UIT HET VATICAAN DE NORBERTIJNER ABDIJ VAN TONGERLOO WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome). Zoodra hot verdrag van Lateranen ge- teekend was. werd er reeds van verschil lende zijden beweerd, dat de H. Vader het Vaticaan zou verlaten, om. naar Monte* Cassino te gaan, om aldaar de grootsche plechtigheden bij te wonen ter gelegenheid van St. Ben cd ictus' Eeuwfeest, dat daar met groote praal en luister zou gevierd worden. Maar, daar het zoo goed als ze ker is, dat Z. H. de Paus niet buiten de muren van het Vaticaan zal komen, voor aleer het verdrag door de Italiaansche Parlementsleden zal zijn goedgekeurd, heeft de H. Vader besloten, om Kardinaal Gasparri als zijn Legaat naar Monte Cas sino te zenden. De reis van Kardinaal Gasparri naar Monte Cassino is een ware triumftocht geworden. De Italiaansche re geering had een speciale trein ter beschik king van den Pauselijken Legaat gesteld, bestaande uit een salonrijtuig voor den Kardinaal en eenige volgrijtuigen voor de leden van den hofstoet, die den Kardinaal vergezelt. Bij het vertrék van den Kardinaal waren in de wachtkamer van het station ver schillende burgerlijke en militaire autori teiten aanwezig, die aan den Pauselijken Legaat de officieele eerbetuigingen bewe zen. De stations van Rome tot Monte Cas sino waren prachtig versierd; overal ston den soldaten, die het geveer presenteer den. Van alle kanten was een groote volks menigte naderbij gestroomd, om den Kar dinaal juichend te begroeten en Zijn zegen te ontvangen. In Monte Cassino zelf kende het gejubel geen grenzen. Uit alle oorden der wereld waren hier Katholieken samen gekomen, om op het graf van den grooten heiligen Benedictus en zijn zuster Scholas tic» te bidden. Aan het station werd de Kardinaal-Legaat officieel ontvangen door den Italiaanschen Minister van Onderwijs, Signor Belluzo, en den Abt-Ordinarius van Monte Cassino, Mgr. Diamare. Onder klokkengelui en kanongebulder brachten de prachtige koetsen hun hooge gasten naar de stad, waar in alle straten een haag van soldaten stond opgesteld, om do gewel dige volksmassa's op een afstand te hou den en doorgang te verleenen aan den deftigen stoet. Ka den middag brachten de historische karossen der stad den Pau selijken Legaat met zijn gevolg naar het klooster, dat boven op den berg gelegen is. Ka het plechtig Lof werd in de groote kapittelzaal de Pauselijke Breve voorge lezen en verschillende toespraken gehou den, waarmede de feestelijke plechtighe den voor geopend werden verklaard. De feesten te Monte Cassino zullen een week duren; zij zullen haar hoogtepunt berei ken in de Pontificale Hoogmis, die a.s. Zondag zal worden opgedragen met al den luister en groot ceremonieel, waaraan de Roomsche Kerk zoo overdadig rijk is. De Pauselijke Legaat en de vertegen woordiger van de Italiaansche regeering gaan samen de feestelijkheden opluisteren die thans in Monte Cassino gevierd wor den ter nagedachtenis aan den grooten Romein die 'veertien eeuwen geleden de grondslagen had gelegd voor heel het kloosterwezen in het Westen, waarvan een geweldigen stoot zou uitgaan voor de be schaving van alle nog volgende eeuwen. De technische dienst van Z. H. den Paus heeft een heele reeks werken aanbesteed die in de basiliek van Sint Jan van Late- ranen uitgevoerd moeten worden, waarbij bepaald is dat al deze werken zeker en vast gereed moeten zijn vóór 24 Juni. Kaar men ons van verschillende zijden ver zekerde, zou dit in verband staan mot een voorgenomen bezoek van den H. Vader aan deze