BOETPROCESSIES TE
SEVILLA. VEURNE EN LARANTOEKA
derde blad
DE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 16 MAART 1929
Wanneer in vroeger gelooMger tijden,
hongersnooden zwarte doo»l de landen teis
terden en verraderlijke epidemie» de vol
keren besprongen, dan nozon de mensch
zich op bovenaardschen bijstand. Dan toog
men boete-doend en eerherstellend in droe
ve stoeten naar de kerken en bedevaart-
kapellen, om hemelsche hulp af te smeeken
tot leniging van den nood.
In sleepende boetgewaden, blootshoofds
en barrevoets, het grauwe kleed orugord
met ruige koorden of martelende kettingen
pelgrimeerde men langs stoffige wegen, in
tragen tred volgend den voorbidder, die een
zwaar kruishout over de schouders torstle.
Onder droef weegezang werden hemel en
heiligen aangeroepen; met straffe kastijdin
gen werd geboet en een offer aan den Heer
van Leven en Dood geboden.
Veelsoortig waren deze bedevaarten, die
menigvuldig werden herhaald, want niet
alleen hulp werd afgesmeekt, doch ook
dank en eerbetoon werd gebracht aan don
Leniger van aardscho pijn. Dan verstierven
de sombere boetgezangen en op 't geschet
ter dei' klaroenen gingen do bedevaarders
in togen van satijn en blinkende zijde voort
in plechtig schrijden.
Voorop het zilveren eerekruis omstuwd
van vlammende flambouwen in een wolk
van wierook.
Ln uitgelaten vervoering gaf het volk
openlijk uiting aan z'n gevoelens van eer
bied en dank.
Doch naarmate de tijden in geloofsuiting
ten ondergang neigden, raakten deze heer
lijke publieke uitingen van boete en eerbe
toon, van offerande en medelijden in on
bruik. In ettelijke landen worden deze reli
gieuze gebruiken echter nog levendig ge
houden, in zooverre een wettelijk voor
schrift de uitvoering niet verbood.
Vooral tijdens de vasten, als voorberei
ding voor de Verrijzenis kan men in Spanje
en Vlaanderen, tot zelfs in den Oost-Indi-
solien Archipel het volk nog in boet-proccs-
sies zien ominegaan. Men wij hier zelf het
Kruisdranja of Christen-rleven-op-^arde-
meeleven naar eigen aard en opvatting. De
beelden der Goddelijke passie wil dit volk
uitdragen tusschen de huizen der straten en
de geboomten der landwegen. Het klaagt
met Christus lijden en wil ook Maria troos
ten met liefdevolle kreten of smartelijk ge
ween.
Hoedanig dit wondere boetgebeuren zich
voltrekt bij verafgelegen volkeren en onder
verschillende zonnen we zullen dit na
der zien in een bondige beschrijving van de
drie meest-karakteristieke ommegangen te
Se villa, Veurne en Flores.
T LAND VAN JOLIJT: SEVILLA.
Langdurig is zulk 'n boete-ommegang
ze duurt zelfs zeven dagen tpt diep in dè
schemerige lentenachten in 't zonnige
Andalusië In de sprookjesachtige straten,
waar onder het stuiven der geurende aca
ciabloesems dag aan dag een uitbundig le
ven rumoert, hangen dan de vlaggen half
stok. Langs de Oostersche huizen staan of
zitten de vreemdelingen. Op d.e pleinen,
waar straks de processie-drommen zullen
samenkomen, prijken de eerezetels der ma
gistraten die dra het teeken zullen geven
tot het houden van den jaarlijksche omme
gang, die de Semana Santa de goede
week zal inluiden. Waar zooeven onder
het geurige loover der castagnetten ra
telden en Carmen haar juichlied zong,
schallen thans de zilveren bazuinen.
Zie in het vale avondlicht treden vanuit
de talrijke kerken de ceremoniemeesters
aan statig zwaaiend hun zilveren scep
ters. Hen volgen de confradias, de broeder-
meesters, voor wie het feest een ambacht
is, die de wemelende stoeten zullen leiden
in een ordelijk verloop Ze scharen zich
rond den Christofer, den Christus-drager,
die het massale zilveren kruis torst, dat m
een vlammenlicht van flambouwen gloeit.
