Het Huis van Savoye
ZATERDAG 18 JANUARI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
Van Umberto Biancamano tot Victor Emmanuel III
De voor-vaderen van kroonprins Umberto
Toen in 1870 keizer Napoleon IH in den
oorlog tegen Pruisen, slag op slag de ne
derlaag leed, stond een koning op het punt
Duitschland den oorlog te verklaren, om
hem, die verloor te hulp te komen.
Deze koning was Victor Emmanuel II,
dje niet had vergeten, dat Napoleon III
zijn wapenbroeder was geweest, die met
hem, in 1859, had gevochten om Lombar-
dije te veroveren en die mede had ge
werkt hem tot koning van Italië te ver
heffen.
Niet zonder moeite konden de minis
ters Lanza en Sella hem overtuigen, dat
hij op het punt stond, de nog jonge Ita-
liaansche natie mede te voeren in den
afgrond, waarin Frankrijk door den oorlog
tegen Duitschland was gestort.
Victor Emmanuel, de „re galantuomo",
een eerenaam, hem gegeven in 1849, door
zijn Minister Massimo d'Azeglio, teen hij
nog slechts koning van Sardinië was, was
de eerste koning uit het huis van Savoye,
een der oudste regeerende Huizen van
Europa.
Reeds in het jaar 1000 vinden wij in de
geschiedenis het huis van Savoije ver
meld.
Als de stichter van het Huis, waarvan
de thans regeerende Koning van Italië een
afstammeling is, wordt Umberto de eerste
Biancamano (met de blanke handen) ge
noemd.
Graaf Umberto Biancamano, aldus Cot-
terin in zijn „Geschiedenis van Italië in de
Middeleeuwen", was van uit de bergen
van Savoije in de Povlakte afgedaald en
wist vasten voet te krijgen in Piemonte
door gevechten en listige verbonden.
Hij verkreeg in 1032 het bezit van Aosta
en werd vrijwel de stichter van het Huis.
In 1290 vinden we, in de geschiedenis
van Italië, een anderen graaf van Savoije
met eere vermeld.
Het was in de dagen, dat geheel Italië
verdeeld was, dat iedere stad zijn eigen
regeering en zijn eigen vorst had, en men
elkaar bestreed. Dan vocht men aan de
zijde der Duitsche vorsten, dan koos men
partij voor den Paus. Iedere stad zag in
de andere haar mededingster en wie de
geschiedenis van Italië uit die dagen be
studeert, zal stuiten op veel strijd, veel
onderlingen naijver, tal van groote en klei
ne gevechten en belegeringen.
In 1270 had Guglielmo Spadalunga
(langzwaard), markies van Monteferrato,
zich meester gemaakt van een aantal
Lombardijsche steden, o. a. van Novara,
Vercelli, Asti en Pavia en hij bleef daar,
heerschte tot 1290, toen een coalitie van
eenige steden hem wist. te overweldigen.
Het leger van deze steden werd aange
voerd door Amadeo van Savoije, ook een
der voorvaderen van den tegenwoordigen
Italiaanschen vorst.
Reeds spoedig wisten de graven van
Savoije, wier vaderland moet worden ge
zocht in de diepe bergengten van Maurien-
ne, (vandaar, dat de eerste ook graaf van
Maurienne heette), hun gebied uit te
breiden met Turijn, Nice, enz.
Amadeo de Zesde, bijgenaamd Conté
Verde (de groene graaf,) omdat hij altijd
een groen uniform droeg, die van 1343 tot
1382 regeerde, wist door talrijke overwin
ningen de macht van zijn Huis te vergroo-
ten. Amadeo de Achtste werd hertog, op
den 19den Februari 1417 en hij wist in
1419 een groot deel van Piemonte te ver
overen.
Hij was het ook, die aan zijn vorstendom
het eerste wetboek gaf. Toen had hij ge
noeg van de macht en werd in 1434 kluize
naar te Ripaille bij Thonon. Vijf jaar la
ter werd hij tot Paus gekozen door het
concilie van Bazel en hij bleef Paus, on
der den naam van Felix V, tot 1449. Hij
stierf twee jaar later.
In geheel de geschiedenis door, waren
de graven, hertogen van Savoije avontu
riers, vechtersbazen, die de zijde kozen
van hen, die de meeste winst beloofden.
