LEON HARMEL
DERDE BLAD.
DE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1929
JOANNES NEPOMUCENUS
Bij het tweede eeuwfeest zijner
heiligverklaring. Een slacht
offer van het biechtgeheim.
Joannes Nepomucenus werd in 1729 door
Paus Benedictus XIII in het getal der hei
ligen opgenomen en als de patroon ran
Bohemen vereerd. In hot jaar 137S werd
Keizer Karei IV na een twee en dertig
jarige regeering opgevolgd door Weces-laus.
In 1392 trad deze in het huwelijk met So
phia Johanna van Beieren. Leidde Wen
ceslaus een slecht en ongeregeld leven,
vorstin Johanna muntte juist uit door
godsvrucht.
Er leefde in dien tijd aan het hof van
Praag een priester, die door zijn geleerd
heid en zijn ijver den gunst van den ko
ning gewonnen had, die hem dan ook her
haaldelijk groote kerkelijke waardigheden
had aangeboden, welke de priester Joan
nes Nepomucenus (aldus naar zijn ge-
booi'teplaats genoemd) evenwel weigerde.
Eindelijk moest hij zich de benoeming tot
vicaris-generaal van den aartsbisschop van
Praag laten welgevallen. Hij werd toen
ook de biechtvader van de koningin. Wen-
ceslaus, die in hooge mate jaloersc-h was
geworden op zijn gemalin, liet haar steeds
bespieden, maar de berichten, die zijn
spionnen hem meldden, spraken slechts
van een eenvoudige, zuivere levenswijze.
Nu bedacht Wenceslaus iets anders. Toen
de koningin had gebiecht, liet hij onmiddel
lijk hierop haar biechtvader, Joannes hle-
pomucenus, bij ziok ontbieden en onder
vroeg hem over het gedrag van zijn echt
genoot». Op scherpen toon sprak de ko
ning over de vermoedens, welke hij tegen
de koningin had opgevat. Toen Joannes
Nepomucenus hem wees op het onbillij
ke van zijn vermoedens, daar heb gedrag
van de koningin niet de minste aanleiding
hiertoe gaf, werd de koning steeds heftiger
en gelastte hij den priester om hem de ge
wetensgeheimen van de koningin mede te
deelen. De priester weigerde, maar de
koning hield vol en wilde in ieder geval,
dat de priester zou zeggen, of s konings
gemalin schuldig was of niet. Joannes JSTe-
pomucenus weigerde echter zeer beslist
ook maar de geringste bijzonderheid uit
de biecht van de koningin mede te deelen.
De veelvuldige bewijzen, welke Wenceslaus
reeds gegeven had van zijn minachting voor
de Kerk en hare dienaars, lieten aan Joan
nes Nepomucenus geen twijfel meer over
van de gevolgen van zijn weigering. De
koning gaf den priester dan ook aan beu
len over, om hem door de wreedste pijni
gingen het noodlottige geheim der konin
gin te ontrukken. Joannes verdroeg echter
de uitgezochtste pijnigingen met geduld,
geen woord ontviel hem. Toen beval de kei
zer. om hem naar de groote brug, welke
bij Praag over de Moldau ligt, te brengen
en hier herhaalde hij met bijzonderen klem
zijn vraag aan den uitgeputten Joannes,
I daarbij wijzende op de woeste golven. Joan
nes klemde het kruis, dat hij in de hand
had aan de borst en gaf de' samenge
stroomde menigte en den koning de zegen.
Ku stortten op bevel van den koning de
beulen hem van de hooge brug in de gol
ven. Nog een keer kwam Joannes boven,
en stierf toen op 16 Mei 1385, de marte
laarsdood. Zijn lichaam werd later terug
gevonden (naar men zegt, doordat een he-
raelsch licht boven het water zweefde) en
door de kanunniken der hoofdkerk begra
ven. In 1719 werd de kist uit het graf op
gedolven en toen bleek, dat de tong 'van
den martelaar nog geheel gaaf was. Een
prachtig standbeeld versiert nu de brug
van Praag, vanwaar hij vroeger werd neer
gestort. Zijn feest wordt steeds met grooten
luister gevierd. Er zijn maar weinig huizen
in Bohemen, welke niet gesierd zijn met
een beeld of portret van dezen wel zeer
bijzonder geliefden Boheemschen volkshei
lige. Joannes Nepomucenus wordt vooral
aangeroepen als patroon tegen den laster
en de kwaadsprekendheid en als bescher
mer van den goeden naam.