beroemde Basiliek, onmiddellijk nadat het verdrag van Lateranen door het Italiaansche Parlement zou ziju geratifi ceerd. Maar wij ineenen dat men tegen over dergelijke berichten steeds het noo- dige voorbehoud dient te maken- Onmiddellijk na Paschen is men hier in Rome begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor den bouw van een af zonderlijk spoorwegstation voor de Vati- caansche Stad. Verschillende huizen die iu den weg stonden, zijn reeds afgebroken en de grondwerken zijn thans bijna voltooid. De spoorweglijn zal geheel op een viaduct- komen te liggen. De eigen spoorlijn van het Vaticaan zal echter slechts vier- of vijfhonderd meter lang zijn. Gelijk wij rced-s eerder mededeelden zal de „Osservatore Romano" het officieele orgaan worden van de Stad van het Vati caan. Natuurlijk zullen de bureaux van dit blad, die thans in het Palazzo van de Opera di Cardinale Ferrari" zijn onderge bracht, naar de Vaticaansche Stad ver plaatst worden. Het blad zal voortaan ge drukt worden in do Vaticaansche drukke rijen men heeft daarvoor reeds speciale rotatiepersen aangekocht. Do stroom van pelgrims naar de Eeuwi ge Stad houdt nog steeds aan. lederen dag moet de H. Vader uren en uren besteden aan het verleenen van audiënties. Het is een vreesélijk vermoeiend werk voor den Paus, die toch reeds zoo met werk overstelpt is, dat Hij geregeld tot vaak laat in den nacht moet zitten werken. Als men lang na 't middernachte lijk uur nog over het Sint Pietersplein wan delt, dan brandt or altijd nog licht in de Pauselijke vertrekken, waar de H. Vader de stukken en documenten bestudeert die hem door de verschillende secretarissen der Kerkelijke Ministeries zijn overhandigd. Ondanks de groote vermoeienis die het voortdurend verleenen van audiënties met zich medebrengt, behoudt de H. Vader toch altijd nog een bijzonder frisch en opge wekt uiterlijk. En wanneer hij daar langs de rijen der pelgrims schrijdt, allen toela tend tot den handkus, dan is dat geen ge wone formaliteit of plechtigheid, want de H. Vader vraagt met belangstelling aan clengène die de pelgrims heeft voorgesteld, naar allerlei kleine bijzonderheden over de bedevaartgangers, waaruit duidelijk blijkt dat de Z. H. levendig belang stelt in al zijn kinderen die opgaan naar het groo te Vaderhuis. De Pelgrims uit Tsjecho Slowakije wer den door den H. Vader in bijzondere audiëntie ontvangen. Heel het Episcopaat van deze jonge Republiek, waar de Kerk zulke groote moeilijkheden heeft doorge maakt, was hierbij aanwezig. Daar hier zooveel verschillende rassen tegenwoordig waren, heeft de H. Vader de pelgrims in de latijnsche taal toegesproken, nadat de aartsbisschop van Praag een adres van hulde aan den H. Vader had voorgelezen. Het was ook een ontroerend oogenblik toen de Hollandscke Nationale Bedevaart, ver gezeld van enkele bisschoppen en Hol- o nrelaten die in Rome vertoeven, door Z. H. in plechtige audiëntie werden ontvangen. Want bij deze bedevaart bevon den zich nog enkele oud-strijders uit het leger van Pius IX die den slag van Men- tana hadden meegemaakt. De H. Vader omhelsde hen en spreidde zegenend zijn handen over hunne hoofden uit, ontroerd bij het aanschouwen van deze oude Pause- v,i.