FILMAVOND OVER DEN RUN
N.V. REISBUREAU ROTALA NEERLANDICA
ONDERWIJS
KERKNIEUWS
Door de
wordt op DONDERDAG I AUGUSTUS in het
TRIANON-THEATER aan de Breestraatte
Leiden, aanvang 8V4 uur, gegeyjajBB"-
met medewerkingwarrlïén bekenden causeur JAN BEERENDS. Het muzikaTe gedeelte van den avond wordt verzorgd door het Trianon-orkest. Een
beperkt-^errtaTkaarten gratis verkrijgbaar aan het bureau van „De Leidsche Courant", Papengracht 32'van 's morgens httlf 9 tot <'s middags half 6.
ledn a
aan diegene, die buiten Leiden wonen, zullen op schriftelijke aanvragen de kaarten worden toegezonden, zoolang de voorraad strekt.
BISSCHOPPELIJKE NIJVERHEIDS-
SCHOOL TE VOORHOUT.
Zondagmiddag had in de Bisschoppelijke
Nijverheidsschool, de plechtige sluiting
.plaats van het leerjaar, vrat voor ver
schillende leerlingen tevens beteekende de
voltooiing van den 3-jarigen cursus. cle
ouders waren van verre gekomen om getui
ge van de plechtigheid te zijn.
De ZeerEerw. Broeder Directeur, Br.
Caspar, heette de aanwezigen hartelijk
welkom en sprak er zijn verheugenis over
uit, dat zoo talrijken hadden gehoor gege
ven aan de uitnoodiging hun gezonden.
Hun aller tegenwoordigheid werd vooral
daarom op prijs gesteld, omdat dit bewijs
van belangstelling, van de zijde der ouders
gegeven, den leerlingen een prikkel tot
grooter ijver te meer zal wezen.
Br. Directeur kon daarna aan 17 leerlin
gen het: einddiploma uitreiken. Twee moes
ten afgewezen worden.
Nadat de bevorderingen waren ter ken
nis gebracht van de leerlingen en nog eeni-
ge passende prijzen waren uitgedeeld, com
plimenteerde Br. Directeur de gediplomeer
den en gaf hun op vaderlijke wijze zijn
goede lessen voor het leven mee.
De Zeer Eerw. Heer Rector A. Roozen,
sprak daarna eenige welgekozen woorden
van gelukwcnschcn tol de leerlingen, tot
Br. Directeur, Broeders en Leeraren der
School en tot de Ouders, die hij, als Pries
ter, vooral opwekte, door hun voorbeeld
van een echt godsdienstig leven, hun kin
deren een stut en steun te zijn in het zoo
moeilijke leven.
Namens de ouders bedankte de heer A.
Overtoom, Hoofd der R. K. School te
Spierdijk, het Bestuur der School en sprak
er zijn vreugde over uit, dat deze school
aan de kinderen van den Middenstand
zulk een heerlijke gelegenheid tot vakop
leiding biedt. Spr. hoopte, dat het de Con
gregatie gegeven mocht zijn, nog meerdere
van deze Inrichtingen in het leven te roe
pen, vast overtuigd, dat de opleiding, die
vanzulle een godsdienst igen geest door
trokken was, heilzaam voor de leerlingen
zijn moet.
Nadat, ververschingen waren aangebo
den voerde dc tooneelclub der leerlingen,
onder leiding van den heer C. Egelie, een
alleraardigst blijspel op, dat de lachlust
der aanwezigen opwekte.
Na afloop bedankte Br. Overste Atha-
nasius allen, die tot het prettige verloop
van den middag hadden bijgedragen, en
wenschte allen leerlingen een pleizierige
vacantie.
Voor het nieuwe leerjaar gaven zich weer
61 leerlingen op, waarvan 6 moesten wor
den afgewezen.
Pastoor H. v. d. Berg. t
Als bijzondere juerkwaardigheid kan nog
worden gemeld, dat de ontslapen pastoor
van Blauwhuis (Sensmeer), de weleerw.
heer H. v. d. Berg. de laatste overlevende
priester in het Aartsbisdom was, die zijn
benoeming van Mgr. Snickers, den voor
ganger van Mgr. v. d. Wetering, mocht
ontvangen.
107.
't Spijt mij voor mijn oudere Vrienden dat
ik ze .vandaag oude koek te eten moet ge
ven, maar herhaaldelijk blijkt het mij dat
cr lezers zijn die niet weten wat dat num
mertje boven mijn stukjes beteekerit of den
ken dat het 't zooveelste stukje is.
