UIT HET VATICAAN
DE NORBERTIJNER ABDIJ
VAN TONGERLOO
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome).
Zoodra hot verdrag van Lateranen ge-
teekend was. werd er reeds van verschil
lende zijden beweerd, dat de H. Vader het
Vaticaan zou verlaten, om. naar Monte*
Cassino te gaan, om aldaar de grootsche
plechtigheden bij te wonen ter gelegenheid
van St. Ben cd ictus' Eeuwfeest, dat daar
met groote praal en luister zou gevierd
worden. Maar, daar het zoo goed als ze
ker is, dat Z. H. de Paus niet buiten de
muren van het Vaticaan zal komen, voor
aleer het verdrag door de Italiaansche
Parlementsleden zal zijn goedgekeurd,
heeft de H. Vader besloten, om Kardinaal
Gasparri als zijn Legaat naar Monte Cas
sino te zenden. De reis van Kardinaal
Gasparri naar Monte Cassino is een ware
triumftocht geworden. De Italiaansche re
geering had een speciale trein ter beschik
king van den Pauselijken Legaat gesteld,
bestaande uit een salonrijtuig voor den
Kardinaal en eenige volgrijtuigen voor de
leden van den hofstoet, die den Kardinaal
vergezelt.
Bij het vertrék van den Kardinaal waren
in de wachtkamer van het station ver
schillende burgerlijke en militaire autori
teiten aanwezig, die aan den Pauselijken
Legaat de officieele eerbetuigingen bewe
zen. De stations van Rome tot Monte Cas
sino waren prachtig versierd; overal ston
den soldaten, die het geveer presenteer
den. Van alle kanten was een groote volks
menigte naderbij gestroomd, om den Kar
dinaal juichend te begroeten en Zijn zegen
te ontvangen. In Monte Cassino zelf kende
het gejubel geen grenzen. Uit alle oorden
der wereld waren hier Katholieken samen
gekomen, om op het graf van den grooten
heiligen Benedictus en zijn zuster Scholas
tic» te bidden. Aan het station werd de
Kardinaal-Legaat officieel ontvangen door
den Italiaanschen Minister van Onderwijs,
Signor Belluzo, en den Abt-Ordinarius
van Monte Cassino, Mgr. Diamare. Onder
klokkengelui en kanongebulder brachten
de prachtige koetsen hun hooge gasten
naar de stad, waar in alle straten een haag
van soldaten stond opgesteld, om do gewel
dige volksmassa's op een afstand te hou
den en doorgang te verleenen aan den
deftigen stoet. Ka den middag brachten
de historische karossen der stad den Pau
selijken Legaat met zijn gevolg naar het
klooster, dat boven op den berg gelegen
is. Ka het plechtig Lof werd in de groote
kapittelzaal de Pauselijke Breve voorge
lezen en verschillende toespraken gehou
den, waarmede de feestelijke plechtighe
den voor geopend werden verklaard. De
feesten te Monte Cassino zullen een week
duren; zij zullen haar hoogtepunt berei
ken in de Pontificale Hoogmis, die a.s.
Zondag zal worden opgedragen met al
den luister en groot ceremonieel, waaraan
de Roomsche Kerk zoo overdadig rijk is.
De Pauselijke Legaat en de vertegen
woordiger van de Italiaansche regeering
gaan samen de feestelijkheden opluisteren
die thans in Monte Cassino gevierd wor
den ter nagedachtenis aan den grooten
Romein die 'veertien eeuwen geleden de
grondslagen had gelegd voor heel het
kloosterwezen in het Westen, waarvan een
geweldigen stoot zou uitgaan voor de be
schaving van alle nog volgende eeuwen.
De technische dienst van Z. H. den Paus
heeft een heele reeks werken aanbesteed
die in de basiliek van Sint Jan van Late-
ranen uitgevoerd moeten worden, waarbij
bepaald is dat al deze werken zeker en
vast gereed moeten zijn vóór 24 Juni.
