UIT HET VATICAAN LIED VAN DEZEN TIJD door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome). ROME, 3 Februari 1929. Ieder jaar in den namiddag van den feestig van Maria Lichtmis begeeft zich de H. Vader naar de Consistoriezaal, om daar op den troon de offer-kaarsen in ont vangst te nemen. De kapittels der verschil lende Romeinschc kerken, de orden cn congregaties zenden dan hun vertegen woordigers, om aan den Paus de sierlijk beschilderde kaarsen met de gebruikelijke liturgische ceremoniën aan te bieden. Ook do rectoren der verschillende Italiaansche seminaries en buitenlandschc colleges ko men, ieder vergezeld van tweo seminaris ten als afgevaardigden, naar deze plech tigheid, waarbij ook dit jaar de bloedver wanten des Pausen, de Pauselijke hofstoet en de commandanten der Pauselijke lijf wacht, het diplomatieke corps, de Romein- sche adel en talrijke genoodigden tegen woordig waren. De H. Vader sprak tot allen eenige vriendelijke woorden en gaf zijn grooto blijdschap te kennen, omdat er zooveel Oostersche seminaristen aanwezig waren. Dezer dagen heeft Z. H. de Paus een bezoek gebracht aan een tentoonstelling van kerkgewaden, kelken, remonstransen, kandelaars, wierookvaten, altaarlinnen onz.' enz. die door de Congregatie van de Zus ters van het H. Hart ten bate van de Mis sie waB georganiseerd. De H. Vader werd rondgeleid door de algemeene overste, waarbij Z. H. herhaal delijk blijk gaf van zijn groote voldoening voor hetgeen hem hierbij werd aangeboden. Nadat de Paus de lange rijen van Zus ters en kinderen was voorbijgeschreden en hen allen tot den handkus had toegelaten, nam hij plaats op zijn troon, om een toe spraak te houden tot de aanwezigen. Het was voor den H. Vader ëen moeilijke taak om de Zusters en kinderen zijn dank te be tuigen voor al hetgeen zij voor do Missies hadden bijeengebracht. Vooi'al was de Paus diep ontroerd bij de bezichtiging van de af zonderlijke kleine tentoonstelling van aller lei nuttige en mooie geschenken, die door de kinderen van het klooster Trinita dei Monti te Rome door versterving en onthou ding van snoeperijen waren bijeengespaard. Het meest dankbaar echter was de H. Vader voor de geestelijke geschenken en aalmoezen voor de missie, in den vorm van gebeden en Apostolische H. Communiëu, die door de Zusters en de kinderen waren opgedragen. Nadat Z. H. zijn bijzonderen zegen gege ven had, keerde de H. Vader weer terug naar zijn particuliere vertrekken, terwijl de aanwezigen allen diep onder den indruk waren van 's Pausen ontroeringwekkende woorden. Z. H. de Paus ontving in plechtige audiëntie de Professoren der Gregoriaan- sche Universiteit, die den H. Vader bij mon de van hun Rector Magnificus, Dr. Gian- franceschi, hun hulde kwamen aanbieden bij het begin van het Pauselijk jubeljaar, waarbij zij tevens een geschenk aan Z. H. aanboden, bestaande in alle werken, die door de professoren onder hetpontificaat van Pius XI geschreven waren. Het was een prachtige verzameling boe ken, alle afzonderlijk gebonden in wit lee- ren prachtband, met gouden opdruk van het Pauselijk wapen. De Rector hield 'n geestdriftige toe spraak, waarin hij de aandacht vestigde op het heerlijk verleden van do Gregoriaansche Universiteit, die zich gelukkig rekende, ook eenmaal do thans regeerende Paus onder hare studenten te mogen hebben gerekend, terwijl nog onlangs de H. Vader, door een bijzonder Motu Proprio de Universiteit een belangrijke uitbreiding had doen on dergaan. De H. Vader gaf zijn groote vreugde te kennen over het feit, dat Zijne kinderen bij Hem waren in het huis van den gemocn- schappelijken Vader, het huis van alle kin deren der groote