JRDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT. ZATERDAG 4 MEI 1929 echt tlESVEREENlGINGS- LEVEN iden i3H :cht TEN NEN i ois ispai yf 't komt, doordien ik op zoo'n buiten ga woon weet ik niet doch ik heb den Iruk, dat 't vooralsnog veel te stil do verkiez:ngspolitiek. Men zal mis- lien zeggen: „Wacht maar tot de Twee- Kamer naar huis is en de leden den er op kunnen gaan, gelijk men dat emt", op welke geruststelling ik evenwel ..twoord. dat er toch nog andere candi- jen genoeg zijn dan de zittende leden wat leven in de brouwerij te brengen. ien, de oorzaak der stilte moet ergens jers schuilen. Men denkt tegenwoordig veel, dat de Evenredige Vertegen- ordiging en de stemplicht de zaak wel orde zullen brengen en wacht zoodoen- maar af hpe 't gaan zal. en* 0. de kieskringbesturen hebben 't druk laafri loeS> de secretarissen, 't. Is om delijden te krijgen met die functiona- >n met ^n, zooveel besognes bezorgt hun het 'joefc )Uwe kiesreglement. Zij hebben gestadig clame rk, om den aangesloten vereenigingen te léggen, wat er allemaal moet ge- lueden om de verkiezingsmachine be- arlijk te laten loopen en bekogelen irtoe de plaatselijke besturen met aller- paperassen. Gaat daardoor echter het it:eke vuur overal wel goed gloeien? is het. wat ik betwijfel, willekeurig denk ik nu 't is de Ie dag, zal men mogelijk zeggen aan vroegeren tijd, toen geen kiesvereeni- ig vond, dat zij haar plicht had gedaan, zij niet minstens tweemaal per jaar or haar leden een politieke lezing d laten houden. De sprekers hadden toen 's winters druk, vooral wanneer volle maan was, want dan kon men bui- w n goed zien op de wegen en als 't werk 't land toch stil lag had men daar 't best legonheid om te vergaderen. Uit dien tijd heb ik allerlei heugenissen. was nog geen vrouw in de vergaderin- d te zien behalve de kasteleinsvrouw liter 't buffet want patronaatsgebouwen ren er nog zooveel niet en toch was ET rj opkomst doorgaans goed. 't Behoorde 'II ,den „bon ton" naar de kiesvereeniging gaan, ook al was er geen verloting van r. een paar konijnen aan verbonden. ItfN Pastoor ontbrak zelden of nooitv Jr" ;ak altijd ook 'n woordje en „gelegenheid -i !t steden van vragen" mocht niet ont ken. Er kwamen vaak heel snedige igen voor den dag, ja 't werd soms een meel debat, zooals ik ga nu minstens kwart eeuw terug te Hillegom, waar het met den heer Balvers eens aan den ik heb ge'had over de militaire uitgaven. trok toen aan 't langste eind ik wil nu wel bekennen want in 't Katho- e program waren die uitgaven ge- IIOI eerd. ik meen tot 20 millioen, terwijl de rdedigingsbegrootingen dit bedrag over- ired-en zonder dat de katholieke Kamer- ctie zich daartegen verzet had. Ik ver- het beleid der onzen maar vriend ,5 O Livers had het program op z'n hand en ar stond hij in de vergadering sterk Wee,t ge 't nog, amice? In de Bollenstreek heerschte toen al een gewekt politiek leven, waarin de bestu- ook de meer afgelegen buurten, er bewoners niet naar de hoofdplaats gemeente konden komen, wilden doen slen. Zoo was ik eens genoodigd naar Bserbroek, waarheen een rijtuig mij vanaf tram brengen zou. Nu. dit ging goed. koetsier „wist er alles van" en zou mij u a wijzen waar ik wezen moest. Na een I v bbeligen tocht laadde hij mij af bij een (J scheiden herberg, naar binnen roepend: Tlier is de spreker". De kastelein wist er >k alles van en ontving mij met de bood- dat ik maar beginnen zou als er ims nog geen bestuurslid was. Er lrwam ierdaad niemand behalve een twaalftal ehoorders, zoodat ik dien avond presi- 11 was ook. 