KERKNIEUWS DE ONVOORZIENE AANKLAGER TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT MAANDAG 23 SEPTEMBER 1929 KERKCONSE ORATIE OP HEYPLAAT. Mgr. Aengenent brengt officieele bezoeken bij de Rctterdamsche Droogdok Maatschappij en de Psy chiatrische Inrichting „Maasoord" en maakt een tocht door de Waal haven. Over Heyplaat, hetzelfde Heyplaat ■waarover nog slechts luttel dagen geleden de benauwende doodssirenen gilden, klon ken hedenmorgen de vreugdetonen voor de plechtige consecratie van het nieuwe St. Bonifacius-kerkje door Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem. Velen zullen Heyplaats kennen, maar voor den niet wegwijzen zij verteld, dat Heyplaat ligt aan de Nieuwe Maas, tegen over Delftshaven en bevolkt wordt door arbeiders, beambten en hoogere ambtena ren van de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij, die daar het geheele bedrijfsle ven vormt. De Katholieken vormen er een kleine bevolking tegenover de zooveel grootero protestantsche en socialistische bevolking; zulks blijkt b.v. uit de jongste stemmencij- fers: soc.-dem. 427, anti-rev. 196, kafch. 66, christ.-hist. 62. De Droogdok-Maatschappij bestaat nu 27 jaar; daarvoor was er ter plaatse slechts een boerderij, Courzand genaamd, waar naar nog de huidige Courzandscheweg ge noemd wordt. Thans is er een tamelijk uit gebreid idyllisch aangelegd tuinstadje ver rezen, met veel architectonische, bijzonder goede hoedanigheden. De Katholieken, die voor 1923 hier woon den, moesten met. 't veerbootje Zondags naar de stad om hun plichten te volbren gen. Sinds 1923 heeft het kerkbestuur van Rhoon een dorpje een groot uur gaans van Heyplaat. een afgedankte houten schippersscbooi gehuurd van de stad Bot terdam, en deze ingericht tot kerkje, tot dusver als zoodanig in gebruik. Daar deze school wegens bouwvallig heid, en ook ter verfraaiing van het. Rondo plein, waarop zij stond, en waar reeds nu een schoone muziektent rrijkl. moest wo~- den afgebroken, was de pastoor van Rhoon wel genoodzaakt tot den bouw van ccn nieuw kerkje over te gaan. Onnoodig te zeggen, dat dit met groote financieele moei- liixheden gepaard ging, aangezien Rhoon zelf een kleine armelijke parochie is en Heyplaat voor verre 't grootste deel slechts c3.oor arbeiders wordt bewoond. Maar de Heer beeft geholpen, en onder St. Bonifacius' zegen heeft de groote arbei- dorsvriend en bekende apologeet, pastoor P. van Dorp, het zoover weten te krijgen, dat thans op het Alcorplein een schoon en bevallig kerkje is verrezen, dat zijn rooae spits hoog ten Hemel boort, met zijn to ren en hoog roode dak het geheele tuindorp domineerend. De pastoor noemt dat „gouden" pannen, bet-geen voor een goeden verstaander wel een voldoende en zeer vriendelijke uïtnoo- diging zal beteekenen. De bijna 200 Katholieken hebben dus thans hun kerkje met pastorie, wat geens zins beteekent, dat zij een eigen parochie bezitten, met geregeld bewoonde parochie; het zal wellicht nog langen tijd duren voor het zoover is; 't blijft voorloopig bijkerk van Rhoon, Zondags en Woensdags wordt er het H. Misoffer opgedragen, en op vast gestelde dagen en uren wordt catechismus onderricht gegeven en wordt een Lof ge houden. De parochie van Rhoon is door de vor ming van Heyplaat thans een zeer drukke geworden, door haar uitgebreidheid niet alleen, maar ook, omdat nog de Psychia trische inrichting „Maasoord" van de ge meente Rotterdam bediend wordt. Gisteravond zag voor het eerst na