Koppig, vasthoudend en er voortdurend
op bedacht hun macht te vergrooten, hun
gebied uit te breiden.
Geplaatst tusschen de twee groote
machten, Frankrijk en Oostenrijk, veran
derden de hertogen van Savoye dikwerf
van partij, doch wisten het altijd zóó aan
te leggen, dat zij, niet alleen hun gebied
behielden, doch het ook wisten uit te brei
den.
Een tijd lang onder Karei III was een
groot deel van het gebied door Frankrijk
geannexeerd. Doch de zoon van Karei, nl.
Emmanuel Philibert, bijgenaamd „het ijze
ren hoofd", onderscheidde zich reeds op
vijf en^twintig jarigen leeftijd als generaal
in dienst van Karei de Vijfde en wist voor
Philips den Tweede den slag bij Sint
Quintin te winnen, waardoor hij het her
togdom steviger maakte en daarom als
de tweede stichter van het huis van Savoije
wordt beschouwd. We zien vervolgens, hoe
Victor Amadeus II in 1713 den titel van
koning van Sicilië aannam, welken titel
hij, op den negenden Mei 1720 verwisselde
voor dien van koning van Sardinië.
Victor Amadeus II had tot opvolgers
Karei Emmanuel III, van 1730 tot 1773
Victor Amadeus III van 1773 tot 1796, Ka-
rel Emmanuel IV van 1796 tot 1802. De
zoon van den laatste, Victor Emmanuel I,
werd in de dagen der Fransche revolutie
afgezet, doch kreeg zijn koninkrijk weer
in 1814 terug. Hij regeerde tot 1814, opge
volgd door zijn broeder Karei Felix Joseph
die tot 1831 aan het bewind bleef. Hij
werd opgevolgd door den zoon van Victor
Emmanuel I, Karei Albert V., die tot 1849
regeerde. Zijn opvolger was Victor Emma
nuel II, de eerste koning van het herboren
Italië.
We zijn genaderd aan de geschiedenis
van het Koninkrijk Italië, en van zijn
ontstaan.
Reeds lang was er in Italië een bewe
ging ontstaan, om het Oostenrijksche juk
af te werpen. Het was vooral Guiseppe
Mazzini, die de Italiaansche jeugd tracht
te te begeesteren door woord en ge
schrift. En wie wil lezen, hoe Oostenrijk
huis hield in die dagen, leze het prachtige
boek „Mijne gevangenissen", van Silvio
Pellico, die zonder haat schrijft over de
kwellingen en de straffen, waaraan de
Italiaansche mannen bloot stonden, die
opkwamen voor de Italiaansche vrijheid
en eenheid.
Op den 14den Januari 1858 had op Na
poleon III een bomaanslag plaats, toen hij
met zijn gemalin naar de opera ging.
De daders werden gegrepen. Het was de
Italiaansche graaf Orsini en drie helpers,
die Napoleon wilden herinneren aan zijn
belofte, het verdrukte Italië te bevrijden.
Vroeger was Louis Napoleon lid van de
carbonnari geweest, een vereeniging, welke
de vrijheid van Italië in haar vaandel had
geschreven en met die vrijheid had ook
Napoleon gedweept. Het gevolg was, dat
Frankrijk zich met de Italiaansche toe
standen ging bemoeien.
De koning van Sardinië, had reeds op
het congres van Parijs, door zijn staats
man Cavour, (niet ten onrechte de Ita
liaansche Bismarck genoemd), den eisch
laten stellen: „Europa zou de nationale
eenheid van Italië inzien".
Juli 1858 liet Napoleon Cavour bij zich
komen en men trof een overeenkomst,
waarbij werd bepaald, dat onder het huis
van Savoije het koninkrijk Italië zou wor
den gesticht, welk Koninkrijk zou bevat
ten, behalve Sardinië, het Oostenrijksche
Italië, Parma, Modena, Toscane en een
deel van den Kerkelijken Staat
Daarentegen zou Victor Emmanuel,
Savoije en Nice aan Frankrijk afstaan.
