KERKNIEUWS
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
MAANDAG 23 SEPTEMBER 1929
KERKCONSE ORATIE OP HEYPLAAT.
Mgr. Aengenent brengt officieele
bezoeken bij de Rctterdamsche
Droogdok Maatschappij en de Psy
chiatrische Inrichting „Maasoord"
en maakt een tocht door de Waal
haven.
Over Heyplaat, hetzelfde Heyplaat
■waarover nog slechts luttel dagen geleden
de benauwende doodssirenen gilden, klon
ken hedenmorgen de vreugdetonen voor
de plechtige consecratie van het nieuwe
St. Bonifacius-kerkje door Z. D. H. Mgr. J.
D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem.
Velen zullen Heyplaats kennen, maar
voor den niet wegwijzen zij verteld, dat
Heyplaat ligt aan de Nieuwe Maas, tegen
over Delftshaven en bevolkt wordt door
arbeiders, beambten en hoogere ambtena
ren van de Rotterdamsche Droogdok Maat
schappij, die daar het geheele bedrijfsle
ven vormt.
De Katholieken vormen er een kleine
bevolking tegenover de zooveel grootero
protestantsche en socialistische bevolking;
zulks blijkt b.v. uit de jongste stemmencij-
fers: soc.-dem. 427, anti-rev. 196, kafch. 66,
christ.-hist. 62.
De Droogdok-Maatschappij bestaat nu 27
jaar; daarvoor was er ter plaatse slechts
een boerderij, Courzand genaamd, waar
naar nog de huidige Courzandscheweg ge
noemd wordt. Thans is er een tamelijk uit
gebreid idyllisch aangelegd tuinstadje ver
rezen, met veel architectonische, bijzonder
goede hoedanigheden.
De Katholieken, die voor 1923 hier woon
den, moesten met. 't veerbootje Zondags
naar de stad om hun plichten te volbren
gen.
Sinds 1923 heeft het kerkbestuur van
Rhoon een dorpje een groot uur gaans
van Heyplaat. een afgedankte houten
schippersscbooi gehuurd van de stad Bot
terdam, en deze ingericht tot kerkje, tot
dusver als zoodanig in gebruik.
Daar deze school wegens bouwvallig
heid, en ook ter verfraaiing van het. Rondo
plein, waarop zij stond, en waar reeds nu
een schoone muziektent rrijkl. moest wo~-
den afgebroken, was de pastoor van Rhoon
wel genoodzaakt tot den bouw van ccn
nieuw kerkje over te gaan. Onnoodig te
zeggen, dat dit met groote financieele moei-
liixheden gepaard ging, aangezien Rhoon
zelf een kleine armelijke parochie is en
Heyplaat voor verre 't grootste deel slechts
c3.oor arbeiders wordt bewoond.
Maar de Heer beeft geholpen, en onder
St. Bonifacius' zegen heeft de groote arbei-
dorsvriend en bekende apologeet, pastoor
P. van Dorp, het zoover weten te krijgen,
dat thans op het Alcorplein een schoon en
bevallig kerkje is verrezen, dat zijn rooae
spits hoog ten Hemel boort, met zijn to
ren en hoog roode dak het geheele tuindorp
domineerend.
De pastoor noemt dat „gouden" pannen,
bet-geen voor een goeden verstaander wel
een voldoende en zeer vriendelijke uïtnoo-
diging zal beteekenen.
De bijna 200 Katholieken hebben dus
thans hun kerkje met pastorie, wat geens
zins beteekent, dat zij een eigen parochie
bezitten, met geregeld bewoonde parochie;
het zal wellicht nog langen tijd duren voor
het zoover is; 't blijft voorloopig bijkerk
van Rhoon, Zondags en Woensdags wordt
er het H. Misoffer opgedragen, en op vast
gestelde dagen en uren wordt catechismus
onderricht gegeven en wordt een Lof ge
houden.
De parochie van Rhoon is door de vor
ming van Heyplaat thans een zeer drukke
geworden, door haar uitgebreidheid niet
alleen, maar ook, omdat nog de Psychia
trische inrichting „Maasoord" van de ge
meente Rotterdam bediend wordt.
