Ned. Oost-Indië LAND- EN TUINBOUW VOOR HUIS EN HOF KERKNIEUWS INGEZONDEN MED DEELING. Eindelijk uit de gevangenschap. Weer een se val van terugkeer uit Rusland. Dezer dagen is Johan Feisthammel die indertijd als 20-jarig Oostenrijkscli sol daat bij Lemberg door do Russen krijgs gevangen werd gemaakt en met duizenden kameraden in verschillende plaatsen van Siberië werd gevangen gehouden (het laatst in Tomsk) naar zijn geboortedorp, Gegenthau, teruggekeerd. In het jaar 1921 wist hij pas, dat de oorlog geëindigd was. Eerst in 1924 ver nam hij, dat het gedeelte van zijn vader land, waar hij vandaan kwam, thans aan Roemenië behoorde. Tot 1921 werd hij nog als krijgsgevan gene behandeld on moest hij allerlei zwaar grondwerk verrichten.Al zijn brieven en kaarten, die hij naar huis zond, werden vernietigd. Tn zijn dorp dacht men, dat hij reeds lang dood was. Alleen zijn vrouw, die in zijn afwezigheid gedurende 14 jaar geheel alleen de boerderij beheerde, wachtte geduldig op den dag, dat haar inan zou terugkeeren. En zij werd in haar hoop niet teleurgesteld. Drie volle jaren moest hij wachten op allerlei bescheiden, die de Russische regecring^ eischte, vóór hij werd ontsla gen. Tenslotte moest hij nog verklaren, ,dat hij geen belasting meer schuldig was aan de sovjet. Bij zijn terugkeer in het vaderland werd hem door zijn landslieden een groot- scho ontvangst bereid. Uit alle dorpen kwafü men om den zoo lang vermisten soldaat te zien en te verwelkomen. Hij vertelde, dat er nog vele vroegere krijgs gevangenen in Rusland vertoeven. Op de vraag, waarom zij dan niet naar huis komen, antwoordde hij, dat ze het wel gaarne zouden doen, maar dat ze zonder de vercischte paspoorten en papie ren Rusland niet mogen verlaten. De kapitein van de „Botnia" ontsnapt. Uit Shanghai wordt gemeld, dat kapi tein Haland van het Zweedsche stoom schip „Botnia", die een paar dagen ge leden met de overige scheepsofficieren door Chineesehe zeeroovers gevangen ge nomen en weggevoerd werd heeft weten te ontsnappen. Hij is te Haichow aange komen. Omtrent het lot der overige gevangenen is niets naders bekend. Groote Russische juweelenschat gevonden. Naar uit Belgrado wordt gemeld, heeft men aldaar in een kelder van een huis een hoeveelheid juweelen gevonden, welke toebehooren aan dc Petersburger Bank. De waarde bedraagt ongeveer een half milliard dinar. De schat is door genoemde bank bij het uitbreken van den oorlog naar het schiereiland De Krim gebracht. Nadat het leger van Wrangel de ne derlaag had geleden, werden de kostbaar heden na enkele omzwervingen naar Bel grado getransporteerd, waar echter geen der banken zich met de bewaameming wilde belasten. Daarom huurde men een kelder. Dc schat zou niet ontdekt zijn, wan neer Russische emigranten niet tot de liquidatie wilden overgaan, teneinde uit de opbrengst een Russische bank op te richten. Het behoeft geen betoog, dat zich hier al dadelijk interessante rechtskwesties voordoen, daar in de eerste plaats de oorspronkelijke eigenaars hun rechten op doze kostbaarheden zullen doen gelden. De gevolgen van kale drukte. Zooals men weet, zijn de Engelsche kap pers in lichte opschudding over het feit. dat een millionnair uit de nieuwe wereld. William F. Kenny, geen hunner in staat acht, althans heeft waardig gekeurd, hem te ontdoen van het. minimale beetje haar, dat zijn kalen schedel omkranst, 's Heeren Kenny lijfkapper. Louis Arico werd tele fonisch naar Londen opgeroepen om de te lange millionnairsharen in te korten. Arico vertrok in haastigen spoed naar de oude wereld en vergat daar zijn pas, zoo dat hij, in Southampton aangekomen, geen voet aan wal mocht zetten, voordat men had uitgemaaktwie hij was en wat hij kwam doen. De wanhoop ten prooi was Arico, die niet van boord mocht, en bovendien het slachtoffer van een groot aantal verslag gevers werd. ..Wat willen jullie nu eigenlijk?" zuchtte de zwaargbouwde Louis. „Ik heb het in New York zoo druk gehad met alle moge lijke aanvragen om interviews, dat. ik mij ten slotte verstopt heb en mij aoor een van mijn bedienden heb laten vervangen, 'n Prachtbediende dat, bleek, want. 