Kaar men ons van verschillende zijden ver
zekerde, zou dit in verband staan mot een
voorgenomen bezoek van den H. Vader
aan deze beroemde Basiliek, onmiddellijk
nadat het verdrag van Lateranen door het
Italiaansche Parlement zou ziju geratifi
ceerd. Maar wij ineenen dat men tegen
over dergelijke berichten steeds het noo-
dige voorbehoud dient te maken-
Onmiddellijk na Paschen is men hier in
Rome begonnen met de voorbereidende
werkzaamheden voor den bouw van een af
zonderlijk spoorwegstation voor de Vati-
caansche Stad. Verschillende huizen die iu
den weg stonden, zijn reeds afgebroken en
de grondwerken zijn thans bijna voltooid.
De spoorweglijn zal geheel op een viaduct-
komen te liggen. De eigen spoorlijn van
het Vaticaan zal echter slechts vier- of
vijfhonderd meter lang zijn.
Gelijk wij rced-s eerder mededeelden
zal de „Osservatore Romano" het officieele
orgaan worden van de Stad van het Vati
caan. Natuurlijk zullen de bureaux van dit
blad, die thans in het Palazzo van de
Opera di Cardinale Ferrari" zijn onderge
bracht, naar de Vaticaansche Stad ver
plaatst worden. Het blad zal voortaan ge
drukt worden in do Vaticaansche drukke
rijen men heeft daarvoor reeds speciale
rotatiepersen aangekocht.
Do stroom van pelgrims naar de Eeuwi
ge Stad houdt nog steeds aan.
lederen dag moet de H. Vader uren en
uren besteden aan het verleenen van
audiënties. Het is een vreesélijk vermoeiend
werk voor den Paus, die toch reeds zoo
met werk overstelpt is, dat Hij geregeld
tot vaak laat in den nacht moet zitten
werken. Als men lang na 't middernachte
lijk uur nog over het Sint Pietersplein wan
delt, dan brandt or altijd nog licht in de
Pauselijke vertrekken, waar de H. Vader
de stukken en documenten bestudeert die
hem door de verschillende secretarissen der
Kerkelijke Ministeries zijn overhandigd.
Ondanks de groote vermoeienis die het
voortdurend verleenen van audiënties met
zich medebrengt, behoudt de H. Vader toch
altijd nog een bijzonder frisch en opge
wekt uiterlijk. En wanneer hij daar langs
de rijen der pelgrims schrijdt, allen toela
tend tot den handkus, dan is dat geen ge
wone formaliteit of plechtigheid, want de
H. Vader vraagt met belangstelling aan
clengène die de pelgrims heeft voorgesteld,
naar allerlei kleine bijzonderheden over
de bedevaartgangers, waaruit duidelijk
blijkt dat de Z. H. levendig belang stelt in
al zijn kinderen die opgaan naar het groo
te Vaderhuis.
De Pelgrims uit Tsjecho Slowakije wer
den door den H. Vader in bijzondere
audiëntie ontvangen. Heel het Episcopaat
van deze jonge Republiek, waar de Kerk
zulke groote moeilijkheden heeft doorge
maakt, was hierbij aanwezig. Daar hier
zooveel verschillende rassen tegenwoordig
waren, heeft de H. Vader de pelgrims in
de latijnsche taal toegesproken, nadat de
aartsbisschop van Praag een adres van
hulde aan den H. Vader had voorgelezen.
Het was ook een ontroerend oogenblik toen
de Hollandscke Nationale Bedevaart, ver
gezeld van enkele bisschoppen en Hol-
o nrelaten die in Rome vertoeven,
door Z. H. in plechtige audiëntie werden
ontvangen. Want bij deze bedevaart bevon
den zich nog enkele oud-strijders uit het
leger van Pius IX die den slag van Men-
tana hadden meegemaakt. De H. Vader
omhelsde hen en spreidde zegenend zijn
handen over hunne hoofden uit, ontroerd
bij het aanschouwen van deze oude Pause-
v,i.-0 soldaten die thans nog het geluk
mochten beleven om den nieuwen Paus-Ko
ning te komen begroeten, die nu in Zijn
eer hersteld was, waarvoor zij zoo gaarne
hun leven hadden opgeofferd.
Bij de ontstollende berichten omtrent de
jongste binnen onze grenzen uitgebroken
groote branden voegde zich Zondagavond
dat van de beroemde Norbertijner Abdij
van Tongerloo in de Belgische Provincie
Antwerpen in de nabijheid der Nederland-
sche grens.
