Ned. Oost-Indië
LAND- EN TUINBOUW
VOOR HUIS EN HOF
KERKNIEUWS
INGEZONDEN MED DEELING.
Eindelijk uit de gevangenschap.
Weer een se val van terugkeer
uit Rusland.
Dezer dagen is Johan Feisthammel die
indertijd als 20-jarig Oostenrijkscli sol
daat bij Lemberg door do Russen krijgs
gevangen werd gemaakt en met duizenden
kameraden in verschillende plaatsen van
Siberië werd gevangen gehouden (het
laatst in Tomsk) naar zijn geboortedorp,
Gegenthau, teruggekeerd.
In het jaar 1921 wist hij pas, dat de
oorlog geëindigd was. Eerst in 1924 ver
nam hij, dat het gedeelte van zijn vader
land, waar hij vandaan kwam, thans aan
Roemenië behoorde.
Tot 1921 werd hij nog als krijgsgevan
gene behandeld on moest hij allerlei zwaar
grondwerk verrichten.Al zijn brieven en
kaarten, die hij naar huis zond, werden
vernietigd.
Tn zijn dorp dacht men, dat hij reeds
lang dood was. Alleen zijn vrouw, die
in zijn afwezigheid gedurende 14 jaar
geheel alleen de boerderij beheerde,
wachtte geduldig op den dag, dat haar
inan zou terugkeeren. En zij werd in
haar hoop niet teleurgesteld.
Drie volle jaren moest hij wachten
op allerlei bescheiden, die de Russische
regecring^ eischte, vóór hij werd ontsla
gen. Tenslotte moest hij nog verklaren,
,dat hij geen belasting meer schuldig
was aan de sovjet.
Bij zijn terugkeer in het vaderland
werd hem door zijn landslieden een groot-
scho ontvangst bereid. Uit alle dorpen
kwafü men om den zoo lang vermisten
soldaat te zien en te verwelkomen. Hij
vertelde, dat er nog vele vroegere krijgs
gevangenen in Rusland vertoeven.
Op de vraag, waarom zij dan niet naar
huis komen, antwoordde hij, dat ze het
wel gaarne zouden doen, maar dat ze
zonder de vercischte paspoorten en papie
ren Rusland niet mogen verlaten.
De kapitein van de „Botnia" ontsnapt.
Uit Shanghai wordt gemeld, dat kapi
tein Haland van het Zweedsche stoom
schip „Botnia", die een paar dagen ge
leden met de overige scheepsofficieren
door Chineesehe zeeroovers gevangen ge
nomen en weggevoerd werd heeft weten
te ontsnappen. Hij is te Haichow aange
komen.
Omtrent het lot der overige gevangenen
is niets naders bekend.
Groote Russische juweelenschat
gevonden.
Naar uit Belgrado wordt gemeld, heeft
men aldaar in een kelder van een huis
een hoeveelheid juweelen gevonden, welke
toebehooren aan dc Petersburger Bank.
De waarde bedraagt ongeveer een half
milliard dinar. De schat is door genoemde
bank bij het uitbreken van den oorlog
naar het schiereiland De Krim gebracht.
Nadat het leger van Wrangel de ne
derlaag had geleden, werden de kostbaar
heden na enkele omzwervingen naar Bel
grado getransporteerd, waar echter geen
der banken zich met de bewaameming
wilde belasten. Daarom huurde men een
kelder.
Dc schat zou niet ontdekt zijn, wan
neer Russische emigranten niet tot de
liquidatie wilden overgaan, teneinde uit
de opbrengst een Russische bank op te
richten.
Het behoeft geen betoog, dat zich hier
al dadelijk interessante rechtskwesties
voordoen, daar in de eerste plaats de
oorspronkelijke eigenaars hun rechten op
doze kostbaarheden zullen doen gelden.
De gevolgen van kale drukte.
Zooals men weet, zijn de Engelsche kap
pers in lichte opschudding over het feit.
dat een millionnair uit de nieuwe wereld.
