RECHTZAKEN STADSNIEUWS Agenda Het auto-corso. Te kwart, over acht was aan het Kolo niaal Instituut het corso van verlichte auto's vertrokken. Langs den geheelen weg naar het Stadion had zich een dichte me nigte opgesteld om den lichtstoet te be wonderen. Onmiddellijk nadat voor de pau ze gefloten is komen de eerste lichtende auto's luide toegejuicht door het publiek door de Marathon-poort het Stadion bin nen. Het corso wordt geopend door de bekende v -enip g van „Kinderherstel lingsoorden Trein 8.28", die op geestige wijze haar auto gemaskeerd heeft tot een locomotiefje, dat zelfs „echt" fluit en sist. Een reeks van lichtende auto's, waarvan vele op werkelijk zeer smaakvolle en ori- gineele wijze versierd zijn, komen achter eenvolgens naar binnen. De auto van Dr. Lulofs, den directeur der G. E. W. is ge heel met lampjes bezet. Op eenvoudige wijze vormen vier wagens de letters F. O. R. D. Citroen is aanwezig met haar beken de rups-automobielen, die den tocht door de Sahara heeft gomaakt, en die thans ver licht is en bezet is door een minzaam knik kende giraffe, een even vriendelijken leeuw en eenige andere uitbundige woestijnbewo ners. De tweede zeer opvallende wagen is een geheel verlichte Eiffel toren. Fraai zijn ook de wagen van de bierbrouwerij en vooral van de Gekroonde Valk met hun verlichte biertonnen. Ook de „Draka" valt op met haar ver lichte draak. Dat zelfs het eenvoudige mooi kan zijn bleek uit een keurig gearrangeer de en door schijnwerpers beschenen groenteauto. Michelin had een wagen vol geladen met uitbundige elastische en steeds heen en weer veerende Michelin- mannetjes. Philips vroolijkte het corso op met zijn verlichte luidspreker-auto. Het geheel van ruim 90 verlichte auto's bood een prachtige aanblik. Na de rust. Ka de pauze is het voortdurende over wicht van P. S. V. verdwenen. Herhaalde lijk zijn thans de Amsterdammers in den aanval. Van Reenen mist een prachtige .kans en als na eenigen tijd Homburg een bal zoo scherp voorzet dat hij langs het P. S. V.-doel scheert en Boumans haar tracht te grijpen, is de stand 23. Eenige spelers verlaten het. veld en worden door andere vervangen. Een prachtkans krijgt P. S. V. als do Boer ver is uitgeloopen en 1 een P. S. V.-er voor een open doel staat. Eon der Amsterdamsche achterspelers weet dan nog juist den bal van den doellijn weg te schieten. Als dan nog eenige ver- geefsche aanvallen op het P. S. V.-doel zijn gedaan komt met 23 het einde, een ver diende overwinning van P. S. V. Het ex periment van voetbal bij kunstlicht was zeer interessant en is zeker niet mislukt, doch volkomen geslaagd kan het ook niet genoemd worden. Als de spelers die bij laag gehouden spel van het licht geen last hebben naar een hooge bal opkeken, wer den zij door de lampen eenigszins ver blind, zoodat zij een zwarte vlek zien en iets te laat de plaats waar de bal neer komt berekenen. Ook do keepers onder vonden b!5 hooge ballen hiervan hinder, het. is echter niet uitgesloten dat de tech niek ook dit bezwaar uit den weg zal Kun nen ruimen. De A. V. R. 0. op aUJientie. De A. V. R. O. meldt: Gistermorgen, 23 October, heeft in het kabinet des ministers een bespreking plaats gehad tusschen den minister van waterstaat en vertegenwoordigers van de A. V. R. O., t.w. de heeren dr. H. Holhuy- sen, onder-voorzitter, J. Oorver, bestuurs lid, W. Vogb, directeur A. V. R. O.; mede was aanwezig de heer Da mme, directeur- generaal P. T. T. In deze bijeenkomst zijn de belangen van de A. V. R. O. nog eens zeer uitdruk kelijk onder de aandacht van den minister gebracht. Minister Reymer verklaarde overtuigd te zijn, dat de A. V. R. O. door vele Neder landers wordt gewaardeerd. Alvorens de minister zijn standpunt