EEN BEZOEK AAN POLEN SPORT EN WEDSTRIJDEN Het onbekende Polen. De phoenix uit zijn asch herrezen. Het wonder aan den Weichsel door Dr. FELIX EUTTEN. Toen ik mijn oude tante vertelde, dat ik voor een tijd naar Polen vertrok, sloeg tiet goede mensch de handen saam met een soort van vertwijfeling; en ze keek mij aan met een blik die aan duidelijkheid niets te wensc-hen overliet, terwijl ze zei: maar kind-lief, wat moet je daar nu wel beginnen? Ik had verder mooi.praten van „rond kijken en studeeren" voor haar wekte Polen maar één beeld en éen gedachte, n.l. Siberië. Wat wist'ik er zelf eigenlijk van, van heb land en van de mensohen? Vage beelden van een meer dan voor de helft vergeten, romantische jeugdlec tuur, en wat verwaaide herinneringen uit een droog-verhalend geschiedenisboek: bittere bladzijden van rampspoed en on dergang, met vreemd-tjilpende namen daarin als Sobicski en Kosciuszko. Ja, ja: „De maaiers van den dood" en „De martelaars van Siberië". En dan nog weer andere namen: Cho pin, Paderewski en Sienkiewicz. Chopin, die in zijn muziek om zijn land treurde en stierf te Parijs; Sienkiewicz, die „Quo Vadis" schreef, den roman van het oude Rome; Paderewski, Europa's beste pianist, die met minder geluk het klavier der staatkunde bespeelde. Nóg een herinnering en nóg een naam: de vrouw van den Poolschen minister van financiën, die den eersten prijs be haalde bij het dfscus-werpen op de Am- sterdamsche Olympiade; en de naam van Joseph Pilsoudski, die staat aan het hoofd der jonge republiek van Polen op^ het oogenblik: de man, die eertijds socialist en journalist en opstandeling, generaal werd zonder de krijgsschool bezocht te hebben en nu met krachtige handen het bewind voert; doet hij niet aan Mussolini denken? Maar wat méér, wanneer we de schim men laten rusten* van den grooten Frede- rik, van Maria Theresia en Catharina II? Wat was dit Polen eigenlijk voor ons,, vóór dat de kaart van Europa gewijzigd werd bij den vrede van Versailles? Jaren lang hebben wij het met Ierland in één adem genoemd: óók uitgemergeld, óók in zijn bestaan bedreigd, óók onder het juk gebracht. Maar dit verschil was er dan nog altijd tusschen beide: Ierland was blijven voortbestaan; Polen was op gelost en weggevaagd van de wereldkaart. Finis Poloniae. De herinnering leefde nog wel voort in het lied „Nog is Polen niet verloren", maar feitelijk was er geen Polen meer na het ontbinden van het hertogdom van Warschau nadat zijn drie buren ook de laatste brokken van het eenmaal zoo machtige rijk hadden opgeslokt. Toen de misdaad dan gepleegd was, moest zij nog vergoelijkt worden. En sedert begon de veldtocht zonder oorlogstuig tegen deze natie zonder land. De eenheid was ver scheurd, het leven was verstikt, de ziel was vergaan in den brand der bibliothe ken en nationale kostbaarheden. Nu kwam het laatste: systematisch werd in schoolboeken, bladen en periodieken een campagne ingezet om den landroof te be wimpelen en het grootste onrecht dat de moderne geschiedenis zag, te rechtvaar digen een campagne van verguizing en van laster zoo venijnig en valsch, als die maar door een kwaad geweten kon wor- ren ingegeven en uitgevoerd. Het kwam hierop neer, de wereld zoodanig te be werken, dat ze de drie schuldige roof staten gelijk gaf. En hiermee eindigde de opzet, dat bij heel Europa per slot de indruk was gevestigd, dat de Polen, aan alle denkbare euvels mank