Er zullen zoo nu en dan nieuwe lezers bij
komen of andere die pas sinds kort. aan
dacht zijp. gaan geven aan de wekelijks her
haalde noodkreet uit het hooge Noorden.
Ik zal dan nog eens kort en bondig her
halen wat dat cijfer aangeeft:
Een paar jaar geleden heb ik duizend
goede vrienden(innen) uitgenoodigd om mij
ieder honderd gulden te schenken ineens of
bij gedeelten. Zulke weldoeners(sters) wor
den Stichters(essen) genoemd omdat zij op
speciale wijze dit Missiehuis helpen sticli-
ten.
Het cijfer boven mijn stukjes geeft aan
hoeveel Stichters(essen) er al zijn.
Ziezoo, nu weet u het. allemaal weer. ^Vat
zal het cijfer nu de volgende keer een stuk
vooruit springen. Hadt u dat maar eerder
geweten, nietwaar. Wat zou u die Pater
Liefhebber al sinds lang blij gemaakt heb-
ben.
Ik ben nog altijd bereid om zelf bij u te
komen, als er zoo iets goeds te halen is.
Nu ik toch aan de gang ben:
U laat toch zeker uw testament niet ma
ken zonder een flink legaat, vrij van kos
ten en rechten, aan de .Stichting het Sint-
Boiiifacius-Missiehuis te Hoorn?
Weet u wat ook zeer mooi is?
Geld te geven tegen rente zoolang u
leeft.-Na uw dood wordt dan uw geld be
steed voor opleiding tot Priester-missiona
ris van onbemiddelde jongens. Kunt u
schooner doel voor uw spaarpot vinden?
Father LEFEBER, Directeur.
Missiehuis, Hoorn. Postrek. 120937.
Schaam u niet bedelaar te zijn voor
Christus en voor de Zielen.
(Paus Pius XI).
BRIEF UIT PARIJS.
EVE LAVALLIERE.
Roman, film en tragedie? Onder welke
categorie moet het leven van Eve Lavallière
gerangschikt worden? Wel zelden zal een
leven verloopen zijn van. het begin tot het
einde zoo tragisch-romantisch, als dat van
de groote tooneelspcelster, die nu eenzaam
rust op het kleine kerkhofje van Thuillières
in de Vogezen.
Zo was vijftien jaar, toen het eerst droevige
hoofdstuk van haar levensroman geschre
ven werd: de kleine Eugénie Fénoglio
zoo was haar ware naam was leerlinge
bij een modiste te Perpignan, maar diep
in dat kinderhartje brandde slechts één
passie: het theater. Mooi is ze en met den
aangeboren, verfijnden smaak van ©en
Fran^aise weet zij haar eenvoudige toiletjes
zoo te dragen, dat toen reeds alle mannen
zich omkeerden, wanneer zij voorbijkwam
op straat. Doch die gemakkelijke verove
ringen interesseerden haar niet: één man
is er slechts, die haar belang inboezemt:
den directeur van het theater te Perpig-
nani wien zij een manuscript heeft, toever
trouwd: „Jeunes Filles de Normandie". De
directeur heeft het stuk van het onbeken
de meisje gelezen en geen „neen" gezegd.
Dronken van hoop, droomend van vooruit
zichten heeft Eugénie haar groote geheim
voor zich alleen bewaard en reciteert hij
zich zelf het stuk, dat zij geheel van buiten
kent, stelt zelf op een lijst van acteurs en
actrices, voorziet de details van de mise-
en-scene.
De doffe knal van een revolverschot
stoort die heerlijke overpeinzingendol van
angst rent Eugénie naar de eetkamer, doch
voor de oogen van het verschrikte kind
schiet haar vader zich een kogel door het.
hoofd, na eerst in een vlaag van jalouzie
zijn vrouw vermoord te hebben. Haar bioor
ontvlucht het huis, nooit heeft men nog
iets van hem gehoord. En het arme kind,
verdwaald, bang, zooals alleen een land
bang kan zijn voor dat bloed, al dat- bloed,
ziet slechts één uitweg: het raam staat
open en zij springt, naar beneden op het
harde plaveis-el.
Een den volgenden ochtend lag in oen
bed van het hospitaal der Zusters van den
Goeden Herder een arm gewond meisje,
dat nog steeds droomde, doch nu droomen
van zelfmoord en dood.