't Was er niet minder ge- Uïg om en de buurtschap had ook haar &ing gehad. Men had te Lisse gedacht: Zal wel in orde komen. ja, zoo ging het in dien rustigen toen auto's nog een onbekend art'kei fietsen lang niet in ieders bereik wa- n. Iedere kiesvereeniging moest toen ouwens zorgen, altijd pa-raat te wezen, ant door allerlei oorzaken: overlijden, itslagname of verhuiz'ng van Kamer-, •ten- en» Raadsleden kon men telkens Lverwacht voor een tusschentijdsche verkiezing aarbij „alle hens aan dek" moest >men. Dit was in den tijd van het meer- 239 erne'dsstel6el waarbij het zienderoogen één stemmetje kon aankomen en waar- men gestadig de coalitie leerde waar- Beren. We hadden toen immers ook nog ^stemmingen, waarbij al wat links stond acht samen te gaan al had men elkaar ïrst nóg zoo verketterd, waartegenover wat rechtsch was ook wel de handen 'een moest slaan om geen terrein te ver ezen. Men leerde zoo proefondervindelijk et nut der coalit'e, welke dan ook dien fi,.,,,, ld in hooge eere was. Jr Arme coalitieMij heugt nog, toen ik Taa-r in mijn jonge jaTen eens verdedigde, 'at mij door een geloofsgenoot hij leeft ok nog die mij kende als correspon- ent van Het Centrum, werd toege- .Wiens brood men eet. wiens woord "en spreekt". Zóó werd zij in die l°g bestreden. Sinds is zij desniettemin °t bloei gekomen en nuis zij al niet ö®er, terwijl ik vrees haar herrijzing wel uet meer te zullen beleven. Jammer! Ik verdenk er de Evenredige Vertegenwoordiging 7an» ^at zy hoeveel goed zij ook moge ^vatten schuldig staat aan de politie- inzinking, waarin wij thans verkeeren. 1 heeft ons de tusschentijdsche verkiezin- jOlB oQtnomen, welke een prikkel vormden 13351 SCH tot gestadige actie en leerschool van sa menwerking waren, terwijl zij ons boven dien slechts om de 4 jaren ter stembus roept, wat telkens een tijdperk meebrengt, waarin de kiezers feitelijk niets anders te doen hebben dan afwachten tot zij weer eens zullen worden opgeroepen Voeg hier bij. dat het huid'ge vereenigingsleven op zoo tallooze avonden beslag legt en 't is duidelijk, hoe het komt, dat we van poli tiek leven niet zooveel bemerken als wen- sohelijk ware. Maar nu staat dan toch de stembus voor de deur, nu mocht het dan toch wel eens uit wezen met alle laksheid, 't. Moge waar wezen, dat we nu vanzelf het ons toekomend aan tal zetels krijgen; dat we geen last meer hebben van partijdige kiesdistrict-versnip per ing; dat alle katholieke stemmen thans tot haar recht komen, terwijl er voorheen veel te loor ginjjpn; dat de leuze „Liever Turksch dan Paapsch" geen practisoh ef fect méér sorteert en dus niet zoozeer meer behoeft te worden gevreesd, men vergete bij dit al niet: dat we in ieder geval ons aantal zetels met hand en tand te verdedigen hebben. In dit opzicht gaat het niet gelijk het moest. Zekere misdadige geboorte-prac- tijken decimeeren het aantal kiezers onzer tegenstanders, terwijl diezelfde practijken onder ons worden verafschuwd. Hierdoor reeds moet het aantal onzer kiezers pro- centsgewijze stijgen, maar wat merken we daarvan bij onze fracties in Kamer. Staten en Vroedschappen? Ze moesten gestadig in ledental vooruitgaan doch wat zien we? Stilstand. Gelukk'g nog geen achteruit gang, doch staat ook ten deze stilstand niet met achteruitgang gelijk? Er moet hier of daar een lek wezen, waardoor kiezers, die bij ons be- hooren wegvloeien naar andere partijen. Dat lek dient gestopt en dit kan niet ge schieden door „een heldendicht der Ropm- sche daad" te z:ngen, als de stembus in aantocht is, doch door gestadige propa ganda ook in de jaren, waarin de Evenre dige Vertegenwoordiging ons rust geeft. Werd die propaganda hier of daar ver zuimd, 't is nog geen 3 Juli. Er kan nog heel wat gebeuren. Morgen. 