1829—1929.
Een der grootste katholieke
figuren op sociaal gebied.
Dit jaar herdenken wij het geboorte-
eeuwfeest van een maebtig-groot figuur, die
zich verdienstelijk gemaakt heeft op sociaal
terrein, een van de werkers, aldus „Sint
Elcy", die zich het lot van de arbeiders
aantrok, toen deze bijna uitsluitend ge
bruikt werden als nuttigheidsvoorwerpen,
waarmede winst te behalen viel. Het was
vooral Léon Harmei, die uitgeblonken heef1
als voortrekker van de verheffing van het
arbeidende volk. Léon Harmel was een
Franschman, en, wat zijn verdiensten als
sociaal voelend mens oh zeker beduidemi
verhoogt, groot werkgever. Wanneer in
Frankrijk over sociaal voelende Katholie
ken gesproken wordt en voortrekkers op
dit gebied de revue passeeren, wordt met
begeestering de naam Léon Harmel ge
noemd. Waar vooral in de opkomst van den
strijd tegen het kapitalisme de medestrij
ders voor bet. arbeidsbelang buiten de
geestelijkheid dun gezaaid waren onder de
niet-arbeiders, om over werkgevers maar
heelemaal niet te spreken, vraagt men zich
verbaasd af: maar wat heeft deze man
dan gedaan, dat hij zich zoo'n in het oog
loopende plaats heeft weten te veroveren
onder hen, die op internationaal terrein
bekend geworden zijn om hun vooruitstre
vendheid op sociaal gebied. Het Vakver
bondsorgaan uit. Zwitserland zegt, wanneer
gij iets over Léon Harmel weten wilt, sla
dan het uit twee deelen bestaande pracht
werk van P. Georges Guitens daarover op,
en gij zult aan den indruk niet ontkomen,
in dezen Léon Harmel een katholieken
groot-industrieel te vinden, die de nooden
van zijn tijd verstond en sociaal leider werd
tot welzijn van het arbeidende volk. Léon
Harmel behoorde tot de soort mènschen,
die hun tijd ver vooruit ijlen. Zijn heele
leven en zijn beste krachten heeft hij aan
bet sociaal vraagstuk geofferd en werk ge
leverd, hetwelk ons thans nog met bewon
dering vervult. Hij zag in het sociale
vraagstuk niet slechts een economisch of
maatschappelijk probleem, hetwelk door
verbitterden machtsstrijd een beslissing
vinden moest, doch een moreel vraagstuk,
hetwelk door inwerking op het rechtsge
voel, door inwerking op het ziel eleven van
den mensch tot oplossing moest, worden
gebracht. Hij eischtc een sociale orde, wel
ke gegrondvest werd op de basis van het
Evangelie. Vooreerst streefde Léon'Har
mel er naar een diep religieus fundament
in ondernemerskringen te vestigen en de
werkgevers in een vereeniging bijeen te
brengen. Tevens was hij zelf de oprichter
van de arbeidersorganisaties en spoorde de
werkers ten sterkste aan, in hun vereeni
ging kracht te vinden, teneinde hulp en
weerstand te zoeken voor de menigvuldige
sociale nooden, waaronder zij gebukt gin
gen.
Op den leeftijd van 25 jaar was hij reeds
eigenaar en leider der fabriek in Val des
Bois bij Riems. Op dit kleine stukje aarde,
waarover pas cle oorlog van 70 gewoed had
poogde hij kapitalist en arbeider harmo
nisch te verbinden op den grondslag van
de katholieke levensbeschouwing. De over
brugging van de tegenstellingen in het
productieproces was zijn eerste doelstelling.
De oplossing van het sociale vraagstuk
trachtte hij gelijktijdig zoowel door ideëels
als materie.eie factoren te verwezenlijken.
