DE STADHUISBRAND TE LEIDEN Agenda STADSNIEUWS *chrijven van den heer S. P. J. Borsten, •waarin vele feiten genoemd werden in zake de Olympische training. d:e niet door den beugel bonden. Spreker meende, dat. hoewel dit schrijven vertrouwelijk was, dit toch aan de vergadering te moeten mede- deelen. omdat hem bij een onderzoek op het bondssecretariaat gebleken was, dat deze brief niet met de feiten overeen stemde De heer Borsten begon zijn verdediging met zijn verontwaardiging er over uit te «preken dat zijn vertrouwelijke brief op deze vergadering werd gebruikt. Hij gaf een overzicht van de gebeurtenissen tij dens de training voor de Olympische Spe len. Hieruit bleek dat men een trainer had gehuurd die n et voor zijn taak berekend was en meerdere malen in het vervullen van zijn plicht was te kort geschoten, ter wijl het meer dan eens voorkwam dat deze trainer zijn candidaten liet staan teneinde de wielerbaan te bezoeken. Voorts bleken door den bondssecrefaris ten opzichte van het contract met den trainer aan zijn mede-commissie'eden onwaarheden te zijn verteld die hebben gele'd tot groote onte vredenheid. In sterke mate kwam naar voren dat de geheele tra'ning in het hon derd was geloopen door de onoordeelkun dige leiding van den trainer. Toen de boel vastliep heeft het bondbbestuur. na over leg rnet de betrokken commissies in twee vergaderingen, een directorium van drie personen samengesteld dat zich verder met de leiding zou belasten. Do admini stratie daarvan werd door den heer Min nes schromelijk verwaarloosd. Onder groo te beweging verklaarde de heer Borsten voorts dat de meerderheid in het direc torium van meening was, dat het zoo n et langer kon. De Belgische tour van het Olympische zevental werd een fiasco door de gebrekkige organisatie. Er was door den bondsseeretaris alles nagelaten om een behoorlijk verloop te waarborgen. Er was geen geld aanwezig, terwijl men in België naar een hotel moest zoeken om voor de ploeg onderdak te vinden. Het was een janboel. Deze rede bracht een zeer rumoerige btemm'ng teweeg. Men ging op 6toelen staan om het woord te krijgen. Eenigen eischlen een onderzoek, anderen bestraffing. Ten 6lotte werd on der groot lawaai voorgesteld om van deze onverkwikkelijke affaire af te stappen en de agenda verder te vervolgen. Dr. W. E. Merens voerde aan, dat de algemeene ontevredenheid in den bond zoo groot was, dat het zoo niet langer kon voortduren; teneinde hieraan voorgoed een einde te maken, d:ende hij een motie van orde in, om een commissie op korten termijn te benoemen, die alle grieven tegen het bondsbestuur zal onderzoeken èn naar aanleiding daarvan met plannen zal ko men tot reorganisatie van het bondsbe stuur. Voorzitter Bredius deelde daarop mede, dat hij dan allereerst het schrijven van 17 vereenigingen behandeld w lde zien waar in het bestuur werd uitgenoodigd om zijn mandaat ter beschikking van de vergade ring te stellen. De heer G. Blitz (IJ) voerde aan, dat met een eventueel aannemen van die mo tie het bestuur gerust kon aanblijven want het is zeer goed mogelijk, dat er in het huid'ge bestuur nog menschen zitten, die na de bestuursreorganisatie in aanmerking komen voor enkele functies. Zeer langdurig werd over de motie van gedachten gewis seld, omdat, de mogelijkheid bestond, dat het bondsbestuur bij aanneming van deze motie, die ind:rect een afkeuring op het beleid van heb bondsbestuur was, zou af treden. De heer Bredius meende, dat toch eigen lijk eerst de bestuursverkiezing diende ge houden te worden. Ook hierover ontspon zich een langdurig debat. De vergadering sprak zich er voor u t om geen bestuurs verkiezing te houden en daarmede te wach ten tot na de reorganisatie. Hierop ver zocht de voorzitter om de vergadering voor vijf minuten te schorsen teneinde het bondsbestuur in de ge'egenheid te stellen zijn