m VIERDE SLEUTEL derde elad de le1dsche courant woensdag 20 februari 1929 Hai|^n Groot-Auditorium der Universi- Jt alhier heeft herlenmiddag prof. C. C. me r^' benoemd t°t hoogleeraar in de Ja- Zoet ansc^e taa*" en letterkunde, als opvol- r van Pr°L ^r- Hazeuj ziin inaugureele oop de gehouden over het onderwerp: treiki de eek ihoudjl loofdlijnen der Javaansche Litteratuur geschiedenis". Spreker begon met de aandacht er op te stigen, dat gedurende de 325 jaar van itact der Nederlanders met Java slechts ]jef,Einig gepresteerd is op het gebied der jehot vaarsche taal- en letterkunde. Vooral op £e^ie(i ^er letterkunde moet feitelijk al het werk gedaan worden; zelfs-met inventarisatie van het materiaal, dat .erso P beoefenaar van de Javaansche letter- hikb ode ter beschikking staat, is men nog bi erszins gereed gekomen. De eerste wctenschappelüke beoefe- 2 be ars van het Javaansch hebben vooral ui aandacht geschonken aan datgene in i Javaansche litteratuur, dal hun bekend M. is uit de Sanskrit letterkunde. De mee- Krong, dat de Javaansche litteratuur groo- len ndeels ontstaan is door overname van terair bezit van "Voor-Tndië, moest la- herzien worden, toen bleek, dat er ook be'angriike zuiver-J'avaansche letter- •Tpr inde bestaal, en dat deze zelfs waar- hijnlijk den vorm benaald heeft, waarin stof der Sanskrit litteratuur overgeno- n is. s de kwestie van de verhouding van t geïmponeerde tot het autochthone in ;1 Javaansche letterkunde van groot ge- !1 cht tc achten, niet minder belangrijk is vraag, welk deel van het Java-ansche rnbii ij. bjj ontstaan der Javaansche let- Aunde betrokken is geweest. Spreker «nt, tot de conclusie te mogen komen, plas if de Javaansche letterkunde niet gedra- in geworden is door het gelieele Javaan- le volk, maar alleen door den kraton- :1a ari e V ove Set gsch Hcewel wij riets positiefs weten van het itstaan van de Javaansche kratons, schij- in verschillende gegevens er op te wij dat de Hindce's hierin een belang- ke rol gesneefd hebben. Vermoedelijk bben Hindoesche ridders hier en daar Java de macht geüsurpeerd, en hebben zich elders door een huwelijk met een vaansche aan bestaande dynastieën ge- renteerd. Zoo is een geslacht van Hin- e-Javanen ontstaan, dat zich, wel onder rloed van het Voor-Indische kas'enstel- van de rest van het volk steeds ge leiden heeft gehouden. Hun positie zal verschillende omzichten te vergelijken weest ziin met die der Indo-Europeanen den Hollandsclien tijd. Dat de Javaansche letterkunde alleen n( dragen werd door de groen der Hindoe varen, en dus niet de letterkunde van it Javaansche volk geweest is, blijkt be- dve uit den aard der letterkundige pro leten en gegevens in die litteratuur zel- ook uit het verloop van de Javaansche teratuurgeschiederis. We kunnen hier- drie perioden onderscheiden. De Oud-Javaansche letterkunde bloeide van omstreeks 1000 tot 1400op Java zelf eindigde ze met den ondergang van de kraton van Madjapahit, en Baffles vond er omstreeks 1800 zoo goed als niets meer van. De Middel-Javaansche letterkunde hangt met de Oud-Javaansche onmiddellijk samen: zij heeft zich op Bali ontwikkeld uit het letterkundig bezit der Madjapahit- sche Javanen, die zich omstreeks 1350 a!s heerschers op Bali gevestigd hebben, en is dus de letterkunde van de Javaan sche kratons op Bali (Gelgel en Kloeng- koeng). Op Bali is de Oud-Javaansche let terkunde ons bewaard gebleven, die op Java ze'f verloren is gegaan. De Nieuw-JTavaansche letterkunde is die van Mataram en de Vorstenlanden. Zij is niet de voortzetting van de Ottd- Javaansehe litteratuur, maar wellicht van de Oud-Martaramsche letterkunde, die eens op Midden-Java in den tijd der Cai- lendra's (750900) moet bestaan hebben, maar welke geheel verloren gegaan is door het verval van de kraton der Cailendra's. Dit verval heeft niet alleen tot gevolg gehad, dat de oude litteratuur van