BINNENLAND
STADSNIEUWS
KERKNIEUWS
ZATERDAG 21 DECEMBER 1929
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. S
TWEEDE KAMER.
De begrootingsarbeid geëindigd.
De vuilverwijdering.
De begrootinsarbeid is geëindigd.
„Wegenfonds" en „Staatsmijnen" zijn
klaargekomen. Vermelden wij even, dat bij
'het Wegenfonds de heer Ter Laan (S.D.)
pleitte voor een sneller tempo in de verbe
tering van den weg LeidenBodegraven.
Het wetje betreffende den afvoer van
Haagsch stadsvuil naar Drente heeft de
Kamer niet lang opgehouden. Er zijn goede
woorden voor Nieuwkoop gesproken door
de heeren Ter Laan en Lovink, en de heer
Van den Heuvel kon bet voorbijgaan van de
aanbiedingen van particulieren niet goed
keuren, waarna minister Ruys de Beeren-
brouck uiteenzette, waarom de eisch van
absolute bedrijfszekerheid tot den door Den
Haag gekozen weg had geleid. De pleiters
voor Nieuwkoop kregen de toezegging, dat
de Minister gaarne wil onderzoeken, welke
streken na Drente,dat moest voorgaan, voor
stadsvuil in aanmerking zullen moeten ko
men. Niemand was tegen het wetsotwerp.
11 Februari komt de Tweede Kamer weer
'bijeen. Haar wacht dan belangrijk werk:
'behalve de begrootingen van Ned. Indië en
Suriname, de Winkelsluiting, de 'herziening
der Drankwet en de Wegenwet.
MGR. VAN DE WETERING EN DE
ARBEIDERSBEWEGING.
Zijn rechtvaardigheidsgevoel.
Tn een toespraak, welke de adviseur van
het R.K. Werkliedenverbond Kanunnik J.
G. van Sohaik hield voor de algemeene ver
gadering, werd en treffend staaltje ver
haald van het medeleven van Monseigneur
met de arbeiders en de actie van het Ver
bond:
„Nog een paar weken voor zijn dood was
ik met den Aartsbisschop op reis voor het
bisdom, toen hij plots uitviel: „Heb je dat
gelezen van die ontslagkwestie van die ar
beiders, dat kan er niet mee door. Heb je
daar achter 'heen gezeten?"
Ik aldus vervolgde pastoor Van Sehaik
antwoordde:
Laat dit maar aan de arbeidersbeweging
over, ze zullen die zaak wel opknappen.
Er werd dien dag niet meer over 't ge
val gepraat.
Den volgenden dag. Plots zegt me "de
Aartsbisschop: zeg, ik heb die en die ge
schreven over de ontslagkwestie, want dit
gaat maar zoo niet en nou moet jij die en
die sohrijven.
Goed, Monseigneur.
Weer den volgenden dag.
Til Utrecht.
Rrrrrtde telefoon gaat.
Secretaris van het Aartsbisdom aan de
telefoon: „Mgr. vraagt of u er om gedacht
hebt om te schrijven?"
„Ja, de zaak komt in orde".
„O, dan is 't goed".
Dit is een van de vele staaltjes die ik
heb meegemaakt voegde Kanunnik Van
Sehaik eraan toe.
BESCHAVING!
Aan een verslag in de „N. R. Crt." ont-
leenen wij dit fraais:
„Camera strafte daarna Diener krach
tig af, waarbij hij hem herhaaldelijk tegen
het hoofd trof. Diener werd tegen de tou
wen gegooid, waarbij hij eenige hevige aan
vallen had te doorstaan. Diener viel in de
volgende ronde, waarbij Camera hem wel
willend op de been hielp, en hem vriendelijk
op den rug klopte. Camera bewerkte de
kaak va.i den Dudtscher op krachtige wijze,
doch Diener doorstond dat glimlachend,
wat men echter slechts ten deele kon zien
doordat zijn gezicht sterk gezwollen was.
Hierna slaagde Diener er in drie stooten
op Camera's maag te doen belanden. Car-
mera sloeg Diener hierna voortdurend op
den mond, doch de Duitscher bleef glim
lachen. Ten slotte waren Diener's oogen
vrijwel gesloten, waarop de scheidsrechter
fcusschenbeide kwam en de overwinning aan
Camera toekende".