kan bepalen, zoo zeide hij, wil hij het advies van den Radio- raad afwachten. De minister verzocht ten «lotte aan de vertegenwoordigers van do A. V. R. O. hem nog een schriftelijk te doen toekomen een uiteenzetting en een toelichting van de in zichten, die de A. V. R. O. ten aanzien van het omroep-vraagst.uk in het algemeen heeft. DE MOORD OP DEN 00STZEED1JK TE ROTTERDAM. Als eerste gei. werd gehoord mevr. Lans, die mededeeldè, dat haar na de vo rige behandeling is ingevallen, dat haar man op den dag van den moord heeffc ge zegd, dat hij vroeg thuis kwam, omdat er weinig werk was. Dat beteekent, dat hij om 6 uur zou thuiskomen. Wanneer zij zich al eens ongerust had gemaakt over het. laat thuiskomen, dan had hij altijd ge antwoord, dat verd. hem vergezelde. Mr. Kokowsky noemde deze verklarin gen van nul en geener waarde. Dan wordt bespoken het feit, dat de heer Lans altijd alleen achterbleef, als iedereen weg was. De verd. zegt, dat hij onder vier oogen hiervan meer zou kunnen vertellen. Vervolgens werden eenige leden van het personeel geihoord, die verklaren, dat het op den dag va den moord druk was. Door de verdediging waren twee getui gen gedagvaard, die op den avond van den moord een pakje in 't water op de Oost-Admiraliteitskade hadden zien wer pen. De Pres. zegt, dat deze verklaringen al ontzenuwd zijn. Als eerste getuige wordt gehoord Tijs de Jager, die men ernstig op 't gewicht van den eed wijst. Get. De Jager getuigt dat hij op den avond van den moonj op de Admirali teitskade liep. Hij zag iemand uit het hek van het kantoor der firma Perridon ko- l men, dat ongeveer 100 M. van het kan toor der firma De Haas gelegen is. De man liep in de richting van het kantoor, een pak onder den arm dragende. Deze man was veel grooter dan de verdachte v. O. Get. beweert pertinent, dat het. geen andere avond geweest kan zijn. Hij deelde voorts mode, dat hij zich nit in den weg vergist kan hebben, omdat hij dien dag niet gewerkt heett. Pres.: Weet u, dat er getuigen zijn, die kunnen verklaren, dat op dien dag wel gewerkt werd, terwijl dit ook uit de ar beidskaarten is gebleken 1 Bij wat u ge zegd heeft, zijn veel leugens. Ik kan u be wijzen, dat u onwaarheid spreekt. De Officier van Justitie neemt get. De Jager onderhanden. Weet u, dat u wegens meineed kan worden vervolgd Denkt u nog eens goed na1? De Jager: Ik trek mijn woorden in. 't Is afgeloopen. (groote hilariteit in de zaal). De Pres. vraagt hem, waarom hij nu pas voor den dag komt met de verklaring. Get. blijft het antwoord Bchuldig. Pres: Hebt u er iots bij te verdienen, of hebt u een belangrijke rol willen spelen! Get.: Dat weet ik niet meer. Ik schijn mij in den datum te vergissen. De Pres. wil dan mej. Valk, die in de zaal aanwezig is, hooren over de brieven, die op 9 Nov. gesohreven zijn. Het bovenstaande is reeds geplaatst in een gedeelte van ons vorig nummer). Vervolgens wordt de kantoorjuffrouw Valk gehoord, die heeft nagegaan, dat er vijf brieven zijn uitgegaan op den dag van den moord, waarvan zij er minstens vier heeft verzorgd. Getuige Boele heeft in de garage ran de firma Van Sohijndel aan de Oost-Ad miraliteitskade op den dag voor den moord twee mannen gezien die zich daar op verdachte wijze ophielden. Getuige heeft aan inspecteur Hermans een briefje gegeven met hte sigualement van die mannen. „Door een stommiteit" aldus getuige „van dien inspecteur, is dat briefje weggeraakt". De inspecteur had n.l. gezegd: „het heeft, geen waarde', en daarom heeft getuige het vernietigd. De Prés. leest uit het proces-verbaal de signalmenten van de mannen voor. Get. Boele: „Dat briefje had ik moeten krijgen. Nu sta ik met den mond vel tan den." Mr. J. A. de Visser (O. M.): „Briefjes