w
HBRHB
K9
BB
ULÜAÜli
SPORT
RECHTZAKEN
1 MAART
Ned. Oost-Indië
LAND- EN TUINBOUW
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Personalia. Te 's-Gravenhage slaag
den voor het examen machineschrijven
rnej. G. de Jeu te Alphen aan den Rijn en
den heer C. van Muiswinkel te Bodegra
ven, beiden leerlingen van den heer G.
Klok, alhier.
Het politiebureau geratr.cid. Gister
avond wilde een Fordje de Brugstraat in
rijden. Om den hoek gekomen raakto de
auto eensklaps uit den koers en tornde
tegen de beide de oren op van het politie
bureau, die daar begrijpelijker wijze niet
tegen konden. Doch ook de aanvaller leed
zoodanig onder de gevolgen, dat hij naar
de garage moest worden gebracht. Het ge
val trok veel belangstelling.
Achterlicht uiterst links. Ingevolge
bet vonnis, gewezen door de Arr. Recht
bank tc Amsterdam, omtrent de bepaling
van de Motor- en Rijweilwet, aangaande
het veel-besproken rood achterlicht wat
volgens de uitspraak der genoemde recht
bank uiterst links aan motor of auto moet
bevestigd zijn, wijzen wij belanghebben
den er op, dat door de politie in deze om
geving streng.op de naleving dezer bepa
ling zal worden gelet.
Botsing. Langs den Kanaalweg is gis
teren de vrachtauto van v. O. alhier in
botsing gekomen met een auto van de N.V.
Handelsraad. Beide wagens werden aan
zienlijk beschadigd en met een kraanwa
gen naar de garage van den heer v. G. ge
sleept.
Ongeluk. De toestand van den brood-
venter C. V., die eergisteravond door een
■motorrijder werd aangereden en behalve
een been, ook een - m heeft gebroken, is
naar omstandigheden bevredigend.
ROND HET
VU ILVERWIJDERINGS VRAAGSTUK.
De burgemeester van Kamerik en Zeg
veld, de heer J. J. Talsma, heeft een
brochure geschreven over het vuilverwij-
deringsvraagstuk.
De schrijver betoogt, dat bij dit onder
werp, behalve de belangen van de finan
ciën en de bedrijfszekerheid voor de stad,
oa. betrokken zijn belangen van aestheti-
schen en hygiënischen aard, die ook in
zeer eminenten zin stedelijke belangen Z'jn.
Wat het eerste betreft, is het vooral het
belang der steden, dat de ontspannings-
gebieden voor demping of vervuiling wor
den veilig gesteld. Wat do hygiënische zijde
der zaak aangaat, ook hier is de stad, waar
het althans den afvoer naar de centraal
gelegen polders betreft, bij geïnteresseerd.
Deze belangen eenerzijds en de belangen
vau het platteland (w.o. de heer Talsu.a
de in ons blad reeds vroeger gepubliceerde
meening van den Nieuwkoopschen polder
opneemt) aan de andere zijde brengen den
schrijver er toe voor de organisatie van
den afvoer als den meest gewenschten vorm
te kiezen dien van het gemengd bedrijf.
Het overwicht zou daarbij aan de stad kun
nen worden toegekend, terwijl het land in
de eerste plaats zou kunnen worden ver
tegenwoordigd door de besturen van wa
terschappen en polders bij voorkeur die,
welke grootere gebieden omvatten, zooals
de hoogheemraadschappen en groot-water
schappen blijvende lichamen, die in de
lijn van het betoog reeds op zichzelve een
blijvend debiet zouden kunnen waarborgen.
Verder zou tot de samenstelling van het
lichaam, dat met den afvoer zou worden
belast, kunnen worden medegewerkt door
de groote organisaties op het gebied van
land- en tuinbouw, terwijl ten slotte aan
de instellingen, werkzaam op liet gebied
van natuurbescherming en stedebouw, ook
invloed zou kunnen worden toegekend.
Werd aanvankelijk op bescheiden schaal
begonnen, dan zou dit lichaam naast de
afname van de jaarproductie dier steden,
die hiertoe genegen zijn en thans van de
particuliere schipperij afhankelijk, aanvan
kelijk een deel van het vuil vho grootere
gemeenten zooals Den Haag kunnen be
trekken, welke eerst dan, wanneer b c-
vredigende resultaten werden verkre
gen. geheel van het verbrandings- tot bet
landbouwstelsel zouden kunnen overgaan.