der tig jaar de parochie Rhoon weer een bis- FEUILLETON. naar het Italiaansch van DE MARCHI 12) Het onweer spookte met wild geweld in het gebergte. De regen viel met dichte stroomen neer. En het felle lichten maakte het paard schichtig. De ontketende natuurkracht maakte zoo veel indruk op den schuldigen baron, dat hij zich vergeleek met een stroohahn in den storm. En de onbehaaglijke toestand waar in hij zich bevond, herinnerde hem aan zijn moreelen nood. Als eindelijk de regen, wat verminderde ging hij de hoofdstraat, van het dorp in. Het geluid der hoefijzers op de straat- st.eenen trok de aandacht der bewoners. Allen herkenden den baron en groetten eerbiedig. In ramen en deuren verschenen nieuwsgierige hoofden om den ruiter te zien voorbijtrekken. Coriolan moest een levendige belangstel ling wezen voor de goede dorpelingen. Hier en daar hield hij zijn paard in en informeer de dar^ naar den olijven-oogst. Gebruik ma kend van die gelegenheid vroeg hij meteen nadere bijzonderheden over de. laatste oogenblikken van zijn knecht Salvator. De koster was intusschen den pastor gaan verwittigen van de komst van baron Santaiusca en don Antonio haastte zich den. schop in haar midden men ging voor 't H. Vormsel steeds naar Rotterdam. Mgr. Aengenent volgt in het bezoeken Mgr. Bot- temanne z.g. op. Hedenmorgen geschiedde op Heyplaat de plechtige consecratie der St. Bonifacius- kerk. Na afloop heeft de directie van de Rotterdamsche Droogdok-Maatschappij Z. D. H. Mgr. Aengenent officieel ontvangen, Mgr. en de leidende geestelijkheid een lunch aangeboden en de Waalhaven bezich tigd. In den middag bracht. Mgr. dan een of ficieel bezoek aan de Psychiatrische In richting „Maasoord'.* „Volkskrant". Voor de Hereeniging der Kerken. Om den overgang van de Orthodoxe kerk naar het Katholicismete vergemak kelijken hebben de bisschoppen van Po len met goedvinden van de Riten-congre gatie een nieuwe Ritus ontworpen, die slechts weinig van den oorspronkelijken Russischen Ritus verschilt. De nieuwe Ri tus, die de „Oost-Slavische genoemd wordt, werd in 1925 voor het eerst begonnen in het bisdom Sierlec. Thans zijn er reeds 26 parochies en 2 statics (verdeeld over de bisdommen Wilna, Pinsk, Siedlec en Luck), waar deze nieuwe Ritus gevolgd wordt. Zij hebben de beschikking over 22 ker ken. Vier en twintig wereld-priesters zijn met de zielzorg belast. De Jesuieten heb ben verschillende Paters, studenten en broeders, die van den latijnschen ritus naar den Oost-Slavischen ritus zijn overgegaan, totaal 30 priesters en S broeders. Zij wor den bijgestaan door de zusters van het H. Hart, die bij het onderwijs en ziekenverple ging in de verschillende parochies -werk zaam zijn. Het aantal geloovigen dat tot dezen nieuwen Ritus behoort, bedraagt thans 16.101. In Dubno (bisdom Luck) bevindt zich het groot Seminarie voor dezen ritus, waar thans voorloopig zeven studenten hun op leiding ontvangen. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. DE STRANDING AAN DEN HOEK. De positie van „Dizziplina" De bemanning wil hot schip verlaten en van boord gehaald. Omtrent de stranding van het It-aliaan- sche stoomschip „Dizziplina" wordt nader uit Hoek van Holland gemeld: De oorzaak van het stranden is nog niet bekend. Heeft een grondzee het schip om gezet en raakte het aan den grond, vóór dat men het roer heeft kunnen wenden, of is het stuurgerei onklaar geraakt? Men weet het nog niet. Wel is de marconist van de Dizziplina