De deelnemers zijn vermomd van hun
fantastisch verschijnen gaat een ontzetting
uit! van het hoofd tot de voeten in sleep
gewaden, de eene paars, de ander geel
naar gelang him gilde. Een lange puntmuts
omsluit het hoofd en gelaat: de oogen sla-
ren geheimzinnig door smalle spleten. Vele
dragen houten sandalen, anderen lak-
«sohoeisel met gouden gespen.
In de stilte alom lijken ze meer wande
lende voorstellingen, dan levende men-
schengedaanten.
Dan komt de vaandeldrager in slepeudo
toog, vergezeld van hoornblazers, die een
treurmarsch pijpen.
Het rondtorsen der pasa's.
De eerste passa (zoo heeteu de beelden)
is in aantocht. Romeinsehe centurio's hef
fen op een sierlijke draagbaar een Chns-
tijsbeeld, omhangen van een purperen man
tel. Op de draagbaar zelf een weelde van
bloemen en zilveren luchters met knette
rende kaarsen.
Onderwijl bidt luide het volk en klaagt
om het lijden en den dood van zijn Verlos
ser. En zooals op Golgotha Maria 't
dichtst bij haren Zoon stond, zoo volgt ter
stond daarop de pasa van O. L. Vrouw met
kroon en mantel, troonend onder een weid-
&che baldakijn in 'n fonkeling van gouden
fatkelsckijn. En almaar worden aangedra
gen op de hooge draagbaren de droeve lij
densstaties Christus bij Caiphas, Chris
tus op Gethsemartie, Christus op het
kruis
Koorknapen en Nazarmiers in tabbaard
met flambouwen en wierookvaten omzwer
men do prelaten in hun goudbesfcikte 01-
naten.
Treurw ijzen wisselen af met tromgeroffel.
Dan weer vlagen van stilte, even plots
verbroken door vervoerde kreten van jui
ching en deernis. Want ten diepste leeft dit
volk het ontzaglijk Kruismysterie mee. Zie
deze trotsche edelvrouwen en struisehe
landarbeiders hun smart en ontroering
uiten bij het voorbijvoeren der talrijke lij
densvoorstellingen.
Wat in onze landen een eerbiedige
hulde is, heeft hier de zin van een volks-
betooging voor den lijdenden Verlosser en
zijn. bedroefde Moeder.
En onafgebroken schrijden de boeters
voort in de fantastische dracht van vergane
eeuwen, in 't spookachtige schijnsel der
walmendie toortsen van straat tot straat,
langs de zuilen do Kathedralen onder do
Inge portieken der kapellen door bij het
weemoedig klagen der Saetas: der trenr-
wijzen:
„Langs de wegen van bitteren nood
Zag ik een mceder weenen;
'k Vroeg haar, wie ontviel U door den
dood?
Zc zeide„De Schepper der wereld" en
ze weende!"
Doch als 't morgenlicht met weldadige
koelte over de daken glijdt, verdwijnen de
sombere gestalten even geheimvol als ze
straks aantraden in den aanduisterenden
nacht-, met hun gesluierd gelaat en vreemd
soortige sleepgewaden.
Als een fata-morgana.
Het doet aan als een Oostersch droom
gezicht. En toch 't is grootsche werkelijk
heid! Want een geloovig volk bereidt zich
naar e:gen aard voor op de vreugden van
de komende Verrijzenis
HET MYSTIEKE VEURNE.
Minder bekend, doch niet minder aan
grijpend zijn de boeteprocessies te Veurne,
die.hoewel niet in den Vastentijd vallend,
in dit verband niet mogen vergeten wor
den.
In tegenstelling met de grootsche volks-
betooging van SevilLa, wekt deze omme
gang. meer de herinnering aan 'n wijdings
vol mysteriespel, uit 'het aloude Vlaande
ren.