William F. Kenny, geen hunner in staat
acht, althans heeft waardig gekeurd, hem
te ontdoen van het. minimale beetje haar,
dat zijn kalen schedel omkranst, 's Heeren
Kenny lijfkapper. Louis Arico werd tele
fonisch naar Londen opgeroepen om de te
lange millionnairsharen in te korten.
Arico vertrok in haastigen spoed naar de
oude wereld en vergat daar zijn pas, zoo
dat hij, in Southampton aangekomen, geen
voet aan wal mocht zetten, voordat men
had uitgemaaktwie hij was en wat hij
kwam doen.
De wanhoop ten prooi was Arico, die
niet van boord mocht, en bovendien het
slachtoffer van een groot aantal verslag
gevers werd.
..Wat willen jullie nu eigenlijk?" zuchtte
de zwaargbouwde Louis. „Ik heb het in
New York zoo druk gehad met alle moge
lijke aanvragen om interviews, dat. ik mij
ten slotte verstopt heb en mij aoor een
van mijn bedienden heb laten vervangen,
'n Prachtbediende dat, bleek, want.
'Maar in al die beroemdheid waarin ik ge
raakt. was. heb ik heelemaal vergeten mijn
pas opi naar Engeland te gaan in mijn zak
te steken. Twee dagen na mijn vertrek
kwam ik er achter. Zoolang ik kappeT ben,
heb ik nog nooit zoo'n oogen'blik meege
maakt. 't Was om compleet, gek te worden".
„Maar ik ben toch geen bandiet. Meneer
Kenny had mij, voordat hij naar Europa
ging, gevraagd hem achterop te komen,
omdat hij door mijzelf wilde geknipt wor
den. Ik bedien hem nu dertig jaar. Nu heb
ik sedert 29 jaar geen vacantia gehad en
ik ben blij het mes en de kwast een paar
dagen te kunnen laten liggen voor een zee
reisje. Voor de rest. jullie moet vooral zeg
gen dat ik niets van reclame moet heb
ben
De New Yorksche kapper heeft toch ge
nade gevonden in de oogen van liet Brit-
sohe ministerie van binnenlandsche zaken.
Het heeft hem verlof gegeven om aan wal
te gaan. maar slechts voor een verblijf van
!;rier dagen.
Aanslagen op employé's door koelies.
Eenige cijfers.
Aneta seint uit Batavia:
Het hier verschijnende vrijzinnige blad
„Dc Volkskrant" publiceert, dat in 1928
op 350 Indische ondcremmgen 116 «ah-
slagen voorkwamen, waawi.i £0 op 7 van
de 12 ondernemingen van de H.V.A., dat
geeft één aanslag op 1210 koelies. Hier
tegenover staat de Deli-Maatsehappij met
11 aanslagen op 9 van de 29 ondernemin
gen, dat geeft één aanslag op 2946 koelies.
Volgens bladen te Medan verzocht de
Engelsche consul aan den gouverneur van
de O.-kust, hem te willen inlichten om
trent het aantal aanslagen op Hollandsch
beheerde ondernemingen. De gouverneur
heeft hierop geantwoord, dat in 1928 op
de 344 Hollandsch beheerde ondernemin
gen 20.000 koelies werkten en dat daar
54 aanslagen voorkwamen, waarvan we
gens hardhandig optreden 3, ontacfcvol
optreden 16, aanslagen door koelies zon
der directe aanleiding 26, andere oorzaken
9. Op 85 Engelsch beheerde onderne
mingen werkten 41.190 koelies en kwamen
9 aanslagen voor, waarvan wegens ontact
vol optreden 4, en door koelies zonder
directe aanleiding 5 aanslagen.
Studiereis van prof. mr. Van Kan.
Aneta seint uit Batavia:
De regeering droeg aan den in Novem
ber afgetreden professor mr. M. J. van
Kan op, een onderzoek in te stellen om
na te gaan wat overgebleven is van de
archieven uit den compagnietijd, in het
bijzonder ten behoeve van de geschie
denis van het recht. Hiervoor zal prof.