Afvalvoor ophoogingvan
zwakke polderkaden.
Tenslotte vestigt schrijver de aandacht
op eene mogelijkheid van afzet, waarvan
tot dusver nog weinig partij is getrokken
en die zich toch uitnemend leent voor het
nemen van eene proef op ietwat ruimere
schaal voor gemeenten, die een ander sys
teem dan verbranding wensehen toe te
passen. En al geldt het hier niet ontgin
ning of landaanmaak van beteekenis, eene
nuttiger aanwending der stedelijke
vooral der z.g. waardelooze afvalstoffen
is moeilijk te bedenken. We bedoelen het
storten van vuil achter de tallooze on voor
hun doel als waterkecring met het jaar
steeds minder berekende polderkaden
Het moet wel do aandacht trekken, dat
telkenjare bij eenigszins hoogen waterstand
in ons land meer en meer waterkoeringen
het tegen den druk der boezemwateren
moeten afleggen of dreigen te bezwijken.
In verschillende bladen werd op dit ver
schijnsel de aandacht gevestigd en de
vraag gesteld, waaraan het is toe te schrij
ven.
Natuurlijk zijn hier en daar plaatselijke
oorzaken aan te wijzen, doch in het alge
meen kan ter verklaring van dit verschijn
sel het volgende worden gezegd.
Toen, in den regel lang geleden in keu
ren, enz. de eischen werden vastgeelgd,
waaraan de kaden moesten voldoen, zullen
deze daarmede, naar mag worden aangeno
men, aan hunne bestemming van water
keering hebben kunnen beantwoorden. Dit
i» echter, door een complex van oorzaken,
thans veelal niet meer het geval. De bema
ling is door toepassing van stoom en elec-
triciteit allerwege verbeterd. Hierdoor kan
bet water in de polders door den tijd been
lager worden gehouden dan toen men nog
geheel van den wind en de beperkte capa
citeit der windmolens afhankelijk was. De
tegendruk aan den binnenkant der kaden
nam daardoor af, terwijl do druk aaD den
buitenkant den kant van het boezem
water, waarop werd wtgemalen eer toe
nam.
De afwatering, door afstrooming of uit-
maling, der groote boezems van Rijn
land, Amstelland, etc. toch onderging
geen aan de toenemende uitrnalingscapa-
citeit der ingelegen polders adequate ver
betering, terwijl het gebied van den beig-
boezem in den loop der tijden eer kloiuer
dan grooter werd. Hier en daar, b.v. in
Groot-Waterschap van Woerden, waar
daaromtrent bepalingen bestaan, doet zicb
meer en meer het geval voor, dat door de
stijging van het boezemwater het verder
daarop uitmalen aan de polders tijdelijk
wordt stopgezet.
Waar daaromtrent geen voorschriften
bestaan, o.a. Amstelland, hetisdezen
winter nog in Nieuwkoop en
Noorden voorgekomen wer
ken de groote gemalen nog door, ook wan
neer van lager gelogen polders de dijken
reeds zijn bezweken, de polder werd over
stroomd en huizen en hoeven ontruimd. De
in natte perioden doorweekte kaden hebben
soms weken aaneen een geweldigen druk
te verduren, vooral bij aan wind.
Van meer beteekenis is nog, dat, dank
zij ook de verbeterde maalsystemen, waar
door het water in de polders geregeld laag
kan worden gehouden, de bodem steeds
meer inklinkt, wat dan weer leidt tot ver
laging van het polderpeil, met als verder
gevolg, verdere inklinking van den bodem,
enz. Ons zijn gevallen bekend, dat het pol
derpeil op deze wijze in den loop van eene
halve eeuw een halven meter is verlaagd,
niettegenstaande door het provinciaal be
stuur in dit proces nog remmend is opge
treden. Hierdoor wordt de druk, welke aan
den buitenkant tegen de kaden wordt uit
geoefend, steeds grooter, en de kaden wor
den, op hunne oude afmetingen, steeds meer
topzwaar.
