EEN BEZOEK AAN POLEN
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Het onbekende Polen. De phoenix uit zijn
asch herrezen. Het wonder aan den Weichsel
door Dr. FELIX EUTTEN.
Toen ik mijn oude tante vertelde, dat
ik voor een tijd naar Polen vertrok, sloeg
tiet goede mensch de handen saam met
een soort van vertwijfeling; en ze keek
mij aan met een blik die aan duidelijkheid
niets te wensc-hen overliet, terwijl ze zei:
maar kind-lief, wat moet je daar nu wel
beginnen?
Ik had verder mooi.praten van „rond
kijken en studeeren" voor haar wekte
Polen maar één beeld en éen gedachte,
n.l. Siberië.
Wat wist'ik er zelf eigenlijk van, van
heb land en van de mensohen?
Vage beelden van een meer dan voor
de helft vergeten, romantische jeugdlec
tuur, en wat verwaaide herinneringen uit
een droog-verhalend geschiedenisboek:
bittere bladzijden van rampspoed en on
dergang, met vreemd-tjilpende namen
daarin als Sobicski en Kosciuszko.
Ja, ja: „De maaiers van den dood" en
„De martelaars van Siberië".
En dan nog weer andere namen: Cho
pin, Paderewski en Sienkiewicz. Chopin,
die in zijn muziek om zijn land treurde
en stierf te Parijs; Sienkiewicz, die „Quo
Vadis" schreef, den roman van het oude
Rome; Paderewski, Europa's beste pianist,
die met minder geluk het klavier der
staatkunde bespeelde.
Nóg een herinnering en nóg een naam:
de vrouw van den Poolschen minister
van financiën, die den eersten prijs be
haalde bij het dfscus-werpen op de Am-
sterdamsche Olympiade; en de naam van
Joseph Pilsoudski, die staat aan het hoofd
der jonge republiek van Polen op^ het
oogenblik: de man, die eertijds socialist
en journalist en opstandeling, generaal
werd zonder de krijgsschool bezocht te
hebben en nu met krachtige handen het
bewind voert; doet hij niet aan Mussolini
denken?
Maar wat méér, wanneer we de schim
men laten rusten* van den grooten Frede-
rik, van Maria Theresia en Catharina II?
Wat was dit Polen eigenlijk voor ons,,
vóór dat de kaart van Europa gewijzigd
werd bij den vrede van Versailles?
Jaren lang hebben wij het met Ierland
in één adem genoemd: óók uitgemergeld,
óók in zijn bestaan bedreigd, óók onder
het juk gebracht. Maar dit verschil was
er dan nog altijd tusschen beide: Ierland
was blijven voortbestaan; Polen was op
gelost en weggevaagd van de wereldkaart.
Finis Poloniae.
De herinnering leefde nog wel voort in
het lied „Nog is Polen niet verloren",
maar feitelijk was er geen Polen meer na
het ontbinden van het hertogdom van
Warschau nadat zijn drie buren ook
de laatste brokken van het eenmaal zoo
machtige rijk hadden opgeslokt. Toen de
misdaad dan gepleegd was, moest zij nog
vergoelijkt worden. En sedert begon de
veldtocht zonder oorlogstuig tegen deze
natie zonder land. De eenheid was ver
scheurd, het leven was verstikt, de ziel
was vergaan in den brand der bibliothe
ken en nationale kostbaarheden. Nu
kwam het laatste: systematisch werd in
schoolboeken, bladen en periodieken een
campagne ingezet om den landroof te be
wimpelen en het grootste onrecht dat de
moderne geschiedenis zag, te rechtvaar
digen een campagne van verguizing en
van laster zoo venijnig en valsch, als die
maar door een kwaad geweten kon wor-
ren ingegeven en uitgevoerd. Het kwam
hierop neer, de wereld zoodanig te be
werken, dat ze de drie schuldige roof
staten gelijk gaf. En hiermee eindigde de
opzet, dat bij heel Europa per slot de
indruk was gevestigd, dat de Polen, aan
alle denkbare euvels mank gaande, zich
onmogelijk zelf konden regeeren.
Daarom werden zij zwart gemaakt op
alle wijzen.