houding te bepalen. Na heropening zegt de heer Bred:us, dat het bondsbestuur geen bezwaar heeft tegen deze motie. Weer kwam een onver kwikkelijk debat over deze motie. De heer Van der Vegte riep, dat het bondsbestuur onwillig was en dat do motie in stemming gebracht moest worden en geen bestuursverkiezing to houden, dan zijn ze meteen weg! Het rumoer nam na deze verklaring be denkelijke afmetingen aan. De mot'e werd vervolgens bij gedeelten in stemming ge bracht en daarna in haar geheel. Het re sultaat was, dat zij werd aangenomen met 94 stemmen voor en 54 tegen. De heer Bre dius nam hierna het woord en deelde on der groote sti'te mede dat het bondsbe stuur docr het aannemen dezer motie zich genoodzaakt zag col ectief ontslag te ne men. Deze mededecling werd met groot applaus door de vergadering aangehoord. Het bendsbestuur verliet daarna onmid- do'Iijk de vergadering. Door een der afgevaardigden werd aan Dr. Merens verzocht voorloopig de ver gadering verder te presideeren ten einde te beraadslagen hoe verder gehandeld zal werden. Onder groote beweging werd de vergadering voortgezet en besloten een reorganisatie-commissie te benoemen, be staande uit vijf personen, waaraan toege voegd zal worden, een afgevaardigde uit elk gewest. Tot deze reorgan'satie-com- missie werden gekozen de heeren C. F, Ke'lenbaeh, A. F. Krul, G. Blitz, A. W. Sabel en H. Wissink. Aan deze commissie werd door de vergadering alle steun toe gezegd. Het ligt in het voornemen deze bestuursreorganisatie onmiddellijk ter hand te nemen. VOETBAL. Een bevroren scheidsrechter. Dat aan het spelen van voetbalwedstrij den in de thans heerschendo koude groote gevaren verbonden zijn, bleek in Berlijn. Daar werd de wedstrijd tusschen Noord- Duitschland en Zuid-Oest-Duitschland 20 minuten na de pauze gestaakt daar ve'e spelers door den harden grond verwond'n- gen hadden opgeloopen en er ook gevallen van bevriezing van vingers enz. voorkwa men. Tn de kleedkamer kwam de scheids rechter tot de minder aangename ontdek king, dat zijn beide ooren bevroren waren, waarvoor de hulp van een dokter moest worden ingeroepen. Het is duidelijk, dat niet alleen de harde velden doch ook de lage temperatuur een beletsel zijn voor voetbal. WATERPOLO. DuitschlandEngeland 114. Een Wolffbericht uit Berliin meldt dat Duitschland met 114 van Engeland heeft gewonnen. Met de rust was de stand 70. LAWNTENNIS. Het Leidsche tennispark. Naar de ,N. R. Crt." verneemt zal in het fnuikende gebrek aan tennisbanen in de Sleutelstad in den komenden zomer worden voorzien door den aanleg van ne gen banen op een terrein aan den Hoogcn Morscbweg. Zij worden vervaardigd van gemalen baksteen met dra neerende onder lagen, gelijk bijvoorbeeld te Noordwijk, en zullen dus ook bij slecht weer bespeelbaar zijn, hetgoen voor Leiden, dat tot dusver binnen haar eigen muren niets anders kende dan de verleden jaar voor do com petitie afgekeurde Posthof-banen, een on gekende weelde zal beteekenenDe lei ding van de banen (genaamd: het Leid sche Tennispark) zal berusten bij den heer H. Schotborgh, den uit Noordwijk bij velen welbekenden tennisleeraar. Het complex zal geheel modern worden ingericht met een clubgebouw en een verhoogd terras, dat u tzicht zal bieden op een tweteal ba nen van internationale afmetingen (met een uitloop van zeven meter). De officieele or>ening zal plaats hebben op Zaterdag 16 Maart. Vermoedelijk zullen dan eenige ex- hibition-partijen worden gespeeld. SCHERMEN. Opening schermzaal Gijsberti Hodenpijf. De schermsport te Leiden en omgeving heeft de laatste jaren meer en meer beoefe naren gekregen en die stee ls toenemende groei heeft den heer Gijsberti Hodenpijl aanleiding gegeven eindelijk in de te Lei den reeds lang bestaande behoefte aan een schermzaal to voorzien. De zaal is Zater dagmiddag op ecnigs-zins feestelijke