Gisteravond zag voor het eerst na der
tig jaar de parochie Rhoon weer een bis-
FEUILLETON.
naar het Italiaansch van
DE MARCHI
12)
Het onweer spookte met wild geweld in
het gebergte. De regen viel met dichte
stroomen neer. En het felle lichten maakte
het paard schichtig.
De ontketende natuurkracht maakte zoo
veel indruk op den schuldigen baron, dat
hij zich vergeleek met een stroohahn in den
storm. En de onbehaaglijke toestand waar
in hij zich bevond, herinnerde hem aan zijn
moreelen nood.
Als eindelijk de regen, wat verminderde
ging hij de hoofdstraat, van het dorp in.
Het geluid der hoefijzers op de straat-
st.eenen trok de aandacht der bewoners.
Allen herkenden den baron en groetten
eerbiedig. In ramen en deuren verschenen
nieuwsgierige hoofden om den ruiter te
zien voorbijtrekken.
Coriolan moest een levendige belangstel
ling wezen voor de goede dorpelingen. Hier
en daar hield hij zijn paard in en informeer
de dar^ naar den olijven-oogst. Gebruik ma
kend van die gelegenheid vroeg hij meteen
nadere bijzonderheden over de. laatste
oogenblikken van zijn knecht Salvator.
De koster was intusschen den pastor
gaan verwittigen van de komst van baron
Santaiusca en don Antonio haastte zich den.
schop in haar midden men ging voor 't
H. Vormsel steeds naar Rotterdam. Mgr.
Aengenent volgt in het bezoeken Mgr. Bot-
temanne z.g. op.
Hedenmorgen geschiedde op Heyplaat de
plechtige consecratie der St. Bonifacius-
kerk. Na afloop heeft de directie van de
Rotterdamsche Droogdok-Maatschappij Z.
D. H. Mgr. Aengenent officieel ontvangen,
Mgr. en de leidende geestelijkheid een
lunch aangeboden en de Waalhaven bezich
tigd.
In den middag bracht. Mgr. dan een of
ficieel bezoek aan de Psychiatrische In
richting „Maasoord'.* „Volkskrant".
Voor de Hereeniging der Kerken.
Om den overgang van de Orthodoxe
kerk naar het Katholicismete vergemak
kelijken hebben de bisschoppen van Po
len met goedvinden van de Riten-congre
gatie een nieuwe Ritus ontworpen, die
slechts weinig van den oorspronkelijken
Russischen Ritus verschilt. De nieuwe Ri
tus, die de „Oost-Slavische genoemd wordt,
werd in 1925 voor het eerst begonnen in
het bisdom Sierlec. Thans zijn er reeds 26
parochies en 2 statics (verdeeld over de
bisdommen Wilna, Pinsk, Siedlec en Luck),
waar deze nieuwe Ritus gevolgd wordt.
Zij hebben de beschikking over 22 ker
ken. Vier en twintig wereld-priesters zijn
met de zielzorg belast. De Jesuieten heb
ben verschillende Paters, studenten en
broeders, die van den latijnschen ritus naar
den Oost-Slavischen ritus zijn overgegaan,
totaal 30 priesters en S broeders. Zij wor
den bijgestaan door de zusters van het H.
Hart, die bij het onderwijs en ziekenverple
ging in de verschillende parochies -werk
zaam zijn. Het aantal geloovigen dat tot
dezen nieuwen Ritus behoort, bedraagt
thans 16.101.
In Dubno (bisdom Luck) bevindt zich het
groot Seminarie voor dezen ritus, waar
thans voorloopig zeven studenten hun op
leiding ontvangen.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
DE STRANDING AAN DEN HOEK.
De positie van „Dizziplina" De
bemanning wil hot schip verlaten
en van boord gehaald.
Omtrent de stranding van het It-aliaan-
sche stoomschip „Dizziplina" wordt nader
uit Hoek van Holland gemeld:
De oorzaak van het stranden is nog niet
bekend. Heeft een grondzee het schip om
gezet en raakte het aan den grond, vóór
dat men het roer heeft kunnen wenden, of
is het stuurgerei onklaar geraakt? Men
weet het nog niet.
