HET FRANSCH-BELGISCH GEHEIM VERDRAG BUITENLAND 20ste Jaargang DONDERDAG 28 FEBRUARI 1929 No. 6116 De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor leiden 19 cent per week .f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week .f2.60 per kwartaal Franco per postf2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd Zondagsblad 9 ct. Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. I Bureaux: PAPENGRACHT 32 LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Yoor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. s: Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en ver huur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen Natuurlijk. Er zijn heel wat dingen, die men „na tuurlijk" noemt en die het niet zijn. Zoo is het om één voorbeeld te noe men heelemaal niet „natuurlijk", dat Katholieke vrouwen en meisjes bij de keu ze harer kleeding steeds de mode als voorbeeld nemen. Voor wie Katholiek is, kan dat dikwijls juist als „onnatuurlijk" worden aangemerkt. Daarentegen denken velen er niet aan iets wèl als „natuurlijk" te beschouwen, wat toch beslist zoo zou mogen heeten. Ook hiervan één voorbeeld. Natuurlijk in den zin van „vanzelf sprekend" moet het geacht worden, als Katholieke jongens en meisjes de sport en de gymnastiek niet beoefenen, tenzij in een Katholieke organisatie. Daarin en daarin alléén hooren zij thuis. De Kerkelijke Overheid heeft dit al zoo herhaaldelijk voorgehouden En wie nadenkt ziet het zelf in Jammer dat nadenken voor zoo ve len een weelde-artikel schijnt te zijn, het welk ze weinig gebruiken. Wie nadenkt ziet in, dat het gevaar voor geloof en zeden die kostbaarste schatten voor ziel en lichaam! groot er is in een „neutrale" sport- of gymnastiek- organisatie dan in een Katholieke. In een Katholieke organisatie is, nega tief en positief, alles er op gericht, dat ge vaar te vermijden. En daarom moet iedere Katholieke be oefenaar van sport en gymnastiek het als natuurlijk beschouwen, dat hij zich aansluit bij een Katholieke organisa tie, lid wordt van een Katholieke vereeniging. Het vertrek van den geest, adviseur van de Katholieke sport- en gymnastickver- eenigingen hier ter stede, rector Groot, naar Oegstgeest, is aanleiding geweest, gisteravond, dat op den hier aangeduiden plicht nog 'ns klaar en helder is gewe zen. Wij verwijzen daarvoor naar het ver slag in ons nummer. Wij willen gaarne ons aansluiten bij de waardeering aan rector Groot gebracht voor het zéér vele in deze door hem voor der Katholieken belangen tot stand ge bracht. Wij hopen, dat hij in den tijd, dat hij nog geest. adv. zal blijven, de vruchten van zijn zegenrijke arbeid zal zien groeien tot vollen wasdom En met niet minder oprechtheid willen wij gaarne onze hulde insluiten bij die door den geest, adviseur gebracht aan de ijvervolle leiders van de Katholieke sport en gymnastiekver., die met toewijding en opoffering zooveel reeds hebben weten te bereiken, wat de grondslag moge zijn, kan en moet zijn voor een verderen op bouw. Hulde aan die werkers! En alle Ka tholieken moeten het als n a t u u r 1 ij k beschouwen, dezen daadwerkelijk in hun streven en arbeiden te steunen DE CHARITAS. Er is tragiek in het levenHet blijkt uit de dossiers der rechtbanken, uit de acten der reclasseeringsvereenigingen, uit couran ten en niet minder duidelijk uit de kasboe ken der armbesturen en liefdadigheidsver- cenigingen. Er is tragiek in het leven meer dan de genotzoekers vermoeden. De tragiek der ellende en armoede uit sloppen en steegen, maar meer nog uit huizen waarvan de uiter lijke teekenen u vertellen dat zij het praedi- caat „burgerlijk" verdienen. Daar wonen ge zinnen waar de zware zorgen en nooden van dezen strengen wintertijd zijn als don kere spookgestalten, die aankondigen het exiel uit hun burgerlijk bestaan. Gezinnen die bang zijn voor indiscrete oogen en vra gen; gezinnen waar de honger pijnigt en de koude snerpt, maar waar nog rocor pijn doet de gedachte aan de analyse van hun burgerlijk leventje, als zij aan