den geheelen Zaterdagnacht door in con tact. geweest met IJmuiden, maar in zijn berichten zwijgt hij over de oorzaak. In elk geval zit het schip een heel eind bui ben het vaarwater. Dat was Zaterdagavond al goed te zien. Den geheelen nacht door waren een eindje voorbij het einde van den Zuiderpier de toplichten en het ronde bak- boordlicht van de Dizziplina te zien. Het sc'hip lag met den kop naar het Zuiden en een heel eind achter het achterschip flik kerde telkens het schijnsel van de gas- boei, die den rand van het vaarwater aan geeft. Des nachts is de storm belangrijk afgenomen, maar de zee bleef woelig. De Dissiplina zat. midden in de branding en af en toe werd het een eindje hooger op het zand geduwd. Zaterdagmorgen vroeg stond er maa-r een paar p.akn water rond het schip. De sleepbooten, die bij de Berghaven gereed lagen, zijn dan ook niet eens uitgevaren. Bij deze zee behoefde men het niet te pro- beeren. De reddingsboot is evenwel Zaterdag middag toch nog uitgevaren. Aan wal was raad gehouden. De Italiaansche consul te Rotterdam en vertegenwoordigers van de reederij waren naar Hoek van Holland ge gaan, waar ook de secretaris van de Zuid- Hollandsche Mij. tot Redding van Dren kelingen, de heer Julius, zich bevond. Met den commissaris van het loodswezen, den heer Vruggink. hebben zij zich over de po sitie van het schip onderhouden. Het oor- edelman tegemoet tè trekken om hem eer biedig te groeten. Op het oogeublik dat hij zijn woning ver liet, bedacht hij dat het niet erg beleefd was met zoo'n ouden, versleten en verscho ten hoed voor den baron te verschijnen. „Laat ik den anderen opzetten', besloot hij. En hij nam den mooier nieuwen hoed, wiens eigenaar hij tevergeefs gezocht had. Hij vermoedde natuurlijk niet in 't minst het tragische dat er in die eenvoudige, na tuurlijke handelwijze lag. Met den hoed van het slachtoffer ging hij den moordenaar groeten Op het gezicht van den priester, kwam er een donkere wolk boven de ziel van den baron drijven. Deze ontving den pastoor met de noodige beleefdheid, sprak eenige banale woorden met hem en nam weer spoedig afscheid van den eerbiedwaardigen man. Wat zou er echter in hem omgegaan zijn indien hij geweten had dat don Antonio met den eenigen getuige der misdaad voor hem stond, mei dien hoed, dat stomme en toch zoo geduchte voorwerp, 't welk hij on danks stortregens en onweder was komen halenen met welk een angst! „"Wie wil den secretaris van het Raadhuis voor me gaan roepen?" vroeg de baron aan een troepje jongens. Een belhamel draafde weg en kwam eenige minuten later met mijnheer Jervolino terug. Een bezoek aan het slachtoffer. Onderweg vertelde de secretaris dat er een zekere Petro, een neef van SaJ.v&tor, deel was, dat. de bemanning het aan boord nog eenige dagen kon uithouden. Tooh is de reddingsboot laat in den namiddag uit gevaren, om de positie van het schip op te nemen. De verongelukte „Prins der Nederlan den" is nog niet vervangen en de tweede reddingboot, de „President van Heel", is in reparatie. Tijdelijk is nu te Hoek van Holland gestationneerd de motorredding boot „Koningin. W'ilhelmina" uit Stellen dam. Deze boot is uitgevaren onder com mando van schipper Slis en was ook ove rigens bemand met een equipage uit den Hoek; alleen de mechanicien, die anders de machine van de boot- bediend', was ook nu aan boord. Het werd Zaterdag zeer kwaad weer. Zware golven sloegen over de pieren heen. Er was veel vertier op het