RECHTZAKEN
STADSNIEUWS
Agenda
Het auto-corso.
Te kwart, over acht was aan het Kolo
niaal Instituut het corso van verlichte
auto's vertrokken. Langs den geheelen weg
naar het Stadion had zich een dichte me
nigte opgesteld om den lichtstoet te be
wonderen. Onmiddellijk nadat voor de pau
ze gefloten is komen de eerste lichtende
auto's luide toegejuicht door het publiek
door de Marathon-poort het Stadion bin
nen. Het corso wordt geopend door de
bekende v -enip g van „Kinderherstel
lingsoorden Trein 8.28", die op geestige
wijze haar auto gemaskeerd heeft tot een
locomotiefje, dat zelfs „echt" fluit en sist.
Een reeks van lichtende auto's, waarvan
vele op werkelijk zeer smaakvolle en ori-
gineele wijze versierd zijn, komen achter
eenvolgens naar binnen. De auto van Dr.
Lulofs, den directeur der G. E. W. is ge
heel met lampjes bezet. Op eenvoudige
wijze vormen vier wagens de letters F. O.
R. D. Citroen is aanwezig met haar beken
de rups-automobielen, die den tocht door
de Sahara heeft gomaakt, en die thans ver
licht is en bezet is door een minzaam knik
kende giraffe, een even vriendelijken leeuw
en eenige andere uitbundige woestijnbewo
ners. De tweede zeer opvallende wagen is
een geheel verlichte Eiffel toren. Fraai zijn
ook de wagen van de bierbrouwerij en
vooral van de Gekroonde Valk met hun
verlichte biertonnen.
Ook de „Draka" valt op met haar ver
lichte draak. Dat zelfs het eenvoudige mooi
kan zijn bleek uit een keurig gearrangeer
de en door schijnwerpers beschenen
groenteauto. Michelin had een wagen vol
geladen met uitbundige elastische en
steeds heen en weer veerende Michelin-
mannetjes. Philips vroolijkte het corso op
met zijn verlichte luidspreker-auto. Het
geheel van ruim 90 verlichte auto's bood
een prachtige aanblik.
Na de rust.
Ka de pauze is het voortdurende over
wicht van P. S. V. verdwenen. Herhaalde
lijk zijn thans de Amsterdammers in den
aanval. Van Reenen mist een prachtige
.kans en als na eenigen tijd Homburg een
bal zoo scherp voorzet dat hij langs het
P. S. V.-doel scheert en Boumans haar
tracht te grijpen, is de stand 23. Eenige
spelers verlaten het. veld en worden door
andere vervangen. Een prachtkans krijgt
P. S. V. als do Boer ver is uitgeloopen en
1 een P. S. V.-er voor een open doel staat.
Eon der Amsterdamsche achterspelers
weet dan nog juist den bal van den doellijn
weg te schieten. Als dan nog eenige ver-
geefsche aanvallen op het P. S. V.-doel zijn
gedaan komt met 23 het einde, een ver
diende overwinning van P. S. V. Het ex
periment van voetbal bij kunstlicht was
zeer interessant en is zeker niet mislukt,
doch volkomen geslaagd kan het ook niet
genoemd worden. Als de spelers die bij
laag gehouden spel van het licht geen last
hebben naar een hooge bal opkeken, wer
den zij door de lampen eenigszins ver
blind, zoodat zij een zwarte vlek zien en
iets te laat de plaats waar de bal neer
komt berekenen. Ook do keepers onder
vonden b!5 hooge ballen hiervan hinder,
het. is echter niet uitgesloten dat de tech
niek ook dit bezwaar uit den weg zal Kun
nen ruimen.
De A. V. R. 0. op aUJientie.
De A. V. R. O. meldt:
Gistermorgen, 23 October, heeft in het
kabinet des ministers een bespreking
plaats gehad tusschen den minister van
waterstaat en vertegenwoordigers van de
A. V. R. O., t.w. de heeren dr. H. Holhuy-
sen, onder-voorzitter, J. Oorver, bestuurs
lid, W. Vogb, directeur A. V. R. O.; mede
was aanwezig de heer Da mme, directeur-
generaal P. T. T.
