ARME KINDERTJES De „Graf Zeppelin" in Amerika aangekomen SPORT LAND- EN TUÏNBOU STADSNIEUWS ZIJ, DIE DE HAAGSCHE CON FERENTIE MOGELIJK MAAK TEN BRIANO POINCARé. Voor de eerste maal in zijn schitterende loopbaan heeft. Raymond Poincaré zijn nationaal apostolaat onderbroken om aan zichzelf te denken, wat in zekeren zin ook een manier is om zijn land te dienen. Want is er ooit een hulde hem gebracht, die niet zoo bedoeld meer waarheid bevat te, dan hetgeen de communist Marcel Cackin op een avond in de Kamer hem toebeet: „Het zijn altijd ongeluksdagen, waarop men U ziet." Het is waar: en wanneer het. ongeluk heengaat, gaat. ook hij heen: zoo is zijn lot, zijn bijna klassieke glorie. Wanneer al les omver gesmeten, is, een val haast on vermijdelijk, wordt hij geroepen om alles weer op zijn plaats te zetten. Mot. één doe.l slechts is hij in de politiek: herstellen, ,wat anderen hebben kapot geslagem Poin caré kan zich met alles bemoeien, over al les meepraten: hij is een specialist in na tionaal herstelwerk. Zijn ijzersterk gestel, dat hem staande heeft gehouden, onwan kelbaar en scherp van geest, gedurende de heftigste debatten, die ooit in een demo cratisch regeerin-gsstelsel zijn gehouden, heeft hem nu in den steek gelaten, juist op het oogenblik. dat een hoofd-periode in "Frankrijk's geschiedenis door hem zou worden afgesloten. Hij behoort tot degenen, wier lot gestem peld schijnt te zijn met zekere tragische grootheid. Zijn openbaar leven is als een symphonic, waar na lange stilte plotse ling luidop klinkt een slag van het nood lot. En er is geen ware Franschman, die niet diep voelt, dat voorbeeld van zelfver loochening en vad erland sl ief de Poincaré is heengegaan, doch Briand heeft hem opgevolgd. Aan die omwisseling zijn we gewend geworden, maatr toch maakt dat hardnekkig herhalen der ge schiedenis, die bij geregelde tusschenpoo- izen d ézel f de figuren stelt tegenover de zelfde gebeurtenissen, dezelfde formules tegenover dezelfde feiten een merkwaardi- gen indruk. Locarno kan men stellen tegenover de Ruhr, het Dawes-plan tegenover het plan- Young, directe belastingen tegenover indi recte: gisteren was het Poincaré, die Briand riep en vandaag is het Briqnd, die Poincaré's plaats inneemt. Onwillekeurig vraagt men zich a-f, welke geheimzinnige band die twee mannen ver bindt, die gedurende een kwart, eeuw als het ware een hypotheek op de regeering hebben genomen. Zij associeeren zich, gaan ■uit elkaar, volgen elkaar op of werken sa men en altijd met dezelfde volledige ken nis der belangrijkheid, die de loop der ge beurtenissen' hen toekent of die door an dere feiten hen weer wordt onttrokken. En zoo zijn Poincaré en Briand dc twee polen geworden, waarfcusschen de laatste vijftien jaren de Europeesche poli tiek draait. En hier is een machtige psy chologische factor: twee temperamenten, twee systemen. Diplomaat van nature, regeert Briand als diplomaat. Voor hem leent zich zoowel de nationale als de internationale politiek tot alle combinaties. Het Fransche parle mentarisme, zoo onvolledig, maar waa-r de individuen zoo graag nieuwe ideeën in zich opnemen, is een prachtig terrein voor der gelijke proefnemingen. Alle partijen heb ben de gunst van Briand gekend, maar .ook zijn vijandschap. Hij heeft gecoquet- teerd en daarna gevochten met de socialis ten, de radicalen en de- Katholieken. Elk van die flirten werd gemotiveerd' door een serieus belang. Maar vooral genoot, hij er van uit hartstochtelijke sportiviteit. Het voldeed aan rijn lust de meuschelijke sub stantie te bewerken, een zeldzaam en su- perieur