w HBRHB K9 BB ULÜAÜli SPORT RECHTZAKEN 1 MAART Ned. Oost-Indië LAND- EN TUINBOUW ALPHEN AAN DEN RIJN. Personalia. Te 's-Gravenhage slaag den voor het examen machineschrijven rnej. G. de Jeu te Alphen aan den Rijn en den heer C. van Muiswinkel te Bodegra ven, beiden leerlingen van den heer G. Klok, alhier. Het politiebureau geratr.cid. Gister avond wilde een Fordje de Brugstraat in rijden. Om den hoek gekomen raakto de auto eensklaps uit den koers en tornde tegen de beide de oren op van het politie bureau, die daar begrijpelijker wijze niet tegen konden. Doch ook de aanvaller leed zoodanig onder de gevolgen, dat hij naar de garage moest worden gebracht. Het ge val trok veel belangstelling. Achterlicht uiterst links. Ingevolge bet vonnis, gewezen door de Arr. Recht bank tc Amsterdam, omtrent de bepaling van de Motor- en Rijweilwet, aangaande het veel-besproken rood achterlicht wat volgens de uitspraak der genoemde recht bank uiterst links aan motor of auto moet bevestigd zijn, wijzen wij belanghebben den er op, dat door de politie in deze om geving streng.op de naleving dezer bepa ling zal worden gelet. Botsing. Langs den Kanaalweg is gis teren de vrachtauto van v. O. alhier in botsing gekomen met een auto van de N.V. Handelsraad. Beide wagens werden aan zienlijk beschadigd en met een kraanwa gen naar de garage van den heer v. G. ge sleept. Ongeluk. De toestand van den brood- venter C. V., die eergisteravond door een ■motorrijder werd aangereden en behalve een been, ook een - m heeft gebroken, is naar omstandigheden bevredigend. ROND HET VU ILVERWIJDERINGS VRAAGSTUK. De burgemeester van Kamerik en Zeg veld, de heer J. J. Talsma, heeft een brochure geschreven over het vuilverwij- deringsvraagstuk. De schrijver betoogt, dat bij dit onder werp, behalve de belangen van de finan ciën en de bedrijfszekerheid voor de stad, oa. betrokken zijn belangen van aestheti- schen en hygiënischen aard, die ook in zeer eminenten zin stedelijke belangen Z'jn. Wat het eerste betreft, is het vooral het belang der steden, dat de ontspannings- gebieden voor demping of vervuiling wor den veilig gesteld. Wat do hygiënische zijde der zaak aangaat, ook hier is de stad, waar het althans den afvoer naar de centraal gelegen polders betreft, bij geïnteresseerd. Deze belangen eenerzijds en de belangen vau het platteland (w.o. de heer Talsu.a de in ons blad reeds vroeger gepubliceerde meening van den Nieuwkoopschen polder opneemt) aan de andere zijde brengen den schrijver er toe voor de organisatie van den afvoer als den meest gewenschten vorm te kiezen dien van het gemengd bedrijf. Het overwicht zou daarbij aan de stad kun nen worden toegekend, terwijl het land in de eerste plaats zou kunnen worden ver tegenwoordigd door de besturen van wa terschappen en polders bij voorkeur die, welke grootere gebieden omvatten, zooals de hoogheemraadschappen en groot-water schappen blijvende lichamen, die in de lijn van het betoog reeds op zichzelve een blijvend debiet zouden kunnen waarborgen. Verder zou tot de samenstelling van het lichaam, dat met den afvoer zou worden belast, kunnen worden medegewerkt door de groote organisaties op het gebied van land- en tuinbouw, terwijl ten slotte aan de instellingen, werkzaam op liet gebied van natuurbescherming en stedebouw, ook invloed zou kunnen worden toegekend. Werd aanvankelijk op bescheiden schaal begonnen, dan zou dit lichaam naast de afname van de jaarproductie dier steden, die hiertoe genegen zijn en thans van de