ARME KINDERTJES
De „Graf Zeppelin" in Amerika aangekomen
SPORT
LAND- EN TUÏNBOU
STADSNIEUWS
ZIJ, DIE DE HAAGSCHE CON
FERENTIE MOGELIJK MAAK
TEN
BRIANO POINCARé.
Voor de eerste maal in zijn schitterende
loopbaan heeft. Raymond Poincaré zijn
nationaal apostolaat onderbroken om aan
zichzelf te denken, wat in zekeren zin ook
een manier is om zijn land te dienen. Want
is er ooit een hulde hem gebracht, die
niet zoo bedoeld meer waarheid bevat
te, dan hetgeen de communist Marcel
Cackin op een avond in de Kamer hem
toebeet: „Het zijn altijd ongeluksdagen,
waarop men U ziet."
Het is waar: en wanneer het. ongeluk
heengaat, gaat. ook hij heen: zoo is zijn
lot, zijn bijna klassieke glorie. Wanneer al
les omver gesmeten, is, een val haast on
vermijdelijk, wordt hij geroepen om alles
weer op zijn plaats te zetten. Mot. één doe.l
slechts is hij in de politiek: herstellen,
,wat anderen hebben kapot geslagem Poin
caré kan zich met alles bemoeien, over al
les meepraten: hij is een specialist in na
tionaal herstelwerk. Zijn ijzersterk gestel,
dat hem staande heeft gehouden, onwan
kelbaar en scherp van geest, gedurende de
heftigste debatten, die ooit in een demo
cratisch regeerin-gsstelsel zijn gehouden,
heeft hem nu in den steek gelaten, juist
op het oogenblik. dat een hoofd-periode in
"Frankrijk's geschiedenis door hem zou
worden afgesloten.
Hij behoort tot degenen, wier lot gestem
peld schijnt te zijn met zekere tragische
grootheid. Zijn openbaar leven is als een
symphonic, waar na lange stilte plotse
ling luidop klinkt een slag van het nood
lot. En er is geen ware Franschman, die
niet diep voelt, dat voorbeeld van zelfver
loochening en vad erland sl ief de
Poincaré is heengegaan, doch Briand
heeft hem opgevolgd. Aan die omwisseling
zijn we gewend geworden, maatr toch
maakt dat hardnekkig herhalen der ge
schiedenis, die bij geregelde tusschenpoo-
izen d ézel f de figuren stelt tegenover de
zelfde gebeurtenissen, dezelfde formules
tegenover dezelfde feiten een merkwaardi-
gen indruk.
Locarno kan men stellen tegenover de
Ruhr, het Dawes-plan tegenover het plan-
Young, directe belastingen tegenover indi
recte: gisteren was het Poincaré, die
Briand riep en vandaag is het Briqnd, die
Poincaré's plaats inneemt.
Onwillekeurig vraagt men zich a-f, welke
geheimzinnige band die twee mannen ver
bindt, die gedurende een kwart, eeuw als
het ware een hypotheek op de regeering
hebben genomen. Zij associeeren zich, gaan
■uit elkaar, volgen elkaar op of werken sa
men en altijd met dezelfde volledige ken
nis der belangrijkheid, die de loop der ge
beurtenissen' hen toekent of die door an
dere feiten hen weer wordt onttrokken.
En zoo zijn Poincaré en Briand dc
twee polen geworden, waarfcusschen de
laatste vijftien jaren de Europeesche poli
tiek draait. En hier is een machtige psy
chologische factor: twee temperamenten,
twee systemen.
Diplomaat van nature, regeert Briand
als diplomaat. Voor hem leent zich zoowel
de nationale als de internationale politiek
tot alle combinaties. Het Fransche parle
mentarisme, zoo onvolledig, maar waa-r de
individuen zoo graag nieuwe ideeën in zich
opnemen, is een prachtig terrein voor der
gelijke proefnemingen. Alle partijen heb
ben de gunst van Briand gekend, maar
.ook zijn vijandschap. Hij heeft gecoquet-
teerd en daarna gevochten met de socialis
ten, de radicalen en de- Katholieken. Elk
van die flirten werd gemotiveerd' door een
serieus belang. Maar vooral genoot, hij er
van uit hartstochtelijke sportiviteit. Het
voldeed aan rijn lust de meuschelijke sub
stantie te bewerken, een zeldzaam en su-
perieur genoegen.
