UIT HET VATICAAN VERGEELDE BLADEN WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome). ROME, 18 Februari 1929. Nog nooit hebben -we ons zoo gelukkig gevoeld dan in dezo dagen, nu zich het wereldhistorisch gebeuren van de vei/.oe- ning tusschen Vaticaan en Quirinaal in onze onmiddellijke nabijheid voltrokken heeft. Dit. zijn wel de heerlijkste dagen geweest die we ooit in de Eeuwige Stad hebben doorleefd We waren met een supreme blijdschap vervuld en we werden gedragen door een overwinningsroes, zoodat we ons zelf nu ■en dan moesten afvragen: is dat alles nu ijdele droom of levende werkelijkheid Wij hebben reeds vele groote jubel feesten en grooischc plechtigheden in Rome meegemaakt, maar nog nooit heb ben we een dergelijke begeestering gezien, als toen de officieele mededeeling werd gedaan, dat de onderteekening van den vretl3 tusschen Vaticaan en Quirinaal een voldongen feit geworden was. En 's an deren daags toen de H. Vader omgeven met al den praal en uitwendige schitte ring van den Pauselijken hofstoet in Sint Pieter verscheen, was het enthousiasme zon groot als do beroemde Basiliek nog nooit binnen hare ontzaggelijke gewelven gehoord hoeft. Ook de Koning van Zwe den en de Prins van Siam bevonden zich onder de vijf en zestigduizend menschen die den machtigen Sint Pieter tot in de uiterste hoekon vulden. En buiten in den druiligen regen wachtten honderdduizen den op het indrukwekkende historische moment, dat vanaf de Loggia de zegen van den Paus-Koning over stad en land zou neerdalen.... Onvergetelijke oocenb'ikken Maar nu de jubelklanken weer over de wereld zijn weggedreven, beginnen we langzamerhand meer en meer de beteeke- nis te beseffen van het geweldige gebeu ren dat door de onderteekening van het tractaat tusschen Vaticaan en Quirinaal baar beslag gekregen heeft. En voortdu rend groepeeren zich nieuwe vraagstukken rondom den nieuw geschapen toostand. Reeds vroeger schreveu wij dat het onwaarschijnlijk is, dat Z. H. do Paus zou wenschen om een zetel in den Raad van den Volkenbond te verkrijgen. Im mers de H. Vader zou daardoor in een zeer eigenaardige positie kunnen geraken: Z. R. de Paus kan zich toch nooit ver binden om ingevolge de bepalingen van den Volkerenbond deel te nemen aan een strijd tegen landen, die een aanvalsoorlog zouden beginnen, omdat die staten Chris telijke volkeren kunnen zijn. Bovendien zou de invloed van Z. H. den Paus er slechts bij kunnen verliezen, wanneer de H. Vader in den economischen strijd tus schen de volkoren zich op eenigerlei wijze partij zou trekken. Gedurende de laatste 60 jaar werd de Pauselijke vlag in Italië, zelfs in Rome, erg stiefmoederlijk behandeld. Alleen in de religieuse instituten werd zij op bij zondere Pauselijke feestdagen uitgestoken, en dan voorzichtigheidshalve nog alleen binnen de gebouwen. D.och nu is zij glorie vol verschenen in de straten der Eeuwige Stad en nu wappart zij niet alleen van de vele kerktorens van Rome, maar ook van de Staatsgebouwen in zusterlijke een dracht naast de Italiaansche driekleur, groen-wit-rood. De oorsprong der vlaggen stamt reeds uit overoude tijden. Reeds bij de Assyriers vinden we een soort vlag, waarop een duif geschilderd stond, en ook do Joden, Perzen en bewoners van Athene hadden hun eigen vlag. Kei zer Constantijn zette het Christus-mono gram in plaats van den Adelaar op den Romeinschen standaard. Toen het Christendom zich overal ver breidde werd de vlag bij de Christen volkeren een heilig symbool, zoodat de Kerk een afzonderlijk wijdingsformulier