5 Mei gaan door gansch het land de georganiseerde katholieke kiezers naar hun vereenigings-stembussen voor de definitieve aanwirzing der candidaten. Een heel verdienstelijk werk, waarbij o.e^ de verschillende „Verk'ezings-comité's" wel voor de noodiee wrijv;ng zullen zorgen waaruit de gebruikelijke warmte ontstaat. Met de candidaten komt het wel in orde. al zal niet ieder zijn zin krijgen, maar daarna moeten ook de ongeorganiseerde kiezers bereikt worden, opdat we bereiken wat hoogst noodzakelijk is: een grooter Kamerfractie. Juist wijl de coalitie er niet meer is en wij dus op ons eigen aantal zijn aangewe zen om-.den. ons toekomenden invloed uit te oefenen, daarom juist moet het aantal onzer vertegenwoordigers ten Binnenhove versterkt worden. Onze tegenstanders moe ten ervareu dat wij een groeiende partij zijn, wier kracht nog geenszins het hoog ste punt heeft bereikt. 3 Juli .is de datum, waarop wij onze macht ten volle moeten ontplooien. Aan het ..heldendicht der Roomsche daad" moeten wij dan een nieuw couplet toevoe gen, door het ledental onzer Kamerfractie uit te breiden. Daarop zij ons aller streven eensgezind gericht. Dat 's waarachtig een versregel, merk ik. Welnu, daarop rijme dan 4 Juli: De vergrooting onzer fractie hebben wij verricht. AJO. STRAATZWERVERS. door J. H. Braach. In een herberg gaf de oude aan den jonge een hemd. Van dien dag af begon hun vriendschap en bleven zij bijeen op hun zwerf- en bedeltochten. De straat heeft hen nu eenmaal vast en de straat laat hen niet meer los. Zij is een deel van hun leven ge worden, zij voldoet aan hun kleine wen- schen en voorziet in hun nog bescheidener behoeften... de straatdie gladde, ef fen. regelmatige weghet glanzend vlak voor duizenden auto'sde aantrekking voor velen.... Naar landloopersaard noemen zij elkan der neef, compagnon, vriend of broer. Zo hebben nooit gesproken over hun vroeger leven.... Zoodra ze 's-morgens op de af gesproken plaats elkaar ontmoet hebben gaat ieder zijns weegs. Over het verleden wordt niet gerepter moet iets zijn, dat ze liever niet bekend maken. Geen van beiden vraagt ook ietszij willen zelfs den schijn vermijden, nieuwsgierig te zijn. Op zekeren winteravond gingen ze een kroegje in de voorstad binnen. Ze bestel den 'n warme soep en besloten vroeg op hun stroobed te gaan. De schorre klank van een orchestrion, met een geluid ran een asthma-lijder. houdt hen uit den slaap. Kolendragers en sneeuwruimers dansen met vrouwen van verdacht allooieen schipper kweelt een weemoedig lied aan twee tafeltjes wordt verwoed kaart gespeeldhet gaat er steeds heftiger toe.... de glazen worden met luid geraas op tafel of tegen elkaar gestooten. Langen tijd waren ze niet meer in een kroeg geweest en zij waren er echter spoe dig op hun gemak. De drukte bedwelmae hen in 't beg'n, doch vooral de oude vond het er gezellig. Met genot slurpte hij de slechte dranken in en na den maaltijd raakte hij zelfs in een uitgelaten stemming. Hij had direct een heele kring toehoorders om zich heen en vertelde grappen en mop pen, die even oud waren als zijne haren. Het gezelschap luisterde naar hem, maar moest voor hun aandacht betaald worden met bier, want de moppen waren immers al te afgezaagd!...,. De jonge man zag dit alles met leede oogen aan.... De financiën konden im mers zoo'n verkwisting niet verdragen. Daarom begon hij met een zachte waar schuwing: „Pas op!.... voorzichtigze kleeden je uit;" „Wiewat.... uitkleeden mij?" lacht de oude luid. De waarschuwing was voor hem alleen bedoeld, doch door er zoo luid antwoord op te geven, verried hij maar al te duidelijk, dat hij te diep in het glaasje had gekeken. Er ontstond een gemompel in de kroeg, naar aanleiding van die ondubbelzinnige woorden en een gespierde kerel met