Zijn kracht berust dan ook voorname
lijk in zijn zin voor het reeële en zooals
hij het gaarne zelf uitdrukt in zijn ..in-
timité solitaire"', die hem pantsert tegen
aanvallen van binnen en van buiten.
Onder het vernis van een geciviliseerd
mensch, is Briand een natuurkind gebleven.
De kwasi-geheimzinnige kanten van zijn
karakter vinden him oorsprong in rijn zorg
om zelfs temidden der ernstige omstan
digheden het contact met het physisch le
ven te bewaren. Vandaar een zeker in-
tinct, dat hem de dingen als bij ingeving
doet verstaan. Met afschrik voor gemaak
te opinies voor een leerstellig automatis
me, past hij zich aan aan de gebeurtenis
sen zonder ze ie dwingen.
Door al deze eigenschappen is hij van
zelf aangewezen, als de onderhandelaar
bij overeenkomsten, als die oplosser van
moeilijke crisistijden.
Poincaré staat minder dicht bij de men
schen: hij houdt zich op een afstand. Bij
zijn eerste optreden heeft hij zich niet op
gehouden op de kronkelwegen van het op
komend socialisme, voelde hij ook niet de
noodzaak met part ij-discipline te smokke
len. Misschien heeft- het contact met de
aan een Briand, aan een Viviani
een soepeler, een uitbundiger karakter ver
schaft, maar toch welk een jeugd, welk een
naïviteit bijna, in dat toch zoo scherpe ge
zicht
Hoe dit overeen te doen stemmen? Som
migen, die hem goed kennen, leggen 'dit
contrast, uit door zijn buitengewone fijnge
voeligheid, zijn vrees 'bedrogen te worden
in zijn vertrouwen. Die fijngevoeligheid
heeft hem dan ook van het begin, af aan
verre gehouden van Ideine partij-politiek,
van toevallige verbindingen en ééndaag-
sch© vriendschappen. En de Historie heeft
het overige gedaan door hem, jong nog,
naar boven te stuwen, naar de hoogste
toppen.
Terwijl Briand noch uit- een bepaald
milieu, noch uit een bepaalden tijd stamt,
vertegenwoordigt Poincaré de strenge
klassieke traditie van een onvruchtbare
landstreek, van een nauwgezette bour
geoisie, van een werkzame en verstandige
klasse.
Gedurende zijn lang en vruchtbaar leven
is zijn blik altijd gevestigd gebleven op
die symbolische horizon van Lotharingen,
waar zijn kinderjaren zijn verstreken: hij
is een mensch gebleven van een tijdvak,
van een systeem, van een klasse. De wis
selvalligheden van het parlementaire spel
hebben aan zijn buitengewone intelligentie
de triomph gemakkelijk gemaakt; in welk
land dan ook zou hij vooruit gedrongen
zijn tot de eerste rangen toe. En in zijn
welsprekendheid vervangt zijn voorbeeld-
looze eerlijkheid de warmte, die hem soms
ontbreekt.
Is het een gevolg van zijn afkomst, waar
aan hij zijn juridische flair te danken
heeft?
En is daaraan toe te schrijven zijn nei
ging om binnen grenzen, die niet altijd
opgaan af te sluiten de gebeurtenissen^ de
feiten, het geheele leven? Li ieder geval
de ondervinding heeft geleerd, dat hij te
dikwijls gelijk heeft gehad om hem nog te
vragen van methode te veranderen.
Zoo rijn de twee mannen, die op een
keerpunt van de geschiedenis het lot van
Frankrijk hebben bestierd, wier ideeën de
Fransche delegatie op de Haagsclie con
ferentie zullen bezielen.
J. W. KOLKMAN.
Parijs, Augustus 1929.
Een geschiedenis uit Rusland'.? donkerste
dagen.