voor vlaggen en banieren samenstelde. Gregorius ITI zond in 731 de eerste ge wijde vlag naar den Koning van Frank rijk. In 1414 ontstond het gebruik om vlag gen en banieren bij processies mee te dragen en, toen de Pausen bezit namen van Lateranen, ging de Pauselijke vlag voorop. De tegenwoordige Pauselijke vlag bestaat uit een gouden en zilveren veld, op welk laatste het Pauselijk wapen, de Tiara met de sleutels, is afgebeeld. Prac- tisch werd het goud door geel en het zil ver door wit vervangen. Toch is dit niet de eenige Pauselijke vlag: de „Heilige Kerk" als zoodanig' heeft een eigen stan daard van karmozijn-roode zij met gouden franjes, die met linten aan een verguld zilveren staf bevestigd is, zooals een wim pel in twee spitsen uitloopt en in het midden het wapen van den regeerenden Paus draagt, omringd door een krans van sterren. Wanneer de Paus op reis ging, werd dezo standaard vooruit gedragen, terwijl bij sommige feestelijke gelegenhe den de Pauselijke vaandeldrager met deze banier bij den Pauselijken troon stond. Moroni beschrijft b.v. in zijn beroemd geschiedeniswerk, dat in den schitteren den stoet, waarmee Clemené VII (1523 1534) naar .Bologna trok, een zekere Guido Rangoni in een wit-zijden gewaad de standaard droeg der Santa Romana Chie- sa. van de H. Roomsche Kerk. Ook de Zwitsersche garde heeft haar eigen banier, die alleen voor het H. Sa crament en voor den Paus moet buigen. Rare kleur is rood, blauw, geel, waarop het Pauselijk wapen staat en dat vn den commandant Zwi ersche gai j „pro tempore". Vooi 1870 had de Korke- lijko Staat ook meerdere verschillende scheepsvlaggen, och deze bestaan alleen nog maar in de verschillende historische musea, alleen het wit-gele symbool van liefde on vrede is nu weer uit de duis ternis to voorschijn gehaald en in het volle zonlicht geplaatst. De bres bij de Porta Pia scheen haar doodsteek geweest te zijn, doch als een Phoenix is zij weer herrezen en tranen van vreugde begroetten haar. Zeldzaam en machtig is de wonderbare kracht, die er van een teer geliefd vaandel uitstraalt. Een klein stuk stof, dat do wind naar alle kanten laat wapperen, verbergt een kracht in zich, die in staat is, om de ge moederen der menschen met de hoogste idealen te vervullen, die de harten door trilt met een heilig verlangen en die zwakke menschen tot moedige helden maakt, die in den strijd voor God en va derland hun leven geringschatten en die bereid zijn om hun leven op te offeren voor de redding van hun vaandel, dat hun verwoede vijand in heftigen strijd geroofd heeft. Mgoe het eendrachtig samengaan van de Pauselijke vlag en de Italiaansche driekleur voor de andere volkeren een voorbeeld zijn hoe de vrede in Christus' Rijk practische werkelijkheid wordt. 't Is wel onmerkelijk, dat het Romein- sche publiek meer belang stelt in der' bij komstigheden van de oplossing der Ro- meinsche kwestie, dan in do gewichtige historische, politieke en godsdienstige ge volgen, die dit concordaat met zich brengt. Toen dan ook in het Paleis van Lateranen de vrede geteekend werd, wist de Romeinsche adel geen voornamer on derwerp te bespreken, dan het einde van 's Pausen gevangenschap. „II Papa esce dal Vaticano de Paus zal het Vati caan verlaten!" Men is nu echter be nieuwd, om te weten, wanneer dit zal ge beuren en of de Paus in zijn galarijtuig of per automobiel zal vertrekken? In het Vaticaan is men op deze heuglijke gebeur tenis in alle opzichten voorbereid. Van Pius IX tot Benedictus XV hadden alle Pausen voor het geval, dat