katholieke familie, maar vooral ook, omdat thans zooveel bevoor rechte kinderen Hem omringden, die zich voorbereidden, om later leidefs en leeraars der volkeren te zijn en als het moest ook apostelen en martelaren voor do goede zaak. De H. Vader, die een groot boekenlief hebber is, was buitengewoon dankbaar voor het prachtige geschenk, maar nog meer voor hunne beloofde gebeden. Z. H. beëindigde Zijn toespraak met aan allen over hun persoon en hun werk den Apostolischen Zegen te spreiden. In ver band met de grocte volkstoeloop, die ver wacht wordt om do plechtige Pausmis bij te wonen bij gelegenheid van den verjaar dag van de kroning van den H. Vader, zal deze H. Mis dit jaar worden opgedragen in den Sint Pieter in plaats van in de Six- tijnsche kapel. De koning van Zweden die thans voor gcruimen tijd in de Eeuwige Stad vertoeft, en die door den H. Vader reeds in parti culiere audiëntie ontvangen is, waarbij Zijne Majesteit Z. H. gelukwenschte met zijn gouden Priesterjubileum, heeft den wensch te kennen gegeven om de plechtige Paus mis in den Sint Pieter bij te wonen. Op de tribune der vorsten zijn voor de koninklijke familie van Zweden reeds plaatsen gereser veerd. lederen dag komen er bij het Comiló voor de regeling der feesten van 's Pausen gouden jubileum berichten binnen uit bij na alle landen der wereld, dat er bedevaar ten in aantocht zijn om deel te nemen aan de algemeene huldiging van den H. Vader. Uit Frankrijk wordt gemeld, dat er in de eerste dagen van April 50.000 leden der Katholieke Jeugdorganisatie naar de Eeuwi ge Stad zullen optrekken, om hun oprechte gelukwenschen en bewijzen van kinderlijke toegenegenheid aan Z. H. aan te bieden en om tevens deelachtig te worden aan de geestelijke gunsten van het Heilig Jaar. Men verwacht thans ook algemeen dat in dit jaar de vrede zal gesloten worden tusschen den H. Stoel en het Quirinaal, waaruit duidelijk blijken zal dat de vrij metselarij in Italië een verpletterende ne derlaag geleden heeft. De generale Raad van het Pauselijk Lief dewerk tot Voortplanting des Geloofs, heeft het volgende rondschrijven uitgevaardigd, dat door Mgr. Luigo Drago ondertee kend is: De algemeene Raad der Opera Pontifi- cia della Propagazione della Tide heeft met groote vreugde kennis genomen van de boodschap van den H. Vader, waarin deze heeft te kennen gegeven, dat de aalmoes, die de geloovigen zullen offeren bij gele genheid van het verdienen van den Jubi leumaflaat, bestemd zal worden voor de beide werken tot verbreiding en bevesti ging van het Geloof. Uit dit bewijs van Vaderlijke zorgzaamheid blijkt weer, dat Z. H. vurig verlangt, dat geloovigen en on- geloovigen zullen vereenigd worden in den eenen waren schaapstal, waarvan Jesus Christus de Goddèlijke Herder is. De geloovigen zullen er zeker overal naar streven, om gehoor te geven aan het verlangen van den gemeenschappelijken Vader en hun gaven op de meest vrijgevige wijze offeren voor de uitbreiding van Chris tus' Rijk. Wij achten het nuttig er op te wijzen dat de Pauselijke Constitutie waarin het jubeljaar beschreven is, niet bedoelt eenig missiewerk naar persoonlijk goeddunken te steunen, maar speciaal het Pauselijk Liefdewerk van do Voortplanting des Ge loofs. Kardinaal van Rossum heeft ook te kennen gegeven dat men niet kan volstaan met de jaarlijksche bijdrage, die men ge woon is te storten, maar dat hier een bui tengewone gift aan het liefdewerk noo- dig is. VERGEELDE BLADEN BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. LX1X. Wanneer deze brief zoo pas aan de gon zende pers in ontkomen on in de handeD van de lezers belandt, dan juicht een groot aantal kinderen in het