Eerst moest de roof vergoelijkt worden
voor de weidenkenden in de roofsteden
zelf; en zoo werden de Polen aan de
orthodoxe Russen voorgesteld als hereti-
kers, aan de katholieke Oostenrijkers als
liberalen, aan de tuchtlievende Duitschers
als socialisten. En dan werd op de overige
landen van Europa gemikt. Hun werd
verteld van de Polen, dat zij lui waren,
smerig, onbeheerscht en onbetrouwbaar,
drinkebroers en herriemakers, halve wil
den uit het onbeschaafde Oosten. Hun
nationale fouten welk volk heeft die
niet? werden onder het vergrootglas
getoond en alle denkbare ondeugden hun
daarnaast aangewreven. Het geknechte
volk was weerloos bij die aantijgingen,
en had geen voorsprekers in de wereld.
De Franschman vergelijkt een dronkenlap
weer altijd bij een Pool, wanneer hij
hen kenschetst met deze woorden: „plein
comme toute la Pologne". Denken Hol
landers bij den naam van Polen niet
vooral aan twee miseries, aan Poolsche
landverhuizers een luizig troepje waar
aan je schielijk voorbij loopt en aan
een Poolschen landdag, waarbij je omvalt
van de herrie?
Zoo duurde het tientallen van jaren,
zwarte jaren voor het ontredderde volk.
De Russische literatuur kwam intusschen
in de mode. Bestond daarnaast ook soms
een Poolsche kunst? Duitschland en Oos
tenrijk lagen als een ijzeren muur tus-
Rchen het verzonken land en de rest van
Europa. Alle nieuws uit Polen, voor het
westen bestemd, druppelde door den fil
ter der bondgenooten. Elk goed wooroje
over dit gebied en zijn bevolking, in eenig
Fransch tijdschrift van beteekenis, be
rokkende het ministerie te Parijs weer
altijd moeilijkheden van wege den Russi-
schen bondgenoot. Wie bereisde Polen?
Voor toeristen bestond heb niet: het
groene strand van het oude rijk was in
Duitsche handen, en de sneeuwen berg-
Btreek, die eens zijn natuurlijke grens
vormde, was Oostenrijksck. Wie er kwa
men, zagen er vooral de ellende en het
verval, waarvan de schuld neerkwam op
de onderdrukkers. Bleef Polen overigens
niet voor iedereen een verzegeld boek,
alreeds om de taal, de moeilijkste van
het vaste land?
Hoe had de Poolsche ziel dan wel tot
uitspreekbaarheid kunnen komen? Haar
taal was verboden; haar kunst was con
trabande.
Maar moest men de Polen, die Poolsch
spraken, nog wel tot Europa rekenen,
daar zij toch laven zijn? Hoe veel ge
makkelijker was het, ze eenvoudig niet
mee te tellen
Inderdaad tellen deze Slaven met ons
Europeeërs mee. waar zij. wat -hun Gods
dienst betreft, Roomsch zijn, en niet Rus-
sisch-Orthodox; daar zij zich nooit bij
Byzantium aansloten, maar zich altijd tot
de Latijnen gewend hebben, daar hun cul
tuur juist niet bij de Oostersche, maar al
door bij de Westersche aansluit.
Maar dit alles vergat Europa, zooals
het vergat dat de Polen het eenmaal,
in den slag bij Weenen, gered hadden van
de Oostersche barbarij, Europa had dit
blijkbaar in zand geschreven en ging ver
der aan het- ongelukkige lapd voorbij, zoo
als men voorbij gaat aan een huis waar
iets niet in den haak is. „Niet mee
bemoeien", zegt de voorzichtigheid, ook als
het geweten anders spreekt. En een waan
wijs gezegde wil, dat ieder zijn kastanjes
zelf maar uit het vuur moet halen.
Doch hier was inderdaad iets niet rich-
tig. Hier was een gezin met moord en
doodslag uit elkaar gerukt, was een
maagdenroof gepleegd wat zelfs in de
oude tijden een barbaarscheid heet. Maar
niemand lette op het jammerlijk ge-
krijsch.
Finis Poloniae: voor Europa was er
geen Polen meer. Zoo was er voor Euro
pa .ook geen Ierland meer, waarmee Enge
land had opgeruimd. Mettertijd zouden
de vuile hoeken wel grondig gereinigd
worden. Niet meer over praten.
Intusschen deed Rusland in het oude
Polen niets anders dan de ongelukkige
bewoners sarren. Oostenrijk, milder ge
stemd tegenover geloofsgenooten, liet be
gaan. Duitschland, dat nu eenmaal niet
kan koloniseeren, sarde óók, maar organi
seerde tevens en trok zijn profijten uit
de Silezische industrie. Dan kwam de
groo te wereldoorlog.
