ONDERWIJS AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND VEERTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. HOOFDGEDACHTE. 'Als hoofdthema van de Liturgie van dezen Zondag kan gel den het woorcl der H. Schrift: „Den lieer, TJwen God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen". De Introitus, het Graduale, het Offerto rium en de Communio wijzen alle op het geluk en de uitverkiezing van hen, die God mogen kennen en dienen, terwijl het Epistel en het Evangelie in meer negatieven vorm het gebod herhalen, in eene omschrijving van het woord: „Gij zult geen vreemde go den voor mijne oogen hebben": gij zult niet uwe zinnelijke lusten dienen (Epistel), noch ook de slaaf zijn van uwe wereldsche zor gen. (Evangelie). Introitus. Gij, onze Beschermer, zie toe, o God, en werp uwen blik op het aanschijn van de U toegewijde (Kerk), omdat het be ter is één dag te verblijven in Uwe voorho ven, dan duizend (elders). Ps. Hoe lieflijk zijn Uwe woontenten, o Heier der heerscharen! Verlangend en kwij nend ziet mijn ziel uit naar de voorhoven des Heeren! Oratie. Bewaar, o Heer, smeeken wij, Uwe Kerk door Uwe blijvende lankmoedigheid: en, omdat zonder U de menschelijke ster felijkheid ten val komt, moge zij altijd door Uwe hulp worden afgehouden van het kwaad en worden heengeleid naar wat heil zaam is. Door onzen Heer. Gedachtenis van den H. Gregorius. God, Die Uwe Kerk door de glorierijke ver diensten en wonderwerken van Uwen heili gen Belijder en Bisschop Gregorius hebt willen sieren, geef ons op Zijne voorspraak lief te hebben, wat Gij beveelt en uit. te zien naar wat Gij belooft, opdat te midden van de veranderlijke wereldsche ijdelhe- den onze harten mogen gericht zijn naar de ware vreugden. Gedachtenis van den koning Lodewijk. God, Die den H. Ludovicus van zijn aard- sche rijk hebt overgeplaatst naar de glorie van het hemelsche rijk, wij smeeken U, dat Gij door zijne verdiensten en tusschen- koinst ons deelachtig maakt aan het rijk van den foiling der koningen,' Jesus Chris tus, Uwen Zoon, Die met U enz. Graduale. Beter is het. te vertrouwen op den Heer, dan te vertrouwen op de men- schen. Beter is het te hopen op God, dan te hopen op aardsche grootheid. Alleluia! Alleluia! Komt, juichen wij den Heer toe, jubelen wij voor God, ons HeilAlleluia Offertorium. Nederdalen zal de Engel des Heeren, rondom degenen, die Hem vreezen, en hij zal hen verlossen: beproeft en ziet, hoe zoet de Heer is! Stil gebed. Geef ons, smeeken wij, o Heer, dat deze heilbrengende ^Hostie ons brenge de zuivering van onze misdrijven en de verzoening met Uwe Almacht. D'oor on zen Heer. S. Gregorius. Üat het jaarlijksch feest van Uwen heiligen Belijder en Bisschop Gregorius ons, zoo smeeken wij, welgeval lig make aan Uwe majesteit; opdat dooi; dit offer van verzoening wij Hem onze dankbaarheid mogen getuigen en van U gaven van genade mogen erlangen. S. Ludovicus. Verleen, smeeken wij, al machtige God, dat, zooals de heilige Ludo vicus, Uw Belijder, met verachting van de aanlokselen der wereld zich heeft, beijverd alleen aan Koning Christus te behagen, zoo zijn gebed ons ook aangenamer make aan U. Door denzelfden Heer. Communio. Eerst moet gij zoeken het Bijk Gods, en alles zal u worden toegeworpen, zegt de Heer. Postcommunio. Dat Uwe Sacramenten, o God, ons steeds zuiverder en sterker ma ken, en ons brengen mogen tot eene blijven de heiliging. Door onzen Heer. S. Gregorius. God, vergelder van de U getrouwe zielen, geef dat wij, door de gebe den van den heiligen Gregorius, Uwen Be lijder en