De mensch heeft hefc vaak over cynisch
en beestachtig.... doch er zijn geen dieren
die zóó bun soortgenooten te lijf gaan
Nog wel onder instemmend gebrul van dui
zenden toeschouwers!
Maar de mensch is dan ook beschaafd!..
Deze fraaie vertooning had ditmaal te
Londen plaats. In Nederland gaat het
net zoo. Wanneer tooh zuilen deze monster
achtigheden eens radicaal verboden wor
den. Of moeten we dan toch met de bescha
ving onzer christelijke landen weer terug
naar de beruchte tijden van het Romeinsche
Rijk met zijn „brood en spelen" en zijn gla
diatoren: Ave Cesar, morituri te salutant,
wees gegroet, ede] publiek, zij, die el
kaar als walde beesten te lijf gaan groe
ten u? „Res."
Het „Katholiek Sociaal Weekblad".
Wij maakten enkele weken geleden mel
ding van den noodkreet, dien de redactie
van het „Katholiek Sociaal Weekblad"
slaakte en waarin werd medegedeeld, dat,
tenzij vóór 1 Januari zich 400 nieuwe abon-
né's opgaven, de uitgave met het beëindi
gen van dezen jaargang moest worden ge
staakt.'
Het heeft niet mogen baten. Katholiek
Nederland heeft, zoo meldt de „Maasb.",
niet voldoende ambitie getoond om het
voortbestaan van dit orgaan mogelijk te
maken en de drie en twintigste jaargang
zal door geen vier en twintigste worden
gevolgd. Wat wij van 'harte betreuren.
De volgende week verschijnt bet laatste
pummer.
VAN 19 TOT 20 DECEMBER
worden te Groningen in de
Harmonie door de Groningsche
Biljartclubs de wedstrijden van
het Europeescb Kampioenschap
georganiseerd. Moons (België)
in actie
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal
geen audiëntie verleenen.
DE WINST OP DE EXPLOITATIE VAN
HET GEMEENTELIJK SLACHTHUIS.
(Ingezonden).
Er bestaat een verouderde wet, die sinds
jaar en dag de zoozeer gevreesde tiende
penning eischt van den slager en dan be
doelen wij hier, de wet van den accijns op
het geslaoht. Gezien de laatste Tweede Ka-
nier-verslagen en de wederom verworpen
„motie-Oud", blijkt zonneklaar, dat het
o\ergroote deel onzer vólks vertegenwoordi
gers, op het historische Haagsche Binnen
hof gezeteld, de ideeën van den „IJzeren
Hertog" van Al va nog niet willen prijsgeven
Deze wet blijft gehandhaafd en van ieder
rund dat de Nederlandsche slager slacht,
moet hij van de waarde 10 pet. blijven offe
ren voor den schatkist van ons aller Vader
tje Staat. Duur vee en dure accijns, met als
logisch gevolg hooge vleeschorijzen.
Wie is hiervan de dupe? Het Nederland
sche volk in 'het algemeen, dat het gebruik
van vleesch niet als een weelde beschouwt,
maar zeer terecht als een graag gewild
volksvoedsel.
Deze accijns beteekent echter een groote
belastingdruk op het slagersbedrijf.
Bleef het hierbij, dan zou niettemin de
toestand in ons bedriif al verschrikkeMjk
genoeg zijn. Doch helaas drukt dit be'as-
tingjuk nog heviger en wel van den kant
der gemeente.
De wetgever toch heeft, wat betreft de
uitvoering der Vleeschkeuringswet, dit
overgelaten aan de vele vemeerten in het
alcemeen, waaraan ons kleine land;e zoo
n"k is. Tede-e gemeente op zich heeft, wat
betreft de uitvoering dier soci°le wet, daar
in vrij mandaat, kan een slachthuis explni-
tee-en en den slager dwingen dit slacht-
'huisbedrijf op gang te honden, door va-n de
inrichting van dit slachthuis gebruik te
maken.
Nu komt er teltenjare een nost on de be
grooting voor. die komt vertellen, hoe hoog
de winst is door onze gemeente uit de ex-
nloïtatie van het Gemeentelijk Shichtbuis-
be^riif getrokken. De laagste maal dat deze
mededeeb'ng onenbaar werd gemaakt bleek
deze „whist" te bedragen zoo ongeveer
f BH.OOO, welke winst als een gemeentebe
lasting op het Leidsehe Slagersbedrijf rust.