Harmel heeft nimmer individualistisch zijn
persoonlijk voordeel gezocht. Steeds zweef
de hem zijn ideaal en harmonisch geheel
voor den geest. Uit zijn geloof putte hij de
kracht zijn eigen ik te verloochenen en de
gemeenschap te dienen. Zoo moest zijn po
gen wel een heerlijk gelukken worden. In
een tijd van oppermachtig economisch li
beralisme. hetwelk nimmer aan de gemeen
schap, doch uitsluitend aan de winst dacht
en de menschen vergat, heeft Harmel steeds
weer op zijn ideeën gewezen, om ook in het
economisch leven voor zijn geweten en vpor
God verantwoord- te zijn. Harmel was niet
alleen een voortreffelijk theoreticus, hij was
ook een man van practische bekwaamheden
Hij waarschuwde voor het in Frankrijk
met voorliefde voorgestane iuec van de z.g
studiekringen. Waneer de Kerk, zoo placht
hij te zeggen, alleen studiekringen gehad
had, zouden de apostelen slechts weinigen
of niemand bekeerd hebben. Daarom wekt
hij op tot de daad. Hij wilde niet slechts
den hemel beloven, doch ook helpend op
aarde ingrijpen voor zoover het in zijn
macht lag. Zoo had hij steeds interesse
voor het loonvraagstuk, het arbeidscon
tract, het familieloon, de sociale verzeke
ring, enz. Productie en winst was voor hem
nooit het eerste, doch de mensch en zijn
onsterfelijke ziel. Léon Harmel werd gebo
ren m het jaar 1829 en stierf in het jaar
1915 met den eeretitel van een katholiek
werkgever te zijn geweest, die metterdaad
getoond had de mogelijkheid, om zelfs in
den moeilijksten tijd de katholieke begin
selen in practijk te kunnen brengen, ook
in het productieproces.
BIJ HET EEUWFEEST VAN DE
LOCOMOTIEF
WANNEER BOUWDEN DE
VERSCHILLENDE STATEN HUN
SPOORWEGNET?
In verband met het feit, dat in de week
van 612 October het eeuwfeest van de
locomotief herdacht wordt, is het wel in
teressant. om na te gaan, wanneer de •ver
schillende landen gevolg gaven aan de
roepstem van het moderne verkeer.
Nederland.
Als wij de spoorwegengeschiedenis van
ons eigen land nagaan, dan blijkt, dat op 1
Juli 1S36 bij Koninklijk Besluit, concessie
werd verleend voor een spoorlijn tusschen
Amsterdam en Haarlem, welke op 20 Sep
tember 1839 voor het eerst bereden werd.
Den 6en December 1843 werd do lijn Am
sterdam-Den Haag geopend en den 2den
Juli was de spoorweg AmsterdamRotter
dam voltooid. De kosten van deu aanleg
bedroegen'circa- 11.000.000. De locomotie
ven werden voor de helft in Xederlandschc
fabrieken vervaardigd, terwijl er 10 door de
Engelsche fabrieken van Robert Stephen
son werden geleverd. Het deel va-ri den
Rijn-spoorweg, dat Amsterdam met Utrecht
verbindt, werd eveneens op 6 December
1S43 geopend, terwijl de lijn in 1856 tot
Emmerik en Oberhausen was voltooid. In
den aanvang in minder bloeienden toestand
ging de Rijn-spoorweg Maatschappij na
aansluiting met het Duitsche spoorwegnet
een beteren tijd' tegemoet. Omstreeks den-
zelfden tijd kwam de verbinding met Bel
gië en Frankrijk tot stand. Op 21 Juli 1852
werd concessie verleend voor een spoor
weg van Rotterdam naar Antwerpen, wel
ke op 1 Mei 1S55 werd geopend. Deze
dienst ondervond den eersten tijd dikwijls
belangrijke stagnatie op den Moerdijk. Ge
regeld kwam nieuwe aanvragen binnen
voor spoorwegaanleg. De meeste kans had
nog de concessie-aanvraag van Bredius,
die een Hoorder- en een Zuiderlijn ont
wierp. De wet- voor dezen spoorweg werd
op 19 November 1859 aangenomen in de
Tweede Kamer, maar met een kleine meer
derheid van stemmen op 21 Februari 1860
in de Eerste Kamer verworpen. In dat
zelfde jaar werd een voorstel van minister
van Hall aangenomen, om een rijksspoor
wegnet te bouwen, waarvan de kosten
werden geraamd op 100 millioen gulden,
welke tot 150 millioen stegen na aanne
ming van het besluit lot bouw van een
brug over het Hollandsch Diep. Tot de
eerste kunstwerken van ons spoorwegnet
behooren o.a. de brug over den IJsol bij
Zutphen, over de'Lek bij Culemborg en
de afdamming van dc Ooster-Schelde.
