BERNADETTE
VOOR HUIS EN HOF
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
1879 6 April 1929.
Vandaag, Zaterdag 6 April a.s., is "liet
50 jaar geleder, dal Bernadette Soubi-
rous, het zoo bijzonder door Maria begun
stigde meisje te Nevers, in het klooster
van Saint-Gidard is gestorven. Bernadette
werd den Ven Jan. 1844 lo Lourdcs gebo
ren. Haar vader heette Frans Soubirous,
haar Moeder Louisa Castérot. Zij woon
den op den molen van Bolby en waren
welgestelde burgers. In het begin van
haar leven was Bernadette zwak en zie
kelijk, zoodat zij G maanden na haar ge
boorte naar Bar tres moest vertrekken,
waar zij werd toevertrouwd aan de zor
gen van Maria Aravant. Terwijl zij daar
was, gingen de zaken van haar vader
achteruit, zoodat hij tenslotte zijn molen
moest ontruimen en zich in een krot, dat
met den aam van „Lachot" werd aange
duid, vestigde. Op veertienjarigen leeftijd
keerde Bernadette naar haar huis terug.
Op den 11 Februari 1858 had do eerste
verschijning plaats. Na het middagmaal
moest zij met haar zusjes hout gaan
sprokkelen. Terwijl zij verschillende plaat
sen afzochten, werden zij in hun weg ge
stuit door een molenbeek. Haar zusjes
trokken direct kousen on klompen uit en
waden door liet koude water, doch Berna
dette, die een herhaling van haar oude
kwaal vreesde, probeerde steencn in dc
beek te werpen om alzoo den overkant te
bereiken. Toen dit echter niet gelukte,
wilde zij eveneens haar kousen en klom
pen uit trekken, doch toen zij hieraan
wilde beginnen, hoorde zij plotseling eer.
vreemd gedruisch. Opziende bemerkte zij
echter nietstoen 't gedruisch zich echter
wederom herhaalde, sprong zij verschrikt
op en zag dat een rozenstruik, in de ope
ning der Grot zich heftig bewoog. Op hei
zelfde oogenblik rees uit dc 'Grot een
goudkleurige wolk en even daarna ver
scheen in de opening boven dc doorn
struik een jonge schoone Dame. Zij scheen
een jonge Dame van ongeveer lfi of 17
jaar en droeg een wit kleed, om haar mid
del toegehaald door een blauw lint, dat
langs hei kleed naar beneden viel. Om
'haar hoofd droeg zij een witte sluier, die
bijna geheel en al het haar bedekte en
langs den rug naar beneden gleed. Hare
voeten waren gedekt door de plooien van
haar kleed, alleen de punten waren bloot,
waarop een gele roos ontlook. Aan den
rechterarm droeg zij een rozenkrans met
witte kralen en gouden ketting, blinkend
als de twee rozen op Haar voeten. Zij
lachte tegen Bernadette en wenkte, dat zij
vooruit zou komen. Haar vrees was ver-
dwenen, maar zij wist niet meer waar zij
was. Onwillekeurig haalde zij haar rozen-
Icrans uit haar zak en knielde neer. Toen
zij een rozenhoedje wilde beginnen en
haar hand naar haar voorhoofd bracht,
was deze geheel als verlamd. Eerst nadat
de Dame zelf het kruisteelcon had ge
maakt, kon zij haar hand opheffen. De
Dame liet haar alleen bidden, enkel aan
het eind van ieder tientje bad zij mede
.,Eere zij den Vader, den Zoon en den H.
Geest". Toen het rozenhoedje uit was,
verdween de Dame plotseling en met haar
de gouden wolk.
Dc tweede verschijning was op den
14den. Bernadette. die van de wonder
bare verschijning thuis verteld had, mocht
eerst niet weder naar de Grot terug,
maar eindelijk na lang smeeken verleende
haar moeder toestemming. Zij namen ech
ter een flesch gewijd water mede om
(haar moeder meende eerst dat bet een
booze geest was) de verschijning hiermede
te besprenkelen. Eenige oogenblikken na
dat Bernadette bij de Grot was neergo'
knield. riep zij plotseling: „Daar is Zij,
daar is Zij". Haar vriendinnetjes reikten
haar de flesch wijwater toe cn nadat- zij
het water had geworpen zeide zij: „O.
het misnoegt haar niet, integendeel zij
lacht mij toe en nijgt goedkeurend". Juist
waren haar vriendinnetjes naast haar ne
der geknield, of de molenaar Nicolau
kwam aan met zijn moeder en verwijder
de haar van dc Grot.
