Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland •J VRIJDAG 10 JANUARI 1930 Nieuwjaarsrede van den Voorzitter In de hedenmiddag gehouden vergade- ring der Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rijnland heeft de voorzitter, de beer D. ten Cate Brouwer, uit Alphen aan den Rijn, de gebruikelijke Nieuwjaars rede uitgesproken. "We ontleenen er het volgende aan: DE ALGEMEENE TOESTAND. De economische toestand ver slechterd. De financieele uit komsten minder dan in 1928. Wat den economischen toestand in het district onzer Kamer gedurende 1929 aan gaat, zoo kan daarvan in het algemeen ge constateerd worden, dat vrijwel in alle be drijven, eenige uitzonderingen voorbehou den, de financieele uitkomsten over 1929 ten achter zullen blijven bij die van 1928. De flinke bedrijvigheid, waardoor zich 1928 kenmerkte, is in het afgeloopen jaar niet bestendigd. Voor meerdere takken van bedrijf zijn daarbij de verwachtingen voor 1930 niet bijster gunstig. Voor diverse groepen, zooals de bouw materialen-industrie en de tuinbouw is de lange vorstperiode, welke duurde tot circa half Maart, een geweldige handicap ge weest. Van eenige verlichting in de groote moei lijkheden, welke hooge tariefmuren van de ons omringende landen onze Industrie en Tuinbouw veroorzaken, is in het afgeloo pen jaar niets gebleken. Het tegendeel is zelfs het geval. Juist in de laatste dagen van het afgeloopen jaar heeft Duitsehland van verschillende producten het invoer recht verhoogd. Gelukkig is het bericht dat Duitsehland 't invoerrecht op „Kam- garen" had verdubbeld, niet juist geble ken. Toch kan men niet geheel gerust zijn. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de klachten over d-e belemmeringen, welke Handel en Industrie zelfs na Genève nog in den weg gelegd worden, steeds alge- meener en luider worden. De gedachte, dat er iets moet gebeuren om hierin verandering te brengen, houdt dan ook hoe langer hoe méér geesten be zig. Het probleem om deze handelsbelem meringen uit den weg te ruimen is van zoo enorme beteekenis, dat telkenmale in de eerste vergadering van elk jaar aan dit punt aandacht is geschonken. Vooral ook thans vraag ik de opmerk zaamheid van hen, die belang stellen m deze gewichtige aangelegenheden. A!« ver heugend verschijnsel kan ik noemen df aandrang van zoo vele zijden om voor het terrein der invoerrechten te komen tot een Pan Europa. Voor ons nuchtere Nederlan ders is een dergelijke leuze spoedig wei nig meer dan een hersenschim. Omtrent de wenschelijkheid van de Vereenigde Sta^ ten van Europa mogen velen het eens zijn, de practische verwezenlijking stuit op zón- vele bezwaren, dat weinigen in Neder land daarvoor warm gestemd zullen zijn. De welvaart der Vereenigde Staten, al waar binnen een gebied met ruim 110 mil- lioen inwoners, geen tariefmuren beslaan, blijft evenwel fascineerend werken. Alge meen wordt erkend, dat deze groote wel vaart niet mogelijk zou zijn, indien tus- schen de verschillende Staten aldaar, ta riefmuren waren opgetrokken. Theoretisch bezien zou op den duur een Pan Europa zeker aan de inwoners van ons werelddeel ongemeen groote voordeelen brengen. Meer goederen zouden voor minder geld kunnen worden gekocht. De totale produc tie zou daardoor zeer toenemen. Echter zou een dergelijk zich al te snel voltrek kende totstandkoming van een tolunie Nijverheid en Handel zoozeer ontwrichten, dat geen regeering het zal aandurven om inderdaad die richting uit te gaan. Vele bedrijven, die, dank zij de bestaande pro tectie, kunnen bestaan zouden ten gronde gaan of allicht minder floreeren. Niet alleen groot-kapitaal-verlies maar ook veel werkloosheid zouden alsdan het direct ge volg zijn. De