Engeland.
Wenden wij ons nu tot het vaderland van
de locomotief, Engeland. De eerste dienst,
welke hier geopend werd, was die tusschen
Liverpool en Manchester in 1830. De resul
taten overtroffen alle verwachtingen, want
nauwelijks was de dienst geopend of 29
van de 30 diligences moesten hun dienst
staken. Ook het. goederenvervoer nam snel
toe. Na 2 jaar kon de maatschappij reeds
een dividend van 10 pet. uitkeeren en
stonden de aandeelen op 120. Met het
spoorwegnet, dat Londen-met de andere
steden verbond, werd in 1832 een aanvang
genomen. In 18:34 drongRobert Peel er
op aan, dat het, gansche rijk van spoor
wegen zou worden voorzien. De belangrijk
ste wegen werden aangelegd onder toe
zicht van Robert Stephenson. Toch waren
nog veel menschen angstig om met het
nieuwe vervoermiddel te reizen. De Hertog
van Wellington, wiens vriend Huskisson
door een locomotief gedood was, waagde
zich eerst in 1842 in een spoortrein. In
1843 durfde Koningin Victoria pas haar
eerste, treinreis te ondernemen. In 1858
kwam minister Cavour (van Sardinië) nog
in een gewonen reiswagen va-n Turijn naar
Wanneer wij nu naar onze Zuiderburen
zien, dan blijkt dat zij, dank zij Koning
Leopold I, de meeste Staten voor waren in
het tot stand brengen van een uitgebreid
spoorwegnet. In 1834 kwam de wet. voor re
geling van het spoorwegnet tot stand, ter
wijl in 1833 minister Charles Rogier reeds
aan Pierre Simons de voorbereidende
werkzaamheden had opgedragen. In 1636
kwam de lijn Mechelen—Antwerpen tot
stand, in Mei 1839 de lijn Btussel—Meche
len. Pierre Simons ondervond veel ondank
van den opvolger van minister Rogier. Hij
vertrok uit België, om de leiding op zich
te nemen van den spoorwegaanleg in Gua
temala, maar sfievC onderweg aan^ boord
van de Marie Louiw op 14 Mei 1843.
Duitschland.
De eerste Duitsche spoorweg was in
1835 door den Franschman Von Denis aan
gelegd, lil. de lijn Neurenberg—Furth. (Von
Denis was afkomstig uit Rijn-Beieren, dat
in 1804, bij zijn geboorte aan Frankrijk be
hoorde). De tweede lijn was Berlijn—Pots
dam. Verder legde hij tal van lijnen in
Beieren aan. Een andere ingenieur, Karl
Et,zei, legde de Wurtemburgscl\e en ten
deele de Oostenrijksche lijnen aan. Hij
had ook het toezicht op den aanleg der
Zwitsersche lijnen. De weg over de Brenner
is als zijn grootste werk te beschouwen.
Zwitserland.
Dit land verkeerde in een zeer lastige
positie tegenover het spoorwegenvraag-
stuk, omdat de bergachtige bodem de
grootste hinderpalen tegen den aanleg van
de spoorwegen in den weg scheen te leg
gen. Eerst, in 1852 stond de Bondsraad de
noodige credieten toe. Een der leiders bij
het werk was Ir. Karl Etzel.
Frankrijk.
