ONDERWIJS
AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
VEERTIENDE ZONDAG NA
PINKSTEREN.
HOOFDGEDACHTE. 'Als hoofdthema
van de Liturgie van dezen Zondag kan gel
den het woorcl der H. Schrift: „Den lieer,
TJwen God, zult gij aanbidden, en Hem
alleen dienen".
De Introitus, het Graduale, het Offerto
rium en de Communio wijzen alle op het
geluk en de uitverkiezing van hen, die God
mogen kennen en dienen, terwijl het Epistel
en het Evangelie in meer negatieven vorm
het gebod herhalen, in eene omschrijving
van het woord: „Gij zult geen vreemde go
den voor mijne oogen hebben": gij zult niet
uwe zinnelijke lusten dienen (Epistel), noch
ook de slaaf zijn van uwe wereldsche zor
gen. (Evangelie).
Introitus. Gij, onze Beschermer, zie toe,
o God, en werp uwen blik op het aanschijn
van de U toegewijde (Kerk), omdat het be
ter is één dag te verblijven in Uwe voorho
ven, dan duizend (elders).
Ps. Hoe lieflijk zijn Uwe woontenten, o
Heier der heerscharen! Verlangend en kwij
nend ziet mijn ziel uit naar de voorhoven
des Heeren!
Oratie. Bewaar, o Heer, smeeken wij, Uwe
Kerk door Uwe blijvende lankmoedigheid:
en, omdat zonder U de menschelijke ster
felijkheid ten val komt, moge zij altijd door
Uwe hulp worden afgehouden van het
kwaad en worden heengeleid naar wat heil
zaam is. Door onzen Heer.
Gedachtenis van den H. Gregorius. God,
Die Uwe Kerk door de glorierijke ver
diensten en wonderwerken van Uwen heili
gen Belijder en Bisschop Gregorius hebt
willen sieren, geef ons op Zijne voorspraak
lief te hebben, wat Gij beveelt en uit. te
zien naar wat Gij belooft, opdat te midden
van de veranderlijke wereldsche ijdelhe-
den onze harten mogen gericht zijn naar de
ware vreugden.
Gedachtenis van den koning Lodewijk.
God, Die den H. Ludovicus van zijn aard-
sche rijk hebt overgeplaatst naar de glorie
van het hemelsche rijk, wij smeeken U,
dat Gij door zijne verdiensten en tusschen-
koinst ons deelachtig maakt aan het rijk
van den foiling der koningen,' Jesus Chris
tus, Uwen Zoon, Die met U enz.
Graduale. Beter is het. te vertrouwen op
den Heer, dan te vertrouwen op de men-
schen. Beter is het te hopen op God, dan
te hopen op aardsche grootheid. Alleluia!
Alleluia! Komt, juichen wij den Heer toe,
jubelen wij voor God, ons HeilAlleluia
Offertorium. Nederdalen zal de Engel des
Heeren, rondom degenen, die Hem vreezen,
en hij zal hen verlossen: beproeft en ziet,
hoe zoet de Heer is!
Stil gebed. Geef ons, smeeken wij, o
Heer, dat deze heilbrengende ^Hostie ons
brenge de zuivering van onze misdrijven en
de verzoening met Uwe Almacht. D'oor on
zen Heer.
S. Gregorius. Üat het jaarlijksch feest
van Uwen heiligen Belijder en Bisschop
Gregorius ons, zoo smeeken wij, welgeval
lig make aan Uwe majesteit; opdat dooi;
dit offer van verzoening wij Hem onze
dankbaarheid mogen getuigen en van U
gaven van genade mogen erlangen.
S. Ludovicus. Verleen, smeeken wij, al
machtige God, dat, zooals de heilige Ludo
vicus, Uw Belijder, met verachting van de
aanlokselen der wereld zich heeft, beijverd
alleen aan Koning Christus te behagen, zoo
zijn gebed ons ook aangenamer make aan
U. Door denzelfden Heer.
Communio. Eerst moet gij zoeken het Bijk
Gods, en alles zal u worden toegeworpen,
zegt de Heer.
Postcommunio. Dat Uwe Sacramenten, o
God, ons steeds zuiverder en sterker ma
ken, en ons brengen mogen tot eene blijven
de heiliging. Door onzen Heer.