Van Kan een studiereis maken naar
•Singapore, Calcutta, Madras, Bombay en
Colombo. De reis zal vier maanden duren,
waarna prof. Van Kan rechtstreeks naar
Europa zal reizen. Het rapport zal na
aankomst in Nederland worden opge
maakt en naar de Indische regeering
worden gezonden.
Koelhuisbloemen.
Nadrie maanden waren de
bloemen nog frisch.
Ongeveer drie maanden geleden heeft
de Boskoopsche kweekersfirma H. den
Ouden en Zn. een partij afgesneden pioen
rozen van vele variëteiten in het koelhu;s
van het gemeentelijk slachthuis te 's Gra-
ven'hage doen opslaan. De bloemen, groo-
tendcels pas ontloken of nog in onont-
wikkelden knopvorm, werden, stuk voor
stuk omhuld in papieren zakjes, met do
lange stelen en het bladgroen liggende ver
pakt in een kist, welke gesloten werd en
waarin door enkele gaten de benoodigde
lucht naar binnen kon treden. De collectie
werd aldus bewaard bij een doorloopende
temperatuur van één graad Celcius boven
het vriespunt.
Thans zijn, op verzoek van de betrokken
firma, die met haar proefneming veel me
dewerking ondervond van directie en ad
ministratie van het slachthuis, de bloemen
voor dejj dag gehaald, ontpakt en in vazen
met water geplaatst, met het prachtige re
sultaat, dat vijf weelderige bouquetten kon
den worden gevormd uit meer dan 40 pCt.
van de bewaarde pioenrozen, die er uit zien
alsof zij zooeven zijn geplukt,
De variëteiten waren: Duchess of Teek,
Fest-iva Maxima, Francis Willard, Emilie
Hoste, Eucharis, Alsace Phyllis Kelway,
Kelway's Rosemary, James R. Mann, Claire
Dubois, Felix en Albert Oreusse en En
tente Cordiale.
Reeds vroeger werden proeven genomen
met het bewaren van bloemen in koelin-
richtingen, doch de bewaring hield dan toch
niet langer dan enkele weken aan. Toen is
reeds gebleken, dat n& de koelhuisbewa-
ring de bloemen nog langer frisch bleven
dan pas afgeplukte bloemen.
Dat thans na drie maanden bewaring
het bovenvermelde resultaat werd verkre
gen mag zeker wel als een bijzonderheid
worden vermeld. „Vad."
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
Tweede helft September.
Midden September is de tijd om sla
zaad en bloemkool uit te zaaien
voor „weeuwenplanten"; hiervoor kan
men nemen de „bonte chili" en de „Mei
koningin", waarvan vooral de laatste op
den kouden grond zeer voldoet; de Er-
furter dwerg is voor bloemkool aan te
bevelen. Men kan de laatste buiten zaaien
maar in den bak, waar dan bij regenach
tig weer de ramen opgelegd kunnen wor
den, achten wij beter. Staan straks de
plantjes erop, dan worden de ramen
eraf genomen. Wanneer do planten een
paar blaadjes vertoonen, hebben ze meer
ruimte noodig, waarom we ze dan verspe-
nen en ze gelegenheid krijgen tot flinke
sterke planten op te groeien. Zaait men
bloemkool in den bak, dan kan men hier
mee wachten tot het ei£l dezer maand,
daar anders bij gunstig weer de planten
voor den winter licht te zwaar worden.
Zoo kan het ook met onze sla gaan; te
zeer ontwikkelde planten gaan bij verplan
ting vroeg schieten. De bloemkool die
ge nu in den tuin hebt staan, moet ge ge
regeld eiken dag nagaan, om te voorkomen
dat de zon ze niet geel doet worden.