moeten klop pen aan de woning der charitas. Laten allen die den nood van burgerge- rinnen kennen zoo royaal mogelijk, doch °ok zoo tactisch mogelijk helpen. Laat de charitas hier geen grenzen ken nen van partijschap, stand of geloofsover tuiging. Zal deze charitas niet tevens zijn een apologie bij uitstek. Een apologie beoefend door R. K. Vereenigingen van liefdadig heid, maar ook en vooral door bet individu. Het aankloppen aan de poort der charitas- huizen is voor een burger-man of -vrouw zoo zwaar. Als het .individu hier helpt, dan laat het door zijn daadwerkelijke hulp da warmte zien van rijn geloof wat hem oplegt nooden te lenigen. Daardoor laat men zien de goedheid van ons H. Geloof. Dit spreekt meer voor den materieelen mensch dan redevoeringen, op tochten en persartikelen. Roomsch-Katholieken, in het Zuiden van ons land gaat een hatelijke campagne be ginnen tegen ons geloof. Wij kennen geen vergelding van haat met haat. Wij kunnen s'echts daartegenover stellen de uiting van datgene wat het geloof ons leert: de liefde, zoo ver mogelijk, zoo idealistisch mogelijk doorgevoerd. Laat de lijsten der giftenverzamelingen in onze R. K. couranten melden waartoe het geloof u drijft in dezen barren tijd. Helpt waar gij kunt! Dat is de propa ganda waaraan weinigen zullen weerstaan: de charitas. Fransche en Belgische verbolgenheid V/as de valschheid der publicatie zoo duidelijk? DE NED. GEZANT TE PARIJS OP DEN QUAI D' ORSAY. Havas seint uil Parijs dat de Nederland- sche gezant Jhr. Loudon g sieren een be zoek heeft gebracht op den Quai d'Orsay voor een onderhoud met den Franschen Minister van Buitenlandsche Zaken naar aan'eiding van het gepubliceerde geheim verdrag De Minister antwoordde met te verwijzen naar het dementi door de Fran sche regeering gepubliceerd. DE INTERPELLATIE IN HET ENGELSCHE LAGERHUIS. Reuter seint uit Londen: In het lagerhuis heeft Locker-Lampson, onderminister van buitenlandsche zaken, bij ontstentenis van Chamberlain wegens ziekte, de vragen beantwoord, naar aan leiding van de Fransch-Belgiscke en En ge! sclv Belgische overeenkomst. Afgezien van het verdrag van Locarno is er naar Locker-Lampsun ze de sinds den oorlog tusschen Groot-Brittannië en België geen overeenkomst, met eenigerlei militaire verplichting gesloten. Eveneens bestaat er geen miiila re overeenkomst of afspraak tusschen den Britschen generalen staf en eenige buitenlandsche mogendhe den. Geen enkele Britsche militaire atta ché te Brussel heeft zelfs hierover ook maar bij een enkele gelegenheid een be spreking gehad. BELGISCHE VERBOLGENHEID TEGEN NEDERLAND. Na de zitting van de Belg'sche Kamer van gisteren constateeren de Belgische dagb'aden eenstemmig, dat er nu wel niet meei de minste twijfel kan bestaan in .de loyale internationale opinie aan de ab- 'solute valschheid, aan de onwaarschijnlijk heid zelfs der publ'caties van het Utr. Ze leggen er voorts den nadruk op, dat Vanderve'de en van Cauwelaert die de categorische verklaring van Hijmans on dersteunden gewezen hebben op het waar lijk onwelwillende karakter van de com mentaren in de Nederlandsche pers. die geen uur kon wachten om overtuigd te worden omtrent de authenticiteit van den tekst, welke voor elk nadenkend mensch, bij het lezen van de eerste regels, reeds den indruk moesl geven van een apocrief document De dagbladcommentaren vinden deze houd'ng „enorm" en meenen dat de be trouwbaarheid der Nederlandsche pers er een gevoeligen klap door heeft gekregen. Maar er is iets dat nog méér „enorm" is in deze kwestie dan de haast der kran ten om deze aangelegenheid te exploites- ren zonder eerst de moeite te nemen van nadere informaties, en dit is de off'cieele stap van de regeering in Den Haag. In een dergelijke démarche zit iets be'eedigends. Aldus het oordeel der Belgische bladen. De liberale Independence beige (die doorgaat als de spreekbuis van Hij mans) zegt, na het debat van Dins:lag o.m. het volgende: „De Kamer heeft het valsche diplomatiek stuk van het ,U. D." gevonnist. Na 4© formeele