S. Gregorius. God, vergelder van de U
getrouwe zielen, geef dat wij, door de gebe
den van den heiligen Gregorius, Uwen Be
lijder en Bisschop, wiens blijden feestdag
wij heden vieren, de vergiffenis mogen ver
werven.
S. Ludovicus. God, Die den heiligen Be
lijder Ludovicus wonderbaar hebt gemaakt
op aarde en Hem glorierijk gemaakt hebt
in den hemel, wij smeeken U, dat Gij Hem
wilt aanstellen tot verdediger van Uwe
Kerk. Door onzen Heer.
Instituut St. Marie te Huybergen.
Te Huybergen is in intiemen kring het.
75-jarig bestaan gevierd van de Congre
gatie der Broeders. Na de- Pontificale Mis
van dankzegging, door Z. D. H. den Bis
schap van Breda- opgedragen in de keurig
versierde kapel, werd van 11 tot 1 uur
receptie gehouden. Na den welkomstgroet
van. den Algemeenen Overste en de feest
cantate werd, zoo meldt ,,<S. Maria", het
woord gevoerd door Mgr. Hopmans. Ple
baan Schrauwen, Pastoor Eilbry uit Am
sterdam, den. burgemeester van Huybergen,
het Tweede Kamerlid Vos, Inspecteur van
Luytelaar en Rector Vermolen.
De burgemeester deelde mede. dat het
H. M. de Koningin had behaagd,, den Alge
meenen Overste te benoemen tot Ridder
in de Orde van Oranje Nassau. Met uit
bundige vreugde werd deze tijding be
groet.
Het feest, werd bijgewoond door al de
priesters, die met de leiding der Broeders
in verschillende parochies zijn belast of
ooit belast waren.
Als kleine bijzonderheid zij nog vermeld,
dat Mgr. Hopmans nog één Broeder aan
trof nd. Br. Pacifious, van wien Z. D. H.
vóór 50 jaar les mocht ontvangen1 als leer
ling van het Instituut.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
LXXVII.
De Gemeentelijke Plantsoendienst.
De stads-kweekerij. Reorga
nisatie gewenscht.
Wanneer wij deze regelen wijden aan
een van de gemeentediensten, die het meest
voor den wandelenden Leidenaar in het
oog valt en den vreemdeling er toe brengt
om gevolgtrekkingen te maken uit de ver
gelijking van wat hij hier ziet en elders,
dan doen wij dit vooral, omdat wij ons
maar niet los kunnen maken van de ge
dachte, dat men hier in Leiden niet pro
fiteert, naarmate de plantsoendienst der
Gemeente aan kapitaal vraagt. Van zelf
trekt datgene, wat tot verlevendiging van
den aanblik en verfraaiing van de stad
zoo een ondeelbaar geheel is, de bijzondere
aandacht en toetsen wij de uitgaven van
zelve aan de. uitkomst, aan de resultaten.
En dan stellen wij onze eischen nog niet
eens zoo hoog, dat ze vrijwel boven het be
reikbare gaan, doch stellen wij ons alleen
op het zakelijke standpunt, dat men ons,
burgers, waar voor ons geld geeft. Dat is
geen onredelijke eiseli, geen ongemotiveerd
verlangen, doch iets als van zelf sprekend,
wat voortspruit, uit een verklaarbaar ver
langen, datgene wat Leiden als woonstad
aantrekkelijk moet maken, zooveel mogelijk
te doen uitkomen. Te meer nog, waar an
dere gemeenten er zich op toeleggen ten
opzichte van den plantsoendienst het aan
zien zoo productief mogelijk te maken.
Daarvoor is heusch niet noodig een uit
breiding van hooger personeel, die den
dienst, veelal topzwaar maakt, doch een
stel theoretisch, doch meer nog praotisch
onderlegde, raensehen, die zijn toegerust
met. een fijnen smaak en weten te profitee-
ren va-n de mooiste en meest tot den kij
kers sprekende plekjes van onze plantsoe
nen, waarbij een terzake kundige keuze
van kleurcombinaties een voorname rol
speelt, en het aanbrengen van hoog of laag
h.out een belangrijk deel van het geheel
vormt. Proportie en rangschikking behoo-
ren speciale, zorg te hebben, terwijl ook
vooral aandacht dient gewijd aan de be
scherming tegen de baldadigheid van de
jeugd, opdat zoo weinig mogelijk verloren
ga., wat met zorg en smaak is opgesteld.