Daartoe is het noodig de bladeren te knik
ken en aldus de „bloem" te beschutten;
bloemkool, die niet blank is, heeft haar
waarde voor een goed deel verloren. Ik
zie daar in uw bedden bietwortels
en witlof -planten, die doorgeschoten
zijn; ze geven, wat. de eerste betreft,
geen smakelijke wortels, terwijl de laatste
geen vaste knoppen vormen.
Men doet dus het best ze te verwijde-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
i dan des morgens
6lechtJ edb vAinig Purol even tusschen
de haiidqrt^Sjft, dan wordt dit bij het
uitstrijkon door h^t^aar onnpfddellijk daarin op-
I genomen en he^fevolg ^tervan is dat Uw haar
I mooier en dikker wordt|r bovendien na het kam-
I men den geheelen dJfkeurig blijft zitten.
ren. Loop eens even straks tusschen de
witlofwortels, om ze hier en daar waar ze
te gcrlrongen :taan, wat uit te dunnen; de
overblijvende kunnen daar nu nog van pro
fiteered Van de witlof wortels van het
vorige jaar kunt ge nu de zaadsten-
g e 1 s afsnijden of met wortel en al uit
den grond lichten en op den zolder te
drogen hangen. Hang ze omgekeerd op en
leg krantenpapier op den vloer, om liet
zaad, dat uitvalt te verzamelen. Denk om
de muizen! Ziet ge nu uw aardbeibedden
nog eens na, om de ranken van oude en
jonge planten te verwijderen en de te
zwakke planten door betere te vervan
gen? Zoo hier en daar kan men nog op
merken, dat dc bessenstruiken
verkeerd behandeld worden. Als de bes-
senoocrst is afgeloopen, bindt men de strui
ken te zamen alsof het takkenbossen zijn.
Waarom doet men dit? Om c'es te beter
het onkruid dat er zich welig tusschen
heeft ontwikkeld en moeilijk te verwijde
ren was, baas te kunnen worden, terwijl
tevens zon en lucht den grond kunnen be
reiken. Dat *s geen kwaad idee, maar de
handelwijze toch af te keuren; ten
minste als men het samenbinden reeds
doet, als het blad nog aan "de struiken zit
en de bossen eerst na den winter losmaakt.
Dan belet men licht en lucht toe te tre
den tot het binnenste der struiken, tenge
volge waarvan de bladeren verstikken en
de vruchtknoppen zich slecht ontwikkelen.
Zulko mishandelde struiken kunnen het
volgende jaar geen rijken oogst geven en
alleen aan den buitenkant der takken en
aan de toppen vrucht dragen. Het is dus
zaak om, waar dat samenbinden nog ge
schiedt, na het verwijderen van het on
kruid en het losmaken van den grond, on
middellijk de struiken weer los te maken.
U verzuimt zeker niet, om eiken morgen
eens langs uw perziken te loopen;
krijgen ze een zachtgele kleur, dan pro
beert ge eens voorzichtig (niet drukken)
cf ze willen loslaten. Hebt u misschien ook
hazelnoten? Denk dan aan den pluk.
Er is wel geen gevaar voor overrijp wor
den, maar vallicht wel voor verlies. Veelal
toch vindt men den hazelaar, die een voch-
tigen bodem voor lief neemt, langs de
sloot, zoodat de rijpe vruchten voor een
deel in het water terecht of liever niet te
recht komen. Maar er kan nog een andere
oorzaak van verlies zijn; door de rat-
t e n die in het water verblijf houden en
dan geen enkele vrucht sparen. Ter bevei
liging tegen deze roovers kunt ge om den
stam van den boom een flinke strook zink
of blik bevestigen, waarvan de rand iets
omgebogen is; dan kunnen de ratten er
niet tegen opklimmen.
Wie zelf zijn zaad wil winnen van ver
schillende bloemen en groenten, moet
liiera-an veel zorg besteden, anders gaat J
de boel schimmelen of verliest het zaad
een deel van zijn kiemkracht. In den regel
zal men beter uit zijn, wanneer men zijn
zaad koopt en betrekt van een vertrouw
de firma, tenzij men te doen heeft met
een zeldzaam gewas of een bijzondere
kruising en men het zaadwinnen be-
sohouwt als een liefhebberij. Maar nog
eens: de meeste zorg zij dan aanbevolen!