Het was nog donker toen ik boven op
de balken in een oude, halfvervallen ko
renschuur lag en mij voor de benden der
patrouiileerende Bolsjewieken verborgen
hield. Ik had nog tijd om het aanbreken
van den morgen af te wachten. Moe en
uitgeput lag ik onder een halfvergane ko
renschoof en peinsdeplotseling ver
nam ik het geluid van fijne, sidderende
kinderstemmen, die beneden van den
dorschvloer in mijn ooren doordrongen. Ik
bcog mij zoover mogelijk uit mijn schuil
hoek naar voren, maar kon niemand ont
dekken. Ik kon alleen de richting raden,
waar het geluid vandaan kwam. Terwijl
ik er over nadacht, hoe die kinderen hier
toch wel in die ha'lf vervallen korenschuur
terecht konden komen en waarom zij hier
heen hun toevlucht genomen hadden, ver
nam ik plotseling weer het bevend stem
metje van een der kleinen:
„Neen Wasja, zich verdrinken, dat is
veel erger. Bij ons in het dorp was er een
meisje dat zich tweemaal heeft willen ver
drinken. Een keer beproefde zij het. zelfs
's nachts. Maar het lukte haar niet. Beide
keeren hebben visschers haar uit het wa
ter getrokken. O, Wasja, wanneer men ons
uit het water trekt, en uitlevert dan slaat
men ons dood. Neen, Wasja, dat gaat
nietZich ophangen dat is veel be
ter.... Niemand ziet. het en niemand le
vert. ons dan uit
„O Borja, ik durf geen touw om mijn
hals te knoopennee.... dat niet....
ik ben zoo bang! In het water springen
dat gaat veel beter.Als er niemand
te zien is, binden we eeh steen aan ons
been dat doet men bij ons in het dorp
ook, wanneer men honden of katten ver
drinkt.en dan kan men ons niet uit
het. water trekken
Eerst moeten we echter goed rondkij
ken of er geen visschers in den omtrek te
zien zijn en dan springen we tegelijk in
het water
„O God, ik kan zoo niet langer le-
yienhoorde ik hetzelfde teere stem
metje weer klagen. Op deze woorden
volgde een diepe znolit.een zucht die
tot in het diepste van m'n ziel door
drongik voelde mij hevig ontsteld....
mijn hart dreigde te breken bij het aan-
hooren van zulke wanhopige woorden uit
die kïndermondjês.
Het werd lichter, langzamerhand brak
de morgen door de duisternis van den
nacht. Ik spande mijn oogen tot het uiter
ste in, endaar zag ik beneden in een"
hoek gedrukt, twee jongens staan. De
cene kon wel 13, de andere ongeveer 10
jaar oud zijn. De oudste had z'n armen om
den jongste heengeslagen en drukte het
schreiend gezichtje aan zijn borst. Hij kon
geen woord van troost vinden hij kon
hem alleen aan zijn meevoelend en bloe
dend jongenshart drukken
Schreiend klaagde de jongste zijn nood
en angst aan den oudsten en toen het
zacht schreien overging in luid gesnik,
onderbrak de oudste hem levendig:
„Schrei maar niet, "Wasja, daar valt me
zoo juist iets in. Feclja, je kient hem wel,
die is loopjongen in een apotheek. Hij
vertelde mij eens, dat er vergiften zijn, die
men maar hoeft in te ademen, om direct
dood te zijn. Dat is zeker waar. Ik heb
wel eens gehoord, dat er een meisje in de
gevangenis was, die ontzettend veel van
de rooden te verduren had. Toen zij voor
het Revolutionaire Gerechtshof gesleept
werd, en iedereen haar allerlei verwijten
naar het hoofd slingerde, omdat zij tot do
Bourgeoisie behoord had, en haar vader of
ficier geweest was en dat zij den dood
schuldig was, omdat zij niet tot het roode
proletariaat behoorde greep zij plot
seling naar haar schoen, haalde een kleine
pastille te voorschijn, die in haar schoen
verborgen zat, slikte ze in en viel dood
neer. Zie je nu, Wasja, dat er zulke ver
giften zijn
Welk mensch met nog eenig gevoel zou
zulke taal uit onschuldigen kindermond,
zonder ontroering kunnen a-anhooren? Met
een sprong was ik van den balk en stond
naast de knapen, die hevig schrokken bij
mijn plotselinge verschijning. Ik stelde ze
zoo goed mogelijk gerust, en fluisterde:
„Wees bedaard, ook ik houd me schuil voor
de Bolsjewiki. Wie zijt ge? Waarom ver
berg jullie je? Waarom - schrei je? Vertel
het me toch
De oudste keek me schuw aan. Ik dacht
bij me zelf: „arme kindertjes, opgejaagd
a:ls dieren
Het scheen wel, dat ik al gauw hun
vertrouwen gewonnen had, want de oudste
begon:
„Wasja heeft niet den moed om alles
te verdragen, oom. Vier jaar wordt de klei
ne nu reeds gekweldmen bespot en
slaat hemdaarom schreit hij zoo
Veelontzettend veel moest hij lij
den. Hij is nog geen elf jaar oud en
EEN SCHITTERENDE TOCHT OVER DEN OCEAAN
Woensdagavond wordt de terugtocht aanvaard
Met tegenwind te kampen.