Wij geven hieromtrent eenige bijzonder
heden, zooals die in het lijvige boekwerk,
iri iSSè door Fr. Waltman van Spilbeeck,
Korbertijner Kanunnik-regulier van Ton
gerloo uitgegeven, zijn opgeteekend.
Deze geeft als stichtingsjaar der abdij
aan 1128 en als stichter Giselbertus, een
ongehuwd man, die in de overwinning van
den H. Norbertus op de ketterij van Tan-
kelm aanleiding vond al zijn bezittingen ter
eere Gods af te staan en op de erve van
Tongerloo een klooster, der H. Maagd toe
gewijd, op te richten. Waarschijnlijk werd
ook het afgestane landgoed de bakermat
van de burgerlijke gemeente Tongerloo.
De prelaat Waltman, door den II. Nor
bertus aan het hoofd der St. Michiels-abdij
te Antwerpen gesteld, was hem bij de uit
voering dezer plannen behulpzaam. Gisel
bertus zelf zegde de wereld voor altijd
vaarwel door het leekebroederskleed der
orde aan te vragen. Onder degenen, die
de oprichtingsaete onderteekenden, be
hoorde ook do heilige abt Bernard van
Clairvaux. Door Kamerijk's Bis-schop Bur-
chard werd in liet Bisschoppelijk diploma
de vergunning van synodaal recht verleend,
een voorrecht dat in dien tijd dikwijls aan
kloosters werd geschonken. De eerste Abt
Hendrik verkreeg bovendien een pauselijke
bulle, waarbij de abdij in het bezit van allo
bestaande en nog te verkrijgen goederen
werd gesteld. Van wereldlijke zijde werd
Godefried, Hertog van Lotrijk, door Keizer
Kcenraad met de voogdij van Tongerloo
belast. Eenigszins twijfelachtig is de volg
orde der abten, die na Hendrik de abdij
bestuurden. Er worden vier prelaten ge
noemd, Hendrik (gest. 1150), Huibrecht
(gest. 1167), Wibertus (gest. 1178), en Her
man (gest. 1206). Ka vijftig jaar bestaan
gold dit klooster nog voor arm en werd in
1189 door den Bisschop van Kaïnerijk een
altaar geschonken. Uitvoerig worden de
stoffelijke aanwisten van dit klooster be
schreven met de pauselijke bujlen, welke
het eigendomsrecht bekrachtigden. De Her
togen Godefried en Hendrik begunstigden
in de 12de eeuw dit klooster, terwijl de
tegenpaus Victor IV, die als wettig Paus
door de Bisschoppen van Luik cn Keulen
werd erkend, de giften bekrachtigde. Onder
het bestuur der toengenoemde vier eerste
abten breidden de rechten der abdij zich
snel uit tot in de plaatsen Nispen, Kalmpt-
hout, Rozendaal, Klein-ZunderbBroeghem,
Nijmegen, Oelegem, Diest en Schaffen, Al
phen, Liessen, Ohaam en Riel, in de daarop
volgende eeuw tot een nog grooter aantal
plaatsen. Buitengewoon is net getal der
abten, die gedurende de 13de eeuw elkander
in het bestuur der abdij opvolgden. Een
van hen, de Prelaat Huibrecht, werd op 14
Augustus 1333 verraderlijk door zijn per
soneel vermoord. De daders werden allen
ter dood gebracht. Walter Back bestuurde
de abdij van 1333 tot 1366, opgevolgd door
Egidius van Hildernisse. Met Joannes Brief
van Grave, de 25ste abt, sluit de rij der Pre
laten van de 14de eeuw.
De rechten, waarvan wij boven spraken,
de z.g. begevingsrechten, hielden in de be
voegdheid tot aanstelling van geestelijke
herders over de parochiën. Moeilijkheden
ontstonden toen Hertog Jan III omstreeks
133-4 met geweld hooge schattingen eisch-
te, doch door tus&chenkomst van Willem,
Graaf van Henegouwen, kwam men in 1336
tot een schikking.
De opeenvolgende Hertogen van Brabant
bekrachtigden telkens de privilegiën, waar
onder ook dat van tolvrijdom ten behoeve
der abdij. Haar gegoeden stand dankte zij
niet slechts aan giften, doch grootendeels
aan den veldarbeid der kloosterlingon, die
de moerassen omtooverden in bouwland,
waarop vee van allerlei soort werd aange
troffen.