'Maar in al die beroemdheid waarin ik ge raakt. was. heb ik heelemaal vergeten mijn pas opi naar Engeland te gaan in mijn zak te steken. Twee dagen na mijn vertrek kwam ik er achter. Zoolang ik kappeT ben, heb ik nog nooit zoo'n oogen'blik meege maakt. 't Was om compleet, gek te worden". „Maar ik ben toch geen bandiet. Meneer Kenny had mij, voordat hij naar Europa ging, gevraagd hem achterop te komen, omdat hij door mijzelf wilde geknipt wor den. Ik bedien hem nu dertig jaar. Nu heb ik sedert 29 jaar geen vacantia gehad en ik ben blij het mes en de kwast een paar dagen te kunnen laten liggen voor een zee reisje. Voor de rest. jullie moet vooral zeg gen dat ik niets van reclame moet heb ben De New Yorksche kapper heeft toch ge nade gevonden in de oogen van liet Brit- sohe ministerie van binnenlandsche zaken. Het heeft hem verlof gegeven om aan wal te gaan. maar slechts voor een verblijf van !;rier dagen. Aanslagen op employé's door koelies. Eenige cijfers. Aneta seint uit Batavia: Het hier verschijnende vrijzinnige blad „Dc Volkskrant" publiceert, dat in 1928 op 350 Indische ondcremmgen 116 «ah- slagen voorkwamen, waawi.i £0 op 7 van de 12 ondernemingen van de H.V.A., dat geeft één aanslag op 1210 koelies. Hier tegenover staat de Deli-Maatsehappij met 11 aanslagen op 9 van de 29 ondernemin gen, dat geeft één aanslag op 2946 koelies. Volgens bladen te Medan verzocht de Engelsche consul aan den gouverneur van de O.-kust, hem te willen inlichten om trent het aantal aanslagen op Hollandsch beheerde ondernemingen. De gouverneur heeft hierop geantwoord, dat in 1928 op de 344 Hollandsch beheerde ondernemin gen 20.000 koelies werkten en dat daar 54 aanslagen voorkwamen, waarvan we gens hardhandig optreden 3, ontacfcvol optreden 16, aanslagen door koelies zon der directe aanleiding 26, andere oorzaken 9. Op 85 Engelsch beheerde onderne mingen werkten 41.190 koelies en kwamen 9 aanslagen voor, waarvan wegens ontact vol optreden 4, en door koelies zonder directe aanleiding 5 aanslagen. Studiereis van prof. mr. Van Kan. Aneta seint uit Batavia: De regeering droeg aan den in Novem ber afgetreden professor mr. M. J. van Kan op, een onderzoek in te stellen om na te gaan wat overgebleven is van de archieven uit den compagnietijd, in het bijzonder ten behoeve van de geschie denis van het recht. Hiervoor zal prof. Van Kan een studiereis maken naar •Singapore, Calcutta, Madras, Bombay en Colombo. De reis zal vier maanden duren, waarna prof. Van Kan rechtstreeks naar Europa zal reizen. Het rapport zal na aankomst in Nederland worden opge maakt en naar de Indische regeering worden gezonden. Koelhuisbloemen. Nadrie maanden waren de bloemen nog frisch. Ongeveer drie maanden geleden heeft de Boskoopsche kweekersfirma H. den Ouden en Zn. een partij afgesneden pioen rozen van vele variëteiten in het koelhu;s van het gemeentelijk slachthuis te 's Gra- ven'hage doen opslaan. De bloemen, groo- tendcels pas ontloken of nog in onont- wikkelden knopvorm, werden, stuk voor stuk omhuld in papieren zakjes, met do lange stelen en het bladgroen liggende ver pakt in een kist, welke gesloten werd en waarin