Bisschop, wiens blijden feestdag wij heden vieren, de vergiffenis mogen ver werven. S. Ludovicus. God, Die den heiligen Be lijder Ludovicus wonderbaar hebt gemaakt op aarde en Hem glorierijk gemaakt hebt in den hemel, wij smeeken U, dat Gij Hem wilt aanstellen tot verdediger van Uwe Kerk. Door onzen Heer. Instituut St. Marie te Huybergen. Te Huybergen is in intiemen kring het. 75-jarig bestaan gevierd van de Congre gatie der Broeders. Na de- Pontificale Mis van dankzegging, door Z. D. H. den Bis schap van Breda- opgedragen in de keurig versierde kapel, werd van 11 tot 1 uur receptie gehouden. Na den welkomstgroet van. den Algemeenen Overste en de feest cantate werd, zoo meldt ,,<S. Maria", het woord gevoerd door Mgr. Hopmans. Ple baan Schrauwen, Pastoor Eilbry uit Am sterdam, den. burgemeester van Huybergen, het Tweede Kamerlid Vos, Inspecteur van Luytelaar en Rector Vermolen. De burgemeester deelde mede. dat het H. M. de Koningin had behaagd,, den Alge meenen Overste te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Met uit bundige vreugde werd deze tijding be groet. Het feest, werd bijgewoond door al de priesters, die met de leiding der Broeders in verschillende parochies zijn belast of ooit belast waren. Als kleine bijzonderheid zij nog vermeld, dat Mgr. Hopmans nog één Broeder aan trof nd. Br. Pacifious, van wien Z. D. H. vóór 50 jaar les mocht ontvangen1 als leer ling van het Instituut. BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. LXXVII. De Gemeentelijke Plantsoendienst. De stads-kweekerij. Reorga nisatie gewenscht. Wanneer wij deze regelen wijden aan een van de gemeentediensten, die het meest voor den wandelenden Leidenaar in het oog valt en den vreemdeling er toe brengt om gevolgtrekkingen te maken uit de ver gelijking van wat hij hier ziet en elders, dan doen wij dit vooral, omdat wij ons maar niet los kunnen maken van de ge dachte, dat men hier in Leiden niet pro fiteert, naarmate de plantsoendienst der Gemeente aan kapitaal vraagt. Van zelf trekt datgene, wat tot verlevendiging van den aanblik en verfraaiing van de stad zoo een ondeelbaar geheel is, de bijzondere aandacht en toetsen wij de uitgaven van zelve aan de. uitkomst, aan de resultaten. En dan stellen wij onze eischen nog niet eens zoo hoog, dat ze vrijwel boven het be reikbare gaan, doch stellen wij ons alleen op het zakelijke standpunt, dat men ons, burgers, waar voor ons geld geeft. Dat is geen onredelijke eiseli, geen ongemotiveerd verlangen, doch iets als van zelf sprekend, wat voortspruit, uit een verklaarbaar ver langen, datgene wat Leiden als woonstad aantrekkelijk moet maken, zooveel mogelijk te doen uitkomen. Te meer nog, waar an dere gemeenten er zich op toeleggen ten opzichte van den plantsoendienst het aan zien zoo productief mogelijk te maken. Daarvoor is heusch niet noodig een uit breiding van hooger personeel, die den dienst, veelal topzwaar maakt, doch een stel theoretisch, doch meer nog praotisch onderlegde, raensehen, die zijn toegerust met. een fijnen smaak en weten te profitee- ren va-n de mooiste en meest tot den kij kers sprekende plekjes van onze plantsoe nen, waarbij een terzake kundige keuze van kleurcombinaties een voorname rol speelt, en het aanbrengen van hoog of laag h.out een belangrijk deel van het geheel vormt. Proportie en rangschikking behoo- ren speciale, zorg te hebben, terwijl ook vooral aandacht dient gewijd aan de be scherming tegen de baldadigheid van de jeugd, opdat zoo weinig mogelijk verloren ga., wat met zorg en smaak is opgesteld. En daarbij