Wie dacht toen wel aan Polen? Wij
hadden het al dien tijd te druk met sta
ren op het westfront, waar het om onze
belangen ging. Intusschen werden in het
oosten de Duitsch-Oostenrijksche Polen
tegen hun broeders, de Russische Polen,
in het vuur gedreven. Polen was het
oorlogsterrein der oostelijke legers. Pruisen
en Kozakken plunderden het land om
beurten, dat voor géén van beiden als
bevriend land gold. Over sommige stre
ken vloeiden de vreemde legers zeven
maal heen en weer in bestendige wisseling
van eb en vloed.
Zooals de Duitschers alle bruikbare din
gen uit het vijandelijke westen wegsleep
ten, haalden Duitschers en Russen, ieder
van zijn kant, alles wat naam had en
dienstig zijn kon, uit Polen weg: leder,
wol, ijzer, koper, brons, machines en
kunstvoorwerpen, dieren en tuig, dakbe
dekkingen en klokken van kerken, kastee-
len, zelfs de zwarte aarde van de boven-
Weichsel, die met heele treinladingen
naar Brandenburg vervoerd werd, en de
nachtegalen uit de Poolsche bosschen,
die in kooien naar Duitschland verhuis
den
Dan eindelijk is er vrede. En nu ge
beurt er een mirakel. Het is. een heusch
wonder dat paats grijpt. De phetashtm
rijst uit zijn asch. Op de wereldkaart
wordt een nieuwe kleur ingelegd. Het
oude Polen wordt hersteld, wel niet
geheel, maar toch in zulk een omvang,
dat het nieuwe'* land in oppervakte het
zesde van Europa lijkt.
En de witte adelaar kleppert, trillend
van verwachting, met de wijdgespannen
vleugels op het roode vaandelveld.
Wie schenkt er aandacht aan in het
westen?
Maar Versailles beteekent nog geen
vrede voor den nieuwen Poolschen staat.
Hier duurt de oorlog voort. Sovjet-Rus
land heeft geen vrede met de nieuwe re
gelingen. De strijd ontbrandt. De Bolsje
wisten dringen den nieuwen staat binnen,
dringen door tot bij de hoofdstad. Hier
wacht Pilsoedski hen op. En een tweede
mirakel heeft plaats, een wonder aan
de Weichsel, als dat andere in het wes
ten bij de Marne! Het jonge Poolsche
rijk, waar alle akkers vernield zijn en
hongersnood heerscht, waar de asch der
verbrande dorpen nog smeult, waar alles
in ellende verbrijzeld ligt en niets gere
geld, niets voorzien, noch verzorgd kon
worden, waar soldaten loopen als benden
zonder verband, gewapend met zeven ver
schillende soorten van geweren, terwijl
munitie ontbreekt, waar noch leger is,
noch bestuur, en alleen het genie van één
bevelhebber en de wil-ten-levën van een
plotseling gevormde, verrezen natie
dit jonge rijk, dat zich nauwelijks op zijn
naam kon bezinnen, verslaat zijn erfvij
and en redt Europa ten tweeden male,
zooals Sobieski het redde voor Weenen,
thans in den slag van Warschau, 1920.
Met dit wapenfeit heeft het nieuwe
Polen glansrijk en zegevierend de'leugen
achtigheid bewezen van de lastercampag
ne, die tientallen van Jaren gevoerd is,
om het geloof aan zijn.'.minderwaardig
heid ingang te doen vinin Europa.
Ondanks alles, ondan yo.de verscheu
ring van het land, de k jrefeót tie door de
Duitschers, door Bisma olie, V *ed genoeg
tsehra<°
Late^.
.et i
als „depolonisa-tion" bestempeld, ondanks
de afbakening door tolgrenzen en ver
snippering door militaire en administra
tieve verdeelingen, en welke kunstgrepen
ook, bleef de moreele eenheid van dit
volk toch ongerept. Hoe meer het om zijn
taal, om zijn nationaliteit en geloof gele
den heeft, hoe dieper het zich bewust
geworden is van deze eenheid. Nauwelijks
hebben de vreemde heerschers dan ook,
en op het onverwachts, de hielen gelicht,
of Polen bestaat weer, één land, één volk,
één ziel.