Op den 17 Februari was de derde ver
schijning, waarbij de Dame den wensch
uitsprak, dat zij 15 dagen achtereen hier
eiken dag zou verschijnen. Ook zeide de
Dame nog, dat Zij wenschtc hier volk te
zien. Na verschillende verschijningen en
toen er in dc stad over niets anders ge
sproken werd, bemoeide de Burgemeester
zich ermede. Zij werd ontboden en de
procureur meende, dat hij met zijn woor
denrijkdom het eenvoudige meisje wel zou
kunnen bepraten om haar bezoeken aan
de Grot te staken. Het gelukte hem ech
ter niet. De avond daarop volgend werd
zij ontboden bij den commissaris, die ook
al probeerde door veranderde beschrijvin
gen haar in den war te brengen. Ten
slotte eischte ook hij, dat zij haar bezoe-
,ken aan de Grot zou staken, doch zij ant
woorder Mijnheer, aan de Dame heb ik
beloofd terug te keeren. Kort daarop
kwam haar vader het politiebureau bin
nen, tegen dezen dreigde zij, dat als hij er
niet voor zou zorgen, dat zij de Grot niet
meer bezocht, zij haar naar een andere
plaats zou laten brengen. De vader ant
woordde, dat hij zou trachten Bernadette
lo beletten nog eens naar de Grot te Mas-
sabiello te gaan. Toen zij den dag daarop
door twee gendarmen gevolgd naar de
Grot ging ondanks het verbod van haar
ouders, verscheen de Dame niet. Den 25-
sten Februari bij haar bezoek aan de-
Grot groef zij met haar handen een
kuiltje dat zij direct met water vulde. De
bekende bron ontstond. Op den 27sten
Februari kreeg zij van de Dame opdracht
met de woorden: „Ga en zeg aan de
priesters, dat hier een kapel moet wor
den gebouwd". Dc 18e en laatste verschij
ning had plaats op den Kalen Juli. Een
plankenschutting hield de Grol afgeslo
ten. Bernadette cn haar gezellinnen
knielden neer aan den rechterkant dei-
Gave, tegenover dc holte Massabielle.
Nauwelijks had het meisje haar' blik op
den rots. of zij viel in geestvervoering.
Vol blijdschap riep zij uit: „Ja, ja, daar
is Zij, Zij groet ons, Zij lacht ons toe van
over de omheining. Dat was de laatste
verschijning. Maria beloofde haar, dat zij
haar in den hemel zou zien. Op den 16
Juli 1866. trad Bernadette onder den
naam van zuster Maria Bernard in het
klooster dor Danios van Nevers. Na nicer
dan twaalf jaren van een voorbeeldig
kloosterleven deed zij den 22sten Septem
ber haar eeuwige belofte. Den 2Ssten
Maart 1879 ontving zij de Heilige Teer
spijze. Dinsdag na Paschen kwam hare
doodstrijd. Zij werd door den duivel ge
folterd; in den nacht van Maandag riep
zij eiken keer: „Ga weg Satan!" Woens
dag 6 April gafzij nog de wensch te ken
nen te willen biechten. In" den namiddag
was zij zoover, dat men dc gebeden der
stervenden begon te bidden. Men gaf haar
nog een kruisbeeld, dat zij krampachtig
tegen dc borst drukte. Terwijl de zusters
nog baden, zagen zij haar stervende, tot
zij om 3 uur in den middag haar ziel aan
den schepper terug gaf.
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
in deze week dagelijks Gloria, geen Credo
en Prefatie van Paschen (invullen: vooral
in dezen tijd). Kleur: Wit.
ZONDAG 7 April. Beloken Paschen. Mis:
Quasi modo. Credo.