gaande, zich onmogelijk zelf konden regeeren. Daarom werden zij zwart gemaakt op alle wijzen. Eerst moest de roof vergoelijkt worden voor de weidenkenden in de roofsteden zelf; en zoo werden de Polen aan de orthodoxe Russen voorgesteld als hereti- kers, aan de katholieke Oostenrijkers als liberalen, aan de tuchtlievende Duitschers als socialisten. En dan werd op de overige landen van Europa gemikt. Hun werd verteld van de Polen, dat zij lui waren, smerig, onbeheerscht en onbetrouwbaar, drinkebroers en herriemakers, halve wil den uit het onbeschaafde Oosten. Hun nationale fouten welk volk heeft die niet? werden onder het vergrootglas getoond en alle denkbare ondeugden hun daarnaast aangewreven. Het geknechte volk was weerloos bij die aantijgingen, en had geen voorsprekers in de wereld. De Franschman vergelijkt een dronkenlap weer altijd bij een Pool, wanneer hij hen kenschetst met deze woorden: „plein comme toute la Pologne". Denken Hol landers bij den naam van Polen niet vooral aan twee miseries, aan Poolsche landverhuizers een luizig troepje waar aan je schielijk voorbij loopt en aan een Poolschen landdag, waarbij je omvalt van de herrie? Zoo duurde het tientallen van jaren, zwarte jaren voor het ontredderde volk. De Russische literatuur kwam intusschen in de mode. Bestond daarnaast ook soms een Poolsche kunst? Duitschland en Oos tenrijk lagen als een ijzeren muur tus- Rchen het verzonken land en de rest van Europa. Alle nieuws uit Polen, voor het westen bestemd, druppelde door den fil ter der bondgenooten. Elk goed wooroje over dit gebied en zijn bevolking, in eenig Fransch tijdschrift van beteekenis, be rokkende het ministerie te Parijs weer altijd moeilijkheden van wege den Russi- schen bondgenoot. Wie bereisde Polen? Voor toeristen bestond heb niet: het groene strand van het oude rijk was in Duitsche handen, en de sneeuwen berg- Btreek, die eens zijn natuurlijke grens vormde, was Oostenrijksck. Wie er kwa men, zagen er vooral de ellende en het verval, waarvan de schuld neerkwam op de onderdrukkers. Bleef Polen overigens niet voor iedereen een verzegeld boek, alreeds om de taal, de moeilijkste van het vaste land? Hoe had de Poolsche ziel dan wel tot uitspreekbaarheid kunnen komen? Haar taal was verboden; haar kunst was con trabande. Maar moest men de Polen, die Poolsch spraken, nog wel tot Europa rekenen, daar zij toch laven zijn? Hoe veel ge makkelijker was het, ze eenvoudig niet mee te tellen Inderdaad tellen deze Slaven met ons Europeeërs mee. waar zij. wat -hun Gods dienst betreft, Roomsch zijn, en niet Rus- sisch-Orthodox; daar zij zich nooit bij Byzantium aansloten, maar zich altijd tot de Latijnen gewend hebben, daar hun cul tuur juist niet bij de Oostersche, maar al door bij de Westersche aansluit. Maar dit alles vergat Europa, zooals het vergat dat de Polen het eenmaal, in den slag bij Weenen, gered hadden van de Oostersche barbarij, Europa had dit blijkbaar in zand geschreven en ging ver der aan het- ongelukkige lapd voorbij, zoo als men voorbij gaat aan een huis waar iets niet in den haak is. „Niet mee bemoeien", zegt de voorzichtigheid, ook als het geweten anders spreekt. En een waan wijs gezegde wil, dat ieder zijn kastanjes zelf maar uit het vuur moet halen. Doch hier was inderdaad iets niet rich- tig. Hier was een gezin met moord en doodslag uit elkaar gerukt, was een maagdenroof gepleegd wat zelfs in