En daarbij is het zoo gewepscht, dab het.
publiek actief is en baldadigheid of ver
nielzucht mede helpt beteugelen, doo-r
waarschuwingen en. zoo noodig, sterker
maatregelen. Als iedereen bedenkt, dat
ook zijn belastingpenningen zijn betrokken
bij de openbare diensten, dan. zal men er
des 'te gereeder toe komen, ook eens een
oogje in het zeil te houden en bij tijd en
wijle datgene, wat het. aanzien van zijn
stad aantrekkelijk maakt, in bescherming
te nemen. Tot nu toe wordt daar nog te
weinig aan gedacht; moge het meer wor
den toegepast.
Want wat is wel het voornaamste euvel
bij de massa, der burgerijDat. men nog zoo
weinig meeleeft, nog zoo moeilijk zich re
kenschap geeft va-n de toch zeker groote
sommen die, in casu, zijn gemoeid met den
in veler oog zoo simpelen plantsoendienst.
En dan moet men wel van schrik bijna om
vallen, als men hoert., dat er aan dezen
dienst, per jaar, zoowat ruim zestig
duizend gulden worden ten koste
gelegd En dan zullen zij van zelve komen
tot de. zeer gemotiveerde vraag of de
plantsoendienst zulk een groot bedrag wel
waard is. En wij gelooven, dat velen ge
neigd zijn deze vraag ontkennend te beant
woorden. Dat komt voert uit den beperk
ten gedachtenga-ng, die alleen te rade gaat
met wat men er langs den weg van ziet.
En dat is dan niet steeds in een staat, die
bevrediging kan wekken. Als men de ta
luds op de singels gadeslaat, za-1 men niet
kunnen zeggen dat ze in florianten staat
verkeeren, uitgenomen dan Witte- en Zoe-
terwoudsche Singels. Bij de groote plant
soenen valt liet op, dat de verzorging van
het gras niet van zoodanigen aard is, dat
men er de kale, verbrande plekken kan
uithouden, dat men het gras zoodanig
scheert, dat een mooie gelijkheid het. aan
zien verhoogt. De houtaanplanting ziet er
hier en daar niet erg florissant, uit en be
staat voor een deel uit hout. dat op het
vuur betere diensten zou bewijzen. Missen
wij ook niet. dat fijne goed, dat het aanzien
aanmerkelijk smakelijker kan maken, en,
is het er, dam gaat het. vaak te loor tus-
schen hoog hout of verliest het zich in de
wijdte van het omringende grasvlak, waar
door de nietigheid van een mooi perk sterk
spreekt.
De bedoeling van onze opmerkingen is
niet, om den plantsoendienst te kapittelen
of een hak te zetten, doch alleen, een uit
vloeisel van liet verlangen te uiten, dat
den wandelaar bezig houdt en hem tot na
denken stemt.
En dan zal hij geen oplossing kunnen
vinden voor het feit, dat op de Lange-
graclit de nog niet lang geleden geplaatste
jonge boomen voor liet grootste gedeelte
dood zijn gegaan. En da-n vraagt, zijn lee-
kenverstand of, als de bodem zich niet
leent voor zulk-soortige boomen, het. dan
niet te verwachten is, dat deskundige men-
sehen, alvorens deze boomen te plaatsen,
eerst den bodem onderzoeken, en. als be
sluit van de uitkomst, een ander soort
daar in den grond zetten.
Staan op vele plaatsen de boomen niet
te dicht bij elkaar, waardoor bij algeheel©
doorgroei verstikking volgt? Is het dan
geen zaak te gaan dunnen en het om den
anderen een weg te nemen toe te passen?
Worden krachtige maatregelen toegepast
om de steeds voortwoekerende iep ziekte
zoo weinig mogelijk slachtoffers te gunnen?
Ook het probleem van de wegverharding
vraagt, studie. Of de aanwending van de
daarbij gebruikte stoffen den groei van de
boomen niet belemmeren of wel tot dood
gaan doemen.
Al deze vraagstukken aau te snijden en
in ernstige studie te nemen, is een taak,
waarbij het. algemeen belang slechts voor
deel kan hebben.