wij/o geopend in een der zalen van het Nutsgo- bouw aan de Stecnschuur, tot voor eenigen tijd in gebruik bij de Vereeniging van Vrou welijke Studenten te Leiden. Toen omstreeks drie uur de verschillen de genoodigden in een der benedenzalen zich hadden verzameld, heette de he,cr Gijsberti Hodenpijl hen allen hartelijk wel lconi, in hot bijzonder rle vertegenwoordi gers van de Leidsche Politie-Sportverecni- ging, der Leidsche Scherm vereeniging en der Seliermvereenigiug A. E. W., der Leid sche Studentenverceniging Arena Stud'o. sorum, van M.T.G.S. en van dc schercmers uit Alphen aan den Rijn. De heer Gijsberti zette vervolgens het deel van de opening van deze schermz-tal uiteen en zeide, dat er sinds jaren te Lei den behoefte bestond aan een scherm school, want de schermers uit Leiden ver trokken naar Den Haag en andere plaat- :t Is nu vijf of zes jaar geleden, dat de ■schermsport te Leiden nieuw en beter le ven werd ingeblazen, toen kapitein, nu ma joor A. E. W. de Jong een aantal offi<ie- ren wist te bewegen met hem de scherm sport te gaan beoefenen. Dank zij het op treden van majoor de Jong is de animo de laatste jaren sterk uitgebreid en verschil lende vereenigingen hebben daaraan het ontstaan te danken. Dat deed den heer Gijsberti de behoolte aan een schermza.il inzien en dank zij den steun, vooral van majoor de Jong, heeft spr. hel aangedurfd deze zaal te openen. Spr. wijst er vervol gens op, hoe de conneetio met majoor de Jong hem van groot nut is geweest, zoowel voor zichzelf als voor zijn leerlingen. Spr. clankt voorts het bestuur van het Nutsgo- bouw, in het bijzonder den heer E. W. Wichers Rollandet, verder den concieige. de firma van Berge Henegouwen en Bonnet, die voor de restauratie van de zaal zoig droegen en de bekende firma Lanfers, die voor de verdere aankleeding der zaal zoig droeg door het aanbrengen van wapens, enz. langs de wanden. Hierna verzocht spr majoor de Jong tot de opening te wil'en overgaan, waar--p deze zeide, dat het in zijn langdurige schermloopbaan voor de eerste maal is, dat hij tot de opening van een schermzaal mag. o\ergaan. Sport, aldus spr., vraagt in het algemeen meer daden dan woorden en hij noemt het een heel werk om een schermzaal te openen. Spr. noemt. verder den lieer Gijsberti een goed schermer en een good instructeur. Een typisch staaltje van zijn bekwaamheid heeft hij gegeven bij de op leiding van den jeugdigen Stapel; het heeft weinig gescheeld, of deze jeugdige schei- mer was in de Olympiade-ploeg opgeno men. De schermverecnigiiig A.E.W. ward opgericht, een leerling van den heer Gijs berti en deze vereeniging behaalde het af- geloopen jaar de ecre-plaats in haar afdee- ling. Dit. alles pleit voor den instructeur en zijn leiding valt daarom zoozeer te prij zen, omdat hij vóór alles leerde, dat do schermer zich weet le beheerschcn, dat hij zijn verlies weet te uragen en dat hij weet te annoncceren, wanneer hij geraakt is. Dat was werk in de goede richting en in eerlijk heid en sportiviteit hoeft de heer Gijsbei li 6teeda een voorbeeld gegeven en daartoe heeft hij s'eeds aangespoord. Daarom twijfelt spr. er niet aan, of deze 8chermschonl zal het wel doen en gaarne verklaarde hij hiermede de zaal geopend, zich overtuigd houdend, dat zij in een stad als Leiden, met zijn academie, zijn burgerij en garnizoen een goed toekomst tegemoet gaat. Nadat eenigé ververschingen waren rondgediend begaven de genoodigden zich naar boven, waar de schermzaal is gele gen. 