Om S.42 Zaterdagavond (M.E.T.) werd
door Friedrichshafen het volgende tele
gram van de Zeppelin ontvangen: „Wij
hebben tegenwind uit het zuidwesten. De
hemel is bewolkt. Positie 47 gr. 20 min.
W.L., 35 gr. 20 min. N.B. Alles wel. Het
schip schommelt".
-Gedurende den nacht werd slechts een
snelheid van ca. 90 K.M. ontwikkeld, doch
later heeft men de snelheid tot 115 K.M.
opgevoerd. Er was veel tegenwind in het
gebied van de Anierikaansche kust was
de wind zelfs stormachtig.
Bij Kaap Henry, ten Zuiden van Balti
more, werd de Amerikaansche kust gepas
seerd. Het luchtschip koerste toen met een
snelheid van 135 a 110 K.M. per uur. Dr.
Eckener had aanvankelijk het plan, eerst
naar Washington tc vliegen alvorens te
Lakehurst te landen, doch daarvan is niets
gekomen. Het luchtschip zette direct koers
naar Lakehurst.
De aankomst in Lakehurst.
De duizendkoppige toeschouwersmenigte
barstte bij het naderen van het geweldige
luchtschip in een ontzaggelijk gejubel uit.
In, een groote boog vloog de „Graf Zep
pelin" over de luchtscheepshal. Dr. Ecke
ner verkoos blijkbaar, echter om met het
oog op de heersehende onderwinden niet
onmiddellijk te landen, doch het vermin
deren hiervan bij zonsondergang af te
wachten.
Naar New York.
Nadat het luchtschip „Graf Zeppelin"
op een kleine hoogte over de landings
plaats was gevlogen, steeg het plotseling
weer op en verwijderde zich in de richting
New York. Daar verscheen het om 20 uur
32 A. T. (1 uur 30 M. E. T.) en kruiste
op geringe hoogte over de stad.
De bevolking stroomde de straten op
en juichte het luchtschip enthousiast toe.
De landing.
Nadat de „Graf Zeppelin" boven New
Yoric had gekruist, keerde het luchtschip
zonder de vliegtuigen, die het op zijn tocht
naar New York hadden vergezeld, naar
Lakehurst terug. Meer dan 25.000 men-
schen zagen kans ondanks de groote po
litiemacht door de afzetting heen te bre
ken, teneinde de landing beter te kunnen
gadeslaan. De Oostelijke deuren van de
hal werden geopend., en toen het lucht
schip nog 250 M. v£.u de \hal verwijderd
was werden de motoren afgezet. Twee ka
bels werden uitgeworpen en hoewel de
windsterkte nog ongeveer 16 mijl bedroeg,
werd het luchtschip veilig naar omlaag ge
trokken, op den began en grond.
De landing vond plaats te 4 uur heden
morgen midden-Europeescheen tijd, dus
ongeveer te half elf Zondagavond Ameri
kaansche tijd. De immigratie- en douane
beambten en de Duitsche consuls Hausser
en Schwartz, als vertegenwoordigers van
Duitschland,'bestegen het eerst het lucht
schip. Vanwege den ongunstigen wind werd
het luchtschip, aan de ankermast vastge
legd. De douane-formaliteiten verliepen
snel. De poolonderzoeker Wilkins was de
eerste, die het luchtschip verliet. Hij ver
klaarde, dat de reis schitterend was ge
weest. Spoedig daarop verlieten de overigs
passagiers het luchtschip en vertrokken
met een gereed staande autobus.
Mededeeliriger. van dr. Ecksner.
Om 1. 52 uur (A.T.) is het luchtschip in
den afgeloopen nacht in de hal gebracht.
In zijn onderhoud met de pers verklaarde
dr. Eckener nog het volgende:
De reis was ditmaal buitengewoon inte
ressant. Wij hadden alle soorten weer. In
het begin hevige stormen; daarna een
poos goed weer en toen weer zware stor
men.
De reis heeft 93 uur geduurd. In dien
tijd werden afgelegd 9255 K.M. Boven den
Oceaan hadden wij een gemiddelde snel
heid van 55 knoopen (101.SC K.M.) per uur.
