EXTRJi OPRUIMING NED. OOST-INDIE SPORT LUCHTVAART VRIJDAG 10 JANUARI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 DE PAPEGAAIEN-ZIEKTE. Volgens Wol ff-telegrammen zijn in Ost- seebahnhorst bij Treptow a/d Rega en in Glauchau (Saksen) nieuwe gevallen van papegaaien-ziekte gesignaleerd. In eerstgenoemde plaats had een dame begin December een papegaai uit Hamburg toegestuurd gekregen. Het dier stierf den 22sten December. De dame werd twee da gen later door longontsteking aangetast en is nog steeds niet beter. In Glauchau zijn voor eenige dagen ne gen leden van een gezin, waar begin dezer maand een papegaai gestorven was, naar het ziekenhuis overgebracht. Het onderzoek wees uit, dat ook zij door de gevreesde ziekte zijn aangetast. De ge zondheids-autoriteiten ter plaatse treffen maatregelen, om besmetting te voorkomen. Ter bestrijding van de papegaaiènziekte heeft de rijksminister van binnenlandsche zaken den landsregeenngen geadviseerd een tijdelijk invoerverbod voor papegaaien af te kondigen. Hierbij wordt opgemerkt, dat het aantal ziekte- en verdachte gevallen te Berlijn on geveer 20, te Hamburg en te Altona 6 be draagt. Ook de Zweedsche regeering is voorne mens een invoerverbod voor papegaaien af te kondigen. Bij de aankomst van eep stoomschip uit Zuid-Amerika te Hamburg hebben volgens het Acht Uhr Abendbiatt, verschillende personen, voor wie reizigers en matrozen een papegaai hadden meegebracht, deze dieren op staanden voet den nek omge draaid, andere papegaaien werden naar de diergaarde gebracht, weder andeie werden voor een appel en een ei aan straat handelaren verkocht. eHt Acht Uhr Abend- handelaren verkocht. Het Acht Uhr Abend- voor papegaaien- Drie misdadige broeders gezocht. De Berlijnsche recherche is reeds ge- ruimen tijd naar het schijnt op zoek naar drie Cechen, broeders, die zich vermoede lijk in Berlijn verborgen houden. Het be treft hier drie gebroeders Polivka, die te zamen niet minder dan acht moorden op hun ruime geweten hebben. Een vierde broeder, die zich in karakter weinig van de andere drie onderscheidde, is in 1922 reeds im Beieren terechtgesteld wegens moord ZOELE WINTERS IN VROEGER EEUWEN. De zoele winter, dien wij tot dusver ach ter den rug hebben, zal ieder, die hem heeft meegemaakt, nog wel lang in de herinne ring blijven. Want temperaturen van 50 a 60 graden Fahrenheit doen heel wat eerder aan een wat frisscho Paschen denken dan aan Kerstmis, welk laatste feest immers, volgens alle prentenboeken en overleverin gen voor een niet gering deel zijn wijding dient te ontleenen aan witbesneeuwde da ken en gestolde wateren. Dit jaar echter komèn uit alle deelen van Europa berichten binnen over boomen, die in jeugdigen over moed en met volledige miskenning van den kalender reeds thans beginnen uit to boe ten, terwijl een belangstellend lezerspubliek aan de redacties van diverse dagbladen exemplaren van levende meikevers heeft toegezonden, een zeldzame verschijning in de maand December. Uit Boedapest komt zelfs het bericht, dat de uitgestrekte wijn gaarden en perzikboomgaarden in het ge bied van Fünfkirchen in vollen bloei staan. De mensclvheid vergeet gelukkig snei; anders zou zij zich nauwelijks over deze ■speling der natuur verbazen. Want eon feit is het, dat lenteachtige Kerstdagen minstens even vaak voorkomen als witte Kerstmis. Wel echter behoort het tot de zeldzaamheden, dat in December en Ja nuari, zooals ditmaal in vele streken het geval is, boomen en andere planten gaan bloeien. De wetenschappelijke weerstatis tieken zijn nog maar van betrekkelijk jon gen datum, maar oude chronieken vermel den eveneens enkele fabelachtige gevallen. De warmste midwintertijd der laatste duizend jaar is juist zeven eeuwen geleden. Uit de aanteekeningen van dien tijd ver nemen wij namelijk, dat in