Maar niet alleen bestaat het weer in
1918, als telden twee eeuwen voor niets,
zelfs is het in 1920 overwinnaar .van zijn
ergsten beul. Aldus in de gegeven om
standigheden, na de eindelooze ellende en
bij heb heerschend gebrek, de ongeregeld
heid in alle opzichten, toch als David,
de knaap met de kiezelsteentjes, den
rammelenden Goliath te verslaan, is het
groote bewijs geweest van de kracht en
de energie waarover dit volk, dat als
waardeloos weggevaagd heette, in de eer
ste ure van zijn nieuwe bestaan te be
schikken wist.
Moreele eenheid, kracht, energiemet
dezen drievoud-zang begon het nieuwe
Polen zegevierende Perseus over de
Sovjet-hydra zijn nieuw bestaan.
En dit vervult ons, nog eer wij de
grenzen van het Jonge rijk overschreden
hebben, met een grenzeloozen eerbied.
Want het woord an den Franschen
dichter Alphonse de Lamartine is bewaar
heid in den strijd dien Polen streed tegen
Sovjet-Rusland: „Si la Pologne se sent
défendue par la barrière du Rhin, la
France wij mogen hier wel van heel
West-Europa spreken est. aussi défen-
due par la barrière de la Yistule".
VOETBAL.
NEDERLAXDSOHE VOETBALBOND.
Overzicht.
De tweede competitiedag heeft reeds
weder zeer vele verrassingen gebracht door
het geheele land.
In
het Westen
valt-vooral 'wel op hoe weinig Ajax er nog
van terecht brengt. Een 40 nederlaag
tegen een ploeg a's Hilversum is toch wel
een beetje erg. Het- blijkt, dat Ajax toch
niet zoo in vorm is als de „versterking",
voor den aanvang der competitie reeds
rondgebazuind, zou doen vermoeden.
Ook Haarlem stelt tot dusverre danig
teleur. Om het met zoo veel moeite ver
worven eerste klasse-schap wordt nu
schijnbaar niet er ggestreden.
Een derde club, die teleurstelde, is H.
B. S-, die zich door V.S.V. in Velsen liet
kloppen.
De -twee overige wedstrijden eindigden
in een verdeelirg der punten, wat voor
Excelsior en R.C.H. nog zoo slecht niet is.
De stand in Afdeeling I is thans:
gesp.gew.gel.verl.v.-t. pnt.
Sparta
2 11
7—5 3
V. s. V.
2 11
4—3 3
A. D. O.
2 11
7—4 3
H. B. S.
2 1—1
74 2
Hilversum
2 1—1
5—4 2
D. F. C.
2 2
2—2 2
Excelsior
2 2
6—6 2
B. C. H.
2 2
3—3 2
Ajax
2—11
1—5 1
Haarlem
2 2
4—10
In een zeer
onfortuinlijken
wedstrijd
2 28—3
2 1 1 4—1
2 1 1 8—6
2 1—1 3—2
2 1—1 5—5
2 1—1 5—7
2 1—1 5—7
2 1—1 1—3
2—11 2—3
heeft Alphen gisteren in Utrecht met 32
van Holland verloren, maar tegen den uit
slag protest aangeteekond.
Overigens zijn de uitslagen in deze
klasse nogal erg verschillend van die der
vorige week en de stand is:
Holland
D. O. S.
Alphen
Leerdam
Amsvorde
Utrecht
Zeist
Z. N. C.
Voorwaarts
Culemborg 22 26
In Afdeeling II waren de uitslagen nor
maler dan in Afd. I, hoewel toch ook hier
onverwachte uitslagen geboekt werden. Dat
V.U.C. van Feijenoord zou verliezen is
misschien door velen verwacht, doch dat
't een 41 nederlaag zou worden had wel
niemand gedacht.
De Stormvogels wonnen voor de tweede
maal, thans van E.D.O. op eigen veld, ter
wijl ook Blauw Wit op den goeden weg
voortging door Z.F.C. te kloppen. Inmid
dels stelde H.F.C. teleur, terwijl H.V.V. be
ter deed dan vorige week en 't Gooi met
32 sloeg. De stand is:
Blauw Wit
2
2
3—0
4
Stormvogels
2
2
7—4
4
Feijenoord
1
1
4—1
2
V. u. c.
2
1—1
55
2
H. V. V.
2
1—1
5—6
2
Hermes DA' .s
1
1
1—1
1
H. F. C.
1
1
1—1
1
E. D. O.
1
1
2—<3
't Gooi
2
2
24
Z. F. C.
2
2
1—6
A.G.O.V.V.