zwar ten baard dreigde den jongen: „Wat we zullen jou de ribben eens brekenErf met zijn glas in de vuist riep hij barsch tot de kellnerin: „Nog een glas op zijn gezond heid „Je moet me willen begrijpen, hij bezit niet veel" zegt de jongen tegen den groo- ten zwarten kerel. Hij wilde maar liever vrede houden, want hij weet heel goed, dat hij het loodje moet leggen, zoo het tot een vechtpartijtje komt. ,Nugoedwe willen ook niet meer" hernam de reus gekalmeerd, ledigde de pint, die zoo juist gebracht was en hoe pelde op met z'n gezelschap. ,,'t Was hee'.emaal niet noodig, zoo mijn plezier te storen" mopperde de oude. „We mogen het er gerust eens van nemen. Ons leven is toch waarachtig zoo gemakkelijk niet". .Zwaar is hetzwaar". Onder deze woorden kwam er een vrouw, die al een hee'e tijd op den leer zat naar de tafel gestrompeld, ,,'t Is waar. Het leven is moeilijk voor ons allemaal. Daarom Betaal voor mij een kummel of een ani sette „Wil je maken dat je wegkomt", snauw de de jongen tot de opdringerige vrouw. ,We hebben geen geld". ..Hoho wat jij n et waaroudje, je hebt vandaag een gcede dag gemaakt!" „En of!" lachte de opgewonden oude man. Het werd tijd ookBij vorst en sneeuw hebben de menschen wat meer ge voel' en worden milddadig". ,Hij overdrijft", zet de andere hem te recht. „En toch kan ik haar dit pretje gunnen" hield de oude koppig vol en bestelde het gevraagde. „Mooi zoo, baasjedankte ze. Snaps en likeur mooidat is het eenig ge not, dat ik af en toe nog eens heb". „Nog eens zeg ik hoepel op en een beetje gauw ook", snauwde de jonge man haar weer toe. ,.Ik denk er niet aan. Trouwens met jou heb ik niets te maken. Jij bent te grof. Ik houd meer van zachte menschen". „Zooals ik". „Van lomperds", wil je zeggen", ant woordde de jonge man geërgerd. De meid keerde hem den rug toe. „Kom oudje lu ster eensik weet iets moois. Hoe zou je het vinden als ik eens met je meeging. Wij samenwat zeg je ervan? Ik heb altijd zoo verlangd om dé stad uit te komen*',s „Pak je weg" bromde de jonge man met toornige stem. „Trek je eigen van hem maar niets aan, hij heeft een kwade bui" lachte de oude. „Ja, hij kan mopperen zooveel hij wil. Dat gaat ons niet aan. We zullen liever samen eens drinkenHédat goedje smaakt Heerlijk.Bestel nog maar wat van dat goedje!" „Direct juffrouw. Nog zoo wat" riep de oude tot de kellnorin. „Ik zeg je voor de laatste maal dat je mijn neef met rust zult laten" dreigde de jongen tot het uiterste gedreven. „Schaam je en laat hem met rust". „Ik denk er niet aan. Ik? Waarom toch? Jij kunt je versleten wagentje wel alleen over den weg duwen.altijd vaste weg en altijd recht vooruitMaar ik ga met den oude mee.Niet? Nietwaar vriendje" en zij wendde zich weer tot haar slacht offer wij toch hé mot ons tweeën?.. Dat zal goed gaanl Fijn, langs velden en bosscheuIn de dorpen is volop spek en er zijn kippen in overvloed n'et waar?" „Natuurlijk iederen morgen twee rauwe eieren en 's avonds een halve ham. Wat zeg je daarvan? Dat is dus in orde, dat is af ge Afgesproken wilde hij zeggen en hij strekte reeds de hand uit. om dit verbond te bezegelen door een kracht-igen hand druk. Maar op hetzelfde oogenblik gaf de jon gen haar een geweldigen slag ,zoodat zij achterover tuimelde.... pakte de oude bij de kraag en sleepte hem mee naar buiten, zonder te letten op de scheldwoorden, die hem nageroepen werden „Wat gijsiste het wijf, terwijl ze overeind krabbelde, „daar zul je voor boeten zoo gauw ik je weer te zien krijg. Ik heb al dikwijls slaag gehadmaar zóó gemeen.... wacht maarkerel".... Stil en terneergeslagen trokken zij den volgenden dag verderde oude on de jongeDe storm was opgestoken en de sneeuw viel in dichte vlokken. De wind dreef de sneeuw hen recht in het gelaat en maakte hun stemming nog somberder. Ongeveer aan de grens van de stad ver brak de jongen het stilzwijgen en zei: „Ik dacht dat gij een geboren bedelaar waart, maar het schijnt, dat ge nog niets van het straatleven kent". „Ik vier jaren al. Mijn vrouw dood.. ongeluk en ontevredenheidkortom ik kon het in huis niet meer houden". „Een ervaren man laat de vrouwen voor wat ze zijn. 