aan getuigen te geven is, zooals den laat- sten tijd wel is gebleken, zeer onge- wenscht. Nu inspecteur Hermans dit niet heeft gedaan, is er in geen geval sprake van een stommiteit". Getuige heeft voorts den indruk gekre gen dat Lans door vrijmetselaars zou zijn vermoord. De verdachte mannen leken hem evenwel Zuid-Limburgers. De Pres.: „Dan zijn het zeker geen vrijmetselaars geweest. Maar hoe komt u aan die veronderstelling?" Get.: „Er worden den laatsten tijd zoo veel moorden niet opgehelderd, dat ik dacht: Het zou wel eens vrijmetselarij kunnen wezen." Het O. M.: „Bent u Roomsch?" Get.: „Van huis uit ben ik Protestant." De Pres.: „Bent u dan Roomsah ge worden, omdat u zoo zegt, „van Ijj^s uit"?" Get.: „Nee." Vervolgens wordt inspecteur Hermans gehoord over het onderdeel betreffende de gesignaleerde mannen in de garage. Get. Boele blijft er bij, dat het briefje met signalementen bewaard had moeten blijven. Dr Inspecteur heeft werk var» het spoor gemaakt, maar het hevc tot oiets geleid. De Pres.: „Waa-om heeft getuige pas in Juni aangifte van zijn waarneming gedaan?" Get. Boele: „Dat is een stommiteit van inspecteur Hermans of van inspecteur Muller. Ik heb het 30 November al aan agent De Graaf gezegd in een kappers zaak/maar dat was geen barbierspraatje. De agent is er expres voor geroepen. Ik had dan iets van inspecteur Muller van de Hoflaan moeten hooren, want die heeft het. van agent De Graaf gehoord". De Pres.: „Waarom bent u niet naar den inspecteur gegaan?" Get.: „Inspecteur Muller belooft je al tijd koeien met gouden horens, maar je hoort nooit iets. Van den agent Van Dijk heb ik zooveel last gehad en als ik op het bureau kwam klagen, smeerde inspec teur Muller mij honing om den mond, maar er kwam niet van." De Pres.:: „Wat u gedaan hebt, noem ik geen werk maken van een zaak". Vervolgens wordt verdachte gehoord over zijn regenjas, waarover hij verklaart dat deze vrij nieuw was. Zandrijder Lucluse uit.Den Haag heeft op 14 December 1928 van de vrouw van verdachte een pak lorren gekocht voor een zeer matigen prijs, waaiibij een heel behoorlijke regenjas was. De moeder van de vorige getuige heeft in de regenjas, welke haar zoon uit de lorrenaak, waar hij werkzaam was, heeft meegebracht, een briefje gevonden, waar op de naam van verdachte stond. Boven dien zijn vlekken op de jas gevonden. Nadat de rechtbank last had gegeven om de niet-verschenen dienstbode van verdachte te laten halen, werd de zitting tot 's middags geschorst. In de middagzitting heeft de recht bank als eerste getuige de heer De Haas van de N. V. gehoord. Waar was verdachte? Getuige De Haas is van oordeel, dat, wanneer verdaohte niet in de bloedplas in het portaal heeft getrapt, hij in het keu kentje zou moeten zijn geweest. Verdachte is den ochtend na deD moord om half tien op kantoor gekomen. Hij ge looft niet dat hij in het keukentje is ge weest. De pres.: Verdachte, u hebt toch uw misnoegen te kennen gegeten over het feit, dat dien ochtend alles nog niet schoon was gemaakt. Verdachte: Ja, omdat dat 's avonds was afgesproken, en ik vond, dat bet eerder klaar had kunnen zijn? De president: Bent u dan niet voor zichtig ge woest, niet in bloed te trappen! Verdachte: Ik heb er niet op gelet. De president: Niet op gelet. U wist toch, dat er een moord was gepleegd. Verdachte: Maar ik wist niet, dat er bloed op de mat lag. De President: Den avond van den moord bent u door de politie toch voor bloedplassen gewaarschuwd? Verdachte: Ik herinner het mij niet. De rechtbank 'hoort nogmaals den kleermaker Hage irit Arnemuiden, die ver klaarde, dat een van de mannen, en wel de lange, die hij heeft hooren praten, een Amsterdamsoh accent had. De president, leest een proces-verbaal voor, dat ingekomen is van commissaris Dijkstra, naar aanleiding van een verhoor van getuige. Uit dit proces-verbaal blijkt, dat getuige Dinsdag na de zitting een van de mannen, die hij destijds had ge zien te Rotterdam, heeft herkend. Ook vanmorgen in Rotterdam terug heeft hij dien man weer gezien. Getuige Hage verklaart nu, dat 'hij ab soluut den indruk heeft gekregen, dat de man hem volgde, te meer omdat hij op hem had staan wachten, nadat getuige geruimen tijd in een vendu-huis had ver toefd. ■v?