m VIERDE SLEUTEL
derde elad
de le1dsche courant
woensdag 20 februari 1929
Hai|^n Groot-Auditorium der Universi-
Jt alhier heeft herlenmiddag prof. C. C.
me r^' benoemd t°t hoogleeraar in de Ja-
Zoet ansc^e taa*" en letterkunde, als opvol-
r van Pr°L ^r- Hazeuj ziin inaugureele
oop de gehouden over het onderwerp:
treiki
de
eek
ihoudjl
loofdlijnen der Javaansche Litteratuur
geschiedenis".
Spreker begon met de aandacht er op te
stigen, dat gedurende de 325 jaar van
itact der Nederlanders met Java slechts
]jef,Einig gepresteerd is op het gebied der
jehot vaarsche taal- en letterkunde. Vooral op
£e^ie(i ^er letterkunde moet feitelijk
al het werk gedaan worden; zelfs-met
inventarisatie van het materiaal, dat
.erso P beoefenaar van de Javaansche letter-
hikb ode ter beschikking staat, is men nog
bi erszins gereed gekomen.
De eerste wctenschappelüke beoefe-
2 be ars van het Javaansch hebben vooral
ui aandacht geschonken aan datgene in
i Javaansche litteratuur, dal hun bekend
M. is uit de Sanskrit letterkunde. De mee-
Krong, dat de Javaansche litteratuur groo-
len ndeels ontstaan is door overname van
terair bezit van "Voor-Tndië, moest la-
herzien worden, toen bleek, dat er ook
be'angriike zuiver-J'avaansche letter-
•Tpr inde bestaal, en dat deze zelfs waar-
hijnlijk den vorm benaald heeft, waarin
stof der Sanskrit litteratuur overgeno-
n is.
s de kwestie van de verhouding van
t geïmponeerde tot het autochthone in
;1 Javaansche letterkunde van groot ge-
!1 cht tc achten, niet minder belangrijk is
vraag, welk deel van het Java-ansche
rnbii ij. bjj ontstaan der Javaansche let-
Aunde betrokken is geweest. Spreker
«nt, tot de conclusie te mogen komen,
plas if de Javaansche letterkunde niet gedra-
in geworden is door het gelieele Javaan-
le volk, maar alleen door den kraton-
:1a ari
e V
ove
Set
gsch
Hcewel wij riets positiefs weten van het
itstaan van de Javaansche kratons, schij-
in verschillende gegevens er op te wij
dat de Hindce's hierin een belang-
ke rol gesneefd hebben. Vermoedelijk
bben Hindoesche ridders hier en daar
Java de macht geüsurpeerd, en hebben
zich elders door een huwelijk met een
vaansche aan bestaande dynastieën ge-
renteerd. Zoo is een geslacht van Hin-
e-Javanen ontstaan, dat zich, wel onder
rloed van het Voor-Indische kas'enstel-
van de rest van het volk steeds ge
leiden heeft gehouden. Hun positie zal
verschillende omzichten te vergelijken
weest ziin met die der Indo-Europeanen
den Hollandsclien tijd.
Dat de Javaansche letterkunde alleen
n( dragen werd door de groen der Hindoe
varen, en dus niet de letterkunde van
it Javaansche volk geweest is, blijkt be-
dve uit den aard der letterkundige pro
leten en gegevens in die litteratuur zel-
ook uit het verloop van de Javaansche
teratuurgeschiederis. We kunnen hier-
drie perioden onderscheiden.
De Oud-Javaansche letterkunde bloeide
van omstreeks 1000 tot 1400op Java zelf
eindigde ze met den ondergang van de
kraton van Madjapahit, en Baffles vond
er omstreeks 1800 zoo goed als niets meer
van. De Middel-Javaansche letterkunde
hangt met de Oud-Javaansche onmiddellijk
samen: zij heeft zich op Bali ontwikkeld
uit het letterkundig bezit der Madjapahit-
sche Javanen, die zich omstreeks 1350
a!s heerschers op Bali gevestigd hebben,
en is dus de letterkunde van de Javaan
sche kratons op Bali (Gelgel en Kloeng-
koeng). Op Bali is de Oud-Javaansche let
terkunde ons bewaard gebleven, die op
Java ze'f verloren is gegaan.