't Is niets gedaan met zoo iemand op stap te gaan. Ze zaaien niets dan twist en tweedracht. Gisterenavond had het maar weinig gescheeld, of ze had den je te pakken. „Misschien...." stribbelde de oude zwak tegen. „Ik ben al elf jaar op de baan", begon de jongon zijn levensverhaal. „Het was in Februari en even guur weer als thans, toen ik het ouderhuis verlietRuzie met den oude altijd, ruzie verdrietherrie Dat was niet om uit te houden.... Nou, en toen trok ik er tusschen uit.... heel een voudigik gingging weg". „Was dat in Februari?Elf jaar ge leden? hijgde de oude, en bleef slaan want hij kon moeilijk ademhalen wegens den feilen wind. Zooals ik zei; zoo'n datum vergeet je niet licht. Met Paschen zou ik van school komen. Maar ik hield die weken maar voor mezelf en begon mijn zwerftochten door de wereld. Een mooie wereld.... Wat zeg jij? „Jaochen waarom ben je niet meer naar huis gegaan?" Ik!.... Naar huis?Wat moest ik daar doen. Ze konden nu eten en drinken, zooveel ze wilden, behoefden zich nergens meer bezorgd over te maken enhad den nu geen reden meer om elkaar in de haren te vliegen. Ik was meestal de oor zaak nou en als ik wegging, zoo dacht ik, zou er tenminste vrede zijn. Af en toe stuurde ik een kaart zon der adres, begrijp je, want anders zouden ze misschien op de gedachte komen, om me te zoeken. Ik weet zeker, dat ze het geprobeerd hebben .maar ze hebben me nooit kunnen ontdekken. Nou en overi gens begrijp jehoopte ik ook op het groote waarvan alle bedelaars droo- men en dat toch nooit komen wil". „O. gijgijkreunde de oude en sloeg zich de handen voor het gezicht „Nounouwat scheelt er aan? Denk je nr'sschien aan een tehuis bij dezen sneeuwstorm?Heerlijk, wanneer men een dak boven zijn hoofd heeft en een bed om in te slapen Maar het lijkt wel, dat je heelemaal verkleumd van de kou bent. Kom, ga hier op dien steen zitten wacht, ik zal de koude wat van je gezicht wrijven zoohoud moed de winter zal wol ééns voorbijgaan en in de Lente zou ik met niemand willen ruilen met nie mand Alleen voor ons wordt de aarde groen. Schrei nu niet meer maar luister ik zag daar juist een huis vlak aan den weg 'n hovenierderij of zoo iets ik ga er gauw heen en haal water dat zal je opfrisschen of een tas koffie, wanneer er vriendelijke menschen wonen. Blijf zitten ik ben direct terug". En de jongen worstelde zich door den storm heen en ging terugzijn bede werd verhoord en opgewekt keerde hij terug met een kom warm drinken. Bij zijn terugkomst zag hij echter nie mand meer. De man was verdwenen en zijn roepen bleef onbeantwoord. Hij liep zoo hard hij kon den weg op en we.gr te rug zocht in den sloot langs den weg rende de paadjes af, die het veld door kruisten. Plots meende hij het spoor van zijn breede zooien gevonden te hebben, maar spoedig waren ook deze sporen vervaagd en hij zag niets anders meer dan een groo te effen, eenzame, wilde vlakteDe sneeuw begon zoo dicht te vallen, dat hij op 100 M. afstand niets meer kon onder scheiden Toen bedacht hij zich en besloot naar de stad terug te keeren. Zou de oude misschien naar de kroeg te-, ruggekeerd zijn?Zou hij misschien kwaad op hem geweest zijn om die ruzie van gisterenavond... Kort daarop werd de oude drinkebroer, ver van de stad, waar