BINNENLAND OORZAAK VAN DEN BRAND IN LEIDEN'S STADHUIS EEN RIJKE FAMILIE DERDE blad DE LEIDSCHE COURANT. MAANDAG 18 MAART 1929 i-L t "Wil Na DE HERZIENING VAN DE TELEFOONTARIEVEN. Groote schade voor de bloembollenstreek? Het Tweede Kamerlid Bulten heeft den oiini6ter van Waterstaat de volgende vra gen gesteld i. Is het den minister bekend, dat, waar blijkens de uiteenzetting door den heer J. !>0l'ni jl Warning, hoofdingenieur der telegrafie, u: chef bur eel t el efoonoent rales, gegeven op 7 .ZTIC Maart LI. in een vergadering, uitgeschreven door het hoofdbestuur der Posterijen, ter verduidelijking van den opzet van de voor genomen herziening van de telefoontarie ven, telefoonstreeknetten zullen worden on- lerverdeeld in op zich zelf staande locale letten met locaal tarief van 10 en 20 cent .pena )er gesprek voor afstanden respectievelijk ,e.e ran 7,5 K.M. en van 75 tot 15 KM afstand, jroote handelsbelangen voor de bloembol- enstreek tusschen Haarlem en Leiden zid- en worden geschaad 2. Is de minister daarom bereid alsnog in >rnstige overweging te nemen, dat het - wc itreeknet, dat zich in de bloembollenstreek litstrekt over dicht aaneen gebouwde ge- neenten tusschen Haarlem en Leiden, om le grcote belangen, die er voor het bloem- achte ,0}ienbedriif mee gemoeid zijn met zijn tegenwoordige voordeelen van locaal tele- oonverkeer zal worden gehandhaafd? EEN ONTBREKENDE SCHAKEL. Men schrijft ons: Tegenwoordig kan men, met den rechter li aanraking komend, op twee manieren er et ,ter beschikking der regeering" worden ge- •trijd iteld. aard lo. beneden den 18-jarigen leeftijd, in dstrij R-clk geval dwangopvoeding' volgt tot de ■ekenf meerderjarigheid 2o. boven den 18-jarigen leeftijd, in welk jeval de beschikking" voert naar het Psychopathenasyl. Nu rijst echter de vraag: zouden er on- der de sub 1 bedoelde jongelieden geen psy- G jhopathen kunnen zijn? Natuurlijk wel. beid Maar waar blijven die dan In gezinnen en jestiohten? Dit kan natuurlijk niet de be doeling wezen, want zij zijn overal een bron last, tenzij een misdrijf hen opnieuw zenu«|voor den rechter brengt. Zij kunnen dan in de tweede categorie terecht komen. Hierop moet echter niet gewacht behoe- ven te worden om zulke psychopathen te [huisvesten waar zij behooren. Er ontbreekt inderdaad een schakel tusschen kin derwetten en Psychopabhenwet. DeZe ware aan te brengen door het Psy- 'k chopathen-asyl ook aan te wijzen als obser- -K-1 vatiegesticht voor hiertoe in aanmerking komende Regeeringskinderen. Een deskun dige besl 'ssing zou daar kunnen worden ge nomen óf uitgelokt. Mogelijk is nog een andere oplossing, maar deze lijkt de eenvoudigste en ware misschien zelfs zonder wetswijziging te ver wezenlijken, „NOU WIJ"! hei drijd. Als nefj, O. V. het direA v( jn bet „Volk" is de heer KJeerekoper nog dag aan dag aan 't schetteren over zijn vondst: „Nou wij!", uitroep op het jong ste congres, d'e zooveel moet beteekenen als: ,wat, jullie kreegt voor het Schaep- manfonds nog maar 4 ton van de 7 bijeen Dat zullen wij eens anders lateD zien". De heer K. heeft in het „Volk" sindsdien zijn volkje dag aan dag warm gemaakt. Tel kens als hij een paar kwartjes thuis ge stuurd kreeg, volgde er een gloeiend „Nou wjj"! Dezer dagen zal de groote inzameling beginnenDe 4 ton van de Katholieken zul- |len er niets bij zijn. Incbus&chen teekent J. F. Nuyens een 'prachtig staaltje in de „Roskam", waarop meneer „Nou wij" in al zijn glorie staat af gebeeld. Er onder lezen wo deze rake op merking: .,En nou gaan w ij eens kerken bouwen voor onze religieus-socialistenEn eigen scholen voor onze kinderen! En tehuizen voor onze ouden van dagen!