Mid den-Java verdwenen is, maar levens, dat de Hindoe-Javanen van Midden-Java zeer sterk aan Javaniseerende invloeden bloot gesteld ziin geworden, zoodat de lp tere lit teratuur van Mid'1 en-Java, de Nieuw-Ja vaansche. een veel meer geprononceerd Javaarseh karakter heeft dan de Oud-Ja- vaansche van Oost-Java. S-n*. eindigde met de gebruike'üke toe spraken, waarin vooral de afgetreden ambtsvoorganger, prof. dr. Hazeu, her dacht werd. Leidsche Reddingsbrigade. Gisteravond te half negen werd in de Burchtzaal de jaarvergadering van de Leiclsche Reddingsbrigade gehouden, wel ke maar heel matig was bezocht. Ook van het bestuur ontbraken verschillende leden, deels tengevolge van drukke werkzaamhe den, dee's door ziekte. De vergadering werd geleid door den heer F. v. d. Mark Jr., die zijn soijt uit drukte over de weinige belangstelling, on danks het feit, dat het bestuur, getuige de ve'e berichten in de pers, zeer veel werk heeft gedaan. Spr. hoopte, dat het jaar 1929 een productief jaar moge zijn en vooral, dat de financiën weer op peil zou den mogen gebracht worden. De notu'en der vorige vergadering wer den na lezing onveranderd vastgesteld. Aan het jaarverslag, semen res' eld door den secretaris den heer B. Planjer, stip pen we aan, dat de nieuwe werkwijze, na de reorganisatie gevolgd, over het al gemeen reden tot voldoening geeft. De Reddingsbrigade-commissie bestond uit de heeren Mr. H. R. Goudsmit, voorz.. W. F. v. Ingen Schenau, vme-voorz. B. Planje1*. secretaris, F. v. d. Mark Jr., W. Gout, H. v Leeuwen en Th Seg?ar De heer Goudsmit heeft de algemeene leiding overgelaten aan den vice-voorzit- ter. Het aantal ondersteunende leden Pep iets terug, n.l. van 111 op 107. De secreta ris wekt in zijn verslag' allen op mede te werken den achteruitgang lo veranderen in vooruitgang. Een lichtpunt daarentegen is, dat het aantal brigade-leden (zij, die in het bezit zijn van een bonds- en of brigade-diploma) vooruitging en wel van 17 tot 26, hetgeen een gevolg is geweest van de zomercursus sen, welke werden gehouden op twee avon den per week gedurende de zomermaan den in de beide zweminrichtingen. Deze cursussen gaven het bekende beeld van erooten ijver in het begin en slapte aan het eind van den cursus. De examens von den in September plaats. Evenals het vorig jaar werd ook nu, op 8 September, gedemonstreerd in het Rijn en Schiekanaal bij do Wilhelm'nabrug. Dank wordt gebracht aan allen, die hierbij hun medewerking 'verleenden, in het bij zonder aan den heer de Wit, die weer zoo welwillend was kleedruimten in de fa briek van „het Kaasmerk" beschikbaar te stellen. Door de doktoren mevr. StorckLoeber en den heer Boonacier werden wederom vrouwelijke, de tweede voor de manne- vrouweleijke, de tweede voor de manne lijke deelnemers. Aangedrongen wordt op het deelnemen aan een herhah'ngsavond. Door drukke werkzaamheid van de be trokken doktoren is er nog «niets van ge komen, om examen af te nemen in het me disch gedeelte voor het brigade-diploma. Twee cursisten, n.l. de heeren Duyvetter en Castelein zijn bij het droevig auto ongeluk aan den Lage Rijndijk in de gele genheid geweest het geleerde in toepas sing te brengen. Helaas zonder resultaat. Meer succes had een cursist van het vorig jaar, de heer Lieshout, die het genoegen mocht smaken bij een jeugdige drenkeling, de levensgeesten op te wekken. Op een verzoek van de Reddingsbrigade, om een belooning aan de Mij. tot Redding van Drenkelingen, werd tot heden nog geen antwoord gezonden. Een ander onderdeel van de taak der Reddingsbrigade veroorzaakte een steeds voortdurende zorg, n.l. de instandhouding van het reddingsmateriaal. De reddings haken worden geregeld vernield, wegge haald of in het water geworpen. De ruitjes van de reddingskastjes worden gebroken. Het is in één woord schandelijk. Tegen over dit vandalisme staat de Brigade machteloos. De politie