is het zoo gewepscht, dab het. publiek actief is en baldadigheid of ver nielzucht mede helpt beteugelen, doo-r waarschuwingen en. zoo noodig, sterker maatregelen. Als iedereen bedenkt, dat ook zijn belastingpenningen zijn betrokken bij de openbare diensten, dan. zal men er des 'te gereeder toe komen, ook eens een oogje in het zeil te houden en bij tijd en wijle datgene, wat het. aanzien van zijn stad aantrekkelijk maakt, in bescherming te nemen. Tot nu toe wordt daar nog te weinig aan gedacht; moge het meer wor den toegepast. Want wat is wel het voornaamste euvel bij de massa, der burgerijDat. men nog zoo weinig meeleeft, nog zoo moeilijk zich re kenschap geeft va-n de toch zeker groote sommen die, in casu, zijn gemoeid met den in veler oog zoo simpelen plantsoendienst. En dan moet men wel van schrik bijna om vallen, als men hoert., dat er aan dezen dienst, per jaar, zoowat ruim zestig duizend gulden worden ten koste gelegd En dan zullen zij van zelve komen tot de. zeer gemotiveerde vraag of de plantsoendienst zulk een groot bedrag wel waard is. En wij gelooven, dat velen ge neigd zijn deze vraag ontkennend te beant woorden. Dat komt voert uit den beperk ten gedachtenga-ng, die alleen te rade gaat met wat men er langs den weg van ziet. En dat is dan niet steeds in een staat, die bevrediging kan wekken. Als men de ta luds op de singels gadeslaat, za-1 men niet kunnen zeggen dat ze in florianten staat verkeeren, uitgenomen dan Witte- en Zoe- terwoudsche Singels. Bij de groote plant soenen valt liet op, dat de verzorging van het gras niet van zoodanigen aard is, dat men er de kale, verbrande plekken kan uithouden, dat men het gras zoodanig scheert, dat een mooie gelijkheid het. aan zien verhoogt. De houtaanplanting ziet er hier en daar niet erg florissant, uit en be staat voor een deel uit hout. dat op het vuur betere diensten zou bewijzen. Missen wij ook niet. dat fijne goed, dat het aanzien aanmerkelijk smakelijker kan maken, en, is het er, dam gaat het. vaak te loor tus- schen hoog hout of verliest het zich in de wijdte van het omringende grasvlak, waar door de nietigheid van een mooi perk sterk spreekt. De bedoeling van onze opmerkingen is niet, om den plantsoendienst te kapittelen of een hak te zetten, doch alleen, een uit vloeisel van liet verlangen te uiten, dat den wandelaar bezig houdt en hem tot na denken stemt. En dan zal hij geen oplossing kunnen vinden voor het feit, dat op de Lange- graclit de nog niet lang geleden geplaatste jonge boomen voor liet grootste gedeelte dood zijn gegaan. En da-n vraagt, zijn lee- kenverstand of, als de bodem zich niet leent voor zulk-soortige boomen, het. dan niet te verwachten is, dat deskundige men- sehen, alvorens deze boomen te plaatsen, eerst den bodem onderzoeken, en. als be sluit van de uitkomst, een ander soort daar in den grond zetten. Staan op vele plaatsen de boomen niet te dicht bij elkaar, waardoor bij algeheel© doorgroei verstikking volgt? Is het dan geen zaak te gaan dunnen en het om den anderen een weg te nemen toe te passen? Worden krachtige maatregelen toegepast om de steeds voortwoekerende iep ziekte zoo weinig mogelijk slachtoffers te gunnen? Ook het probleem van de wegverharding vraagt, studie. Of de aanwending van de daarbij gebruikte stoffen den groei van de boomen niet belemmeren of wel tot dood gaan doemen. Al deze vraagstukken aau te snijden en in ernstige studie te nemen, is een taak, waarbij het. algemeen belang slechts voor deel kan hebben. En dan willen wij ook nog enkele op merkingen plaatsen over