particuliere schipperij afhankelijk, aanvan kelijk een deel van het vuil vho grootere gemeenten zooals Den Haag kunnen be trekken, welke eerst dan, wanneer b c- vredigende resultaten werden verkre gen. geheel van het verbrandings- tot bet landbouwstelsel zouden kunnen overgaan. Afvalvoor ophoogingvan zwakke polderkaden. Tenslotte vestigt schrijver de aandacht op eene mogelijkheid van afzet, waarvan tot dusver nog weinig partij is getrokken en die zich toch uitnemend leent voor het nemen van eene proef op ietwat ruimere schaal voor gemeenten, die een ander sys teem dan verbranding wensehen toe te passen. En al geldt het hier niet ontgin ning of landaanmaak van beteekenis, eene nuttiger aanwending der stedelijke vooral der z.g. waardelooze afvalstoffen is moeilijk te bedenken. We bedoelen het storten van vuil achter de tallooze on voor hun doel als waterkecring met het jaar steeds minder berekende polderkaden Het moet wel do aandacht trekken, dat telkenjare bij eenigszins hoogen waterstand in ons land meer en meer waterkoeringen het tegen den druk der boezemwateren moeten afleggen of dreigen te bezwijken. In verschillende bladen werd op dit ver schijnsel de aandacht gevestigd en de vraag gesteld, waaraan het is toe te schrij ven. Natuurlijk zijn hier en daar plaatselijke oorzaken aan te wijzen, doch in het alge meen kan ter verklaring van dit verschijn sel het volgende worden gezegd. Toen, in den regel lang geleden in keu ren, enz. de eischen werden vastgeelgd, waaraan de kaden moesten voldoen, zullen deze daarmede, naar mag worden aangeno men, aan hunne bestemming van water keering hebben kunnen beantwoorden. Dit i» echter, door een complex van oorzaken, thans veelal niet meer het geval. De bema ling is door toepassing van stoom en elec- triciteit allerwege verbeterd. Hierdoor kan bet water in de polders door den tijd been lager worden gehouden dan toen men nog geheel van den wind en de beperkte capa citeit der windmolens afhankelijk was. De tegendruk aan den binnenkant der kaden nam daardoor af, terwijl do druk aaD den buitenkant den kant van het boezem water, waarop werd wtgemalen eer toe nam. De afwatering, door afstrooming of uit- maling, der groote boezems van Rijn land, Amstelland, etc. toch onderging geen aan de toenemende uitrnalingscapa- citeit der ingelegen polders adequate ver betering, terwijl het gebied van den beig- boezem in den loop der tijden eer kloiuer dan grooter werd. Hier en daar, b.v. in Groot-Waterschap van Woerden, waar daaromtrent bepalingen bestaan, doet zicb meer en meer het geval voor, dat door de stijging van het boezemwater het verder daarop uitmalen aan de polders tijdelijk wordt stopgezet. Waar daaromtrent geen voorschriften bestaan, o.a. Amstelland, hetisdezen winter nog in Nieuwkoop en Noorden voorgekomen wer ken de groote gemalen nog door, ook wan neer van lager gelogen polders de dijken reeds zijn bezweken, de polder werd over stroomd en huizen en hoeven ontruimd. De in natte perioden doorweekte kaden hebben soms weken aaneen een geweldigen druk te verduren, vooral bij aan wind. Van meer beteekenis is nog, dat, dank zij ook de verbeterde maalsystemen, waar door het water in de polders geregeld laag kan worden gehouden, de bodem steeds meer inklinkt, wat dan weer leidt tot ver laging van het polderpeil, met als verder gevolg, verdere inklinking van den bodem, enz. Ons zijn gevallen bekend, dat het pol derpeil op deze wijze in den loop van eene halve eeuw een halven meter is verlaagd, niettegenstaande