~" pe publieke tribune. De president golast daarop de pu blieke tribune te sluiten. Op het zelfde moment, dat de president dit bevel geeft, glippen er eenige menschen van de tribu ne af. De president: Veldwachter, waarom hebt u die monschen laten gaan? De veldwachter: Ik kon niet voorko men dat er vier naar buiten gingen. Ik moest nog door de menschen heen. De president: U hebt alle gelegenheid gehad de menschen tegen te houden. Ik heb gezien dat u eenige menschen hebt laten weggaan. De veldwachter: Er vroegen er twee of zo weg mochten. Getuige Verberge verklaart dat hij zoodra hij uit het venduhuis kwam, een agent heeft aangesproken en dat die agent hem mee heeft genomen naar het bureau Paauwensteeg. De President: Had u den man niet met den agent kunnen achterhalen? Getuige: Dat was m'n bedoeling. Ik heb nog tegen de agent gezegd, dat het voor het grootste belang zou zijn die man te hebben, maar de agent wilde eerst pre cies weten waarom, en hoe ik hier kwan> en toen zei hij dat ik maar mee moest komen naar de Paauwensteeg. Inmiddels waren de „vluchtelingen" aan gehouden en getuige Hage is met inspec teur Hermans naar do binnonplaats ge gaan, ten einde te zien of de man er bij was. Getuige heeft hom niet onder hen herkend, evenmin later onder de aanwezi gen op de publieke tribune. De officier van justitie vraagt nu ge tuige Hage,'hoe het mogelijk is dat hij den man, dien hij indertijd liggend heeft gezien, nu na maanden loopend heeft her kend. Getuige blijft er bij dab zijn ver klaringen juist zijn. De rechtbank hoort na dit intermezzo de dienstbode van verdachte, mej. W. Jouvenaar, die verklaarde, dat bij een pak lorren, dat kort na de arrestatie van den procuratie-houder voor 34 cent aan een lorrenkoopman is verkocht, een zeer goede regenjas was. Deze regenjas heeft getuige altijd in den kelder, bij eenige ander© kleeren zien hangen. Verdachte zegt dat hij zijn vrouw geen toestemming heeft gegeven de regenjas, welke hij stelliogriog in den zomer van 1928 heeft gcdrl^n, weg te doen. Nog steeds: de vijl. De rechtbank hoort dan de verschil lende deskundigen, naar aanleiding van hun onderzoek betreffende mogelijkheid of met de gevonden vijl dusdanige wonden 'kunnen zijn toegebracht, dat de dader daardoor niet met bloed behoeft bevlekt geuveest te zijn. Dr. Hulst verklaart, dat, wanneer men met de vijf plat slaat, het bloed uitsluitend naar twee kanten spatte. De bloedspatten. Op een vraag van mr. Van der meer, of het mogelijk is, dat er met kracht met de hak van de schoen, op do zool waar van bloedspatten zijn gevonden, in een bloedplas is getfeden, antwoordt dr. Hulst, dat er dan tooh afdrukken van de hak op den grond moesten zijn gevonden. Dr. Hesseling deelt zijn conclusie mee van zijn bevindingen over de gevonden bloedsporen op het pak van verdachte. Er valt geen conclusie te trekken, dat de drager van het pak de dader zou moeten zijn, al maakt het totale beeld een eigen- aardigen indruk. De bloedspatjes op de broekspijpen zijn het merkwaardigst. Ge tuige acht het voorts moeilijk verklaar baar, hoe op de zool van den schoen bij de hakken bloedsporen zijn gevonden. Wat betreft de spatjes op de broekspij