UIT HET VATICAAN ^allerlei"' KALENDER DER WEEK DERDE BLAD. DE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 13 JULI 1929 door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome). ROME, 10 Juli 1920. Heb is nu vrijwel zeker, dat de H. Vader bij gelegenheid van de bedevaart die ruim 5000 Seminaristen uit alle landen der wereld naar Rome zal voeren, persoonlijk zal deelnemen aan de groote Sacraments processie, die over het Sint Pietersplein langs de zuilenrijen van Bernini zal trek ken, zonder evenwel het grondgebied van dc Stad van het Vaticaan te verlaten. Op het oogenblik is bovenstaand bericht nog niet officieel bevestigd en er kunnen zich altijd nog omstandigheden voordoen zoo- dab aan het voornemen van den H. Vader gc'en uitvoering zou gegeven worden. Want om maar een ding tc nemen: het is hier op het oogenblik ontzettend heet; de thermo meter wijst in dc schaduw 37 graden Cel- cius en in de zon 52 graden. Wanneer de temperatuur nog zou stijgen dan zou het heel bezwaarlijk zijn om oen dergelijke massa-demonstratie te doen houden. Doch thans1 worden reeds alle maatregelen ge troffen voor deze groote gebeurtenis die op 25 Juli zal plaats hebben. Dc comman dant van het garnizoen tc Rome en de Overste der Pauselijke gendarmerie heb ben gezamenlijk reeds de plannen uitge werkt voor de opstelling der troepen en den veiligheidsdienst. Het is vanzelfspre kend dat bij dc groote toeloop van volk die te verwachten is, de soldaten en gendar men voor een. buitengewoon zware taak gesteld zullen worden. Het publiek heeft vrijen toegang tot het Sint Pietersplein: voor dc weinige leden van het Diplomatieke corps, die Rome nog niet verlaten hebben en die dien dag de brandende hitte zullen verdragen, wordt een tribune gereedgemaakt tegenover de Bronzen Deur, vanwaar zij de Processie kunnen gadeslaan. De samenstelling van de processie is als volgt: Voorop gaat 'b Pau selijk kruis tusschen zes flambouwen-dragen de acolythen; dan volgen de 5000 semina risten, Italianen, Spanjaarden, Franschen enz., allen gekleed in toog en superpli. On middellijk sluit zich hierbij aan 's Pausen kleine hofhouding. In dc Sixtijnselie kapel zal de H. Vader het Allerheiligste over nemen en langs de Scala Regia naai' de Basiliek afdalen, waar Z. H. .zal plaats nemen op een draagstoel, die. uitsluitend voor deze gelegenheid gemaakt is. Alexan der VII, die tengevolge van een ziekte niet kon gaan, liet op een soort verheven heid een bidstoel vervaardigen; de teeke- ningen hiervan zijn nog bewaard geble ven. Een kostbaar baldakijn zal door zes 'prelaten gedragen worden, terwijl weer andere kerkelijke hoogwaardigheidsbeklec- •ders de groote struisveeren waaiers zullen houden. De processie zal des avonds om 6 uur plaats hebben, 't Allerheiligste wordt om ringd door de commandanten en officieren der Pauselijke lijfwachten. Achter den. H. Vader zullen zich de Kardinalen, die nog in Rome zijn, aanslui ten, met hot Kapittel der Romcinsche Ba silieken, vertegenwoordigers van alle Or den en Congregaties, terwijl de gewapende macht des Pausen den stoet zal sluiten. Zoodra de processie den Sint Picter ver- laten heeft, zal zij langs do linker zuilenrij trekken dan dwars het plein oversteken naar de rechtsche kolonade. Op de bree- de trappen van Sint Pieter zal een rust- altaar worden opgericht vanwaar de H. Vader den zegen met het Allerheiligste zal geven. 