water, veel schepen voeren uit. Tusschen de groote stoomschepen voeren de schokkers van de Stellendamsche visscherslui, die ten getale van twintig a dertig binnendoor naar den Hoek van Holland waren gekomen, om straks deel te nemen aan het bergen van de lading van de „Dizziplina". Al la voerende brachten de visscherslui tenslotte hun scheepjes de berghaven bin nen. waar zij het betere weer afwachten. Steigerend en huppelend voer de ..Ko ningin Wilhelmina" over de hooge golven, die haar soms aan liet. oog van de waarne mers op het strand onttrokken. Ettelijke auto's hadden veel nieuwsgierigen aange voerd, die uitkeken naar het schip in de branding. Z "»o 1.oog als in den ochtend lag de „Diz ziplina" niet meer op het water. Het was trouwens hoog water geworden. Zware zeeën renden op het achterschip toe. golf den over het geheele schip en verlieten het weer bij den boeg. De reddingboot werd op vrij dichten af stand gevolgd door de sleepboot „Rozen burg" van L. Smit en Co., een maatregel, die opzettelijk genomen was in verband met het treurige ongeval aan den „Prins deT Nederlanden" overkomen. Aanvankelijk naderde de reddingboot het schip zeer snel, en voer zelfs vrij dic'ht langs. Ook na- een ramp met den „Prins der Nederlanden" mijden de redders van den Hoek de gevaarlijke grondzeeën niet. Telkens weer dreef de reddingsboot af en telkens weer zochten zij het schip op. Ten slotte echter keerde zij onverrichter zake terug. Een groote menigte had zich in de Berg haven verzameld toen Slis en zijn mannen terugkeerden. Aan land heeft de eenvou dige zeeman het een en ander verteld van zijn wedervaren. De hem vreemde boot waarmee hij voor het eerst uit moest, lag mooi op het water, hij had evenwel voort durend water aan dek staan. De redding boot vond de „Dizziplina" or 100 M. af stand van de pier. Daar bet schip pal met den achtersteven op den wind lag. liepen de golven over en langs het geheele schip, zoodat er nergens de gelegenheid was langszij te komen. Kapitein en bemanning stonden langs de railing en beduiden met gebaren, dat zij gaarne het schip wilden verlaten. Volgens den indruk dien schip per Slis kreeg, waren de opvarenden bo venmate zenuwachtig. Schipper Slis vrees de evenwel, dat als hij dicht langs het schip gevaren was, de geheele bemanning tegelijk overgesprongen zou zijn, dat een deel der opvarenden in het water geval len en verdronken zou zijn. Dat durfde onze Nederlandsche zeeman niet aan. Het schip is niet wrak, hoewel het midscheeps water begon te maken. De opvarenden lie pen nog geen gevaar. In hefc ergste geval zou hij de redding boot voor den boeg van het schip hebben gelegd; en de bemanning met behulp van het whippertoes-tel van boord gehaald hebben. Hij achtte dat toen evenwel nog niet nocdig. De kans om over de Zuiderpier verbinding te krijgen, bestond er niet wijl er zware golven over de pier sloegen. La ter op den middag werd van de Dizziplina weer geseind, dat men het schip niet wenschte te verlaten en beter weer wilde afwachten. Van den Hoek is toen geseind, dat in den nacht geen reddingspogingen zouden worden gedaan. De redding van de bemanning. Nader wordt ons gemeld: De reddingboot „Koningin Wilhelmina", die onder bevel van kapitein Slis naar de bij hem geweest was met een brief, welken zijn oom hem een maand voor zijn sterven geschreven had en waarin hij hem erfge naam maakte van het weinigje wat hem toebehoorde. „Ik ken dat jongmensch en ik wist ook dat