De modiste, bij wie Eugénie werkte, goed
hartige vrouw en moeder van vier kinderen,
nam de ongelukkige wees bij zich op. Maar
iets is in haar veranderd: in haar oogen
ligt een eigenaardige weemoedige uitdruk
king, het schijnt, alsof haar geheele omge
ving vreemd voor haar is, alsof er iets is,
dat haar roept en dat zij volgen vil. Het is
de stem van het tooneel, die steeds luider
in haar spreekt.
Die hartstocht, die passie werd steeds
sterker in haar en dreef het jonge, enerra-
ren kind tot een dol avontuur. Met het
dienstmeisje, dat de huishoudelijke werk
zaamheden verrichtte bij haar aangenomen
moeder, jong kind zooals zij, beraamde zij
een ontvluchtingsplan. In alle stilte werdon
een paar valiezen gepakt en 's morgens om
vijf uur, wanneer ieder nog sliep, zou èen
rijtuig de twee jonge avonturiersters naar
het station rijden. En dan lag open de weg
naar de vrijheid, naar de roem, naar Parijs
Maar meer nog dan elders hebben in kleine
steden de muren ooren. En toen 's morgens
om vijf uur de koetsier voorreed, werd hij
op alles behalve vriendelijke wijze door
de vrouw des huizes zelve ontvangen!
Het schandaal van dit avontuur was voor
de modiste ondraaglijk. Op slot van zaken
had Eugénie toch een oom en tante in Nice,
daar moest zij maar heen en korten tijd la
ter, voorzien van ©en klein beetje zakgeld
en zeer veel goede vermaningen, wordt het
kind op den trein gezet. Wel overtollig wa
ren die vermaningen! Enkele stations ver
der, te Montpellier stapt zij weer uit, en
slechts vijf dagen later, doodop van ver
moeienis en honger, na geproefd te hebben
de ruwheid van het eerste begin en de
Avrangheid van het avontuur, zet zij haar
reis voort.
De ontvangst bij haar familie was verre
van aangenaam: haar oom begreep die reis
van zes dagen niet, waarover Eugénie geen
uitleg wenschte te geven en een uur na zijn
huis te zijn binnen getreden, verliet zij
het weervoor goed! Alleen, heel alleen
staat zij op de wereld, die zij zich zoo ge
heel anders had voorgesteld. Uitgeput, valt
zij neer langs den weg. klein, ongelukkig,
huilend kindEn toch zou van daaruit, haar
weg beginnen naar Parijs, het vurigver-
langde. Een onbekende heer komt voorbij,
wordt getroffen door de charme van die
groote, betraande oogen, laat zich haar
heele geschiedenis vertellen. En enkele, we
ken later betrad Eugénie voor het eerst
het tooneel, dat zij, gehoor gevend aan een
andere roepstem, dieper en gebiedender
nog, tien jaar geleden voor goed verliet.
Haar tooneelleven is geweest één onafge
broken triomf. Op zeventienjarigen leeftijd
zag zij geheel Parijs voor zich op de knieën.
Haar toeschouwers doet. zij lachen en wee-
nen: zij is hartstochtelijk, onberekenbaar,
excessief tot het uiterste. Met haar kort
geknipte, verwarde haren, haar diepe oogen,
haar prachtige stem sleepte zij iedereen
mee. En de beroemdste tooneelschrijvers
komen tot haar en smeeken haar hun stuk
ken te spelen. „Waarin haar talent precies
bestaat, weet ik niet goed", schrijft een cri
ticus over haar, „maar ze maakt me gek'..
Buiten het theater is zij het middelpunt
van het Paijsche leven: aan haar tafel zit-
teu aan koningen en ministers, tractaten
worden in haar salons uitgewerkt. Op een
avond in het theater des Variétés valt een
stuk decor naar beneden en wordt zij aan
het hoofd gewond. Heel de stad wacht ang
stig op de afloop van de operatie en het is
een opluchting, wanneer vernomen wordt,
dat alles naar wensoh is afgeloopen.
Haar huwelijk met Samffel, directeur
van haar theater, wordt bijna gevierd als
een nationale feestdag. Uit dien tijd dag-
teekent ook haar tooneelnaam Eve Laval
lière. Doch phantastisch op het tooneel, is
Eve Lavallière ook phantastisch in haar hu
welijksleven; na enkele jaren vraagt zij
echtscheiding aan en stroomt heel Parijs
naar het gerechtshof om het proces tus-
schen haar en haar man bij te wonen.