Indien u in het bezit is van 1 of meer
Laurieren dan kunnen deze thans ver
plant of verpot worden in een grootere
pot. Men doet .dit als regel om de 2 jaar;
liet eerste jaar na het verplanten ontwik
kelt zich het wortelgestel het meest, het
tweede jaar groeit de plant meer naar bo
ven. Groote kroon- of pvramideboomen
kan men nog langer in de kuip laten staan
indien men althans niet merkt, dat zij
kwijnen. Gebruik bij het verplanten een
krachtig potmengsel, bijv. van bladaarde
en paardenmest, die goed verteerd is, van
elk de helft.. Druk dit mengsel goed aan
en giet dan den eersten tijd niet te veel,
anders gaan de wortels licht rotten.
Voor de huisvrouw: Om zoo af en toe
in den a.s. winter uw woonkamer te ver
vullen met een heerlijk parfum, moet ge
thans bloeiende rozen plukken, deze zon
der stelen inmaken in een ter dege gerei
nigde en gedroogde fle.3ch welke luchtdicht
kan worden afgesloten. Bewaar de flesch
op een koele plaats en na een paar we
ken kunt ge reeds van den heerlijken ro
zengeur genieten, door een poos de flesch
te openen.
Maandenlang blijft dit geconserveerde
rozenparfum bruikbaar.
H. H. Wijdingen.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
Vrijdagavond in de Kapel van heb Groot
Seminarie te Warmond de Tonsuur toege
diend aan de volgende Eerw. heeren: J.
Abbo,, Th. v. d. Beek, J. v. d. Boogerd, L.
Brabander, M. Burghouwt, N. Buurman,
G. Corsten. W. Dekleermaker, H. Diede-
rich, A. Diepenbrock, J. Franse, J. v. d.
Gaag, J. Groenen, J. Groot, Th. Hilhorst,
A. Hollenberg, F. Holthuyzen. Th. Klaas-
sen, C. Klaver, J. Klijn, C. Kroon, J. Lan-
gemeyer. A. Oeverhaus, E. Paap, L. Pen-
nock, G. Regeer. A. Ruhe, N. van Ruiven,
L. Schinkel. H. Schouten, L. Sluijs, C. v. d.
Sma-o, J. Sym, L. van Teijlingen, L. van
Vugt, C. Watervis en C. Willemse.
Heden en morgen worden aan dezelfde
E.E. heeren de vier kleine H. H. Wijdingen
toegediend, alsmede heden de H. Wij
ding van het Diaconaat, aan de E.E. hee
ren: J. Blankers. J. Buijsman, C. Camp-
fens, Th. Dekker, E. Determeijer, B. Drost,
R. van GinkeL, J. Greitemann, J. Groot, H.
v. d. Ham, B. Henning, N. Hoek, B. Keijer,
H. Koopman1, W. van Lammeren, A. Leen-
ders, J. Metzelaar, W. Minnebo, W. Mul
der, H. Remmer, J. Simon, M. van Steijn,
Th. Strouss, J. Tesselaar, A. v. d. Togt, J.
van Tol, F. Tonino, alsmede E. Langen-
horst.
HET VERTREK VAN KARDINAAL
VAN ROSSUM.
Zoo luisterrijk Zondagavond de blijde
inkomst was van Zijne Eminentie Kardi
naal van Rossum in het landelijke Wittem,
zoo eenvoudig en stil was het vertrek van
den Nederlandschen Kardinaal gistermor
gen. Daar het uur van vertrek niet bekend
was gemaakt, waren slechts weinigen er
bij tegenwoordig.