Deze Zondag draagt in de kerkelijke taal
den naam van „Dominica in al bis" (d.i. de
Zondag van het afleggen der witte klee-
ren). De op Paasehzaterdag gedoopten
droegen vroeger geheel het Paaschoctaaf
witte kleeren, waarin zij dagelijks bij het
II. Misoffer tegenwoordig waren. Op den
Zondag ria Paschen weer voor 't eerst in
hunne gewone kleeren. In dit verband moe
ten ook de misgebeden van dezen dag wor
den verstaan.
De nicuwgedoopten moeten als pasgebo
ren kindertjes een oprechte begeerte heb
ben naar de onvervalschte melk der chris
telijke Leer (Inlroitus). Hun geloof moet
sterker worden. Als uit God geboren zul
len zij, door de genade van het heilig ge
loof aan Jezus' Godheid, aan Vader. Zoon
en H. Geest, die drie, toch één zijn, de we
reld (ketterij en ongeloof) overwinnen.
(Epistel). Wanneer hunne door God gewil
de reinheid des harten moc'pt besmet zijn
door eenige zonde, kan zij weer teruggewon
pen, dank zij Gods goedheid, door het H.
Sacrament der Biecht, ingesteld op den
dag der Verrijzenis, toen Christus aan
Zijne Apostelen verscheen. Deze verschij
ning, alsmede die van acht dagen later,
waarbij du ongéloovige Thomas overtuigd
werd, verhaalt ons St. Joannes in het Evan
gelie. De II. Kerk maakt, door deze pas
sage uit het Evangelie te laten lezen do
bedoeling van den Evangelist tot de hare:
„opdat dc pasgedoopten gelooven mogen,
dat* Jezus Christus is de Zoon Gods- en ge-
loovonde het (eeuwig) leven mogen heb
ben in Zijn Naam".
Alleluja-vers en Offertorium spreken ons
van Christus' verrijzenis. De Communio is,
naar aanleiding van Thomas' ongeloof, een
laatste opwekking tot geloof. Dit alles moet
ons herinneren aan ons eigen H. Doopsel
en ons opwekken om de reinheid des harten
(Paasclibiecht en Paaschcommunie) te be
waren als wij eens met Christus willen ver
rijzen tot het eeuwige leven.
MAANDAG 8 April. Feestdag van Maria
Boodschap. (Verschoven tot op dezen dag
omdat 25 Maart in do goede week viel). Mis:
Vul turn tuum. (Zie in het Misboek op 25
Maart). Credo. Prefatie v. d. Allcrh. Maagd,
(invullen: En U om de boodschap).
N.B. Achter den Introitus wordt twee
maal Alleluja gezegd. Graduale en Trac-
tus worden door een Alleluja-vers vervan
gen. Achter het Offertorium en de Com
munio zegt men éénmaal Alleluja. Dit geldt
voor alle Heiligenfeesten, waarvoor geen
bijzonder Paaschformulier s-taat aangege
ven.
Vandaag viert de II. Kerk de uitverkie
zing van Maria tot Moeder van God den
Zoon.
DINSDAG 9 April. Mis v. d. vorigen Zon
dag: Quasi modo. 2e gebed Concede (ter
eere van Maria); 3e voor Kerk of Paus.
WOENSDAG 10 April. Mis van gisteren.
DONDERDAG 11 April. Mis v. d. H. Leo
I, Paus, Belijder en Kerklecraar: In medio.
Credo.
Do H. Leo I, de Groote, Paus van 140
461, behoedde Home tegen de woede der
Hunnen onder Attila" en der Vandalen on
der Genserik. Krachtig handhaver was hij
van de eenheid der Kerk en het gezag v. d.
H. Stoel tegen de pogingen van keizers en
heerschzuchtige Patriarchen. Hij hield de
4e Algemeene Kerkvergadering van Chal
cedon in 444.
VRIJDAG 12 April. Mis v. d. vorigen
Zondag. (Zie Dinsdag).
ZATERDAG 13 April. Mis v. d. H. Her-
menegildus, martelaar: Protexisti, 2e gebed
ter eere van Maria; 3c voor Kerk of Paus.
Kleur: Rood.
Bekeerd uit de ketterij van het Arianis-
me is deze koningszoon, na vele martelin
gen van zijn eigen vader Leovigildus, ko
ning West-Gothen in Spanje, verduurd te
hebben een heldhaftigcn marteldood ge
storven op het Hoogfeest van Paschen in
585.