Hoewel men niet over onweerlegbare
documenten beschikt, meent men met ze
kerheid te mogen aannemen dat te Veurne
de eerste processie uitging in 649, om de
opening te vieren van een katholieke kerk,
die was opgericht op de grondvesten van
een tempel, die tot dan toe aan Wodan
was gewijd.
Toen in de achtste eeuw de streek van
Veuiree door de prediking van Ierscke en
Angel-Saksische zendelingen geheel voor
het Katholicisme gewonnen was- en de ker
ken, kloosters en kapellen a-ls bij toover-
slag uit den grond rezen, waren de pre
cessies algemeen bekend geworden.
Een groote processie, welke te Veurne
plaats had, was deze, waarin Robrecht van
Jeruzalem, graaf van Vlaanderen (1100) bij
zijn terugkeer van de Kruistochten, de
kostbare relikwie van het H. Kru -s. welke
hij van den patriach van Jeruzalem had
gekregen, zelf naar de kerk van St. Wal-'
bnrgis bracht, waar deze nog steeds wor<3t
vereerd en doorgaat als een der voornaam
ste stukken het is 16 c.M. hoog en ge
sneden in den vorm van het kruis waarop
de Zaligmaker dien geest-gaf.
Pietje de Dood.
Het is uit deze Kruisprocessie, dat de
Boet-proce-ssie is ontstaan.
De rederijkerskamer verleende haar me
dewerking door het declameeren onderweg
van teksten op het „misterie ende sinneuc
vain den heleghen cruce". Echter kwamen
spoedig door de inmenging van het profane
element in deze processie groepen voor,
die er absoluut niet thuis hoorden zooals
deze van de reus Goliath en gevolg, of van
P'etje-de-Dood, die op den hoek van elke
straat-, bewogen door een sterke veer recht-
sprong uit een kist enz.
Ten ja-re 1639 werd do zoogenaamde so-
daliteit van het H. Kruis gesticht en van
dat jaar dateeren de echte Boet-proces
sies, die tooh eigenlijk eerst in 1650 geheel
waren samengesteld uit groepen, waaruit
zij heden ten dage nog bestaan.
Deze processie omvat 40 verschillende
groepen.
In zware pijen gehulde personen dragen
verhoogingen, waarop levensgroote oude
beelden en groepen of „staties" die
pittoreske voorste-Hingen geven o.m. van
den val des men-schdoms, de patriarchen,
het offer van Abraham, de profeten, St.
Jan, koning David, het Stalleken van
Bethlehem, de vlucht naar Egypte, het hof
van Herodes ,de herders, de Drie-Koningen
do Besnijdenis, de intrede in Jerusalem, het
Laatste Avondmaal, den hof van Olijven,
het verraad van Judas, de verloochening
van Petras d-e geeseling, de doornenkro
ning, Piiatus, Eoce Homo, de kruisdraging,
de kruisiging de verrijzenis, de Nood Gods
en de Hemelvaart.
De hoofdgroep der processie wordt even
wel gevormd door honderden echte boete
lingen geen figurantendie, gehuld
in sombere pijen, het hoofd bedekt met
een lange puiit:gen kap, waarachter door
twee kleine gaten allien de oogen van den
boeteling zichtbaar zijn, blootsvoets over
de hobbelige steeneri loopen, gebukt onder
den last van zware kruisen, koorden beel
den groepen, enz.
De Boet-processie van Veurne is niet
alléén een uiting van diep religieus leven,
doch heeft ook een groote moreelc draag
kracht. Want zelfs de meest verstokten, de
grootste godloochenaars, die deze uiting
van godsvertrouwen bijwoonden en aan
vankelijk spottend glimlachten bij het ver
schijnen der eerste anachronistische beel
den groepen, moeten tot in de ziel geraakt
zijn geweest bij het zien voorbijtrekken,
a-ls wrakken, deze boetelingen die, gebro
ken door een leven van zanden en uitspat
tingen, eindelijk vergiffenis kwamen zoe
ken en vondenbij Hem, die geen
wonden slaat zonder die weer to helen.
LARANTOEKA.
Van Spaanschen. oorsprong zijn ook de
treffende ommegangen, die telken jare op
oen onzer koloniale eilanden: Flores ge
houden worden. Ook hier dezelfde idee
dezelfde religieuze vervoejing, die zich
baan breekt op bijna Sevilliaansche wijze.