Des te heviger komt de vraag t'har>s naar
voren of deze vorm van belastingheffing
die ons lijkt a's een gemeentelijke v^esch-
accijns wel de juiste vorm van belasting
heffing is en of de billijkheid daarvan niet
in het gedrang komt.
Immers, als er zich in den laatsten tijd
een moeilijkheid voor het slagersbedrijf
gaat voordoen, dan is het wel de toenemen
de zucht van gemeentebesturen om steeds
meer financieele lasten op het slage~sbedrijf
te leggen, niet enkel om voorschriften te
geven, welke in het belang der volksgezond
heid zijn, doch ook om door middel dezer
voorschriften nog belangrijke bedragen
jaarlijks uit het slagersbedrijf te trekken.
We zullen de laatsten zijn om te betwis
ten dat er een tijd geweest is dat de ge
meentebesturen zich voor groote, drukken
de lasten zagen gesteld, ook het bestuur
onzer gemeente. Alle middelen werden tqpn
ter hand genomen om de zoo groote uitga
ven te bestrijden en de z.g. winsten uit de
gemeentebedrijven werden een der mach
tigste bronnen, welke de begrooting slui
tend moesten maken. Ook op dit oogenblik
echter huldigt onze gemeente nog dit sys
teem, niet zoozeer om de begrooting slui
tend te maken als wel om de bedragen
als een belasting uit het slagersbedrijf ge
trokken in de gemeentekas te storten of
wel aan te wenden om de algemeene be-
stuursonkosten onzer gemeente te bestrij
den. Ten bewijze hiervan moge de hierbo
ven aangehaalde cijfers dienen. En dat, ter
wijl de crisisjaren tooh tot het verleden be-
hooren.
De-vraag kan dus zeer zeker gesteld wor
den of deze vorm van belastingheffing thans
nog past, in het kader onzer gemeentelijke
finaocieëring, vooral omdat hierdoor de
verbruiker van het artikel, hetwelk door de
gemeente wordt geleverd, gedwongen wordt
mede te betalen aan de huishouding der ge
meente, zonder dat hier het,princioe „draag
kracht naar vermogen" aanwezig is.
Bij de exploitatie van het gemeentelijke
slachthuis staat de gemeente voor haar
taak, n.l. de uitvoering van een sociale wet
in het belang alleen van de volksgezond
heid in het leven geroepen, zonder dat de
uitvoering daarvan, volgens den uitdrukke-
lijken wensch onzer regeering, zoodanig
mag zijn, dat zij als winstobject dienst doet.
Immers,, gaat een gemeente het stand
punt innemen dat alle tot haar taak be-
hoorende diensten in het algemeen belang
z.g. „winsten" moeten opleveren, dan zulks
ook moeten geschieden met de openbare
veiligheid, brandweer, politie, zelfs ook met
den reinigingsdienst. Waarom moeten deze
diensten geen winsten opleveren en waar
om moet de exploitatie van het gemeente
lijk slachthuis in onze gemeente meer dan
vijftigduizend gulden winst afwerpen in één
jaar? Is dat ons bedrijf niet noodeloos be
lasten en meehelpen een graag begeerd en
goed volksvoedsel minder gemakkelijk te
brengen, ook in het bereik der arbeidende
klasse?
Deze belasting op het slagersbedrijf is,
bezien uit een oogpunt van strikte billijk
heid, moeilijk houdbaar.
Daarbij komt nog dat de slager een van
de grootste gebruikers van licht cn drijf-
kraoht, dus electriciteit is. Dit wordt door
'hem in ruime mate afgenomen als gevolg
van zijn bedrijf. Doordat hij zelf van vele
waren de producent is, gebruikt hij meer
stroom dan zijn overige collega'smidden-
standers en in verhouding meer dan elk
ander.
Met het gasverbruik is dit eveneens zoo
gesteld, Doordat het koken op gas in het
slagersbedrijf, dank zij de uitvinding der
gasfornuizen, in sterke mate toeneemt,
wordt ook dit in ruime mate afgenomen bo
ven andere middenstands-bedrijven.
Ook*het waterverbruik is bij hem grooter
en het behoeft geem nadere uiteenzetting
dat de slager meer water gebruikt in zijn
bedrijf met het rein houden van werkplaats,
gereedschappen en slachtproducten, dan
menig ander.