helpt wat zij kan, evenals de staf van brugwachters. In de pers worden de klachten steeds geuit, zon der merkbaar resultaat evenwel. Aan alle scholen werd in overleg met den wethouder van Onderwijs, mr. Tepe, een tweetal wandkaarten gezonden, waar op gedrukt een opwekk'ng om het red- die ^smateriaal te beschermen. De secretaris wrst er dan op, dat een en ander erop wijst, dat de Brigade geld noodig heeft. Zooals het op het oogen- b'ik gaat, verwacht men, dat het saldo in 1930 op zal zijn. Derhalve zullen middelen beraamd moeten worden om aan geld te kemen. Een punt van bespreking in de commis sie is nog geweest de organisatie van op- rcepings- en hulpdienst in den geest zoo als dil in Haar'em en Dordrecht geschiedt. Een oplossing Liervoor is echter nog niet gevonden. Aan het bestuur der L. Z. C. werd een maal aanbevolen een reddingsmeda'lle te schenken aan den heer P. v. Vliet, wegens redding van een kind uit den Maresingel, waarmede dit bestuur accoord ging. Er bestend een aangename samenwer king tussche het L.Z C.-bestuur en de com missie der Reddingsbrigade. Het verslag besluit voorts met een kracht:ge opwekking tot zwemsters en zwemmers om het zwemmend redden prac tise te beoefenen. Het financieel verslag werd voorloopig goedgekeurd. Er is een batig saldo van om streeks 200. Met een toepasselijk woord werd vervol gens door den voorzitter de reddingsme daille uitgereikt aan den' heer P. van Vliet, in het jaarverslag hierboven ge noemd. De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat de aftredende leden,'de heeren H. v. Leeuwen en Th. Segaar, werden herbe noemd. In de bestaande vacature werd ge kozen de heer J. H. de Heide. Bij de medededingen van- het bestuur, zeide de voorzitter,, dat het bestuur van meening was als eerste poging om de kas te versterken het houden van co'lectes op alle zwemfeesten van. Leidsche Zwemclub, de Zijl en Reddingsdemonstraties in het Kanaal. Dit voorstel werd goedgekeurd, terwül dcor den heer Kwestroo werd voor gesteld ook op vergaderingen te col'ectee- ren. De daad bij het woord voegende, ging de voorsteller rond en incasseerde ƒ5.45. Een der aanwez:gen stelde nog voor het bestuur van de Kaag te verzoeken op écn der Kaavweek-dagen te mogen col lect eeren voor dit doel. welk voorstel nog werd uitgebreid tot een verzoek aan alle vereenigingen in de stad, waar het hier geen vereenigings- doch een maatschap- pel';k belang betreft. Het bestuur stelde verder vooi' een lo terij te orga niseeren. zooals ook in andere plaatsen wel gebeurd is. Dit denkbeeld werd goedgekeurd, waarop tot leden van de loterii-ccmmiss'e weden benoemd de heeren W. F. v. Ingen Schenau, P. Ber gers en W. F. v. cl. Reijden Jr. terwijl te vens een dames-comité van bijstand zal worden gevormd, waartoe zullen worden uitgenodigd de dames mevr. de Vries, mej. W. v. d. Noordaa, mevr. v. d. Mark v. Duuren en mevr. de Boer. De voorz. deelde verder mede. dat de wintercursus dit jaar zal beginnen in Maart. Deelnemers(sters) aan dezen cur sus moeten zich zoo spoedig mogelijk opgeven bij den secretaris, den heer B. Planjer. Namens de brigade brengt de voorz. een woord van dank aan den heer Ch. van Spall, die een groot aantal exemplaren van de brochure der Rotterdamsche Vrij willige Brigade tot het Redden van Dren kelingen: „Wat moet ik goed onthouden?" ter beschikking van de L. Z. C. en de bri gade heeft gesteld, ter uitcleeling aan de leden. Langdurig werd nog van gedachten ge wisseld over dc pogingen, die aangewend kunnen worden om het reddingsmateriaal te beschermen. Nieuwe middelen tot be veiliging kenden echter niet aangegeven worden, doch krachtig werd opgewekt alles in het werk te stellen om het materiaal te beschermen. Ten s'otte had een reglementswijziging plaats. Het aantal L. Z. C.-vertegenwoor- digers daalt van maximum 4 op 3. Zulks is mogelijk geworden, doordat de heer Goudsmit bedankt heeft. Dc L.Z.C.