de Stads-Kweeke- rij, die, zoo oppervlakkig beschouwd, de gemeente aardig wat geld moet. kosten, omdat men er zelf trekt en kweekt, waar bij natuurlijk niet is uit te rekenen, wat aan de gemeente jong 'zandgoed en jong hout kost. Dan komt als van zelve de vraag, of de ingrediënten niet beter op andere wijze kunnen worden verkregen, waardoor dan tevens kan worden uitgeschakeld even tueel verlies, door vorst, droogte en andere oorzaken bereid. Een voorname vraag is, of nu eindelijk niet eens de plantsoendienst wordt losge maakt. van Gemeentewerken en een zelf standige dienst wordt, waardoor de kosten meer overzichtelijk zullen worden en waar bij dan tevens als reorganisatie-object den deskundigen tuinlieden een meer verant woordelijke en zelfstandige slechts aan de hoofdleiding onderworpen werkkring kan worden ge ge ven. Wat. wel een soort decentralisatie zou zijn, doch een heel goe de, omdat, dan het eigen initiatief, dat in onze hoofd tuinlieden leeft, tot uiting zou kunnen komen, wa-t den dienst zekev zou ten goede komen en het bedienen van den dienst na-ar een bepaald systeem, zou op lossen in een meer acceptabele toepassing van wat uit dit vak kan worden gehaald! Ook ware onder het oog te zien de moge lijkheid van uitbesteding van een bepaald rayon. Het. komt ons voor dat daaraan geen al te groote bezwaren zijn verbonden noch van finantieelen noch van practischen aard. Bovendien zou dat kunnen bevorde ren een edele wedstrijd tusschen Gemeente en particulieren arbeid, wie het best weet partij te trekken van den bodem en de be schikbare hulpmiddelen. Yvij- herinneren ons, dat in de raadsverslagen al reeds en kele malen heeft gestaan dat door Raads leden in deze vraagstukken meer licht werd gevraagd en ook wenscben werden ter tafel gebracht. Doch tot heden bleef het bij het oude. Wat is de reden daarvan? Houdt Gemeentewerken misschien kramp achtig vast aan den plantsoendienst als onderdeel van Gemeentewerken? Weegt men de bezwaren aan een scheiding ver honden niet. al te breed uit? Ivan de Com missie van Fabricage den knoop niet door hakken en, los van verdere bezwaren, er toe besluiten, deze zaak spoedig in goede banen, te leiden, opdat nog bij de volgende begrooting blijke in welk stadium het vraagstuk verkeert? Al te maal vragen welken 'wij een zeer spoedige oplossing toewenschen, opdat èn de dienst èn de burgerij er wel bij moge varen. W a n d e 1 a a r. BUITENL. BERICHTEN ONGELUKKEN. Ontploffing aan boord van een kruiser. Aan boord van een in de haven van Toulon liggende'kruiser is een met samen geperst gas gevuld apparaat ontploft. Er zijn twee matrozen gedoodtwee werden er -zwaar gewond. Een granaat in een voer klaver ontploft. Wolff meldt uit Briinn, dat, toen te Czeitz, een plaats bij Go ede na. een land bouwer met leden van zijn gezin en een arbeider bezig was een voer klaver, dat hij pas gemaaid had, te lossen, plotseling een granaat, die blijkbaar op het land had gelegen en bij het maaien tusschen de kla ver was blijven zitten, op den grond viel. Een ontploffing volgde; de arbeider en twee dochters van den bóer werden onmid dellijk gedoocl, terwijl .de boerin en een andere dochter, alsmede nog een arbeider zwaar gewond werden. In het ziekenhuis overleden kort na het transport twee dei- gewonden; de toestand van de boerin is zorgwekkend. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat kort geléden op het klaverveld artillerie- oefeningen hadden plaats gehad. Dooi* electriciteit gedood. Te Ieperen wilde een inwoner, de 23-ja- rige Derudder, een kat redden, die in een electrische centrale was gedrongen. De kat sprong op een kabel op het oogenblik. dat Derudder haar bij de staart vatte. Man en dier werden doodgebliksemd. Ernstig autobus-ongeluk in Bohemen.