De Nieuw-JTavaansche letterkunde is
die van Mataram en de Vorstenlanden.
Zij is niet de voortzetting van de Ottd-
Javaansehe litteratuur, maar wellicht van
de Oud-Martaramsche letterkunde, die
eens op Midden-Java in den tijd der Cai-
lendra's (750900) moet bestaan hebben,
maar welke geheel verloren gegaan is door
het verval van de kraton der Cailendra's.
Dit verval heeft niet alleen tot gevolg
gehad, dat de oude litteratuur van Mid
den-Java verdwenen is, maar levens, dat
de Hindoe-Javanen van Midden-Java zeer
sterk aan Javaniseerende invloeden bloot
gesteld ziin geworden, zoodat de lp tere lit
teratuur van Mid'1 en-Java, de Nieuw-Ja
vaansche. een veel meer geprononceerd
Javaarseh karakter heeft dan de Oud-Ja-
vaansche van Oost-Java.
S-n*. eindigde met de gebruike'üke toe
spraken, waarin vooral de afgetreden
ambtsvoorganger, prof. dr. Hazeu, her
dacht werd.
Leidsche Reddingsbrigade.
Gisteravond te half negen werd in de
Burchtzaal de jaarvergadering van de
Leiclsche Reddingsbrigade gehouden, wel
ke maar heel matig was bezocht. Ook van
het bestuur ontbraken verschillende leden,
deels tengevolge van drukke werkzaamhe
den, dee's door ziekte.
De vergadering werd geleid door den
heer F. v. d. Mark Jr., die zijn soijt uit
drukte over de weinige belangstelling, on
danks het feit, dat het bestuur, getuige de
ve'e berichten in de pers, zeer veel werk
heeft gedaan. Spr. hoopte, dat het jaar
1929 een productief jaar moge zijn en
vooral, dat de financiën weer op peil zou
den mogen gebracht worden.
De notu'en der vorige vergadering wer
den na lezing onveranderd vastgesteld.
Aan het jaarverslag, semen res' eld door
den secretaris den heer B. Planjer, stip
pen we aan, dat de nieuwe werkwijze,
na de reorganisatie gevolgd, over het al
gemeen reden tot voldoening geeft.
De Reddingsbrigade-commissie bestond
uit de heeren Mr. H. R. Goudsmit, voorz..
W. F. v. Ingen Schenau, vme-voorz. B.
Planje1*. secretaris, F. v. d. Mark Jr., W.
Gout, H. v Leeuwen en Th Seg?ar
De heer Goudsmit heeft de algemeene
leiding overgelaten aan den vice-voorzit-
ter.
Het aantal ondersteunende leden Pep
iets terug, n.l. van 111 op 107. De secreta
ris wekt in zijn verslag' allen op mede te
werken den achteruitgang lo veranderen
in vooruitgang.
Een lichtpunt daarentegen is, dat het
aantal brigade-leden (zij, die in het bezit
zijn van een bonds- en of brigade-diploma)
vooruitging en wel van 17 tot 26, hetgeen
een gevolg is geweest van de zomercursus
sen, welke werden gehouden op twee avon
den per week gedurende de zomermaan
den in de beide zweminrichtingen. Deze
cursussen gaven het bekende beeld van
erooten ijver in het begin en slapte aan
het eind van den cursus. De examens von
den in September plaats.
Evenals het vorig jaar werd ook nu, op
8 September, gedemonstreerd in het Rijn
en Schiekanaal bij do Wilhelm'nabrug.
Dank wordt gebracht aan allen, die hierbij
hun medewerking 'verleenden, in het bij
zonder aan den heer de Wit, die weer zoo
welwillend was kleedruimten in de fa
briek van „het Kaasmerk" beschikbaar te
stellen.
Door de doktoren mevr. StorckLoeber
en den heer Boonacier werden wederom
vrouwelijke, de tweede voor de manne-
vrouweleijke, de tweede voor de manne
lijke deelnemers. Aangedrongen wordt op
het deelnemen aan een herhah'ngsavond.