Wel is de marconist van de Dizziplina
den geheelen Zaterdagnacht door in con
tact. geweest met IJmuiden, maar in zijn
berichten zwijgt hij over de oorzaak. In
elk geval zit het schip een heel eind bui
ben het vaarwater. Dat was Zaterdagavond
al goed te zien. Den geheelen nacht door
waren een eindje voorbij het einde van den
Zuiderpier de toplichten en het ronde bak-
boordlicht van de Dizziplina te zien. Het
sc'hip lag met den kop naar het Zuiden en
een heel eind achter het achterschip flik
kerde telkens het schijnsel van de gas-
boei, die den rand van het vaarwater aan
geeft. Des nachts is de storm belangrijk
afgenomen, maar de zee bleef woelig. De
Dissiplina zat. midden in de branding en
af en toe werd het een eindje hooger op
het zand geduwd.
Zaterdagmorgen vroeg stond er maa-r
een paar p.akn water rond het schip. De
sleepbooten, die bij de Berghaven gereed
lagen, zijn dan ook niet eens uitgevaren.
Bij deze zee behoefde men het niet te pro-
beeren.
De reddingsboot is evenwel Zaterdag
middag toch nog uitgevaren. Aan wal was
raad gehouden. De Italiaansche consul te
Rotterdam en vertegenwoordigers van de
reederij waren naar Hoek van Holland ge
gaan, waar ook de secretaris van de Zuid-
Hollandsche Mij. tot Redding van Dren
kelingen, de heer Julius, zich bevond. Met
den commissaris van het loodswezen, den
heer Vruggink. hebben zij zich over de po
sitie van het schip onderhouden. Het oor-
edelman tegemoet tè trekken om hem eer
biedig te groeten.
Op het oogeublik dat hij zijn woning ver
liet, bedacht hij dat het niet erg beleefd
was met zoo'n ouden, versleten en verscho
ten hoed voor den baron te verschijnen.
„Laat ik den anderen opzetten', besloot
hij.
En hij nam den mooier nieuwen hoed,
wiens eigenaar hij tevergeefs gezocht had.
Hij vermoedde natuurlijk niet in 't minst
het tragische dat er in die eenvoudige, na
tuurlijke handelwijze lag. Met den hoed van
het slachtoffer ging hij den moordenaar
groeten
Op het gezicht van den priester, kwam
er een donkere wolk boven de ziel van den
baron drijven. Deze ontving den pastoor
met de noodige beleefdheid, sprak eenige
banale woorden met hem en nam weer
spoedig afscheid van den eerbiedwaardigen
man.
Wat zou er echter in hem omgegaan zijn
indien hij geweten had dat don Antonio
met den eenigen getuige der misdaad voor
hem stond, mei dien hoed, dat stomme en
toch zoo geduchte voorwerp, 't welk hij on
danks stortregens en onweder was komen
halenen met welk een angst!
„"Wie wil den secretaris van het Raadhuis
voor me gaan roepen?" vroeg de baron aan
een troepje jongens. Een belhamel draafde
weg en kwam eenige minuten later met
mijnheer Jervolino terug.
Een bezoek aan het slachtoffer.
Onderweg vertelde de secretaris dat er
een zekere Petro, een neef van SaJ.v&tor,
deel was, dat. de bemanning het aan boord
nog eenige dagen kon uithouden. Tooh is
de reddingsboot laat in den namiddag uit
gevaren, om de positie van het schip op te
nemen.
De verongelukte „Prins der Nederlan
den" is nog niet vervangen en de tweede
reddingboot, de „President van Heel", is
in reparatie. Tijdelijk is nu te Hoek van
Holland gestationneerd de motorredding
boot „Koningin. W'ilhelmina" uit Stellen
dam. Deze boot is uitgevaren onder com
mando van schipper Slis en was ook ove
rigens bemand met een equipage uit den
Hoek; alleen de mechanicien, die anders
de machine van de boot- bediend', was ook
nu aan boord.
Het werd Zaterdag zeer kwaad weer.
Zware golven sloegen over de pieren heen.
Er was veel vertier op het water, veel
schepen voeren uit. Tusschen de groote
stoomschepen voeren de schokkers van de
Stellendamsche visscherslui, die ten getale
van twintig a dertig binnendoor naar den
Hoek van Holland waren gekomen, om
straks deel te nemen aan het bergen van
de lading van de „Dizziplina".