Nadat Zijne Eminentie van de Eerw. Pa
ters, fraters en broeders een hartelijk af
scheid had genomen, steeg de Kardinaal,
vergezeld van Pater dr. Drehmanns in een
auto, pm via Aken naar Keulen te vertrek
ken en vandaar met de „Rheingold" naar
Luzern en Ingenbohl, waar Zijne Eminentie
nog eenige dagen in rust zal doorbrengen.
De Hoogeerw Pater L. Wouters, provin
ciaal van de Redemptoristen en de Zeer-
eerw. Pater J. van de Kar, rector van het
klooster te Wittem begeleidden den Kar
dinaal tot aan de Duitsche grens.
„Mfebd."
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal
de volgende week alléén Woensdag, Vrij
dag en Zaterdag audiëntie verleenen.
111.
Hij zat, zoo half voor het raam, in zijn
!->la uwe kiel te slapen. De voordeur naast
dab raam zat. op slot; een bel was er niet.
Ik liep dus, ter verkenning, de hoek van
het huis om. Eerst een haan en een paar
kippen ter verwelkoming. Poes, een ouder-
wedsche laprok, rekte zich eens uit, en
ja hoor, daar zag ik Mie of Pie of Kee,
die melkketels aan het schuren was in
het achterhuis.
„Vrouw!! Bè je daar? Daar is een
Pater."
„Goede middag. Ben ik hier bij van X?"
„Ja, Pater, kom binnen. Mijn mans
Vader zit daar te slapen, maar u praat
maar gerust door. Hij slaapt er wel door
heen."
„Ja, ziet u, ik heb uw briefkaart ont
vangen en hier ben ik."
„Een briefkaart van ons?? Dat zal wel
een vergissing zijn. Ik weet. van niets".
„Ja, toch is het waar, hoor. Ik moest
maar eens gauw aankomen. U had al zoo
veel van mij in de krant gelezen, enz. enz."
Grootvader slaapt trouw door.
„Ja maar, Pater, ik kan mij niet in
denken, dat mijn man u zou geschreven
hebben zonder dat ik er wat van gehoord
of gezien had."
,Ik kan mij toch ook niet indenken, dat
die briefkaart zoo maar zelf ontstaan is."
Grootvader nog altijd in diepe rust.
„Nou, ik begrijp er niks van. Jammer
dab Arie niet thuis is."
,,'t Is een rare geschiedenis."
Grootvader.
Maar neen. Grootvader praat met zijn
oogen dicht. Grootvader schijnt het over
mij te hebben met zijn oogen dicht.
Hoort wat Grootvader zegt: „Jans,
dat is zeker de Pater van de Stichters.
Snap ;e naet dat hij bij Oome Kees moet
wezen? Geef hem honderd gulden voor
mijn. Dan is ie niet voor niks geweest, en
wijs hem den weg naar Kees."
De mond ging weer dicht en Groot
vader sliep weer.
Missiehuis, Hoorn.
Postrek. 120937.
FATHER LEFEBER,
Directeur.
Hebt u het St. Bonifacius-Missiehuis te
Hoorn nu al in uw testament gezet? Nog
niet? Hoe is het mogelijk?
Liefdewerk „Oud Papier".
Het Liefdewerk „Oud Papier" heeft in
1928 weer een vruchtbaar jaar doorge
maakt. Het aantal kilogrammen verzameld
papier nam prachtig toe en evenzoo de op
brengst.
Het totaal aantal kilo's bedroeg in 1928
het beduidende cijfer van 6.60-1.758, dit is
946.351 -kilo méér dan in 1927. Dit bereikte
resultaat mag waarlijk een succes genoemd
worden.
Zoo goed als alle afdeelingen kunnen
wijzen op vooruitgang.
Alleen de Centrale Leiden hield geen
gelijken tred met hare zuster-afdeelingen
en liep iets achteruit, echter dit verschil
werd veroorzaakt door mindere productie
van verschillende onderafdeelingen; ter
wijl de stad Leiden op de eerelijst voor
komt met 3052 Kg. méér dan in 1927.