genoegen. Zijn kracht berust dan ook voorname lijk in zijn zin voor het reeële en zooals hij het gaarne zelf uitdrukt in zijn ..in- timité solitaire"', die hem pantsert tegen aanvallen van binnen en van buiten. Onder het vernis van een geciviliseerd mensch, is Briand een natuurkind gebleven. De kwasi-geheimzinnige kanten van zijn karakter vinden him oorsprong in rijn zorg om zelfs temidden der ernstige omstan digheden het contact met het physisch le ven te bewaren. Vandaar een zeker in- tinct, dat hem de dingen als bij ingeving doet verstaan. Met afschrik voor gemaak te opinies voor een leerstellig automatis me, past hij zich aan aan de gebeurtenis sen zonder ze ie dwingen. Door al deze eigenschappen is hij van zelf aangewezen, als de onderhandelaar bij overeenkomsten, als die oplosser van moeilijke crisistijden. Poincaré staat minder dicht bij de men schen: hij houdt zich op een afstand. Bij zijn eerste optreden heeft hij zich niet op gehouden op de kronkelwegen van het op komend socialisme, voelde hij ook niet de noodzaak met part ij-discipline te smokke len. Misschien heeft- het contact met de aan een Briand, aan een Viviani een soepeler, een uitbundiger karakter ver schaft, maar toch welk een jeugd, welk een naïviteit bijna, in dat toch zoo scherpe ge zicht Hoe dit overeen te doen stemmen? Som migen, die hem goed kennen, leggen 'dit contrast, uit door zijn buitengewone fijnge voeligheid, zijn vrees 'bedrogen te worden in zijn vertrouwen. Die fijngevoeligheid heeft hem dan ook van het begin, af aan verre gehouden van Ideine partij-politiek, van toevallige verbindingen en ééndaag- sch© vriendschappen. En de Historie heeft het overige gedaan door hem, jong nog, naar boven te stuwen, naar de hoogste toppen. Terwijl Briand noch uit- een bepaald milieu, noch uit een bepaalden tijd stamt, vertegenwoordigt Poincaré de strenge klassieke traditie van een onvruchtbare landstreek, van een nauwgezette bour geoisie, van een werkzame en verstandige klasse. Gedurende zijn lang en vruchtbaar leven is zijn blik altijd gevestigd gebleven op die symbolische horizon van Lotharingen, waar zijn kinderjaren zijn verstreken: hij is een mensch gebleven van een tijdvak, van een systeem, van een klasse. De wis selvalligheden van het parlementaire spel hebben aan zijn buitengewone intelligentie de triomph gemakkelijk gemaakt; in welk land dan ook zou hij vooruit gedrongen zijn tot de eerste rangen toe. En in zijn welsprekendheid vervangt zijn voorbeeld- looze eerlijkheid de warmte, die hem soms ontbreekt. Is het een gevolg van zijn afkomst, waar aan hij zijn juridische flair te danken heeft? En is daaraan toe te schrijven zijn nei ging om binnen grenzen, die niet altijd opgaan af te sluiten de gebeurtenissen^ de feiten, het geheele leven? Li ieder geval de ondervinding heeft geleerd, dat hij te dikwijls gelijk heeft gehad om hem nog te vragen van methode te veranderen. Zoo rijn de twee mannen, die op een keerpunt van de geschiedenis het lot van Frankrijk hebben bestierd, wier ideeën de Fransche delegatie op de Haagsclie con ferentie zullen bezielen. J. W. KOLKMAN. Parijs, Augustus 1929. Een geschiedenis uit Rusland'.? donkerste dagen. Het was nog donker toen ik boven op de balken in een oude, halfvervallen ko renschuur lag en mij voor de benden der patrouiileerende Bolsjewieken verborgen hield. Ik had nog tijd om het aanbreken van den morgen af te wachten. Moe en uitgeput lag ik onder een halfvergane ko renschoof en peinsdeplotseling ver nam ik het geluid van fijne, sidderende kinderstemmen, die beneden van den dorschvloer in mijn