En dan willen wij ook nog enkele op
merkingen plaatsen over de Stads-Kweeke-
rij, die, zoo oppervlakkig beschouwd, de
gemeente aardig wat geld moet. kosten,
omdat men er zelf trekt en kweekt, waar
bij natuurlijk niet is uit te rekenen, wat
aan de gemeente jong 'zandgoed en jong
hout kost. Dan komt als van zelve de vraag,
of de ingrediënten niet beter op andere
wijze kunnen worden verkregen, waardoor
dan tevens kan worden uitgeschakeld even
tueel verlies, door vorst, droogte en andere
oorzaken bereid.
Een voorname vraag is, of nu eindelijk
niet eens de plantsoendienst wordt losge
maakt. van Gemeentewerken en een zelf
standige dienst wordt, waardoor de kosten
meer overzichtelijk zullen worden en waar
bij dan tevens als reorganisatie-object den
deskundigen tuinlieden een meer verant
woordelijke en zelfstandige slechts aan
de hoofdleiding onderworpen werkkring
kan worden ge ge ven. Wat. wel een soort
decentralisatie zou zijn, doch een heel goe
de, omdat, dan het eigen initiatief, dat in
onze hoofd tuinlieden leeft, tot uiting zou
kunnen komen, wa-t den dienst zekev zou
ten goede komen en het bedienen van den
dienst na-ar een bepaald systeem, zou op
lossen in een meer acceptabele toepassing
van wat uit dit vak kan worden gehaald!
Ook ware onder het oog te zien de moge
lijkheid van uitbesteding van een bepaald
rayon. Het. komt ons voor dat daaraan
geen al te groote bezwaren zijn verbonden
noch van finantieelen noch van practischen
aard. Bovendien zou dat kunnen bevorde
ren een edele wedstrijd tusschen Gemeente
en particulieren arbeid, wie het best weet
partij te trekken van den bodem en de be
schikbare hulpmiddelen. Yvij- herinneren
ons, dat in de raadsverslagen al reeds en
kele malen heeft gestaan dat door Raads
leden in deze vraagstukken meer licht
werd gevraagd en ook wenscben werden
ter tafel gebracht. Doch tot heden bleef
het bij het oude. Wat is de reden daarvan?
Houdt Gemeentewerken misschien kramp
achtig vast aan den plantsoendienst als
onderdeel van Gemeentewerken? Weegt
men de bezwaren aan een scheiding ver
honden niet. al te breed uit? Ivan de Com
missie van Fabricage den knoop niet door
hakken en, los van verdere bezwaren, er
toe besluiten, deze zaak spoedig in goede
banen, te leiden, opdat nog bij de volgende
begrooting blijke in welk stadium het
vraagstuk verkeert?
Al te maal vragen welken 'wij een zeer
spoedige oplossing toewenschen, opdat èn
de dienst èn de burgerij er wel bij moge
varen.
W a n d e 1 a a r.
BUITENL. BERICHTEN
ONGELUKKEN.
Ontploffing aan boord van een kruiser.
Aan boord van een in de haven van
Toulon liggende'kruiser is een met samen
geperst gas gevuld apparaat ontploft. Er
zijn twee matrozen gedoodtwee werden
er -zwaar gewond.
Een granaat in een voer klaver ontploft.
Wolff meldt uit Briinn, dat, toen te
Czeitz, een plaats bij Go ede na. een land
bouwer met leden van zijn gezin en een
arbeider bezig was een voer klaver, dat
hij pas gemaaid had, te lossen, plotseling
een granaat, die blijkbaar op het land had
gelegen en bij het maaien tusschen de kla
ver was blijven zitten, op den grond viel.
Een ontploffing volgde; de arbeider en
twee dochters van den bóer werden onmid
dellijk gedoocl, terwijl .de boerin en een
andere dochter, alsmede nog een arbeider
zwaar gewond werden. In het ziekenhuis
overleden kort na het transport twee dei-
gewonden; de toestand van de boerin is
zorgwekkend.
Een onderzoek heeft uitgewezen, dat
kort geléden op het klaverveld artillerie-
oefeningen hadden plaats gehad.
Dooi* electriciteit gedood.
Te Ieperen wilde een inwoner, de 23-ja-
rige Derudder, een kat redden, die in een
electrische centrale was gedrongen. De
kat sprong op een kabel op het oogenblik.
dat Derudder haar bij de staart vatte. Man
en dier werden doodgebliksemd.