-0 soldaten die thans nog het geluk mochten beleven om den nieuwen Paus-Ko ning te komen begroeten, die nu in Zijn eer hersteld was, waarvoor zij zoo gaarne hun leven hadden opgeofferd. Bij de ontstollende berichten omtrent de jongste binnen onze grenzen uitgebroken groote branden voegde zich Zondagavond dat van de beroemde Norbertijner Abdij van Tongerloo in de Belgische Provincie Antwerpen in de nabijheid der Nederland- sche grens. Wij geven hieromtrent eenige bijzonder heden, zooals die in het lijvige boekwerk, iri iSSè door Fr. Waltman van Spilbeeck, Korbertijner Kanunnik-regulier van Ton gerloo uitgegeven, zijn opgeteekend. Deze geeft als stichtingsjaar der abdij aan 1128 en als stichter Giselbertus, een ongehuwd man, die in de overwinning van den H. Norbertus op de ketterij van Tan- kelm aanleiding vond al zijn bezittingen ter eere Gods af te staan en op de erve van Tongerloo een klooster, der H. Maagd toe gewijd, op te richten. Waarschijnlijk werd ook het afgestane landgoed de bakermat van de burgerlijke gemeente Tongerloo. De prelaat Waltman, door den II. Nor bertus aan het hoofd der St. Michiels-abdij te Antwerpen gesteld, was hem bij de uit voering dezer plannen behulpzaam. Gisel bertus zelf zegde de wereld voor altijd vaarwel door het leekebroederskleed der orde aan te vragen. Onder degenen, die de oprichtingsaete onderteekenden, be hoorde ook do heilige abt Bernard van Clairvaux. Door Kamerijk's Bis-schop Bur- chard werd in liet Bisschoppelijk diploma de vergunning van synodaal recht verleend, een voorrecht dat in dien tijd dikwijls aan kloosters werd geschonken. De eerste Abt Hendrik verkreeg bovendien een pauselijke bulle, waarbij de abdij in het bezit van allo bestaande en nog te verkrijgen goederen werd gesteld. Van wereldlijke zijde werd Godefried, Hertog van Lotrijk, door Keizer Kcenraad met de voogdij van Tongerloo belast. Eenigszins twijfelachtig is de volg orde der abten, die na Hendrik de abdij bestuurden. Er worden vier prelaten ge noemd, Hendrik (gest. 1150), Huibrecht (gest. 1167), Wibertus (gest. 1178), en Her man (gest. 1206). Ka vijftig jaar bestaan gold dit klooster nog voor arm en werd in 1189 door den Bisschop van Kaïnerijk een altaar geschonken. Uitvoerig worden de stoffelijke aanwisten van dit klooster be schreven met de pauselijke bujlen, welke het eigendomsrecht bekrachtigden. De Her togen Godefried en Hendrik begunstigden in de 12de eeuw dit klooster, terwijl de tegenpaus Victor IV, die als wettig Paus door de Bisschoppen van Luik cn Keulen werd erkend, de giften bekrachtigde. Onder het bestuur der toengenoemde vier eerste abten breidden de rechten der abdij zich snel uit tot in de plaatsen Nispen, Kalmpt- hout, Rozendaal, Klein-ZunderbBroeghem, Nijmegen, Oelegem, Diest en Schaffen, Al phen, Liessen, Ohaam en Riel, in de daarop volgende eeuw tot een nog grooter aantal plaatsen. Buitengewoon is net getal der abten, die gedurende de 13de eeuw elkander in het bestuur der abdij opvolgden. Een van hen, de Prelaat Huibrecht, werd op 14 Augustus 1333 verraderlijk door zijn per soneel vermoord. De daders werden allen ter dood gebracht. Walter Back bestuurde de abdij van 1333 tot 1366, opgevolgd door Egidius van Hildernisse. Met Joannes Brief van Grave, de 25ste abt, sluit de rij der Pre laten van de 14de eeuw. De rechten, waarvan wij boven spraken, de z.g. begevingsrechten, hielden in de be voegdheid tot aanstelling van geestelijke herders over de parochiën. Moeilijkheden ontstonden toen Hertog Jan III omstreeks 133-4 met geweld hooge schattingen eisch- te, doch door tus&chenkomst van Willem, Graaf van Henegouwen, kwam men in 1336 tot een schikking. De opeenvolgende Hertogen van Brabant bekrachtigden telkens de privilegiën, waar onder ook dat van tolvrijdom ten behoeve der abdij. Haar gegoeden stand dankte zij