door enkele gaten de benoodigde lucht naar binnen kon treden. De collectie werd aldus bewaard bij een doorloopende temperatuur van één graad Celcius boven het vriespunt. Thans zijn, op verzoek van de betrokken firma, die met haar proefneming veel me dewerking ondervond van directie en ad ministratie van het slachthuis, de bloemen voor dejj dag gehaald, ontpakt en in vazen met water geplaatst, met het prachtige re sultaat, dat vijf weelderige bouquetten kon den worden gevormd uit meer dan 40 pCt. van de bewaarde pioenrozen, die er uit zien alsof zij zooeven zijn geplukt, De variëteiten waren: Duchess of Teek, Fest-iva Maxima, Francis Willard, Emilie Hoste, Eucharis, Alsace Phyllis Kelway, Kelway's Rosemary, James R. Mann, Claire Dubois, Felix en Albert Oreusse en En tente Cordiale. Reeds vroeger werden proeven genomen met het bewaren van bloemen in koelin- richtingen, doch de bewaring hield dan toch niet langer dan enkele weken aan. Toen is reeds gebleken, dat n& de koelhuisbewa- ring de bloemen nog langer frisch bleven dan pas afgeplukte bloemen. Dat thans na drie maanden bewaring het bovenvermelde resultaat werd verkre gen mag zeker wel als een bijzonderheid worden vermeld. „Vad." WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. Tweede helft September. Midden September is de tijd om sla zaad en bloemkool uit te zaaien voor „weeuwenplanten"; hiervoor kan men nemen de „bonte chili" en de „Mei koningin", waarvan vooral de laatste op den kouden grond zeer voldoet; de Er- furter dwerg is voor bloemkool aan te bevelen. Men kan de laatste buiten zaaien maar in den bak, waar dan bij regenach tig weer de ramen opgelegd kunnen wor den, achten wij beter. Staan straks de plantjes erop, dan worden de ramen eraf genomen. Wanneer do planten een paar blaadjes vertoonen, hebben ze meer ruimte noodig, waarom we ze dan verspe- nen en ze gelegenheid krijgen tot flinke sterke planten op te groeien. Zaait men bloemkool in den bak, dan kan men hier mee wachten tot het ei£l dezer maand, daar anders bij gunstig weer de planten voor den winter licht te zwaar worden. Zoo kan het ook met onze sla gaan; te zeer ontwikkelde planten gaan bij verplan ting vroeg schieten. De bloemkool die ge nu in den tuin hebt staan, moet ge ge regeld eiken dag nagaan, om te voorkomen dat de zon ze niet geel doet worden. Daartoe is het noodig de bladeren te knik ken en aldus de „bloem" te beschutten; bloemkool, die niet blank is, heeft haar waarde voor een goed deel verloren. Ik zie daar in uw bedden bietwortels en witlof -planten, die doorgeschoten zijn; ze geven, wat. de eerste betreft, geen smakelijke wortels, terwijl de laatste geen vaste knoppen vormen. Men doet dus het best ze te verwijde- INGEZONDEN MEDEDEELING. i dan des morgens 6lechtJ edb vAinig Purol even tusschen de haiidqrt^Sjft, dan wordt dit bij het uitstrijkon door h^t^aar onnpfddellijk daarin op- I genomen en he^fevolg ^tervan is dat Uw haar I mooier en dikker wordt|r bovendien na het kam- I men den geheelen dJfkeurig blijft zitten. ren. Loop eens even straks tusschen de witlofwortels, om ze hier en daar waar ze te gcrlrongen :taan, wat uit te dunnen; de overblijvende kunnen daar nu nog van pro fiteered Van de witlof wortels van het vorige jaar kunt ge nu de zaadsten- g e 1 s afsnijden of met wortel en al uit den grond lichten en op den zolder te drogen hangen. Hang ze omgekeerd op en leg krantenpapier op den vloer, om liet zaad, dat uitvalt te verzamelen. Denk om de muizen! Ziet ge nu uw aardbeibedden nog eens na, om de ranken van oude en jonge planten te verwijderen en de te zwakke planten door betere te vervan gen? Zoo