't Is inderdaad een heel gezellig inte rieur en we twijfolen'er niet aan, of velen zullen hetgeen de heer Gijsberti hier heeft tot stand gebracht weten te waardeeren. Rest ons nog te vermelden, dat de heer Gijsberti enkele bloemstukken ontving, o.m. van de Ond. Oft Ver. D. V. V. Oproep uit de Universiteits kringen. In tfen brief, dien do Senaat der Leidsche Universiteit eenige weigige uren nadat het Stadhuis in vlammen opging, tot den Gemeenteraad richtte schreef hij o.a. het volgende: „Van al de ge bouwen, waaraan het Vaderland den roem dankt van een eigen nationale oucle bouw kunst, was er geen ander, dat zoo we zenlijk en op zoovele wijzen symbool en uitdrukking mocht heeten van ons volks- en staatsbestaan in de dagen van vor ming en jonge kracht Leiden's Stadhuis was een nationaal gedenkteeken, niet eens voor de stad alleen. De eerbied voor het geslacht, dat den kamp bestond en den bouw stichtte, legt ons gebiedend op te zorgen, dat de daad, die thans een blind onheil vordert van de twintigste eeuw, die der zestiende waardig zij." Wij hebben het volle vortrouwen, dat het gemeentebestuur van Leiden, bij het welk* de beslissing berust over den her bouw, die beslissing slechts zal nemen na zich op de allerbeste wijze te heb ben doen voorlichten over de mogelijk heden van dien herbouw, en dat het daar bij ook zal rekening houden met de zoo algemeen gevoelde wenschelijkbcid om althans den gevel aan de Breestraat en den toren te herstellen in den vorm, die ieder Nederlander zoo lief is geworden. De voorbeieiding dier beslissing zal tijd kosten en eerst als de bouwplannen vas ten vorm zullen hebben aangenomen, zal kunnen worden uitgemaakt op welke wijze ook het particuliere initiatief, dat reeds thans wil deelnemen aan den wederop bouw, zijn wenschen zal kunnen omzetten in daden. Deze daden zullen dan wel den vorm hebben aan te nemen van schenkin gen van benaalde 6tukken der afwerking van het gebouw. Tot hen, die dan zeer zeker niet achter zullen willen bliiven behooren in de eer ste plaats ook de vele duizenden in den lande die, doordat zij vroeger in Leiden hebben gestudeerd of dit thans doen, dan wel door dat zij hun levenstaak vinden in de handhaving en zoo mogelijk verhoo ging van het wetenschappelijk peil der universiteit, tezamen uitmaken wat wal genoemd is de Univcrsites Leidensis Maxima. Het is tot deze al'en dat wij ons richten met de verzekering, dat wij diligent blijven in hun geest en dat wij, met volle vrijlating van degenen, die meenen reeds thans gelden te kunnen in- zame'en, nadere voorstellen zullen doen, zoodra deze vaste vormen zoden kun nen aannemen; zóó zal de Leidsche aca demie in haren wijdst en zin in den we deropbouw van het stadhuis het aandeel hebben, dat, wij zijn er van overtuigd, elk harer leden wenscht. üet is ons bekend, dat aan het ge meentebestuur van Leiden elk denkbee'd voor den wederopbouw welkom zal zijn; gaarne zal de eerstondergeteekende zoo danige denkbeelden in ontvangst nemen en dan dadelijk doorgeven aan den Burgemeester. De Rector Magnificus, Jhr. Mr. W. J. M. VAN EYSINGA. De Voorzitter van den Universi teitsraad, Mr. W. R. MEES. De Praeses Collegii namens alle Leidsche Studenten, H. P. LINTHORST HOMAN. Een commissie uit de burgerij. Naar aanleiding van de proclamatie van den burgemeester (zie 1ste pagina), kun nen wij mededee'en dat de Dijkgraaf van Rijnland, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, reeds het initiatief heeft genomen, om een commissie bijeen te roepen, waarin de bevolking onzer 'gemeente in al haar lagen is vertegenwoordigd, teneinde op die wijze aan de Leidsche burgerij gelegenheid te geven zich te uiten. Bovenstaande plannen, èn van de Uni versiteit èn van den Dijkgraaf van Rijn land zijn zeer sympathiek. Wij veronderstellen, dat de bedoeling is, uit spontane giften aan het Gemeente bestuur voor het Raadhuis passende ge schenken aan te bieden; niet een geld-in- zameHng om een bedrag gelds als zooda nig bijeen te krijgen en ook niet een in zameling, zooals in de re-s geschie-'t, wan neer er ergens geldelijke nood is te lenigen. Hoewel wij voor do financiee'e zijde van de ramp geenszins blind zijn en de geldelijke gevolgen