DE PERS EN DE TROONREDE
'ErN
E-ErP
MEIhETAriKER
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
DERDE BLAD
DE LE1DSCHE COURANT
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1929
Wij zullen niet den lezer overladen meb
„pers-stemmen". Een greep slechts uit de
vele kranten, die voor ons liggen.
Tijd en Maasbode zijn beide heel
tevreden over de Troonrede; alleen ma
ken beide bladen een uitzondering voor
de onder wijs-paragraaf.
De Maasbode begint haar beschou
wing enthousiast:
3t Is een kloek program, dat heb
nieuwe Kabinet heden bij monde van
Hare Majesteit, onze geëerbiedigde
Koningin, aan de volksvertegenwoordi
ging heeft voorgelegd.
Het draagt het kenmerk van hem,
die zoo moedig al wederom de leiding
van Harer Majesteibs regeering in han
den nam.
Kloek en in haar deemoed fier-Chris-
telijk is al aanstonds de uiting van
ootmoedige erkentelijkheid voor den
onmisbaren zegen van den Almachtige,
en de aansporing om in dien zegen een
spoorslag te vinden tot verdubbelden
ijver in dienst van „de vreedzame ont
wikkeling van het hechte geheel van
Moederland en Overzeesche Gewesten",
zooals het gelukkig en veelbeteekenend
wordt uitgedrukt.
En de regeering zelve zal op de eer
ste plaats aan Gods zegen behoefte
hebben.
Want kloek is haar program vooral
in dit opzicht, dat het niets, wat op' de
eerste plaats haar taak moet zijn, uit
den weg gaat.
De voornaamste punten staan stevig
voorop: België, Indië, Sociale wetge
ving.
En verder over Onderwijs:
De Minister van Onderwijs is uiterst
sober in zijn beloften. Hij bepaalt zich
tot het Lager-Onderwijs, in de verwach
ting, dat het rapport der commissie-
Rutgers, waarvan hij zelf een verdien
stelijk lid was, spoedig zal worden in
gediend. Geen twijfel, of deze Minister,
die deze materie beheerscht als geen
ander, zal dan zijn voorstellen indie
nen met haastigen, in dit geval ook
„bekwamen" spoed.
Over het middelbaar- en voorberei
dend hooger onderwijs, dat nog steeds
een gewichtig wetsontwerp aanhangig
heeft, wenschb Zijne Excellentie zich
klaarblijkelijk nog eens te beraden.
Eén punt zal in anti-revólutionnaire
en Katholieke kringen pijnlijk worden
gemist: verdere subsidieering van heb
bijzonder hooger onderwijs. Dat het
Kabinet deze niet uitdrukkelijk op zijn
program plaatste, is intusschen na de
recente verwerping van het voorgestel
de subsidie voor Tilburg, niet geheel
onverklaarbaar.
Wij vertrouwen intusschen- dat dit
gewichtig punt, ofschoon heb niet prijkt
op het program der regeering, toch
haar voortdurende aandacht zal heb
ben, en dat zij en onze leidende poli
tici met zorg de verschijnselen zullen
observeeren, die mogelijk op een. ken
tering tot gezonder inzicht in dezen
zouden kunnen wijzen. Dit gezonder in
zicht kan op den duur niet uitblijven.
Want het woord is zoo waar, dat de
scheidende Rechor-Magnïficus onzer
Katholieke Universiteit, de koele en
bezadigde philosoof, Prof. Hoogveld,
Maandag sprak: „Zoolang neutraliteit
slechts een begrijpelijken zin kan
hebben als zij aanduidt een welwillende
houding ten opzichte van hen, die ons
inzicht niet deelenzoolang is
Staatssteun aan ons onderwijs eisch,
juist van neutraliteit." En wel te pas
heeft de Rector der Tilburgsche Han
delshoogeschool op denzelfden dag her
innerd aan _het besluit der vertegen
woordigers van ons Nederl'andsche volk,
reeds in 1797 met 96 tegen 6 stemmen
genomen, dat in Bataafsch Brabant een
„Academie" moet komen. Vooral op
dit terrein heeft ons volk tegenover
het „Zuiden" iets goed te maken."