Een woord van bijzonderen lof wordt ge
bracht aan den correspondent te Wasse
naar, wiens liefde voor de goede zaak
hem deed besluiten een gedeelte van zijn
eigen huis in te ruimen voor berging van
het papier. Geen wonder dat Wassenaar
de bloeiendste onderafdeeling van Leiden
werd en de papieropbrengst van 11.810 tot
24.050 Kg. opvoerde. Voor zulke werkers
een eeresaluut!
In enkele plaatsen werden de pakhuizen
vernieuwd of verbouwd, de Centrale Lei
den kreeg door verbouwing een practiach
ingericht pakhuis. Bij de plechtige inwij
ding was het Hoofdbestuur vertegenwoor
digd en getuige van de feestelijke inge
bruikname.
Een woord van oprechte hulde aan den
zeereerw. Pater Frigge, is hier zeker wel
op zijn plaats.
In de verschillende plaatsen in de om
geving werd het volgend aantal Kg. oud
papier opgehaald. Het cijfer tusschen
haakjes duidt de opbrengst in 1927 aan,
het andere cijfer de opbrengst in 1928.
Leiden (133186) 136238; Hazerswoude
dorp (3464) 1562; Hazerswoude Groenen
dijk (3330) 886; Hazerswoude Rijndijk
(3707 2135: Hoogmade (2724) 567: Katwijk
(33.50) 2387; Leiderdorp (2483) 15; Lisse
(3390) 454; Noorden (3472) 1049; Noordwijk
(2983) 3035; Oegstgeest (8701) 7523; Oud-
VAN EEN ZWITSERSCHE REIS
VI.
Het is goed, dut de Zwitsersche meren
diep verscholen liggen tusschen de Alpen.
Zij liggen daar veilig en goed in onge
repte schoonheid. Zijn ze nu blauw of
groen, die meren. Beide qualificaties heb
ik reeds meermalen gelezen.
Zij zijn blauw èn groen, want in die
diep tusschen de bergen liggende meren
valt het blauw van den hemel en het
groen der rijk beboschte Alpen.
Dat kan niet zegt Gérard. Jij bent
kleurendoof. Hij tuurt een oogenbik strak
in het rimpellooze water der Briensersee
en zegt dan:
Het lijkt het meest op luierwator!
Gérard is vrijgezel, hij kan het dus
weten.
Als je daar aan het station een kaartje
koopt van of naa/ Interlaken en je gaat
over Brienz, dan kan je met datzelfde
kaartje overstappen op het Dampfschiff
en je reis over de meren vervolgen.
Zoo komen ook wij in Brienz. Ook hier
leeft heb stadje van toerisme.
De straten klimmen of dalen zooals
overal en onze puntige bergstokken, die
wij altijd meenemen, bewijzen goede dien
sten.
Met ernstig gelaat duwen de vrouwen
haaT melkwagen tegen de hoogte op.
Wij krijgen van het loopen alleen reeds
krampen in onze kuiten.
Vanaf den hoogen weg is hier een
betonnen verbindingsbrug gebouwd naar
een lager gelegen huis en je loopt van
den weg zoo het huis in, maar je be
treedt het op den zolder, die daar dus
eigenlijk den beganen grond is. Natuurlijk
brengen we in Brienz een bezoek aan de
houtsnijwarenfabriek van Eduard "Tobin.
Gérard is getroffen door de ontelbare
variaties, die de rijke fantasie van den
houtsnijkunstenaar heeft weten te schep
pen.
Geen gebruiksvoorwerp is er, dat hier
niet op bijzondere wijze uit hout vervaar
digd is. Allerlei grootere en kleinere
snuisterijen, maar ook prachtige bewerkte
ameublementen met honden, herten, apen
en beren. Vooral de beren hebben hier
een taak. Zij dienen als parapluiebak, zij
dragen een kunstig bewerkte tuinstoel en
dienen als voetenbankje of rugleuning.
Ze schijnen hier büzonder veel van
beren te houden, zegt Gérard.