voordeelen bestaande in rui mer en beter beloonde productie in andere bedrijven en in een goedkooperen levens standaard zonden zich slechts naderhand openbaren. Ondanks deze nadeelen, welke aan een snel tempo en aan algemeene deelneming zijn verbonden en daarvan onafscheide lijk zijn, wordt de gedachte aan een col lectief verdrag tusschen de Staten van Europa door tal van Staatslieden van naam gepropageerd. Vooral echter hel minder verstrekkende denkbeeld om in een bepaalde groep landen in Europa de tolmuren met bepaalde percentages gelei delijk te verlagen, een denkbeeld hierte lande oa. ook door Prof. van Gijn voorge staan, lacht thans in deze Unie velen toe. De aanvankelijke opzet om een Euro- peesche Tolunie te verwezenlijken, is daarmede naar den achtergrond gedron gen. Om deze Europeesche Tolunie zou den min of meer hooge maar in elk geval eenvormige tolmuren moeten worden op getrokken. Een ieder gevoelt dat én de verdeeling van de opbrengst dier tarieven èn de hoogte dier tarieven voor een derge- üijke gedachte onoverkomelijke hinderpa len in den weg leggen. Ook in ons land is er een Comité opge richt o.a. om te bevorderen, dat verschil lende landen zullen overeenkomen oan geleidelijk de tarieven te verlagen. Men ontvangt geheel den indruk, dat het in de bedoeling ligt collectief dergelijke verdragen tot geleidelijke vermindering der tarieven ai te sluiten. Gevreesd moet echter worden, dat dit tot lange maar weinig vruchtdragende onderhandelingen zal voeren. Naar mijne meening moeten hier juist geen collectieve verdragen worden afge sloten, maar zal elke Staat telkens met één andere moeten trachten tot overeen stemming te komen. Zwaar protectionistische landen kunnen aan dergelijke verdragen niet meedoen, al thans dit kan moeilijk verwacht worden. Zon men collectieve verdragen sluiten, dan zou ook voor zwak protectionistische lan den de stap om toe te treden te gevaar lijk worden. De karre dat het eigen be schermde bedrijfsleven door de plotselin ge vrije mededinging uit meerdere landen zal worden ontwricht, is dan zóó groot, dat de beslissende stap allicht zal uitblij ven. Vooral als bovendien vrije toetreding van andere Staten is geoorloofd, is aan sluiting van een land weinig minder 'dan een sprong in het duister. Verkrijging van afzetgebied is de laatste halve eeuw een steeds neteliger probleem geworden. Steeds grooter worden de tech nische mogelijkheden om de productie op te voeren en tegelijk daa-rmede het onkos- tencijfer te drukken. Vooral na den we reldoorlog is de ontwikkeling der techni sche mogelijkheden met reuzenschreden vooruitgegaan, met als gevolg, dat vaak veel meer kan worden geproduceerd dan geconsumeerd. Dit heeft het tot stand komen van trusts en kartels ten zeerste bevorderd. Is in een klein land het afzetgebied reeds zeer be perkt en daardoor de ontwikkelingsmoge lijkheid tot een werkelijk groot bcdriif in verschillende bedrijfstakken reeds bij voor baat niet mogelijk, ook de vestiging en de opbloei van bepaalde bedrijven kunnen in een klein land, door de trusts en kar tels veel eerder en met veel minder kos ten onmogelijk gemaakt worden dan in een groot land. In een klein land met in verhouding eene kleine consumptie, kunnen buiten- landsche groote trusts en kartels op elk willekeurig moment en zoo lang zulks noo- dig lijkt, de prijzen der betreffende artike len gemakkelijk tot een zoo laag niveau neerdrukken, dat de productie der nieu we fabriek niet meer loonend is. Niet alleen ter wille van de directe -ver grooting van het afzetgebied maar vooral ook met hot oog op de toekomstige>ontwik keling van hét "bedrijfsleven is het vooral voor kleine landen noodig "om de tolbar- rières onder