De T ij d, constateerde, dat de in de
Troonrede aangekondigde plannen op zoo
veel punten overeenstemming met het
program der R. K. Staatspartij vertoonen,
dat de katholieke fractie wel niet geaar
zeld zou hebben op dit program steun
toe - te zeggen aan een parlementair
rechts Kabinet.
Alleen over Onderwijs is ook de „Tijd"
teleurgesteld.
Alleen de onderwijsparagraaf in de-
Troonrede wekt teleurstelling. Waar
schijnlijk zal de nieuwe Minister de
regeling van het aanvullend onderwijs
voor de rijpere jeugd rekenen onder de
thans aanhangige wetsontwerpen, wel
ke in aanmerking komen om ongewij
zigd met de nieuwe Kamer te worden
behandeld, maar een bijzondere ver
melding van deze zóó belangrijke en
urgente kwestie ware niet ondienstig
geweest. Bovendien verwondert het
zeer, dat elke aankondiging van een
ruimere subsidieering van het bijzon
der hooger onderwijs achterwege bleef,
te meer daar de bijzondere (zoogenaam
de neutrale) Handelshoogeschool te
Rotterdam inzake Rijkssubsidie boven
de R. K. Handelshoogeschool te Til
burg een voorrecht geniet, dat door
geen enkel beginsel kan worden gemo
tiveerd en dac het rechtsgevoel geweld
aandoet.
Ten slotte lijkt het wel vreemd voor
stellen tot herziening der Lager-On-
derijsweb alvast aangekondigd te zien
alvorens de Minister heeft kennis kun
nen nemen van het rapport der Staats-
commissie-Rutgers. Hoe weet de Minis
ter, dat het nog niet ingediende rap
port tot herziening zal concludeeren?
Staat het nu al vast, dat de Regee
ring de conclusies van dat rapport zal
overnemen? Uit den jongsten tijd kent
- men tóch een illuster voorbeeld van
een regeerder, die het rapport van
een Staatscommissie, waarin zeer ge
zaghebbende mannen hun advies had
den gegeven, eenvoudig naast zich heeft
neergelegd, om zijn eigen weg te gaan.
Bij de regeling, van de financieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeen
ten gaf het een gevoel van veiligheid,
van vertrouwen, te weten, dat er tus
schen de Staatscommissie,die advies
geeft, en heb wetsontwerp, dat de Ka
mer bereikte, een regeerder stond, die
zelf wil regeeren. Dat -voorbeeld van
Minister De Geer kan in de toekomst
misschien navolging verdienen, en daar
om lijkt de aankondiging van een
herziening der L.O.-wet wel ietwat
voorbarig.
Aan een beschouwing in H e t Hu i a-
gezin is het volgende ontleend
De Troonrede laat naast de blijk
baar onmisbare vaagheden en gemeen
plaatsen ten aanzien van sommige
belangrijke en urgente vraagstukken
een stevig geluid hoeren.
Het meest positief is ze allicht ten
opzichte va-n de sociale wetgeving.
Hier geen ambages, geen uitweidin
gen, geen met de eene hand geven en
met de andere terugnemen, geen re
serves 'zelfs in den superlatief-vorm
van j.met den meesten spoed" of iets
dergelijks.
Als uit het kader van het program
der R. K. Staatspartij gestapt, staan
daar in slagorde de sociale maatrege
len, welke reeds in voorbereiding zijn
of ter hand worden genomen.
Of zij getuigen voor e-en parlemen
tair of een extra-parlementasir kabi
net, laten wij daar; in ieder geval ge
tuigen ze voor een vooruitstrevend
kabinet, dat het vaste voornemen
heeft, de poli-van minister Aal-
berso voort te zetten.
De Res. Bode schrijft met wat min
der geestdrift dan de meeste andere Ka
tholieke bladen:
„Deze Troonrede is langer dan ge
meenlijk, maar ze geeft daarom, nog
niet meer te lezen dan anders. Er wor
den eenige belangrijke, dingen toege
zegd, doeh daaromtrent moet nog af
gewacht, in welke richting de toezeg
ging zal uitgewerkt worden. Wat in
tusschen van zelf spreekt-, want een
Troonrede kan slechts aanstippen.