Al la voerende brachten de visscherslui
tenslotte hun scheepjes de berghaven bin
nen. waar zij het betere weer afwachten.
Steigerend en huppelend voer de ..Ko
ningin Wilhelmina" over de hooge golven,
die haar soms aan liet. oog van de waarne
mers op het strand onttrokken. Ettelijke
auto's hadden veel nieuwsgierigen aange
voerd, die uitkeken naar het schip in de
branding.
Z "»o 1.oog als in den ochtend lag de „Diz
ziplina" niet meer op het water. Het was
trouwens hoog water geworden. Zware
zeeën renden op het achterschip toe. golf
den over het geheele schip en verlieten
het weer bij den boeg.
De reddingboot werd op vrij dichten af
stand gevolgd door de sleepboot „Rozen
burg" van L. Smit en Co., een maatregel,
die opzettelijk genomen was in verband
met het treurige ongeval aan den „Prins
deT Nederlanden" overkomen.
Aanvankelijk naderde de reddingboot
het schip zeer snel, en voer zelfs vrij dic'ht
langs. Ook na- een ramp met den „Prins
der Nederlanden" mijden de redders van
den Hoek de gevaarlijke grondzeeën niet.
Telkens weer dreef de reddingsboot af en
telkens weer zochten zij het schip op. Ten
slotte echter keerde zij onverrichter zake
terug.
Een groote menigte had zich in de Berg
haven verzameld toen Slis en zijn mannen
terugkeerden. Aan land heeft de eenvou
dige zeeman het een en ander verteld van
zijn wedervaren. De hem vreemde boot
waarmee hij voor het eerst uit moest, lag
mooi op het water, hij had evenwel voort
durend water aan dek staan. De redding
boot vond de „Dizziplina" or 100 M. af
stand van de pier. Daar bet schip pal met
den achtersteven op den wind lag. liepen
de golven over en langs het geheele schip,
zoodat er nergens de gelegenheid was
langszij te komen. Kapitein en bemanning
stonden langs de railing en beduiden met
gebaren, dat zij gaarne het schip wilden
verlaten. Volgens den indruk dien schip
per Slis kreeg, waren de opvarenden bo
venmate zenuwachtig. Schipper Slis vrees
de evenwel, dat als hij dicht langs het
schip gevaren was, de geheele bemanning
tegelijk overgesprongen zou zijn, dat een
deel der opvarenden in het water geval
len en verdronken zou zijn. Dat durfde
onze Nederlandsche zeeman niet aan. Het
schip is niet wrak, hoewel het midscheeps
water begon te maken. De opvarenden lie
pen nog geen gevaar.
In hefc ergste geval zou hij de redding
boot voor den boeg van het schip hebben
gelegd; en de bemanning met behulp van
het whippertoes-tel van boord gehaald
hebben.
Hij achtte dat toen evenwel nog niet
nocdig. De kans om over de Zuiderpier
verbinding te krijgen, bestond er niet wijl
er zware golven over de pier sloegen. La
ter op den middag werd van de Dizziplina
weer geseind, dat men het schip niet
wenschte te verlaten en beter weer wilde
afwachten. Van den Hoek is toen geseind,
dat in den nacht geen reddingspogingen
zouden worden gedaan.
De redding van de bemanning.
Nader wordt ons gemeld:
De reddingboot „Koningin Wilhelmina",
die onder bevel van kapitein Slis naar de
bij hem geweest was met een brief, welken
zijn oom hem een maand voor zijn sterven
geschreven had en waarin hij hem erfge
naam maakte van het weinigje wat hem
toebehoorde.
„Ik ken dat jongmensch en ik wist ook
dat Salvator hem zijn oud rommeltje wilde
nalaten, ik meende daarom goed te doen
het den neef eergisteren te geven.Kunt
u dat goedkeuren mijnheer de Baron
„Heel goed", antwoordde de ander;
waar woont die jonge man?"
„In Valda, daar houdt hij een herberg
„De Vesuvius" genaamd.