*En ziekenhui zen! En weeshuizen! Eu gestichten! En wij krijgen roode broedersEn liefdezus ters! Enenenalles veel beter dan bij die Roomschen En alles uit onzen eigen zak betaald Let op!.... Nou wij!" .,Res." pel te: ;en d itanti le me voor D. V. Hei ond er (ii DE ACHTERUITZETTING DER KATHOLIEKEN. Het „Vaderland" heeft een nieuwe oor zaak ontdekt van de vroegere achteruitzet ting der Katholieken. Het blad meent deze „kort te kunnen de- finieeren door te zeggen, dat zij reeds daar om in de politiek weinig meetelden, omdat zij zichzelve niet regeenngsfahig achtten" al werd dan natuurlijk, zoo voegt het libe rale orgaan er aan toe, het Departement van R. K. Èeredienst door een Katholiek beheerd. Mogen wij, schrijft de Maasb.. het „Va derland" even een passage voorleggen uit een brief van Minister Lightenvelt van 19 November 1848 aan den oud-minister Van Sou: „Ik heb, hard en klaar, zoo schrijft Minister Lightenvelt, aan mijn collega's ge zegd, dat één katholiek Minister op negen, enkel en alleen om pastoors uit te betalen mij een bespotting lijkt.Gisteravond nog heb ik aan Donker geschreven, dat het een schande is, dat men in 1848 nog den moed niet heeft in Holland, om een katho liek tot Minster te benoemen tenzij om de pastoors te betalen. Ik heb hetzelfde aan een ander Minister geschreven en hem be last met dit aan den koning te zeggen: dit alles hindert hen en brengt hen in verle genheid. Ik heb voorgesteld: Borret, Van Meeuwen, Storm, Mutsaers, van Sonsbeeck, Zevenster en generaal Steenbergen óm hun te toonen, dat wij de mannen hebben....'" Aldus een katholiek Minister in 1848. En dan schrijft liet „Vaderland": De Ka tholieken beschouwden zichzelf niet als ministeriabel Stonden daarom hun bladen ook gere geld vel met klachten over te weinig katho lieke Ministers? Koninklijke Besluiten. Notariaat. Bij Kon. Besluit is benoemd tot notaris binnen het arrond.ssement Arnhem, ter standplaats de gemeente Wychen: F. M. T. Stubbé, Candidaat-notaris te Arnhem; Bij Kon, besluit is aan J. M. J. van Lis op zijn verzoek, met ingang van 1 Juni 1929 of met ingang van zoodanig lateren dag, als waarop zijn opvolger zal worden beëedigd, eervol onts'la-g verleend uit zijn betrekking van notaris te WoLvega. Lichtenvoorde's bevolking te hoog opgegeven. tijd geleden gingen er geruchten omtrent knoeierijen bij het Bevolkingsre gister te Lichtenvoorde. Deze werden later tegengesproken. De „Geldersche Bode" publiceert nu een rapport, ingediend in de dezer dagen ge houden raadszitting. Hieraan ontleenen wij „De Commissie heeft vastgesteld, dat verschillende personen, welke vóór 1 Ja nuari 1927 uit de gemeente waren vertrok ken, eerst in 1927 of 1928 waren afgevoerd. Het aantal dezer gevallen beloopt een en dertig. Er zijn dus in totaal 32 gevallen vastge steld waaruit is te concludeeren, dat op 1 Januari 1927 niet 7013, doch ten hoogste 6981 personen in Lichtenvoorde woonachtig waren. Men kan natuurlijk beproeven wettig en overtuigd het juiste aantal inwoners op 1 Januari 1927 vast te stellen en officieel wij ziging te brengen in het door het Bureau voor de Statistiek vastgesteld aantal in woners. Daardoor zouden de verhoogingen van de salarissen van burgemeester, secre taris en ontvanger eerst ingaan op 1 Ja