Het Huis van Savoye ZATERDAG 18 JANUARI 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Van Umberto Biancamano tot Victor Emmanuel III De voor-vaderen van kroonprins Umberto Toen in 1870 keizer Napoleon IH in den oorlog tegen Pruisen, slag op slag de ne derlaag leed, stond een koning op het punt Duitschland den oorlog te verklaren, om hem, die verloor te hulp te komen. Deze koning was Victor Emmanuel II, dje niet had vergeten, dat Napoleon III zijn wapenbroeder was geweest, die met hem, in 1859, had gevochten om Lombar- dije te veroveren en die mede had ge werkt hem tot koning van Italië te ver heffen. Niet zonder moeite konden de minis ters Lanza en Sella hem overtuigen, dat hij op het punt stond, de nog jonge Ita- liaansche natie mede te voeren in den afgrond, waarin Frankrijk door den oorlog tegen Duitschland was gestort. Victor Emmanuel, de „re galantuomo", een eerenaam, hem gegeven in 1849, door zijn Minister Massimo d'Azeglio, teen hij nog slechts koning van Sardinië was, was de eerste koning uit het huis van Savoye, een der oudste regeerende Huizen van Europa. Reeds in het jaar 1000 vinden wij in de geschiedenis het huis van Savoije ver meld. Als de stichter van het Huis, waarvan de thans regeerende Koning van Italië een afstammeling is, wordt Umberto de eerste Biancamano (met de blanke handen) ge noemd. Graaf Umberto Biancamano, aldus Cot- terin in zijn „Geschiedenis van Italië in de Middeleeuwen", was van uit de bergen van Savoije in de Povlakte afgedaald en wist vasten voet te krijgen in Piemonte door gevechten en listige verbonden. Hij verkreeg in 1032 het bezit van Aosta en werd vrijwel de stichter van het Huis. In 1290 vinden we, in de geschiedenis van Italië, een anderen graaf van Savoije met eere vermeld. Het was in de dagen, dat geheel Italië verdeeld was, dat iedere stad zijn eigen regeering en zijn eigen vorst had, en men elkaar bestreed. Dan vocht men aan de zijde der Duitsche vorsten, dan koos men partij voor den Paus. Iedere stad zag in de andere haar mededingster en wie de geschiedenis van Italië uit die dagen be studeert, zal stuiten op veel strijd, veel onderlingen naijver, tal van groote en klei ne gevechten en belegeringen. In 1270 had Guglielmo Spadalunga (langzwaard), markies van Monteferrato, zich meester gemaakt van een aantal Lombardijsche steden, o. a. van Novara, Vercelli, Asti en Pavia en hij bleef daar, heerschte tot 1290, toen een coalitie van eenige steden hem wist. te overweldigen. Het leger van deze steden werd aange voerd door Amadeo van Savoije, ook een der voorvaderen van den tegenwoordigen Italiaanschen vorst. Reeds spoedig wisten de graven van Savoije, wier vaderland moet worden ge zocht in de diepe bergengten van Maurien- ne, (vandaar, dat de eerste ook graaf van Maurienne heette), hun gebied uit te breiden met Turijn, Nice, enz. Amadeo de Zesde, bijgenaamd Conté Verde (de groene graaf,) omdat hij altijd een groen uniform droeg, die van 1343 tot 1382 regeerde, wist door talrijke overwin ningen de macht van zijn Huis te vergroo- ten. Amadeo de Achtste werd hertog, op den 19den Februari 1417 en hij wist in 1419 een groot deel van Piemonte te ver overen. Hij was het ook, die aan zijn vorstendom het eerste wetboek gaf. Toen had hij ge noeg van de macht en werd in 1434 kluize naar te Ripaille bij Thonon. Vijf jaar la ter werd hij tot Paus gekozen door het concilie van Bazel en hij bleef Paus, on der den naam van Felix V, tot 1449. Hij stierf twee jaar later. In geheel de geschiedenis door, waren de