Keukencelieïniert bruin te dragen, ook geen bruin bij groen of blauw, noch een schreeuwend groen onder een paarsen mantel. Door dat er in elke kleur zoo'n groot aantai nuances bestaan, is het uiterst moei lijk aan te duiden, welke kleuren wèl samen een goed geheel vormen, Als we hier dus enkele combinaties op sommen, beschouwe men die Jals een min of meer oppervlakkige leidraad. Zoo dan, is zwart een heel geschik te kleur voor talrijke combinaties; men kan op een zwarte japon zoowel een bruine, blauwe, paarse als groene man tel dragen het één-kleur-prmcipe hier nog buiten beschouwing gelaten. GEBRADEN APPELS. Schil de appels dun en haal er met een holpijp de klokhuizen uit. Rang schik ze op een vuurvasten schotel, vul de gaten van de klokhuizen op ^et versche boter, die vooraf ver mengd is met suiker en wat vanille - Poeder. Giet een weinig water op den bodem van den schotel en zet haar daarna in den matig warmen oven, af gedekt door een geboterd papier. Zoo- dra de appels gaar zijn, giet men over hoe combineer ik dat? Modellen No. 381 en 382. Nu we aan het begin van het winter seizoen staan, komt dringender dan ooit het probleem naar voren, welke japon men onder een bepaalden man tel behoort te dragen. Veel vrouwen denken daar niet zoo over na en trek ken maar het een willekeurig bij het andere aan, zonder er een oogenblik over in twijfel te staan of de combina tie ook erg leelijk is. Anderen rede neeren: niemand ziet het; waar zou ik me dan zorgen over maken? En inder daad afgezien van aesthetische overwegingen van persoonlijken aard, als men zeker is z'n mantel geen oogenblik open te hoeven maken bij wandeling of boodschappen, kan men zonder bezwaar z'n mantel over de eerste de beste japon aanschieten. Doch er zijn gevallen, waarin het er wel degelijk op aankomt, welke kleu ren men in de kleeding gecombineerd heeft en al overdenkende, merkt men pas hoe moeilijk het geworden is de juiste japon onder den mantel te kie zen, sinds de mode het principe: beiden precies dezelfde kleur, heeft laten varen. Sinds eenigen tijd immers gebiedt geen wet meer onverbiddelijk, dat we een bruine japon onder een bruinen mantel moeten dragen of blauwe schoenen bij een blauw cos- tuum. De toon-aangevende parisienne vond dat tenslotte toch een al te ge makkelijk recept, zoodat de vraag théns uitgaat naar twee- en driekleu rige combinaties. En hier zit voor ve len de groote moeilijkheid. Men be hoort smaak te hebben, fijnen smaak zelfs. Men moet voelen, dat het niet aan gaat een koud blauw-grijs onder warm elk een lepel frambozen-gelei, waarna opgediend kan worden. afgezien nog van het minder mooie ge zicht dat een openhangenden mantel in dit geval zou opleveren. Onze teekening geeft zeer juist weer hoe de verhouding tusschen mantel en japon moet zijn. De japon is hier van een steenroode gefigureerde kasha; ze heeft ingezette zakken en een lee- ren ceintuur, benevens een kraagje van witte zijde. De mantel is van don kerbruine wollen stof met kraag van bijpassend bont. Men lette op den practischen vorm der mouwen, die van onderen dicht om de polsen slui ten. EEN HEERLIJKE APPELTOESPIJS Maak een appelmoes van goudrei- netten (boter, suiker en kaneel). Ge bruik weinig water, zoodat de moes zeer stevig wordt. Men doet haar ver volgens cp een platten schotel, steeds ophoogend tot een pyramidevorm. Klop het wit van drie of vier eieren heel stijf, onder bijvoeging van suiker en vanillepoeder en bedek hiermede de appelmoes. Zet den schotel een oogenblik in een zeer heeten oven, zoodat de schuim juist een bruin tintje krijgt. Dadelijk serveeren. No. 385. Onder de vermaarde fantasiestoffen