Ik leg hem uit, dat de beer in het wa
pen van Brienz voorkomt en dat de be-
teekenis van het woord Brienz met beer
verband houdt.
Ook het Löwendenkmal is hier in veel
soortige vormen houtsnijwerk verkrijg
baar.
Het is een krijgshaftig uitziende leeuw
en op het voetstuk waarop hij rust, staan
de klassieke woorden gegrift: Helvetioruni
fidei ac Virtute.
Je kunt hier nergens komen of je ont
moet er groote kudden Amerikanen met
kauwende kaken, waartussc-hen heele
rubberplantages kauw-gummi vermalen
worden. Foto-toestellen van Amerikaan-
sohe afmetingen bengelen aan een riem
over hun vierkante schouders. Verder ziin
ze gewapend met hun puntige bergstok
ken, bezaaid met Stocknagel. onmensche-
lijk groote bergschoenen en een pofbroek.
Ik begrijp het niet, zegt Gérard,
doelend op de pofbroeken en sportkousen,
die kerels schijnen hier allemaal op hoog
water te rekenen.
Vanuit Brienz trekken we de Alpen
in naar Meiringen, naar de Giesbachfall
en de Aareschlucht.
Hoog op de Alpen vormt zich deze
waterval die in veertien étappes naar be
neden komt en zich tenslotte witschui
mend in de Briensersee stort.
Wij gaan per tandradbaan naar de
Reichenbachfalle en wandelen daar vreed
zaam door het gebergte. Tegen de steile
helling der tegenoverliggende bergen krui
pen op de tandradbaan twee treintjes als
hoogbejaarde slakken elkaar voorbij.
In het Berghaus van Peter Nik. Briigger
gebruiken wij de lunch, die wij iederen
morgen in pakketten voor twee personen
vanuit het hotel meenemen.
Wij zitten daar op ruwe houten ban
ken, ongeveer 1800 Meter boven A. P. en
drinken daar het biertje van Peter Brüg-
ger, die ondanks zijn onaanzienlijk Berg
haus er keurige visitekaartjes op na
houdt, vermeldend, dat hij als „guide" is
aangesloten op het telefoonnet onder
Zwirgi 82.
Als wij weer afdalen heeft Génard zijn
nu ledige lunchzak met steenen gevuld.
Hij is reeds zóó gewend een lunchpakket
te dragen, zegt hij, dab hij ook op do
terugreis dat pakket niet missen kan.
Hij geeft nu steenen voor brood.
L
F
Ade (227) 283; Oude-Wetering (1845) 847;
Rijpwetering (2073) 682; Stompwijk (4819)
418; VoorhoutNoordwijkerhout (10412)
7484; Voorschoten (5184) 4154; Warmond
(4551) 7211; Wassenaar (11810) 24050;
Woerden (560) 809; Zoeterwoude (3589)
4969; Zoetermeer (203) 59; Koudekerk 21;
Boskoop 206; Nieuwkoop 83; Teraar 187;
Rijnsaterwoude 14; Leimuiden (*750) 630;
de Kwakel (2330) 2130; Alphen (13411)
13246; Aarlanderveen (1510) 3533, Bodegra
ven (4561) 8589; Boskoop (7l) 338; Nieuw
koop (345) 375; Hillegom (3862) 5183.
Het batig saldo voor het Liefdewerk
komt voor een bedrag van 1000.ten
goede aan Z. H. den Paus. In Leiden of
omgeving worden met een gift bedacht:
de Margaretha van Cortona-stichting met
100.diverse ongenoemde Leidsche in
stellingen met 150.en aan de St. Eli-
sabethvereeniging te Hillegom 50.To
taal zal aan giften worden uitgegeven een
bedrag van 8150.
Dat het Liefdewerk nog steeds aan zijn
opzet beantwoordt, spreekt behalve uit
deze cijfers ook hieruit, dat over 1928 een
bedrag van ruim 125.000 aan arbeids
loon is uitbetaald.