Toen de oorlog uitbrak, stond Eve Laval
lière op het punt een groote tournée te be
ginnen door Amerika. De groote verschrik
king dwingt haar van dit voornemen af te
zien en zij vertrekt naar Tunis, verpleegt
er de zieken. Dan keert zij terug naar
Frankrijk en plotseling wordt het bekend,
het groote, het onbegrijpelijke nieuws: Eve
Lavallière heeft voor goed vaarwel gezegd
aan het tooneel! Waarom? Niemand heeft
ooit de ware reden vernomen: even plot
seling als haar opgang, is haar vrijwillige
eenzaamheid begonnen. Slechts één ding
verklaarde zij herhaalde malen: „Door den
duivel ben ik tot God gekomen". Terugge
trokken. zonder iemand te willen ontvan
gen, leefde zij in het kleine dorpje der Vo
gezen, verdeelend haar tijd tusschen God
en de armen. En enkele dagen geleden is
zij daar gestorven in het armoedige kleed
der derde Orde van St.. Franciscus en werd
de groote tooneelspeelster door acht hout
hakkers ten grave gedragen, gevolgd dooi
de weenende bevolking, die haar vereer
den als „La Sainte", de Heilige van Thuil
lières.
Parijs, Juli 1929. J. W. KOLKMAN.
NATUURLIJKE BRONNEN IN DE
DIERENWERELD.
Wanneer wij op een schoonen zomernacht
ter gelegenheid van een vacantietocht op
het land, de weiden en de velden doortrek
ken en de glinsterende lichtpuntjes van de
glimwormen langs ons zien gaan, dan be
schouwen wij deze dieren als een belang
wekkend natuurverschijnsel, zonder ons
af te vragen of deze verschijning van het.
lichtvoortbrengend dier het eenige op aar
de is.
En toch is onze glimworm slechts een
kleine vertegenwoordiger van lichtgevende
diersoorten, slechts een zwakke weerkaat
sing van de bezienswaardigheden .op dit ge
bied, die in de andere deelen van onze pla
neet te vinden zijn.
Er zijn, volgens de uitkomsten van de
nieuwste onderzoekingen, ongeveer 200
soort-en van lichtgevende dieren, niet mee
gerekend de talrijke soorten van lichtende
bacteriën.
Ook van 15 tot 20 plantensoorten met
de zelfde eigenschappen zijn der weten
schap bekend. De blinkende bacteriën, die
zich op rottend hout, bedorven stoffen en
levensmiddelen zetten, vormen eveneens
ook bij ons een bekende verschijning. Min
der bekend is het, dat in vroegere tijden,
toen de geneesheeren, nog geen vermoeden
liaddên van het bestaan van bacteriën, bij
wonden aan het menschelijk lichaam, vaak
het verschijnsel werd waargenomen, dat de
plaatsen van de wonde in den nacht een
fosforiseerenden glans vertoonden. De ge
neesheeren zagen dit verschijnsel graag,
daar zij dit steeds als een teelten van her
stel beschouwden. Een later onderzoek heeft
dit verschijnsel daardoor verklaard, dat de
fosforiseerende bacteriën, die zich aan de
randen van de wonde hechten, meestal on-:
schuldige levende wezens zijn, die, naar
alle waarschijnlijkheid de eigenschap bezit
ten, de gevaarlijke wondbact-eriën te weren.
Het meest verbreid is de eigenschap licht
op te wekken bij de bewoners van de zee.
Afgezien van de talrijke aan de zeeopper
vlakte zwemmende en drijvende lichtgeven
de dieren als kwallen, crustacaeen (schaal
dieren) en dergelijke, zijn het voornamelijk
dc dieren van de diepzee, die vaak van ori-
gineele lichtvoortbrengende organen zijn
voorzien. Dat is gemakkelijk te begrijpen,
wanneer men weet, dat op een diepte van
eenige 1000de meters in de zee een abso
lute duisternis heerscht. Wij zien hierin
weer het wonderbaarlijke werk van de na
tuur, die ook deze diepten van den Oceaan
met levende wezens bevolkt en deze voor
ziet van de middelen om zich aan de daar
heerschende verhoudingen aan te passen.
Bij verschillende diepzee-onderzoekingen,
zooals ze tegenwoordig aan de monding van
de Hudson-rivier bij New York plaats heb
ben, heeft men talrijke nog onbekende won
deren der schepping uit de diepte opge
haald.