Z. A. C.
Enschedé
Go Ahead
Tubantia
P. E. 0.
Heracles
Bobur et Vel.
Vitesse
Wageningen
gsp. gw. verl. gel.
2—11
2—11
v.—t.
pnt.
11—4
4
7—3
4
6—1
3
10—4
3
7—6
3
46
1
2—5
1
3—8
1
5—11
4—11
De clubs uit Leiden en Alphen stelden
teleur door beide te verliezen, L.F.C. met
21 van G.S.V. in Gouda onder protest)
en Alphia op eigen terrein met 10 van R.
V. C. Hier luidt de stand:
U. V. S. 114—f> 2
Hillinen 1 1 31 2
G. S. V. 112—1 2
R. V. C. 111—0 2
Rijswijk 2 1 1 66 2
Alphia 2—11 1—2 1
L. F. C. 2—11 2—3 1
Laakkwart. 22 39
A. S. C.
Voor de res. derde klasse verloor nok
Alphen IT, zoodat het een onfortuinlijke
dag voor het Leidsch district is geweest.
Het Oosten.
In het Oosten hebben zich reeds nu
weer drie ernstige oude concurrenten on
derscheiden, n.l. Go Ahead, Z.A.C. en A. G.
O. V. V.
De Deventer club boekte de grootste
zege en sloeg Wageningen met niet min
der dan 71. terwijl A. G. O. V. V. een
73 overwinning behaalde op Vitesse, dat
er dit seizoen blijkbaar al weer heel slecht
in zit.
Z. A. C. bleef wat bescheidener, doch
plaatste zich toch door een goede over
winning op P. E. C. op de tweede plaats
van de ranglijst.
Enschedé deed zeer dom door op eigen,
terrein een punt te verspelen aan Hera
cles, wat ook van Tubantia kan gezegd
kan worden.
Het Zuiden.
Het meest verrassend zijn wel de uit
slagen in deze afdeeling. Wist Wilhelmina
een gelijk spel te behalen op Willem II,
in Tilburg en B. V. V. thuis te winnen
van Eindhoven, grooter nog was de ver
rassing in Maastricht, waar het oude
M. V. V. met besliste cijfers geklopt werd
door N.O.A.D. En terwijl Roermond Longa
van zich afhield, rekende P. S. V. ook
met een sterken concurrent af door N.
A. C. met een 21-nederlaag naar huis
te zenden, waardoor de stand thans
luidt
N. O. A. D.
P. S. V.
B. V. V.
Eindhoven
Willem II
Roermond
Wilhelmina
N. A. C.
L.O.N.G.A.
M. V. V.
7—1
2—J
1 1
8—8
4—4
3—4
2—2
3—3
2 5—7
1 0—4
Het Noorden.
In Afdeeling V levert het verloop der
competitie tot heden een geheel ander
verloop dan in jaren het geval is geweest.
Slechts vier clubs zijn tob nu toe onge
slagen, n.l. Leeuwarden, Achilles, G. V.
A. V. en Velocitas en het merkwaardige
feit doet zich thans voor, dat Be Quick
onderaan de ranglijst zetelt zonder ook
maar één gemaakt doelpunt. De resulta
ten vindt men hier uitgedrukt:
Leeuwarden
Achilles
G. V. A. V.
V elocitas
Frisia
Friesland
Alcides
V eendam
W. V. V.
Be Quick
2 5—0
2 10—1
2 2
2 2
6—6
3—11
2—9
0—3
Do uitslagen.
AFDEELING I.
Eerste klasse.
HilversumAjax 40; ExcelsiorA.D.
O. 33; HaarlemSparta 24; V.S.V.
H.B.S. 2—1; D.F.O.—R.C.H. 1—1.
Tweede klasse A.
K:F.C.Hollandia 3—1; W.F.C.—De
Spartaan 32; D.W.S.Alcm. Victr. 23;
Z.V.V.West Frisia 24.
Tweede klasse B.
ZandvoortA.1"C. 1—1BaarnBloe-
mendaal 21; HerculesH.V.C. 22; D.
E.C.Velox 32; B.F.C.Zeeburgia 40.
Derde klasse D.