In deze bijeenkomst zijn de belangen
van de A. V. R. O. nog eens zeer uitdruk
kelijk onder de aandacht van den minister
gebracht.
Minister Reymer verklaarde overtuigd
te zijn, dat de A. V. R. O. door vele Neder
landers wordt gewaardeerd. Alvorens de
minister zijn standpunt kan bepalen, zoo
zeide hij, wil hij het advies van den Radio-
raad afwachten.
De minister verzocht ten «lotte aan de
vertegenwoordigers van do A. V. R. O. hem
nog een schriftelijk te doen toekomen een
uiteenzetting en een toelichting van de in
zichten, die de A. V. R. O. ten aanzien van
het omroep-vraagst.uk in het algemeen
heeft.
DE MOORD OP DEN 00STZEED1JK
TE ROTTERDAM.
Als eerste gei. werd gehoord mevr.
Lans, die mededeeldè, dat haar na de vo
rige behandeling is ingevallen, dat haar
man op den dag van den moord heeffc ge
zegd, dat hij vroeg thuis kwam, omdat er
weinig werk was. Dat beteekent, dat hij
om 6 uur zou thuiskomen. Wanneer zij
zich al eens ongerust had gemaakt over
het. laat thuiskomen, dan had hij altijd ge
antwoord, dat verd. hem vergezelde.
Mr. Kokowsky noemde deze verklarin
gen van nul en geener waarde.
Dan wordt bespoken het feit, dat de
heer Lans altijd alleen achterbleef, als
iedereen weg was.
De verd. zegt, dat hij onder vier oogen
hiervan meer zou kunnen vertellen.
Vervolgens werden eenige leden van
het personeel geihoord, die verklaren, dat
het op den dag va den moord druk was.
Door de verdediging waren twee getui
gen gedagvaard, die op den avond van
den moord een pakje in 't water op de
Oost-Admiraliteitskade hadden zien wer
pen.
De Pres. zegt, dat deze verklaringen al
ontzenuwd zijn.
Als eerste getuige wordt gehoord Tijs
de Jager, die men ernstig op 't gewicht
van den eed wijst.
Get. De Jager getuigt dat hij op den
avond van den moonj op de Admirali
teitskade liep. Hij zag iemand uit het hek
van het kantoor der firma Perridon ko-
l
men, dat ongeveer 100 M. van het kan
toor der firma De Haas gelegen is. De
man liep in de richting van het kantoor,
een pak onder den arm dragende. Deze
man was veel grooter dan de verdachte
v. O. Get. beweert pertinent, dat het. geen
andere avond geweest kan zijn. Hij deelde
voorts mode, dat hij zich nit in den weg
vergist kan hebben, omdat hij dien dag
niet gewerkt heett.
Pres.: Weet u, dat er getuigen zijn, die
kunnen verklaren, dat op dien dag wel
gewerkt werd, terwijl dit ook uit de ar
beidskaarten is gebleken 1 Bij wat u ge
zegd heeft, zijn veel leugens. Ik kan u be
wijzen, dat u onwaarheid spreekt.
De Officier van Justitie neemt get. De
Jager onderhanden. Weet u, dat u wegens
meineed kan worden vervolgd Denkt u
nog eens goed na1?
De Jager: Ik trek mijn woorden in. 't Is
afgeloopen. (groote hilariteit in de zaal).
De Pres. vraagt hem, waarom hij nu
pas voor den dag komt met de verklaring.
Get. blijft het antwoord Bchuldig.
Pres: Hebt u er iots bij te verdienen,
of hebt u een belangrijke rol willen
spelen!
Get.: Dat weet ik niet meer. Ik schijn
mij in den datum te vergissen.