's Avonds laat, als de duisternis haar donkere sluiers over de Eeuwige stad heeft uitgespreid, zal voor de derde maal dit jaar de feëerieke verlichting van den Dom en den koepel van Sint Pieter plaats heb ben. Zoo wil de Paus op plechtige Wijze. Christus in de H. Hostie vereeren, terwijl zijn Plaatsbekleeder op aarde voor het eerst sedert 1870 de gr-enzen van het Vati caan overschrijdt. Ondanks de geweldige hittehoudt de pelgrimstroom naar de Eeuwige Stad nog steeds aan. Zoo zagen wij dezer dagen een NADERE KENNISMAKING MET OUDE KENNISSEN. „Ik zal uw goed wel aan den kapstok hangen", zegt de gulle gastheer tot zijn binnentredende gasten, die inmiddels zelf ook al bezig is zijn hoed, jas en mantel tc bestemder plaatse te brengen. Die kapstok blijkt dan in den regel te wezen een min of moer mooie plank met houten pinnen of koperen haken, waartus- schen vaak een spiegel en waarboven een dckplank, waarop koperen kandelaars, vaasjes en andere snuisterijen. Van een stok valt er niets aan te bespeuren en een kap wordt er heelemaal niet aan op gehangen. Vanwaar dan dat woord? Gasten noch gastheer plegen zich deze vraag te stel len dat gangmeubel heet nu eenmaal kap- stelc, gelijk er zooveel woorden zijfl, waar van de beteekenis niet terstond duidelijk is. Toch is liet wel aardig, naar den oorsprong der woorden te speuren, wat we daarom hier eens wil len doen. Schrik niet, deskundige lezer; ik ben niet Aar, plan terug te gaan tot dc zgn. wortels der woorden, welke uit het aloude Sanskriet plegen te ontspruiten; dit zou een beetje saai worden. We zullen slechts nagaan, hoe in den loop der tijden het spraakgebruik ons aan sommige uitdruk kingen hielp. Om dan wèer met kapstok tc beginnen, vroeger droegen de menschcn mannen èn vrouwen een „kapmantel", d.w.z. een oxergewaad, waaraan, een kap vastzat; sommige monnikorden hebben in hun habijt nog een herinnering daaraan bewaard. Die mantel werd bij bezoek afgelegd en opge hangen, wegens de lengte, aan een stok of groote. bedevaart van Italiaansch tramweg- personeel. 2500 Beambten uit Genua, Mi laan, Turijn, Napels, Palenno werden door den H. Vader ontvangen, die hen in een vaderlijke redevoering toesprak, nadat hij allen eerst tot den handkus had toegela ten. De II. Vader verheugde zich 'over het feit, dat het tramwegpersoneel, dat bij het Apostolaat des Gebed» staat ingeschreven, steeds^ grooter is geworden, terwijl thans bijna in alle steden van Italië afdeelingen zijn opgericht. Bij deze gelegenheid had de H. Vader een album in ontvangst te nemen met de handteokeningen dergenen die tot intentie van Z. II. de H. Communie hadden ontvangen. Tijdens de audiëntie speelde het muziekkorps der tramlieden op het Damasushof. Verder werden nog ontvangen 500 Ter tiarissen, een Spaansche bedevaart, 250 pelgrims uit Isohia, S00 werklieden van de chocoladefabriek te Perugina en verschil lende Duitsche pelgrimsgroepen die door den II. Vader in de Duitsche taal werden toegesproken. De nieuwe gezanten van Roemenië en Venezuela hebben met. het gebruikelijke ceremonieel hun geloofsbrieven aan den H. Vader overhandigd. De pauselijke Nuntius bij het Italiaan- sche Hof, Mgr. Borgoncini Duca, heeft in het Oratorium van den H. Steplxanus zijn eerste plechtige II. Mis1 na zijn