Ook is hij de eenige op wien de verplich
ting rust van de ïnriohting van het gemeen
telijk slachthuis gebruik te maken. Het is
dus niet noodig nader uiteen te zetten, dat
juist de slager bij het systeem van indirecte
belastingheffing de grootste belastingbeta
ler is. Nu heeft dit soort van gemeentelijke
belastingheffing op andere systemen dit na
deel, dat de progressie, d.L de draagkracht
naar vermogen, er nu eenmaal geheel zoek
in is. De gemeentelijke inkomstenbelasting
geeft over het algemeen een min of meer
progressieve schaal te zien, welke is geba
seerd op het stelsel draagkracht naar ver
mogen. Bij het heffen van winst uit de ex
ploitatie van een openbaar slachthuis is
dit sociale element absoluut afwezig. Dit
treft in do eerste instantie den betrokken
vakgroep en later ook den consument. Deze
vorm van belastingheffing krijgt dan ook
geheel en al het karakter van gemeentelijke
accijnzen.
De belasting op levensmiddelen, door ge
meentebestuur geheven,, is zeer terecht wel
eens de belasting op de armoede gencemd,
omdat deze belasting rechtstreeks den ge
bruiker treft, welke tooh vooral vleesch als
een eerste levensbehoefte mag beschouwen.
Wij kunnen dus den strijd tegen dit sys
teem uit een sociaal oogpunt volkomen als
rechtvaardig beschouwen. Hierdoor toch
v ordt op een belangrijke groep van burgers
in onze samenleving, een last op de schou
ders gelegd, die niet in gelijke mate over
andere groepen is verdeeld.
Op de rechtvaardigheid van dezen strijd,
hopen wij in een volgend artikel terug te
komen.
Het Bondsbnreau van den Hanze-
bond van Slagerspatroons.
J. G. VAN EEDEN, Directeur.
VER. TOT BEVORDERING
DER BOUWKUNST.
Voordracht over „Moderne vorwarmmgs-
techniek".
Donderdagavond vergaderde genoemde
vereeniging in het Nutsgebouw, waarbij
als spreker optrad ir. L. E. Wisse, inge
nieur bij de Kon. Fabriek F. W. Braat te
Delft, met het onderwerp „Moderne Ver
warmingstechniek".
Deze moderne verwarming is natuurlijk
de centrale verwarming, hoewel verwar
ming uit één centraal punt in het geheel
niet zoo modern bleek te zijn als men wel
meent. Want ir. Wisse liet zelfs een cen
trale verwarming z en zooa's deze gebruikt
werd bij de oude Romeinen. Zij verwarm
den de kelderruimte onder hun vertrekken
met een houtskoolvuur en lieten aldus de
warme lucht door tralievensters omhoog
stijgen. Een omslachtige, dure en niet zeer
aan te bevelen methode. James Watt, de
uitvinder van de stoom, deed het beter,
natuurlijk met stoom. Doch ook dit heeft
z'n nadeelen, want stoomverwarming is be
nauwd, hetgeen hieraan toe te schrijven is,
dat stof, boven 70 graden C. verwarmd,
onbb'ndt, waardoor ammoniak vrij komt,
dat de slijmvliezen prikkelt en de benauw
de drukking op de borst doet ontstaan.
Om dat te vermijden, moest men er voor
zorgen beneden 70 graden C. te blijven,
wat te bereiken is Jooor waterverwarming,
welke thans de meest gebruikelijke is. Deze
methode heeft ook.-nog dat voordeel, dat
de buizen niet zoo spoedig door roest wor
den aangetast.
Oxidatie treedt immers op door inwer
king van zuurstof en waterstof. Bij het
verwannen van het water nu ontwijkt de
zuurstof, waardoor een voorname factor
uit het oxidatieproces verdwijnt. En ten
derde i3 de betere regelbaarheid van de
temperatuur een groot gemak van de ver
warming met water.
Als verwarmingslichaam kan men ver
scheidene objecten gebruiken, zooals glad
de buizen, ribbenbuizen, heaters en radia
toren, de laatste in allerlei soorten en uit
voeringen.
De opstelling van deze radiatoren ge
schiedt bij voorkeur onder het raam, om
dat op die wijze de beste luchtcirculatie
wordt verkregen.