ze plotseling het Vaticaan wilden verlaten, niets an ders te doen dan de paarden te laten spannen voor het gala-rijtuig, dat met witte zijde bekleed was. Maar thans heeft de automobiel de paarden verdrongen. In dien da Paus echter op dezelfde wijze wil de uitrijden als zijn voorgangers, dan zou het al heel weinig moeite kosten om an dere geschikte paarden te vinden. Doch onverschillig van welk vervoermiddel de Paus zal gebruik maken, alvorens het verdrag tusschen Vaticaan en Quirinaal niet door het Italiaansche Parlement ge ratificeerd is, hetgeen waarschijnlijk niet voor 1 Mei zal geschieden, zal do H. Va der het Vaticaan nog niet verlaten. Indien Z. H. de Paus een reis door Italië of naar het buitenland zou wenschen te maken, dan zal de regeering een spe- cialen salontrein ter beschikking stellen, die uit verschillende wagons zal bestaan, waarvan de eerste ingericht zal worden als kapel, met Pauselijk altaar, versierd met de Madonna van Rafaël; de tweede wagon is een salon-tijtuig met bibliotheek en slaapkamer; de derde wagon dient voor salon en eetkamer. Verder bestaat de trein uit slaapwagens en restauratierij tuigen voor het Pauselijk gevolg, met bo vendien een afzonderlijke keukenwagen en bagagewagen. De stoffeering aan de wanden is uitgevoerd in rood damast, waarop het Pauselijk wapen staat. De wagens worden electrisch verwarmd. In dezen deftigen trein zal de Paus zijn ge vangenis verlaten, om langs de "wegen van Italië en over heel de wereld zijn Vader zegen to gaan schenken aan de ontelbare zonen, die hem met blijdschap afwachten en begroeten. In de Via del Ooronari in Rome is de poort van het Paleis van prins Lancelotti gesloten gebleven sedert den clap. dat de troepen van generaal Rafaël Oadorna hun intocht hielden in de Eeuwige Stid Prins Don Philippo Lancelotti vaardigde destijds eon streng bevel uit, dat de poort van zijn paleis voor niemand meer geopend mocht worden en dat niemand de kamers of zalen van zijn huis mocht betreden. In zijn paleis werd o.m. de beste copie van den discuswerper van Mirone bewaard. Tevergeefs hebben archeologen en kunstenaars getracht om dat beroem de getuigenis van Griekscbe beeldhouw kunst te mogen zien; zelfs een aanbeve ling van Keizer Wilhelm II, die verzocht een uitzondering te maken voor den Ar cheoloog Wolfgang Helbig, kon daar niets aan veranderen. Don Philippo antwoordde allervriendelijkst, maar hij weigerde be slist het gevraagde toe te staan. Na den dood van den Prins volgde zijn weduwe Prinses Aldobrandi trouw het verlangen op van haar overleden echt genoot, tot op den llen Februari 1929 toen zij dc Italiaansche vlag liet koopen, terwijl zij uit een kostbaar schrijn de wit-gele vlag met het Pauselijk wapen te voorschijn haalde. Toen gaf ze bevel om de deur van het paleis te openen. WELK IS HET DICHTSTBEVOLKTE LAND DER WERELD. Als men over het lichtstbevolkte land ter wereld spreekt denken sommige aan China met een bevolking van 490 millioen menschenen toch wonen er in China op een vierkante kilometer slechts 39 men schen. In Europa is België bekend om z'n dichte bevolking n.l. 244,26 inwoners op een vierkante kilometer. Engeland (mei Wales) staat daar met 250.86 nog een wei nig boven, terwijl Nederland met 200,73 dit getal het dichtst nabij komt. De Britschc bezetting Gibraltar slaat ongetwijfeld wel het record, want daar wonen op een gebied van vijf vierkanto ki lometer 18.540 menschen, dat is dus onge veer 3708 op een vierkante kilometer. Monaco met 22.153 inwoners op een ge bied van 21 vierkante kilometer, heeft dus een gemiddelde bevolking van 1054,90 en Malta 7711.01 op een vierkante kilometer; deze blijven dus bij Gibraltar nog belang rijk ten achter. JJ'sland met 0.92 inwoners per vjerkante kilometer is het dunst be volkte land van Europa. Uit de „Leidse Courant" van 1729. 