de oude tijden een barbaarscheid heet. Maar niemand lette op het jammerlijk ge- krijsch. Finis Poloniae: voor Europa was er geen Polen meer. Zoo was er voor Euro pa .ook geen Ierland meer, waarmee Enge land had opgeruimd. Mettertijd zouden de vuile hoeken wel grondig gereinigd worden. Niet meer over praten. Intusschen deed Rusland in het oude Polen niets anders dan de ongelukkige bewoners sarren. Oostenrijk, milder ge stemd tegenover geloofsgenooten, liet be gaan. Duitschland, dat nu eenmaal niet kan koloniseeren, sarde óók, maar organi seerde tevens en trok zijn profijten uit de Silezische industrie. Dan kwam de groo te wereldoorlog. Wie dacht toen wel aan Polen? Wij hadden het al dien tijd te druk met sta ren op het westfront, waar het om onze belangen ging. Intusschen werden in het oosten de Duitsch-Oostenrijksche Polen tegen hun broeders, de Russische Polen, in het vuur gedreven. Polen was het oorlogsterrein der oostelijke legers. Pruisen en Kozakken plunderden het land om beurten, dat voor géén van beiden als bevriend land gold. Over sommige stre ken vloeiden de vreemde legers zeven maal heen en weer in bestendige wisseling van eb en vloed. Zooals de Duitschers alle bruikbare din gen uit het vijandelijke westen wegsleep ten, haalden Duitschers en Russen, ieder van zijn kant, alles wat naam had en dienstig zijn kon, uit Polen weg: leder, wol, ijzer, koper, brons, machines en kunstvoorwerpen, dieren en tuig, dakbe dekkingen en klokken van kerken, kastee- len, zelfs de zwarte aarde van de boven- Weichsel, die met heele treinladingen naar Brandenburg vervoerd werd, en de nachtegalen uit de Poolsche bosschen, die in kooien naar Duitschland verhuis den Dan eindelijk is er vrede. En nu ge beurt er een mirakel. Het is. een heusch wonder dat paats grijpt. De phetashtm rijst uit zijn asch. Op de wereldkaart wordt een nieuwe kleur ingelegd. Het oude Polen wordt hersteld, wel niet geheel, maar toch in zulk een omvang, dat het nieuwe'* land in oppervakte het zesde van Europa lijkt. En de witte adelaar kleppert, trillend van verwachting, met de wijdgespannen vleugels op het roode vaandelveld. Wie schenkt er aandacht aan in het westen? Maar Versailles beteekent nog geen vrede voor den nieuwen Poolschen staat. Hier duurt de oorlog voort. Sovjet-Rus land heeft geen vrede met de nieuwe re gelingen. De strijd ontbrandt. De Bolsje wisten dringen den nieuwen staat binnen, dringen door tot bij de hoofdstad. Hier wacht Pilsoedski hen op. En een tweede mirakel heeft plaats, een wonder aan de Weichsel, als dat andere in het wes ten bij de Marne! Het jonge Poolsche rijk, waar alle akkers vernield zijn en hongersnood heerscht, waar de asch der verbrande dorpen nog smeult, waar alles in ellende verbrijzeld ligt en niets gere geld, niets voorzien, noch verzorgd kon worden, waar soldaten loopen als benden zonder verband, gewapend met zeven ver schillende soorten van geweren, terwijl munitie ontbreekt, waar noch leger is, noch bestuur, en alleen het genie van één bevelhebber en de wil-ten-levën van een plotseling gevormde, verrezen natie dit jonge rijk, dat zich nauwelijks op zijn naam kon bezinnen, verslaat zijn erfvij and en redt Europa ten tweeden male, zooals Sobieski het redde voor Weenen, thans in den slag van Warschau, 1920. Met dit wapenfeit heeft het nieuwe Polen glansrijk en zegevierend de'leugen achtigheid bewezen van de lastercampag ne, die tientallen van Jaren gevoerd is, om het geloof aan zijn.'