Door drukke werkzaamheid van de be
trokken doktoren is er nog «niets van ge
komen, om examen af te nemen in het me
disch gedeelte voor het brigade-diploma.
Twee cursisten, n.l. de heeren Duyvetter
en Castelein zijn bij het droevig auto
ongeluk aan den Lage Rijndijk in de gele
genheid geweest het geleerde in toepas
sing te brengen. Helaas zonder resultaat.
Meer succes had een cursist van het vorig
jaar, de heer Lieshout, die het genoegen
mocht smaken bij een jeugdige drenkeling,
de levensgeesten op te wekken. Op een
verzoek van de Reddingsbrigade, om een
belooning aan de Mij. tot Redding van
Drenkelingen, werd tot heden nog geen
antwoord gezonden.
Een ander onderdeel van de taak der
Reddingsbrigade veroorzaakte een steeds
voortdurende zorg, n.l. de instandhouding
van het reddingsmateriaal. De reddings
haken worden geregeld vernield, wegge
haald of in het water geworpen. De ruitjes
van de reddingskastjes worden gebroken.
Het is in één woord schandelijk. Tegen
over dit vandalisme staat de Brigade
machteloos. De politie helpt wat zij kan,
evenals de staf van brugwachters. In de
pers worden de klachten steeds geuit, zon
der merkbaar resultaat evenwel.
Aan alle scholen werd in overleg met
den wethouder van Onderwijs, mr. Tepe,
een tweetal wandkaarten gezonden, waar
op gedrukt een opwekk'ng om het red-
die ^smateriaal te beschermen.
De secretaris wrst er dan op, dat een
en ander erop wijst, dat de Brigade geld
noodig heeft. Zooals het op het oogen-
b'ik gaat, verwacht men, dat het saldo in
1930 op zal zijn. Derhalve zullen middelen
beraamd moeten worden om aan geld te
kemen.
Een punt van bespreking in de commis
sie is nog geweest de organisatie van op-
rcepings- en hulpdienst in den geest zoo
als dil in Haar'em en Dordrecht geschiedt.
Een oplossing Liervoor is echter nog niet
gevonden.
Aan het bestuur der L. Z. C. werd een
maal aanbevolen een reddingsmeda'lle te
schenken aan den heer P. v. Vliet, wegens
redding van een kind uit den Maresingel,
waarmede dit bestuur accoord ging.
Er bestend een aangename samenwer
king tussche het L.Z C.-bestuur en de com
missie der Reddingsbrigade.
Het verslag besluit voorts met een
kracht:ge opwekking tot zwemsters en
zwemmers om het zwemmend redden prac
tise te beoefenen.
Het financieel verslag werd voorloopig
goedgekeurd. Er is een batig saldo van om
streeks 200.
Met een toepasselijk woord werd vervol
gens door den voorzitter de reddingsme
daille uitgereikt aan den' heer P. van
Vliet, in het jaarverslag hierboven ge
noemd.
De bestuursverkiezing had tot resultaat,
dat de aftredende leden,'de heeren H. v.
Leeuwen en Th. Segaar, werden herbe
noemd. In de bestaande vacature werd ge
kozen de heer J. H. de Heide.
Bij de medededingen van- het bestuur,
zeide de voorzitter,, dat het bestuur van
meening was als eerste poging om de kas
te versterken het houden van co'lectes op
alle zwemfeesten van. Leidsche Zwemclub,
de Zijl en Reddingsdemonstraties in het
Kanaal. Dit voorstel werd goedgekeurd,
terwül dcor den heer Kwestroo werd voor
gesteld ook op vergaderingen te col'ectee-
ren. De daad bij het woord voegende, ging
de voorsteller rond en incasseerde ƒ5.45.
Een der aanwez:gen stelde nog voor
het bestuur van de Kaag te verzoeken
op écn der Kaavweek-dagen te mogen col
lect eeren voor dit doel. welk voorstel nog
werd uitgebreid tot een verzoek aan alle
vereenigingen in de stad, waar het hier
geen vereenigings- doch een maatschap-
pel';k belang betreft.