Sint Antonius- Patronaat en waart de blijde feestvreugde in het rond. Gelijk hiermede is dan inge luid de feestviering van den Bond voor Groote Gezinnen, die met ut kinderfeest aanvangt in zijn tweede lustrum. Als wij bet programma inzien, dan volgt Zondag algemeene H. Communie, een Hoogmis met predicatie in de Hartebrugs- kerk en Maandagavond een groote feest- vergadering in de foyer van do Stadszaal, met Mr. Dr. Deckers als feestredenaar en zang en muziek onder leiding van kape laan Nieveen van Dijkum. Een driedaagsch feest, dat er mag zijn en dat duidelijk naar buiten doet treden, dat men in dezen Bond bovenmate prac- tisch is en aan de feestviering weet te verbinden een groote propagandistische openbaarheid van zijn werken en streven. Wij behoeven het ons heusch niet te ontveinzen, dat er in de huidige kringen van de Katholieke gemeenschap ook wel een en ander te kort komt. Het is heusch geen geheim meer, dat ook onder de on zen zich een mentaliteit gaat ontwikke len, die voert naar het beleven van den zoo verderfelijken geest van beperking, niet van de lusten, doch van de lasten! Wereld, ik zou u kunnen haten, En in toornen, vloeken gaan. Waar gij randt uw eigen volkskraoht En het kiemend leven aan. Als men in de feestgids ziet de bij dragen, door geestelijken en leeken daarin geplaatst, dan spreekt daaruit groote be zorgdheid om het feit, dat onder onze menschen worden losgelaten de theoriën van den niotsontzienden tijdgeest, welko een voorstelling van de dingen geeft, in strijd met allo waarheid en gezonde mo raal. De tijden baren ernstige zorg en de plicht is, voortdurend de massa te belich ten met den afglans van» onze ware begin selen, voortspruitend uit een levendig ge loof en een trouw beleven van wat plicht en goddelijke wet gebiedt. En juist daar voor heeft de Bond voor Groote Gezinnen gedurende tien lange jaren gestreden. Daar huldigt men het gezonde ideaal van wat het huwelijk biedt en aanvaardt men wat nog wordt beschouwd als een zegen des Heeren. Het gezin, waar aan den wijnstok Bloeien vruchten, blozend teer, Waar in blijde plichtsvervulling, Men niet ziet op ééntje meer. Waar elk kindje wordt ingehaald met een zelfde liefde, i»et een zelfde zorgzaam heid als de voorafgaande spruit. En al dat schoone randt de wereld aan, op al dat heerlijke zet de boosheid haar vertrappenden voet. Noodig is het, om paal en perk te stel len aan dit steed3 voortwoekerend kwaad: om den mensch voor te houden, dat er hoogere idealen zijn dan bloot stoffelijke en zinnestreelende genietingen. Een dam moet worden opgeworpen tegen den steeds voortwoekerenden stroom van zedelijk be derf. En er dient een strijdbaar instituut te zijn, dat met moed en volharding op komt voor de groote en respectabele be langen van het gezin, van het kinderrijke UIT DE „LEYDSE COURANT" VAN 1729 14 January. ITALIëN. Milaan, den 22 December. Zaturdag namiddag ontfingen de Graaf Charles Bo- tomeus, Plenipotentiaris van den Keyzer in Itaüën en de Generaal Stampa tijding, da-t do Graaf van Novellore die met de M&rquizinno van Tanara stond te trouwen, te Massa de Carrara zonder successie overleden waa. Florence den 25 December. De Groot-Hertog heeft aan den Paus gezon den het gewoone Prezent van drooge Con- fituuren, waarmeede zijn H. de Kardinaa- len in de Kers-nagt onthaald. Zijn K H. hoeft geordonneerd, dat bet Hof den Rouw wegens den overleeden Bisschop van Osnabrugge tot den 6 Janu ary zouw aannemen. Maandag voormid dag :s de Groot-Prior Fra Giufro Ginori hier in den ouderdom van 84 jaaren over leeden. Venetiën den eersten January. Voor- leeden Zondag Feest van St. Stephanus, heeft den Doge, na gewoonte