Salvator hem zijn oud rommeltje wilde nalaten, ik meende daarom goed te doen het den neef eergisteren te geven.Kunt u dat goedkeuren mijnheer de Baron „Heel goed", antwoordde de ander; waar woont die jonge man?" „In Valda, daar houdt hij een herberg „De Vesuvius" genaamd. De baron sprong van zijn paard af, bond het dier aan het tuinhek vast en bedankte den secretaris, terwijl hij hem een zilver stuk in de hand duwde als belooning voor zijn diensten. De ander nam het geld aan legde nog eens «puigenis af van zijn gedienstigheid en vem-ok. Het regende niet meer en aan den hori zon brak het gouden zonlicht door het verdunde wolkenfloers heen. De baron bleef staan, geboeid door dat heerlijke gezicht. Hij voelde nu iets van de onschatbare waa-rde der zuivere genoegens en hoe de natuur een feestzaal is voor on schuldige harten. Maar lpj kon zich niet over die dingen verheugen. Alles stiet in hem af op zijn met schuld ommuurde ziel, hij, de moordenaar van een priester. Dan herinnerde hij zich plotseling weer het doel van zijn komst en zenuwachtig schokten zijn schouders bij die gedachte. Weldra dus zou hij de plaats der mis daad terugzien om daar den vergeten hoed te zoeken. Maar een onzegbare moeheid „Dizziplina" is uitgevaren beeft langs den Zuidwal rechtstreeks op het wrak aange houden. Het wrak lag nu dwars op den dam, waardoor de situatie voor de red dingboot veel gunstiger geworden was. Za terdagmiddag had de „Dizziplina" recht op de golven en op den wind golegf/i, waardoor de reddingsboot niet langs zij had kunnen komen. Nu het schip dwars lag kon men het aan bakboord benaderen. Nadat de reddingboot de eerste maal te ruggeslagen was, gelukte het kapitein Slis bij een tweede poging om aan bakboordzij van het schip te komen. Dit geschiedde onder groote moeilijkheden, daar de red dingboot zoo hevig lag te stampen, dat de achtertros tweemaal brak. Alle opvaren den, dertig in getal, konden een voor een van boord gehaald worden; het laatste kwam de kapitein, die tot dat oogen'olik op de brug had gestaan. De scheepspapie ren, een sextant en eenige huisdieren kon den mede gered worden. De terugtocht ging voorspoedig, zoodat de bemanning tegen tien uur aan den wal gebracht was, waar zij verschillende hoera's aanhief en het fascistenlied zong. De officieren zijn ondergebracht, in hotel „Amerika" en de manschappen in het „Harwiclv'-Hotel. Zij bleken nogal vermoeid, daar zij sinds Vrij dag niet geslapen hadden. Deskundigen achten het nog zeer wel mogelijk, dat men de „Dizziplina" zou kun nen lossleepen, wanneer eerst dc lading zal zijn gelost in de ongeveer 25 blazers die reeds in de berghaven gereed liggen. De kapitein van het gestrande schip heeft ons medegedeeld, dat hij Vrijdag zijn loods om 9 uur had afgezet bij den Berghaven. Teren hij naar buiten voer merklo hij spoedig, dat de wind hem op den Zuidwal dreef, terwijl het schip te vens niet meer naar het roer luisterde. Achteruitslaan van den schroef kon niet meer helpen. Ruim 3 geraakte lek en maakte water, evenals de machinekamer. Verder staan de hutten aan stuurboord onder water, waardoor do proviand be dorven werd en dientengevolge heeft men sinds Zaterdagavond geen eten meer ge had. Zoo goed en zoo kwaad als het ging heeft men getracht op beschutte plekjes op het dok een onderkomen te vinden. Zon dagmorgen was de bemanning zoo uitgeput dat het noodsein gegeven moest worden. Het spreekt vanzelf, dat .gisteren hon derden Rotterdammers