Ernstig autobus-ongeluk in Bohemen.-
Uit Kamen (Bohemen) wordt, gemeld,
dat gisternacht op den Heerener straat
weg een autobus met zulk een vaart tegen
een boom is gereden, dat de gebeele car
rosserie van het chassis werd afgerukt en
de 12 inzittenden er uit werden geslingerd.
Eén hunner was terstond dood, zes ande
ren werden met hersenschudding, schedel
breuken of gebroken beenen opgenomen.
Er is een politioneel onderzoek inge
steld.
De autobus moet met razende snelheid
gereden hebben, daar zij eerst 90 meter
verder tot staan kon worden gebracht.
Boschbranden aan de Rivièra.
Te Marignane, bij Vitrolles, is een groo
te boschbrand uitgebroken. Reeds is een
uitgestrekte oppervlakte bosch verbrand,
terwijl het dorp zelf slechts dank zij de
buitengewoon groote actie der dorpelin
gen en gendarmerie is behouden. Te Pen-
nesMirabeau, een dorp in de omgeving,
is eveneens een boschbrand uitgebroken.
Het blusschingswerk wordt bemoeilijkt
door een sterke mistral.
Drievoudige moord van een dokter.
Uit Warschau wordt gemeld: De 28-
jarige dokter Swierkowicz heeft zijn moe
der, zijn 22-jarige zuster en zijn 24-jarigen
'broer vermoord. Na zijn afschuwelijke
daad te hebben volbracht snelde hij naar
buiten en riep luide om hulp, ten einde
den indruk te wekken, dat er een roof
overval was gepleegd.
OPROEP
Tentoonstelling der Missicnaai-Vereeniging
St. Franciscus Xaverius.
Mag ik zoo vrij' zijn even uw aandacht
te vragen voor de a.s. tentoonstelling, wel
ke gehouden zal worden in liet laatst van
SeptemberI Nu, zult u zeggen, dat weten
wij al, des te beter, dan mogen wij toch ze
ker wel rekenen op uw aller medewerking,
vooral van de werkende leden van de 'Mis
siën aaikrans, zoowel dé oude leden als de
jeugdclub. Komt. toch de laatste weken
hard mede wei-ken, er is nog zooveel te
doen.
Laten wij met ons ijverig Bestuur een
drachtelijk samenwerken, met dat heerlij
ke doel-- voor oogen onze Missionarissen
steunen, en helpen om Gods Rijk hier op
aarde zoo groot mogelijk te doen worden.
Ook andere dames, die dit lezen, en mis
schien niet. in de gelegenheid zijn met. ons
mee te naaien en te borduren, ^vellicht
kunt gij iets missen voor het. schoone doel,
hoe klein ook, 't zal altijd dankbaar wor
den ontvangen, want hier geldt ook, vele
kleintjes maken een groote. Moge dan ve
len de handen ineenslaan om onze tentoon
stelling wederom te doen slagen. Koopt
allen 'n lot!! één kwartje maar!!
J. DE GROOT/
Leidster Jeugdclub.
MOMENTEN.
Morgengebed.
't Is nog vröeg, half zeven, doch de zon
heeft de kinderen reeds gewekt en wat de
zon niet heeft kunnen bereiken, daar
zorgen de kinderen zelve voor. Alles is
opgestaan.
Er komt heel wat. kijken, vóór ze alle
weer gekleed zijn. 't Is een drukte van
je-welste.
Eindelijk zijn ze klaar. Allen hebben
Vader en. Moeder goedenmorgen gewenscht
en zullen nu hun morgengebed gaan
bidden.
Er knielen er zes vóór ons, vóór 't Ma
riabeeld; de oudste bidt. voor: „Ik bedank
U voor alle weldaden, bijzonderlijk, dat
Gij mij dezen nacht bewaard hebt. Ik
draag- U op alle goede werken die ik dezen
dag zal verrichten."
En met deze góede voornemens uit de
kindermondjes voortkomende, maken ook
wij onze goede voornemens en bidden God,
dat Hij ons dezen dag weer moge sterken
om hen groot te brengen te Zijner eere,
hopende, dat zij kinderlijk mogen, blijven,
kinderlijk in Zijnen dienst, zooals zij ook
thans zijn.