-voor- zitter krijgt echter het recht alle bestuurs- en andere vergaderingen bi.i tc wonen. Het aantal bestuursleden uit de diHomahou- ders (niet-leden van L.Z.C. of Zijl) komt van één op twee. Deze wijziging wordt zon der besprek:ng goedgekeurd. Nadat nog enkele mededpehngen waren gedaan, bepleitte de heer Kwestroo het maken van meerdere propaganda door b.v. onderwüzers uit te noodigen tot red- dingsdemonstralies, waarna sluiting der vergadering volgde. G s+eravond heeft in het Rijksmuseum vonr Oudheden prof. F. Maj'ence van het Musée du Cirqua"tenai-e te Brussel een voordracht gehouden over de Grieksche beelhouwwerken in dit museum. muziek. Liederenavorid Birgit Enrell. De Deepsehc sopraanzangeres Birgit En- srell gaf hier met Louis Schnitzïer aan den vleugel een liederenavond. Dit der de abonnementsconcert onder de auspi ciën der Hollandsche Concertdirectie Dr. G. de Kcos. dat verleden week wegens on "es! eldheid van de zangeres werd uitge steld, had vrij veel be'angste^ing. Dit is niet te verwonderen, omdat Birgit Engell in haar voordracht een lvrisehe charme heeft, somtijds van de allerfijnste soort. In haar aanvceling is iets algemeen men- s-heMjhs. dat den toehoorder aanraakt. Uit lyriek is alles bij haar opgebouwd; haar inzicht en voordracht, haar keuze van liederen, alles wijst op melodische weelde en zoete vloeiing. Wanneer zij niet over drijft. en haar stemregisters door te groote klank uitbuiting niet doet verschiPen of n'et te veel glissando's maakt, dan is haar zingen zeer mooi. Een klankvoile mooie stem bezit zij, waarmede zij technisch cor rect en met perfecte loonvorming en adembeheersching weet te zingen, hetgeen zij samenvoegt met de plooibaarheid aan haar lyriek en oen voortreffelijk Bel Canto. Van zekere coouetterïe valt zij niet vrij te pleiten, en al is dit niet altvd mooi, zij vermag het toch ook veriokke'ijk en wel luidend aan te brengen. Hevig penetrant inwerkend op hart en geest kan men haar zingen niet ncemen. Beïnvlced wordt men door de prachtig technische capaciteit en de persoonlijk aangebrachte schoonheid. Een mezza-voce heeft zij, die buitenge woon is. Geeft zij niet al Ie veel, wat nog wel eens gebeurt, den blijft men onder haar bekoring, maar als dc voordracht wordt aangedikt, zooals b v. in „Gretchen Am Spinnrade", dat op verzoek werd ge zongen, en in „Auf Flüge'n des Gesan- gens" dat als extra-nummer werd uitge voerd, dan valt zij weg. Van Glvck zong zij „del mio dolce ardor", van Para dies ongeveer Gluck's tijdgenoot „Quel ru- xePetto". liederen die zii expressief voor droeg. „Lef en Dankgebed", een Hol la ndsch lied, zong zij met wijding en devo tie, waarna een mooi 15de eeuwsch Chan son „l'Amour de moi". Met de liederen van Schubert was de zangeres minder ge lukkig, ook al gaf zij soms emotioneele of interressante oogenblikken. Sprache der Liebe" vonden wij inderdaad zeer mooi, terwijl ook ..die Forelle" met bewonderens waardig raffinemont werd voorgedragen. UIT DE RADIO WERELD. Programrr.a's voor Donderdag 21 Februari, Huizen, 336.3 M. Na Q uur 1852 M. (Uitsluitend N.C.ILV.-uitzendingen). 11.11.30 Korte Ziekendienst. 12.301.45 Concert. 2.2.30 Schooluitzending. J. L. D. v. cL Roest: Onder dc Papoea's op Winde'ssi. 0.7.Orgelconcert door A. v. Opstal. 8.Muziekpraatje door G. v. Raven- zwaay. 9.Concert. Stodenavond in Doetin- chem. Hilversum, 1071 M 10.10.15 Morgenwijding. lO.aO—10.45 Gramofoonmuziek. 10.4511.45 iJaarbeursconcert door hel. Klin-Trio. 11.4512,Gramofoonmuziek. 12.152.Concert door het A.V.R.O.- Trio. 2.2.30 P. Hydelaar: Gas in do huishou ding. 2.303.Gramofoonmuziek. 3.4.Kniples. 4.-5.Ziekenuurtje. Dr. K. W. Spar- naay en een trio. 5.5.30 Sportpraatje door H. Hollan der. 6.7.15 Concert door het Omroepor kest. 7.157.45 Enge'sche les. 8.15 Aansl. v. h. Concertcpbouw te Am sterdam. Orkest o.l.v. dr. W. Mengelberg in de pauze voordracht van W. Hunsche. 