De „Graf Zeppelin" kan tegen alle
weersomstandigheden, aldus dr. Eckener.
Wij hadden voldoende amusement aan
boord. Alle plaatsen voor de terugreis wa
ren reeds vooruit gereserveerd. Ik ben
over het resultaat van deze vlucht zoo
tevreden, dat, wanneer alles gereed was,
onmiddellijk voor de wereldreis vertrok
ken zou kunnen worden. Woensdagavond
a.s. vertrekt, het luchtschip van Lakehurst
weer naar Friedrichshafen.
De verstekeling.
Omtrent de maatregelen, die op de Zep
pelin tegen den verstekeling zijn genomen,
die, zooals gemeld, door op het omhulsel
t-e springen het leven van de andere pas
sagiers in gevaar heeft gebracht, wordt nog
gemeld, dat hij gevangen wordt gehouden
en bij de eerste gelegenheid ter beschik
king van de autoriteiten zal worden ge
steld.
KORFBAL.
De Tour van Vitesse.
Op de serieweclstrijden van Rood-Zwart
behaalde de Leidscïie Korfbalclub „Vi
tesse" den tweeden prijs. Eerste werd
Quick en derde Nic.
POSTDUIVEN.
De Leidschs Postriuivenclub.
De Leidsche Fosfaiuvenclub hield een
wedvlucht vanaf Vilvoorde, waarvan de
prijzen werden gewonnen als volgt: A.
Beesterveld 1, 2, 3, 12, 13; A. W. Krol 4,
14, 15, 18; C'ouzijn 5, 6; Warnecke 7, 20;
Gebr. v. d. Mark S, 11; De Haas 9. 19;
Vlieland 10, 16; Vasselman 17. De duiven
werden gelost om 8 uur en werden ge
constateerd: le duif 9 u. 52 m. 3l s., laat
ste duif 10 u. 2 m. 30 s.
De eerste aartlappefveiling te Hoofddorp
De afgeloopen week werd in de beuj
te Hoofddorp de eerste aardappelveiliaj
gehouden. De belangstelling was zea
groot. Dit was trouwens tc verwacht^
daar de teelt van dit gewas difc jaar j
den Haarlemmermeerpolder op groot
schaal heeft plaats gehad en vele aaifl
appel-verbouwers deze in het leven geroe
pen veilingen beschouwen als een sta
in dc goede richting. De veiling ge
sc'hiedde door de pas-opgerichte veiling!
vereeniging „Haarlemmermeer".
25-Jarig jubilé.
Heden herdenkt de heer Jac. Arnolds
Jr. den dag, dat hij voor 25 jaar als blik
slager aan Tieleman en Dros Conserven
fabrieken in dienst trad. Vanmorgen wei
de jubilaris, op een der kantoren, door di
Directie ontvangen en werd hem onde
hartelijke woorden van gelukwensch de g
bruikelijke enveloppe met inhoud aanj
boden Daarna begaf Arnoldus zich na
de afd. blikslagerij, waar hij door zijn
lega's werd ontvangen, en waar de heerH
Goddijn namens hen allen de jubilaris eq
bronzen gaslamp aanbood. De jubilaii
dankte hartelijk. Het-verdere gedeelte vaj
dezen dag werd door hem in huiselijke]
kring doorgebracht.
Voor het examen Duitsch M. O. akte i
is te 's Gravenhage geslaagd de heer 1
J. Nijhof.
Voor liet. examen Hoofdacte is te 's Gra.
venhage geslaagd mej. J. M. Hilarius, al
hier.
Onze stadgenoot de heer Th. J. v. d. Hei}
den is als redacteur verbonden aan „w
Spiegel van Handel en Wandel", Orgaaj
van de- vereeniging voor Taalkundig Han
delsonderwijs, de Verv. Ned. Ccntr. InsË
tuut voor de Kennis van het Buitenlang
en van de Ver. van Leeraren M. O.
Bij de te 's-Gravenhage gehouden exa
mens slaagde voor adjunct-commies dér
directe belastingen, invoerrechten accija
sen Mej. G. Zuijderduijn alhier;
voor commies onderdeel A de heerei
H. Bleyleven, P. C. Hollewijn, M. L.
d. Hoek, H. de Koning en P. v. d. Voet
alhier;
Voor commies onderdeel B de
W. G. Gerritsen alhier.
Voor 'het diploma Nederlandsche Steno
grafie, systeem „Groote", slaagden
Utrecht de dames Fien Lindenhoff
Toos Petit, beiden leerlingen der Ma-ri
school Haarlemmerstraat alhier. Teven
behaalde mej. Toos Petit het diploma
machineschrijven met lof.