En wij overzien het zestal en danken
God voor de genade, die hij ons in onze
kindeven geschonken beeft. Een heerlijke
hoogere blijdschap vervult ons. M. V.
DE H. CHRJSTOFFEL.
Aangemoedigd door het goede voorbeeld
van een der leden, die op zoo aardige wij
ze het bestuur van antwoord diende, wil
ik trachten ook een klein stukje te leveren
voor onze eigen rubriek. Ik wilde 't heb
ben over St.. Christoffel!
't Is waar, de Presidente vraagt iets dat
meer speciaal voor onzen Vrouwenbond
geëigend is; maar ik waag het er op iets
over dit. onderwerp te schrijven naar aan
leiding van een berichtje dat ik vond in
„De Leidscbe Courant" van Maamdag 29
Juli 1.1.
Daar las ik onder 't. Stompwijks nieuws:
„Gisteren, Zondag, onder 't octaaf van
St. Christoffel, heeft na de Vespers de
zegening van auto's plaats gehad. Drie-en-
vijftig auto's werden door den Pastoor ge
zegend".
Ja, St. Christoffel, vanouds de patroon
der reizigers-, wordt in den laatsten tijd
vooral vereerd als beschermer van auto-
en motorrijders. De zegening der auto's te
zijner eer, en het .aanbrengen zijner me
daille daarin, komt dan ook zeer veel in
gebruik.
Om het leven van dezen heilige zijn zoo
veel legenden geweven, dat zij bijna niet
meer van de geschiedenis te scheiden^zijn.
Wij lezen hoe Christoffel, de reus, toen
hij nog een heiden was, zich slechts in
dienst wilde stellen van hem, die in macht
voor niemand onder deed. Dus bood hij
zijn diensten aan bij een machtig koning.
Deze koning, op zekeren keer in bekoring
geraakt; maakte een kruisteeken en op
de vraag van zijn dienaar, waarom hij zoo
deed, antwoordde hem de. koning, dat hij
den duivel op de vlucht wilde jagen.
Als mijn meester bang is voor den dui
vel, dan wil ik den duivel dienen, want
die schijnt machtiger te zijn, zoo dacht
de reus en hij stelde zich in dienst van
den duivel.
Toen op zijn beurt de duivel vrees toon
de voor een kruisbeeld op den weg, vroeg
Christoffel: „Wie is diegene, vuor wien gij
angstig zijt?" waarop het antwoord luid
de: ,,'t Is Jezus Christus, de Verlosser,
mijn machtigste vijand". Christoffel besloot
nu Jezus Christus te gaan dienon. Hij toog
op weg en ontmoette een kluizenaar wien
hij de vraag stelde: „Kunt gij mij zeggen
hoe ik Jezus Christus kan dienen?" „Ja"
sprak de grijsaard, „met bidden en vas^
ten". „Vasten wil ik niet en bidden kan ik
niet", zei de reus, „maar ik wil wel voor
hem werken!" „Welnu", hernam de grijs
aard, „niet ver hier vandaan is een woeste
stroom, de brug is vernield, draag gij nu
om wille van Christus de reizigers over
de rivier".
Christoffel deed trouw zijn vrijwillig op
zich genomen plicht. Op zekeren stormach-
tigen nacht was hij zeer verwonderd een
kind te hooren, die vroeg over den stroom
gedragen te worden. Christoffel aarzelde
niet en droeg den kleine onder 't razen
der woeste elementen - over de rivier. De
reus hijgde als onder een z war en last.
„Maar kindje", sprak hij, waarom maakt
ge u zoo zwaar; 't is of ik de geheele we
reld op m'n schouders draag". „Niet de we
reld, Christoffel, draagt gij op de schou
ders, maar den Schepper der wereld zelf".
Na deze woorden bukte het Kindje,
schepte water in Zijn handje en doopte
eigenhandig den heiden.
Dit is de legende van Christoffel, ook
Christophorus geheeten, welke naam
„Christusdrager" beteekent.
Doch geen legende maar zeker werke
lijkheid is 't, dat hij omstreeks het jaar
250 als anartelaa-r gestorven is.
Zijn feestdag is 25 Juli.
R. H.
De zorg voor de naaimachine.