10.30 Persber. Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 I ezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert (sopraan, viool, piano). 1.352.20 Concert. Orkest. 2.50 Voor de scholen. 3.10 Muziek. 3.20 Vesper^ i. d. Westminster Abbey. 4.05 Causerie. 4.20 Concert. Holloway's dames-kapel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Vpstentcespraak. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Voor de landbouwers. 6.55 Muziek. 7.05 Handel's vioo1sonaten. 7.20 Nieuwe novellen. 7.35 Muziek. 7.40 lezing: India. 3— Pianoconcert door B. Mason. 8.10 Fal'é-eoncert. 10.N'euwsb. 10.20 T ezing. 10.35 Een verrassing. 10.5012.20 Dansmuziek. „R a d i o - P a r i s", 1750 M. 12.°0 Protest, morgenwijding. 12.502.10 l~»rkes*concert. 4055.05 Klassiek concert. 7.057.50 Gramofoonmuziek.' 8.°0 Liter, causerie. 8.5011.10 Symphonieconcert. Langenberg, 462 M. 9.35 Gramofoonmuziek. 1130 Gram of oor muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Orkestconcert. 7.20—8 15 Orkestconcert'. 8.20 Het Prisca-kwarfet. Eenzame mu ziek. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Zeesen, 1649 M. 11203.50 Lezingen. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507 05 Lezingen. 7.20 Hoorspel „Die Maienköniein" van Chr. Gluck. „Versiegeit", komische onera van Leo Blech. Leiding: Cornelia Brons geest. Vervolgens tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg 391.6 M. '10.2011.20 Gramophoonplaten. 3.35 Orkestconcert. 5.20 Concert. 7.20 Militair concert. 9.20 Dansles. 1005 Heruitzending van buitenlamlschc stations. Brussel 511.9 M. 5.20 Orkestconeert. 6.55 Trio-concert. 7.20 Gramaphoonplaten. 8.35 Vocaal- en instrumentaaiconcert. feuilleton. Avonturen van Dr. Kurt von Holaau Advocaat en Detective, rij naar het Duitsch door J. v. d. Sluys. - I) ting en de samenhang van zijn diverse uit roepen was ook niet buitengewoon groot, bij de plotselinge ontmoeting met zijn aan staanden schoonvader en bovendien hij had zóóveel te zeggen, dat hij niet .precies wist, waarmee hij moest beginnen. Dus zei hij maar luk-raak wat Trouwers, de admiraal scheen het niet op te merken, want die antwoordde op de geestdriftige uitroepen van den graaf al heel erg nuchter: Schreeuw niet zoo, beste kerel, Helene ligt hier in de buurt en die weet van de heele historie nog ïr'ets. En ik ben bang, dat de schrik en de opwinding haar kwaad zouden doen. Ze is nog niet zoo heel sterk. Ik zal haar kalm voorbereiden en dan hoop ik, dat ze morgen je aanblik zonder al te groote schckken zal kunnen door staan Dat zal wel losloopen, vroeger was ze ook nooit bang voor me en als ze niet goed in orde was, was ik altijd de beste me dicijn. Wel baasje, je hebt niet zoo'n kleine dunk van jezelf, maar ik wil wel aanne men, dat dat nog zoo zal zijn. Maar van avond is je bezcek hier in elk geval in cognito. Bovendien, een logeerkamer heb ik in mijn bergslot niet voor je. Je kunt bij mij in de kamer op 'n divan slapen, dat heeft in'n adjudant op expeditie ook vaak genoeg gedaan. Je meet maar den ken, dit is ook een soort krijgstochtAl geloof ik wel, dat de vesting je zonder slag of stoot in handen zal vallen. Dus je kruipt maar op de divan, beddegoed en zoo moet je maar excuseeren, want om slag zou Heleno maar opwinden en ze zou natuurlijk ook de logé willen zien. Dus je komt m'n deur niet in. voor Helene vei lig en wel onder de wol is. Och, het komt er n'et veel op aan vanacht. Van pure vreugde doe ik toch geen oog toe. Als U het geschikter vindt, blijf ik den heelen nacht buiten als een soort eerewacht voor Zijne Excellentie en zijn dochter Dat zul je wel zal'g uit je lijf laten, zu Bams«.u; dat is goed om doodziek te wor den. Het is hier Js avonds koud en meneer is natuurlijk in zijn dunne witte pakje naar boven gereden en warm en bezweet van den snellen rit. Verstand dat d:e