nuari 1928 in plaats van een jaar eerder. Waar echter intusschen reeds ruim twee jaren zijn verloopen, zal dit op vele moei lijkheden stuiten. De Oommissie meent echter oen geheel andere oplossing in overweging te moeten geven. De Raad zou n.L de hierboven ge noemde functionarissen in kennis kunnen stellen van den inhoud van dit rapport, voor zoover dat nog noodig is. Zij meent, dat de 32 gevallen, welke zij onderzocht heeft, ook hen er van zullen overtuigen, dat het werkelijk geta-1 inwoners op bovenge- noemden datum geen 7090 bedroeg en dat zij do gevolgtrekking hieruit op loyale wijze zullen maken en het bedrag, waarop zij geen recht hebben, zullen terugstorten in de Gemeentekas". Rapport van B. en W. „Alle voorzorgs maatregelen waren getroffen". Het vuur zeer waarschijnlijk onstaan door langdurige ver hitting van den schoorsteen in de afd. „Pensioen" Verschenen is het rapport van B. en W. van Leiden over de vermoedelijke oorzaak en de bestrijding van den brand in het stadhuis in den nacht van II 'op 12 Fe bruari. De maatregelen ter voorkoming. B. en W. geven allereerst een uitvoerige beschouwing over de maatregelen, die wa ren genomen om een ramp als deze te voorkomen. Wij ontleenen daaraan, dat, na de verplaatsing van het post politie bureau van het stadhuis naar het nieuwe gebouw aan de Zonneveldstraat en met het oog op de verhuizing van den inwo nende bediende naar het gebouw aan de Vischmarkt, in do eerste plaats in de lo kaliteit naast, de woning van den con cierge een politiepost was gevestigd, door een binnendeur in verbinding gebracht met een gang van hot stadhuis. In dezen post deden gedurende den nacht slechts enkele daarvoor bijz. geschikte agenten van politie dienst; vooraf waren zij door den concierge tot in de finesses op de hoogte gebracht van de gcheele inrichting van het gebouw. Omstreeks halftwaalf ving de agent zijn eerste nachtronde door het ge- heele gebouw aan, waarmede niet minder van ongeveer anderhalf uur was gemoeid, daar de ronde uiterst minitueus moet wor den uitgevoerd. Alle kamers en alle kas ten moesten worden nagezien ,en in alle gangen en in allo hoeker, gekeken. Zoo moest worden gecontroleerd of de kachels behoorlijk gedoofd waren, of alle ramen wel goed waren gesloten, of geen licht was blijven branden, enz. enz. Daarop volg den nog twee ronden, die minder tijd in beslag namen. Dat al deze voorschriften nauwkeurig werden uitgevoerd, werd op verschillende wijzen gecontroleerd. l»e verwarming. B. en W. deelen vervolgens mede, dat de verwarming van '1 stadhuis geschiedde door kachels de raad besloot eerst kort gele den centr. verwarming te doen aanbrengen deels gaskachels, deels kolenkachels. In gewone tijden werden de gaskachels uitge draaid na het vertrek van de ambtenaren, terwijl de kolenkachels zoodanig werden gestookt, dat zij zoo spoedig mogelijk na het zooeven gepoemde tijdstip uitgingen. Daar op verschillende bureaux ook des avonds arbeid werd verricht, bleven som mige kolenkachels tot in den avond bran den, en controleerde de concierge bij zijn avondronde na tien uur of de kachels ge doofd waren.Op een en ander lette ook later weer de met de bewaking belaste agent van politie. Gedurende den afgeloopen strengen win ter kon deze gewoonte niet worden ge volgd, en besloot do concierge eenige vul kachels gematigd te doen doorbranden, daar sommige vertrekken anders den vol genden morgen niet voldoende verwarmd bleken te zijn. Bovendien