31 Januari. DUYTSLAND EN D'AANGRENZENDE RIJKEN. Hamburg den 2' Januari. Van Berlyn heeft men, dat het uwelyk tusschen een Koninglyke Pruyssische Princes en aen Prins van Brandenburg-A-spach ge publiceerd zynde, men nu vaststelde, dat ook een Huwelyk tusschen den Prins van Wales en de ICroon-Princes van Pruyssen geslooten zouw worden. Volgens de Brieven van Warschau, wa ren daar verscheide kostelijke Meubelen, Tapijten etc. van de zoogenaamde Japan se Dresdener Fabrycq aangekomen cn naar den Koninglyke Tuyn te Yazdow gebracht; ook waren bereids eenige Ko ninglyke Bedienden van Dresden te War schau gearriveerd. Te Koppenhagen had de Koning doen intrekken een Placaat. in de Maand October laatstleden gepu- b'iceerd, waar hij geordonneerd was dat alle van Altona komende Waaren met certificatiën van gem. Stad moesten voorzien zijn. üe heer Krook, Bisschop van Drontheim, een Man van 82 Jaaren oud, had verleeden Zondag voor zijn Majt. te Koppenhagen in de Slot-Kerk gepredikt. Manheim den 26 Januari. Men is hier zoodanig ingeslooten, dat niemand uyt of in deeze Stad kan komen, hebben de. de Wateren van den Rhijn en de Neckar het omleggende Land gansch overstroomd, zoo dat men hier in groote Ellende is gebragt Het IJs heeft een ge deelte van de Vesting geruineerd, en 't Water verscheide Huysjens, welke buyten de Stad stonden, weggespoeld en veele Menschen zijn verdronken, zelfs zit noch een Man en een Vrouw op het Dak van een Huys, zonder dat men haar kan redden; -Do verbaastheid is zeer groot en men ziet noch vreeslijker Gevaar te gemoet, brj aldiep men beneeden van het Water niet ontlast kemt te worden. Nooit tevreden! Nu klaagt men om dat het zoo hard vriest en toen was men bij een overstrooming ook al niet te vreden. Frankfort den 29 Januari. Zondag avond passeerdcd oor deze Stad een Expresse van Mentz naar Weenen, met tijding, dat de Keurvorst van Metz Za terdagnacht in het 74ste Jaar van zijnen ouderdom overleed en was. Dat is niet netjes, stiekem een brief open te maken, die de stad s'echts pas seert. Tegenwoordig staat daarop geluk kig gevangenisstraf. NEDERLANDEN. Antwerpen den 23 Januari.De heer De Pret, een van clo eerste Directeurs van onze Oostendise Compagnie, is weder een keer naar Brussel gaan doen. Het Garnizoen van onze Citadelle begint nieu we Manschap te werven, om hrt e Com- pagnien voltallig to maken. Onze Magis traat heeft om alle Landloopers, Bede laars en Leediggangers te weeren in het Tugthuys een Rosmoolen ge reed doen maaken, om de 6terkste van dat Volk ten getaale van 16 stuks ieder- maal te gelijk daar in te doen loopen; ook zal dergelycke Machine even buyten deeze Stad op de plaat6, genaamt het Pesthoff, opgeregt worden, om dat Soort van Menschen daar meede dus te em- ployeeren, zoo dat men vaststeld door deze nieuwe Inventie met Hen te doen arbeiden, deeze -Stad in weinig dagen van de Bedelaars en Leediggangers veel gezuyvert zal zijn. Zouden we dat nog eens niets op nieuw probeeren ADVERTENTIES. Alzoo de Edele Heer Abraham Schep- moes overleeden, zynde te Batavia by zyn Testamentaire Dispositie heeft geïnsti- tueert tot Zijne Erfgenaamen, Zijne Vrien den en Bloedverwanten van 's Moeders zijde, welker Moeder geweest is Menxje de Wit: zoo