Reeds weken te voren, komen, naar wij le
zen in een interessante informatie van Pa
ter van Kleef S.V.D. allo La-rantoeke-rs,
die buiten wonen, naar de stad, om die
plechtigheden mee t-e vieren.
Voor de Goede Week begint men dc sta
ties. kapelletjes, klaar te maken, welke zij
„armida's" noemen. In het geheel zijn er
acht. Voor elke armida" worden aan beide
zijden van den weg dikwijls vier tot vijf
rijen kaarsen opgesteld, te beginnen vijftig
meter voo-r het kapelletje. In d-e „arm'da"
zelf staat een beeld of kruis uit den Pot-
tugeeschen tijd. Op Woensdagavond om
streeks zeven uur gaan de led-en der „Con
frérie" een geestelijke broederschap uit
den tijd der Portugeezen, die als kentee-
ken een groote witte mantel dragen, en
waarvan de radja president is n-aa.r de
kerk. om er de Lamentaties t-e zingen. Is
dit zingen, dat soms werkelijk een lam en
teeren i-s. afgeloopen, dom troepen de aan
wezigen: Tréwa,trél wa!" Ook de ijzeren
daken moeten het dan ontgelden van de
steenen der kwajongens. Tegen den avond
van W"tte-Donderdag heeft er reeds een
kleine processie plaats vanaf de kampong
Lohajong naar de kerk in de wijk Pcsto,
om een kruis in een met zwarte doeken
omwonden kist daarheen t»e brengen.
Op Goeden Vrijdag-morgen na den dienst
keeren de menschen huiswaarts, om de
Armida's verder klaar te maken en den
weg te vegen. In den namiddag tegen drie
uur wordt in een kleine processie het beeld
van d-e Moeder van Smarten u't de Ka-
pella Maria, in de wijk Pantai Kébi naar
de kerk gebracht waar vervolgens de
Kruisweg plaats heeft. Eindelijk tegen een
uur of zes gaat een met rouw omfloerste
trom door de wijken, en alles stroomt
kerkwaarts, om aan dc processie deel te
nemen. Tegen half zeven is de kerk stamp
vol; velen moeten buiten blijven staan,
want van heinde en verre zijn de menschen
gekomen, ook de heidenen uit de bergen,
om met de processie mee te gaan of te kij
ken. Het zijn zeker meerdere duizenden.
Een kleine p-reek over heb bittere Lijden
gaat vooraf. Dan begint het opstellen van
de processie. Een jongen, in extra daarvoor
bewaarde kleeding, met een witte sluier
doek om het Hoofd komt de kerk binnen
met een schilderij, die met een zwarte
doek is omhangen, het beeld van den Hei
land, Ecce Homo". Hij gaat op een. bankje
voor de communiebank staan, en begint te
zingen: „O vos omnes,qui tran-siti® per
viain a-biendite en vi-diete, si est doler sicut
dolor mens .,0 gij allen, die hier voor
bij komt. let op en ziet of er wel een smart
is gelijk aan de Mijne".
Imtusechen neemt hij den doek langzaam
van de schilderij weg. en draait zich om
naar het vctlk, en toènfc hen het met door
nen gekroonde hoo"d Vgn den .Zaligmaker.
D:ep-imnig is de zang en allen zijn tot in
het diepste hunner ziel geroerd. Het is on
danks di-e menigte van duizenden zoo stil,
dat men niets hoort dan alleen de klaag
zang,-die allen wil1 en hooren.
De zangers zijn in een lang zwart kleed
gehuld.
Intusschen komen vier man: de vier Ni-
codemussen, twee aa-n twee, in lange witte
kilèe-ren, die tot aan de voeten reiken, een
soort masker voor bet gezicht, en een lan
ge punthoed op het hoofd in haast de kerk
binnen, maken met hun vieren tegelijk bui
gingen. en gaan dan staan voor de kist
met het kruis, die zij in de processie als
lijkbaar zullen dragen.