Ook een naaimachine heeft zorg en een
goede behandeling noodig, als men er ten
minste geruimen tijd pleizier van wil heb
ben. En dit doelt nog niet zoozeer op een
regelmatig kundig onderzoek van een re
parateur a'ls wel op de geregelde verzor
ging van de-gene, die de machine gebruikt.
Op vaste tijden moet de machine ge
smeerd worden, gewoonlijk is eens per
maand voldoende, bij veelvuldig gebruik
echter meermalen. Men neme daarvoor
een spuitje met naaimachineolie en volgt
de handleiding, die bij iedere machine
wordt verstrekt. Vooral het schuitje heeft
met zorg toegevoerde olie noodig.
Nadat de machine gesmeerd is, moet
men het. teveel aan olie, dat uit de ver
schillende gaatjes druipt, zorgvuldig af
wrijven en een oud lapje stof een paar
maal doorstikken om te voorkomen dat
nieuw goed door vetvlekken beschadigd
wordt.
Om de machine tegen stof en vuil t© be-l
veiligen moet men ze steeds afgedekt hou
den. Dadelijk na gebruik plaatst men de
kap er weer over, er aandacht aan schen
kend, dat men die steeds aan de goede
zijde plaatst. D© goederen, die gestikt,
worden, laten draadjes, pluisjes en stof
achter en, voordat men de machine gaat ge
bruiken, moet men aan de onderzijde al
dat vuil verwijderen en het. schuitje met
een borsteltje afschuieren. Men kan dan
gelijk, de spelden verzamelen, die gewoon
lijk in de bak onder de machine te vinden
zijn.
Een naaimachine, die verwaarloosd is
en in slechten staat verkeert, kan men een
behandeling met paraffine geven. Daar
door zal de roest en de stroefheid verdwij
nen en de machine met minder krachtsin
spanning toch weer zachter werken. Met
een schrijfmachine-borsteltje kan men de
bijna onbereikbare plaatsen behandelen,
doch voordat men de machine weer in ge
bruik neemt moet men de paraffine goed
afwrijven en weer met olie bespuiten.
Zedelijke gezondheid en lichamelijke
gezondheid gaan samen.
De H. Kerk heeft zich steeds verzet te
gen, de mode-excessen, die ten doel heb
ben zooveel mogelijk van het vrouwelijk
lichaam aan bedekking te onttrekken en
publiek ten toon te stellen.
Reeds ge ruimen tijd geleden berichtte
de .Matin":
In de V. S. wordt geconstaeerd, dat het
aantal jange vrouwen tusschen 16 en 26
jaar, dat sterft aan longaandoeningen,
steeds en snel toeneemt. Te New-York,,
waar een congres der „Wisconsin Tuber
culosis Association" is gehouden, heeft
men aan deze zaak aandacht besteed.
Dr. Dearholt heeft op dat congres ver
klaard dat de toeneming der tuberculose
onder de Aanerikaansclie vrouwen te wijten
is aan de luchtige en korte rokken, die
de mode voorschrijft en aan het tekort
aan voedsel, waartoe de vrouwen zich
veroordeelen, ten einde slank te blijven.
Dr. John A. Smith voegde hieraan toe,
dat de korte rokken niet alléén de schuld
dragen, maar ook de jazz. Ce Amerikaan-
fiche sanatoria zijn op liet. oogenblik vol
studentes, die door de vreeselijke ziekte
zijn aangetast, ten gevolge van de ondeug
delijke kleeding èn van de verkeerde dan
sen. In 1915 stierven er aan t.b.c. in de
Ver. Staten 3.8 pet. meer vrouwen dan
mannen. In 1927 was de sterfte onder de
vrouwen 49 pet. meer
Nadat deze waarnemingen met jonge
vrouwen werden ge-daan, moest hetzelfde
worden geconstateerd ten aanzien van
meisjes van 10 tot. 16 jaar. Ook deze ver-
toonen een zorgwekkend sterftecijfer aan
t.b.c.
Dr. Benjamin Goldberg, secretaris van
het gemeentelijke Tuberculose Sanatorium
van Chicago schrijft zijnerzijds de toene
mende sterfte toe aan de luchtige klee
ding. Voorts aan het feit, dat zij dieet
houden om niet te dik te worden. Een en
ander ontneemt allen- energie tot veer
stand.