word een ieder hier meede geadverteert, die uyt dien hoofde ver meent gerechtigd te zyn, dat zy zich met hunne Bescheiden komen adresseeren ter Weeskamers van de Stad Rotterdam, voor Donderdag, den 10e February 1927, zullen de anders ten dien dage worden voort- gevaaren met het afgeeven der gemelde Nalatenschap onder de bekende Erfgenaa men. Alzoo Abraham Schepmoes daarom wellicht een edele heer. Alzoo Jail Becker en Chirurgyn, woo- nendo op de Cingel en hoek van de Oude Spiege1 straat te Amsterdam, uytge- vonden, en veele Jaaren in gebruyek ge had heeft, een Instrument, waar meede hy do Tanden en Kiezen kan uyttrokken, op een alzoo gemakkelyke wyze, als Monsr Berger (die op de Cingel by 't Konings Pleyn gewoond heeft en overleden is) gedaan heeft: Zoo is 't dat Hy deeze Zyne Hand-oeffening aan allo Tand- of Kies- pyn-Lyderen komt bekend te maaken. Hoe zou Jan Becker het dan wel gedaan hebben, toen hij dat instrument niet had. Ik beklaag zijn klanten. Te Rotterdam bij Mozes Haasverberg in 't Koffyhuys, 's Hage 'bij Antony Ste vens in 't Jagertje, Leiden D. Lakerman op de Koenoortgragt, en te Amsterdam by Maria Woesthoff Stads Vroedvrouw op 't Cingel op den hoek van de Romyn Armsteeg, word in Commissie verkogt, de beroemde onfeilbaare Engere Jigt en Podagra pvn-stirende Pleysters, nee- mende in minder als 6 nuren weg alle Jigtige, Podagreuss en Scheurbeukige Pynen, hoe zwaar en verouderd die zou den mogen weezen, en gestadig gebruykt de wederkomst derzelver Pynen beletten de: het Rolletje van deze Zalf kest 20 Stuyv. Alsook de beroemde Enge'se Elixer Salutis wonderlyk tegen de Gal- en Wa- terzugt; alle soorten van Koortsen, Hard- lyvigheden, zeer zwaare pynen des Buyks; het verbeeterd wonderlijk de verlooren Appeteyt; en is een heilzaam middel te gen alle Zoode, of zuuro Gal-agtige op- geevingen der Maage. Nu hebben we Aspirine, Sanapirin, Purol, enz. MES EN VORK. Op onzo gedekte tafel liggen mes en vork zoo vreedzaam naast elkaar, a'sof zo altijd samen waren. En omdat wij mes en vork meestal in één adem ncemen, zijn wij er ons allerminst van bewust dat er een enorm verschil van leeftijd tusschen beide voorwerpen bestaat. Het mes aldus het vakblad voor goud- en zilversmeden, be stond reeds in het eerste stad'um der menschelijke beschaving en heeft dus de gehee'e materiee'e en geestelijke ontwikke ling der menschheid medegemaakt. Eerst werd het. van steen of hout, van beenen en schelpen, soms ook van bamboe of hoorn gemaakt, daarna van koper en brons, nog later vau ijzer en staal. Het heeft in den loop van vele duizenden jaren in een mis schien wel honderd koer veranderden vorm dienst gedaan als vernielingswaoen, als scheppend gereedschap, als nutt'g ge bruiksvoorwerp. De geschiedenis van het mes voert ons terug tot in den grijzen oer tijd. De ho'bewoners en de eerste jagers gebruikten het om de buit stuk te snijden en te bereiden, maar duizenden jaren moes ten nog verloopen voor de menschheid mes en vork aan tafel gebruikte De gewoonte om met een vork te eten, stamt uit Italië, waar zij tegen het eind der middeleeuwen ook bij do volksklasse :n zwang kwam. Van dien tijd af plantte de mode zich langzaam voort van Zuid- naar Noord-Europa. In Engeland werd het nieuwe tafe'gereed schap pas geregeld gebruikt op het laatst van de zeventiende eeuw. Do Engelsche wereldreiziger Coryat. die in het begin der zeventiende eeuw Italië bereis-'e, be&chriift de Ital'aansche manier van eten als volgt: .Ik heb-zoowel in de groote, als in de kleino steden een gewoonte