ooren doordrongen. Ik bcog mij zoover mogelijk uit mijn schuil hoek naar voren, maar kon niemand ont dekken. Ik kon alleen de richting raden, waar het geluid vandaan kwam. Terwijl ik er over nadacht, hoe die kinderen hier toch wel in die ha'lf vervallen korenschuur terecht konden komen en waarom zij hier heen hun toevlucht genomen hadden, ver nam ik plotseling weer het bevend stem metje van een der kleinen: „Neen Wasja, zich verdrinken, dat is veel erger. Bij ons in het dorp was er een meisje dat zich tweemaal heeft willen ver drinken. Een keer beproefde zij het. zelfs 's nachts. Maar het lukte haar niet. Beide keeren hebben visschers haar uit het wa ter getrokken. O, Wasja, wanneer men ons uit het water trekt, en uitlevert dan slaat men ons dood. Neen, Wasja, dat gaat nietZich ophangen dat is veel be ter.... Niemand ziet. het en niemand le vert. ons dan uit „O Borja, ik durf geen touw om mijn hals te knoopennee.... dat niet.... ik ben zoo bang! In het water springen dat gaat veel beter.Als er niemand te zien is, binden we eeh steen aan ons been dat doet men bij ons in het dorp ook, wanneer men honden of katten ver drinkt.en dan kan men ons niet uit het. water trekken Eerst moeten we echter goed rondkij ken of er geen visschers in den omtrek te zien zijn en dan springen we tegelijk in het water „O God, ik kan zoo niet langer le- yienhoorde ik hetzelfde teere stem metje weer klagen. Op deze woorden volgde een diepe znolit.een zucht die tot in het diepste van m'n ziel door drongik voelde mij hevig ontsteld.... mijn hart dreigde te breken bij het aan- hooren van zulke wanhopige woorden uit die kïndermondjês. Het werd lichter, langzamerhand brak de morgen door de duisternis van den nacht. Ik spande mijn oogen tot het uiter ste in, endaar zag ik beneden in een" hoek gedrukt, twee jongens staan. De cene kon wel 13, de andere ongeveer 10 jaar oud zijn. De oudste had z'n armen om den jongste heengeslagen en drukte het schreiend gezichtje aan zijn borst. Hij kon geen woord van troost vinden hij kon hem alleen aan zijn meevoelend en bloe dend jongenshart drukken Schreiend klaagde de jongste zijn nood en angst aan den oudsten en toen het zacht schreien overging in luid gesnik, onderbrak de oudste hem levendig: „Schrei maar niet, "Wasja, daar valt me zoo juist iets in. Feclja, je kient hem wel, die is loopjongen in een apotheek. Hij vertelde mij eens, dat er vergiften zijn, die men maar hoeft in te ademen, om direct dood te zijn. Dat is zeker waar. Ik heb wel eens gehoord, dat er een meisje in de gevangenis was, die ontzettend veel van de rooden te verduren had. Toen zij voor het Revolutionaire Gerechtshof gesleept werd, en iedereen haar allerlei verwijten naar het hoofd slingerde, omdat zij tot do Bourgeoisie behoord had, en haar vader of ficier geweest was en dat zij den dood schuldig was, omdat zij niet tot het roode proletariaat behoorde greep zij plot seling naar haar schoen, haalde een kleine pastille te voorschijn, die in haar schoen verborgen zat, slikte ze in en viel dood neer. Zie je nu, Wasja, dat er zulke ver giften zijn Welk mensch met nog eenig gevoel zou zulke taal uit onschuldigen kindermond, zonder ontroering kunnen a-anhooren? Met een sprong was ik van den balk en stond naast de knapen, die hevig schrokken bij mijn plotselinge verschijning. Ik stelde ze zoo goed mogelijk gerust, en fluisterde: „Wees bedaard, ook ik houd me schuil voor de Bolsjewiki. Wie zijt ge? Waarom ver berg jullie je? Waarom - schrei je? Vertel het me toch De oudste keek me schuw aan. Ik dacht bij me zelf: „arme kindertjes, opgejaagd