pen, zegt getuige, dat enkele van die spat jes, evenals <Tie op het vest, den indruk maken, alsof er op gewreven is. Wanneer er een staafvormig voorwerp bij het misdrijf is gebruikt is het niet verwonderlijk, dat de dader weinig bloed vlekken heeft gekregen. Getuige gelooft niet, dat de heer Lans met de vijl is ver moord. Dr. Hulst wijst erop, dat de sporen op de broekspijpen zoo minimaal zijn, dat hij er geen enkele conclusie aan zou willen vastkoppelen. De bloedspatten op het vest zijn ouder. Getuige wil er zich voor hoeden, deze bloedsporen in het ka der van het misdrijf te dringen. Het komt hem gewrongen voor ze in verband te wil len brengen, met dezen persoon en deze feiten. Dr. Hésselink zegt daarop, dat de bloedspatten, hoe minimaal dan ook, er toch zijn. Dr. Hulst zou niet eens de mogelijkheid willen uitsluiten, dat de bloedspatjes door neusbloeding zouden zijn ontstaan. Dr. Hesselink merkt op, dat uit de foto's van de politie blijkt, dat er tijdens het toebrengen van de slagen aan den heer Lans niet veel bloed schijnt te zijn gevloeid. Een wondje bij een kind. Mevrouw Wevels behoort tot den ken nissenkring van verdachte. Getuige weet, dat het dochtertje van verdachte en lee- lijk bloederig uitziend plekje op haar lin kerwang had. Verdachte bemoeide zich veel met het kind; daardoor zou verdach te wel eens bloed aan zijn kleeren heb ben kunnen krijgen. Deze verklaringen worden bevestigd door mej. Reule, een zuster van de vorige getuige, die bovendien nog kan verklaren, dat zij het wondje op den wang van het kind wel eeris heeft zien bloeden. Dr. Hulst wil de mogelijkheid, dat do vegen op het vest aan het wondje van het kind kunnen worden geweten, niet uit sluiten, evenmin als dr. Hesselink, die echter de verdeeling van de vlekken op hefc vest niet natuurlijk vindt in dit ver band. Mr. Van der Meer wijst er nog eens op dat alleen van 'het bloecl van het vest is komen vast 'te staan, dat het mensehen- bloed is, van de andere vlekken is slechts gebleken dat het bloed is. Mr. De Visser, vertegenwoordigend het O. M., acht hefc niet mogelijk dat en va der het toe zal laten dat zijn kind, dat een wond aan den wang heeft, over den grond kruipt. Verdaohte vraagt den officier of een kind vraagt wat het mag. Dr. Hulst wijst er op, dat er eigenlijk niet van een wond sprake is. Daarna wijdden de deskundigen nog lang uit over de mogelijkheid, of de bloed spatjes op de broekspijpen door het kind kunnen zijn teweeggebracht, waarin zich ook de vertegenwoordiger van het O. M. mengt. Een conclusie van deskundigen. De doctoren Van Woerkom en Schol- te na, die verdachte psychiatrisch onder zocht hebben, zijn tot de conclusie geko men, dat verdachte een beheerscht, apa- t:sch iemand is, onbewogen voor affecten. Toen de psychiaters met verdachte spra ken, kregen zij den indruk met iemand te spreken, die niets met de zaak heeft te maken. De psychiaters bespreken de mogelijk heid of verdachte psychisch in staat is ge weest de daad te bedrijven. Dr. Scholtens kan deze vraag niet beantwoorden, omdat er geen gepaalde psychische gesteldheid van den moordenaar bestaat. Dr. Van Woerkom leest dan een uitvoe rige conclusie voor over het karakter van den verdachte. O.m. blijkt hier uit, dat volgens dr. Van Woerkom 'een apaticus zich omstandigheden kan scheppen voor een misdadige daad. Getuige wijst ook op het verminderde zedelijkheidsbowustzijn van verdachte. Dr. Scholtens is het niet met de conclusie van dr. Van Woerkom eens. Mr. Kokowsky is van oordeel, dat de Baherpe conclusies van dr. Va/n Woerkom gesteld zijn op een lichtvaardig onder zoek, omdat hij slechts drie mensohen heeffc gehoord. Dr. Van Woerkom wijst er op, dat mr. Kokowsky hot feit, dat