ongemerkt, die ik nog nergens anders op mijn vele reizen heb waargenomen en die, naar ik go'oof. bohalve in Italië, in geen ander christelijk land bestaat. De Italianen en ook de meeS- te vreemdelingen, do daar te lande ver toeven, gebruiken bij hun maa'tiiden, a's 'zij vleesch snijden, steeds een kleine vork. Terwijl zij met de eene hand het vleesch op den schotel snijden, houden zij met de andere hand, door middel van een vork. het vleesch vast. Wio in gezelschap bij tafel het stuk vleesch waar iederoen af snijdt, met. de vingers aanraakt zondigt tegen de etiquette en geeft blijk, geen goede manieren te hebben. Men zou hem dit stel'ig, zoo al niet met woorden, dan toch zeker door bl'kken, duidelijk laten voelen. Deze manier om te eten is. zooals ik hoorde, in Italië overal gebruikelijk. De vorken zijn meestal van ijzer of staal, soms ook wel van zilver, maar de laatste vindt men natuurlijk alleen bij de rijken. Dit vreemde gebruik vindt zijn oorzaak in het feit, dat de Italianen het onsmakelijk v'n- den om het vleesch met de vingers aan te raken, omdat nu eenmaal niet alle men schen even zindelijke handen hebben'Het 2—3 gebruik van de vork bij tafel moge dan al in hoofdzaak als gezonc'sheidsmaatregel bedoeld zijn uit den aard der zaak bracht de nieuwe gewoonte ook andere gevolgen met zich. Hoe vreemd en merkwaardig het gebruik van een vork was blijkt wel uit het feit dat het ding langen tijd de alge- meene belangste'ling op zich vestigde. Zoo wel aan het hof, als in andere kringen hield men zich er mee bezig. Sommigen bewonderden en prezen de gewoonte, an deren bespotten liaar. Ook de literatuur uit dien tijd houdt zich met 't actuee'e onderwerp bezig, vooral in tooneelslukken. In het toentertijd bekende blijspel „The Devil is an Ass" vraagt iemand: „Vorken, wat zijn vorken?" En het antwoord luidt: „Vorken worden in Italië gebruikt om de servetten schoon te houden". In Heyiius Kosmografie van het jaar 1652 staat: De gewoonte om zilveren vorken te gebruiken is onlangs door eenige verwaande fatten aangenomen'. Alle bestrijd'ng ten spijt heeft de vork toch het terrein veroverd en wel zoo radicaal dat het ons vreemd aan doet. te lezen, dat koningin Elizabeth bij voorbeeld nog, geen vork gebruikte en dat ernstige mannen ten tijde van Molière en Shakespeare, het han'ceeren van een vork beschouwden als een belachelijko rnode- d1—asheid. EEN VERDRUKT VOLK Er wordt op bet oogenblik in ons la>.J nogal reclame gemaakt voor Groot-Neder- land, Dat Groot-Nederland, lieve lezer, is geen tijdschrift met aardige preritji op glad papier, prentjes voorstellende een Hollandscho molen, een bloembollenveld of een Volendamsch meisje, o, neen, dat is de uiting van een gedachte, een ideaal, om Bo'gië een stukje kleiner en Nederland eai stuk grooter te maken. Althans dat ver moed ik. Vandaar het woord Groot-Ne. derland. De Vlamingen vinden dat ze worden v: drukt; best mogelijk, en nu streven ze naar: öf die onderdrukking weg, <f wij weg, we smeren 'm naarGroot Neder land. En wij roepen natuurlijk met ontroerde stemmen: Welkom Vlaamsche broeders en zusters en wij schreien krokodillentranen, om de zoo wreede verdrukking onzer Di sehe stamgenooten. Dat is fout, onvergeeflijk fout! Niet dat wij emmers tranen storten, vooral nu cr in die koude dagen zulk een gebrek is aan heet water. Maar de gevolgen van dat hartroerende medeleven met do onderdrukking van Vlaanderen. Do Vlamingen denken nu natuurlijk, d^t wij er enthousiast over zouden zijn, indien zij zich losscheurden van