a:ls dieren Het scheen wel, dat ik al gauw hun vertrouwen gewonnen had, want de oudste begon: „Wasja heeft niet den moed om alles te verdragen, oom. Vier jaar wordt de klei ne nu reeds gekweldmen bespot en slaat hemdaarom schreit hij zoo Veelontzettend veel moest hij lij den. Hij is nog geen elf jaar oud en EEN SCHITTERENDE TOCHT OVER DEN OCEAAN Woensdagavond wordt de terugtocht aanvaard Met tegenwind te kampen. Om S.42 Zaterdagavond (M.E.T.) werd door Friedrichshafen het volgende tele gram van de Zeppelin ontvangen: „Wij hebben tegenwind uit het zuidwesten. De hemel is bewolkt. Positie 47 gr. 20 min. W.L., 35 gr. 20 min. N.B. Alles wel. Het schip schommelt". -Gedurende den nacht werd slechts een snelheid van ca. 90 K.M. ontwikkeld, doch later heeft men de snelheid tot 115 K.M. opgevoerd. Er was veel tegenwind in het gebied van de Anierikaansche kust was de wind zelfs stormachtig. Bij Kaap Henry, ten Zuiden van Balti more, werd de Amerikaansche kust gepas seerd. Het luchtschip koerste toen met een snelheid van 135 a 110 K.M. per uur. Dr. Eckener had aanvankelijk het plan, eerst naar Washington tc vliegen alvorens te Lakehurst te landen, doch daarvan is niets gekomen. Het luchtschip zette direct koers naar Lakehurst. De aankomst in Lakehurst. De duizendkoppige toeschouwersmenigte barstte bij het naderen van het geweldige luchtschip in een ontzaggelijk gejubel uit. In, een groote boog vloog de „Graf Zep pelin" over de luchtscheepshal. Dr. Ecke ner verkoos blijkbaar, echter om met het oog op de heersehende onderwinden niet onmiddellijk te landen, doch het vermin deren hiervan bij zonsondergang af te wachten. Naar New York. Nadat het luchtschip „Graf Zeppelin" op een kleine hoogte over de landings plaats was gevlogen, steeg het plotseling weer op en verwijderde zich in de richting New York. Daar verscheen het om 20 uur 32 A. T. (1 uur 30 M. E. T.) en kruiste op geringe hoogte over de stad. De bevolking stroomde de straten op en juichte het luchtschip enthousiast toe. De landing. Nadat de „Graf Zeppelin" boven New Yoric had gekruist, keerde het luchtschip zonder de vliegtuigen, die het op zijn tocht naar New York hadden vergezeld, naar Lakehurst terug. Meer dan 25.000 men- schen zagen kans ondanks de groote po litiemacht door de afzetting heen te bre ken, teneinde de landing beter te kunnen gadeslaan. De Oostelijke deuren van de hal werden geopend., en toen het lucht schip nog 250 M. v£.u de \hal verwijderd was werden de motoren afgezet. Twee ka bels werden uitgeworpen en hoewel de windsterkte nog ongeveer 16 mijl bedroeg, werd het luchtschip veilig naar omlaag ge trokken, op den began en grond. De landing vond plaats te 4 uur heden morgen midden-Europeescheen tijd, dus ongeveer te half elf Zondagavond Ameri kaansche tijd. De immigratie- en douane beambten en de Duitsche consuls Hausser en Schwartz, als vertegenwoordigers van Duitschland,'bestegen het eerst het lucht schip. Vanwege den ongunstigen wind werd het luchtschip, aan de ankermast vastge legd. De douane-formaliteiten verliepen snel. De poolonderzoeker Wilkins was de eerste, die het luchtschip verliet. Hij ver klaarde, dat de reis schitterend was ge weest. Spoedig daarop verlieten de overigs passagiers het luchtschip en vertrokken met een gereed staande autobus. Mededeeliriger. van dr. Ecksner. Om 1. 