verklaringen van Hijmans en >Vandervelde, kan zelfs de meest naieve Hollander niet het minste geloof meer hechten aan een zoo duidelijk uitgesproken valsch stuk". Het blad geeft omtrent den „vermoede- lijken auteur" van het stuk enkele details, die het vermelden waard zijn. Men zou reeds inlichtingen bezitten omtrent „den ingen'eusen vex valscher', die tegelijkertijd de Hollandsche kringen, die tegen een traktaat met België zijn en de Duitsche nationalisten, heeft gediend. Het is niet uitgesloten zoo luidt het verder, dat men zou overgaan tct de ar restatie van een Hollander, die de Belgi sche nationaliteit heeft bekomen en die zich reeds eerder heeft doen kennen door een verdacht optreden in activistische en Duitscligezinde kringen. Deze heeft reeds meer dan eens blijk gegeven van een vruchtbare verbeeld'ng en met onder een diplomatieke» schuilnaam te werken heeft hij zich rekenschap kunnen geven hce ge makkelijk het gaat. zekere personen te du peeren die bezield zijn met een manie naar „documenten", zooals deze persoon er bezat. Momenteel zou hij de wijk naar Neder land hebben genomen. De R. K. „Vingtième Siècle" schrijft o.m.: „De hypothesen van een Fransch-Beleische militaire samenwerk'ng tegen Italië en tegen Nederland, zijn ge woonweg enormiteiten. België zou er niet aan denken, Frankrijk in een actie tegen Itaüë te steunen. Het „U. D." is tewerk gegaan of met een onbegrijpelijke licht- vaard'gheid of met een duidelijk uitgespro ken kwade trouw". De Belgische Standaard" zegt. naar aanleiding van de verklaringen in de Belgische Kamer waarin Minister Hij- mans 't betreurde dat er zulk een wan trouwende houding tegenover België's bui- tenlandsch beleid bestaat, en Van Cauwe laert aandrong op een rechterlijk onder zoek, in te stellen door de Belg'sche en Nederlandsche regeeringen naar de her komst van het stuk, opdat zal blijken wat daar achter schuilt 't volgende: „Zal dit onderzoek geschieden? Wij ho pen ja. Daar kan inderdaad niet genoeg licht worden geworpen op al wat met het onza'ig akkoord van 1920 samen hangt. Het heeft ons land reusaeht:g nadeel be rokkend en het jongste incident is wel licht n et het laatste in de rij. Wel mocht de Antwernsche burgemeester verklaren, dat het akkoord na Locarno heel veel van zijne beteekenis verloren had en met de jaren zijn belangrijkheid zal zien vermin deren. Het feit blijft echter, da-t het akkoord van 1920 en in samenhang daarmede heel de grootmogendheids- en militaire al'ian- tieoolit'ek van België al het kwaad hebben gebrouwen waar de heer Hijmans zich thans over beklaagt. Nooit zou daar aan leiding tce bestaan hebben indien Be'gië, zijn beperkte rol indaeht:g, zich na den wa penstilstand op een bescheiden pcs'tie had teruggetrokken indien het zijn zelfstandig- heid gaaf had bewaard. In strijd met deze houding hebben politici waaronder de heer Hijmans op de eerste plaats zijn verant woordelijkheid dient te nemen, een beleid gehuldigd, dat ons n'ets dan rampspoedige ontgoochelingen heeft bezorgd met als ergste gevolg, dat de achterdocht van Europa tegenover ons in aanzienlijke mate werd opgewekt. Wij plukken heden eens te meer de bittere vruchten eener politiek die even verkeerd als gevaar1 ijk was. Nuchtere politici als de heeren Van Cauwelaert, Vandervelde en Poullet, zooa's trouwens ook vrreger de heer Woeste, hebben her haaldelijk deze gevaren voorspeld of wer den ten gevolge van droeve ervaringen ge wonnen voor een politiek van zelfstandige neutraliteit". 