- Uit Kamen (Bohemen) wordt, gemeld, dat gisternacht op den Heerener straat weg een autobus met zulk een vaart tegen een boom is gereden, dat de gebeele car rosserie van het chassis werd afgerukt en de 12 inzittenden er uit werden geslingerd. Eén hunner was terstond dood, zes ande ren werden met hersenschudding, schedel breuken of gebroken beenen opgenomen. Er is een politioneel onderzoek inge steld. De autobus moet met razende snelheid gereden hebben, daar zij eerst 90 meter verder tot staan kon worden gebracht. Boschbranden aan de Rivièra. Te Marignane, bij Vitrolles, is een groo te boschbrand uitgebroken. Reeds is een uitgestrekte oppervlakte bosch verbrand, terwijl het dorp zelf slechts dank zij de buitengewoon groote actie der dorpelin gen en gendarmerie is behouden. Te Pen- nesMirabeau, een dorp in de omgeving, is eveneens een boschbrand uitgebroken. Het blusschingswerk wordt bemoeilijkt door een sterke mistral. Drievoudige moord van een dokter. Uit Warschau wordt gemeld: De 28- jarige dokter Swierkowicz heeft zijn moe der, zijn 22-jarige zuster en zijn 24-jarigen 'broer vermoord. Na zijn afschuwelijke daad te hebben volbracht snelde hij naar buiten en riep luide om hulp, ten einde den indruk te wekken, dat er een roof overval was gepleegd. OPROEP Tentoonstelling der Missicnaai-Vereeniging St. Franciscus Xaverius. Mag ik zoo vrij' zijn even uw aandacht te vragen voor de a.s. tentoonstelling, wel ke gehouden zal worden in liet laatst van SeptemberI Nu, zult u zeggen, dat weten wij al, des te beter, dan mogen wij toch ze ker wel rekenen op uw aller medewerking, vooral van de werkende leden van de 'Mis siën aaikrans, zoowel dé oude leden als de jeugdclub. Komt. toch de laatste weken hard mede wei-ken, er is nog zooveel te doen. Laten wij met ons ijverig Bestuur een drachtelijk samenwerken, met dat heerlij ke doel-- voor oogen onze Missionarissen steunen, en helpen om Gods Rijk hier op aarde zoo groot mogelijk te doen worden. Ook andere dames, die dit lezen, en mis schien niet. in de gelegenheid zijn met. ons mee te naaien en te borduren, ^vellicht kunt gij iets missen voor het. schoone doel, hoe klein ook, 't zal altijd dankbaar wor den ontvangen, want hier geldt ook, vele kleintjes maken een groote. Moge dan ve len de handen ineenslaan om onze tentoon stelling wederom te doen slagen. Koopt allen 'n lot!! één kwartje maar!! J. DE GROOT/ Leidster Jeugdclub. MOMENTEN. Morgengebed. 't Is nog vröeg, half zeven, doch de zon heeft de kinderen reeds gewekt en wat de zon niet heeft kunnen bereiken, daar zorgen de kinderen zelve voor. Alles is opgestaan. Er komt heel wat. kijken, vóór ze alle weer gekleed zijn. 't Is een drukte van je-welste. Eindelijk zijn ze klaar. Allen hebben Vader en. Moeder goedenmorgen gewenscht en zullen nu hun morgengebed gaan bidden. Er knielen er zes vóór ons, vóór 't Ma riabeeld; de oudste bidt. voor: „Ik bedank U voor alle weldaden, bijzonderlijk, dat Gij mij dezen nacht bewaard hebt. Ik draag- U op alle goede werken die ik dezen dag zal verrichten." En met deze góede voornemens uit de kindermondjes voortkomende, maken ook wij onze goede voornemens en bidden God, dat Hij ons dezen dag weer moge sterken om hen groot te brengen te Zijner eere, hopende, dat zij kinderlijk mogen, blijven, kinderlijk in Zijnen dienst, zooals zij ook thans zijn. En wij overzien het zestal en danken God voor de genade, die hij ons in onze kindeven geschonken beeft. Een heerlijke hoogere blijdschap vervult ons. M. V. DE H. CHRJSTOFFEL. Aangemoedigd door het goede voorbeeld van een der leden, die op zoo aardige wij ze het bestuur van antwoord diende, wil ik trachten ook een klein stukje te leveren voor onze eigen rubriek. Ik wilde 't heb ben over St.. Christoffel! 