niet onderschat ten. mogen wij toch niet sorel-en van een finnncieele ramp, ter leniging waarvan heel de burgerij zou moeten worden op geroepen. Intusschen zien wij met belangstelling de verde-o uitwerking van bovenbedoe'de sympathieke plannen tegemoet, den initiatiefnemers daarvoor nu reeds den dank der burgerij uitsprekend. De meening van dr. Jan Kalf. Op de vraag, of het verbrande Leidsche stadhuis moet worden horbouwd in zijn oude gedaante, antwoordt dr. Jan Kalf in de N. R. Crt. het volgende. Niemand weet nog wat er van het mo nument werkelijk is overgebleven, omdat niemand nog heeft kunnen onderzoeken in welken toestand zich het belangrijk deel van den voorgevel bevindt, dat thans nog overeind staat, omdat niemand kan zeggen, welke bruikbare fragmenten van de omgehaalde toppen nog onder puin bedolven liggen en niemand ook maar kan nagaan, welke gegevens voor een eventueelen herbouw van de in het silhouet van Leiden onmisbare torenspits in den brandstapel zijn bewaard gebleven. Het Leidsche stadhuis was niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, van archi tectonisch belang, het was een in steen verbeeld stuk ontroerend vaderlandsche geschiedenis, het was het hart-zelf van de stad, die het Spaansche beleg doorstond. En er staan nu nog, en oogenschijnlijk ongeschonden, die verzen van Jan van Hout in, die in hun gewonde mensche- lijkheid en diepe vroomheid ons meer van het beleg vertellen dan dikke boeken: ik bedoel dat wonderlijk bewogen chro nogram: nae zWarte hUunger-noot gebraCht had tot de doot. bJnaest zes dVIzent MensChen; aLst god den heer Verdroot, gaf hl Uns Weder broot. zoVeel WI CUnsten WensChen. De beslissing over het leven van een monument als dit kan niet afhangen van academisch debat en niet berusten op theorieën. Als het met menschel ijko inspanning ook maar eenigermate mogelijk is voor Leiden een goed stadhuis te bouwen en den ouden gevel en de toren daarbij te doen herleven, dan zijn wij verplicht aan het_ nageslacht over te dragen althans de herinnering aan' wat het voorgeslacht ons naliet. Ik heb daarom alleen den raad gege ven: doe al wat mogelijk is om verdere beschadiging te voorkomen, bouw een stei ger, die beschut en onderzoek mogelijk maakt, en als dat onderzoek gebeurd is waarvoor de dooi dient te worden af gewacht en het architectonisch pro bleem van bet nieuwe stadhuis bostu- deerd neem dftn een beslissing. Franscho oordeelen over het Leid sche Stadhuis. De correspondent van de „N. R. Crt." te Parijs schrijft: Het Journal des débals is weer het eenige Franscbe blad, dat uitvoerig de beteekenis van het afgebrande stadhuis van Leiden in het licht ste't. Hubert Mo- rand schreef er een gedocumenteerde ne crologie van en haalt er eenige Fransche getuigenissen van vroeger tijd over aan. Maxime du Camp bezocht Leiden tegen het einde van het tweede keizerrijk. De gevel maakte op hem den indruk van een taart(!), „heel pretentieus met penakols en een menigte k'eine obe'isven, die een allervreemdst effect maken". Maar me vrouw Bulteau, die onder den schuilnaam Jacques Oostade in 1914 een reisverhaal in het licht gaf, zegt het anders. „Het be roemde Leidsche stadhuis", aldus leest men bij haar, „zoo gced in evenwicht, zoo juist in de verhoudingen, bevallig, be scheiden, vriend el i:k, is een heel mooi huis, waar men zich voor zijn leven zou willen vestigen. Bij het doorwande'on ver geet men te denken aan het verleden om de plekken te kiezen, die norden tot lang en ongestoord lezen, tot gebabbel en een zaamheid. Mqn verlaat het een beefe be droefd alsof men er een oogenblik heer en mees+er geweest was, en alsof men er herinneringen laat." Nog eenige bijzonderheden. We naderen nu den nacht, dat voor een week ge'eien ons fraai stadhu's door vlam men werd vernield. Deze gehee'e week is iedereen in 3tad en land van