FjlS/AMEb RUBRIEK
If
DE MODE VOOR ONZE Kluun t,
MEISJES.
Het is tegenwoordig volstrekt niet
moeilijk onze kleine meisjes aardig te
kleeden. De kleuren en dessins der
stoffen zijn door kleine patroontjes,
zoowel voor kleine als groote meisjes
'geschikt en ook het maaksel levert
ook al geen moeilijkheden op. Wij
vrouwen zijn immers allen „meisjes"
en onze volwassenheid alleen rang
schikt ons onder de afdeeling „groote"
meisjes. Voor het overige bestaat er in
de kleeding, wat model en stof betreft,
werkelijk maar weinig verschil.
Het klokkende, uitwaaiende rokje,
dikwijls met smalle strookjes bezet, de
breede of de smalle shawl, het vier
kante halsdoekje, de plooirok mei; jum
per, dit alles wordt door de kleinen
evengoed gedragen als door de groo-
teren. Behalve dat de ongelijke en de
van-voren-opwippende rok voor het
kind niet geschikt is, volgt deze verder
in alles de mode der ouderen.
Op het bedrukte jurkje zonder mou
wen, draagt het kleine meisje even
dapper en even gracieus het effen ge
tinte vest in de kleur van het fond.
Door het verfrisschen en verwisselen
van dit kleedingstuk, kan het jurkje
lang mee en behoudt het z'n fleurigheid.
IRIS.
TWEE COMPLETS VOOR MEISJES.
No. 371.
Een snoezig geheel van een jurkje
met een mantel, beide van wollen
crepe stof het manteltje effen grijs,
doch het jurkje bedrukt in twee kleu
ren blauw op grijs. Het manteltje is
hoogst eenvoudig gehouden; de sjaal
kraag loopt als een rechte strook door
tot aan den zoom en als garneering
zien we manchetjes van de stof van
het jurkje. Zakken komen er niet aan
voor.
Het jurkje heeft in het voorpand van
het rokje een aantal stolpplooien en
een groote strik garneert het borst-
paneel. De ceintuur is van de effen stof
van den mantel.
No. 372.
Dit tweede model is eveneens van
crepe: het jurkje is rose en het man
teltje wit met gedrukte motieven in
twee kleuren rose en groen. Het jurkje
heeft een wit frontstuk, langs den hals
rose omboord en met een rose strikje
als garneering. De ceintuur is van de
zelfde stof en heeft van achteren een
grooten strik.
Van het manteltje zijn geen bijzonder
heden te vermelden dan twee rechte
zakjes in de zijden.
DE ZOMER EN DE KLEUREN VAN
ONZE TOILETJES.
Bij het samenstellen van onze nieuwe
garderobe, moeten we terdege rekening
houden met het jaargetijde. De winter
eischt een geheel andere kleurcombi
natie dan den herfst. De winter ver-
eischt een kleuren-samenstelling, welke
warm en behagelijk aandoet, de herfst
vraagt om grillige kleurschakeeringen,
die in overeenstemming zijn met de
weelderige kleurenpracht, v/elke toch
weemoedig aandoet, door het afscheid
der natuur.
Maar de lente en de zomer?
Zij vragen om feestelijkheid. Leg in
uw kleeding die feestelijkheid, welke
dc natuur ten toon spreidt. Dc zomer
is één lange verjaardag! Doe uw fees-
telijkste kleedje aan en laat het tin
telen van kleur-schakeering!
O, kleur is toch zoo veel!
'k Weet het best, het sobere japon
netje in stemmige tint gehouden kan
ook prachtig zijn, maar het is niet ge
schikt voor een stralenden zomerdag!
We gaan naar iets fel-getints verlan
gen, naar iets, wat al het grauwe en
dorre en fletse doodslaat. We willen
één geheel vormen met moeder aarde.
Zij spreidt de wonderlijkste kleuren
pracht voor onze oogen uit en nooit
wordt die bonte pracht van bloe
men leelijk genoemd. Dat kan ook
niet. Niets in de natuur kan werkelijk
leelijk zijn. Wij kunnen het een boven
het andere stellen, of iets minder aan-
irekkelijk vinden, doordat het ons
vreemd is en wij er als oningewijden
tegenover staan, maar wij geven alleen
toe, dat de natuur nooit „den goeden
smaak" mist, al toont ze ons alle kleu
ren in bonte mengeling tegelijk! Denk
maar eens aan den regenboog en aan
een grasveld met gele, witte, roode en
blauwe bloemen!
Welnu, draag uw bont-gebloemde
mousseline- en decoratief bedrukte
chantung japonnetjes; ze zijn hoogst
modern en ge zult er in uitzien, als één
stralenden zomerdag!