Het bestuur stelde verder vooi' een lo
terij te orga niseeren. zooals ook in andere
plaatsen wel gebeurd is. Dit denkbeeld
werd goedgekeurd, waarop tot leden van
de loterii-ccmmiss'e weden benoemd de
heeren W. F. v. Ingen Schenau, P. Ber
gers en W. F. v. cl. Reijden Jr. terwijl te
vens een dames-comité van bijstand zal
worden gevormd, waartoe zullen worden
uitgenodigd de dames mevr. de Vries,
mej. W. v. d. Noordaa, mevr. v. d. Mark
v. Duuren en mevr. de Boer.
De voorz. deelde verder mede. dat de
wintercursus dit jaar zal beginnen in
Maart. Deelnemers(sters) aan dezen cur
sus moeten zich zoo spoedig mogelijk
opgeven bij den secretaris, den heer B.
Planjer.
Namens de brigade brengt de voorz. een
woord van dank aan den heer Ch. van
Spall, die een groot aantal exemplaren
van de brochure der Rotterdamsche Vrij
willige Brigade tot het Redden van Dren
kelingen: „Wat moet ik goed onthouden?"
ter beschikking van de L. Z. C. en de bri
gade heeft gesteld, ter uitcleeling aan de
leden.
Langdurig werd nog van gedachten ge
wisseld over dc pogingen, die aangewend
kunnen worden om het reddingsmateriaal
te beschermen. Nieuwe middelen tot be
veiliging kenden echter niet aangegeven
worden, doch krachtig werd opgewekt alles
in het werk te stellen om het materiaal te
beschermen.
Ten s'otte had een reglementswijziging
plaats. Het aantal L. Z. C.-vertegenwoor-
digers daalt van maximum 4 op 3. Zulks
is mogelijk geworden, doordat de heer
Goudsmit bedankt heeft. Dc L.Z.C.-voor-
zitter krijgt echter het recht alle bestuurs-
en andere vergaderingen bi.i tc wonen. Het
aantal bestuursleden uit de diHomahou-
ders (niet-leden van L.Z.C. of Zijl) komt
van één op twee. Deze wijziging wordt zon
der besprek:ng goedgekeurd.
Nadat nog enkele mededpehngen waren
gedaan, bepleitte de heer Kwestroo het
maken van meerdere propaganda door b.v.
onderwüzers uit te noodigen tot red-
dingsdemonstralies, waarna sluiting der
vergadering volgde.
G s+eravond heeft in het Rijksmuseum
vonr Oudheden prof. F. Maj'ence van het
Musée du Cirqua"tenai-e te Brussel een
voordracht gehouden over de Grieksche
beelhouwwerken in dit museum.
muziek.
Liederenavorid Birgit Enrell.
De Deepsehc sopraanzangeres Birgit En-
srell gaf hier met Louis Schnitzïer aan
den vleugel een liederenavond. Dit der
de abonnementsconcert onder de auspi
ciën der Hollandsche Concertdirectie Dr.
G. de Kcos. dat verleden week wegens
on "es! eldheid van de zangeres werd uitge
steld, had vrij veel be'angste^ing. Dit is
niet te verwonderen, omdat Birgit Engell
in haar voordracht een lvrisehe charme
heeft, somtijds van de allerfijnste soort.
In haar aanvceling is iets algemeen men-
s-heMjhs. dat den toehoorder aanraakt.
Uit lyriek is alles bij haar opgebouwd;
haar inzicht en voordracht, haar keuze van
liederen, alles wijst op melodische weelde
en zoete vloeiing. Wanneer zij niet over
drijft. en haar stemregisters door te groote
klank uitbuiting niet doet verschiPen of
n'et te veel glissando's maakt, dan is haar
zingen zeer mooi. Een klankvoile mooie
stem bezit zij, waarmede zij technisch cor
rect en met perfecte loonvorming en
adembeheersching weet te zingen, hetgeen
zij samenvoegt met de plooibaarheid aan
haar lyriek en oen voortreffelijk Bel
Canto.