het schouwspel van hefc gestrande s.s. „Dizziplina" gade sloegen. ONGELUK OP DE ZUIDERZEE. Een jol omgeslagen. Uit Urk wordt aan de „Tel." gemeld: Schipper D. Feenstra, Zaterdagmiddag met zijn motorschip „Soli Deo Gloria" alhier binnengeloopen, rapporteert., dat hij op twee derden afstand de LemmerUrk een omgeslagen wit geverfd scheepje, waar schijnlijk een pleiziervaartuig zag drijven. Hij heeft gepoogd het op sleeptouw te ne men, he.tgeen mislukte daar een deel van de voorsteven afbrak. Van de opvarenden was niets te ontdek ken, zoodat men vermoedt, dat deze zijn omgekomen. De oorrespondent van genoemd blad te Stavoren maakt melding van een ongeval dat waarschijnlijk hetzelfde is als boven staande en deelt het volgende mede: Beurtschipper Koch van Workum, ko mende van Amsterdam, 'Ham te Zaandam een jol van een stadgenoot op sleeptouw. Op het zeetraject EnkhuizenStavoren zou de roerganger der jol, een 20-jarige jongeman, iets halen uit de voorboot en liet daartoe het roer los. Dit bleek ge vaarlijk. want- direct sloeg de jol om en werd het sleeptrosje door de kiel door sneden. De jolleman kwam nu in een hachelijke positie: langer dan een half uur had de motortjalk noodig om den schipbreukeling te redden, wat eindelijk mocht gelukken. De jol met diverse goe deren ging verloren. S.S. „BOSKOOP" AAN DEN GROND GEVAREN. Het s.s. „Boskoop"' van de Kon. Ned. Stoomboot-Mij. is 'bij Mant a (Ecuador) aan den grond geloopen. Men is bezig de lading te lossen. Oogenschijnlijk is de positie van het voortuig niet gevaarlijk. verlamde eensklaps zijn beenen. Het was alsof deze weigerden hem naar het graf van den eerbiedwaardigen grijsaard bren gen. Met een geweldige poging slaagde hij er in zich te beheerschen en hij liep door.... Na de luiken van het terras geopend te hebben, bleef hij staan in de galerij der beneden verdieping waar hij den vorigeu keer de komst van don -C'vrillus afgewacht had. Van daar zag hij doov de geopende deu ren de lange rij sombere zalen, die in hem zooveel jeugdherinneringen wekten. In den verwarden geest van den baron mengden zich het verleden en het tegen woordige dooreen. Hij leefde als 't ware twee levens en kon soms niet helder onder scheiden wat. gebeurd was en wat hem nog te doen stond. Zijn zonderlinge overpeinzingen voerden hem zóó ver ^Jat hij eenige uialen de oogen ophief naar do tuindeur om te zien of don Cyrillus niet in de Olijvenlaan verscheen. „Indien hij eens kwam V' klonk er dan een stem in hem. En hij begon werkelijk te hopen, dat dc priester verschijnen zou, want dan zou al les wat hij nu vreesde een nuttelooze angst zijn en het afschuwelijk verleden slechts een nachtmerrie. Dan zou hij ook opnieuw kunnen leven en weer een waardige afstammeling fier Santafusca's zijn en dan eerbied waardig welke de eenvoudige landslieden hem zoo even nog bewezen. Een gansch uur ging voorbij zonder dat de baron eenige notie had van den tijd. De natuur rondom de villa bloeide in UIT DE R/VDIO-WERELD. Programma's voor Dinsdag T* September. Hilversu m, 298 M. N a c u r 1071 M. (Uitsluitend K. R. O.-u mi ding.) 11.30'12.00 Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 Concert door het KRO-Trio. I.152.00 Gramofoonmuziek. 2.003.00 Vvouwenuurtje. 5.006.30 Gramofoonmuziek. 6.306.45 Lezing over den Kripcursus. 6.457.00 Esperanto-praatje. 7.007.25 Lezing: Over de geschiedenis van het Kortschrift. 7.358.00 Lezing over: Soorten rechts. 8.018.25 Lezing. 