IN DE KF .KEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
ZONDxYG. 2e gebed v. d. Z. Wilhelmus
van Scieli.
MAANDAG. 2e gebed (alleen in stille
H.H". Missen) v. cl. Z. Julianus v. d. H.
Augustinus.
DINSDxYG. Mis v. d. 7.. Thomas van
Tolentijn, Martelaar: Protexisti. 2c en 3e
gebed als boven. Kleur: Rood.
WOENSDAG. Mis v. d. Z. Marcus Fan-
tuzzi, Belijder: Os Justi. 2e en 3e gebed
als gisteren.
VRIJDx-YG. Mis v. d. Z. Angelus van Chi-
vasso, Belijder: Scitis. 2e en 3c gebed als
eergisteren.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
1e helft April.
Nog altijd is er in deze maand wat te
zaaien, en nu meer dan anders, omdat alles
laat is: spinazie, raapstelen, radijs, krop
sla, wortelen, enz. Wie geregeld groenten
in den tuin wil hebben, zaaie zóó dat niet
alles tegelijk, inaar achtereenvolgens voor
de keuken te gebruiken zij. Heeft een
groente den halven wasdom bereikt, dan
kan men weer bijzaaien. Met spinazie en
raapstelen gaat dit echter niet den gëhee-
leu zomer, daar deze groenten door de
warmte spoedig doorschieten. Na dezen
tijd zaaie men ze niet weer; men wachtte
tot den herfst, dan kan men opnieuw
zaaien, indien men ook dan van die voor
jaarsgroenten wil profiteered Doperwten
kan men echter wel tot Juli leggen. Zijn dc
eerste goed boven den grond, of hebben
ze een paar blaadjes, dan legt men weer.
Dit geldt ook voor capucijners en peulsoor
ten. Het is evenwel niet goed, twee jaren
achtereen op de-nzelfden grond erwten te
telen.
De vorst zat diep in den grond, in vele
akkers wel een kwart M. of meer. Een late
grondbewerking was hiervan liet gevolg.
Toch zal nu het grootste deel wel al be
werkt zijn, maar voor zoover dit nog niet
liet geval is, willen we er op wijzen, dat het
voorjaarsplcegen vooral thans zoo weinig
mogelijk en zoo ondiep mogelijk dient te
geschieden. Dat zou meer kwaad dan goed
doen. Door de vorst hebben de gronden nu
een uitnemende structuur, ze zijn poreus,
er loopt een netwerk van kanaaltjes door.
Deze mooie structuur zou door diepe, be-
werking worden vermengd, en dewijl hot
zoo laat in den lijd geschiedde, zou aan
den grond geen tijd gegeven zijn om zich
weer door natuurkrachten te laten herstel
len. Deze bewerking zou bovendien een
groote hoeveelheid water kunnen kosten,
welke vele gronden niet kunnen missen.
Terecht raadt de Rijkslandbouwconsulent
voor Noord-Gelderland, de heer Clevcrin-
ga, in het „Alg. Ned. Lbld." aan: „Ploeg
thans niet dieper dan noodzakelijk is om
een ondiepe zanivoor te verkrijgen. Houd
het bovenste laagje los, gij belemmert
daardoor de verdamping, spaart dus water,
en bevordert de luchttoevoer, die ook ver
der ten goede komt aan het bewaren van
dc structuur. Wacht bovendien met de be
werking tot de grond behoorlijk opgedooïd
is
Wij willen iets zeggen over heb zaaien.
Dit is een kunst, die geleerd moet worden,
velen lceren ze nooit. Ze bestaat uit twee
deelen: le. het uitstrooien van t zaad, 2e.
het onderwerken er van. 't Is lang niet on
verschillig, hoe dit geschiedt. Het uit
strooien zou vrij gemakkelijk zijn als alle
zaden even groot waren cn men van alle
soorten evenveel' diende uit te zaaien.