De gisteren in de Kloosterkerk aan dei
Haagweg gehouden collecte ten bate vai
het St. Willibrordus Missiehuiscollege, m
een predicatie van den Zcereerw. Paie
E. van der Helm O.F.M., heeft opgebrach
170.50.
Zaterdagmorgen trok het acht maande
oude kind van W. F. F., wonende S
straat 9, in een onbewaakt oogenblik ee
pan met kokende melk over zicH heen
Het kind kreeg ernstige brandwonden et
werd, na door den E.H.D. verbonden te
zijn naar het Academisch Ziekenhuis oven
gebracht.
nu hebben de menschen hem naar een
school van de Roode Garde» gestuurd, want
er moet een flinke roode soldaat van hem
gemaakt worden. Daar wordt hij door de
instructeurs .gepijnigd, bespot en dikwijls
tot bloedens toe geslagenen alleen
omdat zijn vader grondbezitter en gouver
neur was.
In het begin werd hij aan een commu-
nistischen boer toevertrouwdDeze
sloeg hem onbarmhartig2 jaar lang..
omdat hij de kalveren niet bij elkaar kon
houdenGoede menschen vonden hem
op zekeren dag bewusteloos in een ouden
schaapsstal liggen, namen hem op en ver
pleegden hem met- zorg, want hij was toen
gevaarlijk ziek. Maar dit heerlijk leven
duurde niet lang voor hemde militie
bracht hem ergens anders heen.... Thans
lcwam hij terecht bij een smid, een ruwe,
brutale man.... Maar de jongen is zwak
en teer gebouwd, dat kunt ge toch zelf wel
zien, oom. Hoe kon hij het nu daar toch
uithoudenda-g in dag uit den zwaren
hamer zwaaien en paarden helpen be
slaanHij kreeg er niets dan slaag en
nog eens slaagZe zouden hem op een
goeden dag doodgeslagen hebbenNu
sturen ze hem naar de school van de roode
gardisten.... Daar zal hij zeker doodge
marteld worden".
Lang keek ik naar beide knapen, hoorde
de woorden: grondbezittervice-gouver-
neur.WasjaGroote God, is het wer
kelijk mogelijk?Wasja, jongen
ben jij het werkelijk?....
De oudste ging echter voort:
„Mijn vader bracht dikwijls een bezoek
aan zijn vader, die in de stad woonde.
Ik zelf ben tweemaal bij hen. op het
landgoed geweest en speelde veel met
Wasja. En nu heb ik hem hier aangetrof
fen. Wat moet hij nu doen?
Och help hem tooh, oom, als ge medelij
den met hem hebt! Zeg, waar kan hij heen
gaan, om van deze onmenschen verlost te
worden? Ik ben sterker gebouwd als hij, als
ik het niet meer uit kan houden dan ga
ik er eenvoudig van door. Ik kan goed en
ver loopen. Maar hij.... Waarheen zal hij
loopen.... U ziet immers hoe zwak hij
is!
Wat kon ik tot deze kinderen zeggen.
Ik nam den kleinen op mijn armen, drukte
zijn schokkend, uitgemergeld lichaampje aan
m'n hart, maar kon geen woorden vinden
om hem te kalmeeren. Zijn lichaam beefde
van droefheid en angst, die voor een kind
veel te zwaar was om te dragen. Herinne
ringen die thans begraven en vergeten wil
len zijn, werden in mij wakker
Maar duidelijk rees het beeld van den
kleine, zooals ik hem voor de laatste maal
gezien had, mij voor den geest.
Het was op het landgoed van K. Toen
tertijd was Wasja nauwelijks 6 jaar oud.
De vader was aan het front en zelden
kwam er een brief van hem in het huis
van zijn geliefden en dan nog bevatten
die brieven niets anders dan droevig
nieuws.'
Het was in de revolutiedagen van 1917,
tijdens de voorloopige regcering, onzali
ger gedachtenis. Geen mensch vermoedde
toen het bloedig einde van thans. Wasja
nam mij bij de hand, bracht mij naar de
piano, sloeg met een gewichtig gezicht
eenige acccorden aan en riep triomfantelijk:
„Kijk eens ik kan al spelenDe kleine
had veel gevoel voor muziek, want zijne
moeder was zeer muzikaal aangelegd.