verzeld, het Lichaam van gemelde Heylig en cerate Martelaar in de Kerk van St. George Ma jor weezen bezichtigen. Vervolgens gaf zijn Doorl. het. ordinaire Koninglyke Fes- tyn, by welke occasie de Karnaval geopend wierd. NEDERLANDEN. Js Gravenhage den 13 January. De Heeren Staaien van Holland en West- Fr esland zyn heden na gehoudene Besoig- nes weder vergaderd en de Heeren Ge committeerde Raden van het Zuyder- en Noorderquartier te samen in Besoignet geweest De Heer Lewe Heere van Hoog kerk, heeft ter Vergadering van de Heeren Staaten Generaal Zitting genomen zynde aldaar geïntroduceert door den Graaf van Regteren. Eenige uytheemsche Ministers zyn by Haar Hoog Mog. President geweest; en de Groot-Brittannise extraordinar's Ambassadeur Graaf van Chesterfield, die een Expretse van zyn Hof heeft ontvan gen. met Leeden van Staat in gesprek. Twee Pinkjes zyn met Passagiers uyt Zee land te Scheveningen te rug gekomen. De besognes der Hoogmogende Heeren Ministers en Regeerders schenen toen ook al in praten te bestaan. Amsterdam den 19 January. Dc Cours van de Wissel is heeden op Madrid 83 en 5 agtste Bilboa 83 en 1 half. Kadix 103 en 5 agtste. Sevihen 102. Lisbon 45 en 1 vierde. Venetien 83 en 1 vierde. Livorno 88. Genua 93 en 3 vierde. Londen 33 sch. 10. Parys 55 en 1 agtste. Boud. 54 en 7 agtste. Francfort cour 28 en 1 vierde. Breslau 36 en 5 zest. Dantzig 286. Hamburg 32 en 15 zest. Gent 2 en 3 vierde. Antw. 3 a 2 en 3 v erde. Brussel 3 en 1 vierde. Zeeland 1 half. Rott. 3 agtste. De koersen van Lutjebroek en Tie- tjerksteradeel had de redactie waarschijn lijk niet tijdig genoeg ontvangen. ADVERTENTIES. Daniel Adr. Beukelaar en Egidius Beu kelaar Makelaars, zullen op Woensdag den 26 January, te Amsterdam in de Kal- verstraat m de Keyzers Kroon, verkopen een nette en zindelyke Inboel, een party curieuse gemaakte Lywaaten, nevens een party extra oude Kraak- en andere Por- celynen, een party gemaakte Juweel en, Goud- en Zilverwerk, waaronder 6 Koning lyke zilvere Armblakers, uytmuntend ge- dreeven. 2 d'to Koelvaten, en een fraay Zilver Tolet etc., een Borst-JuweeJ met 50 Diamanten, een Caskant van Paarlen, twee paar Orlietfcen ieder met 7 Diaman ten, een Ring met 7 dito en 5 dito met 9 dito en 2 dito met 11 dito, een Kruys met 17 Diamanten. 2 extra fraaye Snoeren Paarlen, een dito dubbeld Snoer, een uyt- neemend fraay goud Zak-Horologie met zyn Haak, omzet met 121 Diamanten, een d'to goud Repetitie, en diverse Zilvere dito. een fraaye Rotting met een goude Knop, als meede eenige antique goude en kopere, en moderne goude zilvere en ko- pêïè Medailjes, eenige uytmuntende anti que Beelden, een fraaye Clavecimbaal, zyn de een Staartstuk van Andries Rukkers, met lang Clavier en 3 Registers, 2 Fluyt- Does, 2 Fioolen, eenige Rar teyten, Hoo- rens en Schulpen, en een Kabinet Schilde ryen van voorname Meesters, a-iles volgens Catalogue; mitsgaders Koopmanschappen; breeder volgens de aangeslagen Biljetten. Het Btaat dus historisch vast, dat de heer Andries Rukkers wiens naam. zoover ons bekend verder niet in de Vaderlaml- sche historie wordt genoemd, zich heeft verheugd in 't bezit van een zeer uitge breid staartstuk. Te Amsterdam by S. Schoonwald, Boek verkoper in de Kalverstraat by de Ossen- gluys en te Rotterdam by Ary Haexwant in de lange Baarstraat naast de dubbelde Kruywaagen word in Commissie verkogt een Remedie Souvrein togen Winter handen, hoe zeer ook gezwollen en hoe d'ep en pynelyk de barsten, klooven en gaaten zyn, en alschoon men daaglyks koud Water blyft behandelen, voor 12 Stuyvers: Ook is het een Souvrein Preservatief, In r Hage by Antony Stevens in 't Ja gertje, op