bisschops wijding opgedragen. Daarna werd hij door Z. II. den Paus Ontvangen, wien hij zijn familieleden voorstelde. Mgr. Borgoncini Duca* kreeg van Z. H. een kostbaar borst kruis ten geschenke, benevens de auto, die de Paus tot nog toe gebruikte bij zijn plci- zierritten in de Vaticaansche tuinen. "Woensdag heeft Mgr. Borgoncini zijn iulrek genomen in zijn nieuwe woning, die den naam van Villa Maria Pia heeft ontvan gen. De groote school tusschen de Vaticaan- sc.hc muren opgericht door- Paus Pins X z.g. heeft met het einde van het school jaar uitgediend als zoodanig en wordt deels kazerne der Pauselijke gendarmen, deels redactie en drukkerij van de „Osser- vatore Romano". Tusschen deze vroegere school en de poort van de Vaticaansche stad, die men nu Santa Anna noemt, wordt een groot gebouw opgetrokken voor woningen van Vaticaansche burgers. De Fransche zusters van San Carlo heb ben de Vaticaansche stad verlaten en het gebouw wordt in orde gebracht voor bu reau en voor de woning van den Aarts priester van Sint Pieter, Ivard. Merry* del Val, daar zijn tegenwoordig huis zou wor den afgebroken. Zijn Eminentie Kardinaal Van Rossum werd dezer dagen door den H. Vader in particuliere afscheidsaudiëntie ontvangen, daar dc grijze prelaat op vacantie gaat. Als er iemand is die zijn vacantie heeft verdiend, is het Kardinaal Van Rossum, die als Prefekt van de Congregatie de Propa ganda fide meer dan do halve wereld be stuurt. Dc Kardinaal is niet meer die krach tige slanke figuur van weleer, maar sedert zijn ziekte gaat hij gebogen onder de ja ren, zijn geest is nog helder eix zijn werk kracht frisch. Do Kardinaal gaat eerst naar Kopenha gen waar hij Dr. Brems, Apostolisch Vica ris van Denemakren, zal ontmoeten, terwijl crtxk Dr. Muller, Apostolisch Vicaris van Zweden zich bij dit gezelschap zal aan sluiten. Deze Bisschoppen zullen zich mot den Kardinaal inschepen op de Alexandrine naar Reykjavik, waar in de Kathedraal van Christus Koning de plechtige Bisschops wijding zal plaats hebben van Mgr. Meu- lenberg, die tot nog toe Apostolisch Pre fekt van IJsland was. Later za.l de Kardinaal nog een bezoek brengen aan Londen en ook aan Neder land. staak, van boven voorzien van uitspruit sels. Zulke kapstokken zien we nog we!, maar dan noemen 'we ze nu ldeeren- standaards, evenals le bovenbedoelde planken met haken ook wel klcerenhan- gers heeten. In 't dagelijksch leven is even wel kapstok nog "steeds de algemeen ge bruikelijke term, al zijn de kappen sinds lang verdwenen. Van een echten kapstok gesproken, in de „commissiekamer" van het verbrande stad huis stond er og een: een gegoten ijzeren monsterding, waaraan je ue handen stuk stootte als je niet oppaste. Ik hoop vurig, dat, het waardelooze lor gesmolten of minstens stuk gevallen is. En hoe komen we nu aan bankbreuk, waarmede bedoeld wordt het ineenzinken eener financieele instelling, welke dit zelfs bedriegelijk kan doen? Wel, oudtijds had ieder handelaar zijn eigen bank op de plaats, waar allen bijeen kwamen, zooal» nu nog ieder zijn vaste plek iieeft op de beurs. Wanneer een hunner niet behoorlijk vol deed aan zijn verplichtingen, zeide men gewoonlijk, dat zijn bank gebroken was. In Italië heette dit „banco ïott-o", waarvan door het spraakgebruik ons b a n k r o e- t i e r afkomstig is. Men zal begrijpen, dat ik deze dingen niet op rn'n eigen houtje zi' te verzinnen, doch ze hier en daar heb opgeduikeld, o.a. uit een rede, door prof. Verdam uitgesproken op een Leidschen Diës". Daarin vertelde hij h.v. waar het zoo juist genoemdo houtje vandaan komt. 