Van zekere coouetterïe valt zij niet vrij
te pleiten, en al is dit niet altvd mooi, zij
vermag het toch ook veriokke'ijk en wel
luidend aan te brengen. Hevig penetrant
inwerkend op hart en geest kan men haar
zingen niet ncemen. Beïnvlced wordt men
door de prachtig technische capaciteit en
de persoonlijk aangebrachte schoonheid.
Een mezza-voce heeft zij, die buitenge
woon is. Geeft zij niet al Ie veel, wat nog
wel eens gebeurt, den blijft men onder
haar bekoring, maar als dc voordracht
wordt aangedikt, zooals b v. in „Gretchen
Am Spinnrade", dat op verzoek werd ge
zongen, en in „Auf Flüge'n des Gesan-
gens" dat als extra-nummer werd uitge
voerd, dan valt zij weg. Van Glvck zong zij
„del mio dolce ardor", van Para dies
ongeveer Gluck's tijdgenoot „Quel ru-
xePetto". liederen die zii expressief voor
droeg. „Lef en Dankgebed", een Hol
la ndsch lied, zong zij met wijding en devo
tie, waarna een mooi 15de eeuwsch Chan
son „l'Amour de moi". Met de liederen
van Schubert was de zangeres minder ge
lukkig, ook al gaf zij soms emotioneele of
interressante oogenblikken. Sprache der
Liebe" vonden wij inderdaad zeer mooi,
terwijl ook ..die Forelle" met bewonderens
waardig raffinemont werd voorgedragen.
UIT DE RADIO WERELD.
Programrr.a's voor Donderdag 21 Februari,
Huizen, 336.3 M. Na Q uur 1852 M.
(Uitsluitend N.C.ILV.-uitzendingen).
11.11.30 Korte Ziekendienst.
12.301.45 Concert.
2.2.30 Schooluitzending. J. L. D. v. cL
Roest: Onder dc Papoea's op Winde'ssi.
0.7.Orgelconcert door A. v. Opstal.
8.Muziekpraatje door G. v. Raven-
zwaay.
9.Concert. Stodenavond in Doetin-
chem.
Hilversum, 1071 M
10.10.15 Morgenwijding.
lO.aO—10.45 Gramofoonmuziek.
10.4511.45 iJaarbeursconcert door hel.
Klin-Trio.
11.4512,Gramofoonmuziek.
12.152.Concert door het A.V.R.O.-
Trio.
2.2.30 P. Hydelaar: Gas in do huishou
ding.
2.303.Gramofoonmuziek.
3.4.Kniples.
4.-5.Ziekenuurtje. Dr. K. W. Spar-
naay en een trio.
5.5.30 Sportpraatje door H. Hollan
der.
6.7.15 Concert door het Omroepor
kest.
7.157.45 Enge'sche les.
8.15 Aansl. v. h. Concertcpbouw te Am
sterdam. Orkest o.l.v. dr. W. Mengelberg
in de pauze voordracht van W. Hunsche.
10.30 Persber.
Daventry, 1562 M.
10.35 Kerkdienst.
11.05 I ezing.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert (sopraan, viool, piano).
1.352.20 Concert. Orkest.
2.50 Voor de scholen.
3.10 Muziek.
3.20 Vesper^ i. d. Westminster Abbey.
4.05 Causerie.
4.20 Concert. Holloway's dames-kapel.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Vpstentcespraak.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Voor de landbouwers.
6.55 Muziek.
7.05 Handel's vioo1sonaten.
7.20 Nieuwe novellen.
7.35 Muziek.
7.40 lezing: India.
3— Pianoconcert door B. Mason.
8.10 Fal'é-eoncert.
10.N'euwsb.
10.20 T ezing.
10.35 Een verrassing.
10.5012.20 Dansmuziek.
„R a d i o - P a r i s", 1750 M.
12.°0 Protest, morgenwijding.
12.502.10 l~»rkes*concert.
4055.05 Klassiek concert.
7.057.50 Gramofoonmuziek.'
8.°0 Liter, causerie.
8.5011.10 Symphonieconcert.
Langenberg, 462 M.