De Pres. wil dan mej. Valk, die in de
zaal aanwezig is, hooren over de brieven,
die op 9 Nov. gesohreven zijn.
Het bovenstaande is reeds geplaatst in
een gedeelte van ons vorig nummer).
Vervolgens wordt de kantoorjuffrouw
Valk gehoord, die heeft nagegaan, dat er
vijf brieven zijn uitgegaan op den dag
van den moord, waarvan zij er minstens
vier heeft verzorgd.
Getuige Boele heeft in de garage ran
de firma Van Sohijndel aan de Oost-Ad
miraliteitskade op den dag voor den
moord twee mannen gezien die zich daar
op verdachte wijze ophielden. Getuige
heeft aan inspecteur Hermans een briefje
gegeven met hte sigualement van die
mannen. „Door een stommiteit" aldus
getuige „van dien inspecteur, is dat
briefje weggeraakt". De inspecteur had
n.l. gezegd: „het heeft, geen waarde', en
daarom heeft getuige het vernietigd.
De Prés. leest uit het proces-verbaal
de signalmenten van de mannen voor.
Get. Boele: „Dat briefje had ik moeten
krijgen. Nu sta ik met den mond vel tan
den."
Mr. J. A. de Visser (O. M.): „Briefjes
aan getuigen te geven is, zooals den laat-
sten tijd wel is gebleken, zeer onge-
wenscht. Nu inspecteur Hermans dit niet
heeft gedaan, is er in geen geval sprake
van een stommiteit".
Getuige heeft voorts den indruk gekre
gen dat Lans door vrijmetselaars zou zijn
vermoord. De verdachte mannen leken
hem evenwel Zuid-Limburgers.
De Pres.: „Dan zijn het zeker geen
vrijmetselaars geweest. Maar hoe komt u
aan die veronderstelling?"
Get.: „Er worden den laatsten tijd zoo
veel moorden niet opgehelderd, dat ik
dacht: Het zou wel eens vrijmetselarij
kunnen wezen."
Het O. M.: „Bent u Roomsch?"
Get.: „Van huis uit ben ik Protestant."
De Pres.: „Bent u dan Roomsah ge
worden, omdat u zoo zegt, „van Ijj^s uit"?"
Get.: „Nee."
Vervolgens wordt inspecteur Hermans
gehoord over het onderdeel betreffende
de gesignaleerde mannen in de garage.
Get. Boele blijft er bij, dat het briefje
met signalementen bewaard had moeten
blijven.
Dr Inspecteur heeft werk var» het spoor
gemaakt, maar het hevc tot oiets geleid.
De Pres.: „Waa-om heeft getuige pas
in Juni aangifte van zijn waarneming
gedaan?"
Get. Boele: „Dat is een stommiteit van
inspecteur Hermans of van inspecteur
Muller. Ik heb het 30 November al aan
agent De Graaf gezegd in een kappers
zaak/maar dat was geen barbierspraatje.
De agent is er expres voor geroepen. Ik
had dan iets van inspecteur Muller van de
Hoflaan moeten hooren, want die heeft
het. van agent De Graaf gehoord".
De Pres.: „Waarom bent u niet naar
den inspecteur gegaan?"
Get.: „Inspecteur Muller belooft je al
tijd koeien met gouden horens, maar je
hoort nooit iets. Van den agent Van Dijk
heb ik zooveel last gehad en als ik op
het bureau kwam klagen, smeerde inspec
teur Muller mij honing om den mond,
maar er kwam niet van."
De Pres.:: „Wat u gedaan hebt, noem
ik geen werk maken van een zaak".
Vervolgens wordt verdachte gehoord
over zijn regenjas, waarover hij verklaart
dat deze vrij nieuw was.
Zandrijder Lucluse uit.Den Haag heeft
op 14 December 1928 van de vrouw van
verdachte een pak lorren gekocht voor
een zeer matigen prijs, waaiibij een heel
behoorlijke regenjas was.