Hier komt bij, dat de kaden aan de bui
tenzijde, door het verkeer met stoom- en
vooral motorvaartuigen, gedurig worden
ondermijnd, terwijl aan den binnenkant in
vele gevallen slooten voorkomen, welke in
hooge mate ongunstig zijn voor het watcr-
keerend vermogen der kade hier be
staat door de geregelde uitmaling zelden
terugdruk van beteekenis en voor deze
vaak fataal worden. De ervaring der laat
ste jaren heeft bewezen, dat verreweg de
meeste kadedoorbraken voorkomen op
plaateen, waar aan den binnenkant der
kade eene sloot gelegen is!
Het euvel van zwakke, doorbrekende en
op doorbraak staande kaden is in het cen
trale poldergebied van ons land zoo alge
meen geworden, dat hier van een vraag
stuk kan worden gesproken. Er is maar
één middel om dit uit de wereld te hel
pen en dat is: 1. demping en ophooging der
binnen gelegen slooten; 2. verbreeding der
kaden.
Tot dit werk kunnen de onderhoudsplich
tigen, waar de kaden, zooals in vele geval
len, verhoefslaagd zijn, niet worden ver
plicht. En demping en ophooging met vaste
specie (klei, zand) zou schatten kosten,
waardoor menige polder in financieelcn
druk zou komen. Demping, ophooging en
verbreeding met stadsvuil, dat gemakkelijk
gaat „zitten" en tegen de wateren, waarom
het hier gaat, voldoenden steun aan de ka
den zou opleveren, is hier het aangewezen
middel. En al wordt daarmee dan ook geen
noemenswaard terrein gewonnen, hetgeen
van nog meer beteekenis ie: onze oudere
en belangrijke cultuurgronden zullen op
deze wijze tegen den erfvijand kunnen wen
den beveiligd, zonder dat de daarop uitge
oefende bedrijven zouden komen onder den
druk van hooge lasten voor kade ver ster
king.
Voor de polders, die voor dit doel geheel
op de schipperij zijn aangewezen, is het
thans niet mogelijk op billijke voorwaarden
het benoodigde stadsvuil te betrekken. De
gemakkelijke wijze van afzet overal
storten onmiddellijk aan het vaarwater
maakt deze overigens, daar dure installa
ties kunnen worden gemist, al zeer aan
trekkelijk voor de stad, terwijl bij eene
behoorlijke organisatie een onbeperkt
kwantum stedelijke afvalstoffen juist bij
voorkeur de waardelooze op deze wijze
eene economische bestemming zouden vin
den.
VOETBAL.
R K. FEDERATIE.
Wedstrijden afgelast
De voor Zondag a.s. vastgestelde wedstrij
den zijn wegens de weersomstandigheden
afgelast.
Oefenwedstrijd Ned. Elftal.
Naar de ..Sportkr." meldt zal het Ne-
derlandsch Elftal, dat voor den wedstrijd
tegen Zwitserland is gekozen, op Woens
dag 6 Maart a*6. op het terre n van Sparta
te Rotterdam, een oefenwedstrijd spe'en
tegen een Westelijk Elftal, waarin bij
voorkeur spelers uit Rotterdam en omge
ving gekozen zullen worden.
Behoudens goedkeuring door het Bond«-
bestuur, zal voorts het Nederlandsch jeugd-
elftal dat op 24 Maart a.s. te Antwerpen
tegen het Belgische jeugdelftal zal uitko
men. te Haarlem een oefenwedstrijd spelen
tegen een Kennemer jcugdelftal op Woens
dag 13 Maart a.s. Beide jeugdelftaüen zul-'
len op advies van de Advies commissie
voor Jeugdelftallen worden samengesteld.
Het ligt voorts in het voornemen der
T. C om een speciale vergadering te hou
den met de afgevaardigden van alle Er
kende Bonden ter bespreking van vraag
stukken betreffende het spelpeil.
De eerste internationale wedstrijd van
Griekenland.
't Klinkt ongeloofelijk, maar op 10 Maart
a.s. zal in Athene de eerste internationale
wedstrijd van Griekenland worden ge
speeld, en wel tegen een reserve Italiaaasch
elftal. Men vat de zaak in Griekenland ern
stig op, want na een intensieve training
der spelers worden zij eenige dagen voor
den wedstrijd op een eiland bijeengehou
den, opdat zij hun training niet in do war
kunnen sturon!