In 1828 had men in Frankrijk al de lijn
Saint-Etienne-Lyon. De reis was levensge
vaarlijk. Men had aan passagiers eigenlijk
niet- gedacht. Déraillement van den trein
kwam herhaaldelijk voor. Tunnels en brug-
genpijlers waren zeer slecht gebouwd. De
eerste in Frankrijk na de lijn Saint Etien-
neLyon geopende lijn, was die van Alais
naar Beaucaire en verder naar de kolen
mijnen van Grand Combe; deze was echter
meer berekend op het vervoer van kolen,
dan van passagiers. De spoorwegmaat
schappij had hiervoor concessie gekregen
op 29 Juni 1833. De lijn Parijs—Saint Ger
main kwam in het jaar 1837 gereed onder
leiding van Emile Pereira, die van een
Portugeesch—Isr^elietische familie afstam
de. In 1838 werden de beide wegen van
Parijs naar Versailles aan weerszijden van
de Seine geopend. Sindsdien werd veel
meer geld in de spoorwegmaatschappijen
belegd, waardoor het net belangrijk kon
worden uitgebreid.
Spanje.
In {Spanje dacht men reeds in 1830 aan
de invoering der spoorwegen. Een destijds
verleende concessie bleef evenwel zonder
gevolg. In 1834 echter was de „Camino de
Lierro" van Reuss naar Tarragona gereed.
Het duurde echter lang, eer het platteland
ontsloten was.
Italië.
In Italië was men er zeer laat toe over
gegaan om Spoorwegen aan te leggen. Een
van de grootste belemmeringen was de
groote versnippering van het land. De
invoering van den spoorweg maakte eerst
goede vorderingen sedert de verdrijving
van de verschillende dynastieën. Vooral in
het Noorden van Italië ontstond een voor
dien tijd dicht spoorwegnet.
Rusland.
Til Rusland was men met, alles achter bij
het overige Europa. Het is haast van zelf
sprekend, dat hier ook pas later de spoor
wegen werden ingevoerd. Een lijn, namelijk
die van Petersburg (nu Leningrad) naar
Tsarskoeselo maakte hierop een uitzonde
ring. Omstreeks 1860 werd eerst aan de
uitvoeringen van een vrij dicht, net begon
nen.
Amerika.
Wanneer wij last not least Amerika noe
men, dan moeten wij erkennen, dat aldaar
een eeuw geleden dezelfde voortvarend
heid Iieersclite als heden ten dage. Do
eerste „railway" werd in 1825 aangelegd
voor goederenvervoer, ten dienste van de
granietgroeven tusschen Quincv en Boston
In 1825 werd door Ir. Wilson aangevangen
met den bouw van dc lijn Philadelphia
Columbia en door Ir. Enight met de lijn
BaltimoreOhio, welke in 1832 werd ge
opend. Al heel spoedig ontwierp Robinson,
een der beroemdste ingenieurs van de
Ver. .Stalen een uitgebreid net van Spoor
wegen door het geheele land. Wij noemen
daarvan de lijnen ReadingPhiladelphia,
VerfolkWeldon en PetersburgRich
mond. Een merkwaardig verschijnsel mag
niet onvermeld blijven. Namelijk in den
eersten tijd van de spoorwagen bedroegen
de gemiddeld© kosten van aanleg voor de
Amerikaanse!)© spoorwegen slechts onge
veer 60.000.per mijl, in Europa bijna
200.000.Het is echter niet zeker, of
dit verschil gezocht moet worden in den
minder solieden bouw der spoorwegen in
de U. S., dan wel in het feit, dat aldaar
de ondernemers vrijer waren in do keuze
van hun materialen.
VAN M'N BOEKENTAFEL
R. K. Tijdschrift voor Kerk,
School en Armwezen. Hoofd
redactie: Mr. G. C. J. D. Krop
man. Uitgeverij „Foreholte" te
Voorhout. Jaargang 19291930.
No. 4.