Het principe, waarop de waterverwar
ming berust, is dit, dat het koude (en dus
zwaardere) water het warme (en dus lich
tere) water omhoog stuwt, waar het in de
radiatoren en buizen afkoelt en omlaag
zakt, om als warm water weer omhoog te
stijgen. Alleen bij zeer groote gebouwen
moet men gebruik maken van een pomp-
installatie. In kleinere huizen treft men na
den oorlog vaak ©en waterkachel-installa
tie aan, een miniatuur centraal-verwar-
ming, waar de kachel in de keuken kan
staan naast het fornuis. Het ia beter het
kookfornuis niet te combineeren met de
waterkachel, omdat men de verwarming
's morgens het hardste moet stoken en in
den middag ban gaan temperen, terwijl
dan juist de kokerij veel warmte gaat
eischen. Op die manier treedt in de mid
daguren oververwarming van het huis op.
Bij verschillende onderdeelen stond spr.
uitvoerig stil en verhelderden keurige
lichtbeelden het gesproken woord, waar
technische details moeilijkheden oplever
den.
Voor tijdelijke verwarming is gasverwar-
nrng een ideaal, waarvan enkele systemen
nader werden belicht. Spr. was er van
overtuigd, dat het stoken met gas en
dan gebruikt in combinatie met waterver
warming een groote toekomst heeft, in-
d'en de gemeentelijke gasfabrieken er toe
overgaan om den grondprijs per kubieke
meter te verlagen tot 3 4 et. Tevens moe
ten de gasfabrieken er dan voor zorgen
door het aanbrengen van water- en naf-
taliue-filters, dat zelfs bij strenge vorst
de leverng van gas ongestoord voortgang
kan hebben.
Een nieuw snufje op verwarmingsgebied
is het stoken met olie, wat vooral dit groo
te voordeel heeft, dat bij vol-autöinatisehe
installaties geen bediening noodig is. Met
z.g. thermostaten kan men er ze'fs voor
zorgen, dat een kamer automat'sch op con
stante temperatuur wordt gehouden.
Een oogenblik stond spr. ook stil bij
electrische verwarming, die het nadeel
heeft dat zij vooral door straling werkt,
waardoor het lichaam aan één kant warm
wordt en aan den anderen bant koud blijft,
zooals ook bij open haarden het geval is.
In landen, waar men gebruik kan maken
van de z.g. witte steenkool (waterkracht)
kan deze verwarming econonr.sch worden
toegepast, hier te lande bomt het te duur.
Ten slotte besprak sor. de verwarm ng
op grooten afstand, zooals in het uitgebrei
de krankzinnigengesticht te Wcensel en
de oude stadsverwarming te Utrecht, waar
de verwarming van verscheidene groote
gebouwen uit één centraal punt geschiedt.
De aangename causerie van ir. W'sse,
waarvan wij slechts de hoofdlijnen^ bunnen
weergeven, werd door de aanwezigen, al
len bij uitstek bekend met bouw- en wo
ninginrichting, met begrijpelijke aandacht
aanhoord en zeer gewaardeerd.
Na de causerie werd het huishoudelijk
gedeelte van de vergadering afgedaan.
BIOSCOPEN.
Trianon.
The Singing Fool, gisteren in Trianon-
theater gedraaid heeft de harten geheel en
al veroverd.
Men kan er verschillend over oordeelen,
men kan aanmerken, dat het voortgebrach
te geluid te hard is en niet geheel vrij van
biicehrden, al is dit laatste dan ook een
geb-ek van zeer kleine afmetingen, toch
heeft vooral deze film onze stoutste ver
wachtingen overtroffen.
Al Stone de zanger-kellner uit het ca
baret. die een liedje comnoneert voor Mol
ly Winston, het danseresje, dat hij bemint,
die haar eerst wint, als hij opgemerkt
wordt door een revue-directeur, die hem
een engatement geeft. Er is dan een be
droefde Grare, het s:garettenverkoop6ter-
tje in het cabaret.
Dan komt het huwelijk, een kleine Son-
nv Boy en tenslotte de mislukking, totdat
Mchy haar man verlaat.