December van het jaar 1229 de boomen hebben gebloe-J, terwijl in December en begin Januari ook de viooltjes hun teere kleurenpracht ten toonspreidden. En het allermerkwaardig ste daarbij was, dat deze bloesemwinter voortduurde. In Februari 1230 namelijk prijkten de boomen al met vruchten. Het was een zeldzaam voordeelig jaar, waarin tweemaal werd geoogst. Negentig jaar later, in 1420, was de na tuur opnieuw ten eenenmale van de wijs. Ook toen bloeiden in December en Ja nuari beemd en bosch en de natuur schonk twee oogsten in één jaar. Dergelijke phenomenale weerstoestan- den hebben zich in den loop der eeuwen nog vrij vaak herhaald en zelfs in ouze 20ste eeuw hebben wij reeds verscheidene malen van lente-achtige winters kunnen profiteeren, hoewel vTuchfcendragende boo men en velden, wit van gerijpt graan, m de nuchtere statistieken van onzen tijd niet worden vermeld.... „Tel."' DE RAZZIA ONDER DE P. N. I- LEIDERS. Een drieledige verklaring van mr. Kiewit de Jong,. In de gistermorgen te Batavia geopen de tweede gewone zitting van het zittings jaar 19291930 van den Volksraad heeft de regeeringsgemachtigde voor algemeene zaken bij den Volksraad mr. ir. H. J. Kie wit de Jonge namens de regeering cén ver klaring afgelegd inzake de actie tegen de Partai National Indonesia. Deze verklaring is drie-ledig. Ten eerste bevat zij de motieven die de regeering aanleiding hebben gegeven op dracht le geven tot het instellen van de huiszoekingen. Ten tweede worden de voorloopie, re sultaten van het onderzoek openbaar ge maakt. Ten tweede worden de voorloojpige re de regeering jegens de volksbeweging, in welk gedeelte tevens de door de leden van den Volksraad Middendorp en Fruin tot de regeering in deze aangelegenheid gerich te vragen worden beantwoord. VIJFTAL MOORDENAARS ONTSNAPT. Uit de gevangenis te Langsa. Aneta seint uit Medan: Do Sumatra Post meldt, dat Zondagmiddag vijf wegens moord veroordeelde gevangenen wisten te ontvluchten uit de gevangenis te Langsa. Vier van hen behoorden tot de tweede groep van de veroordeelden in de zaak- Waller en zij waren veroordeeld wegens medeplichtigheid. De v^fde is een Javaan- sche koelie, die een moord pleegde op de onderneming Boekit Pandjang en deswege veroordeeld werd tot twintig jaar gevan genisstraf. Hij wachtte op de beschikking op zijn verzoek om gratie. De vijf veroordeelden zaten in dezelfde cel aan den achterkant van de gevangen's. Zij maakten van groote spijkers vijlen en messen en zaagden een paneel uit den hou ten wand. De veldpolitie zoekt thans den omtrek af en heeft één van de vluchtelin gen opgepakt op de enderneming Damar Sipoet, waar de heer Waller indertijd ver moord is. De opgepakte was daar vroeger werkzaam geweest. De overigen zijn nog niet gevonden. Chinees door amokmaker gedood. Aneta seint uit Medan: Een Chinees maakte amok in de omgeving van het Spoorstation te Doesoen. Een Chineescho kedeh-houder werd doodgestoken en een tweede Chinees ernstig gewond. Auto in het Japarasche verongelukt Aneta seint uit Batavia: Een personen auto, waarin zat de heer Brouwer, van de onderneming Balong, in het Japarasche, en zijn echtgenoote en komende van Bata via, is bij het rijden iu de richting van Tomo, in het Soemedangsche, geslipt. De auto stortte in een 12 meter diep ravijn. De heer Brouwer en mevrouw werden met gebroken ribben opgenomen in het zen dingshospitaal te Tjideres en zijn daarna naar het ziekenhuis te Cheribon vervoerd. Hun toestand is tamelijk ernstig, vooral die van mevrouw Brouwer. VOETBAL. R. K. FEDERATIE. Benoeming geestelijk adviseur R. K. F. Als opvolger van pastoor Aldenhuyzen is door Z. D. H. Mgr. Diepen benoemd tot geestelijk adviseur der R. K. Federatie van Voetbalbonden in Nederland en van den R. K. Voetbalbond in het Bisdom Den Bosch de weleerw. heer