zij in de kroeg ge weest waren, gevangen genomen en door de politie opgebracht. „Waarom hebt ge uw kameraad ver moord", snauwde de commissaris hem toe. ,Wat?. wat zegt u daar wie is er vermoord?" „Geen praatjes, alsjebliefDurf je te ontkennen?" „Mijnheermijnheer.... zeg me toch. Wie is er dood?" „Dat weet ge heel goed. Gij liadt twist met den jongen man". „Met hem? Twist?Neen, neen, zoo kan men dat niet noemen". „Hij heeft je zeker voor de pret naar buiten gesleept.... Natuurlijk.... Endaar om heb jij hem zeker voor de pret een mes in den hals gestoken, vlak bij die kroeg?" „Ikmijnheerhem een mes in den hals gestooten?.... Is hij werkelijk vermoord? „Sidderend wrong hij de handen, over z'n gelaat gleed een oude trek, z'n oogen stonden dof en treurigtranen rolden hem over de wangen.... langzaam.... bit ter.... „Spijt, over de misdaad Nu „Mijnheerik deed het nietneen hoe kan ik het gedaan hebben '6 mor gens verlieten we samen de kroeg waar we den nacht hadden doorgebracht". ,.Zoo je hebt dus heel vriendelijk tot ziens geroepen en vroolijk afscheid van hem genomen, niet?" „Uit schaamte verliet ik hem. Ik heb mij geschaamd mijnheer de commissaris, ik heb me verschrikkelijk geschaamd „Vertel geen onzin... Gij je geschaamd? Voor hem?Waarom? „Omdatik zoo diep gezonken was enmijnheeromdathij.... mijn zoonis". ,Manvertel ons zonder veel omhaal de toedracht der zaak?" „Het is zooals ik u reeds meedeelde. Maaris hij dood, zegt u?.... Heeft men hem dood gestoken?" Op dit oogenblik rinkelde de telefoon; de commissaris luisterde. Direct legt hij het toestel weer neer en zegt min of meer verlegen: „Ik krijg zoo juist een bericht over u! Verheug u. Do zaak is nu opgehelderd. Een vrouw heeft den dood van je zoon op haar geweten.... Neem de zaak maar niet al te tragisch'opWij moeten allen sterven. De eene zus, de andere zoo. Kan ik iets voor u doen! Neen? Heb je schoenen noo dig?Ook niet....? Een jas?niet? Nu, ik zal nog even een verslag opmaken en dan kunt u gaan. Hoe ia uw juiste naam? Daarna is hij weer opnieuw gaan zwer vende oudeEn evenals weleer zoekt de straatzwerver, wanneer de avond valt, een wel beschut plekje in een kroeg doch nooit raakte hij meer een glaasje aan of klonk hij met z'n kameraden zoo veel had deze droeve gebeurtenis hem toch KALENDER DER WEEK N.B. In deze week dagelijks Gloria en Credo. Tot en met Woensdag (morgen uit gezonderd) Prefatie van Paschen. Vanaf Donderdag Prefatie en „Communicantes" van Hemelvaart. ZONDAG 5 Mei. Vijfde Zondag na Pa schen. Mis: Vocem. 2e gebed v. d. H. Piu» V, Paus; 3e v. h. octaaf van kerkwijding (der kathedraal). Kleur: Wit. Christus' overwinning op don dood bij Zijne verrijzenis heeft ons verlossing ge bracht. 't Moet verkondigd tot do grenzen der aarde (Introitus). Aan ons de plicht als verlosten te leven. Daarom niet alleen ge luisterd naar Christus' Leer, ter prediking waarvan Hij van den Vader was uitge gaan, maar ook leven volgens Christus' Leer. Anders bedriegen wij ons zeiven. (Epistel). Laten wij, in naam van Christus aan God, van Wièn alle goed voortkomt, A-ragen datgene, wat wij van Christus heb ben geleerd ook in beoefening te brengen (Evangelie en Gebed). MAANDAG, DINSDAG en WOENSDAG zijn de drie „Kruisdagen", in do taal der Kerk „Biddagen" genoemd. Zij zijn ont staan in de 5e eeuw. Wegens de plagen, waarmee het Bisdom Vienne (Frankrijk) in 469 geslagen werd, beloofde de toenmalige bisschop, de H. Mamertus, met geestelijken en geloovigen jaarlijks een processie te houden op de drie onmiddellijk aan het feest van O. H. Hemelvaart voorafgaande dagen. De overige Fransche bisschoppen volgden Mamertus' voorbeeld en in de Sc eeuw voerde Paus Leo III deze processie in voor geheel de Kerk. Onder de proces sie wordt de Litanie van Alleheiligen ge zongen. Het doel is: Gods zegen afbidden oA er de vruchten der aarde (A*gl. Epistel, zegen; Evangelie, voedsel). MAANDAG 6 Mei. Mis v. St. Jan voor de Latijnsche poort: Protexisti. 