Heerlijk mooi zijn de gebloemde
crêpe de chine-japonnetjes en bijna
even mooi, maar veel goedkooper, zijn
die van kunstzijde. Dit laatste komt
meer en meer op den voorgrond. Alle
moderne tinten en versieringen zijn er
in en het een is al mooier dan het
andere.
SPORTIEVE ZOMERMANTEL.
No. 373.
De bekende tweedstoffen zijn op het
oogenblik zeer in de mode voor spor
tieve mantels. Behalve in de oorspron
kelijke beige en grijze tinten, maakt
men ze ook in de meest gevraagde
modieuze kleuren, zooals blauw en
groen. Bijgaand model munt uit door
een hoogst soberen vorm. Origineel
de ruitvormige paneeltjes bij den elle
boog en niet minder de eigenaardige
bewerking van den kraag, die van
achteren vrij gelaten is van bont; wel
loopt de bontstrook van den schouder
over den rug naar de andere zijde.
Voor het bont, zoowel van den kraag
als op de mouwen, is caracul ge
nomen.
EENTONIGHEID.
Een ieder van ons kent die grauwe,
sombere uren, waarin het leven door
ons gezien wordt in een grijzen mist.
We kunnen niet gelooven, dat die mist
weer op zal trekken en we den blauwen
hemel te zien zullen krijgen. Die oogen-
blikken zijn zwaar van moedeloosheid
en de kleurloosheid van ons bestaan
doordrenkt ons geheel, zoodat we zelf
als 't ware een en al triestigheid zijn.
Voor sommigen van ons komen die
oogenblikken gelukkig maar zelden en
glijdt het leven meest als een rimpelloos
watertje, waarin dc zomerzon schijnt,
verder. Voor velen onzer echter, zijn
de uren van weemoed chronisch en
tenslotte groeien ze aan tot één lange
reeks van droeve dagen.
Wanneer we aan zulke stemmingen,
die in 't begin maar zelden voorkomen,
toegeven, dan krijgen we al heel spoe
dig een toestand van bewuste, inner
lijke afmatting, vermengd met een
kleine dosis zelfbeklag. Zuchten en tob
ben wordt al gauw een gewoonte en
kan op den duur even onuitroeibaar
blijken als onkruid.
We blijven ons beklemd gevoelen en
gedrukt, ook al is er momenteel geen
werkelijk-bestaande reden voor.
Voor sommigen eischt het leven een
bijna bovenmenschelijke inspanning, die
boven hun krachten gaat. Dan wordt
het leven één inspanning, zonder de
opwekking, die toch zoo noodig
is om het leven wat fleur en vroolijk-
heid bij te brengen.
Het levenspad kan een hobbelig,
smal, afgetrapt paadje zijn, waarlangs
we ons moeizaam voortbewegen, strui
kelend en strompelendmaar van
tijd tot tijd afgewisseld door een vredig
plekje frisch, groen gras, waarop we
even mogen uitrusten.
Het is aan ons, dat vredige, groene
plekje te ontdekken. Velen strompelen
morrend en zuchtend over den levens
weg, dat ze in 't geheel niet meer zien
kunnen wat er hier en daar voor moois
verborgen ligt. Ja „verborgen" ligt het
goede wel, het klatert en schittert niet
zóó luid, dat een ieder het zien en
hooren moet. We moeten het zoeken,
het ligt verborgen. Maar bet is er, zelfs
op den meest hobbeligen levensweg is
er wel zoo'n opwekkend, frisch en
fleurig plekje, waar het goed is om uit
te rusten en kracht te verzamelen om
verder te kunnen gaan.
ANGéLIGNE.
ZOMERCOSTUUM No. 374.
Voor den zomer brengt de mode
alleraardigste pakjes, bestaande uit
een japon met een jasje, zooals we op
deze teekening een zien afgebeeld.
Rok en jasje zijn van een groen be
drukte crepe de chine en de sweater
is wit, doch gegarneerd met een groo
ten strik van de bedrukte stof. Het
kraagje van den sweater is met een
groen biesje omboord en de ceintuur
heeft een groene galalithgesp. Stolp
plooien, op regelmatige afstanden
rondom in den rok aangebracht, geven
dezen eenprettige wijdte. Het jasje
heeft geen kraag en revers, noch zak
ken in de zijden.
ZOMERJAPON No. 375.