graven, hertogen van Savoije avontu riers, vechtersbazen, die de zijde kozen van hen, die de meeste winst beloofden. Koppig, vasthoudend en er voortdurend op bedacht hun macht te vergrooten, hun gebied uit te breiden. Geplaatst tusschen de twee groote machten, Frankrijk en Oostenrijk, veran derden de hertogen van Savoye dikwerf van partij, doch wisten het altijd zóó aan te leggen, dat zij, niet alleen hun gebied behielden, doch het ook wisten uit te brei den. Een tijd lang onder Karei III was een groot deel van het gebied door Frankrijk geannexeerd. Doch de zoon van Karei, nl. Emmanuel Philibert, bijgenaamd „het ijze ren hoofd", onderscheidde zich reeds op vijf en^twintig jarigen leeftijd als generaal in dienst van Karei de Vijfde en wist voor Philips den Tweede den slag bij Sint Quintin te winnen, waardoor hij het her togdom steviger maakte en daarom als de tweede stichter van het huis van Savoije wordt beschouwd. We zien vervolgens, hoe Victor Amadeus II in 1713 den titel van koning van Sicilië aannam, welken titel hij, op den negenden Mei 1720 verwisselde voor dien van koning van Sardinië. Victor Amadeus II had tot opvolgers Karei Emmanuel III, van 1730 tot 1773 Victor Amadeus III van 1773 tot 1796, Ka- rel Emmanuel IV van 1796 tot 1802. De zoon van den laatste, Victor Emmanuel I, werd in de dagen der Fransche revolutie afgezet, doch kreeg zijn koninkrijk weer in 1814 terug. Hij regeerde tot 1814, opge volgd door zijn broeder Karei Felix Joseph die tot 1831 aan het bewind bleef. Hij werd opgevolgd door den zoon van Victor Emmanuel I, Karei Albert V., die tot 1849 regeerde. Zijn opvolger was Victor Emma nuel II, de eerste koning van het herboren Italië. We zijn genaderd aan de geschiedenis van het Koninkrijk Italië, en van zijn ontstaan. Reeds lang was er in Italië een bewe ging ontstaan, om het Oostenrijksche juk af te werpen. Het was vooral Guiseppe Mazzini, die de Italiaansche jeugd tracht te te begeesteren door woord en ge schrift. En wie wil lezen, hoe Oostenrijk huis hield in die dagen, leze het prachtige boek „Mijne gevangenissen", van Silvio Pellico, die zonder haat schrijft over de kwellingen en de straffen, waaraan de Italiaansche mannen bloot stonden, die opkwamen voor de Italiaansche vrijheid en eenheid. Op den 14den Januari 1858 had op Na poleon III een bomaanslag plaats, toen hij met zijn gemalin naar de opera ging. De daders werden gegrepen. Het was de Italiaansche graaf Orsini en drie helpers, die Napoleon wilden herinneren aan zijn belofte, het verdrukte Italië te bevrijden. Vroeger was Louis Napoleon lid van de carbonnari geweest, een vereeniging, welke de vrijheid van Italië in haar vaandel had geschreven en met die vrijheid had ook Napoleon gedweept. Het gevolg was, dat Frankrijk zich met de Italiaansche toe standen ging bemoeien. De koning van Sardinië, had reeds op het congres van Parijs, door zijn staats man Cavour, (niet ten onrechte de Ita liaansche Bismarck genoemd), den eisch laten stellen: „Europa zou de nationale eenheid van Italië inzien". Juli 1858 liet Napoleon Cavour bij zich komen en men trof een overeenkomst, waarbij werd bepaald, dat onder het huis van Savoije het koninkrijk Italië zou wor den gesticht, welk Koninkrijk zou bevat ten, behalve Sardinië, het Oostenrijksche Italië, Parma, Modena, Toscane en een deel van den Kerkelijken Staat Daarentegen zou Victor Emmanuel, Savoije en Nice aan Frankrijk afstaan. Dadelijk na het sluiten van dit verdrag, begon Frankrijk zich voor den oorlog te gen Oostenrijk gereed