den ochtend tot den avond bezig gehouden met het droevig drama, dat in dien noodlottigen nacht zich afspeelde. En nog hooren we telkens bijzonderhe den, die nog niet bekend zijn. We wil'en er een'ge van vertel'en. Zoo gaf de commandant van de brand weer Maandag j.h, den eersten dag van de abnormale koude order, dat alle brand- krar.'en in de 6tad. ten getale van 506, ten spoedigste moesten worden ontdooid, doch.... in ieder geval die voor het stad huis. Verder oordeelde de heer Verhoog het noodig, dat Maandagnacht door vier brandwachts zou worden wacht gehouden en niet door één. De buitengewone koude noodzaakte den heer Verhoog dezen maat regel te nemen en toen men hem vroeg wat er dan in den nacht van Dinsdag op Woensdag moest gebeuren, antwoordde de heer Verhoog: w'e dan leeft dan zorgt. De heer Verhoog, zulks vernamen we evenmin als het bovensatande van hem zelf, heeft van Maandag op Dinsdag een onrustigen nacht gehad, bevreesd als hij was voor brand. Zijn vermoeden is maar al te zeer bewaarheid geworden. Zeer weinig is ook geschreven over het feit, dat de brand feite".ijk* gealarmeerd is door den dienstdoenden ambtenaar aan het telefoonkantoor, den nachttclefonist La bord us. Het fe't. dat den telefonisten bij ambts eed verboden Is, iets mede te deelen, is daarvan oorzaak. Desondanks zijn we erin geslaagd uit dezen bewusten nacht nog iets te weten te komen. Aan de activiteit van den heer Labor- dus is het n.l. te danken geweest, dat de brandweer zoo spoedig kon worden ge waarschuwd. Toen hij het bewuste waarschuwiugs- lampje van de te'efoon zag g'oeion, ge voelde hij aarstonds, dat or iets niet in orde moest zijn Had hij op het niet ontvangen van een antwoord niet verder nagedacht, dan was de ramp veel later ontdekt geworden. De heer LaborduB heeft, zoo vernemen we van politie-zijde, voor een zware taak gestaan om den drukken telefoondienst in dien rampzaligen nacht naar behooren te doen functioneeren. Hij zag zich dan ook genoodzaakt een telefoonjuffrouw om assistentie te verzoe ken, waaraan dezo natuurlijk onm'ddellijk voldeed, terwijl zij tegelijkertijd een zus ter van haar raedenam, die, hoewel zij nimmer op het telefoonkantoor geweest was, eveneens van veel nut voor den dienst is geweest. Met hun drieën ten slotte heb ben zij den drukken telefoondienst op uit stekende wijze waargenomen en kemt hun, met den heer Labordus aan het hoofd, zeker een woord van hulde toe. De gerr.eente-rrachino weer op gang. We hadden hedenmorgen een kort on derhoud met den genieente-sccietnris, mr. dr. C. E. van Strijen. die ons mededee'de dat de gemeente-machine weer op gang gekomen is. Er is hard gewerkt door alle ambtenaren Donderdag. Voordracht Prof. Verhaatl „Huwelijksbeletselen". Universi-I teitsgebouw, 8 uur. Donderdag. Groote ouder-avond, Grai beurs, 8 uur. De avond- nacht- en Zondagdienst de? apotheken wordt van Maandag 18 tol en met Zondag 24 Febr. a. s. waargeno. men.door de apotheek van den heer P. d Croix, Rapenburg 9, telefoo 807. Hoest, È£©^3|3BjijcrB Milnhardt's hlocstiatóttaiL Coos 30 ct Mijnliardt's KeelpijnttfoirfHen, 60 en 30 ct Bij Apoth. en Drogisten 978 van hoogen tot lagen rang, terwijl van vele zijden medewerking wordt ondervonden om te komen tot heropbouw van hetgeen vernield De gemeentelijke machine is weer aan den gang gekomen en de eerste taak, waar. voor men thans staat, is het herstel het bevolkingsregister, waarvan slechts een zoer klein gedeelte is teruggevonden. De chef van de afdeeling Burgerlijk! Stand staa-i hier voor een zware taak. Bin. nen den kortst mogelijken tijd zal een nieu. we volkstelling plaats hebben, waaibij dankbaar gebruik kan worden gemaakt van de gegevens, die bet Centraal Bureau voul de Statistiek kan verschaffen. Zoo hoopt men ook tijdig gereed te kun nen komen met de niöuw tc maken kiezers lijst, opdat do