hij verdaohte per soonlijk heeft onderzocht, uit het oog ver liest. De zitting werd daarop geschorst tot Zaterdagochtend tien uur. GEEN EDISON-LICHTWEEK? Onvoldoende capaciteiten van de Lichtfabrieken? Gisteravond heeft de afd. Leiden van Ned. Fabrikaat vergaderd in verband mei de plannen tot het houden van een Euison- lichtweek. Uit de mededeelingen van ir. Klinken berg, directeur van de Lichtfabrieken, bleek, dat er groote bezwaren bestaan te gen hefc organiseeren van zulk een Licht- week, aangezien de capaciteiten van de Lichtfabrieken vrijwel tot een maximum zijn opgevoerd, waardoor vermoedelijk door de Lichtfabrieken wel geen voldoende stroom zal kunnen worden opgewekt. Er is thans een commissie van onder zoek ingesteld ter nadere bestudeering. OPENBARE LES VAN Dr. D. WIERSMA. Dr. D. Wiersma, adjunct-directeur vau het Rijks-Psychopathcn-asyl te Leiden, toe gelaten als privaat-docent in dc crimi neel e psychologie aan de Leidschc Univoi- siteit, heeft hedenmiddag bij den aanvang van zijn colleges in het kloin-auditorium een openbare les gehouden over: Praedis- posiric tot misdaad. Het onderzoek naar de. oorzaken der cri minaliteit is begonnen met de school van Lombroso en de economische school De eerste meende in den misdadiger al thans in een groot deel van de misdvli- geis een variëteit van het monschelijk ger»acut te moeten zien. die zich doer tal rijke aangeboren atadrrische kenmerken zoowel var> lichamclijken als van psychi sche» aard qualitatief van den gemiddel den mensch coerscheidt Late-e onder zoekingen brachten echter aan het licht, dat dit type van den „geboren misdadiger" niet beantwoordt aan de werkelijke fei ten, zooals ze zich aan ons voordoen. De economische richting zoekt de oorzaken van misdadigheid geheel in de levensom standigheden, waaronder de misdadiger» leven, speciaal in do levensstandaard. Qok deze theoriën bleken in hun alge meenheid niet houdbaar, hoewel oa. door W. A. Bonger duidelijk is aangetoond, dat aan de uiterlijke omstandigheden een zeer belangrijke invloed op de veelvuldigheid van misdaad toekomt. Wij hebben echter steeds met- beide factoren: buitenwereld en persoonlijkheid van den misdadiger te doen, die beide van invloed zijn op de tot stand koming van een misdrijf. Hetzelfde geldt voor zede lijke geestcsafwijkingen, hetgeen door het voorbeeld der hysterie kan worden duide lijk gemaakt. In zeer ongunstige omstan digheden vertoon en zeer vele menschen hysterische verschijnselen, terwijl in <^e allerongunstigste slechts een zeer bijzon- Gemeenteliike Aankondiging Hinderwet. Burgemeester en Wethouders van den brengen ter algemeen e kenni^ door hen vergunning is verleend a. J. van den Burg en rochtverkrijg® tofc hefc oprichten van een brood- en ketbakkerij in het perceel Noordeinde 44; b. de firma P. Stoeke, A. Stoefe G. van der Reyde, en rechtverkrijgJ tot hefc uitbreiden .van de stoomwassq en ververij in,' hefj perceel VoldcrsgJ nis 11 en 23; c. M. J. F. van der h Mevs en rechtverkrijgenden, tot het richten va*n een bndergrondsche hew plaats voor benzine met bovengrond aftapinrichting in en op het trottoiJ de Doezastraafc vóór het perceel Da straat no. 35; d. de firma Rooyakken Kamsteeg en rechtverkrijgenden, tot oprichten van een ondcrgrondsche waarplaats voor benzine in het Mariënpoel'straat, met affcapinriehtinj het trottoir vóór het perceel aan de riënpoelstraat. Donderdag, Vriendenkring ter eere hefc Allerheiligst Sacraa Graanbeurs, 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst apotheken wordt van Woensdag 21 t« met Zondag 27 October waargenomen; de apotheek van den heer W. Pelle, l Rapenburg 12. telefoon 594. der persoonlijkheidstype 't nerveuj daaraan gaat lijden. Deze