door het provinciaal be stuur in dit proces nog remmend is opge treden. Hierdoor wordt de druk, welke aan den buitenkant tegen de kaden wordt uit geoefend, steeds grooter, en de kaden wor den, op hunne oude afmetingen, steeds meer topzwaar. Hier komt bij, dat de kaden aan de bui tenzijde, door het verkeer met stoom- en vooral motorvaartuigen, gedurig worden ondermijnd, terwijl aan den binnenkant in vele gevallen slooten voorkomen, welke in hooge mate ongunstig zijn voor het watcr- keerend vermogen der kade hier be staat door de geregelde uitmaling zelden terugdruk van beteekenis en voor deze vaak fataal worden. De ervaring der laat ste jaren heeft bewezen, dat verreweg de meeste kadedoorbraken voorkomen op plaateen, waar aan den binnenkant der kade eene sloot gelegen is! Het euvel van zwakke, doorbrekende en op doorbraak staande kaden is in het cen trale poldergebied van ons land zoo alge meen geworden, dat hier van een vraag stuk kan worden gesproken. Er is maar één middel om dit uit de wereld te hel pen en dat is: 1. demping en ophooging der binnen gelegen slooten; 2. verbreeding der kaden. Tot dit werk kunnen de onderhoudsplich tigen, waar de kaden, zooals in vele geval len, verhoefslaagd zijn, niet worden ver plicht. En demping en ophooging met vaste specie (klei, zand) zou schatten kosten, waardoor menige polder in financieelcn druk zou komen. Demping, ophooging en verbreeding met stadsvuil, dat gemakkelijk gaat „zitten" en tegen de wateren, waarom het hier gaat, voldoenden steun aan de ka den zou opleveren, is hier het aangewezen middel. En al wordt daarmee dan ook geen noemenswaard terrein gewonnen, hetgeen van nog meer beteekenis ie: onze oudere en belangrijke cultuurgronden zullen op deze wijze tegen den erfvijand kunnen wen den beveiligd, zonder dat de daarop uitge oefende bedrijven zouden komen onder den druk van hooge lasten voor kade ver ster king. Voor de polders, die voor dit doel geheel op de schipperij zijn aangewezen, is het thans niet mogelijk op billijke voorwaarden het benoodigde stadsvuil te betrekken. De gemakkelijke wijze van afzet overal storten onmiddellijk aan het vaarwater maakt deze overigens, daar dure installa ties kunnen worden gemist, al zeer aan trekkelijk voor de stad, terwijl bij eene behoorlijke organisatie een onbeperkt kwantum stedelijke afvalstoffen juist bij voorkeur de waardelooze op deze wijze eene economische bestemming zouden vin den. VOETBAL. R K. FEDERATIE. Wedstrijden afgelast De voor Zondag a.s. vastgestelde wedstrij den zijn wegens de weersomstandigheden afgelast. Oefenwedstrijd Ned. Elftal. Naar de ..Sportkr." meldt zal het Ne- derlandsch Elftal, dat voor den wedstrijd tegen Zwitserland is gekozen, op Woens dag 6 Maart a*6. op het terre n van Sparta te Rotterdam, een oefenwedstrijd spe'en tegen een Westelijk Elftal, waarin bij voorkeur spelers uit Rotterdam en omge ving gekozen zullen worden. Behoudens goedkeuring door het Bond«- bestuur, zal voorts het Nederlandsch jeugd- elftal dat op 24 Maart a.s. te Antwerpen tegen het Belgische jeugdelftal zal uitko men. te Haarlem een oefenwedstrijd spelen tegen een Kennemer jcugdelftal op Woens dag 13 Maart a.s. Beide jeugdelftaüen zul-' len op advies van de Advies commissie voor Jeugdelftallen worden samengesteld. Het ligt voorts in het voornemen der T. C om een speciale vergadering te hou den met de afgevaardigden van alle Er kende Bonden ter bespreking van vraag stukken betreffende het spelpeil. De eerste internationale wedstrijd van Griekenland. 