00K DE FRANSCHE PERS VERSTOORD. Het meerendeel der Fransche bladen spreekt zijn verwondering er over uit dat de Nederlandsche regeering gemeend heeft op helderingen te moeten vragen aan de regeeringen te Parijs en Brussel. Men meent dat dergelijke stappen na de for meele dementi's, welke gegeven waren, wel overbodig waren. De Petit Parisien schrijft, dat men zich er over mag verwonderen, dat die ma noeuvre niet onmiddellijk in de officieele kringen in Nederland is opgemerkt en dat enkel het lezen van eenige artikelen van het gepubliceerde verdrag niet voldoende was om klaarheid te brengen zooal niet aan het publiek in 't algemeen, dat met dergelijke documenten minder vertrouwd is. dan toch wel aan de autoriteiten in Den Haag. Wanneer minister Beelaerts van Blokland te 's-Gravenhage zal zijn terug gekeerd, zal hij er misschien wel aan deu ken dat die kwestie van het gepubliceerde verdrag dient opgelost te worden niet door de regeeringen, die er voor aansprakelijk gesteld worden, doch er buiten staan, maar door hen, die het verzonnen en publiceer den. De Excelsior schrijft: Men kan zich slechts verrast toonen over een dergelijk diplomatiek optreden, dat alleen gemoti veerd wordt door krantengeschrijf, terwijl de regeering van Nederland, dat lid is van den volkenbond en zitting heeft in den bondsraad, moest weten dat elke serieuze grondslag er aan ontbreekt. L'O euvre vindt het onbetamelijk, dat minister Beelaerts van Blokland aan de Belgische en Fransche regeeringen liet vra gen of het valsche stuk werkelijk valsch was. De Echo de Paris zegt dat de stap der Nederlandsche regeering niet nage laten heeft in diplomatieke kringen een ze kere verwondering te wekken. WAT WAS DE OORSPRONG DER DOCUMENTEN? De „Haagsche Courant" maakt naar aan leiding van de gepubliceerde documenten een onderhoud openbaar met dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van het „Utreclitsch Dagblad". De „Haagsche Cou rant" merkt op, dat dr. Ritter er van over tuigd was, ons land met de publicatie een dienst te bewijzen; doch eerst nadat hij er een vijltal Nederlanders, van hooge pu:ji tie, van onbesproken reputatie, over ge sproken had, die hem allen den raad gaven tot publicatie der stukken over te gaan, heeft dr. Ritter den stap gedaan. De stuk ken zijn uit een beslist onverdachte bron afkomstig, aldus verklaarde ons de heer Ritter, al wilde hij om begrijpelijke rede nen den naam van zijn relatie niet noemen. „De documenten vormen de notulen van een bijeenkomst van militaire deskundigen te Brussel gehouden. Zij zijn geschreven op officieel papier van den Belgischen staat, zij zijn onderteekend met de namen der deelnemers aan deze_ conferentie en dragen Belgische departementale lakzegels. Wat den tekst van het Fransch-Belgisch verdrag aangaat, deze is geïncorporeerd in de notulen der bijeenkomst". „Om meer dan één reden heb ik abso lute aanleiding om aan te nemen, zei de heer Ritter, dat de documenten niet ver- vals-cht zijn. Wanneer men hier gekomen was met het z.g. oorspronkelijke verdrag, waarvan misschien slechts tweo exemplaren bestaan achter zeven sloten veilig weg geborgen in de regeeringskluizen te Brussel of Parijs dan zou ik moeite hebben om aan de echtheid van het stuk te geloovcn. Maar van de officieele notulen, de rappor ten der gehouden bijeenkomsten van mili taire deskundigen, welke na afloop aan iederen deelnemer plegen te worden ver strekt, is het zeer wel mogelijk aan te ne men, dat er een exemplaar verdwaald ie Zoo een exemplaar nu is in onze handen gekomen. En als men aan de echtheid der handteekeningen op dit document twijfelt, aldus dr. Ritter, men zal in den kring van dengene, die mij het merkwaardige docu ment verschaft heeft, niets liever zien dan dat het te Genève op zijn deugdelijkheid onderzocht wordt". Wij hebben als dengene die u het do cument verschaft heeft, zoo vroeg de „Haagsche Courant", prof. Gerretson te Utrecht hooren noemen. Is deze suppositie juist? Met nadruk antwoordde de heer Ritter op deze vraag: „Ik heb vóór de publicatie prof. Gerretson niet gesprokon en ik heb geen enkel contact met hem". Men heeft 'u verweten, aldus een vol gende vraag, de documenten gepubliceprd te hebben van het departement van Bui- terlandsche Zaken. Hebt u ze aan minister Beelaerts van Blokland laten lezen? De heer Ritter antwoordde ontkennend. Mogen wij hieruit opmaken, dat in derdaad de minister voor een surprise stond, toen Zaterdagavond de publicatie plaats vond? En toen zeide de heer Ritter: „Neen, dat zeg ik niet, maar i k heb het