te maken, zij het dan ook in het geheim. Het Fransche volk wilde evenwel niets van den oorlog wer ten en om de stemming te verbeteren, sloot Napoleon met Sardinië een verde digingsverdrag. Bij de nieuwjaarsontvangst aan het Fransche hof, 1 Januari 1S59 kwam van den kant van Napoleon de openlijke verklaring, dat in Italië spoedig de oorlog zou losbarsten. De keizer zeide nl. op koe len toon, tot den Oostenrijkschen gezant, baron Hübner: „Ik betreur het, dat onze betrekkingen niet zoo goed zijn, als ik wenschte, doch ik verzoek U, den keizer mee te deelen, dat mijn persoonlijke ge voelens voor hem steeds dezelfde blven." Eenige dagen later, zeide Victor Emanuel in de Volksvertegenwoordiging van Sardi nië: „dat Sardinië niet langer onge voelig kon blijven voor de smartkreet, welke van alle kanten uit Italië opsteeg en dat hij met zijn land had besloten alle eventualiteiten tegemoet te treden". De Oostenrijksche regeer'ng nam de handschoen, haar toegeworpen op. Haar positie in Italië was ondragelijk gewor den. Ten gevolge van de bedreiging van Sardinië, dat alle vluchtelingen en tegen standers van het keizerrijk opnam, die het vormen van vrijwilligerscorpsen toestond en zijn loger voortdurend u'tbreidde, had ook Oostenrijk zijn leger in Italië ver sterkt. Tevergeefs poogden de diplomaten van de Europeesche staten Oostenrijk te bewegen een congres over de Italiaansche aangelegenheden te houden, om tot over eenstemming te komen. Op den 22sten April 1859 stelde het Weensche kabinet aan de regeering van Sardinië den eisch, binnen drie dagen het leger op voet van vrede te brengen en de vrijscharen te ont binden, of oorlog te verwachten. Met groo te beslistheid werd deze eisch door Cavour afgewezen en daarop kreeg de Oostenrijk sche veldmaarschalk Gyulay het bevel, de Tessino over te trekken. En reeds op 30 April waren ook de Fransche troepen in Turijn, overal jube lend door de bevolking begroet. Ook keizer Napoleon was te Genua aan land gestapt en vereenigde zich met de Sardiniërs. Door het dralen van Gyulay, kreeg het le ger van Sardinië gelegenheid zich te ver sterken, zoodat in Mei te Alessandria 80.000 man waren geconcentreerd, terwijl Garibaldi met zijn alpenjagers van het ge bergte op den rechtervleugel, de Oosten rijkers verontrustte. Het opperbevel over de vereeirgde Sardijnsch-Fransche troepen, nam Napo leon op zich. Eindelijk na kleine gevechten bij Mon- tebello, Vareso en Como, had op 4 Januari de beroemde slag bij Magenta plaats, waar de Oostenrijksche troepen werden versla gen. Op den Ssten Juni konden Napoleon en Victor Emmanuel hun intocht houden te Milaan. De overwinning van Magenta had tot gevolg, dat niet alleen geheel Lombar- dije, doch ook geheel Midden-Italië bevrijd werd van het Oostenrijksche juk. De her togin Louise van Parma ging naar Zwit serland, terwijl de hertog van Modena het leger van Oostenrijk opzocht. De groot hertog van Toscane verliet Florence en stelde zich onder bescherming van Oos tenrijk. Overal wenschte de bevolking aanslui ting bij Sardinië, en overal werd de Ita liaansche vlag geheschen. Bologna maak te zich van den Paus los en stelde zich onder het dictatorschap van den koning van Sardinië. Oostenrijk gaf evenwel de hoop nog n:et op. Keizer Franz Joseph nam nu zelf het opperbevel over. Doch ook nu zou een ernstige nederlaag worden geleden. De keizer trok de Mincio over, om aanvallend te kunnen optreden. Op den 24sten Juni 1859 had de slag bij Solverino plaats. Spoedig was de Oosten rijksche linie doorbroken, weldra