elkander neer te halen. Algeheel© vrijhandel zou Nederland en speciaal het Nederlandsche bedrijfsleven tot ongekende welvaart voeren, vernuft, energie, kapitaal, ondernemingslust ar beidskrachten zijn in ons land in ruime mate voorhanden, de ontplooiing er van wordt echter tegengegaan door de onzeke re positie van de markt in eigen land, om dat deze geheel afhankelijk is van de wil lekeur van buitenlandsche trusts en kar tels, die het in handen hebben elk initia tief reeds bij de geboorte de mogelijkheid van krachtigen groei te ontnemen. Nederland is helaas vrijwel het eenige land, dat in dit oozicht geheel weerloos staat.,Ook verschillende andere landen on dergaan echter in sterke mate den invloed van deze politiék der trusts en kartels. Voor een land als Nederland, dat weinig of niets heeft aan te bieden ter verkrij ging of behoud van de mecst-begunstiging zal het in enkele gevallen mogelijk be zwaar opleveren, om onder dergelijke om standigheden het recht van meestbegunsti- ging te behouden. Daarom zal een doelbe wuste handelspolitiek zeker uitkomst kun nen brengen. De hier aangegeven regeling heeft hare bezwaren ongetwijfeldDe bezwaren ver bonden aan het lijdelijk den bestaanden toestand aanvaarden zijn echter veel groo ter. Het hier voorgestelde ligt in den geest van dezen tijd en sluit zioh zeer nauw aan bij wat wordt beoogd door de Europeesche Douane Unie. Een tweetal jaren geleden bepleitte ik vanaf deze plaats een betere economische outillage, omdat de overheid door hare gebrekkige kennis van het economische leven in binnen- en buitenland niet in staat was om aan onze Industrie en Handel de noodige steun en voorlichting te geven. Dat daarbij van een doelbewuste handels politiek geen sprake kan zijn, spreekt van zelf. Met groot genoegen heb ik echter kennis genomen van de woorden door Z.E. den Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid gesproken in do vergadering van 6 Dec. j.l. in de Tweede Kamer, waaruit bleek, dat duidelijk ten Dopartemente wordt beseft, dat de mogelijkheid van voorlichting buitengewoon gering en zeker onvoldoende is. Minister Verschuur deelde aldaar mede, dat de Regeering zich buiten machte ge voelde om haar eigen taak ten deze te vervullen. Het is zeer te hopen, dat het niet bij woorden zal blijven, maar dat zeer spoedig de gelden zullen worden aange vraagd om, in afwachting van een betere Departementale indeeling, reeds thans vele der talrijke groote lacunes weg te no men. Met groote instemming zal ook door velen vernomen zijn, dat Minister Ver schuur de noodzakelijkheid, althans de wenschelijkheid van een dubbel tarief ronduit heeft erkend. Reeds veel te lang is Nederland niet bij machte geweest om voor zich speciale voordcelen te bedingen" en heeft het weinig meer verkregen, dan dat het mede voordeel trok van de gunstige bepalingen, welke andere landen voor hun- DE LEIDSCHE COURANT ne nijverheid en handel wisten te bedin gen. Het was dan ook dokwijs slechts toe val als daarbij ook speciaal Nederland sche wenschen in vervulling gingen. DE NIJVERHEID IN 1929. Ten aanzien van den bedrijfsgang in de verschillende bakken van Nijverheid kan het volgende worden medegedeeld: Bloembollen. 