De baron sprong van zijn paard af, bond
het dier aan het tuinhek vast en bedankte
den secretaris, terwijl hij hem een zilver
stuk in de hand duwde als belooning voor
zijn diensten.
De ander nam het geld aan legde nog
eens «puigenis af van zijn gedienstigheid
en vem-ok.
Het regende niet meer en aan den hori
zon brak het gouden zonlicht door het
verdunde wolkenfloers heen.
De baron bleef staan, geboeid door dat
heerlijke gezicht. Hij voelde nu iets van de
onschatbare waa-rde der zuivere genoegens
en hoe de natuur een feestzaal is voor on
schuldige harten. Maar lpj kon zich niet
over die dingen verheugen. Alles stiet in
hem af op zijn met schuld ommuurde ziel,
hij, de moordenaar van een priester.
Dan herinnerde hij zich plotseling weer
het doel van zijn komst en zenuwachtig
schokten zijn schouders bij die gedachte.
Weldra dus zou hij de plaats der mis
daad terugzien om daar den vergeten hoed
te zoeken. Maar een onzegbare moeheid
„Dizziplina" is uitgevaren beeft langs den
Zuidwal rechtstreeks op het wrak aange
houden. Het wrak lag nu dwars op den
dam, waardoor de situatie voor de red
dingboot veel gunstiger geworden was. Za
terdagmiddag had de „Dizziplina" recht
op de golven en op den wind golegf/i,
waardoor de reddingsboot niet langs zij
had kunnen komen. Nu het schip dwars
lag kon men het aan bakboord benaderen.
Nadat de reddingboot de eerste maal te
ruggeslagen was, gelukte het kapitein Slis
bij een tweede poging om aan bakboordzij
van het schip te komen. Dit geschiedde
onder groote moeilijkheden, daar de red
dingboot zoo hevig lag te stampen, dat
de achtertros tweemaal brak. Alle opvaren
den, dertig in getal, konden een voor een
van boord gehaald worden; het laatste
kwam de kapitein, die tot dat oogen'olik
op de brug had gestaan. De scheepspapie
ren, een sextant en eenige huisdieren kon
den mede gered worden. De terugtocht
ging voorspoedig, zoodat de bemanning
tegen tien uur aan den wal gebracht was,
waar zij verschillende hoera's aanhief en
het fascistenlied zong. De officieren zijn
ondergebracht, in hotel „Amerika" en de
manschappen in het „Harwiclv'-Hotel. Zij
bleken nogal vermoeid, daar zij sinds Vrij
dag niet geslapen hadden.
Deskundigen achten het nog zeer wel
mogelijk, dat men de „Dizziplina" zou kun
nen lossleepen, wanneer eerst dc lading
zal zijn gelost in de ongeveer 25 blazers
die reeds in de berghaven gereed liggen.
De kapitein van het gestrande schip
heeft ons medegedeeld, dat hij Vrijdag
zijn loods om 9 uur had afgezet bij den
Berghaven. Teren hij naar buiten voer
merklo hij spoedig, dat de wind hem op
den Zuidwal dreef, terwijl het schip te
vens niet meer naar het roer luisterde.
Achteruitslaan van den schroef kon niet
meer helpen. Ruim 3 geraakte lek en
maakte water, evenals de machinekamer.
Verder staan de hutten aan stuurboord
onder water, waardoor do proviand be
dorven werd en dientengevolge heeft men
sinds Zaterdagavond geen eten meer ge
had. Zoo goed en zoo kwaad als het ging
heeft men getracht op beschutte plekjes
op het dok een onderkomen te vinden. Zon
dagmorgen was de bemanning zoo uitgeput
dat het noodsein gegeven moest worden.
Het spreekt vanzelf, dat .gisteren hon
derden Rotterdammers het schouwspel
van hefc gestrande s.s. „Dizziplina" gade
sloegen.
ONGELUK OP DE ZUIDERZEE.
Een jol omgeslagen.
Uit Urk wordt aan de „Tel." gemeld:
Schipper D. Feenstra, Zaterdagmiddag met
zijn motorschip „Soli Deo Gloria" alhier
binnengeloopen, rapporteert., dat hij op
twee derden afstand de LemmerUrk een
omgeslagen wit geverfd scheepje, waar
schijnlijk een pleiziervaartuig zag drijven.