de beide vleugels terug geworpen. Dank zij een he vig onweer, konden de Oostenrijkers zien in goede orde terugtrekken. De offers van dezen bloed:gen strijd waren groot. De Oostenrijkers verloren 22000 man, onder wie 9000 gevangenen. Het directe gevolg van den slag bij Solverino was het tot stand komen van den vrede van Villafranca. Op den llden Juni stond Oostenrijk Lombardije tot de Mincio af aan Frankrijk, onder de voor waarde evenwel, dat Sardinië aan Oosten rijk werd gelaten. Italië zou een staten bond onder voorzitterschap van den Paus vormen, waartoe ook het Oostenrijksche Venetië zou behooren. Deze punten werden op den lOden No vember door het verdrag van Zurich beves- t'gd en daardoor was de invloed van Oos tenrijk in het Apenijnsehe schiereiland vernietigd. De basis voor dc Italiaansche eenheid was gelegd en deze liet niet lang op zich wachten, daar Engeland en Frank rijk als principe voor de Europeesche sta ten vastste'den, z'ch niet te mengen in Italiaansche aangelegenheden. De staten van het schiereiland ruimden de nog bestaande dynastieën op en sloten zich bij Sardinië aan. Reeds in het begin van het jaar I860 hadden de staten van Midden-Italië onder de naam Emilia een eigen ministerie. Met het koninkrijk Napels en Sicilië ging dat niet zoo gemakkelijk. Doch reeds in April 1860 hadden te Messina en Paler mo opstootjes plaats tegen de vorstelijke huizen, welke opstootjes door de troepen werden onderdrukt. Doch toen trad Gari baldi met zijn vri'scharen op. Op den llden Mei landde Garibaldi bij Marsala aan de westkust van Sicilië met meer dan 1C00 vrijwilligers, Garibaldi trok over de ber gen, om n'euwe vrijwilligers te krijgen. Hij proclameerde de dictatuur over Si cilië, in naam van Victor Emmanuel cn trok tegen Palermo op. Gesteund door de bevolking van de stad, was Garibaldi wel dra meester van de stad en dank zij de be middeling van Engeland had e-en wapen stilstand plaats en trokken de koninklijke troepen z'ch terug. De -inneming van Pa lermo was de doodelijke stoot aan het koninkrijk toegebracht, terwijl Garibaldi als een nationale held door alle Italianen werd vereerd. Den 19den Augustus trok Garibaldi Qger de Straat van Messina, om naar Napels op te rukken. Hij had 5000 man troepen bij zich. Door een slimme streek wist hij de stad Reggio voor zich te w'nnen. Daardoor was de tegenstand van de koninklijke trcepen gebroken. Zij vluchtten, of gingen nuar den kant van Garibaldi over en overal kwam de bevolking in opstand tetgen de Regee ring. Reeds den 5den September stond Gari baldi bij Eboli, niet ver van Salerno. Het hof was gevlucht. Het geloofde n et meer aan de kracht van wapenen en verliet Na pels. De koning en koningin gingen mot hun gevolg naar Gaeta, terwijl Garibaldi op den 7den September zijn intocht in Na pe's hield en als dictator van het geheele land, in naam van Victor Emmanuel op trad. We zullen n'et verder uitweiden over de schermutselingen, welke plaats hadden voor eindelijk op den 18den Februari 1861 Victor Emmanuel de afgevaardigden van al'e staten kon bijeenroepen. Op den 20sten Maart daaropvolgende, werd hij tot koning van Italië gekozen. Over den strijd tegen den Paus spreken we niet. We bepalen ons nu nog slechfs tot, in het kort weer te geven de geschie denis van het huis van Savoye. Victor Emmanuel III geboren in 1820, werd na zijn dood, in 1878, opgevolgd door Umberto I, die in 1844 was geboren. Hij werd den 29sten Juli 1900 door den an archist Bresci vermoord. Zijn zoon, de te genwoordige koning, Victor