A. Vissers, kape laan aan de St. Leonardus-parochie te Den Bosch. „Hsgz." WINTERSPORT. De Academische winterspelen te Davos. De correspondent van de „Msb." te Davos seint d.d. 9 Januari: Vandaag zijn te Davos de groote afda- lingsren voor ski's over 10 K.M. en do be slissende ijshockey-wedstrijd tusschen Zwitserland en Italië aangevangen. De afdalingsren begon op een hoogte van 2600 M., terwijl de eindstreep op een hoogte van 1100 M. lag, zoodat niet min der dan 1500 M. moest worden gedaald. De weg was dus vrij steil en vorderde van de deelnemers heel wat ervaring in het ski-rennen. Het pleit voor de studenten, dat van de 145 deelnemers er 121 de eind streep hebben bereikt. De tijden liepen echter zeer uiteen, ter wijl de overwinnaar den afstand aflegdo in 17 minuten, deed de laatstaankomende er 1 uur en 15 minuten over. De wedstrijd word een groot succes voor de Oostenrijkers, doch ook de Duit- sefcers bereikten fraaie resultaten. Van de tien eerst aankomenden waren er zeven uit Oostenrijk en drie uit Duitsch- land. De eerste vier waren allo Oostenrijkers nl. Gustav Lantschmer, die over den af stand precies 17 minuten deed. Tweede was Otto Lanischner in 17 min. 5.6 sec. Derde was Reinl in 17 min. 6.2 sec. Vierde was Heimot Lantschner 17 min .34.4 sec.; Vijfde was de Duitschor Beutter in 17 min. 45.2 sec. De Nederlandsche deelnemers zijn alle aangekomen. Loopuit was weer de beste van onz? studenten. Hij heeft de mooie plaats van no. 23 ingenomen in 20 min. 6.4 sec.; Koeberg was no. 35 in 21 min. 16 sec.; Luymer no. 40 in 21 min. 32 sec. De andere Nederlandsche Deiters en Perjó waren no. 80 en no. 102. Men mag over de plaatsing van onze Hollandsche studenten zeker tevreden zijn wanneer men bedenkt dat zij slechts kor ten tijd hebben kunnen oefenen en dat de groote meerderheid der andere deelne mers van kindsbeen af aan.het skilooyen gewend is. Ecu optelling der plaatsen van do drie beste deelnemers van ieder land heeft de volgende resultaten opgeleverd: le. Oos tenrijk, 2e. Duitschland, 3e. Zwitserland, 4e Engeland, 5e. Italië, 6e. Nederland, 7e Amerika, 8e. Frankrijk, 9e. Zuid-Slavië, 10e. Roemenië, 11e. Spanje en 12e Luxem burg. Nederland heeft dus ook in dit landen- klassement een behoorlijke plaats gekre gen. Behalve deze ski-wedstrijden werd de eindbeslissing ijshockey gespeeld tusschen Italië en Zwitserland, waarbij de Italianen met 70 wonnen. De totale stand van het landenclasse- ment der academische winterspelen is thans de volgende: Oostenrijk 18 punten, Italië 15 punten, Duitschland 14 punten, Tsjecho Slowakije 11 punten, Zwitserland 7 punten, Roemenië 5 punten; Nederland 3 punten en Frankrijk 1 punt. Morgen worden de wedstrijden in het hardrijden op schaatsen gehouden, waar voor van der Scheer de groote favoriet is. HET VRAAGSTUK DER SPOORWEGEN DE GROEI VAN HET VERKEER. De moreele verplichtingen van den spoor weg om mede te werken tot beveiliging van de gebruikers van den openbaren weg voor zoover die veiligheid bij een kruising met een spoorbaar in gevaar gebracht wordt, is, aldus lezen wij in „Spoor en Tramwegen", door Minister König aan vaard. Op zichzelf lijkt het niet irratio neel, dat deze moreele verantwoordelijk heid niet afgewezen werd, immers, waar twee partijen, welke zich bewegen, in bot sing komen, zelfs al is het gevaar door den abnormalcn greei van het weggebruik men denke aan de reusachtige ontwik keling van het autoverkeer in vergelijking met de in den loop der jaren slechts iets verhoogde treinsnelheid en den geringen aanwas van het aantal treinkilometers (in 1913: 46.768.953 bij een netlengte van 3.199 K.M. tegen 52.439.333 bij een netlengte van 3.678 K.M. in 1928) eenzijdig toegeno men, daar lijkt het ten eenenmale uitge sloten, dat één hunner zich aan de, uit dat gestegen verkeer ontstane