't Is geenszins het stokje laten we zeggen: uit een rollade waarop men zit tc knabbelen als men bij gebrek aan beter voedsel „op een houtje bijt", doch niet meer of minder dan de aloude kerf stok, waarvan er in de Lcidsche Lakenhal zie do vitrine op do bovenzaal van 't oude gedeelte nog een paar te zien zijn. Zoo'n kerfstok was in den tijd, toen de kleine burgerij lezen nog schrijven kon, het gewone middel voor de verrekening van winkelschulden; de betaling ervan werd door eon kerf of insnijding aange duid op dc twee stokken, waarvan schukl- eischer en schuldenaar or ieder een had den; zij mochten natuurlijk slechts beide tegelijk gekerfd worden, zoodat de in snijdingen op de twee stokken nauwkeurig met elkander ovcroen k.vamen. Alleen in dit geval ging men accoord mot hetgeen men „op zijn kerfstok had". Klopten d'e gleuven niet, dan verweet de een den an der, dat hij „op zijn eigen houtje" had zitten snijden, wat begrijpelijkerwijze niet als kenmerk van schuld of afbetaling werd geaccepteerd Deze houterige manier van dubbele boekhouding beviel ip dc prac- tijk zoo goed, dat ze nog op 't eind der vorige eeuw in verschillènde dorpen, van ons land werd toegepast, hoewel men toen de kunst van lezen cn schrijven wel roods algemeen verstond. De riddertijd heeft ons heel wat uitdrukkingen bezorgd, welke aanvankelijk in letterlijken zin, nu nog slechts in figuurlijke beteekenis wor den gebruikt. Wanneer wc willen zeggen, dat iemand doorslaande bewijzen van be kwaamheid heeft gegeven, dan heeft hij geliik oudtijds een edelknaap „zijn sporen verdiend"; heeft icjnand een be paald oogmerk, is hij een of ander van plan, waarnaar men nieuwsgierig is, dan wordt gevraagd: „wat voert In; in zijn schild", d. w. uit welk merkteeken kunnen wij opmaken wat we' van hem te wachten heb ben komt iemand l'rank en vrij voor zijn meening en bedoeling uil, dan „strijdt hij met open vizier"; rusten wc ons met alle weermiddelen ten strijde toe, wij „zijn tot do tanden gewapend"; malcen we iemand becs, dan „jagen wc hom in harnas"; heeft, zoo iemand maling aan onze aanval len, hij „trekt er zich geen harnas over aan", maar is hij wel gevoelig voor wat wij hem aandoen, dan ,-aakt hij spoedig „op z'n paardje"; willen we iemand af breuk doen, we „trachten hem uit den za del te lichten"; kiezen wc iemands partij, wo „treden voor hem in T krijt", „breken een lans Voor hem" of „nemen den hand schoen voor hem op", gelijk oudtijds do ridders deden als zij door 'b oprapen van een toegeworpen handschoen tc kennen gaven, dat. zij den strijd aanvaardden. De handschoenen schijm-n een zoo groo te rol ia 'l ridderleven gespeeld te hebben, dat we nu nog „met den handschoen" trou wen, als dc tweede helft van liet bruids paar door b.v. buitenlands tc wezen niet bij de plechtigheid kan icgenwoordig zijn. Een aldus gehuwde dame, die zich naar haar echtgenoot in Inui;: begeeft, heet aan boord zelf ..een handschoentje", welke ti tel haar alle rechten eener getrouwde i vrouw toekent. Om tot de herinucringon aan den rid- -clèrtijd. terug te keereh, we „steken iemand naar