Te midden van de duisternissen der mid
deleeuwen werd wk deze abdij een middel
punt van kunst en wetenschap. Deze laatste
bepaalde zich niet tot het af&chrijven van
boeken, waarmeae men zich veelal in de
kloosters bezig hield. Eenige religieusen
bezochten vermaardste hoogescholen en
deelden den opgegaarden oogst rijkelijk aan
hun medebroeders mede. Omstreeks het
einde der 15de eeuw bezat de abdij meer
dan vijftig pachthoeven. De groote klooster
bibliotheek, een der rijkste van België,
waarvan men gelukkig een groot deel heeft
weten te redden, dankte haar ontstaan aan
den 34ston abt Antonius Tsgrooten, in 1460
geboren. Talrijk ook zijn de bouwwerken
onder zijn bestuur tot stand gekomen, o.a.
de kerk in 1514 gebouwd; de kosten hiervan
benevens van het nieuw te bouwen klooster
werden uit de opbrengst der verkochte
abdij-gronden bestreden.
Toen Geldersche en Fransche benden,
gesteund door Karei van Egmont, in 1507
Biabant binnenrukten, lieten deze overal
het spoor van verwoesting, roof en brand
na, waaraan de kloostergoederen niet ont
kwamen. De prelaat Tsgrooten zag zich ge
noodzaakt naar Herenthals te vluchten. In
1523 werd de abdij opnieuw door Namen-
sche wapenknechten geplunderd. De schade
daardoor veroorzaakt werd gedeeltelijk ver
goed door vermindering van belastingop
brengst. De laatste gaven meer dan eens
aanleiding tot ernstige moeilijkheden tus-
schen landsbestuur cn de Prelaten. Voorts
ontstonden oneenigheden wegens te verre
gaande inmenging van Karei V in de be
noeming der abten. Onder tiet bestuur van
den 35sten abt Arnold 'Sfcreyers werden de
Nederlandsche abdijen afgescheiden van
Premonstreit. Hij toonde zich een Maece
nas voor verscheidene geleerden, o.a. Cor
nells Janssenius, Bisschop van Gent, be
zorgde nieuwe aanwinsten voor de biblio
theek, terwijl de prachtige boekenzaal met
die van het Vaticaan werd vergeleken.
Voorts is zijn naam aan gewichtige histo
rische feiten verbonden. Hij doopte o.a.
den oudsten zoon en de dochter van Prins
Willem van Oranje te Breda. Talrijk waren
de kostbare kunstvoorwerpen en paramen
ten, waarmede hij de abdij begiftigde. Na
een dertigjarig bestuur overleed hij te
Mechelen in 1560. Drie jaar te voren zag
hij een tweetal zijner zonen Arnold Ves-
sem en Henry Bosch aan de Reformatie als
martelaar ten offer vallen. Vijftien jaar la
ter stierf ook dc Priester Peter Janssons
een goweldadigen dood. Omtrent de kunst
schatten, welke de abdijkerk herbergt vin
den wij o.a. vermeld het prachtig gebei
teld tabernakel en een triptiek van Goze-,
wien van der Weyden, een albasten Maria
beeld en het wereldberoemde tabernakel
of PI. Sacramentshuis rechts van het Hoofd
altaar, waaraan verscheideue kunstenaars
van naam hebben gewerkt. Verder een
kostbaar koorhek en graftombe. Een re
productie van Leonardo da Vinci's Avond
maal behoort mede tot de schatten der ab
dijkerk. Gndanks zware beschadiging bij
den brand van Zondag is men er in geslaagd
dit stuk nog te redden. Het doxaal is af
komstig uit Utrecht, het orgel uit 's Herto
genbosch. Op de kolommen der kerk schil
derde Giclis van den Bossche uit Brussel
de beeltenis der twaalf Apostelen. De kerk
bezat schitterende en rijk gekleurde glas
ramen, o.a. van Gisbertus uit Utrecht, en
Frederik Peeters uit Amsterdam. Het met
beelden versierde kerkportaal werd ver
vaardigd door Tielam van Beringen. Met
Tongerloo's afscheiding van het bisdom
's Hertogenbosch begint een nieuw tijdvak,
waarin tal van vrome mannen cien room
der abdij, zoowel op het gebied van regel
tucht als stoffelijke welvaart handhaven.