werd in het bureau van den Burgerlijken Stand en Bevolking, waar do temperatuur het laagst was, een tweede vulkachel bijgeplaatst. Dat deze kachel niet, zooals in vroeger tijden, een gaskachel, maar een vulkachel was, en dat zoodoende twee kolenkachels op één rookleiding waren aangewezen, was het college eerst na den brand te weten gekomen. De betrokken, ambtenaar van den dienst de gemeentewerken heeft ech ter verklaard, -daarin geen bezwaar te hebben gezien, daar voor te groote hitte in den gemeenschappelijken schoorsteen geen vrees behoefde te bestaan, terwijl hij er zich ook van overtuigd had, dat de aanvankelijk gevreesde moeilijkheden, met betrekking tot den rookafvoer, na het aanmaken der kachels zich niet voordeden. Toen de koude al feller werd, achtte de concierge het op Maandag 11 Februari in den laten namiddag noodzakelijk, zoo wel met het oog op het hebben van een maar eenigszins dragelijke temperatuur op Dinsdagmorgen, alsook vooral teneinde het bevriezen van de verschillende waterlei dingen en brandleidingen tegen tc gaan, dat niet alleen verschillende vulkachels, doch ook de gaskachels gedurende den nacht ontstoken bleven en de deuren van verschillende vertrekken open werden ge laten. Het aftappen van de brand- en waterleidingen kon in deze niet worden toegepast, omdat de waterleiding niet ge heel aftapbaar was en de brandleiding niet mocht worden afgetapt. Met mede weten van den burgemeester en den secretaris de wethouders waren reeds allen vertrokken zijn toen de kachels in het gebouw blijven branden, vermits een andere oplossing, n.l. vervroegd aan vangen met stoken, op onvoldoende wijze aan de bezwaren tegemoet kwam. Den cnocierge werd opgedragen de kachels slechts zeer matig te doen doorbranden, de meest mogelijke voorzorgsmaatregelen tc nemen en bij een en ander overleg te plegen met de politie. Die voorzorgsmaatregelen zijn, naar het college is gebleken, inderdaad genomen. De ontdekking van den brand. Op welke wijze, niettegenstaande al deze voorzorgsmaatregelen, de brand in den nacht van Maandag 11 op Dinsdag 12 Februari, hoogstwaarschijnlijk is ontstaan, is grootendeels uit het relaas van den met de bewaking belasten agent van politie, J. A. Piérik, gebleken. Voor zoover hij kon nagaan, was 's nachts te ongeveer 3 uur 15, in de onderafdeeling „Pensioenen" alles vol maakt in orde. Het vuur in de kachel brandde normaal en er was iets wat op een onregelmatigheid wees. Er viel rook noch kacheldamp waar te nemen. Pierik vervolgde daarop zijn ronde door het gebouw en kwam omstreeks li uur 50 in den politiepost terug. Om 12 a 13 minuten over 4 uur wilde hij weer een ronde gaan maken. Tegelijkertijd ging de telefoon. De telefonist van het Telephoon- kantoor vroeg hem toen of hij belast was met de ronden in het Stadhuis. Op het bevestigend antwoord, vroeg de telephonist aan Pierik, of deze hem even te voren vanaf de financieele afdeeling had opge beld. Toen Pierik deze vraag ontkennend beantwoordde, onder opmerking, dat hij ongeveer een uur te voren op genoemde afdeeling het laatst geweest was, zeide de telephonist, dat hij kort te voren vanaf die afdeeling was opgebeld en opperde hij daarbij de veronderstelling, dat de telc- phoon door de een of andere oorzaak van den haak zou'zijn gevallen. Hij verzocht Piorik eens te gaan kijken en zoo zijn vermoeden juist was, hem dit even te be richten. Pierik deed die toezegging. Aan gezien hij het echter een vreemde