52 uur (A.T.) is het luchtschip in den afgeloopen nacht in de hal gebracht. In zijn onderhoud met de pers verklaarde dr. Eckener nog het volgende: De reis was ditmaal buitengewoon inte ressant. Wij hadden alle soorten weer. In het begin hevige stormen; daarna een poos goed weer en toen weer zware stor men. De reis heeft 93 uur geduurd. In dien tijd werden afgelegd 9255 K.M. Boven den Oceaan hadden wij een gemiddelde snel heid van 55 knoopen (101.SC K.M.) per uur. De „Graf Zeppelin" kan tegen alle weersomstandigheden, aldus dr. Eckener. Wij hadden voldoende amusement aan boord. Alle plaatsen voor de terugreis wa ren reeds vooruit gereserveerd. Ik ben over het resultaat van deze vlucht zoo tevreden, dat, wanneer alles gereed was, onmiddellijk voor de wereldreis vertrok ken zou kunnen worden. Woensdagavond a.s. vertrekt, het luchtschip van Lakehurst weer naar Friedrichshafen. De verstekeling. Omtrent de maatregelen, die op de Zep pelin tegen den verstekeling zijn genomen, die, zooals gemeld, door op het omhulsel t-e springen het leven van de andere pas sagiers in gevaar heeft gebracht, wordt nog gemeld, dat hij gevangen wordt gehouden en bij de eerste gelegenheid ter beschik king van de autoriteiten zal worden ge steld. KORFBAL. De Tour van Vitesse. Op de serieweclstrijden van Rood-Zwart behaalde de Leidscïie Korfbalclub „Vi tesse" den tweeden prijs. Eerste werd Quick en derde Nic. POSTDUIVEN. De Leidschs Postriuivenclub. De Leidsche Fosfaiuvenclub hield een wedvlucht vanaf Vilvoorde, waarvan de prijzen werden gewonnen als volgt: A. Beesterveld 1, 2, 3, 12, 13; A. W. Krol 4, 14, 15, 18; C'ouzijn 5, 6; Warnecke 7, 20; Gebr. v. d. Mark S, 11; De Haas 9. 19; Vlieland 10, 16; Vasselman 17. De duiven werden gelost om 8 uur en werden ge constateerd: le duif 9 u. 52 m. 3l s., laat ste duif 10 u. 2 m. 30 s. De eerste aartlappefveiling te Hoofddorp De afgeloopen week werd in de beuj te Hoofddorp de eerste aardappelveiliaj gehouden. De belangstelling was zea groot. Dit was trouwens tc verwacht^ daar de teelt van dit gewas difc jaar j den Haarlemmermeerpolder op groot schaal heeft plaats gehad en vele aaifl appel-verbouwers deze in het leven geroe pen veilingen beschouwen als een sta in dc goede richting. De veiling ge sc'hiedde door de pas-opgerichte veiling! vereeniging „Haarlemmermeer". 25-Jarig jubilé. Heden herdenkt de heer Jac. Arnolds Jr. den dag, dat hij voor 25 jaar als blik slager aan Tieleman en Dros Conserven fabrieken in dienst trad. Vanmorgen wei de jubilaris, op een der kantoren, door di Directie ontvangen en werd hem onde hartelijke woorden van gelukwensch de g bruikelijke enveloppe met inhoud aanj boden Daarna begaf Arnoldus zich na de afd. blikslagerij, waar hij door zijn lega's werd ontvangen, en waar de heerH Goddijn namens hen allen de jubilaris eq bronzen gaslamp aanbood. De jubilaii dankte hartelijk. Het-verdere gedeelte vaj dezen dag werd door hem in huiselijke] kring doorgebracht. Voor het examen Duitsch M. O. akte i is te 's Gravenhage geslaagd de heer 1 J. Nijhof. Voor liet. examen Hoofdacte is te 's Gra. venhage geslaagd mej. J. M. Hilarius, al hier. Onze stadgenoot de heer Th. J. v. d. Hei} den is als redacteur verbonden aan „w Spiegel van Handel en Wandel", Orgaaj van de- vereeniging voor Taalkundig Han delsonderwijs, de Verv. Ned. Ccntr. InsË tuut voor de Kennis van het Buitenlang en van de Ver. van Leeraren M. O. Bij de te 's-Gravenhage gehouden exa mens slaagde voor adjunct-commies dér directe belastingen, invoerrechten accija sen Mej. G. Zuijderduijn alhier; voor commies onderdeel A de heerei H. Bleyleven, P. C. Hollewijn, M. L. d. Hoek, H. de Koning en P. v. d. Voet alhier; Voor commies onderdeel B de W. G. Gerritsen alhier. Voor 'het diploma Nederlandsche Steno grafie, systeem „Groote", slaagden Utrecht de dames Fien