hier en daar kan men nog op merken, dat dc bessenstruiken verkeerd behandeld worden. Als de bes- senoocrst is afgeloopen, bindt men de strui ken te zamen alsof het takkenbossen zijn. Waarom doet men dit? Om c'es te beter het onkruid dat er zich welig tusschen heeft ontwikkeld en moeilijk te verwijde ren was, baas te kunnen worden, terwijl tevens zon en lucht den grond kunnen be reiken. Dat *s geen kwaad idee, maar de handelwijze toch af te keuren; ten minste als men het samenbinden reeds doet, als het blad nog aan "de struiken zit en de bossen eerst na den winter losmaakt. Dan belet men licht en lucht toe te tre den tot het binnenste der struiken, tenge volge waarvan de bladeren verstikken en de vruchtknoppen zich slecht ontwikkelen. Zulko mishandelde struiken kunnen het volgende jaar geen rijken oogst geven en alleen aan den buitenkant der takken en aan de toppen vrucht dragen. Het is dus zaak om, waar dat samenbinden nog ge schiedt, na het verwijderen van het on kruid en het losmaken van den grond, on middellijk de struiken weer los te maken. U verzuimt zeker niet, om eiken morgen eens langs uw perziken te loopen; krijgen ze een zachtgele kleur, dan pro beert ge eens voorzichtig (niet drukken) cf ze willen loslaten. Hebt u misschien ook hazelnoten? Denk dan aan den pluk. Er is wel geen gevaar voor overrijp wor den, maar vallicht wel voor verlies. Veelal toch vindt men den hazelaar, die een voch- tigen bodem voor lief neemt, langs de sloot, zoodat de rijpe vruchten voor een deel in het water terecht of liever niet te recht komen. Maar er kan nog een andere oorzaak van verlies zijn; door de rat- t e n die in het water verblijf houden en dan geen enkele vrucht sparen. Ter bevei liging tegen deze roovers kunt ge om den stam van den boom een flinke strook zink of blik bevestigen, waarvan de rand iets omgebogen is; dan kunnen de ratten er niet tegen opklimmen. Wie zelf zijn zaad wil winnen van ver schillende bloemen en groenten, moet liiera-an veel zorg besteden, anders gaat J de boel schimmelen of verliest het zaad een deel van zijn kiemkracht. In den regel zal men beter uit zijn, wanneer men zijn zaad koopt en betrekt van een vertrouw de firma, tenzij men te doen heeft met een zeldzaam gewas of een bijzondere kruising en men het zaadwinnen be- sohouwt als een liefhebberij. Maar nog eens: de meeste zorg zij dan aanbevolen! Indien u in het bezit is van 1 of meer Laurieren dan kunnen deze thans ver plant of verpot worden in een grootere pot. Men doet .dit als regel om de 2 jaar; liet eerste jaar na het verplanten ontwik kelt zich het wortelgestel het meest, het tweede jaar groeit de plant meer naar bo ven. Groote kroon- of pvramideboomen kan men nog langer in de kuip laten staan indien men althans niet merkt, dat zij kwijnen. Gebruik bij het verplanten een krachtig potmengsel, bijv. van bladaarde en paardenmest, die goed verteerd is, van elk de helft.. Druk dit mengsel goed aan en giet dan den eersten tijd niet te veel, anders gaan de wortels licht rotten. Voor de huisvrouw: Om zoo af en toe in den a.s. winter uw woonkamer te ver vullen met een heerlijk parfum, moet ge thans bloeiende rozen plukken, deze zon der stelen inmaken in een ter dege gerei nigde en gedroogde fle.3ch welke luchtdicht kan worden afgesloten. Bewaar de flesch op een koele plaats en na een paar we ken kunt ge reeds van den heerlijken ro zengeur genieten, door een poos de flesch te openen. Maandenlang blijft dit geconserveerde rozenparfum bruikbaar. H. H. Wijdingen. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft Vrijdagavond in de Kapel van heb Groot Seminarie te Warmond de Tonsuur toege diend aan de volgende Eerw. heeren: J. Abbo,, Th. v. d. Beek, J. v. d. Boogerd, L. Brabander, M. Burghouwt, N. Buurman, G. Corsten. W. Dekleermaker, H. Diede- rich, A. Diepenbrock, J. Franse, J. v. d. Gaag, J. Groenen, J. Groot, Th. Hilhorst, A. Hollenberg, F. Holthuyzen. Th. Klaas- sen, C. Klaver, J. Klijn, C. Kroon, J. Lan- gemeyer. A. Oeverhaus, E. Paap, L. Pen- nock, G. Regeer. A. Ruhe, N. van Ruiven, L. Schinkel. H. Schouten, L. Sluijs, C. v. d. Sma-o, J. Sym, L. van Teijlingen, L. van Vugt, C. Watervis en C. Willemse. Heden en morgen worden aan dezelfde E.E. heeren de vier kleine H. H. Wijdingen toegediend, alsmede heden de H. Wij ding van het Diaconaat, aan de E.E. hee ren: J. Blankers. J. Buijsman, C. Camp- fens, Th. Dekker, E. Determeijer, B. Drost, R. van GinkeL, J. Greitemann, J. Groot, H. v. d. Ham, B. Henning, N. Hoek, B. Keijer, H. Koopman1, W. van Lammeren, A. Leen- ders, J. Metzelaar, W. Minnebo, W. Mul der, H. Remmer, J. Simon, M. van Steijn, Th. Strouss, J. Tesselaar, A. v. d. Togt, J. van Tol, F. Tonino, alsmede E. Langen- horst. HET VERTREK VAN KARDINAAL VAN ROSSUM. Zoo luisterrijk Zondagavond de blijde inkomst was van Zijne Eminentie Kardi naal van Rossum in het landelijke Wittem, zoo eenvoudig en stil was het vertrek van den Nederlandschen Kardinaal gistermor gen. Daar het uur van vertrek niet bekend was gemaakt, waren slechts weinigen er bij tegenwoordig. Nadat Zijne Eminentie van de Eerw. Pa ters, fraters en broeders een hartelijk af scheid had genomen, steeg de Kardinaal, vergezeld van Pater dr. Drehmanns in een auto, pm via Aken naar Keulen te vertrek ken en vandaar met de „Rheingold" naar Luzern en Ingenbohl, waar Zijne Eminentie nog eenige dagen in rust zal doorbrengen. De Hoogeerw Pater L. Wouters, provin ciaal van de Redemptoristen en de Zeer- eerw. Pater J. van de Kar, rector van het klooster te Wittem begeleidden den Kar dinaal tot aan de Duitsche grens. „Mfebd." Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week alléén Woensdag, Vrij dag en Zaterdag audiëntie verleenen. 111. Hij zat, zoo half voor het raam, in zijn !->la uwe kiel te slapen. De voordeur naast dab raam zat. op slot; een bel was er niet. Ik liep dus, ter verkenning, de hoek van het huis om. Eerst een haan en een paar kippen ter verwelkoming. Poes, een ouder- wedsche laprok, rekte zich eens uit, en ja hoor, daar zag ik Mie of Pie of Kee, die melkketels aan het schuren was in het achterhuis. „Vrouw!! Bè je daar? Daar is een Pater." „Goede middag. Ben ik hier bij van X?" „Ja, Pater, kom binnen. Mijn mans Vader zit daar te slapen, maar u praat maar gerust door. Hij slaapt er wel door heen." „Ja, ziet u, ik heb uw briefkaart ont vangen en hier ben ik." „Een briefkaart van ons?? Dat zal wel een vergissing zijn. Ik weet. van niets". „Ja, toch is het waar, hoor. Ik moest maar eens gauw aankomen. U had al zoo veel van mij in de krant gelezen, enz. enz." Grootvader slaapt trouw door. „Ja maar, Pater, ik kan mij niet in denken, dat mijn man u zou geschreven hebben zonder dat ik er wat van gehoord of gezien had." ,Ik kan mij toch ook niet indenken, dat die briefkaart zoo maar zelf ontstaan is." Grootvader nog altijd in diepe rust. „Nou, ik begrijp er niks van. Jammer dab Arie niet thuis is." ,,'t Is een rare geschiedenis." Grootvader. Maar neen. Grootvader praat met zijn oogen dicht. Grootvader schijnt het over mij te hebben met zijn oogen dicht. Hoort wat Grootvader zegt: „Jans, dat is zeker de Pater van de Stichters. Snap ;e naet dat hij bij Oome Kees moet wezen? Geef hem honderd gulden voor mijn. Dan is ie niet voor niks geweest, en wijs hem den weg naar Kees." De mond ging weer dicht en Groot vader sliep weer. Missiehuis, Hoorn. Postrek. 