.minderwaardig heid ingang te doen vinin Europa. Ondanks alles, ondan yo.de verscheu ring van het land, de k jrefeót tie door de Duitschers, door Bisma olie, V *ed genoeg tsehra<° Late^. .et i als „depolonisa-tion" bestempeld, ondanks de afbakening door tolgrenzen en ver snippering door militaire en administra tieve verdeelingen, en welke kunstgrepen ook, bleef de moreele eenheid van dit volk toch ongerept. Hoe meer het om zijn taal, om zijn nationaliteit en geloof gele den heeft, hoe dieper het zich bewust geworden is van deze eenheid. Nauwelijks hebben de vreemde heerschers dan ook, en op het onverwachts, de hielen gelicht, of Polen bestaat weer, één land, één volk, één ziel. Maar niet alleen bestaat het weer in 1918, als telden twee eeuwen voor niets, zelfs is het in 1920 overwinnaar .van zijn ergsten beul. Aldus in de gegeven om standigheden, na de eindelooze ellende en bij heb heerschend gebrek, de ongeregeld heid in alle opzichten, toch als David, de knaap met de kiezelsteentjes, den rammelenden Goliath te verslaan, is het groote bewijs geweest van de kracht en de energie waarover dit volk, dat als waardeloos weggevaagd heette, in de eer ste ure van zijn nieuwe bestaan te be schikken wist. Moreele eenheid, kracht, energiemet dezen drievoud-zang begon het nieuwe Polen zegevierende Perseus over de Sovjet-hydra zijn nieuw bestaan. En dit vervult ons, nog eer wij de grenzen van het Jonge rijk overschreden hebben, met een grenzeloozen eerbied. Want het woord an den Franschen dichter Alphonse de Lamartine is bewaar heid in den strijd dien Polen streed tegen Sovjet-Rusland: „Si la Pologne se sent défendue par la barrière du Rhin, la France wij mogen hier wel van heel West-Europa spreken est. aussi défen- due par la barrière de la Yistule". VOETBAL. NEDERLAXDSOHE VOETBALBOND. Overzicht. De tweede competitiedag heeft reeds weder zeer vele verrassingen gebracht door het geheele land. In het Westen valt-vooral 'wel op hoe weinig Ajax er nog van terecht brengt. Een 40 nederlaag tegen een ploeg a's Hilversum is toch wel een beetje erg. Het- blijkt, dat Ajax toch niet zoo in vorm is als de „versterking", voor den aanvang der competitie reeds rondgebazuind, zou doen vermoeden. Ook Haarlem stelt tot dusverre danig teleur. Om het met zoo veel moeite ver worven eerste klasse-schap wordt nu schijnbaar niet er ggestreden. Een derde club, die teleurstelde, is H. B. S-, die zich door V.S.V. in Velsen liet kloppen. De -twee overige wedstrijden eindigden in een verdeelirg der punten, wat voor Excelsior en R.C.H. nog zoo slecht niet is. De stand in Afdeeling I is thans: gesp.gew.gel.verl.v.-t. pnt. Sparta 2 11 7—5 3 V. s. V. 2 11 4—3 3 A. D. O. 2 11 7—4 3 H. B. S. 2 1—1 74 2 Hilversum 2 1—1 5—4 2 D. F. C. 2 2 2—2 2 Excelsior 2 2 6—6 2 B. C. H. 2 2 3—3 2 Ajax 2—11 1—5 1 Haarlem 2 2 4—10 In een zeer onfortuinlijken wedstrijd 2 28—3 2 1 1 4—1 2 1 1 8—6 2 1—1 3—2 2 1—1 5—5 2 1—1 5—7 2 1—1 5—7 2 1—1 1—3 2—11 2—3 heeft Alphen gisteren in Utrecht met 32 van Holland verloren, maar tegen den uit slag protest aangeteekond. Overigens zijn de uitslagen in deze klasse nogal erg verschillend van die der vorige week en de stand is: Holland D. O. S. Alphen Leerdam Amsvorde Utrecht Zeist Z. N. C. Voorwaarts Culemborg 22 26 In Afdeeling II waren de uitslagen nor maler dan in Afd. I, hoewel toch ook