Daar is bijv. een visch, veel gelijkend op
een aal, die aan het voorste deel van don
kop een soort staak met lamp had, een in
richting, die klaarblijkelijk ten doel had
kleine zeedieren te lokken, waarbij ze door
het licht worden verblind en het dreigende
gevaar der dicht onder de lamp zittende
kaken niet zien, waardoor ze gerhakkelijk
een prooi worden. Nog merkwaardiger wa
ren diepzeedieren, vooral visschcn met
lichtorganen, die men als volkomen schijn
werpers kan beschouwen. Deze schijnwer
pers bestaan uit een doorschijnende linze,
waarachter zich het. lichtwekkend weefsel
bevindt. Dit weefsel is van zijn omgeving
door een ondoordringbaar schot afgeslo
ten, zoodat het licht alleen naar voren kan
worden geworpen zooals, bij ons, de schijn
werpers. Het doel van deze inrichting zal
wel zijn om de kleine levende wezens, welke
dit. lichtgevend dier noodig heeft, te lokken
Het kan ook dat deze schijnwerpers liet
dier kunnen dienen om zich in de diepste
duisternis van de diepzee te kunnen oriëu-
teeren.
In de tropische zeeën leeft een soort
inktvisch, wiens vangarmen aan het einde
een lichtgevend orgaan hebben. Ook hier
zullen deze lampen dienen om de kleine
dieren aan te trekken, misschien ook, om
den weg te vinden.
Verder leeft in den Oceaan een klasse
van een-cellige dieren, die eveneens licht
prcduceeren. Deze kleine diertjes moeten
in het water onafgebroken met hun zweop-
achtige verlengsels zwembewegingen maken,
daar ze anders naar de diepte van den
Oceaan zouden zinken en daar door den
sterken druk van het water ten gronde zou
den gaan. Deze voortdurende bewegelijk
heid maakt het hun, zooals Dr. Charles A.
Kofoid van de Universiteit van California
gelooft, onmogelijk voedsel voor langen tijd
tot zich te nemen. Ze moeten eerder onafge
broken voedsel tot zich nemen, ook bij
nacht. Daardoor hun geschiktheid licht op
te -wekken.
Het zoeken naar voedsel en naar den weg
zijn evenwel niet de eenige oorzaken bij het
verwekken van licht door het diepzeedier.
Het heeft nog een ander doel n.l. de zelf
verdediging. De inktvisch van onze zeé
spuit, wanneer hij zich in gevaar bevindt,
uit. zijn sepiazak een zwarte vloeistof, wel
ke in het water een wolk vormt en den inkt
visch onzichtbaar maakt. In den ondoor-
dringbaren nacht van de diepzee zou dit
beschermende middel zoijder eenig nut zijn.
Zoo vinden we dan in de diepzee een soort
van inktvisch, die in het oogenblik van ge
vaar geen zwarte, doch een lichtende vloei
stof uitwerpt, waardoor de aanvaller zoo
wordt verblind, dat de inktvisch tijd heeft,
te ontkomen. eHt lichaam en de vangarmen
van dezen inktvisch zijn met lichtgevende
organen in regelmatige, rijen en op dito af
standen bezet.
Een zeeduivel, die eveneens bij de jongste
diepzee-onderzoekingen aan de Hudson-
monding werd gevangen, had lichtende tan
den. Andere diepzeevisschen vertoonden aan
de zijden een of meer rijen van lichtorga
nen, die in de duisternis den indruk ge
ven als de lichtende patrijspoorten van ee:
grooten oceaanstoomer. Ook een belangweiR
kend en tot dusver onbekend voorbeeld vain
symbiose (het samenleven van ongelijksoor
tige organismen) werd in de Hudsonmone
ding gevonden. Het was een visch, die zei J
geen licht produceerde, doch die in eet
doorzichtigen zak aan het bovenst-
lichaamsdeel, lichtgevende bacteriën me 11
zich droeg. Hoe deze symbiose tot stani
komt, is den geleerden, voorloopig nog eet 2
raadsel. Een andere vischsoort van de diep 1
zee bezit aan de onderkaak een lang ij
hangend tast orgaan, dat geheel met licht
gevende instrumenten is voorzien. Nog ees 2
interessant lichtgevende diersoort der diep
zee zij hier genoemd. De gedaante van deze 1
dieren is die van een penhouder. Deze die-
ren zouden absoluut weerloos zijn tegen 1
den aanval van welk roofdier ook, wanneer
zij niet de eigenschap hadden licht op te 1
wekken.