Middelerwijl trekken de menschen reeds
uit de kerkvoorop gaat een vrouw geheel
in het zwart gehuld, „matrak-a' geheeten,
of ook j.obboe", om-dat dezulken meestal
een gelofte hebben gedaan. Achter haar
volgen de menschen met do lijdenswerk
tuigen, lans, hamer spijkers, kroon, lod
der; ook een man met een viscbnet en een
met een haan. Hierop volgen de dorpskin
d-eren en de vier Nicodemussen met de
lijkbaar, dan de priesters. Achter deze ko
men de interne kinderen-, jongens en meis
jes- met de zusters. Dan volgt het beeld
der Moeder van Smarten en ten slotte de
kampongmenschen. Als de stoet het erf d-er
kerk heeft verlaten, komt men eerst aan
het berkhof voorbij, dat een spockachtigen
aanblik biedt; dn "'zenden en duizenden
kaarsjes zijn op de graven geplaatst en
flikkeren nn in het donker. Het geheel is
zoo stichtend, dat z-e'fs Europeanen, die
niet-Katholiek zijn, het niet anders dan
indmkwekkend en zeer devoot kon-den
noemen. H. H.
DE RIETSNIJDER OP HET IJS.
Novelle van Wilhelm Schiissel.
Sombere grijze wolken bedekken den he
mel en dichte nevelen hangen bijna tot op
de aarde. Mijn blik reikt nauwelijks verder
dan een paar honderd schreden in den
omtrek, een drukkend gevoel van eenzame
verlatenheid komt over me, nu ik niets an
ders rond me weet, dan het zacht fluiste
rend, dorre riet, in het wateren een
knotwilg, die spookachtig zijn naakte ar
men uitstrekt en me vragend en hulpbe
hoevend schijnt aan te staren.
Verschillende malen hoor ik den mist
hoorn van een stoomschip, het sombere
geluid dringt door het wazige, witgrijze
gordijn tot mij doorsoms ook kliiikt
van do landzijde het geblaf van een hond
op verren afstandgedempt als kwam
het uit een vastgebonden dikken zak.
Een tijd lang verneem ik een heftig hame
renals was ergens een timmerman
druk aan het werk. Misschien staat daar
boven wel een huis, misschien is daar wel
een heel dorp, even eenzaam en verlaten
als ik in deze oindelooze nevelige vlakte..
Ik zie de oppervlakte van het meer, de
golven gaan en komen.... soms verzinkt
alles in den dichten nevel, dan komt alles
weer even te voorschijn Nu en dan
wordt de stilte verscheurd door den schril-
len kreet van meeuwen on den feilen roep
van eenden
Doch plotseling treft me een zeer eigen
aardig, knarsend geluidneen, het is
racer een gerammel, een luid gerinkel en
gekletter dat van gids komt uit het riet
land
Het lijkt wel of daar iemand glas bijeen
voegt, of dat spoken of nevelgecsten ginds
oen fantastische vertooning opvoeren., en
wie vreemd is in deze streken, zou werke
lijk bang worden, nu
Ik vermoed echter dadelijk, dat daar
ginds een rietsnijder midden in dezen dik
ken mist op het ijs staat en de hooge dorre
stijve bevroren riethalnlcn met zijn zeis af
snijdt
Want nu dc ondiepe vlakten nabij do
kust toegevroren zijn, is het eindelijk ook
mogelijk geworden, het riet, dat in het wa
ter staat, te maaien en mee te nomen, ja,
hel rietsnijden gaat in den winter zelfs ge
makkelijker dan in den nazomer, omdat dc
halmen dan meer verdord en brozer gewor
den zijn en omdat zij bij droog vriezend
weer als glas breken.
En tochtoen ik in den nazomer
ouder dc rietsnijders stond, leek alles me
veel mooier dan nu.
Toen daalde ik van zonnige heuvels af.,
wandelde door tooveraehtig mooie herfst-
wouden naar hot blauwe, schiterende meer,
Dc zon zette het woud in helgelen en bloed-
rooden gloedhet heerlijk zachte olijf
groen der stervende lorikboomen vermeng
de zich met die kleurenmachtige eiken
gloeiden okergeel uit hot groen der dennen.