't Klinkt ongeloofelijk, maar op 10 Maart a.s. zal in Athene de eerste internationale wedstrijd van Griekenland worden ge speeld, en wel tegen een reserve Italiaaasch elftal. Men vat de zaak in Griekenland ern stig op, want na een intensieve training der spelers worden zij eenige dagen voor den wedstrijd op een eiland bijeengehou den, opdat zij hun training niet in do war kunnen sturon! Scarone voor de sport verloren? Volgens een telegram uit Montevideo ontbreekt de wereldbekende Scarone reeds geruimen tijd in de wedstrijden van zijn club Nacional. Scarone kreeg een knie-on geval in een wedstrijd, waaraan hij weinig aandacht schonk. Hij hoopte door een tijd je niet te spelen en een lichte massage dat euvel wel weer te verhelpen. De toestand verergerde zich, en ten slotte werd een Röntgenfoto gemaakt, waaruit bleek, dat er een spier was ges-cheurd. Men gelooft niet, dat Scarone in de toekomst nog zal kunnen spelen. ZWEMMEN. De driestedenwedstrijd. De Utrcchtsche ploeg, welke Zondag a.s. zal deelnemen aan den in De Regentes tc Den Haag te houden bondenwedstrijd is als volgt samengesteld: 4C0 meter vrije slag heeren: J. Peterse en Th. J. de Man. 200 meter schoolslag heeren: Tli. Jacobs en G. Ritzer. 200 meter schoolslag dames: W. de Groot en G. van Norden. 3 X 100 meter estafette dames: W. de Groot, A. de Groot en G. Vierdag. 4 X 200 meter estafette heeren: H. F. van Haseler, J. Peterse, C. van Rijnberg en Th. J. de Man. 100 meter rug dames: M. Alleijn en A. de Man. 200 meter vrije slag dames: O. Liebbrand en A. de Groot. 100 meter rug heeren: W. van Dijk en D. Wolthers. SCHAKEN. De competitie. 2 e klasse, greep A. Sedert de vorige opgave zijn in deze groep de volgende wedstrijden gespeeld: Merc. I—D. D III 5 1/2—4 1/2; L. S. G. 1 S. S. S. I 7 1/2-2 1/2; D. D. III-Rott. Arb. I 5 1/2—44 1/2; L. S. G. I—Rott. Arb. I 7 1/2-2 1/2 en Rett. Arb. I—S. S. S. I 55 zoodat de stand thans de volgende is: gesp.gew.geLverl. v.—t. pnt. N. Rot. Schv. II 1427 1/2—12 1/2 8 Disc. Disc. II 4 4 26—14 3 Leidsch Schg. I 5 3 2 28—22 6 Merc. I 5 2 3 23 1/2—28 1/2 4 Disc. Disc. Ill 5 2 3 23 1/2—26 1/2 4 Rott. Arb. I 4 1 3 15 1/2—24 1/2 1 Schev. Sch soc. I 5 1 4 16-3-1 1 3e klasse, groep A. Gespeelde wedstrijden: D. D. IVH. Schaakv. I 6 1/23 1/2; H. Schv. IRes. Sch. Ill 8 1/2—1 1/2. Stand: L. S. G. II 3 3 20—10 6 D sc. Disc. IV 4 3 1 21 1/2—18 1/2 6 H. Schaakv. I 4 2 2 2218 4 Resid. Sch. Ill 4 2 2 15 1/2—24 1/2 2 Boskoop I 2—11 9—11 1 Philidor I 3—12 12—IS 1 Het kampioenschap van Leiden en 0. Hedenavond om 8 uur zal in de boven zaal van „In den Vergulden Turk" de wed strijd om het kampioenschap van Leiden en O beginnen. Do aanmelding heeft de verwachting overtroffen, immers reeds meer dan 20 spelers hebben z'ch voor deel name opgegeven, zoo-dat reeds vaststaat, dat 5 greepen van 4 spelers zullen gevormd worden. De commissie voor dezen wed strijd overweegt, Öe spelers, die in elke greep als No. 2 uitkomen to laten kampen om één plaats in de overwinnaarsgroep, die dan uit 6 speiers zal bestaan. De be doeling is voorts, dat de wedstrijd een vlot beloop zal nemen, vermoedelijk zal iedere deelnemer tweo partijen per week moeten spelen zcoctat de greepen wedstrijd in drie weken afgeloopen :s Een paar we ken later zal dan de eind wedstrijd aan vangen. Hieronder volgt nog een partij uit den winterwedstrijd van het. Leidsch Schaak genootschap tusschen twee der jongere, opkomende spelers. Siciliaansche partij: wit: H. G. Hofman, zwart: W. H. Bos scha. 