8.2511.00 Concert. Klein orkest en vo cale solist. 9.30 Nieuwsberichten. II.30 Sluiten. Huizen, 1875 M. 10.001.15 Morgenwijding. 12.151.45 Concert door het Tuschinski orkest. I.452.00 Gramofoonmuziek. 2.002.45 Kookpraatjc door P. J. Kers. 2.453.00 Praatje over de a.s. Naai- en Knipcursus door mevrouw dc Leeuwvan Rees. 3.004.00 Maak-het-zelf-cursus. 4.305.30 Microfoon-debutanten. 5.306.00 Gramofoonmuziek. 6.017.15 Concert door het A.V.R.O- kwartet. 7.157.45 Lezing door dr. C. A. Crom- melin: Christiaan Huygens. 8.0-18.30 AVRO-Boe-kenhalfuurtje. Ma rie Schmitz bespreekt A. M. de Jong's „Kruisende Wegen". 8.309.00 Concert door het Omroepor kest. 9.00 AVRO-Radio-Toonecl. Opvoering van: Lanseloet van Denemarken. Een Abelspel o.l.v. Kommer Kleyn. 10.00 ca. Persber. 10.1511.00 Concert door het Omroep orkest. Na afloop: Dansmuziek uit Caba ret „La Gaité" te Amsterdam. 12.00 Sluiting. Daventry, 15S3.4 M. 10.35 Morgenwijding. II.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Orgelconcert. 1.202.20 Orkestconceri. 2.202.45 Beelduitzending. 2.50 Uitzending voor scholen. 3.55 Fransche les. 4.20 Orkestconcert en orgel. 4.35 Uitzending voor scholen. 4.50 Orkestconcert en orgel, 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Voorlezing. 6.35 Nieuwsber. 7.05 Concert. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. 8.20—S.50 Lezing. 8.50 Vaudeville. 10.Nieuwsber. 10.20 Lezing. 10.4012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en soli. 6.35 Gramofoonimuziek. 8.55 Concert. Orkest. Langenberg, 473 M. 7.208.15 Grnmof oonmuziek 8.209.20 Orkestconoert 10.3511.30 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.252.50 Orkestconcert. 5.556.50 Koorconcert, instrumentale so listen. 8.209.15 Orkestconcert. 9.20Trio-concert. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. Z e e s e n, 1635 M. 6.10-12.50 Lezingen. 12.501.15 Gramofoonmuziek. 1.151.50 Lezingen. 2.202.50 Gramofoonmuziek. 2.505.20 Lezingen. 5.206.20 Concert uit Leipzig. 6.208.20 Lezingen. 8.20 „Die beiden Geizigen" Komische Opera van Fenouillot den Falbaire. Mu ziek van G. Francesco Malipiero. vredige stilte. Niets verstoorde haar ver borgen werkkracht in boomen, bloemen en planten, of dc harmonie van haar kleurig uiterlijk. Een ongewone bekoring kwam den baron toen verzoeken. Waarom zou hij niet alles biechten aan don Antonio, den pastoor van Salafusca? Do kerktoren liet. twee fijne klokslagen hooren. Santafusca herkende onmiddellijk den zilveren klank die eens in zijn kinder jaren zijn vrees had verdreven. Die klok had hem vroeger altijd gewekt bij dc eer ste morgenschemering, wanneer op de wit te lijn van den horizon dc vogels hun be drijvigheid en zangen begonnen. Die uilnoodigende kldkketonen schenen hem toe te roepen: „Kom, kom Maar die aarzeling duurde niet lang. Hij schudde die goede ingevingen, welke hem tot berouw eu boete riepen, van zich af en overtuigde zich er van dat zijn redding alleen van hein zelf afhing. Hij besloot daarom den fatalen hoed, dio:i vreeselijken aanklager te gaan zoeken. Nadat hij de trappen afgedaald was wel ke hem naar den tuin leidden, sloop hij den muur langs, eerst langzaam on met aar zelende stappen, dpch weldra met zenuw achtige haast. Bij de stallen gekomen liep hij een schuur door die behangen scheen met de grijze zijde van ontelbare spinnrwebben, en bereikte alzoo de kleine plaats omsloten door den tuinmuur en dien der stallen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5