Lindenhoff Toos Petit, beiden leerlingen der Ma-ri school Haarlemmerstraat alhier. Teven behaalde mej. Toos Petit het diploma machineschrijven met lof. De gisteren in de Kloosterkerk aan dei Haagweg gehouden collecte ten bate vai het St. Willibrordus Missiehuiscollege, m een predicatie van den Zcereerw. Paie E. van der Helm O.F.M., heeft opgebrach 170.50. Zaterdagmorgen trok het acht maande oude kind van W. F. F., wonende S straat 9, in een onbewaakt oogenblik ee pan met kokende melk over zicH heen Het kind kreeg ernstige brandwonden et werd, na door den E.H.D. verbonden te zijn naar het Academisch Ziekenhuis oven gebracht. nu hebben de menschen hem naar een school van de Roode Garde» gestuurd, want er moet een flinke roode soldaat van hem gemaakt worden. Daar wordt hij door de instructeurs .gepijnigd, bespot en dikwijls tot bloedens toe geslagenen alleen omdat zijn vader grondbezitter en gouver neur was. In het begin werd hij aan een commu- nistischen boer toevertrouwdDeze sloeg hem onbarmhartig2 jaar lang.. omdat hij de kalveren niet bij elkaar kon houdenGoede menschen vonden hem op zekeren dag bewusteloos in een ouden schaapsstal liggen, namen hem op en ver pleegden hem met- zorg, want hij was toen gevaarlijk ziek. Maar dit heerlijk leven duurde niet lang voor hemde militie bracht hem ergens anders heen.... Thans lcwam hij terecht bij een smid, een ruwe, brutale man.... Maar de jongen is zwak en teer gebouwd, dat kunt ge toch zelf wel zien, oom. Hoe kon hij het nu daar toch uithoudenda-g in dag uit den zwaren hamer zwaaien en paarden helpen be slaanHij kreeg er niets dan slaag en nog eens slaagZe zouden hem op een goeden dag doodgeslagen hebbenNu sturen ze hem naar de school van de roode gardisten.... Daar zal hij zeker doodge marteld worden". Lang keek ik naar beide knapen, hoorde de woorden: grondbezittervice-gouver- neur.WasjaGroote God, is het wer kelijk mogelijk?Wasja, jongen ben jij het werkelijk?.... De oudste ging echter voort: „Mijn vader bracht dikwijls een bezoek aan zijn vader, die in de stad woonde. Ik zelf ben tweemaal bij hen. op het landgoed geweest en speelde veel met Wasja. En nu heb ik hem hier aangetrof fen. Wat moet hij nu doen? Och help hem tooh, oom, als ge medelij den met hem hebt! Zeg, waar kan hij heen gaan, om van deze onmenschen verlost te worden? Ik ben sterker gebouwd als hij, als ik het niet meer uit kan houden dan ga ik er eenvoudig van door. Ik kan goed en ver loopen. Maar hij.... Waarheen zal hij loopen.... U ziet immers hoe zwak hij is! Wat kon ik tot deze kinderen zeggen. Ik nam den kleinen op mijn armen, drukte zijn schokkend, uitgemergeld lichaampje aan m'n hart, maar kon geen woorden vinden om hem te kalmeeren. Zijn lichaam beefde van droefheid en angst, die voor een kind veel te zwaar was om te dragen. Herinne ringen die thans begraven en vergeten wil len zijn, werden in mij wakker Maar duidelijk rees het beeld van den kleine, zooals ik hem voor de laatste maal gezien had, mij voor den geest. Het was op het landgoed van K. Toen tertijd was Wasja nauwelijks 6 jaar oud. De vader was aan het front en zelden kwam er een brief van hem in het huis van zijn geliefden en dan nog bevatten die brieven niets anders dan droevig nieuws.' Het was in de revolutiedagen van 1917, tijdens de voorloopige regcering, onzali ger gedachtenis. Geen mensch vermoedde toen het bloedig einde van thans. Wasja nam mij bij de hand, bracht mij naar de piano, sloeg met een gewichtig gezicht eenige acccorden aan en riep triomfantelijk: „Kijk eens ik kan al spelenDe kleine had veel gevoel voor