departement niet ingelicht". Van andere zijde werd tegenover de „Haagsche Courant" bevestigd, dat de mi- VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Belgische en Fransche pers is ver stoord over de „verdachtmakingen" en de „hatelijke" campagne van Nederland naar aanleiding van het FranschBelgisch mili tair verdrag. Dr. Ritter, de hoofdredacteur van het „U. D." over de documenten. Toenemend verzet in Rusland tegen Stalin. Bij een caf-instorting te Athene zijn waarschijnlijk 20 personen gedood. (Bui- tenl. Berichten, 2do blacl). BINNENLAND. Een wetsontwerp is ingediend naar aan» leid:ng van den Stadhuisbrand te Leiden. (lste blad). De hoogeerw. heer M. Wijtenburg, re gent van „Hageveld", is benoemd tot Ka nunnik van het Kathedraal Kapittel in het Bisdom Haarlem. (Kerkn., 2de blad). Overleden is de Weleerw. heer Kapelaan C, Dekker te Amsterdam. (Kerkn., 2de blad.) B. en W. stellen voor een belasting-ver laging voor de minst-draagkrachtigen (2de blad). nister reeds aan het eind van Januari of in het begin van Februari volkomen op de hoogte gesteld zou zijn van den inhoud der documenten. Het zou misschien wel interessant zijn, aldus teekent het blad nog aan, indien een Kamerlid bij de bos-wekiug van de vragen, door oud-minister Heems kerk gesteld, bij den minister van Buiten landsche Zaken informeerde, hoe deze vork in den steel zit. DE REDAOTIF-CRISIS AAN DE „NEDERLANDER". Wij lezen in de „Nederlander" van gister avond „Gisteren tusschen "twaalf uur en half twee (het uur waarop de pers begint te draaien) was er geen gelegenheid tot iets anders, dan tot eene helaas-misluHe po ging, om de heeren De Visser en De Vos van Steenwijk terug te brengen van hun verlangen tot onmiddellijke plaatsing van de door hen gestelde mededeeling en daarna tot het opstellen - van eene zeer be'monte persoonliike verklaring. Heden kunnen wij niet anders doen, dan deze verklaring iets uitvoeriger herhalen. De mededeeling van deze beide hoogge achte mannen, gedurende een reeks van jaren steunnjlaren van de Cbristolük-Fis- tcrisf^e richting en van ons Blad, en dit terwille van „de appréoiatie van de In terpretatie", heeft ons diep getroffen. En dit treffen kwam geheel onverwacht. Nog 'altijd zijn wij overtuigd, indien de verkwanselaar van het zoogenaamd authen tiek document zich had vervoegd tot de „Nederlander", om het ter plaatsing aan te bieden; dat hij onverschillig of dr» De Visser of de heer Snoeck Henkemans hem te woord had gestaan ter deure gewezen ware. dat wij onmiddellijk de Ne derlandsche Re^eering zouden hebben in gelicht; maar, dat van het verdachte stuk geen letter in de „Nederlander" ware ver schenen. We kennen de beide hoofdredacteuren te lang en te goed, om iets anders van hen te kunnen onderstellen. Die eenigszins bekend is met de gisting, welke herhaaldelijk door publicatie van verdachte dncumerten is ontstaan en hoe door zoodanige publicatie het oorlogzoekende nationalisme kan wor den opgezweept hij is voorzichtig. Wei neemt hij al die maatregelen, welke hot welzijn van zijn land en den vrede kunnen bevorderen, maar hij wacht zich voor een daad, die hem, geheel tegen zijne bedoeling, tot medeplichtige althans zou kunnen ma ken van dwerers of roekeloozen, die het kwaad, dat nieuwe oorlog over do men^ h- heid zou brengen, gering achten tegenover het geluk, dat hunne politieke idealen zou den zegevieren. Zóó staan wij tegenover het Feit der pu blicatie van de „Interpret-tie". En nog al tijd gelooven wij, dat, bij rustig naden ken, nadat de eerste indruk, die de pu blicatie maakte, zal zijn voorbijgegaan de, ernstige vaderlandslievende geesten aan onze zijde zullen staan, zeker ook de twee trouwe vaderlanders, die thans in de ap preciatie van de publicatie der Interpre tatie zoo ver van ons af staan." VAN HET VATICAAN HET CONCORDAAT MET ITALIë. Taalvrijheid der minderheden gewaarborgd Men schrijft uit Rome: Uit zeer goede bron wordt meegedeeld, dat in het concordaat, tusschen den H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1