Het. R. K. Tijdschrift voor Kerk, Schooi
en Armwezen blijkt meer en meer een or
gaan, dat onmisbaar is voor allen, die zich
op de door dit tijdschrift bestreken ge
bieden bewegen. De belangrijkheid der
artikelen en bijdragen, de actueels vraag
stukken, die vooral op het gebied van het
Armwezen worden onder de oogen gezien,
maken de lezing van elk nieuw uitgekomen
nummer tot. een genot.
Nummer 4 van den loopenden jaargang
bevat een keur van artikelen die boven
staande lofprijzing voldoende wettigen.
Mr. Kropman vraagt dc aandacht voor
een bladzijde uit ..Katholieke Beginselen
op Sociaal Gebied" door Haarlem's Bis
schop, Mgr. J. D. J. Aengenent.
Bijzonder lezenswaard is de bijdrage
getiteld ,Te veel Dilettantisme", vooral
voor hen, die zich met Kinderbescherming
bezighouden. Al moge verschillende op
merkingen niet erg vleiend zijn, het belang
vaoi een groot aantal kinderen mag niet
opgeofferd worden aan de gevoeligheid
van enkelen.
G. A. Topper stelt de verdienste van
„Santa Veronica" te Leiden in het licht, en
wijst op het bijzonder mooie doel van deze
vereeniging: „Steunverleening aan stille
armen".
Een uitgebreide beschouwing wijdt P.
W. aan „Principieele Staatkunde", eenige
voordrachten van kopstukken uit verschil
lende politieke partijen.
Verschillende -kleinere bijdragen met
interessante gegevens op het gebied van
het Armwezen, een bijzonder verzorgde
pagina Boekbespreking", het vervolg van
den psycho!ogischen romaai van To Höl-
scher, „Eindelijk Thuis" cimpleteeren deze
aflevering, die door .Forelvolte" te Voor
hout op de gewone, d. w. z. keurige wijze
werd ve-reorgd.
Boekenschouw. Geïllustreerd
letterkundig maandblad. Uit
gave „Foreholte", Voorhout. 23e
jaargang, nummer 4, 15 Aug. '29
Pater J. v. Heugten, S.J., bespreekt in
een inleidend artikel de Jong-Katholieke
groep in onze hedendaagsc.be litteratuur,
waar het begrip wezenlijk katholieke kunst
te scheppen helaas verre te zoeken is. Groot
en ruim leven, ziehier de factor welke in
Katholiek Nederland ten eenenmale aan
wezig moet zijn, willen de talentvolle jon
geren zich kunnen onderscheiden van hun
niet-katholieke tijdgenooten.
Ellen Russe leidt ons binnen in een pau-
ver ontvangkamertje te Parijs, waar wij
den zeer begaafden en grooten schrijver
abbé Henri Brémond ontmoeten. Zijn laatst
verschenen werk: ,.1'Abbé Tempête" komt
vervolgens ter sprake, waarvan wij slechts
willen vermelden, dat lioht-gevoeügen na
turen 't lezen, der eerste hoofdstukkeu
dient te worden ontraden.
P. W. Assmann behandelt het. feit, dat
een honderd jaren geleden de politieke
emancipatie gelegenheid deed ontstaan, in
vloed uit te oefenen op het cultureel leven.
Als voorvechter moge o.a. genoemd worden
den convertiet kardinaal Newman, den
grootsten Engelschen proza-schrijver der
19e eeuw.
Een critiek over Antoon Coolen's werken
Ten slotte geven een reeks buitenland-
sche boekbeschrijvingen, romans en verha
len voldoende stof om verveling te bannen.
Een katholiek koning van vroegere
menscheneters.
De nieuwe koning van Glidji in Togo is
Katholiek. Vroeger werden er in die streek
menschenoffers gebracht en nog slechts
enkele jaren geleden moest de regeering
strenge maatregelen nemen tegen de men-
schen-eters. De plechtige kroning had
plaats na de H. Mis die zoowel door heide
nen als katholieken werd bijgewoond.
Togo is de voormalige Duitsche kolonie
uie thans door Frankrijk en Engeland is
verdeeld. In dit gebied, dat, aan de Afri-
kaansche missionarissen van Lyon is toe
vertrouwd zijn reeds 30.000 katholieken.