120937. FATHER LEFEBER, Directeur. Hebt u het St. Bonifacius-Missiehuis te Hoorn nu al in uw testament gezet? Nog niet? Hoe is het mogelijk? Liefdewerk „Oud Papier". Het Liefdewerk „Oud Papier" heeft in 1928 weer een vruchtbaar jaar doorge maakt. Het aantal kilogrammen verzameld papier nam prachtig toe en evenzoo de op brengst. Het totaal aantal kilo's bedroeg in 1928 het beduidende cijfer van 6.60-1.758, dit is 946.351 -kilo méér dan in 1927. Dit bereikte resultaat mag waarlijk een succes genoemd worden. Zoo goed als alle afdeelingen kunnen wijzen op vooruitgang. Alleen de Centrale Leiden hield geen gelijken tred met hare zuster-afdeelingen en liep iets achteruit, echter dit verschil werd veroorzaakt door mindere productie van verschillende onderafdeelingen; ter wijl de stad Leiden op de eerelijst voor komt met 3052 Kg. méér dan in 1927. Een woord van bijzonderen lof wordt ge bracht aan den correspondent te Wasse naar, wiens liefde voor de goede zaak hem deed besluiten een gedeelte van zijn eigen huis in te ruimen voor berging van het papier. Geen wonder dat Wassenaar de bloeiendste onderafdeeling van Leiden werd en de papieropbrengst van 11.810 tot 24.050 Kg. opvoerde. Voor zulke werkers een eeresaluut! In enkele plaatsen werden de pakhuizen vernieuwd of verbouwd, de Centrale Lei den kreeg door verbouwing een practiach ingericht pakhuis. Bij de plechtige inwij ding was het Hoofdbestuur vertegenwoor digd en getuige van de feestelijke inge bruikname. Een woord van oprechte hulde aan den zeereerw. Pater Frigge, is hier zeker wel op zijn plaats. In de verschillende plaatsen in de om geving werd het volgend aantal Kg. oud papier opgehaald. Het cijfer tusschen haakjes duidt de opbrengst in 1927 aan, het andere cijfer de opbrengst in 1928. Leiden (133186) 136238; Hazerswoude dorp (3464) 1562; Hazerswoude Groenen dijk (3330) 886; Hazerswoude Rijndijk (3707 2135: Hoogmade (2724) 567: Katwijk (33.50) 2387; Leiderdorp (2483) 15; Lisse (3390) 454; Noorden (3472) 1049; Noordwijk (2983) 3035; Oegstgeest (8701) 7523; Oud- VAN EEN ZWITSERSCHE REIS VI. Het is goed, dut de Zwitsersche meren diep verscholen liggen tusschen de Alpen. Zij liggen daar veilig en goed in onge repte schoonheid. Zijn ze nu blauw of groen, die meren. Beide qualificaties heb ik reeds meermalen gelezen. Zij zijn blauw èn groen, want in die diep tusschen de bergen liggende meren valt het blauw van den hemel en het groen der rijk beboschte Alpen. Dat kan niet zegt Gérard. Jij bent kleurendoof. Hij tuurt een oogenbik strak in het rimpellooze water der Briensersee en zegt dan: Het lijkt het meest op luierwator! Gérard is vrijgezel, hij kan het dus weten. Als je daar aan het station een kaartje koopt van of naa/ Interlaken en je gaat over Brienz, dan kan je met datzelfde kaartje overstappen op het Dampfschiff en je reis over de meren vervolgen. Zoo komen ook wij in Brienz. Ook hier leeft heb stadje van toerisme. De straten klimmen of dalen zooals overal en onze puntige bergstokken, die wij altijd meenemen, bewijzen goede dien sten. Met ernstig gelaat duwen de vrouwen haaT melkwagen tegen de hoogte op. Wij krijgen van het loopen alleen reeds krampen in onze kuiten. Vanaf den hoogen weg is hier een betonnen verbindingsbrug gebouwd naar een lager gelegen huis en je loopt van den weg zoo het huis in, maar je be treedt het op den zolder, die daar dus eigenlijk den beganen grond is. Natuurlijk brengen we in Brienz een bezoek aan de houtsnijwarenfabriek van Eduard "Tobin. Gérard is getroffen door de ontelbare