de kroon" als wc z>'jn eer of goeden naam aanranden, ja we „halen hem ile kroon van 't hoofd" indien we daarbij tc ver gaan. Wie dit op slinksche wijze doet, wordt gesommeerd ..man en paard (aan den ridder) te noemen". Doet. men dit niet gereedelijk, doch pas na lang vragen of na in 't nauw gedreven -; te zijn, dan „valt men door de mand", met welke uitdrukking we a angel and zijn bij de oucle rechtstermen. In de middeleeuwen werd een burger in bepaalde gevallen wel eens te pronk ge hangen in een mand boren een oud iep wa ter en hij kon zich dan alleen bevrijden door met een mes, dat hij daarvoor mee kreeg, den bodem los te snijden. Dit be zorgde hem niet alleen oen nat pak, maar ook kreeg ieder hem nu tc zien, wat er toe leidde, dat men van iemand, wiens beken tenis hem openlijk als misdadiger deed kennen, te zeggen: hij „vilt door de mand" of „druipt uit de ben". Wie niet deugen v.il, groeit, nu nog op „voor galg en rad", hoewel deze marteltui gen al lang zijn afgeschaft, evenals dc „duimschroeven", waarmode men een ver dachte tot bekentenis trachtte tc brengen, of het „brandmerk", waarmede men strafte. Toch worden heden ten dage nog wel „de duimschroeven, aangelegd" rif wordt iemand „openlijk gebrandmerkt", wat echter nog slechts zedelijke pijn deer. evenals oudtijds het „aan do kaak stellen wat we thans in figuurlijken zin ook nog wel doen. Het Leids'chc stadhuis heeft vroeger ook een „kaak" bezeten ën wel ter hoogte van dc ©erste verdieping, vanaf „de groote pers" te bereiken. Als men den gc^el toch weer gaat herstellen 'fis dc veiligste weg in onzen tijd van bouwkundig zoeken en tas ten nicest men die plaats van te-pronk- stclling ook maar weer aanbrengen; er zal allicht nog wel een oude teekening' wezen, welke de noodigc aanwijzing geeft. In meerdere stadhuizen vindt men ook oen „vierschaar", welke r.r vaak in Den Haag b.v. zeer mooi uitziet; die van de- Residentie is o.a versierd niet een schilde ring boven de zitbanken, voorstellend het bekende oordeel van Salomon. Do „vïor- schouf en schepenen recht werd gespro ken d,c Lcidsche Schepenkamer cl eed dit mede in haar bouw duidelijk uitkomen maar de naam is van anderen oorsprong. Deze. wijst eenvoudig hi u-op, dat aanvan kelijk de plaats, waar een beklaagde moest verschijnen, door vier selirannen" of ban ken was afgezet, van welke aanduiding do volksmond langzamerhand liet woord vier schaar vormde, waarmede later liet ge- recht zelf werd aangeduid. Vandaar: „iemand voor dc vier-.- dinar dagen", al werd deze ook door meer dan vier personen Een zware straf was het oudtijds, wan neer do rechter zijn houten slaf boven liet hoofd van een veroordeelde in stukkon brak, want daarmede wille hij le kennen geven, dat hij zijn macht tol bescherming van den man prijsgaf, waardoor deze zoo goed als vogelvrij verklaard was: ieder mocht hem dooden, gelijk zulks later door den scherprechter geschiedde. Sindsdien liet men de rechterlijke staven hoel, maar de uitdrukking „den staf over iemand bre ken" bleef leven tot den huldigen dag. Dat aan de volksspelen velerlei zegswijzen werden ontleend, ligt voor dc hand. Wie voorspoedig is in zijn loopbaan, heeft nog alt-.jd „niet onvoor- deelig gekolfd" en wie iots, le dóen krijgt, wat hem lijkt, vindt zulks „een kolfje naar zijn hand". Insgelijks aan het kolven her innert