De moeder van de vorige getuige heeft
in de regenjas, welke haar zoon uit de
lorrenaak, waar hij werkzaam was, heeft
meegebracht, een briefje gevonden, waar
op de naam van verdachte stond. Boven
dien zijn vlekken op de jas gevonden.
Nadat de rechtbank last had gegeven
om de niet-verschenen dienstbode van
verdachte te laten halen, werd de zitting
tot 's middags geschorst.
In de middagzitting heeft de recht
bank als eerste getuige de heer De Haas
van de N. V. gehoord.
Waar was verdachte?
Getuige De Haas is van oordeel, dat,
wanneer verdaohte niet in de bloedplas in
het portaal heeft getrapt, hij in het keu
kentje zou moeten zijn geweest.
Verdachte is den ochtend na deD moord
om half tien op kantoor gekomen. Hij ge
looft niet dat hij in het keukentje is ge
weest.
De pres.: Verdachte, u hebt toch uw
misnoegen te kennen gegeten over het
feit, dat dien ochtend alles nog niet
schoon was gemaakt.
Verdachte: Ja, omdat dat 's avonds
was afgesproken, en ik vond, dat bet
eerder klaar had kunnen zijn?
De president: Bent u dan niet voor
zichtig ge woest, niet in bloed te trappen!
Verdachte: Ik heb er niet op gelet.
De president: Niet op gelet. U wist
toch, dat er een moord was gepleegd.
Verdachte: Maar ik wist niet, dat er
bloed op de mat lag.
De President: Den avond van den
moord bent u door de politie toch voor
bloedplassen gewaarschuwd?
Verdachte: Ik herinner het mij niet.
De rechtbank 'hoort nogmaals den
kleermaker Hage irit Arnemuiden, die ver
klaarde, dat een van de mannen, en wel
de lange, die hij heeft hooren praten, een
Amsterdamsoh accent had.
De president, leest een proces-verbaal
voor, dat ingekomen is van commissaris
Dijkstra, naar aanleiding van een verhoor
van getuige. Uit dit proces-verbaal blijkt,
dat getuige Dinsdag na de zitting een
van de mannen, die hij destijds had ge
zien te Rotterdam, heeft herkend. Ook
vanmorgen in Rotterdam terug heeft hij
dien man weer gezien.
Getuige Hage verklaart nu, dat 'hij ab
soluut den indruk heeft gekregen, dat de
man hem volgde, te meer omdat hij op
hem had staan wachten, nadat getuige
geruimen tijd in een vendu-huis had ver
toefd.
■v?~" pe publieke tribune.
De president golast daarop de pu
blieke tribune te sluiten. Op het zelfde
moment, dat de president dit bevel geeft,
glippen er eenige menschen van de tribu
ne af.
De president: Veldwachter, waarom
hebt u die monschen laten gaan?
De veldwachter: Ik kon niet voorko
men dat er vier naar buiten gingen. Ik
moest nog door de menschen heen.
De president: U hebt alle gelegenheid
gehad de menschen tegen te houden. Ik
heb gezien dat u eenige menschen hebt
laten weggaan.
De veldwachter: Er vroegen er twee of
zo weg mochten.
Getuige Verberge verklaart dat hij
zoodra hij uit het venduhuis kwam, een
agent heeft aangesproken en dat die
agent hem mee heeft genomen naar het
bureau Paauwensteeg.
De President: Had u den man niet
met den agent kunnen achterhalen?
Getuige: Dat was m'n bedoeling. Ik
heb nog tegen de agent gezegd, dat het
voor het grootste belang zou zijn die man
te hebben, maar de agent wilde eerst pre
cies weten waarom, en hoe ik hier kwan>
en toen zei hij dat ik maar mee moest
komen naar de Paauwensteeg.
Inmiddels waren de „vluchtelingen" aan
gehouden en getuige Hage is met inspec
teur Hermans naar do binnonplaats ge
gaan, ten einde te zien of de man er bij
was. Getuige heeft hom niet onder hen
herkend, evenmin later onder de aanwezi
gen op de publieke tribune.