pas- uitgekomen kerels hebbenLuister eens goed. Jij komt voorloopig geen stap ver der ik ga een fünken jekker voor je ha len en jij wacht hier on me. Als ik weer bij je ben, ga jij een eind wande'en of rij den iets verderop heb je een schitterend uitzicht op de zeeje kunt van een prach- tigen zonsondergang gemeten en dan geef je je maar een poosje aan je gelukkige overpeinzingen over. Ik heb zooveel maanden moeten wachten, dat ik die paar uren ook nog wel doorkom. De admiraal was spoedig met een ste- vigen zeemansjas terug en zu Ramsau reed naar den buitenrand van het pla teau, vanwaar hij een heerlijken zonson dergang over de Gele Zee aanschouwde. Helene had er niets van gemerkt, dat haar vader weggegaan was en even was teruggekomen om de jas te halen. Hij kwam nu bij haar in het bamboeboschje Ze lag op een ruststoel, goed ingepakt in een hoop dekens, maar ze rilde toch nog. Kindlief, het begint al danig koud te worden zou je het niet beter vinden om naar binnen te gaan Och, papa, de lucht is zoo heerlijk, zoolang de zon nog niet heelemaal weg is, wou ik liever buil en blij ven. Ik geloof niet, dat het verstandig is, Heleentje. De admiraal speelde met veel talent den rol van bezorgden vader en Helene schrok van den angstigen trek, die op zijn gezicht kwam. Maar vader, ik ben toch niet zoo ziek, dat U zich zoo angstig moet maken 1 Heelemaal niet, maar je kunt in dit klimaat niet voorzichtig genoeg zijn. Enfin, als U het beter vindt.... Ze stond op en aan den arm van haar vader liep ze langzaam door den zoetgeu- renden, bloeienden tuin op het huisje toe. Ze dronken samen thee en von Thüngen wist zijn dochter met een zoet lijntje vroeg naar bed te krijgen. Hij moest nog een lang rapport samenstellen, beweerde hij, dat absoluut morgen ochtend per es tafette naar de vertrekkende mailboot moest worden gebracht. Toen Helene veilig en wel in haar ka mer geloodst was, zette hij zijn pet op, trok zijn jas aan ,en wandelde naar de plateaurand, om zu Ramsau uit zijn ge vangenschap te verlosen. Met een paar flesschen bourgogne, een kistje Havana's en een behoorlijke hoe veelheid brood er. koud vleesch want zu Ramsau was hongerig geworden op zijn langen tocht installeerden de heeren zich in de gezellige zitkamer. En nu niet te luid praten, was het consigne, dat zu Ramsau kreeg. Daarop vervolgde von Thüngen: Neem je gemak, steek een sigaar op, drink een glas wijn en vertel me dan eens haarfijn alles van het proecs. Van den moord en wat zich daarbij had afgespeeld, was de admr'aal natuurlijk al door Helene op de hoogte Van het ver loop van het proces vertelde zu Ramsau alle bijzonderheden. Maar wat. von Thün gen vooral interesseerde was, hoe het kwam dat terwijl zu Ramsau eerst bij ge brek aan bewijs was vrijgesproken, hij toch weer in staatsdienst was aangenomen. Of er dan later bewijzen voor zijn onschuld aan het licht waren gekomen? Zu Ramsau vertelde nu verder, hoe door de ontdekkingen van von Holdau in den koffiekelder en door de verklaringen van den bedelaar was komen vast tc staan, dat, menschelijker wijze gesprokon, hij de schuldige niet kon zijn en dat zelfs de heehercre-commissaris, die eigenlijk de oorzaak van de heele vervolging was ge weest, nu ook wel van zijn onschuld over tuigd was. Ook de regeering was dat blijk baar, want toen zijn vertrek naar China al bepaald was, was hem meegedeeld, dat die benoeming nog kon worden ingetrokken en hij ook bij den binnenlandschen staats dienst kon worden aangesteld. Maar, besloot hij, voorloopig is mijn onschuld alleen nog maar negatief vastge steld, dus eigenlijk ontbreekt er nog wel iets aan mijn rehabilitatie, zoolang niet is bewezen, wie dc dader wel is. Maar von Holdau beweert bij hoog en laag. dat hij binnen het jaar ook de positieve bewijzen van mijn onschuld leveren zal. (Wordt vervolgd), jj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7