hier onverwachte uitslagen geboekt werden. Dat V.U.C. van Feijenoord zou verliezen is misschien door velen verwacht, doch dat 't een 41 nederlaag zou worden had wel niemand gedacht. De Stormvogels wonnen voor de tweede maal, thans van E.D.O. op eigen veld, ter wijl ook Blauw Wit op den goeden weg voortging door Z.F.C. te kloppen. Inmid dels stelde H.F.C. teleur, terwijl H.V.V. be ter deed dan vorige week en 't Gooi met 32 sloeg. De stand is: Blauw Wit 2 2 3—0 4 Stormvogels 2 2 7—4 4 Feijenoord 1 1 4—1 2 V. u. c. 2 1—1 55 2 H. V. V. 2 1—1 5—6 2 Hermes DA' .s 1 1 1—1 1 H. F. C. 1 1 1—1 1 E. D. O. 1 1 2—<3 't Gooi 2 2 24 Z. F. C. 2 2 1—6 A.G.O.V.V. Z. A. C. Enschedé Go Ahead Tubantia P. E. 0. Heracles Bobur et Vel. Vitesse Wageningen gsp. gw. verl. gel. 2—11 2—11 v.—t. pnt. 11—4 4 7—3 4 6—1 3 10—4 3 7—6 3 46 1 2—5 1 3—8 1 5—11 4—11 De clubs uit Leiden en Alphen stelden teleur door beide te verliezen, L.F.C. met 21 van G.S.V. in Gouda onder protest) en Alphia op eigen terrein met 10 van R. V. C. Hier luidt de stand: U. V. S. 114—f> 2 Hillinen 1 1 31 2 G. S. V. 112—1 2 R. V. C. 111—0 2 Rijswijk 2 1 1 66 2 Alphia 2—11 1—2 1 L. F. C. 2—11 2—3 1 Laakkwart. 22 39 A. S. C. Voor de res. derde klasse verloor nok Alphen IT, zoodat het een onfortuinlijke dag voor het Leidsch district is geweest. Het Oosten. In het Oosten hebben zich reeds nu weer drie ernstige oude concurrenten on derscheiden, n.l. Go Ahead, Z.A.C. en A. G. O. V. V. De Deventer club boekte de grootste zege en sloeg Wageningen met niet min der dan 71. terwijl A. G. O. V. V. een 73 overwinning behaalde op Vitesse, dat er dit seizoen blijkbaar al weer heel slecht in zit. Z. A. C. bleef wat bescheidener, doch plaatste zich toch door een goede over winning op P. E. C. op de tweede plaats van de ranglijst. Enschedé deed zeer dom door op eigen, terrein een punt te verspelen aan Hera cles, wat ook van Tubantia kan gezegd kan worden. Het Zuiden. Het meest verrassend zijn wel de uit slagen in deze afdeeling. Wist Wilhelmina een gelijk spel te behalen op Willem II, in Tilburg en B. V. V. thuis te winnen van Eindhoven, grooter nog was de ver rassing in Maastricht, waar het oude M. V. V. met besliste cijfers geklopt werd door N.O.A.D. En terwijl Roermond Longa van zich afhield, rekende P. S. V. ook met een sterken concurrent af door N. A. C. met een 21-nederlaag naar huis te zenden, waardoor de stand thans luidt N. O. A. D. P. S. V. B. V. V. Eindhoven Willem II Roermond Wilhelmina N. A. C. L.O.N.G.A. M. V. V. 7—1 2—J 1 1 8—8 4—4 3—4 2—2 3—3 2 5—7 1 0—4 Het Noorden. In Afdeeling V levert het verloop der competitie tot heden een geheel ander verloop dan in jaren het geval is geweest. Slechts vier clubs zijn tob nu toe onge slagen, n.l. Leeuwarden, Achilles, G. V. A. V. en Velocitas en het merkwaardige feit doet zich thans voor, dat Be Quick onderaan de ranglijst zetelt zonder ook maar één gemaakt doelpunt. De resulta ten vindt men hier uitgedrukt: Leeuwarden Achilles G. V. A. V. V elocitas Frisia Friesland Alcides V eendam W. V. V. Be Quick 2 5—0 2 10—1 2 2 2 2 6—6 3—11 2—9 0—3 Do uitslagen. AFDEELING I. Eerste klasse. HilversumAjax 40; ExcelsiorA.D. O. 33; HaarlemSparta 24; V.S.V. H.B.S. 2—1; D.F.O.—R.C.H. 1—1. Tweede klasse A. K:F.C.Hollandia 3—1; W.F.C.—De Spartaan 32; D.W.S.Alcm. Victr. 