Scarone voor de sport verloren?
Volgens een telegram uit Montevideo
ontbreekt de wereldbekende Scarone reeds
geruimen tijd in de wedstrijden van zijn
club Nacional. Scarone kreeg een knie-on
geval in een wedstrijd, waaraan hij weinig
aandacht schonk. Hij hoopte door een tijd
je niet te spelen en een lichte massage dat
euvel wel weer te verhelpen. De toestand
verergerde zich, en ten slotte werd een
Röntgenfoto gemaakt, waaruit bleek, dat
er een spier was ges-cheurd. Men gelooft
niet, dat Scarone in de toekomst nog zal
kunnen spelen.
ZWEMMEN.
De driestedenwedstrijd.
De Utrcchtsche ploeg, welke Zondag a.s.
zal deelnemen aan den in De Regentes tc
Den Haag te houden bondenwedstrijd is als
volgt samengesteld:
4C0 meter vrije slag heeren: J. Peterse
en Th. J. de Man.
200 meter schoolslag heeren: Tli. Jacobs
en G. Ritzer.
200 meter schoolslag dames: W. de Groot
en G. van Norden.
3 X 100 meter estafette dames: W. de
Groot, A. de Groot en G. Vierdag.
4 X 200 meter estafette heeren: H. F.
van Haseler, J. Peterse, C. van Rijnberg
en Th. J. de Man.
100 meter rug dames: M. Alleijn en A. de
Man.
200 meter vrije slag dames: O. Liebbrand
en A. de Groot.
100 meter rug heeren: W. van Dijk en
D. Wolthers.
SCHAKEN.
De competitie.
2 e klasse, greep A.
Sedert de vorige opgave zijn in deze
groep de volgende wedstrijden gespeeld:
Merc. I—D. D III 5 1/2—4 1/2; L. S. G. 1
S. S. S. I 7 1/2-2 1/2; D. D. III-Rott.
Arb. I 5 1/2—44 1/2; L. S. G. I—Rott. Arb.
I 7 1/2-2 1/2 en Rett. Arb. I—S. S. S. I
55 zoodat de stand thans de volgende is:
gesp.gew.geLverl. v.—t. pnt.
N. Rot. Schv. II 1427 1/2—12 1/2 8
Disc. Disc. II 4 4 26—14 3
Leidsch Schg. I 5 3 2 28—22 6
Merc. I 5 2 3 23 1/2—28 1/2 4
Disc. Disc. Ill 5 2 3 23 1/2—26 1/2 4
Rott. Arb. I 4 1 3 15 1/2—24 1/2 1
Schev. Sch soc. I 5 1 4 16-3-1 1
3e klasse, groep A.
Gespeelde wedstrijden: D. D. IVH.
Schaakv. I 6 1/23 1/2; H. Schv. IRes.
Sch. Ill 8 1/2—1 1/2. Stand:
L. S. G. II 3 3 20—10 6
D sc. Disc. IV 4 3 1 21 1/2—18 1/2 6
H. Schaakv. I 4 2 2 2218 4
Resid. Sch. Ill 4 2 2 15 1/2—24 1/2 2
Boskoop I 2—11 9—11 1
Philidor I 3—12 12—IS 1
Het kampioenschap van Leiden en 0.
Hedenavond om 8 uur zal in de boven
zaal van „In den Vergulden Turk" de wed
strijd om het kampioenschap van Leiden
en O beginnen. Do aanmelding heeft de
verwachting overtroffen, immers reeds
meer dan 20 spelers hebben z'ch voor deel
name opgegeven, zoo-dat reeds vaststaat,
dat 5 greepen van 4 spelers zullen gevormd
worden. De commissie voor dezen wed
strijd overweegt, Öe spelers, die in elke
greep als No. 2 uitkomen to laten kampen
om één plaats in de overwinnaarsgroep,
die dan uit 6 speiers zal bestaan. De be
doeling is voorts, dat de wedstrijd een
vlot beloop zal nemen, vermoedelijk zal
iedere deelnemer tweo partijen per week
moeten spelen zcoctat de greepen wedstrijd
in drie weken afgeloopen :s Een paar we
ken later zal dan de eind wedstrijd aan
vangen.
Hieronder volgt nog een partij uit den
winterwedstrijd van het. Leidsch Schaak
genootschap tusschen twee der jongere,
opkomende spelers.