HollandAlphen 32Amsvorde
Utrecht 24; LeerdamCulemborg 31;
D.O.S.Z.N.C. 3ZeistVoorwaarts
2—1.
AFDEELING II.
Eerste klasse.
E.D.C.—Stormvogels 2—3; Hermes D.V.
S.H.F.C. 11; V.U.C.Feijenoord 1—4;
Blauw WitZ.F.C. 2-0; H.V.V.—'t Gooi
3—2.
Tv/eede klasse A.
S.V.W.Overmaas 28; MerwedeS.V.
V. 1—3; C.V.V.—B.M.T. 7-2; Quick—
V.I.O.S. 5—2.
Tweede klasse B.
NeptiuiusO.D.S. 01; V.D.L.Gouda
10; V.O.C.Unitas 41,
Derde klasse A.
RijswijkLaakkwartier 53; Alphia-s-
R.Y.C. 0—1; G.S.V.—L.F.C. 2—1.
Derde klasse B.
Steeds VolhardenSchoonhoven 44;
De MusschenTransvalia 43; O.N.A.
U.D.I. 9—0.
Res. 3e klasse A.
V.I.O.S. II—B.E.C. II 0—1; Alphen II—
A.D.O. II 2—3; R.V.C. II—U.V.S. II—0—6
AFDEELING III.
Eerste klasse.
TubantiaRoburt et Velocitas 33;
Go AheadWageningen 71; Z.A.C.P.
E.C. 31; A.G.O.V.V.Vitesse 73; En
schedéHeracles 11.
AFDEELING IV.
Eerste klasse.
Willem IIWilhelmina 22; M.V.V.
N.O.A.D. 0—4; RoermondL.O.N.G.A.
21; B.V.V.Eindhoven 43; P.S.V.N.
A.O. 2-1.
AFDEELING V.
Eerste klasse.
LeeuwardenFriesland 40; G.V.A.V.
Be Quick 20; VeendamFrisia 1-^3;
AlcidesVelocitas 2—4; W.V.V.Achilles
0—3.
Holland—Alphen 3—2.
Op onverdiende wijze kreeg Alphen in
Utrecht een kleine nederlaag te slikken en
wel naar aanleiding van het feit, dat van
de drie doelpunten door Holland gefabri
ceerd er twee in zuiver buitcnspelcondilie
werden gemaakt. Scheidsrechter Harmsen
nam ten opzichte van den buiten spelregel
de zonderlingste beslissingen, welke aan
een algeheele oukunde deden denken. On
der deze omstandigheden wordt de over
winning voor een elftal, al heeft dit het
beste van het spel in handen, bijna een on
mogelijkheid. Dit hebben de Rijbewoners
thans ondervonden. Vooral na rust werd
het doel der thuisclub als het ware bele
gerd en een 31 overwinning der bezoe
kers zou de verhouding meer juist hebben
weergegeven. Na afloop van den wedstrijd
heeft Alphen terecht tegen de buitenspel-
doelpunten protest aangeteekend. Over
den wedstrijd het volgende. Direct na
aanvang valt Alphen vinuig aan, de verde
diging bij Holland houdt evenwel staud en
zuivert haar terrein. De thuisclub neemt
het leder over en trekt ten aanvaleen
schot van den mid voor stompt v. Leeuwen
terug. Het leder belandt thans bij den
linksbuiten, dat in zuiver buitenspelconditie
doelpunt (10). Niet ontmoedigd speelt
Alphen verder maar resultaten blijven uit.
Weer neemt de thuisclub het spel in han
den en bij den hieruit volgenden aanval
vergroot Holland weer in iauitenspelcondi-
tie den verkregen voorsprong, doch nu
schijnt het Alphen voldoende. De Rijnbe
woners nemen het spel aanstonds in han
den. Terwijl de thuisclub geheel op eigen
helft wordt teruggedrongen krijgt Binnen-
kamp het leder toegespeeld, waarna hij
met een geweldigen schuiver den achter
stand voor zijn club verkleint. De aanval
len der bezoekers herhalen zich en binnen
enkele minuten maakt de midvoor van de
gelegenheid gebruik om het leder voor de
tweede maal in de Holland-touwen te
plaatsen (22). De thuisclub heeft gerui-
men trjd nifts in te brengen. Aanval op
aanval op het Holland-doel volgt, eens
schiet Binnenkamp het leder in doel, doch
de scheidsrechter annuleert het doelpunt
(wegens buitenspel). Met een corner op het
Alphendoel, die zonder resultaat blijft,
komt de rust.