van Rodier vinden we voor den herfst een alleraardigst weefsel voor sport- mantels. Onze teekening geeft een idee van het dessin, dat uitgevoerd is in verschillende bruine tinten van roodbruin tot beige. De breede kraag is gegarneerd met langharig bont, dat op de revers eenige centimeters van den binnenkant afblijft. De zakken zijn opgestikt en de breede ceintuur ge garneerd met een groote gesp van wit metaal. TWEE MANTELS, No. 384. Hoewel het fluweel niet in zoo over stelpende mate voor mantels gezien wordt als verleden jaar, kan men het toch in elke goede collectie in ruime mate voorhanden vinden. Daarom ge ven we hier een model in dit mate riaal in donker paarse kleur, met een garneering van immitatie nertzbont. of biesje, die met een grijs of blauw costuum een werkelijk chic geheel maken. Andere kleuren, zooals rood, ziet men hier en daar wel in een col lectie opgenomen, maar zijn voor den winter niet erg gedistingeerd, In de avondmode komt weinig ver andering. We zullen vooral weer. zij den schoenen zien, die in kleur over eenkomen met de japon, terwijl zilver en goud steeds meer op den achter grond geraken. De zijden schoenen worden voornamelijk met strass gegar- neorrl Een bruinen mantel kan men combi neeren met een bordeau-roode, bois de rose, heel donker groene, beige of goudgele japon. Onder groen past bei ge, lichtgroen, warm grijs, geel, don kerrood en desnoods marineblauw. Bij een paarsen mantel staat zwart bij zonder mooi, maar ook kan men er met succes donkerrood bij dragen, Gele tinten kunnen er heel mooi bij staan, zoo ook rose, maar voorzichtig moet men zijn met donkeigroen, ter wijl schel groen, zooals we reeds zei den, geheel uitgesloten is. Met enkele blauwen kan men aardige contrasten bereiken, terwijl ook met beige vaak iets te beginnen zal zijn. Nu we in de allernieuwste mode mantels van uiteenloopenden vorm hebben, is het van niet minder belang voor japon en mantel beiden dezelfde lijn te kiezen. Is de mantel van onde ren klokkend, dan zorge men, dat de japon de prinsesselijn heeft. Men kan desnoods een rechte japon onder een klokkenden mantel dragen, maar nooit een klokkende japon onder een rech ten mantel, omdat de laatste hierdoor uit den vorm gewrongen zou worden JAPON No. 383. Wie den eenvoud prijst als hoogste deugd in haar kleeding. zal verrukt zijn van dit aardige model, waarvoor als stof een marineblauwe serge dien de. Als garneering werd een zwarte tres aangebracht langs de zijkanten van de halsopening, over den naad van de mouw, benevens kleinere stuk ken op de beide zakken op den rok en op de borst. Een stolpplooi geeft een aardige noot aan het lijfje en wat ruimte in den rok. AVONDTOILETTEN. Hoe vindt U de nieuwste avond toiletten? Ik bedoel de nauwsluitende, princesse-robes, met de hooge taille- lijn en de zeer ruim klokkenden rok van ongelijke afmeting aan den zoom Ja, het zijn droom-toiletjes en heel, héél romantisch ziet een frêle, jong vrouwtje er uit, die door haar slanke figuurtje zich kan permiteeren zulk een toilet het hare te noemen. Snoezig zijn die nauwsluitende cor sages, welke soms van voren door een kleine rij knoopen gesloten worden. De hals is veelal vierkant uitgesneden en het lijfie heeft geen mouwen. Gebloemde crêpe de chine of satijn, ook wel taftzijde, waayin bloemen ver werkt zijn, zijn stoffen, die zeer popu lair worden en als ,,bon ton" gelden voor materiaal der princesse-robe. De dansjaponnetjes van dit seizoen onderscheiden zich door gratie en een zeer jeugdig aspect, hetgeen uitgaat van de modellen en van de zeer origi- neele vinding in een combinatie van twee stoffen. Gele zijde is en