't Is waar, de Presidente vraagt iets dat meer speciaal voor onzen Vrouwenbond geëigend is; maar ik waag het er op iets over dit. onderwerp te schrijven naar aan leiding van een berichtje dat ik vond in „De Leidscbe Courant" van Maamdag 29 Juli 1.1. Daar las ik onder 't. Stompwijks nieuws: „Gisteren, Zondag, onder 't octaaf van St. Christoffel, heeft na de Vespers de zegening van auto's plaats gehad. Drie-en- vijftig auto's werden door den Pastoor ge zegend". Ja, St. Christoffel, vanouds de patroon der reizigers-, wordt in den laatsten tijd vooral vereerd als beschermer van auto- en motorrijders. De zegening der auto's te zijner eer, en het .aanbrengen zijner me daille daarin, komt dan ook zeer veel in gebruik. Om het leven van dezen heilige zijn zoo veel legenden geweven, dat zij bijna niet meer van de geschiedenis te scheiden^zijn. Wij lezen hoe Christoffel, de reus, toen hij nog een heiden was, zich slechts in dienst wilde stellen van hem, die in macht voor niemand onder deed. Dus bood hij zijn diensten aan bij een machtig koning. Deze koning, op zekeren keer in bekoring geraakt; maakte een kruisteeken en op de vraag van zijn dienaar, waarom hij zoo deed, antwoordde hem de. koning, dat hij den duivel op de vlucht wilde jagen. Als mijn meester bang is voor den dui vel, dan wil ik den duivel dienen, want die schijnt machtiger te zijn, zoo dacht de reus en hij stelde zich in dienst van den duivel. Toen op zijn beurt de duivel vrees toon de voor een kruisbeeld op den weg, vroeg Christoffel: „Wie is diegene, vuor wien gij angstig zijt?" waarop het antwoord luid de: ,,'t Is Jezus Christus, de Verlosser, mijn machtigste vijand". Christoffel besloot nu Jezus Christus te gaan dienon. Hij toog op weg en ontmoette een kluizenaar wien hij de vraag stelde: „Kunt gij mij zeggen hoe ik Jezus Christus kan dienen?" „Ja" sprak de grijsaard, „met bidden en vas^ ten". „Vasten wil ik niet en bidden kan ik niet", zei de reus, „maar ik wil wel voor hem werken!" „Welnu", hernam de grijs aard, „niet ver hier vandaan is een woeste stroom, de brug is vernield, draag gij nu om wille van Christus de reizigers over de rivier". Christoffel deed trouw zijn vrijwillig op zich genomen plicht. Op zekeren stormach- tigen nacht was hij zeer verwonderd een kind te hooren, die vroeg over den stroom gedragen te worden. Christoffel aarzelde niet en droeg den kleine onder 't razen der woeste elementen - over de rivier. De reus hijgde als onder een z war en last. „Maar kindje", sprak hij, waarom maakt ge u zoo zwaar; 't is of ik de geheele we reld op m'n schouders draag". „Niet de we reld, Christoffel, draagt gij op de schou ders, maar den Schepper der wereld zelf". Na deze woorden bukte het Kindje, schepte water in Zijn handje en doopte eigenhandig den heiden. Dit is de legende van Christoffel, ook Christophorus geheeten, welke naam „Christusdrager" beteekent. Doch geen legende maar zeker werke lijkheid is 't, dat hij omstreeks het jaar 250 als anartelaa-r gestorven is. Zijn feestdag is 25 Juli. R. H. De zorg voor de naaimachine. Ook een naaimachine heeft zorg en een goede behandeling noodig, als men er ten minste