de uitdrukking: „dit kan niet door den beugel", waarmede oudtijds gedoeld werd op den bal, dio men niet door den beugel (boog) gestooten zou kunnen krij gen. „Kruis of munt" heet nog altijd een bekend hazardspel, hoewel op dc geldstuk ken sinds lang hot kruis, dat er voorheen veeltijds op stond, door een beeldenaar of andere voorstelling is vervangen. In de middeleeuwen sprak men van de „cruussi- de" des pennings. Hoezeer de volksmond vasthoudt aan oude_ zegswijzen toont o.a. de uitdrukking: „hij is erg op den penning", welke nog al tijd gebezigd wordt, hoewel onze munten sinds lang allerlei andere namen dragen. Hetzelfde valt te zeggen van „voor een •oortje thuis liggen" en „botje bij botje" leg gen, want wat een oortje cn een botje voor geldstukken waren weet men niet eens meer. En de „vier duiten" dan voor dc waarde van 2 1/2 cent! Ons twoc-en-een- halvc-cent-stuk noemen velen nog bij voor keur een vierduitsfcuk, wat trouwens ook een voel fideelcr naam is. Familienamen, hoewel men ze meest gcdachtenloos uit spreekt, wijzen ook vaak heen naar ver vlogen tijden. Gildemeestor herinnert aan de oude gilden met hun gezellen en mees ters; Maarschalk aan een ouden lcgerrang, kortelings pas in Frankrijk afgeschaft; Meijer was lang den naam van een huur- boer, in Drente b.v.; Drost en Schouten doen denken aan den „Drost van Muiden" .on dc gerechtsdienaars in steden en dor pen. Prof. Verdam bracht Zwetsloot in verband met den plaatsnaam „de Zwct" bii Delft. Zoo zou ik nog lang kunnen voortgaan, maar ik meen op genoeg oude kennissen te hebben gewezen om mijn lezers do oogeu geopend te hebben voor de eigen aardigheden, welke aan vele woorden cn zegswijzen verbonden zijn. Mocht dit'niet zoo wezen, dan zou ik erg „in mijn wiek geschoten" zijn. Slechts één uitdrukking nog wil ik niet onopgemerkt laten passoe- ren ml. „allo hens aan dek", ontleend aan dc scheepvaart. Was er gevaar voor storm of vijand,'dan werden daarmede alle sche pelingen bijeen geroepen evenals wc'dat nu nog doen bij verkiezingen. Och, wat gestaan, in Leiden niet liet minst. Het speet gestaan, in Leiden niet liet minst. Hc speet me waarachtig, dat ik er niet bij kon zijn! AJO. Een vliegerde hagedis. Hel tropische oerwoud, zoo rijk aan zeld zame cn merkwaardige dieren, herbergt o.a r!ok "J11 dier wiens naam „dc vliegende draak (Draco volaris) onwillekeurig her innert aan draken cn dergelijke loelijke monsters die in de heldensagen van alle volkeren b.v in- de sage van Siegfried zulk een groote rol spelen. Wel is dit dier dat in do boomtoppen van de tropische wouden in den O os (-Tndischg n archipel inheemsch is, xohUekt geen reusachtig, vuurspuwend monsi er. zooals de draken uit de sagen, want hij heeft een lengte van slechts 20 lot -5 c.M. en overtreft in grootte dus niet eens onze inlandschc hagedissoorten. Hij verschilt alleen van deze door zijn huid, die alle kleuren van den regenboog vertoont en door het bezit van een soort \ak:chovm, waardoor liet dier in staat, is glijvluchten te maken. Dit valscherm be staat uit een zich aan beide zijden van het lichaam bevindende, ver breeding der li- chaanishuid, welke door de verlenging van ccnige ribben die door dc huid heengegroeid zijn. gesteund wordt. Deze ribben vórmen als het ware de baleinen van het waaier vormige scherm, dat oranjerood van ldeur 