Nu maken de beginners, en ook nog vele
anderen allerlei fouten; zc zaaien te dik,
of te dun, of zeer ongeregeld, zoodat hier
te voel, daar weinig ai niets opkomt: vaak
zijn ze het zaad kvAif.No.or. het geheele bed
bezaaid is. Dc gcoefer.de hand, de vaardig
heid, verkrijgt men eerst mettertijd. Dan
doet dc een het zus de ander zoo. De een
schuift de zaadkorrels tüssclienduim en
vingers op het bed alsof hij geld telt. De
ander houdt de zaden op een stevig stuk
papier met een vouw in het midden, heeft
den wijsvinger in de vouw, en duim en
middenvinger aan de onderkantniet een
licht trillende beweging wordt het zaad
afgeschud, geleidelijk en gelijkmatig. De
beginner moet zich hieraan nog maar niet
wagen. Heb zekerst gaat hij, als hij het
zaad vermengt met wat vochtig zand, het
geheel goed dooreënmengt en dan zoo
gelijkmatig mogelijk uitstrooit; dan zal hij
het in den regel aardig verdeeld over het
zaaibod krijgen, zonder gapingen, omdat
bet.witte zand goed te zien is. Vooraf ter
dege dooreenmengen is natuurlijk voor
waarde. Is men liet zaad kwijt, dan komt
het onderwerken. Ook niet gemakkelijk.
Het zaad mag er noch te diep onder ko
men, dan zou het verstikken noch te
ondiep, het zou dan geen vocht genoeg
kunnen krijgen ter ontkieming. Wel wordt
vaak als regel gegeven: bedek het zaad
met zooveel aarde als het zelf dik is. Maar
dat gaat niet onder alle omstandigheden
op, bovendien geldt hier: effen is moeilijk
treffen. Hoe liet zaad onder dc aarde tp
werken of te krijgen. Gaat men het onder
harken, dan harkt men het van de plaats
en loopt de kans, dat het meeste aan een
kant komt te liggen. Het is hier alweer de
oefening, welke de kunst, de vaardigheid
doet leeren. Men moet er ook rekening mee
houden of de grond droog of vrij vochtig
is; in 'fc eerste geval zal men het zaad wat
dieper onder moeten brengen dan in het
laatste. Evenwel niet te diep zie boven,
gieten, rijkelijk gieten, kan dc aarde in
behoorlijken staat van vochtigheid bren
gen. Wie zich het gelijkmatig onderharken
of inkrabben niet vertrouwt kan de za
den met zwarte tuinaarde bestrooien, het
zaad blijft dan op de plaats, en hij kan er
voor zorgen, dat alle zaden gelijkmatig be
dekt worden. Is het zaad er onder, dan
volgt het aandrukken, waardoor de korrels
na-uw in aanraking komen met den grond,
vocht daaruit kunnen krijgen, en een min
of meer vasten bodem vinden om wortel te
schieten cn te ontkiemen. Voor het aan
drukken kan mên 't best gebruiken een
vierkant plankje aan een steel: ook een
schop of bak kan daartoe dienen, als het
werktuig een platten kant heeft, niet hol
loopt of een gleuf heeft. Het aandrukken
heeft nog dit voordeel, dat op den effen
grond later de groente, spinazie, porcelein,
enz. gemakkelijker is te snijden. Men heeft
breedwerpig zaaien, vrij uit de hand, en
het zaaien op rijen. Hierover een volgende
maal.
HET VERKEER EEN EEUW
GELEDEN.
In de Provinciale Groninger van een
eeuw geléden kan men de volgende aan
kondiging vinden:
„Het wordt aan het Publiek bekend ge
maakt. dat de Postwagen van Groningen
op Zwol gedurende deze maand tweemaal
in de week, des morgens te zeven uren bij
het Logement van L. van der Molen, aan
de Groote Markt, en wel op Maandag en
Donderdag, zal afrijden, alwaar dc Plaat
sen kunnen worden besproken, en de Pak
goederen aldaar moeten worden bezorgd.
Dezelve zal, in de maand April eerstko
mende cn de overige zomermaanden, drie
maal in dc week afrijden, en wel op Maan
dag, Donderdag en Zaterdag, des morgens
te 5 uur, in één dag over.
Groningen 2 Maart 1829".
In den winter kon men in dien tijd dus
tweemaal in de week per postwagen uit
Groningen naar Zwolle reizen, en in de
lente-" cn zomermaanden driemaal.
Tegenwoordig klaagt men, als men op
één dag, of zelfs middag', heen en weer
reizende, een kwartier vertraging heeft!