muziek, want zijne moeder was zeer muzikaal aangelegd. Toen scheen de gouden zomerzon warm en heerlijk door de gordijnen van Brusselseh kantwerk in de gezellige muzieksalon, alles was zonnig, vroolijk en gelukkig, in zoover men toen vroolijk en gelukkig kon zijn. En nu.... een armzalige, half vervallen korenschuur, ruwe Octoberwind strijkt als een ijzige adem over onze lichamen Rondom ons niets dan akelige duister nis.... en ontzettende angst en benauwe nis in die arme kinderzieltjes, die met de gedachte rondloopt: „zich verdrinken of zich ophangen?" O, God,o God wij moeten vluchten! Zij houden een wilde jacht!.... Wladimir fluit vanuit den molen' Dat is voor ons een teeken dat de sol daten van de Tscheka in aantocht zijn en een wilde jacht houden, gilde plotseling de oudste. „Kom, laten wij hard loopen! levend zullen de soldaten me niet in handen krij gen!.... Wasja, kom gauw! Wij loopen eerst naar den molen, daar hebben ze zeker alles al nagezocht. Kom, dan zullen we het verder wel vinden! Voor ik een woord kon uiten, rukte de oudste den kleine uit mijn armen los en rende met Wasja de korenschuur uit. Ik liep hen achterna. Maar beiden ver dwenen in de struiken en het houtgewas in de omgeving. Toen ik bleef staan, om even na te denken, welke richting ik zou in slaan, zag ik in de verte eenige mannen in soldatenjassen gekleed.... de trouwe dienaren der Tscheka. Vlug zocht ik dekking in 't naaste struikgewas om vandaar uit weg te kun nen sluipen. Zoo kroop ik verder en ver der: de stemmen der Tscheka-soldatei klonken hoe langer hoe meer in de vertq en ik was weer voor een keer gered. Van mijn nachtelijke kennisjes heb ik tri op den dag van heden nooit meer iets ver nomen. Waar ben je nu, lieve, ongelukkige War ja? Leef je 'nog en ben je nog zoo b& droefd? Of is thans de vraag opgelost, dfe je zoo bedroefd maakte, vastberaden os je van het leven te berooven. Zijn je liet? lcinderoogen geslotenje oogen, die afc sterren schitterden Voortdurend denk ik aan je, Wasja, tb kens wanneer ik een groep spelende kb deren zie. Ik zie je dan telkens weer in de halfver vallen korenschuur staan.... je gekwelds gepijnigde en uitgemergelde gestalte.... ik hoor weer het hartverscheurend kinder lijk snikkenhet schreien van een ars gekweld wezentjezie je verschrikli wanhopige droevige oogen Toen ik je in dat oogenblik daar in dt korenschuur aan mijn hart drukte, je b{ je naam noemde en aan den vroegere Wasja dacht, toen lichtte er iets in je kb der/ieldoor al de ontzetting en hd afschuwelijke van wat je in die jaren be leefd had, kwam er een oogenblik een aan gename herinnering bij je.en je scbid bij mijn vraag: „Wasja- kent ge me nog'-- en je keek me met groote verwonderd! oogen aan en je lippen fluisterde mijn naam. En toen hield je mij nog stevi vast en je schreide nog heftiger.... nol bitterder.Misschien herinner jij je alle evengoed als ik, hoe het vroeger ivas - ik een andere oom! jij een andere Wa>' jarond en mollig als een kleine schete Grootmoeders lieveling. En gij dacht aas je moedertje, je zusje en Tante Dunja, d« je zoo innig liefhad en aan al de blije zo: neschijn en aan je 6-jarig lovenWe* je dat alles nog Wasja?Waar ben? toch mijn jongenOf heeft de HenK je verlost van alle pijn en verdriet? En hoevele van die ongelukkige kind* tjes Wasja's, Aljocho's, Wanja's of hoei ook heeten mogen, waren er in dien tr® rigen tijd toen het Russische ccmmunS meieder normaal gezinsleven misdai vernietigde. Gij alleen, o God, kent 1 namenGij alleen hebt ze geteld..^ W. v. BLUMENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 2