'is. T-tet valscherm stelt het dier in staat om in schuine richting van boven tranar beneden ie vliegen, iefs wat vooral van pas kcnu op de jacht naar insecten, waarvan het dier moet leven. Behalve de vliegendo draak bestaan nog ongeveer Iavcc dozijn andere soorten van ..vliegende hagedissen," Hagedissen die .echt-' konden vliegen wa ren er alleen in «le ontwikkelingsperioden van onze aarde, in do voor-historische tij den. Sommige van deze soorten hadden reusachtige lichamen; de. geweldige vlieg- liui.l bij verschillende soorten- een span wijdte van 5 a 6 M. Andere soorten waren kleiner b.v. de Ptcrodaclylus, waarvan een bekend feestlied meldt, dat hij* eens ..dron ken naar huis? vloog Wat men ir de maag van een struisvogel vond. Zci.nls men weet zijn de sfrui vogels dc schiik der dierentuinen. Zij bezitten blijk- kiar geen onderscheidingsvermogen voor dingen die verteerbaar en onver!eerbaar ziin cn hun eetlust is zóó groot dat hun iii>. van Jjas komt. Men heeft dan ook altijd de vreemdste dirgen in de maag van de struisvogels ge vonden. Struisvogels sterven meestal tenge volge van een maagziekte. Ecnigcn tijd ge- 'eJen stier er in de i dierentuin van Mel bourne een struisvogel cn toen men zijn maag opensneed, vond men daarin twee blikken sigarettenkokers, een partij munten en knoopen. een zilveren potlood cn ten- s!o'tc een kindcrsehoejitjc dat de struisvo gel waarschijnlijk bij een al te nieuwsgie rige kleine bezoeker van den voet getrok ken had. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen C'rcdo. De gewone Prefatie. ZONDAG 11 Juli. Achtste Zondag na Pinksteren. Mis: Suscepimus. 2e gebed v. d. H. Marcellinus, Belijder (Zio in het feest eigen v. li. Bisdom): 3o v. d. H. Bonavon- tura, Bisschop, Belijder en Kcrklceraar; 4e v. h. octaaf van Kerkwijding (in nict- geconsacreerdo kerken geen vierde gebed). Credo. Prefatie v. d. Allerli. Drieëenhcid. Kleur: Groen. Van God zijn wij afhankelijk. Zonder Hem zou ons bestaan niet mogelijk zijn ge weest (Gebed). Hij is onze Vader, wij zijne kinderen. Daarom moeten' wij volgens zijn geest leven en niet overeenkomstig dc eischen van onze vlceschclijke begeerlijk heid. Allen zijn wij rijk door ons kindschap Gods, dat ons met Christus mode-erfgenaam maakt des hemels. (Epistel). Doch o.olc allen zullen wij eenmaal ter verantwoording worden opgeroepen of wij dat kindschap Gods hebben beleefd (Évangelie). Dat. le ven als kind Gods vraagt strijd, dc strijd des levens, want „heb vleesoh begeert te gen den geest". Gelukkig evenwel, die op God vertrouwen en niet op eigen krach ten (Offertorium en Comniunio); voor dezul ken zal God dc Beschermer zijn (Graduale). Moge de God van barmhartigheid, dio woont in zijn heilige stad, de II. Kerk (In troïtus), door dc kracht van het heilig Mis offer ons heiligen en brengen naar de eeuwige vreugden (Strlgebod) om daar te proeven hoe zoet de Heer is (Communio). MAANDAG 15 Juli. Octaaf van Kerkwij ding. Mis: Terribilis. 2e gebod v. d. 11. Henricus, keizer. Credo. Kleur: Wit. In niet-gcconsacreerde kerken: Mis v. d. H. Henricus: Os Justi. 