De opening van een geweldigen spoorweg.
Onder buitengewoon veel belangstelling
had enkele weken geleden de plechtige
opening plaats van den spoorweg Lobito-
Katanga van Portugeesch Angola naar
Belgisch Congo*. Dit traject, heeft een leng
te van 1346 K.M.
Een Belgisch ingenieur zal het laatste
stuk tot Katanga afbouwen, wa.nt men
heeft de spoorweg thans slechts doorge
trokken tot de grens van Belgisch Congo.
Dit laatste, traject heeft nog een lengte
van 500 K.M. Daar dc inboorlingen van
Katanga niet bekwaam zijn om spoorwegen
aan te leggen, moeten de arbeidskrachten
uit Angola gehaald worden. Dientengevolge
ontstaan er meer nieuwe sociale vraagstuk
ken die dringend om oplossing vragen, want
anders zal dc zedelijkheid en het familiele
ven van het Afrikaansche volk, tengevolge
van de Europeesche beschaving weldra ge
heel ondermijnd zijn.
De oplage der Engelsche dagbladen.
Do Daily Express en de Daily Mail pu-
bliceeren beide een boricht waaruit blijkt
dat het aantal abonné's in de laatste maan
den weer belangrijk gestegen is. De „Daily
Express" heeft een dagelijksche oplago van
1.406.552 exemplaren, terwijl van de Daily
Mail lederen dag 1.930.166 exemplaren ge
drukt worden.
KALENDER DER WEEK
Als niet anders wordt- aangegeven da
gelijks Gloria. Geen Credo. Dc gewone
Prefatie.
ZONDAG 1 September. Vijftiende Zon
dag na Pinksteren. Mis: Inciina. 2e gebed
v. d. H. Aegidius, Abt; 3e v. d. H.H.
twaalf Broeders, Martelaren. Credo. Pre
fatie v. d. Allerh. Drieëen'heid. Kleur:
Groen.
Op dezen Zondag stelt de H. Kerk ons
voor oogen den Christus met Zijn groot
medelijdend hart. Ongevraagd verricht Hij
uit medelijden met. de arme moeder Zijn
wonder en wekt den jongeling len leven
op. (Evangelie). Wat een krachtige aan
sporing voor ons om te gaan naar dat
zelfde medelijdend Hart en juist, bij het
H. Misoffer, dat. goddelijk wonder van me
delijden en barmhartigheid, te smeeken:
jNeig Uw oor o Heer, tot degenen, die
roepen tot U (Introitus). Moge uwe barm
hartigheid ons voortdurend reinigen en
versterken" (Gebed). En als wij ons Offer
brengen, van de onderdrukking des vlee-
sches en dc liefderijke verdraagzaamheid
onder elkander, (Epistel), zullen wij ver
hoord, worde.n (Offertorium). De genade-
van het verheven Geheim der II. Mis zal
ons verdedigen tegen dc aanvallen des
duivels (Stilgebed); Christus in Zijn H.
Sacrament- (Communio) zal in ons doen
bloeien het leven der ziel (Postcommunio).
De bewondering over het blijde zieleloven
in ons, zal ons in den mond geven een
nieuw lied. een hymne voor onzen barni-
hartigen God, den Allerhoogste, Die ^le
groote Koning is over geheel de aarde.
(Graduale; Offertorium; Alleluja-vers).
MAANDAG 2 Sept, Mis v. d. H. Ste-
phanus, koning van Hongarije: Os Justi.
2e gebed A Cunctis (om de voorbede der
Heiligen); 3e naar keuze v. d. priester.
Kleur: Wit.