België en zich aansloten bij ons, om zóó Groot Nederland te maken en de Walen in hun sop to laten gaar koken. Ik weet echter een veel betere oplos sing! Laten wij ons aansluiten bij de Vlamin gen, dat geeft een macht van ongekende voordeelcn. Vooreerst krijgen wij dan geen ruzie mot België, dat zijn de Walen, wat al aanstonds een groot voordeel is, omdat het Holland- sche volk een ingeboren afkeer van ruzie heeft. Ten tweede behoeft er dan geen menscb te verhuizen, wat een hoop moeite en on kosten uitspaart. De Vlamingen kunnen dan blijven waar ze zijn en wij ook. Vervolgens blijft er niet een groot stuk Vlaamsche grond braak liggen, met al den aankleve van dien zooals leegstaande hui. zen enz., want al zouden de Vlamingen al maal naar Nederland verhuizen, den grond kunnen zij toch moeilijk meenemen; geen enkele verhuismaatschappij zal voor zult oen verhuizing te vinden zijn Denk U eens in, wat een voordeelen. Maar wij zijn er nog niet, er 13 nog meer! De aard van het Vlaamsche volk is lur-k tig, bet is vroolijk en opgeruimd en als de kippen erbij, als er wat te feesten of te fuiven valt. Dan zijn zo alle onderdruk kingen en belastingen en dergelijke narig heden vergeten en vieren feest En daar zij bijna doorloopend feest vieren en wij dan ook Vlamingen zijn geworden deelen wij natuurlijk aanstonds in dio vreugde mede en vieren óók feest en drinken vele pinten, lampetten er lustig op los en vergeten óók al die onaangenaamheden, waarover wij nu iederen dag maar vechten en ruziema ken. En ten laatste.... in België kunnen wij niet zooals hier een borrel koopen, één simpel glaasje, nee we moeten dan beslist a] een paar liter tegelijk inslaan, wat toch ook een niet te onderschatten voordeel Ik ben dus niet tegen één Groot Neder land, maar dan niet de Vlamingen bij ons, maar wij bij de Vlamingen. Die onderdruk king nemen wij dan wel op den koop toe. Het zal heel gemakkelijk zijn om het zoover te brengen. Laten wij beginnen met het maken van het „Groot Nederlandsch Volkslied", dat vanzelf zal ontstaan als op onze vergade ringen de aanwezigen, dio rechts van de de zaal zitten de Vlaamsche Leeuw en de ove rigen het Wilhelmus tegelijkertijd zullen aanheffen. De rest komt dan vanzelf DANIëL verbeterd record Als wij later oud en stram zijn, Grijs of kaal maar hoog bejaard, En wij zitten dan des avonds In ons hoekje bij den haard, Doen wij juist zooals de oud'ren Nu in onzen tijd ook doen En, dan spreken wij vol eerbied Van den ouden tijdvan toen. Als het nu maar even wintert En het vriest een graad of wat, Hoor je aanstonds: nee dan vroeger Negentig, dat was —e wat. Van December tot de Meimaand Was 't tien graden onder nul, En zoo'n winter tegenwoordig Is daarbij maar flauwe kul Negentig is dan Met zijn lef en met zijn praats. Daarvoor komt nog deze winter, Neg'nentwintig, in de plaats Dan vereeren \y' ons als helden Van dit winter-Noordpoolfeest, Maar verzwijgen in die koude Steeds in huis te zijn geweest. Muar 't record is nu gebroken. Negentig is naar de maan, Het record is op den jare Negnentwintig nu gaan staan. En als wij dan oud en stram zijn, Rimpelig en wat verflensd, Pochen w allen op den winter, Die nu door ons wordt verwenscht. Nou, die winters tegenwoordig. Nee, da's niet meer zoo als toen, Toen bevroren, als j' op straat liep, Al je teenen in je schoen. Als het water was bevroren. Meters dik in gracht en sloot En de menschen in de steden Vielen toen als musschen dood. «■erdwenen TROUBADOUR. !oo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10