2e gebod A Ounctis (om de voorbede der Heiligen); 3c naar kemy^. tl. priester. Kleur: Wit. j^^^Bgeboron, was de H. Henricus vau- aj^^^Bnugd gesteld onder dc leiding van di^BpWolfgang, Bisschop van Begens- bura^rii liet jaar 995 stierf de vader van den heilige, die nu als opvolger van zijn vader Hertog van Beieren werd. Na den dood van keizer Otto III in 1002 werd Hen ricus tot keizer van Duitscliland gekozen. Zijne rechtvaardigheid, zachtmoedigheid cn godsvrucht blonken uit in de wijshoid van zijn bestuur. De keizer, bijgenaamd „de godvruchtige", beijverde zich om Gods eer cn dc uitbreiding van de H. Kerk ie verzekeren, den vrede in zijne staten tc bevestigen en dc volkeren aan zijn bestuur onderworpen, gelukkig te maken. Henri cus overleed in 1024. DINSDAG lo 'Juli. Gedachtenis van 0. L. Vrouw v. d. Berg Carmel. Mis: Gau- deamus. Credo. Prefatie v. d. Allerli. Maagd (invullen: En U om dc gedachtenis). Kleur: Wit. Deze feestdag is ingesteld tot een ge denkdag van de verschijning .van de hei lige Maagd aan den heiligen Simon'Stock, Generaal van de Orde der CarnÜlieten den IGcn Juli 1251. Omgeven van Engelen verscheen Ma ria met hot scapulier der Carmelordc in de hand, zeggende: „Ontvang, mijn dier bare zoon, dit scapulier uwer Orde als de livrei mijner broederschap, 't Is het be wijs van het voorrecht, dat ik voor u en al de kinderen van den Carmel verworven heb. Wic'in dit kleed sterft zal van het ecuwig vuur bevrijd blijven. Het. is een toeken van zaligheid, een behoedmiddel in gevaren, een onderpand van vrede en eeuwig verbond". Deze heerlijke bed of to geldt allen, die in hot broederschap van den berg Carmel zijn opgenomen. WOENSDAG 17 Juli. Mis v. d. H. Alexius, Belijder: Os Justi. 2e gebed A Cunctis; 3c naar keuze. v. d. priester. Kleur: Wit. DONDERDAG 18 Juli. Mis v. d. H. Ca- millus de Leilis, Belijder: Majorem. 2e ge bed 'v. «I. H.H. Symphorosa en hare zeven zonen, Martelaren. Kleur: Wit. Na zijn leven als militair hoeft do H. Camilla» zich bijzonder onderscheiden doör zijn liefdevol helpen fier zieken, bij zonder der stervenden. Tot dat doel heeft hij een Congregatie van priesters gesticht, do Camillianon. VRIJDAG 19 Juli. Mis v. d. H. Vinccn- tius a Paulo, Belijder: Justus ut palma. Kleur: Wit. Vandaag viert dc H. Kerk het feest van den grooten en bekenden beoefenaar der christelijke naastenliefde, de H. Vinccntius a Paulo. Zijne, naastenliefde strekte zich uit over allen, maar uitte zich vooral in het geven van godsdienstonderricht aan cn in dc christelijke opvoeding van de arme en verlaten jeugd. ZATERDAG 20 Juli. Mis v. d. H. Hiero- nymus Aemilianus, Belijder: Effusum est. 2e gebed v. cl. H. Margarita, Maagd en Martelares: 3e voor den .Paus. Kleur: Wit. Evenals dc H. Vincentius is ook de H. Hieronymus een Apostel van naastenliefde. Hij trok zich bijzonder het lot aan der wee zen, die hij in rlc door hem geslichte huizen onderbracht, waar hij voor hen zorgde naar lichaam oti ziel. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: ZONDAG. Feestdag v. d. H. Bonaventuro. Miv: In medio. 2e gebed en laatste Evan gelie v. d. Zondag. Kleur: Wit. MAANDAG. Feest v. h. H. Graf. Mis; In illa die. 2c gebed v. d. H. Henricus; v h. octaaf v. d. H.ïï. Martelaren van Gor- eum. Credo. DINSDAG. Octaafdag v. d. H.H. Mar telaren van Gorcum. Mi.: Emisi (ais op 9 Juli). 2o gebed en laatste. Evangelie v. O. L. Vrouw v. d. berg Carmel; 3e v. cl. ge dachtenis der heiligverklaring v. d. H. Franciscus; 4e v. ,d H. Maria Magdalen i Postel. Kleur: Rood. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9