Dadelijk na het sluiten van dit verdrag,
begon Frankrijk zich voor den oorlog te
gen Oostenrijk gereed te maken, zij het
dan ook in het geheim. Het Fransche volk
wilde evenwel niets van den oorlog wer
ten en om de stemming te verbeteren,
sloot Napoleon met Sardinië een verde
digingsverdrag. Bij de nieuwjaarsontvangst
aan het Fransche hof, 1 Januari 1S59 kwam
van den kant van Napoleon de openlijke
verklaring, dat in Italië spoedig de oorlog
zou losbarsten. De keizer zeide nl. op koe
len toon, tot den Oostenrijkschen gezant,
baron Hübner: „Ik betreur het, dat onze
betrekkingen niet zoo goed zijn, als ik
wenschte, doch ik verzoek U, den keizer
mee te deelen, dat mijn persoonlijke ge
voelens voor hem steeds dezelfde blven."
Eenige dagen later, zeide Victor Emanuel
in de Volksvertegenwoordiging van Sardi
nië: „dat Sardinië niet langer onge
voelig kon blijven voor de smartkreet,
welke van alle kanten uit Italië opsteeg
en dat hij met zijn land had besloten alle
eventualiteiten tegemoet te treden".
De Oostenrijksche regeer'ng nam de
handschoen, haar toegeworpen op. Haar
positie in Italië was ondragelijk gewor
den. Ten gevolge van de bedreiging van
Sardinië, dat alle vluchtelingen en tegen
standers van het keizerrijk opnam, die het
vormen van vrijwilligerscorpsen toestond
en zijn loger voortdurend u'tbreidde, had
ook Oostenrijk zijn leger in Italië ver
sterkt. Tevergeefs poogden de diplomaten
van de Europeesche staten Oostenrijk te
bewegen een congres over de Italiaansche
aangelegenheden te houden, om tot over
eenstemming te komen. Op den 22sten
April 1859 stelde het Weensche kabinet
aan de regeering van Sardinië den eisch,
binnen drie dagen het leger op voet van
vrede te brengen en de vrijscharen te ont
binden, of oorlog te verwachten. Met groo
te beslistheid werd deze eisch door Cavour
afgewezen en daarop kreeg de Oostenrijk
sche veldmaarschalk Gyulay het bevel, de
Tessino over te trekken.
En reeds op 30 April waren ook de
Fransche troepen in Turijn, overal jube
lend door de bevolking begroet. Ook keizer
Napoleon was te Genua aan land gestapt
en vereenigde zich met de Sardiniërs.
Door het dralen van Gyulay, kreeg het le
ger van Sardinië gelegenheid zich te ver
sterken, zoodat in Mei te Alessandria
80.000 man waren geconcentreerd, terwijl
Garibaldi met zijn alpenjagers van het ge
bergte op den rechtervleugel, de Oosten
rijkers verontrustte.
Het opperbevel over de vereeirgde
Sardijnsch-Fransche troepen, nam Napo
leon op zich.
Eindelijk na kleine gevechten bij Mon-
tebello, Vareso en Como, had op 4 Januari
de beroemde slag bij Magenta plaats, waar
de Oostenrijksche troepen werden versla
gen.
Op den Ssten Juni konden Napoleon en
Victor Emmanuel hun intocht houden te
Milaan. De overwinning van Magenta had
tot gevolg, dat niet alleen geheel Lombar-
dije, doch ook geheel Midden-Italië bevrijd
werd van het Oostenrijksche juk. De her
togin Louise van Parma ging naar Zwit
serland, terwijl de hertog van Modena het
leger van Oostenrijk opzocht. De groot
hertog van Toscane verliet Florence en
stelde zich onder bescherming van Oos
tenrijk.
Overal wenschte de bevolking aanslui
ting bij Sardinië, en overal werd de Ita
liaansche vlag geheschen. Bologna maak
te zich van den Paus los en stelde zich
onder het dictatorschap van den koning
van Sardinië. Oostenrijk gaf evenwel de
hoop nog n:et op. Keizer Franz Joseph
nam nu zelf het opperbevel over. Doch
ook nu zou een ernstige nederlaag worden
geleden. De keizer trok de Mincio over,
om aanvallend te kunnen optreden.
Op den 24sten Juni 1859 had de slag bij
Solverino plaats. Spoedig was de Oosten
rijksche linie doorbroken, weldra de beide
vleugels terug geworpen. Dank zij een he
vig onweer, konden de Oostenrijkers zien
in goede orde terugtrekken. De offers van
dezen bloed:gen strijd waren groot. De
Oostenrijkers verloren 22000 man, onder
wie 9000 gevangenen.