2o gebed v. h. octaaf; 3o v. d. Kruisdag. Prefatie a-. d. Apostelen. Laatste Evangelie v. d. kruis dag. Kleur: Rood. Ook mag de H. Mis v. d. Kruisdag gele zen worden: Exaudivit. (Zie in het Misboek achter den vijfden Zondag na Paschen). Geen Gloria. 2o gebed van St. Jan; 3c v. h. octaaf. Geen Oredo. Kleur: Paars. Vandaag herdenkt de H. Kerk do marte ling v. d. H. Apostel Joannes in een ketel met ziedende olie, waar dc Apostel echter ongedeerd uittrad. DINSDAG 7 Mei. Mis v. d. H. Stanislaus, Bisschop en Martelaar: Protexisti. 2e en 3e gebod als gisteren Kleur: Rood. In 1079 werd de H. Stanislaus, Bisschop van Krakau in Polen, toon hij het H. Mis offer opdroeg, door Boleslaus, koning van Polen, eigenhandig vermoord, omdat hij den koning om zijn zedeloos )eA*ensgedrag had berispt. WOENSDAG S Mei. Vigiliedag van het feest van 0. H. Hemelvaart. Feestdag v. d. verschijning v. d. H. Aartsengel Michaël. Mis: Benedicite. 2e gebed al h. octaaf; 3c v'. d. Vigiliele v. d. Kruisdag. Laatste Evangelie a'. d. Vigilie. Kleur: Wit. Ook mag geleden Avorden de H. Mis v. d. Vigilie: Vocem (als op den vorigen Zon dag, maar eigen Epistel en Evangelie). Gloria. 2e gebed al d. verschijning; 3e a\ h. octaaf; 4e v. d. Kruisdag. Kleur: Wit. Vandaag herdenkt de H. Kerk dc ver schijning v. d. H. Aartsengel Michaöl op den berg Gargano in Apulië (Italië) tijdens het Pausschap van Gelasius I (einde derde eeuw). DONDERDAG 9 Mei. Feestdag van 0. H. Hemelvaart. Te vieren als Zondag. Mis: Viri Galilaei. Kleur: Wit. Wij gelooven, dat Christus ten hemel is opgeklommen. Geve God, dat wij, die nog in het lichaam op aarde verblijven raot on zen geest wonen in den hemel (Gebed). N.B. Na het Evangelie a-. d. Hoogmis wordt de Paaschkaars, die Christus A-oor- slelt, uitgedoofd. Christus is ten hemel op geklommen. (Evangelie). VRIJDAG 10 Mei. Mis v. d. overbren ging v. d. H. Bavo: Gaudeamus. (Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom Haarlem) 2e gebed v li. octaaf van O. H. Hemelvaart; 3e v. d. H. Antonius; 4e v. d. H.H. Gordianus en Gezellen, Martelaren. Kleur: Wit. De overlevering verhaalt, dat de H. BaA-o de iuAvoners A-an de stad Haarlem eens gered heeft uit een dreigend gevaar. Uit dankbaarheid kozen geestelijkheid en volk van Haarlem Bavo tot hun Patroon en bouwden hom ter eere een prachtige gothieko kerk (de oude St. Baaf), waaroA'cr langer dan een eeuw gebouwd en die in 1472 voltooid werd. De geestelijkheid van de stad Gent sloot met de Haarlemmers een geestelijk verbond, met BaA-o als patroon en schonk aan de Bavokerk in Haarlem een kostbare relikwie van den heilige n.l. een deel van een armbcen. Vandaag wordt de overbrenging A'an deze rclikAvie her dacht. ZATERDAG 11 Mei. Mis v. d. H. Gangul- phus, Martelaar: Protexisti. 2c gebed v. h. octaaf. Kleur: Rood. Gangulphus, christen krijgsman, kwam op last van Pepijn II naar West-Friesland om tc strijden tegen den Friezen-koning Radboud en den H. Wulfram bij zijn predi king te beschermen en te ondersteunen. Na volbrachte taak naar zijn land terug gekeerd, Avcrd hij door zijn zedelijk diep- govallen echtgcnoote vermoord. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalonder, be halve: ZATERDAG. Mis v. d. Z.Z. Julianus van Valle, Ladislaus van Gieliow en Vivaldus, Belijders: Confiteantur. 2e gebed v h. oc taaf; 3e Concede (ter eere van Maria). Kleur: Wit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9