Overigens wordt veel aan den
„good will" overgelaten. Wie het mi
nisterie welgezind is, kan er veel
goeds uit lezen. Maar voor vijanden
biedt de rede veel meer dan de be
kende twee regels schrift, waarop
men iemand kan doen hangen.
We herhalen, wat we al eens vroe
ger gezegd hebben, dat voor ons de
Troonreden niet veel zeggen. Als ze
te veel zeggen, lijkt bet op parade. En
weinig toezeggende Regeeringen heb
ben wel eens prachtig werk geleverd.
Zoodat afwachten weer de beste
boodschap is".
Het Centrum besluit een beschou
wing:
Over 't geheeleen Troonrede, die
een christeiijken en democratischeu
geest ademt en getuigt van den vasten
wil der Regeering, om al datgene tot
stand te brengen, wat de ernstige
tijdsomstandigheden van haar eischen.
De Volkskrant constateert:
In onze kringen zal het voldoening
wekken, dat het nieuwe kabinet ette
lijke belangrijke sociale maatregelen,
waar heel onze' Arbeidersbeweging
achter staat, heeft vooropgeschoven.
Het anti-rev. orgaan, De Rotter
dammer concludeert dat -de Troon
rede niet te leur stelt en hoopvolle ver
wachtingen wekt. Evenals wij, zooals de
lezer zich misschien uit onze beschou
wing van gisteren .herinnert, vindt het
blad echter de verschillende paragrafen
wat vaag, behalve de sociale paragraaf,
die niet- omlijnd is. Het blad besluit:
De lezer, die op gelijke wijze als wij
de Troonrede leest, zal Gode dankbaar
zijn, dat onze Vorstin weer omringd is
door mannen, die den Kaam des Hee-
ren belijden en naar Zijn wil vragen,
ook bij het bestuur des lands.
Want dan wordt gewaakt tegen on
dermijning der Christelijke grondsla
gen van ons volksleven; dan wordt niet
gespeeld met de nationale zelfstandig
heid; dan -ordt het recht gediend en
sociaal onrecht bestreden.
Dan mag Gods milden zegen worden
afgebeden op den arbeid van Regeering
en Staten-Generaal
En God verhoore dat gebed!
De Nederlander (Christ.-Hist.)
spreekt van een staatsstuk van groote be-
teekenis.
HetR Koninklijk woord van dezen
dag grijpt verder dan het heden be
gonnen zittingsjaar. De invloed der
gedachten en voornemens hier uitge
sproken, zal, naar menschelijke bere
kening, verder reiken dan de heden
aangevangen parlementaire periode.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
De paragrafen, ditmaal gewijd aan
de internationale en koloniale vraag
stukken zijn uitvoerig, helder, scherp-
belijnd; haar inhoud zal in breeden
kring bijzonder de aandacht trekken.
Do volzinnen, gewijd aan de cultu-
reele, sociale en economische belan
gen van het oude Nederland, zijn ech
ter met zóó groote behoedzaamheid
gesteld, dat op menig gebied, van vele
zijden de wensch naar meer klaarheid
zich zal uiten
Het Handelsblad (lib,) schrijft
onder meer:
De voor den parlementairen en po-
litieken toestand belangrijkste en naar
onze meening bedenlcelijkste para
graaf van de troonrede, waarmede
de zitting der Staten-Generaal door
de koningin werd geopend, is wel die,
waarin de hand van minister Ver
schuur moet worden gezien. Daaruit
blijkt het sterkst de overgang van
„intermezzo" naar rechts", zij het dan
dat dit als „rechts-ext-raparlemen-
tair" wil gelden.
Over de bedoelingen der regeering
op het terrein van „Binenlandsche Za-
ken" worden wij geheel in het onze
kere gelaten. De paragrafen over Fi
nanciën en Defensie munten uit door
een vrijwel nietszeggende vaagheid.