Het was een onbeschrijfelijk mooie, kleu
rige, grootsche en toch weer rustige pracht,
De hoeken vlamden goud en matwit.daar
woekerden bloedroode bramen aan hunne
struiken, dansten de muggen met glazen
vleugels op de hazelnootbladeren.., prijk
ten jonge eiken in bonte ruikers., speelde
een suizend zonnewindje in het goudbruine
bladerwcrk.. Uit'de boomgaarden der dor
pen rond het meer stijgen dc kronen van
verwelkte kerseboomen en uitgebloeide per
zik in de lucht.daar verglom het. loof van
den wijnstok prachtig in dc wijnbergen..
En het gebergte steeg hoog en wazig in
de nevelige herfstlucht.
De rietsnijders maaiden toen aai). den
warmen zonnigen mocraskant, waar het
riet eens zoo hoog was als zij zolf. Hoogge
laden wagens trekken over de smalle we
gel) naar de dorpen rond het meer.
Ook ik heb in mijne jeugd eens zoo'n
wagen gemend maai ik ben toen uit het
spoor geraakt, zoodat dc wielen naar de
eene zijde wegzakten, de wagen kantelde,
geheel om en paard en koe hingen een
oogenblik aan den dissel zwevend in dc
lucht.
Nu hoor ik nog den kreet, dio ik toen in
mijn'doodsangst uitgilde.Dit k^mt me nu
ook telkens weer voor den geest. En ik
denk ook aan do vele andere gevaren,
waaraan deze rietsnijders zijn blootgesteld.
Voorzichtig en behoedzaam betreed ik het
gladde ijs der rietvelden en begeef mij in
de richting waar ik hot geluid der zeis1 ge
hoord meende te hebben. Do mist wordt
nog dikker nóg meer ondoordringbaar.Ik
hoor de golven van bet meer telkens dui
delijkerik hoor ze tegen het ijs klot
sen.... En ook telkens waarschuwend voor
grooter gevaar dringt het gekrijsch der
waterhoentjes tot mij door.
Het ijs heeft z'n eigen nukkenhet is
niet vertrouwbaar en zeker niet in zul ken
nevelen het water heeft geen balken..
Ben ik zelf al niet eens bij het schaatsen
in een wak gereden, dat de visschers uit
gekapt hadden en dat slechts met een dun
ijslaagje bedekt was?.. Ook daaraan denk
ik nu voortdurend.Eindelijk doemt de ge
daante van den rietsnijder uit den nevel
voor mij op
„Goeden dag", zoo groet ik hem zoo
vriendelijk mogelijkik kende hem niet.
Do maaier verschrikt even en staat ver
steld. Het schijnt hem onbegrijpelijk, dat
eqn vreemde bij zulk eon mistig weer tot
daar durft doordringen. Hij kijkt me vra
gend aan.
„Gaat het goed?"
„Jawel", antwoordde hij kortaf. Hij heeft
groote slechte tanden, maar is iemand bij
wie er geen kunstgebit op overschieten
kan.
„Het is erg mistig en koud vandaag",
'/.egt hij. Hij keek even terzijde, houdt even
op met snijden en zegt dan: „Men is'hier
tenminste rustig alleen men is hier ten
minste z'n eigen baas!"
Ik zie hem vragend aan, omdat ik niet
begrijp, waar hij heen wil.
„Het vorig jaar om dezen tijd heb ik als
werkelooze in de stad een kabel meege-
legd. Daar waren wij met eenige honderden
tezamen en hadden onze werkgevers en op
zichters. Maar hier heb ik geen baas bo
ven me.
Ik knikte zonder iets te zeggen, ik ge
voeld e me plotseling hevig bewogen, want
zulk eeu sterke zucht naar vrijheid als deze
eenvoudige brave man bezat, die zelfs lie
ver alleen in den grauwen mist stond, waar
hij nog geen honderd metor ver kon zien,
dan te werken, als ondergeschikte, zij het
dan ook in gunstiger omstandigheden, had
ik nog nooit aangetroffen!
Dat moet toch wel een heerlijk iets zijn.