1929 is voor de bloembollenkweekerij en handel een bijzonder jaar geweest. In Januari trad een strenge vorst in, welko tot begin Maart voortduurde. Door dat deze vorst buitengewoon streng was en er geen sneeuw viel, ontstond er groote vorstschade. Groote partijen tulpen, nar cissen, crocussen en irissen hadden zooveel te lijden, dat men reeds spoedig tot het inzicht kwam, dat de normale hoeveelheid niet zou kunnen worden geleverd. Hier door werd de verkoop onmiddellijk ge remd. De handel was bevreesd contracten at te sluiten en degene die nog te koop aan bood, deed dit alleen tegen zeer verhoogde prijzen. Tengevolge hiervan bleef de ver koop dit jaar belangrijk beneden het vo rige jaar. Het vorige jaar werd uitgevoerd 42.600.000 K.G. met een waarde van 43.000.000, terwijl dit jaar de uitvoer on geveer 35.000.000 K.G. bedraagt met een waarde van 40.500.000. Hyacinthen hebben over het algemeen het minst van de vorst te lijden gehad, ter wijl de tulpen, vooral in sommige soorten, veel hebben geleden. Niettegenstaande groote vorstschade is de beplante operviakte weer vrij belangrijk uitgebreid. Diit betreft bijna allesoorten bloembollen. De uitbreiding heeft ook dit jaar weer groote hoeveelheden bloembollen van de markt gehouden, die voor export te ge bruiken waren geweest. Dit heeft aan de sterke prijsstijging van tulpen, narcissen en crocussen medegewerkt. De hyaeinthen waren dit jaar belangrijk goedkooper, ten gevolge van het beste gewas (deze hadden het minste van de vorst geleden) en ook omdat de ziekte-epidemie nagenoeg over wonnen is. De resultaten in het .algemeen zijn ook dit jaar voor den kweekcr bevredigend geweest, uitgezonderd zij die zeer groote vorstschade hadden. De exporthandel heeft tengevolge van de voortdurend stijgende prijzen te weinig handelswinst gemaakt. Voor meerdere soorten bestaat nog-steeds veel belangstel ling, zoodat daarin een levendige handel is ontstaan. De uitkómsten van dezen tusschenhandel zijn bevredigend. De buitenlandsche handel geeft zeer veel moeilijkheden. In verschillende landen verhoogt men de invoerrechten of maakt men andere moeilijke bepalingen om den invoer van bloembollen te belemmeren en kan men zeer weinig bespeuren van den geest van Genève om net ruilverkeer te vergemakkelijken en de thans bestaande invoerrechten niet te verhoogen. De landprijzen in het bloembollen-dis trict blijven nog steeds zeer hoog, tengevol ge waarvan een sterke uitbreiding plaats heeft in andere gedeelten van ons land. Bloemkweekerijen en snijbloemen- handel te Rijnsburg. De Bloemkweekerij te Rijnsburg heeft in het afgeloopen jaar zich wederom uitge breid. Niet alleen vermeerderen het aantal kweekerijen, doch ook bouwen de bestaan de kweekerijen geregeld kassen bij. De exporthandel naar Engeland was ge durende de eerste maanden van het jaar uitstekend. Naderhand werden echter zware verliezen geleden. De exporthandel naar Duitsehland is ge durende het geheele jaar onbevredigend geweest. De lange vorstperiode in het .voor jaar van 1923 veroorzaakte in de kweekerij groote moeilijkheden. Algemeen had men moeite om de kassen warm te stoken. Een groot gedeelte bolgewassen mislukte daar door, terwijl ook vele bloemen en planten door de vorst totaal werden vernietigd. De aanvoer op de veiling onderging daardoor een aanmerkelijke vermindering. De slechts enkele jaren geleden hier ter hand geno men rozencultuur werd dit jaar niet belang rijk uitgebreid. De veiling-vereeniging „Flo ra", de grootste ter plaatse, moest ook dit jaar weer overgaifn tot vergrooting der gebouwen. De omzet op deze veiling be droeg in totaal vanaf 1 October 1928 tot 30 September 1929 1.681.494.86 tegenover 1.271.775.60 in het voorafgaande jaar. Wanneer de prijzen dit jaar normaal wa ren geweest, zou de omzet waarschijnlijk 2.000.000.hebben bedragen. Het winst cijfer van Flora bedroeg 37316.83, zoo- d&t het veilingsbcdrijf ook dit jaar weder rendeerend is geweest. Door het veilingbestuur werd besloten in de toekomst ook deel te nemen aan Buitenlandsche Tentoonstellingen, wan neer deze vallen in de tulpen-periode, wel ke een speciale Rijnsburgsche cultuur ri. Do import van Fransche bloemen, welke eenige jaren