Ten aanzien van Bui tenia ndsche Za
ken en Koloniën, worden Hare Majes
teit zinsneden in den mond gelegd,
die zeer weinig houvast bieden. Om
trent de definitieve plannen van mi
nister Donner en zijn anti-revolutionai
ren collega- Terpstra krijgen wij al
thans een en ander te hooren. Over
Waterstaat iets meer. Maar dat meer
dere behelst weinig nieuws over de
komende regeeringsperiode.
Geheel anders staat het met. de pa
ragraaf van den Minister van Arbeid.
Daar wordt eon program op sociaal
gebied uitgestippeld, dat werk aan
den winkel zal brengen.
De sociale plannen, die hier worden
aangekondigd, beantwoorden uiter
aard meer aan het ideaal, dat de R. K.
Staatspartij voor oogen zweeft, dan
aan het onze.
Deze laatste opmerking van het liberale
orgaan is volkomen juist!
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DEN HAAG ROTTERDAM
Alléén Hofweg 6 Hoogstraat, hoek Spui
UIT PURE COCOSOLIE
GEMAAKT, BEVEILIGT ZIJ U
DOOR HAAR STERK BAC-
TERIE-DOODENDE EIGEN
SCHAPPEN TEGEN DE GE
VAREN VAN BESMETTING
OP GOEDE ZEEP STAAT;
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma voor Donderdag 19 September.
Hilversum, 255 M. Na 6 uur 1071 M.
Uitsluitend N.C.R.V.-uitzendingen.
10.3011.00 Ziekendienst.
12.302.00 Concert. Sopraan en piano.
2.002.35 Uitzending voor scholen.
2.354.00 Speciaal concert. Instrumen
tale en vocale solisten.
4.00—5.00 Ziekenuurtje.
5.006.30 Concert door Instrumentaal
Trio.
6.307.00 Lezing over: Russische mu
ziek en componisten.
7.00—8.00 Orgelconcert-,
8.00 Lezing over Amerika. Muzikale
medewerking door Instrumentaal kwartet.
Na afloopPersberichten.
Huizen, 1875 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.151.45 Concert door het Tusehinski-
Orkest.
I.452.45 Maak-hot-zelf-cursus.
2.454.00 Concert door het A.V.R.O.-
Ivwartet.
4.00—5.00 Ziekenuurtje.
5.005.30 Sportpraatje door H. Hollan
der.
6.017.15 Concert door het A.V.R.O.-
kwartet.
7.157.45 Lezing door J. C. P. W. A.
Steenkamp over: Heraldische sprok
kels. I.
,8.018.15 Praatje door mevr. Ketelaar
Van Gogh over: „Zonnestra-al".
8.15 A.V.R.O. Radio-tooneel. Opvoering
van „De Getemde Feeks". Blijspel van
William Shakespeare. De D.V. Nieuw
Ned. Tooneel, o. 1. v. Louis Saalbom. In
de pauze: praatje door Fred. Fry, over:
Taalles 1920—1930.
Persberichten.
Na afloop van de tooneeluitzending:
Gramofoonmuziek.
12.00 Sluiting.
D a v e n t r y, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
II.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Ooncert.
I.20 Orgelrecital door R. Foort.
2.202.45 Beelduitzending.
3.20 Vesper.
4.05 Lezing,
4.20 Concert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing.
6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Marktberichten.
7.05 Pianorecital door E. Bainto:
7.20 Lezing.
7.45 Voorlezing.
8.05 Vaudeville.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Nieuwsberichten.
10.20 Lezing.
10.35 Verrassing.
10.5012.20 Dansmuziek.
„Radio Paris", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonmuziek.
4.05 Orkest.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.20 Concert en tooneel. Zang en vo
cale solisten.
Langenberg, 473 M.
7.35—8.15 Gramofoonmuziek.
8.209.20 Orkesfcconcert.
10.3511.35 Gramofoonmuziek,
II.4012.10 Phonola-concert.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.252.50 Orkestconcert m. m. v. bari
ton.
5.556.50 Orkestconcert.
8.209.00 Gramofoonmuziek.
9.05 „Die Durchgangerin", blijspel in 3
bedrijven van L. Fulda.
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Gramofoonmuziek.