Siciliaansche partij:
wit: H. G. Hofman, zwart: W. H. Bos
scha.
1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cd4: 4. Pd4: eO
5. Pc3 PfS 6. Le2 Lb4 7. Pc6: bc6: 8. e5
Pd5 9. Ld2 Pc3: 10. Lc3: Lc3: 11. bc3: 0-0
12. 0 0 f6 13. f4 Dc7 14 Dd4 c5 15. De3 Lb7
16. Tadl Tf7 17. Ld3 Taf8 18. Dh3 f5 19.
Lc4 KhS 20. Td6. De w tte 6telling ver
dient thans, wegens den achtergebleven
pion op d7 de voorkeur. Deze kan eenige
malen aangeval'en en op den duur moeilijk
verdedigd worden. Zwart zet echter, onder
opoffering van een pion, een tegenactie op
touw die spoedig tot wjrst leidt: 20
Lc6 21 De3 Db7 22 Df2 Hfi 23. h4 g5 24.
hg5: hg?S: 25. fgö: Th7 26. Dg3 Kg7 27.
I e2 TfhS 28. Lf3 Thlf 29. Kf2 Tfl :t 30.
Kfl: Dblt 31. Ke2 Dc2:t 32. Td2 Lb5f
wit geeft op.
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENH AGÊ.
Bevestigd is het vonnis van de
Haagfiche rechtbank, waarbij C. J. W., bloe
mistknecht te Oegstgeest wegens dief
stal is veroordeeld tot 9 maanden gevange
nisstraf.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Een doodelijke aanrijding.
Vr ij spraak gevraagd.
De Haagsche Rechtbank heeft vandaag
voortgezet de behandeling van de zaak te
gen den trambestuurder W. F. L„ wien ten
laste was gelegd, dat het aan zijn schuld
te wijten zou zijn geweest, dat hij op 31
October jl. met een door hem bestuurden
tramwagen van lijn 1 op de Groot Herto-
ginnelaan een bakkerslooper heeft aange
reden, met het noodlottige gevolg, dat deze
spoedig daarop aan de bekomen verwon
dingen is overleden.
Nadat nog een getuige was gehoord,
heeft het O. M., waargenomen door mr. En
ger, requisitoir genomen. Spr. uitte in de
eerste plaats eenige woorden van deelne
ming jegens de nabestaanden van het
slachtoffer.
Spr. wees er vervolgens op, dat vast ziin
komen te staan: de plaats der aanrijding
en het feit, dat de aanrijding geschied
moet zijn op het oogenblik, dat de beide
trams elkaar passeerden. Tevens staat vast
dat verdachte geheel volgens de gegeven
voorschriften heeft gereden, en dat men
hier met een aartsgevaarlijken weg te
doen heeft. Een ongeluk, als hier heeft
plaats gehad, kan zich dan ook herhalen.
Moge deze zaak daarom haar nut hebben
voor de autoriteiten!
Spr. wees er nog op, dat het slachtoffer
naar zijn meening tusschen de beide tram
sporen moet hebben ingeloopen en dat hij
op een gegeven oogenblik als een muis in
een val tusschen de beide trams zat. Was
hij niet door den éénen wagen overreden
dan zou hij onder den anderen zijn terecht
gekomen. Mag men, zoo vroeg spr. zich af,
onder deze omstandigheden nog wel spre
ken van grove schuld bij den vc lachte?
Spreker meende deze vraag ontkennend te
moeten beantwoorden en concludeerde
derhalve tot vrijspraak van den verdachte.
Verdachtc's verdediger, mr. van Sti-
priaan Luicius, uitte zijn waardeering voor
het humane en onpartijdige requisitoir van
het O. M. en sloot zich daar volkomen bij
Inspecteur van politie beleedigd.
Vernietiging van het vonnis
gevraagd.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft
zich beziggehouden met de behandeling
van een strafzaak, welke indertijd veel be
roering heeft gewekt in de kringen der
R&tterdamsche politie.
Op 10 April van het vorig jaar heeft de
rechtbank te Rotterdam den gewezen
agent van politie dier gemeente, F. A. J.