23; Z.V.V.West Frisia 24. Tweede klasse B. ZandvoortA.1"C. 1—1BaarnBloe- mendaal 21; HerculesH.V.C. 22; D. E.C.Velox 32; B.F.C.Zeeburgia 40. Derde klasse D. HollandAlphen 32Amsvorde Utrecht 24; LeerdamCulemborg 31; D.O.S.Z.N.C. 3ZeistVoorwaarts 2—1. AFDEELING II. Eerste klasse. E.D.C.—Stormvogels 2—3; Hermes D.V. S.H.F.C. 11; V.U.C.Feijenoord 1—4; Blauw WitZ.F.C. 2-0; H.V.V.—'t Gooi 3—2. Tv/eede klasse A. S.V.W.Overmaas 28; MerwedeS.V. V. 1—3; C.V.V.—B.M.T. 7-2; Quick— V.I.O.S. 5—2. Tweede klasse B. NeptiuiusO.D.S. 01; V.D.L.Gouda 10; V.O.C.Unitas 41, Derde klasse A. RijswijkLaakkwartier 53; Alphia-s- R.Y.C. 0—1; G.S.V.—L.F.C. 2—1. Derde klasse B. Steeds VolhardenSchoonhoven 44; De MusschenTransvalia 43; O.N.A. U.D.I. 9—0. Res. 3e klasse A. V.I.O.S. II—B.E.C. II 0—1; Alphen II— A.D.O. II 2—3; R.V.C. II—U.V.S. II—0—6 AFDEELING III. Eerste klasse. TubantiaRoburt et Velocitas 33; Go AheadWageningen 71; Z.A.C.P. E.C. 31; A.G.O.V.V.Vitesse 73; En schedéHeracles 11. AFDEELING IV. Eerste klasse. Willem IIWilhelmina 22; M.V.V. N.O.A.D. 0—4; RoermondL.O.N.G.A. 21; B.V.V.Eindhoven 43; P.S.V.N. A.O. 2-1. AFDEELING V. Eerste klasse. LeeuwardenFriesland 40; G.V.A.V. Be Quick 20; VeendamFrisia 1-^3; AlcidesVelocitas 2—4; W.V.V.Achilles 0—3. Holland—Alphen 3—2. Op onverdiende wijze kreeg Alphen in Utrecht een kleine nederlaag te slikken en wel naar aanleiding van het feit, dat van de drie doelpunten door Holland gefabri ceerd er twee in zuiver buitcnspelcondilie werden gemaakt. Scheidsrechter Harmsen nam ten opzichte van den buiten spelregel de zonderlingste beslissingen, welke aan een algeheele oukunde deden denken. On der deze omstandigheden wordt de over winning voor een elftal, al heeft dit het beste van het spel in handen, bijna een on mogelijkheid. Dit hebben de Rijbewoners thans ondervonden. Vooral na rust werd het doel der thuisclub als het ware bele gerd en een 31 overwinning der bezoe kers zou de verhouding meer juist hebben weergegeven. Na afloop van den wedstrijd heeft Alphen terecht tegen de buitenspel- doelpunten protest aangeteekend. Over den wedstrijd het volgende. Direct na aanvang valt Alphen vinuig aan, de verde diging bij Holland houdt evenwel staud en zuivert haar terrein. De thuisclub neemt het leder over en trekt ten aanvaleen schot van den mid voor stompt v. Leeuwen terug. Het leder belandt thans bij den linksbuiten, dat in zuiver buitenspelconditie doelpunt (10). Niet ontmoedigd speelt Alphen verder maar resultaten blijven uit. Weer neemt de thuisclub het spel in han den en bij den hieruit volgenden aanval vergroot Holland weer in iauitenspelcondi- tie den verkregen voorsprong, doch nu schijnt het Alphen voldoende. De Rijnbe woners nemen het spel aanstonds in han den. Terwijl de thuisclub geheel op eigen helft wordt teruggedrongen krijgt Binnen- kamp het leder toegespeeld, waarna hij met een geweldigen schuiver den achter stand voor zijn club verkleint. De aanval len der bezoekers herhalen zich en binnen enkele minuten maakt de midvoor van de gelegenheid gebruik om het leder voor de tweede maal in de Holland-touwen te plaatsen (22). De thuisclub heeft gerui- men trjd nifts in te brengen. Aanval op aanval op het Holland-doel volgt, eens schiet Binnenkamp het leder in doel, doch de scheidsrechter annuleert het doelpunt (wegens buitenspel). Met een corner op het Alphendoel, die zonder resultaat blijft, komt de rust. In de 2e helft, komt na een aanvanke lijk overwicht van Alphen. een doorbraak der thuisclub. De