variaties, die de rijke fantasie van den houtsnijkunstenaar heeft weten te schep pen. Geen gebruiksvoorwerp is er, dat hier niet op bijzondere wijze uit hout vervaar digd is. Allerlei grootere en kleinere snuisterijen, maar ook prachtige bewerkte ameublementen met honden, herten, apen en beren. Vooral de beren hebben hier een taak. Zij dienen als parapluiebak, zij dragen een kunstig bewerkte tuinstoel en dienen als voetenbankje of rugleuning. Ze schijnen hier büzonder veel van beren te houden, zegt Gérard. Ik leg hem uit, dat de beer in het wa pen van Brienz voorkomt en dat de be- teekenis van het woord Brienz met beer verband houdt. Ook het Löwendenkmal is hier in veel soortige vormen houtsnijwerk verkrijg baar. Het is een krijgshaftig uitziende leeuw en op het voetstuk waarop hij rust, staan de klassieke woorden gegrift: Helvetioruni fidei ac Virtute. Je kunt hier nergens komen of je ont moet er groote kudden Amerikanen met kauwende kaken, waartussc-hen heele rubberplantages kauw-gummi vermalen worden. Foto-toestellen van Amerikaan- sohe afmetingen bengelen aan een riem over hun vierkante schouders. Verder ziin ze gewapend met hun puntige bergstok ken, bezaaid met Stocknagel. onmensche- lijk groote bergschoenen en een pofbroek. Ik begrijp het niet, zegt Gérard, doelend op de pofbroeken en sportkousen, die kerels schijnen hier allemaal op hoog water te rekenen. Vanuit Brienz trekken we de Alpen in naar Meiringen, naar de Giesbachfall en de Aareschlucht. Hoog op de Alpen vormt zich deze waterval die in veertien étappes naar be neden komt en zich tenslotte witschui mend in de Briensersee stort. Wij gaan per tandradbaan naar de Reichenbachfalle en wandelen daar vreed zaam door het gebergte. Tegen de steile helling der tegenoverliggende bergen krui pen op de tandradbaan twee treintjes als hoogbejaarde slakken elkaar voorbij. In het Berghaus van Peter Nik. Briigger gebruiken wij de lunch, die wij iederen morgen in pakketten voor twee personen vanuit het hotel meenemen. Wij zitten daar op ruwe houten ban ken, ongeveer 1800 Meter boven A. P. en drinken daar het biertje van Peter Brüg- ger, die ondanks zijn onaanzienlijk Berg haus er keurige visitekaartjes op na houdt, vermeldend, dat hij als „guide" is aangesloten op het telefoonnet onder Zwirgi 82. Als wij weer afdalen heeft Génard zijn nu ledige lunchzak met steenen gevuld. Hij is reeds zóó gewend een lunchpakket te dragen, zegt hij, dab hij ook op do terugreis dat pakket niet missen kan. Hij geeft nu steenen voor brood. L F Ade (227) 283; Oude-Wetering (1845) 847; Rijpwetering (2073) 682; Stompwijk (4819) 418; VoorhoutNoordwijkerhout (10412) 7484; Voorschoten (5184) 4154; Warmond (4551) 7211; Wassenaar (11810) 24050; Woerden (560) 809; Zoeterwoude (3589) 4969; Zoetermeer (203) 59; Koudekerk 21; Boskoop 206; Nieuwkoop 83; Teraar 187; Rijnsaterwoude 14; Leimuiden (*750) 630; de Kwakel (2330) 2130; Alphen (13411) 13246; Aarlanderveen (1510) 3533, Bodegra ven (4561) 8589; Boskoop (7l) 338; Nieuw koop (345) 375; Hillegom (3862) 5183. Het batig saldo voor het Liefdewerk komt voor een bedrag van 1000.ten goede aan Z. H. den Paus. In Leiden of omgeving worden met een gift bedacht: de Margaretha van Cortona-stichting met 100.diverse ongenoemde Leidsche in stellingen met 150.en aan de St. Eli- sabethvereeniging te Hillegom 50.To taal zal aan giften worden uitgegeven een bedrag van 8150. Dat het Liefdewerk nog steeds aan zijn opzet beantwoordt, spreekt behalve uit deze cijfers ook hieruit, dat over 1928 een bedrag van ruim 125.000 aan arbeids loon is uitbetaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 6