Is het riet nog zoo gewild als vroeger?"
vroeg ik na een lange pauze.
„Jawel. In Zwitserland is oou groote fa
briek van rieten matten, ook in Eriskcrke
is er een.
„Wat? Maakt men dus nog altijd rieten
matten? En worden de rieten matten nog
altijd tegen de kamerwanden gespijkerd?
En gebruikt de stucadoor nog altijd zijn
rietbossen voor de plafonds? Heeft men
nog steede niets anders uitgevonden?
„Jawel, men gebruikt tegenwoordig ook
vlechtwerk van metaalgaas, maar de ka'k
houdt er niet zoo good op als aan de ric-
tonmatten. Ook wordt het riet gebruikt bij
het vervaardigen van gipsvormen. De'afval
wordt nog altijd gebruikt als stroo, zooals
vroeger". Dc maaier scherpt zijn "zeis nog
eens. Ik blijf nog even kijken. Dan neem ik
ufschzid en dwaal heel voorzichtig door het
mistig rietveld naar den oever
Nu gebeurt er echter iets onverwachts.
Langzaam, heel langzaam schuift er een
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet andrrl w rdt aangegeven
dr-zè week Gloria en Credo. Prefatie v. h.
H. Kruis. In dc II.H. Missen v. d. dag wordt
do psalm „Judica" aan den voet des altaars
niet gebeden. Ook niet het. „Gloria Patri"
achter den Introitus en achter de Lavabo
(psalmgebcd bij het wasschen der handen).
Geen Gloria en Credo. Kleur: Paars.
ZONDAG 17 Maart. Passie-Zondag. Mis:
Judica. 2e gebed v. d. H. Gertrudis (Zie in
hei Feesteigen v. In Bisdom); 3e v. d. H.
Patricius Credo.
Vandaag begint de eigenlijke Lijdcns-
tijd. Ten teeken van rouw zijn de kruisbeel
den cn dc beelden van «Jen Zaligmaker
overal in dc kerk cn dc Heiligenbeelden
op het altaar bedekt mot een paarse doek.
Christus ter dood veroordeeld, vraagt
aan God zijn zaak te bepleiten en do waar
heid zijner onschuld to laten uitstralen.
(Introitus). Hoewel onschuldig, moet Hij
toch Jijden, 't Is de wil d^s Vaders, dat H'j
als Middelaar v. h. Nie-tw-Verbond, als
Hoogcpriester, Zijn eigen Goddelijk Bloed
aanbiedt tot zuivering en verlossing der
mensckhcid. (Epistel).
Mensch, gelijk wij, huivert Christus voor
het Lijden. God moge Hem daarom ver
lossen van zijne vijanden. Maar toch: do
wil des Vaders geschiede. Heer leer mij
Uwen H. Wil volbrengen. (Graduale; Trac-
tus). In het Evangebe doet Christus Zich
duidelijk kennen als de Zoon van God cn
daardoor komt nog meer uit de waarde van
Zijn H. Lijdon. Hoè billijk is het toch, dat
wij God voor do levenbrengende woldaad
der verlossing, voor bet gedachtenisteeken
van Christus' Lijden, het Allerheiligst Sa-
ciament, loven uit geheel ons hart en Zijne
heilige geboden onderhouden (Offertorium;
Communio).
MAANDAG 18 Maart. Mis v. d. H. Cyril-
lus van Jeruzalem: Bisschop. Belijder cn
Kerklccraar: In medio- 2c gebed cn laatste
Evangelie v. d. dag. K.eur: Wit.
De H. Mis v. d. dag: Miserere. 2c gebed
v. d. H. Cyrillus.
Van den H. Cyrillns bezitten wij nog
vele geschriften over de christelijke ge
loofsleer Deze dateeren grootendeels uit
den tijd, dat de Heilige belast was met het
onderricht der doopleerlingen Tijdens zijn
bisschopsambt streed jiij voortdurend tegen
de loochening van Christus' Godheid, waar
voor hjj ballingschap heeft moeten verdu
ren.