Let eens op, lezeres, wat een aar
dige vorm deze japon heeft, wat
misschien wel in de eerste plaats zijn
oorzaak vindt in den origineeleti
berthekraag. De stof waaruit ze ge
maakt is, is gele, groen bedrukte crepe
de chine. De rok bestaat uit twee
banden, elk gegarneerd met een strik
en verlengd door een gepliseerde
strook. Van deze gepliseerde strooken
zien we een herhaling aan den kraag,
waar ze een uitbreiding tot het be
kende berthemodel van vormt. De ge
pliseerde gedeelten, zoomede de ein
den der strikjes, eindigen met een
strookje effen geel.
PALING A L'ITALIENNE.
Neem een grooten paling; stroop
hem, verwijder de ingewanden en kook
hem in witte wijn met zout en peper.
Doe in een pan een flink stuk boter,
uitjes en champignons, die fijn gesne
den zijn, zout en peper. Plaats dit op
het vuur en voeg er, wanneer het begint
te koken, twee lepels jus bij. Een poosje
laten sudderen. Leg vervolgens den
paling op een platten schotel en giet
er de saus overheen.
CELERIESCHOTEL MET KAAS.
Maak de celeriestengels goed schoon,
verwijder de harde schil en onge-
wenschte deelen en snijdt in stuk
ken van eenige centimeters lengte.
Doe ze tien minuten in een groote
hoeveelheid kokend water, daarna uit
laten lekken en overdoen in kokende
bouillon tot ze gaar zijn. Uit laten
lekken. Bestrijk een vuurvaste schotel
met boter, rangschik er de celerie in
en giet er een met melk aangemaakte
botersaus, waarin geraspte oude Goud-
sche kaas geroerd is, overheen. Leg
hier en daar kleine stukjes boter en
zet den schotel eenige oogenblikken
in den oven,
KLEINE „FINISHING TOUCH".
Er zijn tallooze kleinigheden, welke
een toilet kunnen opvoeren tot iets
werkelijk bizonders. Het zijn die z.g.
„finishing touches", die aan een toilet
zooiets levends, zoo iest fleurigs kun
nen bijbrengen dat men zichzelf ge
rust feliciteeren mag, met de vondst.
Het is meestal werkelijk een vondst
als men uit een der tallooze kleinig
heden, welke tot de garneering van
ons toilet behooren een keuze heeft
gedaan, die ons alleszins bevredigt.
Zoo hebben we b.v. het ceintuurtje,
het kraagje, knoopen, een gespje,
welke als de „note-gaie" een door
slaand succes kunnen worden.
Het handtaschje, de handschoenen,
schoenen, de parasol, byouterieën en
nog veel andere artikelen aan mode
onderhevig, kunnen er toe bijdragen
om er elegant uit te zien.
Men moet alleen „het" juiste weten
te kiezen en altijd zorgen dat hetgeen
we ons aanschaffen, in toon is met
ons geheele toilet. Dat wil volstrekt
niet zeggen, dat we moeten zorgen,
dat de kleur hetzelfde is en dat het
model niet buitensporig is. Neen, den
goeden toon bewaart men door te zor
gen, dat d" finishing touch" verras
send, aang'..jam voor het oog is, en
vooral niet schreeuwend opvallend
en brutaal.
HéLENE.
....In den trein moet bij voorkeur
geen bont gedragen worden. Er zet
zich veel vuil in vast. Daarom ziet men
bij de meeste reiscostuums een bijpas
sende sjaal van wollen stof. Dikwijls
is deze sjaal van dezelfde stof als de
sweater
COMPLET No. 376.
Een bijzonder charmant zomercom-
plet van gebloemde crepe de chine.
De japon bestaat uit één stuk en is
mouwloos. De rok is vanaf den taille
naad breed gepliseerd en het lijfje
heeft een puntvormig paneel, dat on
der de armen naar buiten verloopt.
Het jasje is eenvoudig, recht van vorm
en heeft zakies in de zijden. De h -
opening der japon en het jasje zijn
omboord met zijde van de donkerste
kleur van het drukpatroon der stof; de
strikken op de japon zijn met deze
stof gevoerd.
EEN PRACHTIGE COMblNATIE.
De zwart-wit mode, die ook voor het
voorjaar, vooral voor gekleeae cos-
tuums ,nog steeds den goeden toon aan
geeft, heeft aanleiding gegeven tot
t
reeds heel wat chique combinaties. In
bijgaande teekening releveeren we nog
eens den aard van dergelijke medieuse
bedenksels Zoo zien we dan allereerst
een hoedje van zwart en wil vilt met
strassgarnituur; vervolgens een lasch
in zwart en wit leer en een halssnoer
met hanger van gitten, terwijl als laat
ste onderdeel der combinatie een zwart
peau de sueae schoentje de aandacht
vraagt.