Hij heeft gepoogd het op sleeptouw te ne
men, he.tgeen mislukte daar een deel van
de voorsteven afbrak.
Van de opvarenden was niets te ontdek
ken, zoodat men vermoedt, dat deze zijn
omgekomen.
De oorrespondent van genoemd blad te
Stavoren maakt melding van een ongeval
dat waarschijnlijk hetzelfde is als boven
staande en deelt het volgende mede:
Beurtschipper Koch van Workum, ko
mende van Amsterdam, 'Ham te Zaandam
een jol van een stadgenoot op sleeptouw.
Op het zeetraject EnkhuizenStavoren
zou de roerganger der jol, een 20-jarige
jongeman, iets halen uit de voorboot en
liet daartoe het roer los. Dit bleek ge
vaarlijk. want- direct sloeg de jol om en
werd het sleeptrosje door de kiel door
sneden. De jolleman kwam nu in een
hachelijke positie: langer dan een half
uur had de motortjalk noodig om den
schipbreukeling te redden, wat eindelijk
mocht gelukken. De jol met diverse goe
deren ging verloren.
S.S. „BOSKOOP" AAN DEN GROND
GEVAREN.
Het s.s. „Boskoop"' van de Kon. Ned.
Stoomboot-Mij. is 'bij Mant a (Ecuador) aan
den grond geloopen. Men is bezig de
lading te lossen. Oogenschijnlijk is de
positie van het voortuig niet gevaarlijk.
verlamde eensklaps zijn beenen. Het was
alsof deze weigerden hem naar het graf
van den eerbiedwaardigen grijsaard bren
gen.
Met een geweldige poging slaagde hij er
in zich te beheerschen en hij liep door....
Na de luiken van het terras geopend te
hebben, bleef hij staan in de galerij der
beneden verdieping waar hij den vorigeu
keer de komst van don -C'vrillus afgewacht
had.
Van daar zag hij doov de geopende deu
ren de lange rij sombere zalen, die in hem
zooveel jeugdherinneringen wekten.
In den verwarden geest van den baron
mengden zich het verleden en het tegen
woordige dooreen. Hij leefde als 't ware
twee levens en kon soms niet helder onder
scheiden wat. gebeurd was en wat hem nog
te doen stond.
Zijn zonderlinge overpeinzingen voerden
hem zóó ver ^Jat hij eenige uialen de oogen
ophief naar do tuindeur om te zien of don
Cyrillus niet in de Olijvenlaan verscheen.
„Indien hij eens kwam V' klonk er dan
een stem in hem.
En hij begon werkelijk te hopen, dat dc
priester verschijnen zou, want dan zou al
les wat hij nu vreesde een nuttelooze angst
zijn en het afschuwelijk verleden slechts
een nachtmerrie.
Dan zou hij ook opnieuw kunnen leven
en weer een waardige afstammeling fier
Santafusca's zijn en dan eerbied waardig
welke de eenvoudige landslieden hem zoo
even nog bewezen.
Een gansch uur ging voorbij zonder dat
de baron eenige notie had van den tijd.
De natuur rondom de villa bloeide in
UIT DE R/VDIO-WERELD.
Programma's voor Dinsdag T* September.
Hilversu m, 298 M. N a c u r 1071 M.
(Uitsluitend K. R. O.-u mi ding.)
11.30'12.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 Concert door het KRO-Trio.
I.152.00 Gramofoonmuziek.
2.003.00 Vvouwenuurtje.
5.006.30 Gramofoonmuziek.
6.306.45 Lezing over den Kripcursus.
6.457.00 Esperanto-praatje.
7.007.25 Lezing: Over de geschiedenis
van het Kortschrift.
7.358.00 Lezing over: Soorten rechts.
8.018.25 Lezing.
8.2511.00 Concert. Klein orkest en vo
cale solist.
9.30 Nieuwsberichten.
II.30 Sluiten.
Huizen, 1875 M.
10.001.15 Morgenwijding.
12.151.45 Concert door het Tuschinski
orkest.
I.452.00 Gramofoonmuziek.