6.20 Pianorecital.
6.55 Gramofoonmuziek.
8.35 Fragmenten uit „Faust", m. m. v.
vocale solisten.
K a 1 u n d b o r g, 1153 M.
12.202.20 Concert door het Strijkor
kest uit Rest. „Wivel".
3.505.50 Concert door Preil's Radio-
Dansorkest.
8.3510.35 Concert door het versterkte
Radio-Orkest-.
.501.20 Dansmuziek
FEUILLETON.
naar het Italiaansch van
DE MARCHI
8)
Bij zijn thuiskomst- werd hij hartelijk
verwelkomd door de oude Magdalen a die
blij was dat haar heer reeds teruggeko
men was.
De baron duwde de deur zijner kamer
dicht en schoof den grendel over. Dan
zette hij zich in een fauteuil neer en ledig
de zijn zak vol geld.
Met eenige voldaanheid telde hij alle bil
jetten te zamen.
Behalve het koopcontract en de som -van
twintig duizend lira, vond hij verscheidene
recepis van effecten. Hij had zich dus
slechts naar de bank te begeven om die
effecten in ontvangst te gaan nemen.
..Prachtig", mompelde hij opgetogen, „al
les gaat naar wensch en zelfs nog beter dan
dat; ik ben dus gered."
Opeens deed een geklop op de deur hem
opspringen.
„Wie is daar?" vroeg hij met iets ang
stigs in de stem, hoeveel moeite hij zich
ook deed gewoon, rustig te spreken.
„Een priester mijnheer," antwoordde
Magdalena, „hij vraagt u te spreken."
„Welke priester? Ik ken geen enkelen
priesterriep de baron terug. „Zeg
maar dat ik niet thuis ben."
De bejaarde vrouw slofte weg. Goriolan
bleef aan zijn tafel staan met de handen
op het geld als een roofdier dat een buit
bemachtigd heeft en het niet zoo gemak
kelijk zal laten ontsnappen
De knagende worm des gewetens.
De noodlottige indruk welke het bezoek
van dien onbekenden priester bij den ba
ron veroorzaakte duurde slechts eenige
oogenblikken.
De koelbloedige moordenaar had spoe
dig zijn*evenwicht hersteld en zei schouder
ophalend bij zichzelf: ..De dooden komen
niet terug. Die vrees is goed voor kinde
ren en zwakke geesten
't Was zeven uur 's avonds. Sinds den
vorigen da-g had de baron niet gegeten en
de honger, die zich reeds eerder had la
ten voelen, kwelde hem opnieuw. Nadat
hij eenige houderden lira's bij zich gesto
ken had, verborg hij heb gestolen geld in
een lade van zijn bureau. Dan kleedde hij
zich met veel zorg.
Daar hij voornemens was opnieuw zijn
kansen te beproeven bij het spel, zei hij
aan Magdalena: „Vannacht kom ik niet
thuis."-
„Pas op voor uw gezondheid mijnheer de
baron", klonk de zachte stem der oude
vrouw.
„Laat me maar begaan. Morgen breng ik
geld voor je mee."
Op den drempel bleef hij een oogenblik
slaan en voegde er aan toe:
„Heeft die priester niet gezegd, wat hij
wilde
„Hij zei dat hij terug zou komen, mijn
heer de baron."
Er ging een onzichtbare rilling door
Coriolan. Hij vertrok en richtte zijn schre
den naar het café ,.De Opgaande Zon."
Onderweg had hij veel last van spierpijn
in al zijn leden, maar vooral in zijn armen.
Toch trad hij met vasten stap het café
binnen, groette in het voorbijgaan eenige
etende ga,sten en zette zich neer in een
zaal die schitterde van licht, spiegels en
verguldsel. Weldra stond een kellner, ele
gant en onberispelijk als een gentleman,
vóór hem om zijn orders af te wachten.
Baron Coriolan was bekend in de „Op
gaande Zon" zoowel door het personeel
dat bij royaal bedacht, als door den eige
naar bij wien hij een groote schuld had.
Hij nam de spijskaart op. wees met de
punt van zijn mes drie. vier gerechten aan
en bestelde een fijne flesch wijn.