Dan zingt Al Stone driemaal op ontroe-
AL JOLSON uit „The Singing Fool", welke
film deze week in het Trianon-Theater aan
de Breestraat draait
rende wijze het lied, dat hij componeerde
voor zijn kind, Sonny Boy. Eerst als hij
het kind op een avond op zijn schoot in
slaap zingt, dan in het ziekenhuis, waar
Sonny Boy te sterven lag en als dan voor
de tweede maal het lied ten einde is, is
Sonny Boy weer in slaap, maar nu voor
eeuwig. Dan moet Al Stone terug naar de
revue, hij" moet optreden, maar hij kan
niet, zijn hart is zwaar als lood.
Het is een ontroerende reprise van
„Lach dan Paljas". Hij wankolt het too-
neel op en zingt.... ten derde male voor
Sonny Boy.
Het publiek is ontroerd en enthousiast,
maar de zingende dwaas valt achter het
scherm neer.
Dit is waarlijk een ontroerende film,
door het ontroerende spel van Al Jonson
en niet minder door het spel van.de kleine
David Lee, zijn Sonny Boy, met als hoog
tepunten het driemaal herhaalde lied, dat
Al Jolson op voortreffelijke en aandoenlij
ke wijze zingt.
Wij moeten de hartelijke aanbeveling
om dit meesterwerk te gaan zien beperken
tot volwassenen ook om de kleeding in een
klein gedeelte slechts.
Voor de pauze worden ook een tweetal
zingende en musiceerende opnamen ge
draaid, die niet zoo goed slaagden als de
hoofdfilm.
Verder is er nog een komische tweeacter
en een interessant journaal van binnenr
en buitenlandsyh nieuws.
Gisteren heeft de trekking plaats ge
had van de loterij voor het 10-jarig bestrtan
van het Leidsch Polit e-muziekgezelschap.
De prijzen zijn verkrijgbaar tot 15
Januari bij Mevr. Teunissen, Trompstraat
29, waar tevens dortrekkingslijst ter jazagc
Ijgt.
Luxor.
Wc kunnen het niet anders zeggende
sprekende film kan ons nog niet beko
ren. Weliicht is zulks een gevolg van het
feit, dat we er zoo vreemd tegenover
staan, dat er geleidelijk nog verbeteringen
zullen worden aangebracht, dat we de
lilms meer moeten zien en hooren, maar op
het oogenblik beteekent de sprekende
film minder voor ons dan de gewone film.
Desondanks kan zij toch bevrediging
geven als b.v. in het voorsprogramma,
waar we het trio Speenhoff, op tournee in
Amerika, zien optreden. Die zang van
Speenhoff, zijn vrouw en zijn dochter
kwam gced tot ons en was als 't ware
volmaakte kunst, zoo mooi alB 't origineel
gezongen lied.
Het hoofdnummer van deze week is ge
titeld „Showboat", bewerkt naar den ro
man van Edna Ferber. Deze film is van
'n plastisch genre, dan weer geluidsfilm dan
sprekende film. Voor de geluidsfilm zijn
vele negerliederen ingelascht, die van even
goed gehalte zijn als die van de Kentucky-
zangers.
De film zelf geeft een eenigszins zonder
ling verhaal. Op de Missisippi vaart het
„Komediantenschip", waarin we Magnolia
Hawks zien optreden naast haar Gay Ra-
vanel, een losbol, zooals achteraf blijkt.
Omdat deze niet met zijn schoonmoeder
kan opschieten, verlaten Magnolia en Gay
de Showboat, om naar Chicago te ver
trekken, waar Gay zich spoedig in zijn wa
ren aard toont. Hij is een speler en zwak
keling maar hier is hij (Rudolf Schildkraut)
als artist wel het grootst, terwijl Magno
lia (Laura la Planta) na een leven van te
leurstelling door haar man verlaten, op
treedt als zangeres in een cabaret. Haar
liedjes, vooral negersongs zijn heerlijk om
aan te hooren. Zij wordt weer een beroem
de zangeres, en als haar moeder gestor
ven is, komt zij terug op de Showboat,
waar Gay haar weervindt en samen luis
teren ze weer naar de negerlicdjes.
EEN SNELHEID van bijna 200 K.M. per uur. Mademoiselle Hellé Nice, een
van de beste rijdsters van Frankrijk, heeft onlangs een nieuw record
geslagen. Op de autobaan van Linas Monthlery bereikte zij met haar
wagen een snelheid van bijna 200 K.M. per uur