De officier van justitie vraagt nu ge
tuige Hage,'hoe het mogelijk is dat hij
den man, dien hij indertijd liggend heeft
gezien, nu na maanden loopend heeft her
kend. Getuige blijft er bij dab zijn ver
klaringen juist zijn.
De rechtbank hoort na dit intermezzo
de dienstbode van verdachte, mej. W.
Jouvenaar, die verklaarde, dat bij een
pak lorren, dat kort na de arrestatie van
den procuratie-houder voor 34 cent aan
een lorrenkoopman is verkocht, een zeer
goede regenjas was. Deze regenjas heeft
getuige altijd in den kelder, bij eenige
ander© kleeren zien hangen.
Verdachte zegt dat hij zijn vrouw geen
toestemming heeft gegeven de regenjas,
welke hij stelliogriog in den zomer van
1928 heeft gcdrl^n, weg te doen.
Nog steeds: de vijl.
De rechtbank hoort dan de verschil
lende deskundigen, naar aanleiding van
hun onderzoek betreffende mogelijkheid of
met de gevonden vijl dusdanige wonden
'kunnen zijn toegebracht, dat de dader
daardoor niet met bloed behoeft bevlekt
geuveest te zijn. Dr. Hulst verklaart, dat,
wanneer men met de vijf plat slaat, het
bloed uitsluitend naar twee kanten spatte.
De bloedspatten.
Op een vraag van mr. Van der meer,
of het mogelijk is, dat er met kracht met
de hak van de schoen, op do zool waar
van bloedspatten zijn gevonden, in een
bloedplas is getfeden, antwoordt dr.
Hulst, dat er dan tooh afdrukken van de
hak op den grond moesten zijn gevonden.
Dr. Hesseling deelt zijn conclusie mee
van zijn bevindingen over de gevonden
bloedsporen op het pak van verdachte. Er
valt geen conclusie te trekken, dat de
drager van het pak de dader zou moeten
zijn, al maakt het totale beeld een eigen-
aardigen indruk. De bloedspatjes op de
broekspijpen zijn het merkwaardigst. Ge
tuige acht het voorts moeilijk verklaar
baar, hoe op de zool van den schoen bij
de hakken bloedsporen zijn gevonden.
Wat betreft de spatjes op de broekspij
pen, zegt getuige, dat enkele van die spat
jes, evenals <Tie op het vest, den indruk
maken, alsof er op gewreven is.
Wanneer er een staafvormig voorwerp
bij het misdrijf is gebruikt is het niet
verwonderlijk, dat de dader weinig bloed
vlekken heeft gekregen. Getuige gelooft
niet, dat de heer Lans met de vijl is ver
moord.
Dr. Hulst wijst erop, dat de sporen op
de broekspijpen zoo minimaal zijn, dat
hij er geen enkele conclusie aan zou
willen vastkoppelen. De bloedspatten op
het vest zijn ouder. Getuige wil er zich
voor hoeden, deze bloedsporen in het ka
der van het misdrijf te dringen. Het komt
hem gewrongen voor ze in verband te wil
len brengen, met dezen persoon en deze
feiten.
Dr. Hésselink zegt daarop, dat de
bloedspatten, hoe minimaal dan ook, er
toch zijn.
Dr. Hulst zou niet eens de mogelijkheid
willen uitsluiten, dat de bloedspatjes door
neusbloeding zouden zijn ontstaan.
Dr. Hesselink merkt op, dat uit de
foto's van de politie blijkt, dat er tijdens
het toebrengen van de slagen aan den
heer Lans niet veel bloed schijnt te zijn
gevloeid.
Een wondje bij een kind.
Mevrouw Wevels behoort tot den ken
nissenkring van verdachte. Getuige weet,
dat het dochtertje van verdachte en lee-
lijk bloederig uitziend plekje op haar lin
kerwang had. Verdachte bemoeide zich
veel met het kind; daardoor zou verdach
te wel eens bloed aan zijn kleeren heb
ben kunnen krijgen.