geruimen tijd pleizier van wil heb ben. En dit doelt nog niet zoozeer op een regelmatig kundig onderzoek van een re parateur a'ls wel op de geregelde verzor ging van de-gene, die de machine gebruikt. Op vaste tijden moet de machine ge smeerd worden, gewoonlijk is eens per maand voldoende, bij veelvuldig gebruik echter meermalen. Men neme daarvoor een spuitje met naaimachineolie en volgt de handleiding, die bij iedere machine wordt verstrekt. Vooral het schuitje heeft met zorg toegevoerde olie noodig. Nadat de machine gesmeerd is, moet men het. teveel aan olie, dat uit de ver schillende gaatjes druipt, zorgvuldig af wrijven en een oud lapje stof een paar maal doorstikken om te voorkomen dat nieuw goed door vetvlekken beschadigd wordt. Om de machine tegen stof en vuil t© be-l veiligen moet men ze steeds afgedekt hou den. Dadelijk na gebruik plaatst men de kap er weer over, er aandacht aan schen kend, dat men die steeds aan de goede zijde plaatst. D© goederen, die gestikt, worden, laten draadjes, pluisjes en stof achter en, voordat men de machine gaat ge bruiken, moet men aan de onderzijde al dat vuil verwijderen en het. schuitje met een borsteltje afschuieren. Men kan dan gelijk, de spelden verzamelen, die gewoon lijk in de bak onder de machine te vinden zijn. Een naaimachine, die verwaarloosd is en in slechten staat verkeert, kan men een behandeling met paraffine geven. Daar door zal de roest en de stroefheid verdwij nen en de machine met minder krachtsin spanning toch weer zachter werken. Met een schrijfmachine-borsteltje kan men de bijna onbereikbare plaatsen behandelen, doch voordat men de machine weer in ge bruik neemt moet men de paraffine goed afwrijven en weer met olie bespuiten. Zedelijke gezondheid en lichamelijke gezondheid gaan samen. De H. Kerk heeft zich steeds verzet te gen, de mode-excessen, die ten doel heb ben zooveel mogelijk van het vrouwelijk lichaam aan bedekking te onttrekken en publiek ten toon te stellen. Reeds ge ruimen tijd geleden berichtte de .Matin": In de V. S. wordt geconstaeerd, dat het aantal jange vrouwen tusschen 16 en 26 jaar, dat sterft aan longaandoeningen, steeds en snel toeneemt. Te New-York,, waar een congres der „Wisconsin Tuber culosis Association" is gehouden, heeft men aan deze zaak aandacht besteed. Dr. Dearholt heeft op dat congres ver klaard dat de toeneming der tuberculose onder de Aanerikaansclie vrouwen te wijten is aan de luchtige en korte rokken, die de mode voorschrijft en aan het tekort aan voedsel, waartoe de vrouwen zich veroordeelen, ten einde slank te blijven. Dr. John A. Smith voegde hieraan toe, dat de korte rokken niet alléén de schuld dragen, maar ook de jazz. Ce Amerikaan- fiche sanatoria zijn op liet. oogenblik vol studentes, die door de vreeselijke ziekte zijn aangetast, ten gevolge van de ondeug delijke kleeding èn van de verkeerde dan sen. In 1915 stierven er aan t.b.c. in de Ver. Staten 3.8 pet. meer vrouwen dan mannen. In 1927 was de sterfte onder de vrouwen 49 pet. meer Nadat deze waarnemingen met jonge vrouwen werden ge-daan, moest hetzelfde worden geconstateerd ten aanzien van meisjes van 10 tot. 16 jaar. Ook deze ver- toonen een zorgwekkend sterftecijfer aan t.b.c. Dr. Benjamin Goldberg, secretaris van het gemeentelijke Tuberculose Sanatorium van Chicago schrijft zijnerzijds de toene mende sterfte toe aan de luchtige klee ding. Voorts aan het feit, dat zij dieet houden om niet te dik te worden. Een en ander ontneemt allen- energie tot veer stand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 8