Het directe gevolg van den slag bij
Solverino was het tot stand komen van
den vrede van Villafranca. Op den llden
Juni stond Oostenrijk Lombardije tot de
Mincio af aan Frankrijk, onder de voor
waarde evenwel, dat Sardinië aan Oosten
rijk werd gelaten. Italië zou een staten
bond onder voorzitterschap van den Paus
vormen, waartoe ook het Oostenrijksche
Venetië zou behooren.
Deze punten werden op den lOden No
vember door het verdrag van Zurich beves-
t'gd en daardoor was de invloed van Oos
tenrijk in het Apenijnsehe schiereiland
vernietigd. De basis voor dc Italiaansche
eenheid was gelegd en deze liet niet lang
op zich wachten, daar Engeland en Frank
rijk als principe voor de Europeesche sta
ten vastste'den, z'ch niet te mengen in
Italiaansche aangelegenheden.
De staten van het schiereiland ruimden
de nog bestaande dynastieën op en sloten
zich bij Sardinië aan. Reeds in het begin
van het jaar I860 hadden de staten van
Midden-Italië onder de naam Emilia een
eigen ministerie.
Met het koninkrijk Napels en Sicilië
ging dat niet zoo gemakkelijk. Doch reeds
in April 1860 hadden te Messina en Paler
mo opstootjes plaats tegen de vorstelijke
huizen, welke opstootjes door de troepen
werden onderdrukt. Doch toen trad Gari
baldi met zijn vri'scharen op. Op den llden
Mei landde Garibaldi bij Marsala aan de
westkust van Sicilië met meer dan 1C00
vrijwilligers, Garibaldi trok over de ber
gen, om n'euwe vrijwilligers te krijgen.
Hij proclameerde de dictatuur over Si
cilië, in naam van Victor Emmanuel cn
trok tegen Palermo op. Gesteund door de
bevolking van de stad, was Garibaldi wel
dra meester van de stad en dank zij de be
middeling van Engeland had e-en wapen
stilstand plaats en trokken de koninklijke
troepen z'ch terug. De -inneming van Pa
lermo was de doodelijke stoot aan het
koninkrijk toegebracht, terwijl Garibaldi
als een nationale held door alle Italianen
werd vereerd. Den 19den Augustus trok
Garibaldi Qger de Straat van Messina, om
naar Napels op te rukken. Hij had 5000
man troepen bij zich.
Door een slimme streek wist hij de stad
Reggio voor zich te w'nnen. Daardoor was
de tegenstand van de koninklijke trcepen
gebroken. Zij vluchtten, of gingen nuar den
kant van Garibaldi over en overal kwam
de bevolking in opstand tetgen de Regee
ring.
Reeds den 5den September stond Gari
baldi bij Eboli, niet ver van Salerno. Het
hof was gevlucht. Het geloofde n et meer
aan de kracht van wapenen en verliet Na
pels. De koning en koningin gingen mot
hun gevolg naar Gaeta, terwijl Garibaldi
op den 7den September zijn intocht in Na
pe's hield en als dictator van het geheele
land, in naam van Victor Emmanuel op
trad.
We zullen n'et verder uitweiden over de
schermutselingen, welke plaats hadden
voor eindelijk op den 18den Februari 1861
Victor Emmanuel de afgevaardigden van
al'e staten kon bijeenroepen.
Op den 20sten Maart daaropvolgende,
werd hij tot koning van Italië gekozen.
Over den strijd tegen den Paus spreken
we niet. We bepalen ons nu nog slechfs
tot, in het kort weer te geven de geschie
denis van het huis van Savoye.
Victor Emmanuel III geboren in 1820,
werd na zijn dood, in 1878, opgevolgd door
Umberto I, die in 1844 was geboren. Hij
werd den 29sten Juli 1900 door den an
archist Bresci vermoord. Zijn zoon, de te
genwoordige koning, Victor Emmanuel II,
volgde hem op. Deze, geboren 1869, huwde
op den 24sten October 1896, de schoone
prinses Helene van Montenegro, dochter
van Niki van Montenegro.
De thans gehuwde pr'ns Umberto werd
15 September 1904 op het kasteel Rac-
conigi geboren.