bezitten dus zekere praedispositie. nu niet voor e< maar voor misdadigheid, meent de q neele psychologie te weien. Men heeft dikwijls gemeend, dat i een praedispositie was te vinden in slecht ontwikkeld ir'rilecf. De Ai kaansche psycholoog Murchison heeft' ter langs experimenteelen wee aangeli dat dit in het algemeen stellig niet j is. Toch bleek uit de ervaringen, in Rijksasyl voor Psychopathen opgei waar bijna een vierde deel van de pa; ten een zekere mate van achierlijï vertoont, dat in sommige gevallen slecht ontwikkeld intellect wel dej op het begaan van misdrijven bevo rend kan werken. De onderzoekingen van Van Dijck Pannenborg hielden zich voornamelijk; den invloed, die 't temperament op d< minaliteit uitoefent bezig. Zij tooi aan, dat bepaalde groepen van mis ven, b.v. die uit wraak, of uit hebi| bedreven door bepaalde tnperamj eigenschappen sierk worden bevordeu het Rijksasyl zijn zeer veel patiënten een nerveus temperament opgenomen, bleek bij vergelijking met de gcgeveni over normale nerveuzen beschikbaar dat do genoemde patiënten vrijwel eigenschappen, die met dit tempen verband houden, in nog sterkere mati zitten. Een sterk egoisme, groote heid, neiging tot- verkwisten, en g« betrouwbaarheid rijn, naast vrij sli verstandelijke praestaties, de voorn sten dezer eigenaardigheden. Langs experimenteelen weg bleek vendien dat het bewustzijn dezer ner patiënten slechts enkele voorstelling* gelijk omvatten kan, hetgeen op van theoretische overwegingen ook worden verwacht. Maar dit feit is va criminaliteit van zeer veel gewicht, het begrijpelijk maakt, hoe de patii door een enkele motiefvoorstelling, wanneer deze zich moet omzetten in misdadige handeling, geheel worden gesleept. Over het karakter, de neigingen, tegenwoordig nog niet heel veel te gen. Opdat er een normaal leven geleid, moet er tusschen de verschil groep en-neigingen een zeker evenwick staa-n. Ontbreekt dit, dan komen licfci mineele handelingen tot stand. De pfl loog moet trachten uit te maken, i groep te sterk of te weinig ontwikke Experimenteel onderzoek is hier niet gelijk. Een belangrijke methode is wel een streng doorgevoerde zelfw ming, die ons in staat stelt» ons oo schijnbaar zeer ver van ons af staad dividuen als misdadigers, te verpla en hen daardoor te begrijpen. Zilveren jubileum. Heden herdenkt de heer G. J. Sch zijn 25-jarig jubileum in dienst bj Rijksmuseum van Oudheden alhier. Bij de reorganisatie van hot Mitsen later bij de overbrenging van de straat naar het Rapenburg heeft hij i met groote' toewijding en ijver hulp leend, in het bijzonder bij de vormini de sedert zijn in dienst treden Êeitolij goed als geheel nieuw gevormde l landsche afdeeling. In verband daai is hij ook de opgraving-amanuenaii het Museum geworden, wiens d« feitelijk bij geen der in dit jaren v« te opgravingen gemist werden. In h< zonder is hem toevertrouwd het fd phische werk zoowel buiten als binn* Museum. De jubilaris werd hedenmorgen uur met zijn echtgenoote per auto zijn woning gehaald en op het bure» het Museum toegesproken door den leur, dr. J. H. Holwerda, die hem si' van herinnering een gouden vulpi aanbood. Ook de secretaris van het CollejJ Curatoren, mr. P. J. Idenburg, comp leerde namens den Senaat den jut terwijl hij vervolgens namens hefc schappelijk personeel werd gecomp teerd door mej. J. P. J. Brants, dl sigarenkoker met inscriptie op plaatje en door den amanuensis L- namens het overig personeel, die eerP stoel als stoffelijk aandenken aanbood de echtgenoote van den jubilaris bloemen aangeboden. De heer Schregel dankte teuslotWÏ voor de harte-lijke ontvangst, de meende felicitaties on de geschenk*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 2