Tweede Kamer-verkiez.'ug voor Leiden geen vertraging zal geven. Langzamerhand hoopt men de verschil lende gemeentediensten weer te kunnen doen functioneeren. Men hoopt echter, dat onder de puinhoo- pen nog gegevens zullen rusten, die voor de verschillende diensten van belang zijn. On der de puinhoopen bevindt zich tevens nog de brandkast van Gemeentewerken, waar in zich een geldswaarde van 1500 bevindt. Schriftelijke vragen aan B. en W. van Utrecht. De beeren Frijda en Zuidam hebben de volgende vragen gericht tot B. en W. van Utrecht 1. Welke waarborgen bestaan er, dat de registers van den burgerlijken stand en andere belangrijke bescheiden, die voor hot functioneeren van den gemeentedienst de regeling van het openbare leven en voor de geschiedenis van onze gemeente onmisbaar zijn, zoo voel mogelijk tegen het gevaar van een brand als te Leiden gewoed heeft zijn beschermd? 2. Kunnen B. en W. ook mcdedeclingco Dc doen omtrent de inrichting der gemeerde- lijko localiteiten en archieven, waar b© scheiden, als in de eersce vraag worden be doold, aanwezig zijn, in het bizonder tei aanzien van de voorkoming van brandge vaar? 3. Zijn B. en W. bereid ten spoedigst* mautregclen te nemen, om zorg ta dragen Ue dat bescheiden als boven bedoeld, vooi 'verst zoover dat nog niet het geval mocht z. in brandvrije gelegenheden worden be waard? Spreekuur wethouder van Onder wijs. De wethouder van Onderwijs mr. A. F L. M. Tepe, zal voorloopig zijn spreekuur houden in het Gebouw der K. S. A., Steen- schuur 17. Het oude gebouw, Door den noodlottigen brand, die onfiy, mocie Stadhuis verwneslte is alles, wat eens het oude gebouw uitmaakte, in hetj( miildelpunt der belangstelling gekomen. 1(i Alle platen, teekeningen, schilderijen, jejj enz., zijn op het oogenblik actueel ge worden. Een kostbare verzameling plaatwerk bezit de heer Zandvliet, kantoorboekhan delaar Haarlemmerstraat 117a. Deze bezit niet alleen afbeeldingen van het uitwendige, voormalige stadhuis, D.. maar ook tal van detailteekeningen, zoo wel van gevel, fragmenten, ornamenten, koppen, enz., als van den toren, in zijn geheel zoowel als in doorsnee. Verschillende dozer inderdaad i volle stukken heeft de heer Zandvliet voor de ramen van zijn winkel opgehan gen. Vi Dir.s med Maa Let gew. vers pare ge pa en j. bij s Woe len c Tc stern reed hem van toesl mini Vc zenk ginc Zi Wetl waai het bedr roidd ruim ccrti Dc niet gp te culie maar been mou\ lijkht kon 1 dag :e hi ten ach beste 'oorz Pu [oor ir-em liet. I iijk o naar regel liere beste HET GEMEENTEBESTUUR EN DE KOUDE. In een onderhoud op j.l. Zaterdag tui- schen den Wethouder van Soek'le Zaken den heer Gos-linga en afgevaardigden dei Scc.-Dem. Raadsfractie en van den Leid- schen Bestuurdersbond, zijn door laabt genoemden de navolgende punten ter spra ke gebracht: a. Doorgaande verstrekking van 1 H.L cokes extra per weck- zoolang de koude aanhoudt aan allen, die werklocs zijn o! door het Burgerlijk Armbestuur worden ondersteund. b. Het geven van een toelage op allo on dersteuningen vanwege do crisiscommissie, de kassen en het Burgerlijk ArmbestdM van f 3.per week voor gehuwden en kóól- winners en ƒ1.50 voor kostganger! c. Hetbescbikbaar stollen van warme middagmalen tegen den prijs van 5 couli per portie voor alle personen, die daar van gebruik willen maken. Do distributie daarvan te doen plaatl hebben van uit lokalen in verschillende len der stad. d. De verstrekking van dekens aan hen die na inercsteld onderzoek blijken a tc-re bedekking behoefte te hebben. De Wethouder deelde den heeren nnai aanleiding van punt a (cokesvoorzieninj 2-1 Voor; En ment schoj; zonch voorr van vaste gerie! verrji daan gevei ve'e talen bekei Z. uit I werd Henc de le eD vf ierier Me vergt door kers Th. I kape linge ters On zich zen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 2