vogue, gecombineerd met gele kant, waarop een zeer exotische bloem van beide stofssoorten op den linkerschouder wordt bevestigd. De dansschentjes en kousen zijn geheel in overeenstemming. Een avondmantel van gele velvet, afgezet met chinchilla-bont, voltooit dit chique geheel. De mantels voor den gala-avond hebben zeer hooge kragen; de mou wen zijn minder wijd dan die van de vorige seizoens. De ongelijke rok der avond-robe komt gedeeltelijk onder den mantel uit uit. TEA. TOB NIET! Er zijn tobbers, die altijd ,,tobbers" geweest zijn en er zijn tobbers, die het door omstandigheden geworden zijn Nu, om de eersten te bekeeren zou ik veel meer ruimte noodig hebben, dan mij in dit blad is toegewezen. Dan is het ook nog een vraag of ik ze be keeren kón. „Echte" tobbers zijn nog aan 't tobben als ze lezen, hoe ze van hun getob af kunnen komen! Maar de tobbers, die niet van-huis- uit tobbers zijn, doch die als normale, gezonde, blijmoedige menschen ge leefd hebben tot hun een groote te leurstelling, een ramp trof, welke hen down en terneergeslagen deed zijn, zij zijn te genezen! In dezulken blijft immers altijd nog een sprankje levensvreugde en geest voor humor! En wie deze vlammekens aan kan wakkeren, verstaat de kunst om van een verslagene weer een ge lukkig mensch te maken. Gevoel voor humor! Wie dèt bezit, heeft een zintuig meer, beweer ik. Begin maar eens in alle levens omstandigheden de lichte, de vroolijke ja, de humoristische zijde naar voren te brengen.... Ge zult er zelf schik in krijgen en ge kunt het niet meer laten dit overal en bij alles te* doen. Een door verdriet en teleurstelling geheel verslagene, gaat weer glim lachen, in zijn oogen komt. een klein lichtje en.eindelijk, de zon breekt door de wolken.... hij kan weer la chen. O, die heerlijke, aanstekelijke humor! De enkeling, welke hem bezit is nut tiger op aarde dan honderd tobbers, die zuchtend en steunend hun plicht doen en hun mede-menschen geen an dere gedachten bij kunnen brengen dan dat 't leven een zware last is, LIESBETH. een greep uit de schoenen collecties. Nu er voor den herfst andere kleu ren op komst zijn dan die welke voor den zomer dienst hebben gedaan, kun nen we ook bij de schoenen eenige verandering opmerken. De tijd van de zeer lichte tinten is voorbij, zoodat wit in de eerste plaats van het pro gramma geschrapt is moeten worden. Daar er juist aan de sandalen, de leu ke gevlochten schoentjes, veel wit verwerkt werd, vallen deze vooral in de termen mijlder of in 't geheel niet meer gedragen te worden, totdat er weer een nieuwe zomer in het land is. Verder behoort men alle a jour be werkte schoenen op te bergen, want deze geven te veel gelegenheid aan vocht en vuil ongestoord binnen te treden. De meest practische schoen voor de eerstvolgende weken is onge twijfeld het Oxfordmodel, zooals on deraan op bijgaande teekening voor komt. Deze schoenen ziet men in aller hande tinten van mahonierood tot de fraaie lichte óf zeer donkere mocca- kleur. Deze schoen is vooral aan te bevelen voor de ochtenduren, voor wandelingen, boodschappen in de stad, kortom alle gelegenheden buitenshuis, waarop men niet „gekleed" behoeft te zijn. Bij middagkleeding zien we een wat eleganter model, wat meer open gesneden van boven en met wat fraai ere lijnen aan de hiel. Soms past men incrustaties toe van een andere kleur leer een donkerder tint of zelfs vuurrood men ziet stiksels of figuur randjes langs de zoomen, doch steeds op sobere wijze aangebracht. Onder deze modellen treft men ook mooi, donker grijsblauw leer aan, geheel ef fen of versierd met een zilveren gesp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9