geschie denis vond en aan inbrekers of iets der gelijks dacht, laadde hij zijn revolver en begaf zich met dat wapen in de hand naar boven. Vervolgens knipte hij zijn zaklan taarn aan en ging hij via de dichtst bij- zijnde trap naar boven en bereikte zoo over de z.g. Kleine Pers de Groote Pers, vanwaar, gelijk bekend, een gang liep naar de later bij het Raadhuis getrokken ge bouwen aan de Vischmarkt, alwaar op de le étage de financieele afdeeling ge vestigd was. Reeds op de Groote Pers nam Pierik „een hinderlijke brandlucht waar. In de zoo even genoemde gang knipte hij het electrische licht aan en zag hij, dat een rookwolk hem tegemoot kwam. Pierik borg daarop zijn revolver, na bet op veilig gezet te hebben, in de tasch en snelde voort naar de onderafdeeling „Pensioenen". In dat vertrek zag hij, dat een zich recht tegenover de deur bevin dende kast, rechts tegen den schoorsteen aan staande, in brand stond. De sohuifdeu- ren van de kast waren niet gesloten, zoodat Pierik kon zien, dat de binnenbe- timmering of het daarin liggende papier eveneens al vlam had gevat. Door den rook in het vertrek kon hij vrijwel niets meer om zich heen onderscheiden. Hij liep UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voop Dnsdag 19 Maart. Huizen 336.3 M. N a 6 u u r 1852 M. (Uitsl. K.R.O.-uitzendingen). 11.3012.Godsdienstig halfuurtje. Ge wijde muziek. 12.151.15 Concert door het K.R.O.-Trio., 1.153.Gramofoonmuziek. 5.306.30 Gramofoonmuziek. 6.307.Duitsche les. 7.7.25 en 7.358.Cursus Kerklatijn. S.9.30 Lijdensovcrweging. Gewijde mu ziek. Meditatie door Kapelaan J'. Hooy- man. Koorzang. 9.30 Concert. Orkest met medew. van so listen. 9.30 Nieuws'ber. Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgenwijding. 12.152.Concert door hel AVRO-Trio. 2.2.45 Kookpraatje. 2.453.Gramofoonmuziek. 3.4.Kniples. 4.5.Microfoondebutantcn. rjom- sma, piano. H. Coclman, declamatie. H. v. Breemen, zangeres. 5.307.15 Concert door het Oiiirocp-or- kest. (6.156.45 Pianoconcert door D. Italië). 7.157.45 Engelsche les. 8.8.30 Boekbespreking. S.309.20 Vioolconcert door 8. Swaap en A. Joth. J. R. Gravelotte a. d. vleugel. 9.2011.Vroolijk programma. 11.11.30 Dar.smuziek. Davcntry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Kookpraatje. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Opening van het Pavilion Bournc- ment. Toespraken. 12.40 Concert. Blackwell Trio. I.20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen. Mazickles. 3.50 Muziek. 3.55 Fransche les. 4.20 Orkestconcert. 4.35 Voor de scholen. 4.50 Orkestconcerl. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gedichten van Saekville West. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Muziek. 7.05 Liederen vain Brahms^ 7.20 Lezing: Women voters. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing: Delphi. 8.05 Concert. Militaire kapel. 3.208.50 Lezing. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsber. 10.00 Populair concert. II.0012.20 Dansmuziek. „Kadio-Pari1744 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert, 7.057.50 Gramofoonmuziek. 8.5011.10 „Le Pre aux Clares'', opo rette van Herokl. Lang en berg, 462 M. 9.3o11.39 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Gramofoonmuziek 7.20 „Rigoletto", opera van Verdi. Kooi orkest, solisten. Zocscn, 1649 M. 11.203.50 Lezingen. 3.504.50 Orkest-concert. 4.507.05 Lezingen. 7.208.20 Gustav Mahlcr-avond. 