Emmanuel II, volgde hem op. Deze, geboren 1869, huwde op den 24sten October 1896, de schoone prinses Helene van Montenegro, dochter van Niki van Montenegro. De thans gehuwde pr'ns Umberto werd 15 September 1904 op het kasteel Rac- conigi geboren. Voor photo's, bij dit artikel behoorentf, zie men een photo-pagina in dit nummer. KOM MEE Kaal lagen de velden, zóó ver ge zien kondt. Want met hooge wagens vol graan wa ren de boeren er af gereden. En ginder ging witte rook omhoog, uit dien hoop dor loof, dat nu opgestookt werd. En jongens zaten in de boomen en plukten de appe len en peren af, de roode appelen en de gele peren. En ze zongen boven de boo men *it. Toen ging de Engel over het land, van bij den Heer. In den boomgaard was een kindje aan 't spelen, een kindje met blond krulhaar. En uit 't gras raapte het een blozenden appel op en beet er in, dat het sap op zijn tanden en lippen kwam. En de Engel streelde het over zijn kop- peken, heel zachtekens: „Ons Heer wenkt KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG, 19 Jan. Tweede Zondag na Driokoningen. Mis: Omnis terra. 2e gebed v. d. H.H. Marius en Gezellen, Martela ren; 3e v. d. H. Canut, koning en Marte laar. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drie eenheid. Kleur: Groen. Al is de Kerstkribbe weer verdwenen uit onze huiskamers on kerken, naar het voorbeeld van onze Moeder de H. Kerk mogen wij toch den voor ons geboren Za ligmaker niet vergeten. De H. Kerk houdt ons voor, ons over de geboorte van Chris tus te verblijden „Dat de geheele aardd juiche en lofliederen zingc en Christus aanbidde" (Introitus) en de Engelen des homels met ons loven God, Die Zijn Woord (Christus) heeft gezonden om ons van den ondergang te redden" (Graduale; Alleluja-vers). Wat heeft God toch veel voor onze zielen gedaan. Alleluja! (Offer torium). Bidden wij om deel te hebben aan die vele vruchten der H. Menschwor- ding van Gods Zoon: de vergiffenis der zonden (Stilgebed), de kracht om goede werken te doen, zooals het Epistel die op somt (Postcommunio; Epistel), in één woord om het hoogste goed van den Vre devorst: den waren vrede des harten. Wij kunnen deze niet genoeg te waardeeren gave van Christus verwachten. Hij kan ze ons geven, Hij, Die God is, zooals Zijn eer ste wonder zoo duidelijk leert (Evangelie). MAANDAG, 20 Jan. Mis v. d. H. H. Fa- bianus en Sebastianus, Martelaren: In- tret. Kleur: Rood. Van den H. Fabianus, die Paus Anthe- rus opvolgde op den Steel van St. Petrus, (236) vermeldt de geschiedenis weinig. Een der geschiedschrijvers verhaalt, dat toen volk en geestelijkheid te Rome vergaderd waren om een Pans te kiezen, een duif uit de lucht nederdaalde en zich plaatste op het hoofd van Fabianus. Dit voorval vereenigde alle stemmen op Fabianus, die ofschoon vreemdeling en geen kerkelijk persoon, het bestuur der Kerk moest op nemen. Van zijn jeugd af was Sebastianus een vurig en ijverig christen. Hij werd sol daat, ondanks zijn afkeer van den solda tenstand, om de martelaren te kunnen helpen en bemoedigen en velen heeft hij geholpen tot de martelkroon. Niet we.cnd, dat Sebastianus christen was, heeft keizer Diocletiaan hem be vorderd om zijn wijsheid en moed tot hoofd van een afdeeliug der lijfwacht. Als zooda nig heeft Sebastianus vele groote diensten aan de Kerk bewezen tijdens de vervol ging onder Diocletiaan. Als christen be kend geworden, verweet de keizer hem zijn ondankbaarheid en gelastte, dat hij dcor de Mauritaansche boogschutters met pijlen zou worden doodgeschoten. Sebastianus