Voor photo's, bij dit artikel behoorentf,
zie men een photo-pagina in dit nummer.
KOM MEE
Kaal lagen de velden, zóó ver ge zien
kondt.
Want met hooge wagens vol graan wa
ren de boeren er af gereden. En ginder
ging witte rook omhoog, uit dien hoop dor
loof, dat nu opgestookt werd. En jongens
zaten in de boomen en plukten de appe
len en peren af, de roode appelen en de
gele peren. En ze zongen boven de boo
men *it.
Toen ging de Engel over het land, van
bij den Heer.
In den boomgaard was een kindje aan
't spelen, een kindje met blond krulhaar.
En uit 't gras raapte het een blozenden
appel op en beet er in, dat het sap op zijn
tanden en lippen kwam.
En de Engel streelde het over zijn kop-
peken, heel zachtekens: „Ons Heer wenkt
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG, 19 Jan. Tweede Zondag na
Driokoningen. Mis: Omnis terra. 2e gebed
v. d. H.H. Marius en Gezellen, Martela
ren; 3e v. d. H. Canut, koning en Marte
laar. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drie
eenheid. Kleur: Groen.
Al is de Kerstkribbe weer verdwenen
uit onze huiskamers on kerken, naar het
voorbeeld van onze Moeder de H. Kerk
mogen wij toch den voor ons geboren Za
ligmaker niet vergeten. De H. Kerk houdt
ons voor, ons over de geboorte van Chris
tus te verblijden „Dat de geheele aardd
juiche en lofliederen zingc en Christus
aanbidde" (Introitus) en de Engelen des
homels met ons loven God, Die Zijn
Woord (Christus) heeft gezonden om ons
van den ondergang te redden" (Graduale;
Alleluja-vers). Wat heeft God toch veel
voor onze zielen gedaan. Alleluja! (Offer
torium). Bidden wij om deel te hebben
aan die vele vruchten der H. Menschwor-
ding van Gods Zoon: de vergiffenis der
zonden (Stilgebed), de kracht om goede
werken te doen, zooals het Epistel die op
somt (Postcommunio; Epistel), in één
woord om het hoogste goed van den Vre
devorst: den waren vrede des harten. Wij
kunnen deze niet genoeg te waardeeren
gave van Christus verwachten. Hij kan ze
ons geven, Hij, Die God is, zooals Zijn eer
ste wonder zoo duidelijk leert (Evangelie).
MAANDAG, 20 Jan. Mis v. d. H. H. Fa-
bianus en Sebastianus, Martelaren: In-
tret. Kleur: Rood.
Van den H. Fabianus, die Paus Anthe-
rus opvolgde op den Steel van St. Petrus,
(236) vermeldt de geschiedenis weinig. Een
der geschiedschrijvers verhaalt, dat toen
volk en geestelijkheid te Rome vergaderd
waren om een Pans te kiezen, een duif
uit de lucht nederdaalde en zich plaatste
op het hoofd van Fabianus. Dit voorval
vereenigde alle stemmen op Fabianus, die
ofschoon vreemdeling en geen kerkelijk
persoon, het bestuur der Kerk moest op
nemen.
Van zijn jeugd af was Sebastianus een
vurig en ijverig christen. Hij werd sol
daat, ondanks zijn afkeer van den solda
tenstand, om de martelaren te kunnen
helpen en bemoedigen en velen heeft hij
geholpen tot de martelkroon.
Niet we.cnd, dat Sebastianus christen
was, heeft keizer Diocletiaan hem be
vorderd om zijn wijsheid en moed tot hoofd
van een afdeeliug der lijfwacht. Als zooda
nig heeft Sebastianus vele groote diensten
aan de Kerk bewezen tijdens de vervol
ging onder Diocletiaan. Als christen be
kend geworden, verweet de keizer hem
zijn ondankbaarheid en gelastte, dat hij
dcor de Mauritaansche boogschutters met
pijlen zou worden doodgeschoten.
Sebastianus was evenwel, zooals ge
meend werd, niet dood, werd liefderijk
verpleegd en genas. Sebastianus hield
zich echter niet verborgen, maar zijn groo-
ten ijver voor de zaak van Christus deed
hem den keizer ontmoeten, wien hij in
vrijmoedige taal verweet zijn onrechtvaar
dig gedrag tegen de christenen.