niet slechts aan giften, doch grootendeels aan den veldarbeid der kloosterlingon, die de moerassen omtooverden in bouwland, waarop vee van allerlei soort werd aange troffen. Te midden van de duisternissen der mid deleeuwen werd wk deze abdij een middel punt van kunst en wetenschap. Deze laatste bepaalde zich niet tot het af&chrijven van boeken, waarmeae men zich veelal in de kloosters bezig hield. Eenige religieusen bezochten vermaardste hoogescholen en deelden den opgegaarden oogst rijkelijk aan hun medebroeders mede. Omstreeks het einde der 15de eeuw bezat de abdij meer dan vijftig pachthoeven. De groote klooster bibliotheek, een der rijkste van België, waarvan men gelukkig een groot deel heeft weten te redden, dankte haar ontstaan aan den 34ston abt Antonius Tsgrooten, in 1460 geboren. Talrijk ook zijn de bouwwerken onder zijn bestuur tot stand gekomen, o.a. de kerk in 1514 gebouwd; de kosten hiervan benevens van het nieuw te bouwen klooster werden uit de opbrengst der verkochte abdij-gronden bestreden. Toen Geldersche en Fransche benden, gesteund door Karei van Egmont, in 1507 Biabant binnenrukten, lieten deze overal het spoor van verwoesting, roof en brand na, waaraan de kloostergoederen niet ont kwamen. De prelaat Tsgrooten zag zich ge noodzaakt naar Herenthals te vluchten. In 1523 werd de abdij opnieuw door Namen- sche wapenknechten geplunderd. De schade daardoor veroorzaakt werd gedeeltelijk ver goed door vermindering van belastingop brengst. De laatste gaven meer dan eens aanleiding tot ernstige moeilijkheden tus- schen landsbestuur cn de Prelaten. Voorts ontstonden oneenigheden wegens te verre gaande inmenging van Karei V in de be noeming der abten. Onder tiet bestuur van den 35sten abt Arnold 'Sfcreyers werden de Nederlandsche abdijen afgescheiden van Premonstreit. Hij toonde zich een Maece nas voor verscheidene geleerden, o.a. Cor nells Janssenius, Bisschop van Gent, be zorgde nieuwe aanwinsten voor de biblio theek, terwijl de prachtige boekenzaal met die van het Vaticaan werd vergeleken. Voorts is zijn naam aan gewichtige histo rische feiten verbonden. Hij doopte o.a. den oudsten zoon en de dochter van Prins Willem van Oranje te Breda. Talrijk waren de kostbare kunstvoorwerpen en paramen ten, waarmede hij de abdij begiftigde. Na een dertigjarig bestuur overleed hij te Mechelen in 1560. Drie jaar te voren zag hij een tweetal zijner zonen Arnold Ves- sem en Henry Bosch aan de Reformatie als martelaar ten offer vallen. Vijftien jaar la ter stierf ook dc Priester Peter Janssons een goweldadigen dood. Omtrent de kunst schatten, welke de abdijkerk herbergt vin den wij o.a. vermeld het prachtig gebei teld tabernakel en een triptiek van Goze-, wien van der Weyden, een albasten Maria beeld en het wereldberoemde tabernakel of PI. Sacramentshuis rechts van het Hoofd altaar, waaraan verscheideue kunstenaars van naam hebben gewerkt. Verder een kostbaar koorhek en graftombe. Een re productie van Leonardo da Vinci's Avond maal behoort mede tot de schatten der ab dijkerk. Gndanks zware beschadiging bij den brand van Zondag is men er in geslaagd dit stuk nog te redden. Het doxaal is af komstig uit Utrecht, het orgel uit 's Herto genbosch. Op de kolommen der kerk schil derde Giclis van den Bossche uit Brussel de beeltenis der twaalf Apostelen. De kerk bezat schitterende en rijk gekleurde glas ramen, o.a. van Gisbertus uit Utrecht, en Frederik Peeters uit Amsterdam. Het met beelden versierde kerkportaal werd ver vaardigd door Tielam van Beringen. Met