consequen tie, zou kunnen en mogen onttrekken. Om die reden is dan ook het standpunt niet aanvaardbaar van hen, die een ancionni- teitstheorie verkondigen, en uit het feit, dat het spoorvervoer ouder is dan het mo derne wegverkeer besluiten, dat dit laatste alleen de geldelijke nadeelen moet dragen verbonden aan maatregelen, welke vol gens sommigen vermindering van gevaar beteekenen. Het belang van den spoorwegdienst. Is het duidelijk, dat als belangen van de veiligheid van den spoorwegdienst de af sluiting van eén overweg vorderen, de daaruit voortvloeiende lasten geheel ko men voor rekening van den spoorwegdienst dit was ook het principe gehuldigd in de spoorwegnetten van 1859 en 1875 anders wordt het zoodra de spoorwegdienst niet langer de eenige of beelcmaal geen be langhebbende partij is, de beveiliging voor met spoorwegverkeer alzoo weinig of niet meetelt en de afsluiting van den overweg meer of min geheel het karakter gaat dragen van een dubieuze bescherming der gebruikers van den openbaren weg. In die gevallen is het al heel onbillijk de kosten van afsluiting en bewaking te brengen ten laste van die partij, welke den maatregel voor zich zelve onnoodig oor deelt. Dit is dan, ook nooit de bedoeling van den wetgever geweest. Echter is de tegenwoordige practijk na de wijzigingen der Spoorwegwet en van de uitvoerings- voorschriften van 1922 wel zoodanig. En al is het en dit is in hot credit der nieu we regeling te boeken ook mogen geluk ken na 1922 een hoop van die kostbare en nuttelooze lastposten want dat zijn veel van die afgesloten overwegen op te ruimen, nog altijd bestaat een groot aan tal, waarvan de kosten zeer ten onrechte geheel op het budget der spoorwegen druk ken. Éénzijdige druk op de Spoorwegen. Ware nu de mate van verantwoordelijk heid der spoorwegen voor de veiligheid op den gekruisten openbaren weg onder cij fers te brengen, dan zou de kostenverdee- ling tusschen belanghebbenden niet zoo veel moeilijkheden opleveren. Dit is echter niet het geval en misschien is dit wel de reden geweest om in 1922 een principieel onbilliiken maatregel te handhaven en een „gemakkelijke" oplossing in het bekende Koninklijk Besluit vast te leggen, welke eenzijdig drukt op de toch al zoo zwaar belaste spoorwegen? Deze vraag kunnen we gerust onbeantwoord laten. Wel zal nagegaan moeien worden of geen wijziging is te brengen in de bepalingen, betreffende de afsluiting, welke meer rekening houdt met de werkelijke nooden van bet geheele verkeer en tegelijk een betere financieele regeling belooft. DE NOODEN VAN HET VERKEER. Bij de bestaande formuleering, welke voor de hoofdspoorwegen afsluiting der overwegen gelast met de mogelijkheid tot opheffing dier verplichting in die gevallen waarin de Minister van Waterstaat dit ge oorloofd acht en deze blijkens den tekst van het K. B. het meer of minder drukke verkeer op den overweg en de overzich telijkheid als criterium stelt, doen zich maar twee gevallen voor, nl.: a. de Minister oordeelt afsluiting noo dig, do bestaande afsluiting blijft dan be stendigd of b. de Minister acht haar in elk opzicht overbodig, in welk geval men komt tot een onafgesloten overweg. In het eerste geval worden alle kosten gedragen door den spoorweg en in het tweede geval heeft deze ook te zorgen voor de waarschuwingsmiddelen. Zou dit anders moeten worden. Bij hand having van hetzelfde wettelijke beginsel, zou men dus moeten onderscheiden: Een internationaal veiligheidscongres voor Luchtvaart. Het ministerie van luchtvaart te Parijs deelt mede, dat de Fransche regeering thans definitief besloten heeft het initia tief te nemen en de noodige schikkingen te treffen tot een groot internationaal con gres te Parijs te houden in November, ter bespreking van verschillende vraagstukken betreffende de verhooging