En hoe zal het over honderd jaar zijn?
WAARTOE EEN KUNSTENAAR IN
STAAT IS.
Door een toeval werd onlangs in het ar
chief van een oude kerk in Varmland, Zwe
den, een rekening gevonden, die indertijd,
ongeveer honderd jaar geletien, in een
primitieven stijl werd geschreven en ver
moedelijk ook in allen ernst, anders zouden
de kerkelijke autoriteiten haar zoo niet ge
accepteerd hebben.
De rekening is van een schilder, die de
altaren van de kerk had opgeknapt. Ze
luidt als vol^t: Eén van de moordenaars
aan het kruis een nieuwen neus aangezet.
Pontius Pilatus gepolitoerd, nieuw bont
op zijn muts gezet en hein van binnen en
van buiten geverfd. Den engel Gabriel van
een nieuw stel vleugels voorzien. Een nieu
wen tand in den mond van Sint Petrus
gezet en het geveder te van den haan op
gemaakt. Het hellevuur meer gloed ver
leend en het gezicht van den duivel kwaad
aardiger gemaakt. De heilige. Magdalena
die het zeer noqdig had, grondig gerepa
reerd. Dc Roode Zee. die daar, waar de
Israëlieten er door heen trekken, erg vuil
was, gereinigd. Den paarden voor den wa
gen van den heiligen Elias nieuwe hoeven
gegeven en den weg naar den hemel dui
delijker gemaakt. Nieuwe vogeldrek op
Tobias' oogeu gelegd. Het gezicht van den
heiligen Jozef opgefrischt en dat van Poe-
tiphar's vrouw gevernist. Het eind der we
reld verlengd, den hemel grooter gemaakt
cn nieuwe sterren er in gezet. De tien ge
boden veranderd en het zesde aangedikt,
daar het niet meer goed leesbaar wAs. Ook
dit laatste was dringend noadig.
En voor al deze wonderlijke bezigheden,
voor heel dit voor een mensch toch eigen
lijk wel zware karwei heeft de geniale
kunstenaar zeventig kronen gevraagd, ge
kregen en gekwiteerd....
De roman.
De uitgever sloot met den schrijver een
contract af voor het schrijven van een
detective-roman. Ik betaal u per ver
volg 20 gulden, en om de zaak spannender
te maken, nog 5 gulden extra voor ieder
lijk dat er valt.
Bij het vijftiende vervolg waren reeds
tien personen neergeschoten, in het water
geworpen of op geheimzinnige wijze ver
dwenen.
Toen besteeg cle held van den roman
een stoomboot naar Amerika met 3000
passagiers aan boord.
De uitgever schrok.
In het twintigste vervolg stak een or
kaan op van geweldige sterkte.
In het een en twintigste brak het roer.
In de verte werden ijsbergen zichtbaar.
Toen telegrafeerde de uitgever: Be
taal voor eventueele zeeramp geen cent
extra.
Hij staat in de krant.
Kijk Titia, er staat wat in de krant
over mij.
Over jou?
Ja, kijk maar. Er staat: „Verleden
maand vervoerden de Staatsspoorwegen
946.537 reizigers". Daar was ik ook bijl
APRILSNEEUW.
Welke der alwijze goden liet is, die ons
bij wijze van dessert na het wintersch
diner nog even op ijs tracteert, weet ik
niet. Op een Sneeuwgod hadden de oude
Romeinen waarschijnlijk niet gerekend.
Het mocht regenen, donderen, stormen
of waaien, daarvoor was gezorgd, voor
ieder dier functies lïad de opperste der go
den een van zijn bedienden aangesteld.
Neptunus was directeur der zeeën. Thor
liet het donderen als hij het wilde, Mars
was present als er gevochten moest wor
den en zoo was door Jupiter aan elk der
geden een baantje toebedacht.
Aan sneeuw echter dacht hij niet.
Wij echter, belioorend tot liet, volk der
Germanen, die van hagel en sneeuw en ijs
evenveel wisten als cle Romeinen van
warmte, en zon, konden niet zonder een
Sneeuwgocl cn zoo vonden do Germanen
Thialf uit die op last van Odin, de grijze
ons zou regeeren met ijzigen vuist.