Doch zoodra de Fransche overheorsching
kwam en de kloostergoederen docr de repu
bliek werden aangeslagen en verkocht en
de kloosterlingen worden verjaagd bestaat
stoffelijk Tongerloo niet meer en kunnen
slechts zedelijke krachten den roem der
abdij bestendigen. Onder de namen van
hen, die daartoe medewerkten wordt met
eere genoemd Adriaan Stalpaerts geboren
te Hilvarenbeek in 1563, overleden 25 Octo
ber 1629. Ook bij den tweeden inval der
Franschen na de groote revolutie werden
de kloosterbroeders aangeslagen en de
kloostergemeente uitgedreven. Als koopers
der goederen vinden wij vermeld Joannes
Petrus Schwartz te Leuven en Willem
Theodoor Ghislain de Meuienaer te Ant
werpen. Achtereenvolgens vielen de kerk,
het convent en de andere gebouwen ge
deeltelijk onder het geweld van houweel
en moker. De prachtige klokken waren reeds
in 1797 door het Fransch bestuur naar de
smeltoven verwezen. Nadat- onder de Re
geering van Napoleon en later van Willem
I vruchteloos pogingen werden ondernomen
om de abdij in zijn oorspronkelijke toe
stand te herstellen, gelukte dit door de-
omwenteling van 1830. Toen werden do
kloostergebouwen opnieuw opgetrokken,
welke in 1839 in gebruik werden genomen.
Van lieverlede kwamen de oude kunstschat
ten terug en werden plannen gemaakt voor
den heropbouw van de kerk, waarvoor de
Pauselijke Nuntius in België, Mgr. Gonella,
op 22 Juni 1852 den eersten steen legde.
Sindsdien is de beproefde abdij tot. de hui
dige ontwikkeling gekomen en op het
oogenblik, dat wij dit schrijven, leven wij
in de bange onzekerheid omtrent het be
houd van zoovele kunstschatten, welke de
stormen van het verleden hebben getrot
seerd.
Uit de levensgeschiedenis van den
drukfoutenduivel.
Vergissen is menschelijk hoort men
vaak.. Gewoonlijk van hen, die de vergis
sing o£ fout hebben begaan en dit gezegde
als verontschuldiging gebruiken. Sommige
vergissingen hebben haar huihoristische
zijde, waaronder op de eerste plaats de
drukfouten behooren, welke in ouderdom
voor de boekdrukkunst niet behoeven on
der te doen. De drukfout mag evenwel op
den titel humoristisch eerst aanspraak
maken, wanneer zij niet opzettelijk is ge
maakt en aan de aandacht van den zetter
of corrector is ontsnapt. Maar de gevolgen
zijn somtijds minder prettig. Onder de
regeering van Karei I werd in Engeland
een nieuwe uitgave van den bijbel gedrukt.
Toen deze in het publiek verspreid was,
bleek dat de drukker uit het achtste gebod
het woordje „geen" had weggelaten, het
geen hem een vonnis van het aartsbis
schoppelijk college bezorgde, waarbij hij
tot een boete van drie duizend pond ster
ling werd veroordeeld.
De gevolgen door heb weglaten of bij
voegen. van een. enkele letter, brengen dik
wijls een komische verandering teweeg.
Zoo werd in een der Engelsche bladen een
advertentie opgenomen, waarin bij gele
genheid van den intocht van den Prins
van Wales op 28 Februari 1860 twee
breede weduwen (widows) te huur werden
aangeboden. De bedoeling was natuurlijk
windows (vensters).
In de Dundee Advertiser kwam een
verslag voor van een verzekeringsmaat
schappij, welke haar verzekerden geluk
wcnschte met den lagen stand der zede
lijkheid (morality) in het afgeloopen jaar,
in plaats van de sterfte (mortality).
Na het over lijden van den bekenden
staatsman Lafitte mocht de familie in het
„Journal des Debats" lezen, dat met hem
een man van niets (un homme de rien) was
heengegaan. De vriendelijke redactie had
evenwel een rechtschapen mensch Oiomme
de bien) geschreven.