voorhoede passeert Hes- seliug en tegelijk heeft Holland het genoe gen haar eerste zuiver doelpunt te kun nen noteeren (32). Alphen speelt niet ont moedigd verder. Bij de hieruit volgende aanvallen wordt het leder in doel ge plaatst, hetgeen den scheidsrechter ont gaat. Met Alphen sterk in den aanval en een door haar toegevoegd doelpunt, wat weder werd geannuleerd (wegens buiten spel) kwam het einde van deze sensatio- neelen wedstrijd. Deze eerste ontmoeting in Utrecht is voor Alphen ongetwijfeld een van de minst aangename geweest, waartoe levens de uiterst hatelijke houding van het publifk veel heeft aan bijgedragen. G.S.V. I—L.F.C. I 2—1. Onder protest heeft L.F.C. dezen wed strijd verloren, mede doordat de scheids rechter niet naar behooren zijn taak ver vulde. L.F.C. speelde met drie invallers n.l. voor midvoor, rechtsbuiten en rechtsback, waardoor de ploeg wel uitermate was ver zwakt, echter daardoor in geen enkel ge val den mindere in spelgehalte is geweest van G.S.V. Het begin, met wind in haar voordeel leidt L.F.C. het eerst een good opgezetten aanval, maar de beide G.S.V.- backs waren voor hun taak berekend cn keerden dezen aanval. Nadat eenigen tijd op het middenveld is gespeeld, volgt plot seling een G.S.V.-aanval. Een bijna on houdbaar schot wordt ingezonden, maar Duffels heeft het leer te pakken. Het spel blijft onophoudelijk op en neer gaan, met voor L.F.C. de meeste aanvallen. De voor hoede is echter, als tegen Alphia, machte loos een doelpunt te maken. Rus 00. Na de rust liceft G.S.V. wind mede, maar de achterhoede van L.F.C. weet stand te houden. Een vrij goed opgezette aanval van L.F.C. volgt, Neuteboom lost een hard schot, dat de keeper niet weet te bemachti gen, terwijl de toegeloopen linksbuiten den bal verder in het doel weet te plaatsen. (01). Na den aftrap komt G.S.V. uitste kend en goed samenspelend opzetten, waar bij de midvoor een goede kans krijgt. Deze schopt echter in den grond, terwijl de scheidsrechter een overtreding meent te constatecren. De vrije trap wordt in een doelpunt omgezet. (11). Tegen het einde een hoekschop op het L.F.C.-doel, Duffels ziet kans den bal ie keeren, maar de toe geschoten linksbinnen vangt den bal op en doelpunt onhoudbaar. (21). Tegen dit doelpunt protesteert L.F.C., gezien het feit, dat er twee minuten te lang is gespeeld, wat do scheidsrechter toegaf, alleen echter betwistte en 11/2 minuut erkende. We vertrouwen dan ook, dat dit protest L.F.C. zal worden toegewezen. Alphia—R.V.C. 0—1. In een matig gespeelden wedstrijd moest Alphia op eigen terrein in R.V.C. ha?" meerdere erkennen. Het spel der thuisclub viel niet te roemen; verdediging en half- line waren de beste, met de voorhoede wil de het niet vlotten en menige kans werd hierdoor om hals gebracht. Overigens gin gen beide partijen veelal gelijk op, hoewel R.V.C. iets sneller en beter doortastend spel te zien gaf. Het begin kenmerkt zich door eenige wc- derzijdsche aanvallen, die door de ver-le digingen naar behooren worden verwerk:. Alphia komt dan enkele malen in den aan val, waardoor de R.V.C.-verdediging bet hard te verantwoorden krijgt. De corner", welke hieruit ontstaan, worden evenwel niet benut. Daarbij blijkt de R.V.C.-verde diging steeds het struikelblok voor de Al- phia-voorhoede. De Haagsche voorhoede blijkt, bij gebrek aan goede schutters, even-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7