geleden van beteekenis was, gaat ieder jaar achteruit en de zendin gen, welke thans nog binnenkomen, zijn gering en van weinig beteekenis. visscherij te Katwijk. De resultaten van dit seizoen bleven be laas ver onder bescheiden verwachtingen. In den aanvang werd geregelde uitoefe ning van de trawlvisscherij door de stren ge koude ernstig belemmerd, terwijl een staking, die de geheele maand Februari duurde, mede bijdroeg tot zeer onbevre digende uitkomsten. Zonder twijfel heeft de tfawlvisscherij dit jaar verlies opgele verd. Aan deze Visscherij, welke in begin Ja nuari geopend en door het meerdeel der schepen half Juni beindigd werden namen deel: 10 zeilloggers, die gemiddeld bruto hebben besomd 2685.en 41 motorlog- gers, met een gemiddelde bruto-besom- ming van 12670. In zeer korten tijd zijn de zeilloggers zoo goed als geheel uitgeschakeld. Dit jaar voer de Katwijksche "Goot ter haringvis- scherij uit met niet minder dan 82 motor- logfers en slechts 5 zeilloggers. Het afgeloopen seizoen geeft alle aan leiding tot tevredenheid en met name de na-teelt, d.w.z. de visscherij op do Engcl- sche kust heeft daartoe ruimschoots bijge dragen. De eerste aanvoeren toch van de Kat wijksche vloot waren onregelmatig en slecht. Enkele schepen deden korte reizen met besommingen van beteekenis. De visscherij op de zandgronden is be ter geslaagd. Dc overvloedige vangsten op de Engelsche kust hebben de gunstige uit komsten echter in hoofdzaak teweeg ge bracht. Aan de haringvangst namen deel: 5 zeilloggers met een gemiddelde besomming van 23000.en 82 molorloggers met een gemiddelde besomming van 40.000.De hoogste besomming van een motorloggcr bedroog niet minder dan 80.000. Conserven. Fabrieken van Verduurzaamde Levens middelen hebben in 19-29 een middelmatig resultaat bereikt. De fcooge prijzen, waar tegen het gewas 1928 moest worden inge kocht, waren oorzaak dat de producten niet onder lieders bereik gebracht konden worden. Weliswaar was de lange vorstpe riode in het voorjaar van 1929 bevorderlijk aan een flinke consumptie, toch was do af zet niet. zoodanig dat bij het begin der nieuwe campagne de '-•ude voorraden ge ruimd waren, integendeel bleef men nog met oude voorraden zitten. Het gewas 1929 kon op de veiling over vloedig tegen normale prijzen worden inge kocht behalve enkele producten als bloem kool en andijvie, welke beide artikelen ge leden hebben door de abnormaal droge weersgesteldheden. Ia doorsnee beant woordde het product echter niet aan de verlangde kwaliteit* Buitenlandsche pro ducten worden nog in zeer belangrijke hoe veelheden uitgevoerd. Invoer van deze buitenlandsche producten ook 'in onze Ko loniën, neemt hand over hand toe. Werden vroeger buitenlandsche conserven belast met een invoerrecht berekend per kilo, thans wordt het invoerrecht berekend naai de factuur waarde en deze omstandigheid is voor de Hollandscha Conserven-Indus- trie ongunstig. Scherpe concurrentie met lage prijzen is daarvan het gevolg. Ook de toename van het aantal fabrieken in ons land komt deze concurrentie nog ver- grooten- Een verdere ongunstige factor is voorts, dat de cultuur onder gias belangrijk toe neemt, waardoor zoowel in het voorjaar als in het najaar de versohe in stookkas-" sen getrokken groenten de geconserveerde levensmiddelen vervangen. Vruchtensap- en Jamfabrieken. Deze fabrieken in ons district hebben in 1929 in het algemeen een zeer bevredigen den omzet kunnen bereiken. In de laatste maanden van dit jaar was de omzet ech ter zeer gering, hetgeen in hoofdzaak toe- vruchtensap genomen worden. Dc prijzen waren over het algemeen aan den lagen kant. Tuinbouw. De cöperatieve Groenten-, Fruit- en Bloembollen-V eilings-vereeniging