Jaren geleden gaf een Engelsch dag
blad verslag van een treinongeluk, waarbij
talrijke passagiers aan een dreigend ge
vaar ontsnapten. In vollen vaart rijdende
bemerkte de machinist een koe op de rails.
Stoppen bleek onmogelijk. Volgens de cou
rant werd de koe in twee kalveren (calves)
gereden. In werkelijkheid had de machi
nist er twee helften (halves) van gemaakt.
Een Fransch redenaar Guizot mocht den
dag na een gehouden lezing, waarbij hij we
gens vermoeidheid de bijzondere aandacht
van zijn publiek gevraagd had door te zeg
gen: ik ben aan het einde van mijn krach
ten (je suis au bout do mes forces) daar
voor lezen: ik ben aan het. einde van mijn
grappen (farces).
Alph. Kan gaf een geschrift uit waarin
hij stelde, dat ook de deugd haar grenzen
(hornes) had. De zetter maakte hiervan
eksteroogen (cornes).
In een Fransch blad kon men onder ver
slagen uit de Rechtszaal lezen, dat de
rechtbank dit eerste vergrijp van den ar
men duivel alleen met acht dagen vergif
tiging (empoissonnement) in plaats van
gevangenisstraf (emprisonnement) had ge
straft.
Een ander Fransch blad bracht het be
richt, dat de armen der stad X een gevoe
lig verlies geleden hadden. Zij hadden hun
weldoener opgehangen (pendü), waarvoor
verloren (perdu) moest worden gelezen.
Iemand, die zich lange jaren in Algiers
verdienstelijk had gemaakt, mocht uit de
courant vernemen, dat hij deswege door
den Bey van Tunis was verslonden (dé-
voré). In werkelijkheid, was hij geridderd
(décoré).
Volgens een Engelsch bla-d was een heer
door den politierechter tot een geldboete
veroordeeld, omdat, hij een. huurkoetsier,
die van hem te voel vracht eischtte, zou
hebben opgegeten (eaten). De man erkende
te hebben geslagen (beaten).
Een ander kreeg straf, omdat hij vol
gens de krant, van het werktafeltje eener
dame een os (ox) weggenomen had. Hij
had slechts bekend een doos (box) ont
vreemd te hebben.
Door het aaneenkoppelen van twee be
richten kreeg men in een Fransche cou
rant het volgende te lezen: Dr. K. is be
noemd tot eerste geneesheer van het gast
huis „La Charité". Van wege de autoritei
ten is het bevel uitgevaardigd tot onmid
dellijke uitbreiding van liet. kerkhof de
Mont Parnass.
Tenslotte een bericht uit een oude editie
van de Nederlandsche „Standaard" het
welk melddé, dat tot „leed" der Provinciale
Staten van Friesland met algemeene stem
men was gekozen de heer Jlir. Mr. F. J. J.
van Eysinga.
Bescheidenheid.
Een jong musicus werd voorgesteld aan
Max Reger; de beschermer roemde de be
scheidenheid van zijn protégé.
„Waar is hij bescheiden op?" vroeg
Reger droog.
PRACHTIG MAÏERK
£erl
ih'c
1.3
bar:
2.3
3.3
ij h
akel
5.0
P&I
8.0
rp'
lias
iek.
8.4;
Jaren ter -g ber ik nog eens van
geweest om directeur te worden va®
groote verzekeringsmaatschappij. Ik
de menschen dan verzekeren tegen
diefstal, inbraak, brand en al die y
die heel prettig zijn om in de krarfc
zen te worden, maar die minder
zijn a.ls j'e er zelf het lijdend voorwerp
'bent.
Ik heb er toen echter maar van
zien en de journalistiek met mijn joj ierk
entreé blij gemaakt. Gelukkig maar!
Want zou ik dien stap naar de pi
liere werkkamer van den verzekerini
recteur hebben gezet, dan zou U deze?
gen mijn faillissement hebben kunnen
zen.