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cd4: 4. Pd4: eO 5. Pc3 PfS 6. Le2 Lb4 7. Pc6: bc6: 8. e5 Pd5 9. Ld2 Pc3: 10. Lc3: Lc3: 11. bc3: 0-0 12. 0 0 f6 13. f4 Dc7 14 Dd4 c5 15. De3 Lb7 16. Tadl Tf7 17. Ld3 Taf8 18. Dh3 f5 19. Lc4 KhS 20. Td6. De w tte 6telling ver dient thans, wegens den achtergebleven pion op d7 de voorkeur. Deze kan eenige malen aangeval'en en op den duur moeilijk verdedigd worden. Zwart zet echter, onder opoffering van een pion, een tegenactie op touw die spoedig tot wjrst leidt: 20 Lc6 21 De3 Db7 22 Df2 Hfi 23. h4 g5 24. hg5: hg?S: 25. fgö: Th7 26. Dg3 Kg7 27. I e2 TfhS 28. Lf3 Thlf 29. Kf2 Tfl :t 30. Kfl: Dblt 31. Ke2 Dc2:t 32. Td2 Lb5f wit geeft op. GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENH AGÊ. Bevestigd is het vonnis van de Haagfiche rechtbank, waarbij C. J. W., bloe mistknecht te Oegstgeest wegens dief stal is veroordeeld tot 9 maanden gevange nisstraf. HAAGSCHE RECHTBANK. Een doodelijke aanrijding. Vr ij spraak gevraagd. De Haagsche Rechtbank heeft vandaag voortgezet de behandeling van de zaak te gen den trambestuurder W. F. L„ wien ten laste was gelegd, dat het aan zijn schuld te wijten zou zijn geweest, dat hij op 31 October jl. met een door hem bestuurden tramwagen van lijn 1 op de Groot Herto- ginnelaan een bakkerslooper heeft aange reden, met het noodlottige gevolg, dat deze spoedig daarop aan de bekomen verwon dingen is overleden. Nadat nog een getuige was gehoord, heeft het O. M., waargenomen door mr. En ger, requisitoir genomen. Spr. uitte in de eerste plaats eenige woorden van deelne ming jegens de nabestaanden van het slachtoffer. Spr. wees er vervolgens op, dat vast ziin komen te staan: de plaats der aanrijding en het feit, dat de aanrijding geschied moet zijn op het oogenblik, dat de beide trams elkaar passeerden. Tevens staat vast dat verdachte geheel volgens de gegeven voorschriften heeft gereden, en dat men hier met een aartsgevaarlijken weg te doen heeft. Een ongeluk, als hier heeft plaats gehad, kan zich dan ook herhalen. Moge deze zaak daarom haar nut hebben voor de autoriteiten! Spr. wees er nog op, dat het slachtoffer naar zijn meening tusschen de beide tram sporen moet hebben ingeloopen en dat hij op een gegeven oogenblik als een muis in een val tusschen de beide trams zat. Was hij niet door den éénen wagen overreden dan zou hij onder den anderen zijn terecht gekomen. Mag men, zoo vroeg spr. zich af, onder deze omstandigheden nog wel spre ken van grove schuld bij den vc lachte? Spreker meende deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden en concludeerde derhalve tot vrijspraak van den verdachte. Verdachtc's verdediger, mr. van Sti- priaan Luicius, uitte zijn waardeering voor het humane en onpartijdige requisitoir van het O. M. en sloot zich daar volkomen bij Inspecteur van politie beleedigd. Vernietiging van het vonnis gevraagd. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft zich beziggehouden met de behandeling van een strafzaak, welke indertijd veel be roering heeft gewekt in de kringen der R&tterdamsche politie. Op 10 April van het vorig jaar heeft de rechtbank te Rotterdam den gewezen agent van politie dier gemeente, F. A. J. 5., wegens beleediging van een zijner su perieuren, den inspecteur van politie C. M., veroordeeld tot veertig gulden boete, subs, vijf dagen hechtenis. Verd. ging van dit vonnis in hccger beroep; doch op 27 Juni 1.1. werd het door het Gerccntshof te 's-Gra- venhage