9.35 Gramofoonmuziek.
1130 Gram of oor muziek.
12.251.50 Orkestconcert.
5.055.50 Orkestconcert.
7.20—8 15 Orkestconcert'.
8.20 Het Prisca-kwarfet. Eenzame mu
ziek. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1649 M.
11203.50 Lezingen.
3.504.50 Orkestconcert.
4.507 05 Lezingen.
7.20 Hoorspel „Die Maienköniein" van
Chr. Gluck. „Versiegeit", komische onera
van Leo Blech. Leiding: Cornelia Brons
geest. Vervolgens tot 11.50 Dansmuziek.
Hamburg 391.6 M.
'10.2011.20 Gramophoonplaten.
3.35 Orkestconcert.
5.20 Concert.
7.20 Militair concert.
9.20 Dansles.
1005 Heruitzending van buitenlamlschc
stations.
Brussel 511.9 M.
5.20 Orkestconeert.
6.55 Trio-concert.
7.20 Gramaphoonplaten.
8.35 Vocaal- en instrumentaaiconcert.
feuilleton.
Avonturen van Dr. Kurt von Holaau
Advocaat en Detective,
rij naar het Duitsch door J. v. d. Sluys.
- I)
ting en de samenhang van zijn diverse uit
roepen was ook niet buitengewoon groot,
bij de plotselinge ontmoeting met zijn aan
staanden schoonvader en bovendien hij
had zóóveel te zeggen, dat hij niet .precies
wist, waarmee hij moest beginnen. Dus zei
hij maar luk-raak wat
Trouwers, de admiraal scheen het niet
op te merken, want die antwoordde op de
geestdriftige uitroepen van den graaf al
heel erg nuchter:
Schreeuw niet zoo, beste kerel, Helene
ligt hier in de buurt en die weet van de
heele historie nog ïr'ets. En ik ben bang,
dat de schrik en de opwinding haar kwaad
zouden doen. Ze is nog niet zoo heel sterk.
Ik zal haar kalm voorbereiden en dan
hoop ik, dat ze morgen je aanblik zonder
al te groote schckken zal kunnen door
staan
Dat zal wel losloopen, vroeger was ze
ook nooit bang voor me en als ze niet goed
in orde was, was ik altijd de beste me
dicijn.
Wel baasje, je hebt niet zoo'n kleine
dunk van jezelf, maar ik wil wel aanne
men, dat dat nog zoo zal zijn. Maar van
avond is je bezcek hier in elk geval in
cognito. Bovendien, een logeerkamer heb
ik in mijn bergslot niet voor je. Je kunt
bij mij in de kamer op 'n divan slapen,
dat heeft in'n adjudant op expeditie ook
vaak genoeg gedaan. Je meet maar den
ken, dit is ook een soort krijgstochtAl
geloof ik wel, dat de vesting je zonder
slag of stoot in handen zal vallen. Dus je
kruipt maar op de divan, beddegoed en
zoo moet je maar excuseeren, want om
slag zou Heleno maar opwinden en ze zou
natuurlijk ook de logé willen zien. Dus je
komt m'n deur niet in. voor Helene vei
lig en wel onder de wol is.
Och, het komt er n'et veel op aan
vanacht. Van pure vreugde doe ik toch
geen oog toe. Als U het geschikter vindt,
blijf ik den heelen nacht buiten als een
soort eerewacht voor Zijne Excellentie en
zijn dochter
Dat zul je wel zal'g uit je lijf laten, zu
Bams«.u; dat is goed om doodziek te wor
den. Het is hier Js avonds koud en meneer
is natuurlijk in zijn dunne witte pakje
naar boven gereden en warm en bezweet
van den snellen rit. Verstand dat d:e pas-
uitgekomen kerels hebbenLuister eens
goed. Jij komt voorloopig geen stap ver
der ik ga een fünken jekker voor je ha
len en jij wacht hier on me. Als ik weer
bij je ben, ga jij een eind wande'en of rij
den iets verderop heb je een schitterend
uitzicht op de zeeje kunt van een prach-
tigen zonsondergang gemeten en dan geef
je je maar een poosje aan je gelukkige
overpeinzingen over.