Diocletiaan liet Sebastianus gevangen
nemen en in het renperk met stokslagen
slaan. Zoo verwierf de H. Sebastianus den
19clen of 20en Januari 288 zelf den mar
telkroon.
DINSDAG, 21 Jan. Mis v. d. H. Agnes,
Maagd en Martelares: Me exspectaverunt.
Kleur: Rood.
Als christinne moest Agnes voor den
rechterstoel van den stadsprefect terecht-
u naar Hem toe, vriendje. Zijt ge gereed
om mee te gaan?"
Ja, ik! zei de kleine, en liet den ap
pel vallen.
Ge zijt dan blij?
Heel blijWant ik ben gedoopt en
ik zal een Hangel zijn, gelijk gij.
Een struisóhe jonge man reed los ie
peerd over het land. En het peerd broe-
semde, en de jonge man keek fier over
de wijde akkers heen tot aan het haantje,
dat ginder op den toren blikkerde.
De Engel pakte den toom van het peerd
vast: „Kom mee, manlief, ons Heer wenkt
u naar hem toe! Zijt ge gereed om te gaan!
De man werd bleek:
Hemeltje lief, nu al?.... Ge maakt mij
ongerust.
Waarom zijt ge niet gereed?
'k Weet het niet. 'k Heb de Paters
eens hooren preeken, dat we tijd moeten
over houden, om ons reisveerdig te maken
voor die groote reis.
Maar ge zijt re'sveerdig. Zijn uw
doodzonden niet gebiecht?
Dc man knikt van ja.
Wel, dan zijt gc de vriend van Ons
Heer, en zijt ge zeker, dat ge in den he
mel geraakt.
De man krabde toch achter zijn oor:
Ziet ge, niet veel goed verricht. Om
de straffen uit te vegen.
Dat is bijzaak. Dat zullen ze daar
boven wel schikken. En dat zal beter af-
'oopen dan gc meent. KomI
In razende vaart schoot de auto voor
bij; en het stof vloog achterna op de baa.;
en de bende kiekens stoof uiteen en vloog
de beken over.
De man met zijn nilenbril op, en een
eindje 'gekauwde sigaar in den hoek van
zijn mond, hield het stuur stijf vast, on
keek stijl den straatweg over.
De Engel sprong op de auto, gooide het
stuur om en duwde op de trapper:
Kom ga mee. Ons Heer waoht
naa: Hem toe
staan. Eerst werd zij gevleid, daarna ge
dreigd met martelingen, maar het. bekoor
lijke kind van dertien jaar bleef stand
vastig. Zij werd veroordeeld tot den
brandstapel, maar de vlammen weken te
rug en deerden haar niet. Omdat Agn<#
zoo standvastig bleef, werd zij ten slotte
ter dood veroordeeld. Met een zwaard zou
haar keel doorstoken worden. Rustig hoor
de Agnes het vonnis aan. Toen zij daar
als een onschuldig lammetje midden on
der het volk stond, weenden velen uit
medelijden met het lieve kind. Zelfs de
beul was zóó getroffen, dat hij weigerde
zijn beulswerk te verrichten. Daarom
sprak Agnes tot hom: „Waarom talmt gij?
Vrees niet mij te doen sterven, want de
dood is voor mij het begin van een nieuw
leven". Hierop vermande zich de beul.
Agnes bad nog even, boog het hoofd ach
terover cn ontving den doodelijken steek.
Een stroom van het zuiverste bloed stortte
zich over het kind. Dat was de wijding,
waardoor de Heer Jesus Agnes maakte tot
Zijn bruid en bloedgetuige.
H. Agnes, bewaar onze kinderen bij
het ontluiken van het jonge leven voor dc
ontzettend vele gevaren, waaraan kinder
lijke reinheid en onschuld is blootgesteld.
WOENSDAG, 22 Jan. Mis v. d. H.H.
Vincontius en Anastasius, Martelaren: In-
trct. 2e gebed ter eere van Maria (Deus
qui salutis); 3e voor Kerk of Paus. Kleur:
Rood.
DONDERDAG. 23 Jan. Mis v. d. H.