Het feestelijke licht-, de mooie omgeving,
de schittering van het kristal en de geur
van een uitstekenden wijn brachten hem
aanstonds in de gewenschte stemming. Hij
dineerde met veel eetlust.
Na- eenige oogenbliken in het theater
San Carlo te hebben doorgebracht, herin
nerde hij zich dat Usilli hem op de club
wachtte. Het was toen ongeveer tien uur.
Om elf uur had hij reeds tien duizend
lira gewonnen.
Usilli wond zich op, werd zenuwachtig en
zette als een krankzinnige in. Hij verloor
echter steeds.
Om één uur speelde de baron nog.... en
was ook toen aan do winnende hand.
Zooveel geluk had hij nog nooit gehad.
De een na den anderen speler wilde hem
in zijn succes stuiten, maar allen werden
geslagen.
De baron bleef in' 't bezit van een
groote som gelds. Gebroken door ver
moeidheid, emoties en koorts sliep hij in
op een canapé van de speelzaal.
Een zware en tegelijk onrustige slaap
volgde. Allerlei zonderlinge gedaanten en
angstaanjagende vizioenen mengden zidfe
dooreen. In een cha-os zag hij verweerde
trappen, half ingestorte kelders, donkere
sousterrainen, hooge muren en een kalk-
hoop.
Bij het aanbreken van den dag opende
dc baron zijn oogen en had de eerste
oogenblikken veel moeite zich bewust te
worden van zijn toestand. Waar was hij?
De bleeke schemering van 'n regenachtigen
dag sloop door de vensters en kroop over
de tafels en stoelen der zaal welke men in
wanorde verlaten had.
Met de oogen nog zwaar van den slaap
en den mond vol bitterheid, voelde de ba
ron zich overmeesterd worden door oen
ontroostbare 'droefheid waarvan hij de
ware oorzaak niet vond. Hij spande zijn
hersenen in en steeg langzaam van herin
nering tot herinnering alsof hij de sporten
van een bijna onbruikbaren ladder op
klom.
Het viel hem nu in dat zijn slaap voor
af was gegaan door een urenlang spel.
waarbij hij veel geld gewonnen had
dat hij in „De Opgaande Zon" gedineerd
had na een gesprek met Usilli,dat hij
in den trein geweest was en
Maar toen sidderde hij, keek angstig
om zich heen en voelde zijn hart hevig ha
meren.
Hij bevond zioh alleen in de zaal. Of
schoon hij zijn spelwinst nog niet geteld
had, wist hij dat de som belangrijk was.
„Waarom heeft de kans mij niet eerder
toegelachen? Wat zou ze dan niet voorko
men hebben Enfin, op aarde is alles toe
val
Een zonderling instinct dreef hem naar
een der volkrijkste wijken der stad. Wel
dra echter kon hij niet verder gaan. Het
scheen hem alsof dc straten van Napels
vol priesters waren. Nog nimmer had hij
er zooveel ontmoet. Bij iedoren hoek zag
hij de zwarte gedaanten.
Hoe, kwam het dat er plotseling zooveel
geestelijken in de stad waren? Of lette
hij er nu voor 't eerst op? Was misschien
die indruk het gevolg van gewetenswroe
ging?
Er ontwaakte iets in zijn geinoet, in zijn
hersenen en niets was in staat dat gevoe
len, die gedachte Ic verdrijven of te ver
nietigen. Integendeel het steeds meer op
dringende idee zou hem bij de keel grijpen
en hem niet meer loslaten.
De baron moest ondervinden, dat men
wel een mensch kan dooden maar niet een
idee.... en nog minder een wroeging.
Loterijkoorts.... en winst.
Philippin, de arme hoedenmaker die ver
volgd werd door zijn scliuldeischers en den
deurwaarder, had aanstonds de nummers
hem door don Cyrillus aangewezen, opge
schreven om ze niet Ie vergeten: vier, der
tig en negentig. Dat noemt men een terne.
Hij verkocht den laatsten armband van
zijn vrouw om aan een weinig geld te ko
men en zich de fameuze loten aan te schaf
fen.
(Wordt vervolgd).