8.20 Dialogo der Weltlitcratur. Persbe richten en tot 10.35 Beelduitzending. Hamburg, 395 M. 10.2011.20 G ramophoonplaten. 5.35 Dansmuziek. 6.45 Operette-uitzending. 9.50 Her-uitzending van buitenl. stations Brussel, 511.9 M. 5.20 Orkest-concert. 6.50 Kamermuziek. 8.35 Feest-concert. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. Hoeks. (Nadïnxk verboden). 3) Selma draaide zich nijdig om en riep op bitsen, uit dagenden toon: „Ik ben geen Mud meer." „Naar je lengte niet, maar wel naar je manier van doenantwoordde Koert rustig. Selma's oogen schoten vonken. Ze wilde baar broer een heftig antwoord geven, maar haar moeder was haar voor en zei op ©en manier, alsof ze een koningin was: s.Dat zouden ze moeten probeeren om mijn dochter voor den gek te houden «En toch is het zoo, dat verzeker ik u." zei Koert. „Mama, zeg hem, dat hij me niet verder heleedigt. Mevrouw nam het natuurlijk voor Sel- „Over Selma's doen en laten heb i k al leen to oordeelen", zei ze. „Ik geloof, dat 3 ij wel het allerminst recht hebt om daar mts van te zeggen. Ik heb je al meer dan eens opgemerkt, dat jij je met onze'zaken met hebt te bemoeien. Kijk liever naar je eigen". Ko^rt haalde de schouders op. Zijn moe der was nu op een terrein gekomen, waar- hij zich liefst niet bewoog, omdat ze tem toch niet begreep, en misschien zou- i, er noS heftige tooneelen voorge vallen zijn, als de huisknecht niet binnen gekomen was met de mededeeling, dat er een jonge dame was, die mevrouw wenscb- te te spreken. Tegelijk overhandigde hij haar een kaartje „De nieuwe gouvernante", zei mevrouw Koller het kaartje bekijkend. „Ik had er heelemaal niet aan gedacht, dat die van daag moest komen". En dan tot de knecht „Laat de juffrouw binnenkomeji". Selma voelde zich bij 't hooren van 't woord „gouvernante" gekwetst. Zij ver beeldde zich volleerd te zijn en geen on derwijs meer noodig te hebben. Daarom nam ze zich voor „de nieuwe juf" even on hebbelijk te behandelen als haar voorgang sters en nam daarom nu reeds een onver schillige uitdagende houding aan. Frida trad binnen en bleef bescheiden bij de deur staan, terwijl Selma haar van terzijde opnam. Moest dat jonge meisje haar gouvernante worden? Dat was een voudig om uit te gieren Mevrouw Koller bleef rustig zitten en keek Frida eenige minuten onderzoekend aan. Dan zei ze: „Wilt u maar wat dich terbij komen Frida voldeed aan het verzoek. „Ik sta versteld, dat u nog zoo jong is". „Ik ben twintig jaar, mevrouw". „Waarom hebfl u me dat in uw brief niet gemeld?" „Mag ik beleefd opmerken, dat ik dit wel gedaan heb?" „Zoo 1 Dan heb ik 't zeker over *t heofd gezien. Als ik geweten had, dat u nog zoo jong is, zou ik me zeker eens tweemaal be dacht hebben, alvorens u als gouvernante voor mijn dochter Selma aan te nemen". Frida wierp bij deze woorden een blik op 't meisje, dat er zoo onverschillig bij stond. „Zooveel te eerder zullen we vriendin nen zijn, niet waar?" sprak Frida. Met deze woorden trad ze op Selma toe haar de Jiand toereikende: „Nietwaar, we worden immers vriendinnen V' Selma deed, alsof ze geen hand zag, hield haar handen op den rug en verroer de zich niet. Als ze godrufd had. zou ze zelfs om Frida's verzoek hebben gelachen. „Ik geloof, dat u zich vergist in do plaats die u hier in dit huis zult moeten innemen", sprak mevrouw. „Mijn dochter is niet gewoon niet ondergeschikten vriendschap te sluiten en ik zou dit niet graag zien ook''. Een donker rood versoheen op Frida's gelaat bij deze voor haar zoo vernederen