2.002.45 Kookpraatjc door P. J. Kers.
2.453.00 Praatje over de a.s. Naai- en
Knipcursus door mevrouw dc Leeuwvan
Rees.
3.004.00 Maak-het-zelf-cursus.
4.305.30 Microfoon-debutanten.
5.306.00 Gramofoonmuziek.
6.017.15 Concert door het A.V.R.O-
kwartet.
7.157.45 Lezing door dr. C. A. Crom-
melin: Christiaan Huygens.
8.0-18.30 AVRO-Boe-kenhalfuurtje. Ma
rie Schmitz bespreekt A. M. de Jong's
„Kruisende Wegen".
8.309.00 Concert door het Omroepor
kest.
9.00 AVRO-Radio-Toonecl. Opvoering
van: Lanseloet van Denemarken. Een
Abelspel o.l.v. Kommer Kleyn.
10.00 ca. Persber.
10.1511.00 Concert door het Omroep
orkest. Na afloop: Dansmuziek uit Caba
ret „La Gaité" te Amsterdam.
12.00 Sluiting.
Daventry, 15S3.4 M.
10.35 Morgenwijding.
II.05 Lezing.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Orgelconcert.
1.202.20 Orkestconceri.
2.202.45 Beelduitzending.
2.50 Uitzending voor scholen.
3.55 Fransche les.
4.20 Orkestconcert en orgel.
4.35 Uitzending voor scholen.
4.50 Orkestconcert en orgel,
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Voorlezing.
6.35 Nieuwsber.
7.05 Concert.
7.20 Lezing.
7.45 Lezing.
8.05 Concert.
8.20—S.50 Lezing.
8.50 Vaudeville.
10.Nieuwsber.
10.20 Lezing.
10.4012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonmuziek.
4.05 Concert. Orkest en soli.
6.35 Gramofoonimuziek.
8.55 Concert. Orkest.
Langenberg, 473 M.
7.208.15 Grnmof oonmuziek
8.209.20 Orkestconoert
10.3511.30 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.252.50 Orkestconcert.
5.556.50 Koorconcert, instrumentale so
listen.
8.209.15 Orkestconcert.
9.20Trio-concert.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Orkestconcert.
Z e e s e n, 1635 M.
6.10-12.50 Lezingen.
12.501.15 Gramofoonmuziek.
1.151.50 Lezingen.
2.202.50 Gramofoonmuziek.
2.505.20 Lezingen.
5.206.20 Concert uit Leipzig.
6.208.20 Lezingen.
8.20 „Die beiden Geizigen" Komische
Opera van Fenouillot den Falbaire. Mu
ziek van G. Francesco Malipiero.
vredige stilte. Niets verstoorde haar ver
borgen werkkracht in boomen, bloemen en
planten, of dc harmonie van haar kleurig
uiterlijk.
Een ongewone bekoring kwam den baron
toen verzoeken.
Waarom zou hij niet alles biechten aan
don Antonio, den pastoor van Salafusca?
Do kerktoren liet. twee fijne klokslagen
hooren. Santafusca herkende onmiddellijk
den zilveren klank die eens in zijn kinder
jaren zijn vrees had verdreven. Die klok
had hem vroeger altijd gewekt bij dc eer
ste morgenschemering, wanneer op de wit
te lijn van den horizon dc vogels hun be
drijvigheid en zangen begonnen.
Die uilnoodigende kldkketonen schenen
hem toe te roepen:
„Kom, kom
Maar die aarzeling duurde niet lang. Hij
schudde die goede ingevingen, welke hem
tot berouw eu boete riepen, van zich af
en overtuigde zich er van dat zijn redding
alleen van hein zelf afhing. Hij besloot
daarom den fatalen hoed, dio:i vreeselijken
aanklager te gaan zoeken.
Nadat hij de trappen afgedaald was wel
ke hem naar den tuin leidden, sloop hij
den muur langs, eerst langzaam on met aar
zelende stappen, dpch weldra met zenuw
achtige haast.
Bij de stallen gekomen liep hij een
schuur door die behangen scheen met de
grijze zijde van ontelbare spinnrwebben, en
bereikte alzoo de kleine plaats omsloten
door den tuinmuur en dien der stallen.
(Wordt vervolgd).