Te Strigonium, het tegenwoordige Gran,
werd in het jaar 977 geboren do zoon van
Geysa, vierde hertog van dc Hongaren en
diens gemalin Sarloth. De pasgeborene,
kreeg den naam van Waze, maar bij zijn
H. Doopsel, toegediend door den H. Adel-
bertus, Bisschop ran Praag, ontving hij
den naam van Stephanus. Geysa stierf in
997, na Stephanus tot zijn opvolger be
noemd te hebben. Als hoofd van zijn volk
verklaarde Stephanus nu uitdrukkelijk, dat
de afgoderij in zijne 'staten moest ophou
den en dat zijne onderdanen zich moesten
toeleggen op dc kennis van deu waren
God. Overal liet hij den chrislclijken gods
dienst verkondigen. Priesters ontbood hij
en kloosterlingen om zijn volk in do leer
van het H. Evangelie le onderrichten. Hij
stichtte kloosters, welke hij rijkelijk be
giftigde en weldra werden openbare scho
len voor Godsvrucht en wetenschap ge
sticht. Om het wezenlijk geluk zijner on
derdanen te bevorderen en to verzekeren,
vaardigde hij wetten uit, dio dc onbe
schaafde gebruiken, welke de Hongaren
van do Seythen hadden overgenomen,
streng verboden. Aldus is Stephanus één
van die zeldzame mannen geweest, wier
invloed, zich nog geruimen tijd op de zoden,
overtuiging en gewoonten van het volk,
dat hij bestuurde, deed gevoelen. Als
apostel, overwinnaar, wetgever, heeft hij
den roem der grootste koningen verworven
en tevens de eerbiedige vereering aller ge-
loovigen.
DINSDAG 3 Sept. Mis v. d. vorigen
Zondag: Inciina. Geen Gloria. 2c gcbr l A
Cunctis; 3e voor allo overledenen (Fide-
lium van het eerste formulier dor Requiem
missen); 4e naar keuze v. d. priester.
Kleur: Groen.
WOENSDAG 4 Sept. Mis als gisteren,
maar het gebed voor de overledenen valt
uit.
DONDERDAG 5 Sept. Mis v. d. H. Lau-
rentius Justinianus, Bisschop en Belijder;
Statuit. 2e gebed A Cunctis; 8© naar keuze
v. d. priester. Kleur: Wit.
Voor de keuzo gesteld: een rijk leven in
<lc wereld of een verstorven en streng
boeteleven in oen klooster, koos do H.
Laurentius, de oogen op het kruis 'gericht,
liet laatste met de woorden: .,Gij. Heer,
zijl, mijne hoop; daar hebt Gij gevestigd
Uw allerveiligst toevluchtsoord". Hij trad
in het klooster der reguliere Kanunnikkon
v. d. H. Gregorius. Later als Patriarch
verheven op den bisschopszetel van zijn
vaderstad Venetië, bleef hij /.iju leven van
boete en versterving getrouw.
VRIJDAG 6 Sopt. Mis als op Woensdag.
N.B. Wegens den eersion Vrijdag is ge
oorloofd de Votiefmis v. li. H*Harl van
Jesus. Mis: Cogitationes. Gloria on Credo.
Prefatie v. h. Goddelijk Hart. Kleur: u
ZATERDAG 7 Sopt. Mis v. d. Allerh.
Maaqd op een Zaterdag: Salve (Formulier
der Maria-mis van Pinksteren tot den Ad
vent). 2e gebed tot den H. Geest; 3e voor
de Kerk: 4e voor don Paus. Prefatie v. d.
Allerh. Maagd (invullen: En U om de ver
eering). Kleur: Wit.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.,
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Joannes
van Perugia on Petrus van Sassoferratn.
Belijders; 3e v. d. IT. Aegidius: to v. d.
H.H. Twaalf Broeders.
WOENSDAG. Mis v. d. H. Rosa van
Viterbo, Maagd: Loquebar. Kleur: Wit.
DONDERDAG. Mis v. d. Z. Gentilis van
Matelica, Martelaar: In virtute. 2<- gebed
v. d. TT. Laurentius; 3e A Cunctis. Kleur:
Rood.
VRIJDAG. Mis v. d. Z. Z. Liberatus van
Lauro en Peregrinus van Faleronc, Belij
ders Confiteantur. 2c gebed A Cunctis:
3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Wit.
N.B. In de Mis v. h. H. Hart: 2e gebed
v. d. Z. Liberatus onz.; 3o A Cunctis.
Geen Credo.
Amsterdam ALB. M. KOK, pr.
Z.O.Z.