Wanneer ze worden aangevallen, gaal
heb licht door heel hun lichaam en daar- 1
door wordt de tegenstander afgeschrokken
Aan de kust van California leeft een visch. 1
soort-, die in vorm, grootte en-smaak niet
van de sardine is te onderscheiden. Deze
visschen worden in groote massa's gevan-
gen, in blikjes net als sardines verkocht. De
pakt en als echte sardines verkocht. De
vangst van deze visschen wordt door een
cellige, kleine lichtgevende diertjes verge
makkelijkt tn heeft voornl. bij nacht plaats.
De pseudo-sardines voeclen zich voornl. met
deze eencellige diertjes en maken daarop
jacht, waarbij hun het door deze diertjes
uitstralende licht tot wegwijzer dient. De
visschers, die in hun schuilen wachten, be
hoeven slechts naar ,tie lichtende plaatsen
in zee te roeien m daar gemakkelijk
groote massa's van deze dieren te vangen.
Hoe wordt nu eigenlijk het licht in het
lichaam van dc dieren opgewekt? Nu, dat
is heel eenvoudig. De lichtorganen produ-
cceren een stof, door de geleerden „lucifer!-
ne" genoemd, een eiwitverbinding. Dit luci-
ferine verbindt zich gemakkelijk met zuur
stof. Door deze verbinding ontstaat licht
en wel „koud" licht.
DE SCHAPENTEELT IN AUSTRALIË.
Er is wel geen land ter wereld, waar de
schapenteelt zoo druk beoefend wordt als
in Australië. Iedere „farmer" van eenige
beteekenis heeft minstens 50 a 100 scha
pen. Vooral het- Merino-schaap wordt er
gefokt. In Australië zijn meer dan
104.000.000 schapen, waarvan 80.000.000 me-
rino-schapen. Vooral het klimaat is zeer
gunstig voor de teelt van dit soort scha-
Zuid-Wales reeds wollen dekens vervaZ
digd; dit geschidde in hoofdzaak door
gevangenen. De productie van de wo
brieken iu Australië bestaat in hoofdst
uit wellen goederen, flanel en dekens.
Australische wolproducten staan beke
om hun zuiverheid en duurzaamheid,
totale lengte van do wollen stoffen, we!
in 1027 werden geproduceerd bedro
5.992.637 el; flanel 6.172.304 el; van dek»
shawls en kleedjes werd ongeveer 937.1
pen. Door kruising van het Britsche ras
met de Merino verkrijgt men zeer goede
resultaten. Ieder jaar wordt het gewicht
van het vacht zwaarder. Drie geslachten
van fokkers, ondersteund door de gunstige
natuurlijke gesteldheid, hebben het gewicht
van de wol weten te verdubbelen. Gedu
rende de wintermaanden gaan de schapen,
als het weer het toelaat, in de havervel
den. In de zomermaanden loopen de scha
pen dag en nacht in de weilanden.
In verband met de uitgebreide schapen
fokkerij staat ook de wolindustrie op Imo
gen trap. De kwaliteit van de Australische
wol is zeer goed cn geniet een wereldver
maardheid. Jaarlijks wordt voor ongeveer
140.000.000. pd.st. aan wol geproduceerd.
Voor den oorlog werd 31 pet van de totale
wolproduciie uitgevoerd naar Groot-Brit-
tannië; tegenwoordig bedraagt deze uit
voer ongeveer 42 pet. Reeds in het begin
van de lG'de eeuw was er in Australië al
wolindtistrie. In 1801 werden in Nieuw
stuks gefabriceerd. In Australië zijn ve
schillende landbouwscholen, welke alle va
staatswege worden gesticht, waar de boi
ren dc theorie en practijk van alle takte3
van landbouw- en veeteelt kunnen leerei
Het Gouvernement besteedt veel zorg aa11
de voorlichting van de farmers. In vei 1
schillende streken van het land zijn moden
boerderijen, boomgaarden en wijngaard?:
waar ambtenaren van het Departemei
van Landbouw steeds proeven nemen
waar de farmers onderricht worden in dl!
nieuwste methoden van werken. Expert
op hét gebied van vee- en pluimteelt em
houden in de verschillende districten o 1
gezette tijden lezingen en geven practise!)
demonstraties. 1
Onze foto's geven vooreerst een beel
van het sorteeren der wol en vervolgen
van de geweldige transportvrachten, waai
aan heel wat. „paardenkracht" te pa
komt.