In de 2e helft, komt na een aanvanke
lijk overwicht van Alphen. een doorbraak
der thuisclub. De voorhoede passeert Hes-
seliug en tegelijk heeft Holland het genoe
gen haar eerste zuiver doelpunt te kun
nen noteeren (32). Alphen speelt niet ont
moedigd verder. Bij de hieruit volgende
aanvallen wordt het leder in doel ge
plaatst, hetgeen den scheidsrechter ont
gaat. Met Alphen sterk in den aanval en
een door haar toegevoegd doelpunt, wat
weder werd geannuleerd (wegens buiten
spel) kwam het einde van deze sensatio-
neelen wedstrijd.
Deze eerste ontmoeting in Utrecht is
voor Alphen ongetwijfeld een van de minst
aangename geweest, waartoe levens de
uiterst hatelijke houding van het publifk
veel heeft aan bijgedragen.
G.S.V. I—L.F.C. I 2—1.
Onder protest heeft L.F.C. dezen wed
strijd verloren, mede doordat de scheids
rechter niet naar behooren zijn taak ver
vulde. L.F.C. speelde met drie invallers n.l.
voor midvoor, rechtsbuiten en rechtsback,
waardoor de ploeg wel uitermate was ver
zwakt, echter daardoor in geen enkel ge
val den mindere in spelgehalte is geweest
van G.S.V. Het begin, met wind in haar
voordeel leidt L.F.C. het eerst een good
opgezetten aanval, maar de beide G.S.V.-
backs waren voor hun taak berekend cn
keerden dezen aanval. Nadat eenigen tijd
op het middenveld is gespeeld, volgt plot
seling een G.S.V.-aanval. Een bijna on
houdbaar schot wordt ingezonden, maar
Duffels heeft het leer te pakken. Het spel
blijft onophoudelijk op en neer gaan, met
voor L.F.C. de meeste aanvallen. De voor
hoede is echter, als tegen Alphia, machte
loos een doelpunt te maken. Rus 00.
Na de rust liceft G.S.V. wind mede,
maar de achterhoede van L.F.C. weet stand
te houden. Een vrij goed opgezette aanval
van L.F.C. volgt, Neuteboom lost een hard
schot, dat de keeper niet weet te bemachti
gen, terwijl de toegeloopen linksbuiten den
bal verder in het doel weet te plaatsen.
(01). Na den aftrap komt G.S.V. uitste
kend en goed samenspelend opzetten, waar
bij de midvoor een goede kans krijgt. Deze
schopt echter in den grond, terwijl de
scheidsrechter een overtreding meent te
constatecren. De vrije trap wordt in een
doelpunt omgezet. (11). Tegen het einde
een hoekschop op het L.F.C.-doel, Duffels
ziet kans den bal ie keeren, maar de toe
geschoten linksbinnen vangt den bal op
en doelpunt onhoudbaar. (21). Tegen dit
doelpunt protesteert L.F.C., gezien het feit,
dat er twee minuten te lang is gespeeld,
wat do scheidsrechter toegaf, alleen echter
betwistte en 11/2 minuut erkende.
We vertrouwen dan ook, dat dit protest
L.F.C. zal worden toegewezen.
Alphia—R.V.C. 0—1.
In een matig gespeelden wedstrijd moest
Alphia op eigen terrein in R.V.C. ha?"
meerdere erkennen. Het spel der thuisclub
viel niet te roemen; verdediging en half-
line waren de beste, met de voorhoede wil
de het niet vlotten en menige kans werd
hierdoor om hals gebracht. Overigens gin
gen beide partijen veelal gelijk op, hoewel
R.V.C. iets sneller en beter doortastend spel
te zien gaf.
Het begin kenmerkt zich door eenige wc-
derzijdsche aanvallen, die door de ver-le
digingen naar behooren worden verwerk:.
Alphia komt dan enkele malen in den aan
val, waardoor de R.V.C.-verdediging bet
hard te verantwoorden krijgt. De corner",
welke hieruit ontstaan, worden evenwel
niet benut. Daarbij blijkt de R.V.C.-verde
diging steeds het struikelblok voor de Al-
phia-voorhoede. De Haagsche voorhoede
blijkt, bij gebrek aan goede schutters, even-