5., wegens beleediging van een zijner su
perieuren, den inspecteur van politie C. M.,
veroordeeld tot veertig gulden boete, subs,
vijf dagen hechtenis. Verd. ging van dit
vonnis in hccger beroep; doch op 27 Juni
1.1. werd het door het Gerccntshof te 's-Gra-
venhage bevestigd.
Hierna hield de Hooge Raad zich met
deze zaak bezig, die haar op 26 November
1.1. verwees naar het Gerechtshof te Am
sterdam.
Op een vraag van president mr. Smit
ontkende verd. zich aan het hem ten laste
gelegde te hebben schuldig gemaakt.
Als eerste getuige werd thans gehoord
de heer C. M., de be'eedigde in deze zaak.
Get. deelde mede dat in Februari van het
vorig jaar verd. door den hoofdcommissa
ris gestraft was. Naar aanleiding hiervan
heeft get. den verdachte doen weten, clat
hij met hem over deze straf kon spreken.
Dit gesprek heeft dan ook tusschen get. en
verd. in een vertrek van het bureau van
politie plaats gehad; verd. heeft zich daar
bij zoo opgewonden dat hij, toen hij het
vertrek verliet, get. de woorden toevoegde:
„Je bent een ploert, een schurk!"
Teen get. den verdachte verzocht, die
woorden in het bijzijn van anderen te her
halen, antwoordde verd.: „Wat bedoelt u,
ik heb de woorden ploert en schurk niet
gebruikt!"
Nadat eerst nog eenige andere getuigen
gehoord waren, trad vervolgens een agent
van politie te Rotterdam, die in verband
met deze zaak voor het Gerechtshof to Den
Haag is gehoord, voor het getuigenhekje.
„Inspecteur M. is een lastig mensch", ver
klaarde hij. „In een gesprek met mij heeft
de inspecteur eens gezegd dat iemand, die
goed zijn dienst doet, op hem rekenen kan
en dat hij zoo iemand „desnoods door alles
zou heenhrlen". Ook had de heer M. tegen
get, gezegd, dat het inspecteurschap „rot"
en de hoofdcommissaris „gek" is.
Dat is allemaal gelogen! was het be
scheid van inspecteur M., toen de president
hem hierover ondervroeg.
Do procureur-generaal, mr. A. baron Van
Farinxma thco Slooten, meende dat bet
wettig en overtuigend bewijs van het aan
verd. ten laste gelegde is bewezen, en eisch-
te vernietiging van het vonnis der Rctter-
damsche rechtbank op formeele gronden en
opnieuw zijn veroordeeling tct veertig gul
den boete of 5 dagen hechtenis.
De verdediger, mr. L. A. Donker uit
Rotterdam, merkte op dat, indien het ge
beurde zich tusschen burgers onder vier
oogen had afgespeeld, aan de verklaringen
van den een niet meer waarde zou zijn ge
schonken dan aan die van den ander. Nu
het echter een kwestie betreft tusschen
twee politiemannen worden óf de verkla
ringen van-een hooger geplaatste hooger
aangeslagen, óf wordt geloof gehecht aan
den man, die het eerste verbaal heeft op
gemaakt! PI. wees op dc dwaze argumen
ten, die tegen verd. zijn aangevoerd; ook
liet hij het volle licht vallen op de z. i.
vreemde wijze, waarop tegen zijn cliënt
materiaal is verzameld, materiaal uit de
-derde hand! Een enkele verklaring, om
trent den persoon van verd. afgelegd, is on
gunstig voor hem geweest, terwijl de ver
klaringen over inspecteur M. van gemeng-
den aard waren. Verd. heeft zich gedurende
zijn zeveniarigen diensttijd voortreffelijk
gedragen. Deze zaak heeft de politiebe
ambten te Rotterdam zeer verontrust en
hun rechtsgevoel zou alleen door een vrij
spraak bevredigd kunnen worden.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald op 14 Maart a.s.
Zijn buis opzettelijk in brand gestoken?
Twee jaar gevangenisstraf
tegen hem geëischt.
Een winkelier uit Hilversum heeft te
rechtgestaan voor de Amstcrdamsche
Rechtbank, ter zake van opzettelijke brand
stichting en het teweegbrengen van een
ontploffing.