Moorden in allerlei variëteiten, son
zoo maar openbaar, andere listig en
borgen, opgehelderde en onopgehel
verwonderen ons niet meer. Aan diefsti P^°
en inbraken zijn we al jaren lang gevt
zóó zelfs dat we daarvoor nu met
minachtende beweging de schouders
len. Daarvoor zijn nu de meer mod
roofovervallen in de plaats gekomen
daar ongelukkigerwijze de buit evenr
is aan de moed of brutaliteit, waarn
zij worden gepleegd, zitten de verzekeri ei
directeuren natuurlijk met de handen
het haar, voor zoover zij nog in het
van turn haren zijn.
Bankloopers beladen met goud en
ten, werden tegen den grond gewerkt
daarna platzak thuis gebracht.
Op een gezelligen sohemeravond di
een edel driemanschap zwaar gemast fan j
een kantoor binnen toevallig juist op
oogenblik, dat de patroon bezig is de b
te maken, en nemen ongevraagd deze
van hem over en gaan er spoorloos
door om de kas „op te maken".
Of een eenzame roofovervaller
zijn neus door het loketje in de hal
een Bank en vraagt, terwijl hij lichl
met zijn revolver speelt, of hij de
der safe even mag vasthouden'.
De techniek der roofovervallen heel
laatste jaren een enorme vlucht geno
en tegen zulke aardigheden kan begi
lijk geen enkele verzekeringsdirecteui
En daar komen dan nog bij die gezfl
brandjes, die de laatste maanden de
zoo aantrekkelijken maken. Als dat
doorgaat, zijn over een paar jaar alle
zekcringsdirecteuren dakloos.
Maar nu moge ik mij verheugen, da
geen voet heb gegeven aan de verlanj
mijner jeugd om verzekeringsdirecteui
worden, nu spijt het mij dat ik mij
con amore in het filmvak heb geworpei
In deze tijden had ik dan gratis
kunnen samenstellen om van te klap
tanden. Een brand als in Rotterdam,
zelfs onvrijwillige acteurs en actrices
levensgevaar uit de brandende huizen
den gered zou zelfs een eerste klas
onderneming een rolberoerte doen kr
van jalouzie.
En dan die gezellige roofoverva
waarbij onze politieagenten, indien zij
minste op tijd komen, als Tom Mix zoi
kunnen fungeeren, zouden ook gratis
het. lint kunnen worden vastgelegd
prachtfilms kunnen worden.
Ziet U er wat in?
Dan beginnen we samen een filmate
Ik zal er alvast eens over denken.
DAN
HERINNERING VAN EEN GRIJZEN VRIJGEZEL
'k Weet nog uit mijn jonge jaren,
Hoe ik eenmaal het bemind,
'k Ben nu bijna door mijn haren
En nog zie 'k dat lieve kind.
Ik ben ongetrouwd gebleven
Hoeveel ik ook van haar hield
En nog denk ik aan de dwaasheid,
Die mij toenmaals heeft bezield.
Want ik vond haar■-zeer aanminnig
En ik zag haar reeds mijn bruid
'k Ging zelfs een keer op een avond
Met mijn lieve schoone uit.
't Was heel prettig en wij dansten
Heel den avond tot den nacht.
Daarna heb ik in de koude
Haar toen weer naar huis gebracht.
'k Ging haar soms wel eens bezoek®
En ik dacht: eens komt den tijd,
Dat ik als een fiere bruigom
Jou op 't huwTijkspad geleidt,
'k Houd jou nu nog in de gaten.
Want jij bent zoo lief en mooi
En eens wordt jij vast en zeker
In het huwelijk mijn prooi.
Maar ik was toen wat verlegen
En heb toen te lang gewacht,
Eensklaps werd zij door een ander
's Avonds toen naar huis gebracht
En in plaats van in te grijpen,
Zei ik toen geen ba of boe
En keek simpel op een afstand
Naar die liefdesscène toe.
En wat ik toen niefc verwachtte
Is ten laatste toch geschied,
Want zij trouwde met dien ander
En met mij, o jammer, niefc.
'k Ben dus vrijgezel gebleven,
Daarom werd ik eenzaam oud,
Jk Durfde het niet meer te wagen,
Daarom ben ik niet getrouwd.
TROUBADO
9.5C
pr
7.15
2.50
[olla
In
fan s
ings
ieuw
ika
'ieuw
!r we
tedei
;anto
iiea.
dat d
daar
straal
men i
ander
bewiji
theat
mosfc
huize:
dentil
«che
behal