede der Heiligen af te I smeckon); 3c naar keuze v. d. prioeter Geen Tractus. WOENSDAG, 26 Febr. Idem. DONDERDAG, 27 Febr. Idem. VRIJDAG, 28 Febr. Idem. ZATERDAG, 1 Maart, Mis v. d. H. Suitbertus, Bisschop en Belijder: Statuit. (Zie in het Eigen der Heiligen v. h. Bi don» Haarlem). Gloria. 2o gobed voor don Paus. Kleur: Wit. Suitbert was één van de elf, die ine» den H. Willibrordus in 000 landde aan de lage landen aan do zee; met hot vor- heven dool hot H. Evangelie te prediken aan onze heidenscho voorouders. Na Willi- brords eerste reis naar Rome werd fluit- bert door zijn medebroeder* uitgekozen om de bisschoppelijke wijding to ontvan gen. Als bisschop arbeidde hij met zeer grooten ijver, zijn urbeidsveld uitstrekkend tot het land van Tiel, Bommel cn Heus- den, zelfs tot aan de Roer. Na oen invul der heidenscho Sakscr* moeet Suitbcrt vluchten en hij vestigde /.ioh in het hui dige Kaiserwerth. Daar bouwde hij een kerk en een klooster, alwaar nu nog zijne voornaamste relikwiën bewaard worden Suitbcrt stierf den len Maart 713. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN Alles als in bovenstaande kalender, behalve: DINSDAG. Mis v. d. Z. Sebastlanus van Apparizione, Belijder. Justus. Gloria. Kleur: Wit WOENSDAG. Mis v. d. Z. Isabella, Maagd: Delexisti. Gloria. 2de gebod A Uunctis: 3o nagr keuze v. d. priester. Kleur: Wit. VRIJDAG. Mis v. d. Z. Antonla van Florence, Weduwe: Cognovi. Gloria, ge boden als giste/en. Kleur: Wit. ZATERDAG. Mis v. d. Allerh. Maagd Maria op oen Zaterdag: Salve. Glor.a, 2de gebed tot den H. Geest; 3e (voor Kerk; te) voor den Paus. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invul.on:) En IJ om de vcreoring). Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. den val raakte de voet los. Do „Eerst-Hulp-Dienst" verklaarde den gelukkigen afloop en het vlakke neerko men tcngevo'ge van den wijden spiraal, die het vliegtuig nog maakte voor het op het water terecht kwam. Het volgend staatje getuigt wel, hoe weinig begrip de menschon eigenlijk heb ben van het vliegwezen. Een onzer man nen had boven in de lucht met sterken tegenwind te kampen, zoo sterk, dat elke voorwaart sche beweging soms absoluut onmoge'ijk was, zoodat het somtijds scheen dat hei vliegtuiv stil stond. Een oude darno zag dit vanuit het verster, liep naar de telefoon en meldde de brandweer: „Boven mijn huis zit er eentje in de lucht vast. Kunt u hem helpen?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5