van de veilig heid in de luchtvaart. Nagenoeg alle lan den van Europa en Amerika zijn of zullen alsnog werrden uitgenoodigd om aan de beraadslagingen deel te nemen. Hieron der behoort ook Nederland. a. afsluiting noodig in het belang van den spoorweg; b. afsluiting noodig zoowel in het belang van den. spoorweg als in dat van den openbaren weg; c. afsluiting niet noodig voor den spoor weg, doch wel voor de veiligheid van den openbaren weg; d. afsluiting in elk opzicht overbodig (niet afgesloten overweg). Evenals thans zou ook in het aanbevo len stelsel de Minister zicli omtrent het door hem in te nemen standpunt laten voorlichten door de in het tweede artikel genoemde instantiën. Zonder meer is reeds duidelijk, dat alsdan in het geval a. de kosten geheel voor rekening zijn van den spoorweg, in het geval b. een verdee ling moet plaats hebben volgens vast te stellen normen, terwijl in geval c. de kos ten komen voor rekening van don be heerder van den weg (kwijting bij kruisi ging met de rijkswegen zou in de gevallen b. en c. kunnen geschieden uit de baten van het Wegenfonds). Om hiertoe te kun nen komen zou dan zoo spoedig mogelijk moeten worden overgegaan tot een classi ficatie, nl. tot welke van deze vier soorten overwegen de bestaande kruisingen van spoorweg en openbaren weg belmoren. Verdeeling der Jasten. Er werd reeds gesproken over de ver doel ing der lasten tusschen spoorwegen en beheerders van openbare wegen volgens vast te stellen normen. Bij de vaststelling dier normen, zou men rekening kunnen houden met de intensiteit van het trein verkeer en evenzoo met de drukte op den weg, terwijl tevens de overzichtelijkheid dus de meer ot' mindere urgentie van afsluiting in beschouwing zouden kun nen worden genomen. Een oplossing voor dit niet gemakkelijke vraagstuk we we zen er boven reeds op zou bij gunden wil wel gevonden kuunen worden. Wellicht zou het voor do practijk gemakkelijk zijn een beperkt aantal percentages vast te stellen, welke in bepaalde gevallen wor den opgelegd. De gevolgen der regeling. Men gevoelt dadelijk, zoo besluit de schrijver van het artikel, dat deze me thode een enorme geldelijke besparing voor de spoorwegen zou opleveren en meer in overeenstemming zon zijn met dc bil lijkheid. En niet alleen geldelijke bespa ring voor de spoorwegen, maar ook voor do gemeenschap zou het gevolg zijn, om dat men geen broodetende profeet bo- hoeft te zijn om te kunnen voorspellen, dat het aantal afgesloten overwegen belang rijk zou dalen, als zij, die er nu het hardst om roepen en die er zich meestal geen re kenschap van geven, dat een afsluiting van een overweg, lang niet opheffing van gevaren beteekent, zelf geheel of gedeel- teliik zouden moeten betalen. Het is thans zoo gemakkelijk riemon te snijden van eens andermans leer en de spoorwegen geldelijk te belasten met al de kosten der beveiliging, welke deze voor zich zelf niet noodig hebben, kosten wel ke in elk geval zeker ver uitgaan boven het in billijkheid te berekenen aandeel in een gezamenlijk gedragen verantwoor delijkheid. Waarom altijd aan de Spoorwegen de schuld? Bij de meest gowcldigo ongelukken op don weg zwijgt men stille. Komt een en kele maal een aanrijding op een overweg voor, dan staat Clingc Doornbos klaar, den jammer uit te zingen, doopt dr. Louis Raemaekers zijn teekenstift in den gal, mèt de bedoeling de snoode spporwegon in gebreke te stellen en stelt een der Ka mer'oden den Minis'er van Waterstaat eenige scherpe vragen, daarbij dezen be windsman een droevig beeld voor oogen toove-end. Dat de schuld bij de wegge bruikers zou kunnen liggen, schijnt a priori te ziïn uitgesloten; als een axioma geldt dat de verantwoordelijkheid berust bij de spoorwegen. Het is echter meer dan tijd, dat dit axioma verdwijnt. En niet onwaarschijnlijk is