voor Leidon en Omstreken, welks Leden-aantal in het afgeloopen jaar steeg tot 240, on derging oveneens den invloed van het kou de voorjaar en den drogen zomer. Werd in 1928 op deze veiling een omzetcijfer bo- reikt van ongeveer 1 millioen gulden, dit omzetcijfer kon ondanks de hierboven ge schetste ongunstige omstandigheden d:t jaar nog iets stijgen. Zulks was toe te sohrijven aan de toename van het aanial leden en mede door zeer belangrijke aanvoeren van het product spruiten. In Alkemade hebben de gevolgen van den langdurigen en strengen winter zich het geheele jaar doen gevoelen. Dit kwam allereerst tot uiting bij de aardbeientcelfc, welke gedurende 1928 zulke veel belovende perspectieven opende, doch in 1929 een te leurstellend resultaat opleverde. Talrijke planten waren door de vorst ernstig be schadigd, zoodat zoowel kwaliteit als kwan titeit minder goed dan tevoren waren. Doordat de export eerst betrekkelijk laat kon aanvangen was de vraag te Londen naar de Hollandscbe aardbeien, mede in verband met den groote aanvoer uit meer zuidelijk gelegen landen, zeer gering en de handel was dan ook van weinig betee kenis. Ook de andere producten waren mede door de op de vorst gevolgde priode van langdurige droogte zeer laat, terwijl van sommige producten het gewas grooten- deels mislukte. Tengevolge hiervan was er dit jaar weinig export. Hierdoor werden de prijzen ernstig ge drukt, hetgeen tot uiting komt in een to taal omzetcijfer van de exportvoiling van Roelofarendsvcen. Werd in 1928 aldaar ge veild een bedrag van ruim 1 millioen gul den, in het afgeloopen jaar bedroeg dit slechts 700.000.en dat niettegenstaan de de zeer belangrijke uitbreiding, welke in de glaseidtuur in tet afgeloopen jaar heeft plaats gevonden. Deze aanzienlijk mindere opbrengst drukt op het geheele economische leven in Roelofarendsvcen. In het najaar trad een groote vraag in voor late sla en tomatea. Het buitenland trad hier op als koopcr en de teelt van deze producten gaf dan ook goede uitkom sten. In het algemeen echter blijven de hooge invoerrechten, welke Duitsehland van 'onze tuinbouw-artikelen heft, een ern stig beletsel voor de ontplooiing van onzen export. Dakpannen-industrie. In dezen tak van nijverheid kon meu, gedwongen door den langen winter in liet voorjaar van 1929, eersf zeer laat met dc productie een aanvang nemen, waardoor het aantal gefabriceerde panuen bleef be neden het aantal in 1928 gefabriceerd. DERDE BLAD PAG. 9 Schelpkalk-industrie. Ondanks den zeer strengen langdurigen winter, die zeer beduidende stagnatie in de Kalkafname veroorzaakte, kon toch de omzet van 192-3 nog worden overtroffen. Hoogere kalkprijzen in het Buitenland en tevens de verhoogde cementprijzen wa ren daarvan oan. oorzaak. Basaltinetegels. De vraag naar deze tegels was geduren de 1929 belangrijk grooter dan in bet voor gaande jaar, hetgeen o.m. het gevolg is van de vrij belangrijke kwanttuns, welke in het afgeloopen jaar zijn gebruikt voor de betegeling van fietspaden langs de wegen. De groote binnenlandsche productie en de nog steeds niet onbelangrijke invoer uic België brachten de prijzen op een laa^ peil. Betonriolen, enz. Omdat gedurende heo voorjaar van 1929 door de strenge vorstperiode niet ko:i worden gefabriceerd, ontstond er in April en Mei van 1929 in dit bedrijf een flinke opleving. De groote productie van het be langrijk aantal fabrieken in deze branche voorzag echter spoedig in hot tijdelijk te kort, waarna door scherpe concurrentie de prijzen terugvielen op een niveau, het welk geen winst overliet. In dit bedrijf ziet men voor 1930 de toekomst donker in en meent men een zaken-depressio te be speuren, waardoor menige voorgenomen nieuwbouw