Ik heb zooveel maanden moeten
wachten, dat ik die paar uren ook nog wel
doorkom.
De admiraal was spoedig met een ste-
vigen zeemansjas terug en zu Ramsau
reed naar den buitenrand van het pla
teau, vanwaar hij een heerlijken zonson
dergang over de Gele Zee aanschouwde.
Helene had er niets van gemerkt, dat
haar vader weggegaan was en even was
teruggekomen om de jas te halen. Hij
kwam nu bij haar in het bamboeboschje
Ze lag op een ruststoel, goed ingepakt in
een hoop dekens, maar ze rilde toch nog.
Kindlief, het begint al danig koud te
worden zou je het niet beter vinden om
naar binnen te gaan
Och, papa, de lucht is zoo heerlijk,
zoolang de zon nog niet heelemaal weg is,
wou ik liever buil en blij ven.
Ik geloof niet, dat het verstandig is,
Heleentje.
De admiraal speelde met veel talent
den rol van bezorgden vader en Helene
schrok van den angstigen trek, die op zijn
gezicht kwam.
Maar vader, ik ben toch niet zoo
ziek, dat U zich zoo angstig moet maken 1
Heelemaal niet, maar je kunt in dit
klimaat niet voorzichtig genoeg zijn.
Enfin, als U het beter vindt....
Ze stond op en aan den arm van haar
vader liep ze langzaam door den zoetgeu-
renden, bloeienden tuin op het huisje toe.
Ze dronken samen thee en von Thüngen
wist zijn dochter met een zoet lijntje
vroeg naar bed te krijgen. Hij moest nog
een lang rapport samenstellen, beweerde
hij, dat absoluut morgen ochtend per es
tafette naar de vertrekkende mailboot
moest worden gebracht.
Toen Helene veilig en wel in haar ka
mer geloodst was, zette hij zijn pet op,
trok zijn jas aan ,en wandelde naar de
plateaurand, om zu Ramsau uit zijn ge
vangenschap te verlosen.
Met een paar flesschen bourgogne, een
kistje Havana's en een behoorlijke hoe
veelheid brood er. koud vleesch want
zu Ramsau was hongerig geworden op zijn
langen tocht installeerden de heeren
zich in de gezellige zitkamer.
En nu niet te luid praten, was het
consigne, dat zu Ramsau kreeg.
Daarop vervolgde von Thüngen:
Neem je gemak, steek een sigaar op,
drink een glas wijn en vertel me dan eens
haarfijn alles van het proecs.
Van den moord en wat zich daarbij had
afgespeeld, was de admr'aal natuurlijk al
door Helene op de hoogte Van het ver
loop van het proces vertelde zu Ramsau
alle bijzonderheden. Maar wat. von Thün
gen vooral interesseerde was, hoe het
kwam dat terwijl zu Ramsau eerst bij ge
brek aan bewijs was vrijgesproken, hij toch
weer in staatsdienst was aangenomen. Of
er dan later bewijzen voor zijn onschuld
aan het licht waren gekomen?
Zu Ramsau vertelde nu verder, hoe
door de ontdekkingen van von Holdau in
den koffiekelder en door de verklaringen
van den bedelaar was komen vast tc
staan, dat, menschelijker wijze gesprokon,
hij de schuldige niet kon zijn en dat zelfs
de heehercre-commissaris, die eigenlijk de
oorzaak van de heele vervolging was ge
weest, nu ook wel van zijn onschuld over
tuigd was. Ook de regeering was dat blijk
baar, want toen zijn vertrek naar China al
bepaald was, was hem meegedeeld, dat die
benoeming nog kon worden ingetrokken
en hij ook bij den binnenlandschen staats
dienst kon worden aangesteld.
Maar, besloot hij, voorloopig is mijn
onschuld alleen nog maar negatief vastge
steld, dus eigenlijk ontbreekt er nog wel
iets aan mijn rehabilitatie, zoolang niet
is bewezen, wie dc dader wel is. Maar von
Holdau beweert bij hoog en laag. dat hij
binnen het jaar ook de positieve bewijzen
van mijn onschuld leveren zal.
(Wordt vervolgd), jj