Raymundus de Pennafort, Belijder: Os
Justi. 2e gebed v. d. H. Emerentiana
Maagd en Martelares; 3e ter eere van
Maria. Kleur: Wit.
In zijn jongelingsjaren beoefende de H.
Raymundus met ijver en succes de rechts
wetenschappen. Hij behaalde den doctora
len graad. Bij zijn wetenschap voegde hij
groote deugd. Op 45-jarigen leeftijd trad
hij in de Orde der Dominicanen en on
derscheidde zich vooral door zijne liefde
jegens de slaven onder de ongeloovigen.
Met den H. Petrus Nolascus stichtte hij
de Orde van O. L. Vrouw tot vrijkoop dei-
slaven. Bijna 100 jaren oud overleed hij in
1275.
VRIJDAG, 24 Jan. Mis v. d. H. Timo-
theüs, Bisschop en Martelaar: Statuit.
Kleur: Rood. Na een goed getuigenis over
hem verkregen te hebben nam de Apostel
Paulus op zijn tweede Evengelie-reis Ti«
motheiis tot leerling aan, wijdde hem tot
bisschop en plaatste hem aan heb hoofd
der Kerk te Ephese. Bij gelegenheid van
een feest, ter eere van do godin Diana is
de heilige gesteenigd in 97.
ZATERDAG, 25 Jan. Feestdag van de
bekeering van den H. Apostel Paulus.
Mis: Scio. 2e gebed v. d. H. Petrus; 3e
voor den Paus. Credo. Prefatie v. d. Apos
telen. Kleur: Wit.
Het Epistel geeft het verhaal van de ge
beurtenis, we!ke de H. Kerk vandaag blij
en dankbaar herdenkt.
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Thomas
van Cora enz.; 3e v. d. H.H. Marius on
Gezellen; 4e v. d. H. Canut.
DONDERDAG. Feest v. d. Verloving v.
d. Allerh. Maagd. Mis: Salve (als op 8
Sept.) in het gebed wordt het woord „ge
boorte" veranderd in „Verloving"); 2e ge
bed v. d. H. Joseph (uit de Mis op 19
Maart); 3e v. d. H. Raymundus; 4e v. d.
H. Emeritiana. Evangelie uit de Mis v. d.
H. Joseph op 19 Maart. Credo. Prefatie
v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U om
de verloving). Kleur: Wit.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
Dc man werd zoo wit als de geklakte
gevel van dat huizeken.
Maar ik ben niet gereed, om mee te
gaan. Naar God.
En de sigaar viel uit zijnen mond van
't eendelijk gebibber.
Wnarom n:et?
- 'k Zit met een pak. Hier op mijn ge-*
weten. Zware dingen. Nooit gebiecht. Neen,
neen, 't kan nog niet.
En- hij gooide het stuur over, dat de
auto snorde, en de wereld met de boomen
op voor zijn oogen draaide. En ginder bij
den kronkel van de baan, vloog de auto
met vervaarlijken slag tegen dien boom,
dat dè boom er van kraakte.
Schoone dagen had zij in haar leven ge
had, veel. Maar dan was de oorlog geko
men en moest haar man optrekken.
Eu nooit had zij over hem nog iets ge
hoord. En waar hij in den grond lag, wist
niemand. En hun twee kindertjes waren
dan gestorven, van armoe eA gebrek. En
dan was zij zelf aan 't treuren gegaan,
aan 't uitleven.
Daar was geen geneeskruid tegen ge
wassen. Want haar hart was geraakt.
Nu kon zij niet meer, en lag op het
witte bed; zelf bijna wit. En haar zuster
en haar broeder pasten haar op.
Heel vriendelijk pakte de Engel haar
magere hand vast:
Kom, zei hij, Ons Heer wenkfc u, naar
Hem toe.
Ze deed haar oogen open, maar ver
schoot niet.
Ge zijt gereed?
Ja, zei ze rustig, al mijn zonden ge
biecht. Mijn lijden aan God opgedragen.
Dikwijls naar de Mis geweest, waarin
Jezus zelf voor ons opgedragen wordt.
Waarom dan niet gerust zijn? God is zoo
goed en veegt alles uit.
Blij glimlachte de Engel:
En denkt gij niet.
Och, neen, glimlachte ook zij, och
neen! Kom, ik ga algauw mee.
TH. VAN TICHELEN.