of uitbreiding wordt uitgesteld. Kalkzandsteenfabrieken. Ofschoon ook in dit bedrijf do strenge winter dealgemeeno gang van zakon in dc eerste drie maanden zeer ongunstig be- invloedde, is het verdere verloop van 1929 niet ongunstig geweest. Houthandel. De eerste drie maanden van 1929 waren voor dit bedrijf tengevolge van den stren gen winter zeer ongunstig. In de zomer maanden echter was er in de Bouwnijver heid flinke drukte en konden voldoende orders worden goboekt. In dit bedrijf on dervindt men moeilijkheden van den ver korten weltclij'ken lostijd van binnensche pen. Scheepsbouw. De Schcepsbouwwervcn in he district onzer Kamer hadden gedurende 1929 vol doende werk. Voor de zeevisscherij wer den wederom opdrachten ontvangen tot den bouw van stalen stoomtrawlers en tot het ombouwen van zeilloggers tot nu- torloggors, terwijl bij de intrede van het nieuwe jaar meerdere orders1 nog op uit voering wachten. Textiel-industrie. De financieele uitkomsten in deze be drijven zijn ongunstig beïnvloed door de sterke reactie, welke in hot afgeloopen jaar heeft plaats gehad in dc hooge wol- prijzen. Alle markten, zoowel London, Australië. Zuid-Amerika en de Kaap, ga ven bij elke veiling steeds lagere notee- ringen. Wel volgde af en toe eenige schijn bare opleving, doch het slot baarde steeds teruggang, zoodat daardoor flinko verlie zen geleden werden. In tegenstelling van wat men ervan zou verwachten, gaf do strenge en langdurige koude in het begin van het jaar 1929 niet die drukte in het bedrijf, welke men ervan mocht veronder stellen. Dc sajet-industrie heeft zich thans vrij wel los gemaakt van haar oude conserva tieve zwarte kleur, waarin tot nog toe steeds dc grootste hoeveelheden verkocht werden. Dc fabricage van sajet en vooral het in voorraad houden werd dit jaar be langrijk moeilijker. Het aantal nuances en melanges nemen regelmatig toe en maken do productie-kosten grooter, het rendement slechter. De export was van zeer geringe betee kenis. Vermoedelijk zijn liquidaties in het buitenland daarvan een oorzaak. In de machinale breierij is' de toestand weinig veranderd. De vraag naar goedkoo- perc artikelen doet zich ook hier gevoelen, terwijl de zwarte kleur moer en meer wordt verdrongen. Dit bedrijf blijft nog steeds weinig loonend. Meerdere fabrie ken klagen over moeilijkhoden ontstaan door gebrek aan geschoolde arbeidskrach ten. De Wollendekenfa brieken daarentegen hadden gedurende het geheele jaar volop werk en hoewel meer dan vroeger he> ge val was, d© winterorders tijdig gegeven werden, bleven er tegen het einde van dit jaar toch nog orders onuitgevoerd. In de Vereenigde Touwfabrieken te Lei derdorp was de algemeene toestand in 1929 niet noemenswaard veranderd. Ook dit jaar was de fabriek voldoende mot werk voorzien. De te bedingen prijzen la ten echter nog altijd te wenschen over. De Middenstand. In het algemeen kan geconstateerd wor den, dat de resultaten over 1929 niet veel zullen verschillen met het voorgaande jaar. Do toestand is vrijwel dezelfde gebléven. Ook thans nog heeft de Middenstand een moeilijken strijd te voeren tegen het groo te kapitaal. De gemakkelijke verbinding met Den Haag blijft oorzaak dat nog vole inwoners van Leiden aldaar hunne inl ;o- pen doen. 'In hot afgeloopen jaar werden in het Handel8reg:ster van onze Kamer meerde- dere ingeschreven handelszaken doorge haald wegens opheffing, verhuizing, enz. Dit aantal neemt eer toe dan af en daar mede wordt weer eens gedemonstreerd dat maar al te vaak menschen, die hun vak niet onder de knie hebben en die bo vendien niet in het. bezit zijn van voldoend kapitaal, op den duur den concurrentie-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9