Deze verklaringen worden bevestigd
door mej. Reule, een zuster van de vorige
getuige, die bovendien nog kan verklaren,
dat zij het wondje op den wang van het
kind wel eeris heeft zien bloeden.
Dr. Hulst wil de mogelijkheid, dat do
vegen op het vest aan het wondje van
het kind kunnen worden geweten, niet uit
sluiten, evenmin als dr. Hesselink, die
echter de verdeeling van de vlekken op
hefc vest niet natuurlijk vindt in dit ver
band.
Mr. Van der Meer wijst er nog eens op
dat alleen van 'het bloecl van het vest is
komen vast 'te staan, dat het mensehen-
bloed is, van de andere vlekken is slechts
gebleken dat het bloed is.
Mr. De Visser, vertegenwoordigend het
O. M., acht hefc niet mogelijk dat en va
der het toe zal laten dat zijn kind, dat
een wond aan den wang heeft, over den
grond kruipt.
Verdaohte vraagt den officier of een
kind vraagt wat het mag.
Dr. Hulst wijst er op, dat er eigenlijk
niet van een wond sprake is.
Daarna wijdden de deskundigen nog
lang uit over de mogelijkheid, of de bloed
spatjes op de broekspijpen door het kind
kunnen zijn teweeggebracht, waarin zich
ook de vertegenwoordiger van het O. M.
mengt.
Een conclusie van deskundigen.
De doctoren Van Woerkom en Schol-
te na, die verdachte psychiatrisch onder
zocht hebben, zijn tot de conclusie geko
men, dat verdachte een beheerscht, apa-
t:sch iemand is, onbewogen voor affecten.
Toen de psychiaters met verdachte spra
ken, kregen zij den indruk met iemand te
spreken, die niets met de zaak heeft te
maken.
De psychiaters bespreken de mogelijk
heid of verdachte psychisch in staat is ge
weest de daad te bedrijven. Dr. Scholtens
kan deze vraag niet beantwoorden, omdat
er geen gepaalde psychische gesteldheid
van den moordenaar bestaat.
Dr. Van Woerkom leest dan een uitvoe
rige conclusie voor over het karakter van
den verdachte. O.m. blijkt hier uit, dat
volgens dr. Van Woerkom 'een apaticus
zich omstandigheden kan scheppen voor
een misdadige daad. Getuige wijst ook op
het verminderde zedelijkheidsbowustzijn
van verdachte. Dr. Scholtens is het niet
met de conclusie van dr. Van Woerkom
eens.
Mr. Kokowsky is van oordeel, dat de
Baherpe conclusies van dr. Va/n Woerkom
gesteld zijn op een lichtvaardig onder
zoek, omdat hij slechts drie mensohen
heeffc gehoord.
Dr. Van Woerkom wijst er op, dat mr.
Kokowsky hot feit, dat hij verdaohte per
soonlijk heeft onderzocht, uit het oog ver
liest.
De zitting werd daarop geschorst tot
Zaterdagochtend tien uur.
GEEN EDISON-LICHTWEEK?
Onvoldoende capaciteiten van de
Lichtfabrieken?
Gisteravond heeft de afd. Leiden van
Ned. Fabrikaat vergaderd in verband mei
de plannen tot het houden van een Euison-
lichtweek.
Uit de mededeelingen van ir. Klinken
berg, directeur van de Lichtfabrieken,
bleek, dat er groote bezwaren bestaan te
gen hefc organiseeren van zulk een Licht-
week, aangezien de capaciteiten van de
Lichtfabrieken vrijwel tot een maximum
zijn opgevoerd, waardoor vermoedelijk door
de Lichtfabrieken wel geen voldoende
stroom zal kunnen worden opgewekt.
Er is thans een commissie van onder
zoek ingesteld ter nadere bestudeering.