het, dat als de aangegeven oplossing in het Koninklijk besluit van 1922 zou wordon opgenomen, de proporties, welke het over- wegonvraagstuk de laatste jaren heeft gekregen, tot het normale zouden slinken: zelfs dat het zou blijken dat er in het geheel geen overwegenvraagstuk be staat, terwijl een billijke en be langrijke besparing voor de spoorwegen en indirect dus voor de ge meenschap, het gevolg zou zijn. En daar heen moet het toch gaan, omdat nu een maal alle kosten voor onnoodige en lastige afsluiting en altijd gebrekkige bewaking zijn te brengen onder de improductieve uitgaven, welke tot het uiterste dienon te worden beperkt. INGEZONDEN MEDEOEELING. £!llllllfllMIIII4UIIII!lll!imifilHil»r»»IHIMIIH± PULL-OVtlfS jufas Breestraat 128 - Telef. 1936 f ïiiimiiiiiiiiiimimmtmmiimiiitiiiiimmir UIT DE RADIOWERELD. Programma's voor Zaterdag 11 Januari. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.-uitzending.) 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 Concert door K. R. O.-Ttrio. 1-152.00 Gramofoonmuziek. 2.003.15 Kinderuurtje. 4.004.30 Cursus Esperanto. 4.305.00 Cursus Engelsch. 5.006.00 Gramofoonmuziek. 6.01—6.15 Lezing over: „Duitschland in Vogelvlucht". 6.156.40 Gramofoonmuziek. 6.407.00 Journalistiek Weekoverzicht. 7.007.15 Gramofoonmuziek. 7.157.45 Lezing over: „Het Archiefwe zen in Nederland en het werk van den archivaris." 3.018.30 Optreden van een humorist. 8.309.30 Orkestconcert en humorist. 9.309.45 Nieuwsberichten. 9.4510.15 Optreden van een humorist. 10.1511.00 Voortzetting concert. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur nam: 1071 M.) 10.0010.15 Morgenwijding. 12.01—2.00 Concert door het A. V. R. O.- Kwariet 2.002.30 Filmpraatje door Max Tak. 2.30-—4.00 Aansl. van het Tuschinski Theater te Amsterdam. 4.004<30 „Onze Auto". Een achttal les sen door J. J. A. de Ridder. 4.305.00 Sportpraatje door H. Hollan der. 5.005.30 Gezondheidshalfuurtje door Dr. C. Thomassen, arts. 5.306.00 Gramofoonmuziek. 6.018.00 Concert door het Omroepor kest m. m. van het Solo-Kwartet „Apollo' 8.00 V. A. R. A.-uitrending. D a v e n t r y, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.0511.20 Lezing. I.202.20 Orkestconcert. 3.30—4.30 Verslag van een voetbalwed strijd. 4.35 Piano-recital door R. Rcnison. 5.05 Orgelconcert door R. New (cinema orgel). 5.35 Kinderuurtje. -.M.cj, 6.35 Nieuwsberichten. J1' W'tiPP 7.00 Sportberichten. 7.05 Zang door S. Austin (bariton). 7.20 Lezingen. 7.50 Concert 9.20 Nieuwsberichten en Lezing. 9.55 Concert. 1J.2012.20 Dansmuziek. „Radio-Pavis", 1725 M. 12.50—2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Kinderuurije. 4.35 Dansmuziek. 5.20 Concert. Orkest en vocale solistöb. 7.25 Gramofoonmuziek. 6.35 Pianoles. 9.05 Concert. Vocale .solisten. 9.50 Gramofoonmuziek. Langenborg, 473 M. 6.207.20 Gramofoonmuziek. 9.3510.45 Gramofoonmuziek. II.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Orkestconcert 4.50—5.50 Concert door strijkkwartet. 7.20 Zitting van de Grosse Kölner Kar- nevals-Gesellschaft 10.2011.20 Dansmuziek. Intermezzo. Verslag van de Zesdaagsche te Dortmund. 11.2012.20 Dansmuziek (Gramofoonpla- ten). Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkestconcort. I.502.20 Gramofoonmuziek. 2.20—2.50 Kinderuurtje. 2.504.50 Orkestconcert en declamatie. 7.20—8.30 Voordracht en zang. 8.30—0.05 Cc-eert. 9.2010.20 Orkestconcert. 10.2011.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Z e e s e n, 1635 M. 6.15—9.50 Lezingen en berichten. II.S012.10 Muzickuitzending voor scholen. 12.1012.50 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3,50—4.50 Concert uit Hamburg. 4.507.20 Lezingen. 7.20 Concert Orkest, bariton, instrumen tale solisten en spreker. Daarna: Be richten en tot 11.50 Dansmuziek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 7