was evenwel, zooals ge meend werd, niet dood, werd liefderijk verpleegd en genas. Sebastianus hield zich echter niet verborgen, maar zijn groo- ten ijver voor de zaak van Christus deed hem den keizer ontmoeten, wien hij in vrijmoedige taal verweet zijn onrechtvaar dig gedrag tegen de christenen. Diocletiaan liet Sebastianus gevangen nemen en in het renperk met stokslagen slaan. Zoo verwierf de H. Sebastianus den 19clen of 20en Januari 288 zelf den mar telkroon. DINSDAG, 21 Jan. Mis v. d. H. Agnes, Maagd en Martelares: Me exspectaverunt. Kleur: Rood. Als christinne moest Agnes voor den rechterstoel van den stadsprefect terecht- u naar Hem toe, vriendje. Zijt ge gereed om mee te gaan?" Ja, ik! zei de kleine, en liet den ap pel vallen. Ge zijt dan blij? Heel blijWant ik ben gedoopt en ik zal een Hangel zijn, gelijk gij. Een struisóhe jonge man reed los ie peerd over het land. En het peerd broe- semde, en de jonge man keek fier over de wijde akkers heen tot aan het haantje, dat ginder op den toren blikkerde. De Engel pakte den toom van het peerd vast: „Kom mee, manlief, ons Heer wenkt u naar hem toe! Zijt ge gereed om te gaan! De man werd bleek: Hemeltje lief, nu al?.... Ge maakt mij ongerust. Waarom zijt ge niet gereed? 'k Weet het niet. 'k Heb de Paters eens hooren preeken, dat we tijd moeten over houden, om ons reisveerdig te maken voor die groote reis. Maar ge zijt re'sveerdig. Zijn uw doodzonden niet gebiecht? Dc man knikt van ja. Wel, dan zijt gc de vriend van Ons Heer, en zijt ge zeker, dat ge in den he mel geraakt. De man krabde toch achter zijn oor: Ziet ge, niet veel goed verricht. Om de straffen uit te vegen. Dat is bijzaak. Dat zullen ze daar boven wel schikken. En dat zal beter af- 'oopen dan gc meent. KomI In razende vaart schoot de auto voor bij; en het stof vloog achterna op de baa.; en de bende kiekens stoof uiteen en vloog de beken over. De man met zijn nilenbril op, en een eindje 'gekauwde sigaar in den hoek van zijn mond, hield het stuur stijf vast, on keek stijl den straatweg over. De Engel sprong op de auto, gooide het stuur om en duwde op de trapper: Kom ga mee. Ons Heer waoht naa: Hem toe staan. Eerst werd zij gevleid, daarna ge dreigd met martelingen, maar het. bekoor lijke kind van dertien jaar bleef stand vastig. Zij werd veroordeeld tot den brandstapel, maar de vlammen weken te rug en deerden haar niet. Omdat Agn<# zoo standvastig bleef, werd zij ten slotte ter dood veroordeeld. Met een zwaard zou haar keel doorstoken worden. Rustig hoor de Agnes het vonnis aan. Toen zij daar als een onschuldig lammetje midden on der het volk stond, weenden velen uit medelijden met het lieve kind. Zelfs de beul was zóó getroffen, dat hij weigerde zijn beulswerk te verrichten. Daarom sprak Agnes tot hom: „Waarom talmt gij? Vrees niet mij te doen sterven, want de dood is voor mij het begin van een nieuw leven". Hierop vermande zich de beul. Agnes bad nog even, boog het hoofd ach terover cn ontving den doodelijken steek. Een stroom van het zuiverste bloed stortte zich over het kind. Dat was de wijding, waardoor de Heer Jesus Agnes maakte tot Zijn bruid en bloedgetuige. H. Agnes, bewaar onze kinderen bij het ontluiken van het jonge leven voor dc ontzettend vele gevaren, waaraan kinder lijke reinheid en onschuld is blootgesteld. WOENSDAG, 22 Jan. Mis v. d. H.H. Vincontius en Anastasius, Martelaren: In- trct. 2e gebed ter eere van Maria (Deus qui salutis); 3e voor Kerk of Paus. Kleur: Rood. DONDERDAG. 