Toen scheen de gouden zomerzon warm en
heerlijk door de gordijnen van Brusselseh
kantwerk in de gezellige muzieksalon, alles
was zonnig, vroolijk en gelukkig, in zoover
men toen vroolijk en gelukkig kon zijn.
En nu.... een armzalige, half vervallen
korenschuur, ruwe Octoberwind strijkt als
een ijzige adem over onze lichamen
Rondom ons niets dan akelige duister
nis.... en ontzettende angst en benauwe
nis in die arme kinderzieltjes, die met de
gedachte rondloopt: „zich verdrinken of
zich ophangen?"
O, God,o God wij moeten vluchten!
Zij houden een wilde jacht!.... Wladimir
fluit vanuit den molen'
Dat is voor ons een teeken dat de sol
daten van de Tscheka in aantocht zijn en
een wilde jacht houden, gilde plotseling
de oudste.
„Kom, laten wij hard loopen! levend
zullen de soldaten me niet in handen krij
gen!....
Wasja, kom gauw! Wij loopen eerst naar
den molen, daar hebben ze zeker alles al
nagezocht. Kom, dan zullen we het verder
wel vinden!
Voor ik een woord kon uiten, rukte de
oudste den kleine uit mijn armen los en
rende met Wasja de korenschuur uit.
Ik liep hen achterna. Maar beiden ver
dwenen in de struiken en het houtgewas in
de omgeving. Toen ik bleef staan, om even
na te denken, welke richting ik zou in
slaan, zag ik in de verte eenige mannen
in soldatenjassen gekleed.... de trouwe
dienaren der Tscheka.
Vlug zocht ik dekking in 't naaste
struikgewas om vandaar uit weg te kun
nen sluipen. Zoo kroop ik verder en ver
der: de stemmen der Tscheka-soldatei
klonken hoe langer hoe meer in de vertq
en ik was weer voor een keer gered.
Van mijn nachtelijke kennisjes heb ik tri
op den dag van heden nooit meer iets ver
nomen.
Waar ben je nu, lieve, ongelukkige War
ja? Leef je 'nog en ben je nog zoo b&
droefd? Of is thans de vraag opgelost, dfe
je zoo bedroefd maakte, vastberaden os
je van het leven te berooven. Zijn je liet?
lcinderoogen geslotenje oogen, die afc
sterren schitterden
Voortdurend denk ik aan je, Wasja, tb
kens wanneer ik een groep spelende kb
deren zie.
Ik zie je dan telkens weer in de halfver
vallen korenschuur staan.... je gekwelds
gepijnigde en uitgemergelde gestalte....
ik hoor weer het hartverscheurend kinder
lijk snikkenhet schreien van een ars
gekweld wezentjezie je verschrikli
wanhopige droevige oogen
Toen ik je in dat oogenblik daar in dt
korenschuur aan mijn hart drukte, je b{
je naam noemde en aan den vroegere
Wasja dacht, toen lichtte er iets in je kb
der/ieldoor al de ontzetting en hd
afschuwelijke van wat je in die jaren be
leefd had, kwam er een oogenblik een aan
gename herinnering bij je.en je scbid
bij mijn vraag: „Wasja- kent ge me nog'--
en je keek me met groote verwonderd!
oogen aan en je lippen fluisterde
mijn naam. En toen hield je mij nog stevi
vast en je schreide nog heftiger.... nol
bitterder.Misschien herinner jij je alle
evengoed als ik, hoe het vroeger ivas -
ik een andere oom! jij een andere Wa>'
jarond en mollig als een kleine schete
Grootmoeders lieveling. En gij dacht aas
je moedertje, je zusje en Tante Dunja, d«
je zoo innig liefhad en aan al de blije zo:
neschijn en aan je 6-jarig lovenWe*
je dat alles nog Wasja?Waar ben?
toch mijn jongenOf heeft de HenK
je verlost van alle pijn en verdriet?
En hoevele van die ongelukkige kind*
tjes Wasja's, Aljocho's, Wanja's of hoei
ook heeten mogen, waren er in dien tr®
rigen tijd toen het Russische ccmmunS
meieder normaal gezinsleven misdai
vernietigde. Gij alleen, o God, kent 1
namenGij alleen hebt ze geteld..^
W. v. BLUMENT