Tongerloo's afscheiding van het bisdom 's Hertogenbosch begint een nieuw tijdvak, waarin tal van vrome mannen cien room der abdij, zoowel op het gebied van regel tucht als stoffelijke welvaart handhaven. Doch zoodra de Fransche overheorsching kwam en de kloostergoederen docr de repu bliek werden aangeslagen en verkocht en de kloosterlingen worden verjaagd bestaat stoffelijk Tongerloo niet meer en kunnen slechts zedelijke krachten den roem der abdij bestendigen. Onder de namen van hen, die daartoe medewerkten wordt met eere genoemd Adriaan Stalpaerts geboren te Hilvarenbeek in 1563, overleden 25 Octo ber 1629. Ook bij den tweeden inval der Franschen na de groote revolutie werden de kloosterbroeders aangeslagen en de kloostergemeente uitgedreven. Als koopers der goederen vinden wij vermeld Joannes Petrus Schwartz te Leuven en Willem Theodoor Ghislain de Meuienaer te Ant werpen. Achtereenvolgens vielen de kerk, het convent en de andere gebouwen ge deeltelijk onder het geweld van houweel en moker. De prachtige klokken waren reeds in 1797 door het Fransch bestuur naar de smeltoven verwezen. Nadat- onder de Re geering van Napoleon en later van Willem I vruchteloos pogingen werden ondernomen om de abdij in zijn oorspronkelijke toe stand te herstellen, gelukte dit door de- omwenteling van 1830. Toen werden do kloostergebouwen opnieuw opgetrokken, welke in 1839 in gebruik werden genomen. Van lieverlede kwamen de oude kunstschat ten terug en werden plannen gemaakt voor den heropbouw van de kerk, waarvoor de Pauselijke Nuntius in België, Mgr. Gonella, op 22 Juni 1852 den eersten steen legde. Sindsdien is de beproefde abdij tot. de hui dige ontwikkeling gekomen en op het oogenblik, dat wij dit schrijven, leven wij in de bange onzekerheid omtrent het be houd van zoovele kunstschatten, welke de stormen van het verleden hebben getrot seerd. Uit de levensgeschiedenis van den drukfoutenduivel. Vergissen is menschelijk hoort men vaak.. Gewoonlijk van hen, die de vergis sing o£ fout hebben begaan en dit gezegde als verontschuldiging gebruiken. Sommige vergissingen hebben haar huihoristische zijde, waaronder op de eerste plaats de drukfouten behooren, welke in ouderdom voor de boekdrukkunst niet behoeven on der te doen. De drukfout mag evenwel op den titel humoristisch eerst aanspraak maken, wanneer zij niet opzettelijk is ge maakt en aan de aandacht van den zetter of corrector is ontsnapt. Maar de gevolgen zijn somtijds minder prettig. Onder de regeering van Karei I werd in Engeland een nieuwe uitgave van den bijbel gedrukt. Toen deze in het publiek verspreid was, bleek dat de drukker uit het achtste gebod het woordje „geen" had weggelaten, het geen hem een vonnis van het aartsbis schoppelijk college bezorgde, waarbij hij tot een boete van drie duizend pond ster ling werd veroordeeld. De gevolgen door heb weglaten of bij voegen. van een. enkele letter, brengen dik wijls een komische verandering teweeg. Zoo werd in een der Engelsche bladen een advertentie opgenomen, waarin bij gele genheid van den intocht van den Prins van Wales op 28 Februari 1860 twee breede weduwen (widows) te huur werden aangeboden. De bedoeling was natuurlijk windows (vensters). In de Dundee Advertiser kwam een verslag voor van een verzekeringsmaat schappij, welke haar verzekerden geluk wcnschte met den lagen stand der zede lijkheid (morality) in het afgeloopen jaar, in plaats van de sterfte (mortality). Na het over lijden van den bekenden staatsman Lafitte mocht de familie in het „Journal des Debats" lezen, dat met hem een man van niets (un homme de rien) was heengegaan. De vriendelijke redactie had evenwel een rechtschapen mensch Oiomme de bien) geschreven. Jaren geleden gaf een Engelsch dag blad verslag van een treinongeluk, waarbij talrijke passagiers aan een dreigend ge vaar ontsnapten. In vollen vaart rijdende bemerkte de machinist een koe op de rails. Stoppen bleek onmogelijk. Volgens de cou rant werd de koe in twee kalveren (calves) gereden. In werkelijkheid had de machi nist er twee helften (halves) van gemaakt. Een Fransch redenaar Guizot mocht den dag na een gehouden lezing, waarbij hij we gens vermoeidheid de bijzondere aandacht van zijn publiek gevraagd had door te zeg gen: ik ben aan het einde van mijn krach ten (je suis au bout do mes forces) daar voor lezen: ik ben aan het. einde van mijn grappen (farces). Alph. Kan gaf een geschrift uit waarin hij stelde, dat ook de deugd haar grenzen (hornes) had. De zetter maakte hiervan eksteroogen (cornes). In een Fransch blad kon men onder ver slagen uit de Rechtszaal lezen, dat de rechtbank dit eerste vergrijp van den ar men duivel alleen met acht dagen vergif tiging (empoissonnement) in plaats van gevangenisstraf (emprisonnement) had ge straft. Een ander Fransch blad bracht het be richt, dat de armen der stad X een gevoe lig verlies geleden hadden. Zij hadden hun weldoener opgehangen (pendü), waarvoor verloren (perdu) moest worden gelezen. Iemand, die zich lange jaren in Algiers verdienstelijk had gemaakt, mocht uit de courant vernemen, dat hij deswege door den Bey van Tunis was verslonden (dé- voré). In werkelijkheid, was hij geridderd (décoré). Volgens een Engelsch bla-d was een heer door den politierechter tot een geldboete veroordeeld, omdat, hij een. huurkoetsier, die van hem te voel vracht eischtte, zou hebben opgegeten (eaten). De man erkende te hebben geslagen (beaten). Een ander kreeg straf, omdat hij vol gens de krant, van het werktafeltje eener dame een os (ox) weggenomen had. Hij had slechts bekend een doos (box) ont vreemd te hebben. Door het aaneenkoppelen van twee be richten kreeg men in een Fransche cou rant het volgende te lezen: Dr. K. is be noemd tot eerste geneesheer van het gast huis „La Charité". Van wege de autoritei ten is het bevel uitgevaardigd tot onmid dellijke uitbreiding van liet. kerkhof de Mont Parnass. Tenslotte een bericht uit een oude editie van de Nederlandsche „Standaard" het welk melddé, dat tot „leed" der Provinciale Staten van Friesland met algemeene stem men was gekozen de heer Jlir. Mr. F. J. J. van Eysinga. Bescheidenheid. Een jong musicus werd voorgesteld aan Max Reger; de beschermer roemde de be scheidenheid van zijn protégé. „Waar is hij bescheiden op?" vroeg Reger droog. PRACHTIG MAÏERK £erl ih'c 1.3 bar: 2.3 3.3 ij h akel 5.0 P&I 8.0 rp' lias iek. 8.4; Jaren ter -g ber ik nog eens van geweest om directeur te worden va® groote verzekeringsmaatschappij. Ik de menschen dan verzekeren tegen diefstal, inbraak, brand en al die y die heel prettig zijn om in de krarfc zen te worden, maar die minder zijn a.ls j'e er zelf het lijdend voorwerp 'bent. Ik heb er toen echter maar van zien en de journalistiek met mijn joj ierk entreé blij gemaakt. Gelukkig maar! Want zou ik dien stap naar de pi liere werkkamer van den verzekerini recteur hebben gezet, dan zou U deze? gen mijn faillissement hebben kunnen zen. Moorden in allerlei variëteiten, son zoo maar openbaar, andere listig en borgen, opgehelderde en onopgehel verwonderen ons