bevestigd. Hierna hield de Hooge Raad zich met deze zaak bezig, die haar op 26 November 1.1. verwees naar het Gerechtshof te Am sterdam. Op een vraag van president mr. Smit ontkende verd. zich aan het hem ten laste gelegde te hebben schuldig gemaakt. Als eerste getuige werd thans gehoord de heer C. M., de be'eedigde in deze zaak. Get. deelde mede dat in Februari van het vorig jaar verd. door den hoofdcommissa ris gestraft was. Naar aanleiding hiervan heeft get. den verdachte doen weten, clat hij met hem over deze straf kon spreken. Dit gesprek heeft dan ook tusschen get. en verd. in een vertrek van het bureau van politie plaats gehad; verd. heeft zich daar bij zoo opgewonden dat hij, toen hij het vertrek verliet, get. de woorden toevoegde: „Je bent een ploert, een schurk!" Teen get. den verdachte verzocht, die woorden in het bijzijn van anderen te her halen, antwoordde verd.: „Wat bedoelt u, ik heb de woorden ploert en schurk niet gebruikt!" Nadat eerst nog eenige andere getuigen gehoord waren, trad vervolgens een agent van politie te Rotterdam, die in verband met deze zaak voor het Gerechtshof to Den Haag is gehoord, voor het getuigenhekje. „Inspecteur M. is een lastig mensch", ver klaarde hij. „In een gesprek met mij heeft de inspecteur eens gezegd dat iemand, die goed zijn dienst doet, op hem rekenen kan en dat hij zoo iemand „desnoods door alles zou heenhrlen". Ook had de heer M. tegen get, gezegd, dat het inspecteurschap „rot" en de hoofdcommissaris „gek" is. Dat is allemaal gelogen! was het be scheid van inspecteur M., toen de president hem hierover ondervroeg. Do procureur-generaal, mr. A. baron Van Farinxma thco Slooten, meende dat bet wettig en overtuigend bewijs van het aan verd. ten laste gelegde is bewezen, en eisch- te vernietiging van het vonnis der Rctter- damsche rechtbank op formeele gronden en opnieuw zijn veroordeeling tct veertig gul den boete of 5 dagen hechtenis. De verdediger, mr. L. A. Donker uit Rotterdam, merkte op dat, indien het ge beurde zich tusschen burgers onder vier oogen had afgespeeld, aan de verklaringen van den een niet meer waarde zou zijn ge schonken dan aan die van den ander. Nu het echter een kwestie betreft tusschen twee politiemannen worden óf de verkla ringen van-een hooger geplaatste hooger aangeslagen, óf wordt geloof gehecht aan den man, die het eerste verbaal heeft op gemaakt! PI. wees op dc dwaze argumen ten, die tegen verd. zijn aangevoerd; ook liet hij het volle licht vallen op de z. i. vreemde wijze, waarop tegen zijn cliënt materiaal is verzameld, materiaal uit de -derde hand! Een enkele verklaring, om trent den persoon van verd. afgelegd, is on gunstig voor hem geweest, terwijl de ver klaringen over inspecteur M. van gemeng- den aard waren. Verd. heeft zich gedurende zijn zeveniarigen diensttijd voortreffelijk gedragen. Deze zaak heeft de politiebe ambten te Rotterdam zeer verontrust en hun rechtsgevoel zou alleen door een vrij spraak bevredigd kunnen worden. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald op 14 Maart a.s. Zijn buis opzettelijk in brand gestoken? Twee jaar gevangenisstraf tegen hem geëischt. Een winkelier uit Hilversum heeft te rechtgestaan voor de Amstcrdamsche Rechtbank, ter zake van opzettelijke brand stichting en het teweegbrengen van een ontploffing. In de comestibleszaak van verd., geves tigd in perceel Havenstraat 36 te Hilver sum, was in den nacht van 17 op 18 Juli van het vorig jaar brand uitgebroken na een vlak daarvoor plaats gehad hebbende ont ploffing. De agenten van politie, die de ronde deden, haalden den winkelier, die door de ontploffing ernstig gewond bleek te zijn, uit zijn bed en waarschuwden ook de bewoners der aangrenzende huizen. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, had den brrr. I vrij wel onder de knie. Ech- Icr bestond or na het onderzoek naar de 't Is uit met de pret, Vanmorgen soheen zoo maar De zon in mijn bed. Ik keek zeer verbaasd Eerst de zon even aan. Ik rende mijn bed ujb En vloog naar de kraan. Waarachtig, daar kwam het, Jk Wist niet wat ik zag, Dat was een verrassing Zoo vroeg op den dag. Ik kleedde mij, at, Ik was uiterst content, En ben als de hazen De straat opgerend. Maar voor het stadhuis Raakt' ik weer van de wjjs, Daar hingen nog altijd De pegels van ijs. Ik keek hier en daar Op de straat nog eens rond, Er lag nog wat ijs En wat sneeuw op den grond. Dat nou die maand Maart Toch zoo prachtig begon, De hemel was blauw Er was zonlicht en zon. 't Is lente, da's vast Want ik hoorde daarbuiten, In een heel kale boom Een paar vogeltjes fluiten. TROUBADOUR. INGEZONDEN MEDEDEELING. oorzaak aanleiding om tegen den winkelier een vervolging in te stellen. Verdachte ontkende ter zitting, maar blijkens hef!" verhaal van twee rechercheurs die als getuigen gehoord werden, had de winkelier tegenover hen een volledige be kentenis afgelegd. Hij had nl. wegens ge brek aan bedrijfskapitaal schulden ge- maakt en teneinde het bedrag der verze kering 4000 machtig te worden was het plan van brandstichting bij hem opgeko men. Nadat hij op 17 Juli 1.1. zijn meisje, dat te Bussum woonde, had teruggebracht, had hij, in zijn eigen woning teruggekeerd, een ledige bus met benzine gevuld en die open en bloot geolaatst naast een open bus petroleum. Hierna had verd. een z.g. storm- lamo met op en neer gaande vlam in de nabijheid der beide bussen gezet. Kort daarna volgden de ontploffing en de brand. Om geen argwaan te wekken was verd. naar bed gegaan! Maar thans beweerde verd. dat hij dit ge'neele verhaal verzonnen had! De heer C. J. van Ledden Hulseboseh, die als deskundige werd gehoord, gaf als zijn meening te kennen dat verd.'s i spronkelijk verhaal juist geweest meet zijn. Zulke technisch bijzonderheden, als door verd. verteld, kunnen door een leek niet verzonnen worden. Het O. M., mr. Van Arkel, zeide niet te kunnen begrijpen waarom verd. op vrije voeten is gebleven. Spr. vond het feit heel ernstig en mede gezien het over verd. uit gebrachte ongunstige rapport, eischte hij twee iaar gevangenisstraf. Tevens verzocht de officier verd.'s onmiddellijke gevangen neming. Na Raadkamer werd dit verzoek door de Rechtbank ingewilligd. Uitspraak 14 Maart a.s. Gevallen van pokken te Palerrbang? I Negen personen geïsoleerd. I Aneta seint uit Palembang: Hier tel stede moesten g'steren negen personen ge isoleerd worden, die er van verdacht wer den aan pokken te lijden. Er is reeds een geval met doodelijken afloop. Zesduizend personen werden ingeënt. Er is opdracht gegeven door de schoolcommissie, dat in de scholen de leerlingen en het personeel zullen worden ingeënt. Alle kampong! staan onder controle van den dienst van Volksgezondheid. De eerste komkommers. Trots vorst en ijs komen toch de primeur* aap de veilingen; in het Westland kwamen gisteren reeds beduidende kwantums spi nazie, rab'iber, raapstelen en dunsel, alles vorst vrij. Loosduinen bracht de eerste kom kommers voor 90.— per 100.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 8