OPENBARE LES VAN
Dr. D. WIERSMA.
Dr. D. Wiersma, adjunct-directeur vau
het Rijks-Psychopathcn-asyl te Leiden, toe
gelaten als privaat-docent in dc crimi
neel e psychologie aan de Leidschc Univoi-
siteit, heeft hedenmiddag bij den aanvang
van zijn colleges in het kloin-auditorium
een openbare les gehouden over: Praedis-
posiric tot misdaad.
Het onderzoek naar de. oorzaken der cri
minaliteit is begonnen met de school van
Lombroso en de economische school De
eerste meende in den misdadiger al
thans in een groot deel van de misdvli-
geis een variëteit van het monschelijk
ger»acut te moeten zien. die zich doer tal
rijke aangeboren atadrrische kenmerken
zoowel var> lichamclijken als van psychi
sche» aard qualitatief van den gemiddel
den mensch coerscheidt Late-e onder
zoekingen brachten echter aan het licht,
dat dit type van den „geboren misdadiger"
niet beantwoordt aan de werkelijke fei
ten, zooals ze zich aan ons voordoen. De
economische richting zoekt de oorzaken
van misdadigheid geheel in de levensom
standigheden, waaronder de misdadiger»
leven, speciaal in do levensstandaard.
Qok deze theoriën bleken in hun alge
meenheid niet houdbaar, hoewel oa. door
W. A. Bonger duidelijk is aangetoond, dat
aan de uiterlijke omstandigheden een zeer
belangrijke invloed op de veelvuldigheid
van misdaad toekomt.
Wij hebben echter steeds met- beide
factoren: buitenwereld en persoonlijkheid
van den misdadiger te doen, die beide van
invloed zijn op de tot stand koming van
een misdrijf. Hetzelfde geldt voor zede
lijke geestcsafwijkingen, hetgeen door het
voorbeeld der hysterie kan worden duide
lijk gemaakt. In zeer ongunstige omstan
digheden vertoon en zeer vele menschen
hysterische verschijnselen, terwijl in <^e
allerongunstigste slechts een zeer bijzon-
Gemeenteliike Aankondiging
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van
den brengen ter algemeen e kenni^
door hen vergunning is verleend
a. J. van den Burg en rochtverkrijg®
tofc hefc oprichten van een brood- en
ketbakkerij in het perceel Noordeinde
44; b. de firma P. Stoeke, A. Stoefe
G. van der Reyde, en rechtverkrijgJ
tot hefc uitbreiden .van de stoomwassq
en ververij in,' hefj perceel VoldcrsgJ
nis 11 en 23; c. M. J. F. van der h
Mevs en rechtverkrijgenden, tot het
richten va*n een bndergrondsche hew
plaats voor benzine met bovengrond
aftapinrichting in en op het trottoiJ
de Doezastraafc vóór het perceel Da
straat no. 35; d. de firma Rooyakken
Kamsteeg en rechtverkrijgenden, tot
oprichten van een ondcrgrondsche
waarplaats voor benzine in het
Mariënpoel'straat, met affcapinriehtinj
het trottoir vóór het perceel aan de
riënpoelstraat.
Donderdag, Vriendenkring ter eere
hefc Allerheiligst Sacraa
Graanbeurs, 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst
apotheken wordt van Woensdag 21 t«
met Zondag 27 October waargenomen;
de apotheek van den heer W. Pelle, l
Rapenburg 12. telefoon 594.
der persoonlijkheidstype 't nerveuj
daaraan gaat lijden. Deze bezitten dus
zekere praedispositie. nu niet voor e<
maar voor misdadigheid, meent de q
neele psychologie te weien.
Men heeft dikwijls gemeend, dat i
een praedispositie was te vinden in
slecht ontwikkeld ir'rilecf. De Ai
kaansche psycholoog Murchison heeft'
ter langs experimenteelen wee aangeli
dat dit in het algemeen stellig niet j
is. Toch bleek uit de ervaringen, in
Rijksasyl voor Psychopathen opgei
waar bijna een vierde deel van de pa;
ten een zekere mate van achierlijï
vertoont, dat in sommige gevallen
slecht ontwikkeld intellect wel dej
op het begaan van misdrijven bevo
rend kan werken.