DINSDAG 19 Maart. Feestdag van den
H Joseph. Mis: Justus ut palma. 2c gebed
en laatste Evangelie v. d. dag. Prefatie v.
d. H. Joseph. Kleur: Wil.
Dc H. Joseph, voorbeeld en Patroon dor
christelijke huisvaders, wordt vandaag bij
zonder vereerd als do kuisclie Bruidegom
van Maria en Voedstervader vap Jezus.
WOENSDAG 20 Maart. Mis v tl. H.
Wulfram: Bisschop en Belijder: Statuit.
(Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom). 2e
gebed cn laatste Evangelie v. d. dag. Geen
Credo. Kleur: Wit.
Door wijze en godsdienstige leermeesters
onderwezen in de heiligo wetenschappen
werd Wulfram tot bisschop van Sons ge
kozen. Na eenige jaren trouwe vervulling
zijner bisschoppelijke bedieningen ging hij
hel H. Evangelie prediker, aan dc Friezen.
Op hot zien zijner wonderwerken bekeerden
zich velen, ook de Friezenkoning Radboud,
die echter op het laatste oogenblik vóór zijn
Doopsel, dat de H. Wulfram hem zou toe
dienen, zich weer terugtrok en heiden bleef.
DONDERDAG 21 Maatl. Mis v. d. H.
Benedictus, Abt: Os Jusli. 2c gebed cu
laatste Evangelie v. d. dag. Geen Credo.
Kleur: Wit.
De H. Mis v. d. dag: Omnia 2e gebed v.
d H. Benedictus.
In een tijd van groote verwarring, waarin
alles ten ondergang scheen veroordeeld, wek
te Gods Voorzienigheid don H. Benedictus
op, dio nog geen twiurig jaar, in zijn kloos
terstichting een brandpunt van bovenna
tuurlijke deugd vestigt in bet Itnlinansche
dal van Subiaco. Na Bet: cl ictus' dood in
543 verspreidde de Bencdiotijnerordc zich
ovor bijna do geheels wereld, waardoor do
giootc, krachtige geest van Benedictus een
heilzamen invloed uitoefende en aan de
christelijke beschaving wocr nieuw leven
werd ingestort.
VRIJDAG 22 Maart. Feestdag var» de Ze
ven Smarten van Maria. Mis: Stabant. 2c
gebed en laatste Evangelie v. d. dag. Pre
fatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U
om do doorboring). Klcur: Wit.
Do H. Mis v. d. dag- Miserere. 2o gebed
en laatste Evangelie v. d. zeven smarten.
ZATERDAG. Mis v. d. dag: Miserere. 2e
gebod voor do Kork; 3e voor den Paus.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
MAANDAG. Mis v. d 2. Salvator van
Horta, Belijder: Justus. 2e gebed v d. H.
Cjrillus; 3o gebed en laatste Evangelie v.
d. dag. Kleur: Wit.
WOENSDAG. Mis v. d Z.Z Joanmjs van
Parma, Marcus van M-mte-Gallo en Hippo-
lytus Galantini, Bchjders: Confiteantur.
2c gebed en laatste Evangelie v. d. dag.
Geen Credo. Kleur: Wit.
VRIJDAG. Mis v. d. H. Benvenutus, Bis
schop en Belijder: Sacerdotes 2c gebed en
v. d. zeven smarten; 3e gebed cn laatste
Evangelio v. d. Vrijdjg. Kleur: Wit.
Amsterdam. ALB M. KOK, Pr.
groote bleeke lichtschijf uit dc oneindige
mistige vlakte. Langzaam wordt dc gloed
sterker en plotseling schieten de gouden
stralen over den dichten nevelsluiter
En nu komt ook reeds een deel van het
meer te voorschijn.
Aan don zoom van het glinsterende wa
ter duikt een stoomboot op in de lichtere
maar toch nog eindeloozc mistbank.
Dezo stoomboot verricht in deze oogen-
blikkcn een ontzettend gewichtig werk. Hij
ziet er juist uit als een zeeschip., neen.,
het schijnt, dat hij dc lucht wil gaan invlie
genHet ziet er uit als een luchtschip
en watervliegtuig.
Tegenwoordig is niets meer onmogelijk..