In de comestibleszaak van verd., geves
tigd in perceel Havenstraat 36 te Hilver
sum, was in den nacht van 17 op 18 Juli van
het vorig jaar brand uitgebroken na een
vlak daarvoor plaats gehad hebbende ont
ploffing. De agenten van politie, die de
ronde deden, haalden den winkelier, die
door de ontploffing ernstig gewond bleek
te zijn, uit zijn bed en waarschuwden ook
de bewoners der aangrenzende huizen. De
brandweer, die spoedig ter plaatse was,
had den brrr. I vrij wel onder de knie. Ech-
Icr bestond or na het onderzoek naar de
't Is uit met de pret,
Vanmorgen soheen zoo maar
De zon in mijn bed.
Ik keek zeer verbaasd
Eerst de zon even aan.
Ik rende mijn bed ujb
En vloog naar de kraan.
Waarachtig, daar kwam het,
Jk Wist niet wat ik zag,
Dat was een verrassing
Zoo vroeg op den dag.
Ik kleedde mij, at,
Ik was uiterst content,
En ben als de hazen
De straat opgerend.
Maar voor het stadhuis
Raakt' ik weer van de wjjs,
Daar hingen nog altijd
De pegels van ijs.
Ik keek hier en daar
Op de straat nog eens rond,
Er lag nog wat ijs
En wat sneeuw op den grond.
Dat nou die maand Maart
Toch zoo prachtig begon,
De hemel was blauw
Er was zonlicht en zon.
't Is lente, da's vast
Want ik hoorde daarbuiten,
In een heel kale boom
Een paar vogeltjes fluiten.
TROUBADOUR.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
oorzaak aanleiding om tegen den winkelier
een vervolging in te stellen.
Verdachte ontkende ter zitting, maar
blijkens hef!" verhaal van twee rechercheurs
die als getuigen gehoord werden, had de
winkelier tegenover hen een volledige be
kentenis afgelegd. Hij had nl. wegens ge
brek aan bedrijfskapitaal schulden ge-
maakt en teneinde het bedrag der verze
kering 4000 machtig te worden was het
plan van brandstichting bij hem opgeko
men.
Nadat hij op 17 Juli 1.1. zijn meisje, dat
te Bussum woonde, had teruggebracht, had
hij, in zijn eigen woning teruggekeerd, een
ledige bus met benzine gevuld en die open
en bloot geolaatst naast een open bus
petroleum. Hierna had verd. een z.g. storm-
lamo met op en neer gaande vlam in de
nabijheid der beide bussen gezet. Kort
daarna volgden de ontploffing en de brand.
Om geen argwaan te wekken was verd.
naar bed gegaan!
Maar thans beweerde verd. dat hij dit
ge'neele verhaal verzonnen had!
De heer C. J. van Ledden Hulseboseh,
die als deskundige werd gehoord, gaf als
zijn meening te kennen dat verd.'s i
spronkelijk verhaal juist geweest meet zijn.
Zulke technisch bijzonderheden, als door
verd. verteld, kunnen door een leek niet
verzonnen worden.
Het O. M., mr. Van Arkel, zeide niet te
kunnen begrijpen waarom verd. op vrije
voeten is gebleven. Spr. vond het feit heel
ernstig en mede gezien het over verd. uit
gebrachte ongunstige rapport, eischte hij
twee iaar gevangenisstraf. Tevens verzocht
de officier verd.'s onmiddellijke gevangen
neming.
Na Raadkamer werd dit verzoek door de
Rechtbank ingewilligd.
Uitspraak 14 Maart a.s.
Gevallen van pokken te Palerrbang? I
Negen personen geïsoleerd. I
Aneta seint uit Palembang: Hier tel
stede moesten g'steren negen personen ge
isoleerd worden, die er van verdacht wer
den aan pokken te lijden. Er is reeds een
geval met doodelijken afloop. Zesduizend
personen werden ingeënt. Er is opdracht
gegeven door de schoolcommissie, dat in
de scholen de leerlingen en het personeel
zullen worden ingeënt. Alle kampong!
staan onder controle van den dienst van
Volksgezondheid.
De eerste komkommers.
Trots vorst en ijs komen toch de primeur*
aap de veilingen; in het Westland kwamen
gisteren reeds beduidende kwantums spi
nazie, rab'iber, raapstelen en dunsel, alles
vorst vrij. Loosduinen bracht de eerste kom
kommers voor 90.— per 100.