Wij hebben een winter van hem gehad,
waarin li ij zijn eigen record twintigmaa l
verbeterde en toen hij tenslotte den af
tocht blies na een' periode, waarin hij heel
de aarde tot stilstand dwong en hij terug
ging naar zijn te lang ontbeerde ambro
zijn en nectar om zich te midden zijner
collega's wederom te gaan vermeien aan
de biertafel der goden, toen meenden wij
dat liefelijker godheden ons nu zouden
gaan regeeren.
En aldus geschiedde....
Maar slechts kort duurde de afwezigheid
van Thialf. die zich waarschijnlijk zat
dronk aan de biertafel in het Walhallah
en een weddenschap aanging met de snel
voetige Loki of een der andere goden om
den vriendelijken bode der lente te ver
drijven en de ontwaakte natuur wederom
in de greep van zijn macht te omklemmen.
En zwaaiend stond Thialf op van de
leeggedronken biertafel ei deze eerste ab
normale beweging deed een siddering 'gaan
door de milde natuur. Die eene zwaaiende
beweging verwekte beroering in de kruinen
der boomen en onheil'in de liooge schoor-
steenen, die tegen die simpele beweging
van Thialf niet bestand bleken te zijn.
Langzaam waggelde hij naar de aarde
en bij de winden kwam zich voegen de re
gen, als gevoelige tranen van den dronken
ijsgod.
Zijn voeten sloegen op zijn' tocht .hier
heen stukjes van cle wolken af en het
sneeuwde.
En het was opnieuw winter.
En de menscK die, zoodra hij do ijzeren
jj-SYuist van Thialf. nicl. meer...op zich .yoel-
dc drukken, zijn"hoogmoed - Jierwon had
zich reeds in leritegewaad naar 'buiten ge
waagd, nu spottend nog slechts met 4e
kou, die gcloden en voorbij zou zijn ge
weest, indien niet Thialf het onzalige plan
had gekregen zic-h te bedrinken en eeii
weddenschap aan te gaan met de liefelijke
godin der lente.
En hij zal niet teruggaan voor hij. zijn
roes heeft uitgeslapen, waarna hij zich
opnieuw aan bier en nectar kan gaan ver
gapen in gezelschap van andere goden, die
vanwege het seizoen dan eveneens als hij
op non-acliviteit zullen worden gesteld.
Maar wij hadden het kunnen weten.
De Enkhuizer Almanak had het immers
reeds voorspeld
„Aprilletje dat maandje zoet
Geeft nog wel eens een witte hoed".
En de Enkhuizer Almanak is wijs
DANIëL.
ZIE DE TOEKOMST.
In een kleine achterkamer
Zonder zon en zonder licht,
Heeft dc helderziende Radix
Haar beroemd bedrijf gesticht.
Zij beschouwt den loop der sterren
Aan het held're firmament
En vraagt dan voor een visite
Zeven gulden vijftig cent.
And'ren doen het ook goedkooper
Voor een gulden of een riks
Of voorspellen U dc toekomst
Voor een heitje 't is voor niks.
Maar die leggen met de kaarten
Heel uw verder leven bloot,
En voorspellen U de toekomst
Tot den dag van Uwen dood.
MEVR. RADIX
licht U in over lieden en toekomst
ook op foto. Spreekuur van 410
uur. (Advertentie).
U bemint een schoone blonde
Reeds gedurende een jaar
Als U beiden koppig volhoudt,
Wel dan krijgt U ook elkaar.
Zij is jong en lief en minzaam
En bemint de slanke lijn
En haar leeftijd zal zoo tusschen
Tien en tachtig jaren zijn.
U zult lieve kind'ren krijgèn
Ongeveer een stuk of tien.
En U zult op hoogen leeftijd
Nog uw "acliterkleihkroost zien.
U zult eer en roem verwerven
In uw leven, reeds heel gauw.
Maar U moet voorzichtig wezen
Voor een schoone zwarte vrouw.
Dit heeft turend op een foto
Mevrouw Radix mij gezegd,
Heel de onbestemde toekomst
Had zij voor mij blootgelegd.
Toen 't consult was afgeloopen
Toen vertelde ik haar pas,
Dat 't een foto van mijn opa
In zijn jonge jaren was.
TROUBADOUR.