23 Jan. Mis v. d. H. Raymundus de Pennafort, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H. Emerentiana Maagd en Martelares; 3e ter eere van Maria. Kleur: Wit. In zijn jongelingsjaren beoefende de H. Raymundus met ijver en succes de rechts wetenschappen. Hij behaalde den doctora len graad. Bij zijn wetenschap voegde hij groote deugd. Op 45-jarigen leeftijd trad hij in de Orde der Dominicanen en on derscheidde zich vooral door zijne liefde jegens de slaven onder de ongeloovigen. Met den H. Petrus Nolascus stichtte hij de Orde van O. L. Vrouw tot vrijkoop dei- slaven. Bijna 100 jaren oud overleed hij in 1275. VRIJDAG, 24 Jan. Mis v. d. H. Timo- theüs, Bisschop en Martelaar: Statuit. Kleur: Rood. Na een goed getuigenis over hem verkregen te hebben nam de Apostel Paulus op zijn tweede Evengelie-reis Ti« motheiis tot leerling aan, wijdde hem tot bisschop en plaatste hem aan heb hoofd der Kerk te Ephese. Bij gelegenheid van een feest, ter eere van do godin Diana is de heilige gesteenigd in 97. ZATERDAG, 25 Jan. Feestdag van de bekeering van den H. Apostel Paulus. Mis: Scio. 2e gebed v. d. H. Petrus; 3e voor den Paus. Credo. Prefatie v. d. Apos telen. Kleur: Wit. Het Epistel geeft het verhaal van de ge beurtenis, we!ke de H. Kerk vandaag blij en dankbaar herdenkt. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN CISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, be halve ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Thomas van Cora enz.; 3e v. d. H.H. Marius on Gezellen; 4e v. d. H. Canut. DONDERDAG. Feest v. d. Verloving v. d. Allerh. Maagd. Mis: Salve (als op 8 Sept.) in het gebed wordt het woord „ge boorte" veranderd in „Verloving"); 2e ge bed v. d. H. Joseph (uit de Mis op 19 Maart); 3e v. d. H. Raymundus; 4e v. d. H. Emeritiana. Evangelie uit de Mis v. d. H. Joseph op 19 Maart. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U om de verloving). Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. Dc man werd zoo wit als de geklakte gevel van dat huizeken. Maar ik ben niet gereed, om mee te gaan. Naar God. En de sigaar viel uit zijnen mond van 't eendelijk gebibber. Wnarom n:et? - 'k Zit met een pak. Hier op mijn ge-* weten. Zware dingen. Nooit gebiecht. Neen, neen, 't kan nog niet. En- hij gooide het stuur over, dat de auto snorde, en de wereld met de boomen op voor zijn oogen draaide. En ginder bij den kronkel van de baan, vloog de auto met vervaarlijken slag tegen dien boom, dat dè boom er van kraakte. Schoone dagen had zij in haar leven ge had, veel. Maar dan was de oorlog geko men en moest haar man optrekken. Eu nooit had zij over hem nog iets ge hoord. En waar hij in den grond lag, wist niemand. En hun twee kindertjes waren dan gestorven, van armoe eA gebrek. En dan was zij zelf aan 't treuren gegaan, aan 't uitleven. Daar was geen geneeskruid tegen ge wassen. Want haar hart was geraakt. Nu kon zij niet meer, en lag op het witte bed; zelf bijna wit. En haar zuster en haar broeder pasten haar op. Heel vriendelijk pakte de Engel haar magere hand vast: Kom, zei hij, Ons Heer wenkfc u, naar Hem toe. Ze deed haar oogen open, maar ver schoot niet. Ge zijt gereed? Ja, zei ze rustig, al mijn zonden ge biecht. Mijn lijden aan God opgedragen. Dikwijls naar de Mis geweest, waarin Jezus zelf voor ons opgedragen wordt. Waarom dan niet gerust zijn? God is zoo goed en veegt alles uit. Blij glimlachte de Engel: En denkt gij niet. Och, neen, glimlachte ook zij, och neen! Kom, ik ga algauw mee. TH. VAN TICHELEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9