de woorden. A1b aan den grond genageld stond ze daar. Haar snelle ademhaling verraadde haar innerlijken strijd. Mocht zij die beleedigende woorden verdragen. Zou ze het huis. waar men haar op zoo'n ojvriendelijke wijze ontving, maar niet dadelijk verlaten? Maar waarheen?... Tranen welden op in haar oogen. „Hebt u je boeltje meegebracht, vervolg de mevrouw Koller, die het gedrag van haar dochter volkomen goedkeurde. „Neen, mevrouw". „Waarom niet?" Frida draalde met het geven van een antwoord. Zij aarzelde te bekennen op welke manier ze den vorigen avond be stolen wae en nog veeu meer om te zeggen, dat de hotelhouder haar koffer niet had willen afgeven, omdat ze niet genoeg geld had bezeten om haar naehtlogies te beta len. Ze moest het echter wel zeggen. „Daar geloof ik niks vanPraatjes Frida trilde van verontwaardiging. Van haar prilste jeugd af hadden haar ouders haar voorgehouden altijd de waarheid te spreken en die vrouw, daar vóór haar, hield haar voor een leugenaarster. „Hot is alles waar", bracht Frida met moeite uit. „En toch spreekt de juffrouw de waar heid", zei Koert, naderbij tredend en den nadruk leggend op de woorden „en toch", die ook zijn moeder gebezigd had. Frida, die in haar verlegenheid Koert nog niet bemerkt had, maakte een lichte buiging, toen ze in den spreker den jongen man herkende, die haar den vorigen avond zoo hoffelijk aangeboden had haar behulp zaam te zijn. Mevrouw Koller keek haar zoon aan. ..Hoe wou jij dat nou weten vroeg ze. „Ik was gisterenavond toevallig met do juffrouw tegelijk op 't perron. Ik zag haar zoeken naar de vrouw, aan wie ze haar koffertje in bewaring had gegeven en toen ze die niet vond, heb ik haar de hulp van een politieagent bezorgd, gaf Koert ten antwoord. „Uit uw woorden meen ik op te moeten maken, dat u nog ïiiets van de zaak gehoord hebt en dat alles nog weg is", zei hij tot Frida. „Neen, nog niets". En Frida barstte in tranen uit. Dc rijke mevrouw beet zich van erger nis op de lippen, toen ze zich door de woorden van haar zoon zoo in 't ongelijk zag gesteld en dat wel in tegenwoordig heid van een vreemde, die zij, omdat ze er zoo voornaam en zoo lief uitzag nu al reeds niet mocht lijden". „Ik zal de rekning in 't hotel voor u la ten betalen en den huisknecht opdracht geven uw koffer hier tc brengen", zei zo kort. Verder zal dc huisknecht u uw ka mer aanwijzen. Als ik u r.oodig mocht hebben voor verdere besprokïngon, zal ik u laten roepen". Langzaam stond ze op, belde den knecht en gaf deze do noodige bevelen. Dan keer de zo zich om zonder Frida een blik of een groet waardig tc keuren. Dc nieuwe gouvernante volgde den knecht naar boven. Ook Koert wilde heengaan. „Jij blijft hierriep zijn moeder op be velenden toon. „Jij hebt je in 't bijzijn van die vreemde tegen mij uitgelaten op eon manier, waarvoor ik geen woorden kan vinden". „Ik heb toch niets anders dan dc waar heid gezegd. Of was 't mijn plicht niet, haar tegenover u in beschorming to ne men, toen u haar niet wilde gelooven Zo heeft de waarheid gezegd. Zc i s geen be driegster". „En toch is zc het, als ik 't zog. Geen van mijn kinderen zou zich tegenover mij zóó gedragon hebben als jijMaar dat is ook net wat voor jou!.... JijJij gaat je eigen wegJe stoort jo aan niets!Jij bent zot! Ja, dat ben je. Jij met je leeren en studeeren J" „Dat doe ik om later mijn eigen brood te verdienen Dat heb ik reeds vroeger gc- Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7