De onderzoekingen van Van Dijck
Pannenborg hielden zich voornamelijk;
den invloed, die 't temperament op d<
minaliteit uitoefent bezig. Zij tooi
aan, dat bepaalde groepen van mis
ven, b.v. die uit wraak, of uit hebi|
bedreven door bepaalde tnperamj
eigenschappen sierk worden bevordeu
het Rijksasyl zijn zeer veel patiënten
een nerveus temperament opgenomen,
bleek bij vergelijking met de gcgeveni
over normale nerveuzen beschikbaar
dat do genoemde patiënten vrijwel
eigenschappen, die met dit tempen
verband houden, in nog sterkere mati
zitten. Een sterk egoisme, groote
heid, neiging tot- verkwisten, en g«
betrouwbaarheid rijn, naast vrij sli
verstandelijke praestaties, de voorn
sten dezer eigenaardigheden.
Langs experimenteelen weg bleek
vendien dat het bewustzijn dezer ner
patiënten slechts enkele voorstelling*
gelijk omvatten kan, hetgeen op
van theoretische overwegingen ook
worden verwacht. Maar dit feit is va
criminaliteit van zeer veel gewicht,
het begrijpelijk maakt, hoe de patii
door een enkele motiefvoorstelling,
wanneer deze zich moet omzetten in
misdadige handeling, geheel worden
gesleept.
Over het karakter, de neigingen,
tegenwoordig nog niet heel veel te
gen. Opdat er een normaal leven
geleid, moet er tusschen de verschil
groep en-neigingen een zeker evenwick
staa-n. Ontbreekt dit, dan komen licfci
mineele handelingen tot stand. De pfl
loog moet trachten uit te maken, i
groep te sterk of te weinig ontwikke
Experimenteel onderzoek is hier niet
gelijk. Een belangrijke methode is
wel een streng doorgevoerde zelfw
ming, die ons in staat stelt» ons oo
schijnbaar zeer ver van ons af staad
dividuen als misdadigers, te verpla
en hen daardoor te begrijpen.
Zilveren jubileum.
Heden herdenkt de heer G. J. Sch
zijn 25-jarig jubileum in dienst bj
Rijksmuseum van Oudheden alhier.
Bij de reorganisatie van hot Mitsen
later bij de overbrenging van de
straat naar het Rapenburg heeft hij i
met groote' toewijding en ijver hulp
leend, in het bijzonder bij de vormini
de sedert zijn in dienst treden Êeitolij
goed als geheel nieuw gevormde l
landsche afdeeling. In verband daai
is hij ook de opgraving-amanuenaii
het Museum geworden, wiens d«
feitelijk bij geen der in dit jaren v«
te opgravingen gemist werden. In h<
zonder is hem toevertrouwd het fd
phische werk zoowel buiten als binn*
Museum.
De jubilaris werd hedenmorgen
uur met zijn echtgenoote per auto
zijn woning gehaald en op het bure»
het Museum toegesproken door den
leur, dr. J. H. Holwerda, die hem si'
van herinnering een gouden vulpi
aanbood.
Ook de secretaris van het CollejJ
Curatoren, mr. P. J. Idenburg, comp
leerde namens den Senaat den jut
terwijl hij vervolgens namens hefc
schappelijk personeel werd gecomp
teerd door mej. J. P. J. Brants, dl
sigarenkoker met inscriptie op
plaatje en door den amanuensis L-
namens het overig personeel, die eerP
stoel als stoffelijk aandenken aanbood
de echtgenoote van den jubilaris
bloemen aangeboden.
De heer Schregel dankte teuslotWÏ
voor de harte-lijke ontvangst, de
meende felicitaties on de geschenk*