niet meer. Aan diefsti P^° en inbraken zijn we al jaren lang gevt zóó zelfs dat we daarvoor nu met minachtende beweging de schouders len. Daarvoor zijn nu de meer mod roofovervallen in de plaats gekomen daar ongelukkigerwijze de buit evenr is aan de moed of brutaliteit, waarn zij worden gepleegd, zitten de verzekeri ei directeuren natuurlijk met de handen het haar, voor zoover zij nog in het van turn haren zijn. Bankloopers beladen met goud en ten, werden tegen den grond gewerkt daarna platzak thuis gebracht. Op een gezelligen sohemeravond di een edel driemanschap zwaar gemast fan j een kantoor binnen toevallig juist op oogenblik, dat de patroon bezig is de b te maken, en nemen ongevraagd deze van hem over en gaan er spoorloos door om de kas „op te maken". Of een eenzame roofovervaller zijn neus door het loketje in de hal een Bank en vraagt, terwijl hij lichl met zijn revolver speelt, of hij de der safe even mag vasthouden'. De techniek der roofovervallen heel laatste jaren een enorme vlucht geno en tegen zulke aardigheden kan begi lijk geen enkele verzekeringsdirecteui En daar komen dan nog bij die gezfl brandjes, die de laatste maanden de zoo aantrekkelijken maken. Als dat doorgaat, zijn over een paar jaar alle zekcringsdirecteuren dakloos. Maar nu moge ik mij verheugen, da geen voet heb gegeven aan de verlanj mijner jeugd om verzekeringsdirecteui worden, nu spijt het mij dat ik mij con amore in het filmvak heb geworpei In deze tijden had ik dan gratis kunnen samenstellen om van te klap tanden. Een brand als in Rotterdam, zelfs onvrijwillige acteurs en actrices levensgevaar uit de brandende huizen den gered zou zelfs een eerste klas onderneming een rolberoerte doen kr van jalouzie. En dan die gezellige roofoverva waarbij onze politieagenten, indien zij minste op tijd komen, als Tom Mix zoi kunnen fungeeren, zouden ook gratis het. lint kunnen worden vastgelegd prachtfilms kunnen worden. Ziet U er wat in? Dan beginnen we samen een filmate Ik zal er alvast eens over denken. DAN HERINNERING VAN EEN GRIJZEN VRIJGEZEL 'k Weet nog uit mijn jonge jaren, Hoe ik eenmaal het bemind, 'k Ben nu bijna door mijn haren En nog zie 'k dat lieve kind. Ik ben ongetrouwd gebleven Hoeveel ik ook van haar hield En nog denk ik aan de dwaasheid, Die mij toenmaals heeft bezield. Want ik vond haar■-zeer aanminnig En ik zag haar reeds mijn bruid 'k Ging zelfs een keer op een avond Met mijn lieve schoone uit. 't Was heel prettig en wij dansten Heel den avond tot den nacht. Daarna heb ik in de koude Haar toen weer naar huis gebracht. 'k Ging haar soms wel eens bezoek® En ik dacht: eens komt den tijd, Dat ik als een fiere bruigom Jou op 't huwTijkspad geleidt, 'k Houd jou nu nog in de gaten. Want jij bent zoo lief en mooi En eens wordt jij vast en zeker In het huwelijk mijn prooi. Maar ik was toen wat verlegen En heb toen te lang gewacht, Eensklaps werd zij door een ander 's Avonds toen naar huis gebracht En in plaats van in te grijpen, Zei ik toen geen ba of boe En keek simpel op een afstand Naar die liefdesscène toe. En wat ik toen niefc verwachtte Is ten laatste toch geschied, Want zij trouwde met dien ander En met mij, o jammer, niefc. 'k Ben dus vrijgezel gebleven, Daarom werd ik eenzaam oud, Jk Durfde het niet meer te wagen, Daarom ben ik niet getrouwd. TROUBADO 9.5C pr 7.15 2.50 [olla In fan s ings ieuw ika 'ieuw !r we tedei ;anto iiea. dat d daar straal men i ander bewiji theat mosfc huize: dentil «che behal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10