den hoek van 't Maliestraatje: te Rotterdam bij Motes Haasverberg in 't Koffyhuys; te Amsterdam by Stoffel Beek in 't Hol, het vyfde Huys van den Nieuwendyken by Anna van Schaak iu de Stomme Klok op de Regeliers Breede- straat. word verkogt een expert en on feilbaar middel tegen de Kies- Tand- en Hoofdpyn, neemende dit onwaardeerlyk middel, hce verouderd zy mogten weezen, dezelve in een oogenblik weg en de we derkomst en de bederving der Tanden be lettende; bet Pakje van dit nuttig mid del kost 8 Stuyvers: A's ook een weerga- looze Salf voor de zelve Gebreeben nee- mende dit, terstond weg: het Tonnetje 8 Stuyvers. Als meede de opregte Engelse Elixir Salutis wonderlyk tegen de kwaade Maagen. pynen des Buyks, Hardlyvigheden alle soorten van Koortsen en ook wonder lyk tegen alle Soode of Zuur in de Maag, als ook om eie graag te maken. Als wij het goed begrijpen gaat het in de laatste alinea dus over een Engel- sche Elixir Salut's, d.i. Elixer des keds, wat een uitstekend middel schijnt te zijn tegen buikpijn en hardlijvigheid en tevens om eieren op smakelijke wijze te be reden. 't Is mogelijk. U zoudt het kunnen pro- boeren met- eieren gebakken in Haarlem- merolie of Abdijsiroop. gezin vooral; dat de huwelijksmoraal hoog houdt en vrijmoedig durft dragen langs de rijen van de met moderne inzichten be smette massa. Die verheven taak i6 weggelegd voor den Bond van Groote Gezinnen. Zeker, het is geen gemakkei ijko taak, doch daar ziet men in die kringen niet tegen op; dat is men zich bewust en juist dat bewust-zijn verlevendigt den moed, doet steeds naar nieuwe strijdmiddelen zoeken en geeft de gave der volharding. Tien jaren lang is er reeds gewerkt; niet alleen en bovenal voor de geestelijke belangen, doch ook aan de stoffelijke be langen werd groote zorg besteed. Veelzij dig waren de middelen, die werden benut, en boven alles stak uit de strijd tegen het Nieuw Malthusianisme een kanker, die ons volk naar den afgrond sleept in steedB afnemende kracht en getal. Dat dit werk verheven is, behoeft nau- welijk betoog; dat daarmede groote belan gen worden gediend, staat onomstootelijk vast, ook dat die arbeid eerbied en Bteun afdwingt. Dat laatste moge blijken bij dit tweede lustrum. Mogen velen zich goroepe.n ge voelen in de rijen van het strijderstal te treden,-het ledental te versterken. Het kan niet worden weersproken, dat deze Bond geheel in het kader van den tijd past niet alleen, doch een onmisbaar lichaam is, dat een taak heeft te vervul len, welke de belangstelling vraagt van allen, die het lichaamsrecht van het groote gezin erkennen. Dan zal dit tweede lus- 1 trum rijke vruchten voor de toekomst kunnen brengen en den moed en de werk lust verstevigen van hen, die aan dit schoone werk hun krachten wijden. Als de viertijd is beëindigd, Als het lustrum is voorbij, Gaat men weer den strijd aanvaarden Opgewekt, verfrischt en blij. Kamp geeft men dan weer een wereld, Die met kinderen spot en lacht, Arbeidt men weer aan verheffing Van 't gezin, der volkeren kracht. WANDELAAR. Ook wat gij verzuimt-, kan iemand doen lijden. Denk er om: het eerste en meeste recht op uw liefde en toewijding hebben uw eigen huisgenoot-en. Wie iets goeds wil doen, zal ook den weg vinden om het te doen. Verlies aan bezit is heel vaak winst aan kennis en kunnen. Er zijn menschen, die men op slot van zaken toch nog engelen zou noemen, wan neer zij hun vleugels maar gebruikten omweg te vliegen. Het woord „collega" omvat de grootste potpourri van gevoelens. WEEK-END DICHTERHULDE. Het was deze week twee honderd vijftig jaar geleden, dat Vondel stierf en de vorst der Nederlandsche dichters is bij die gelegenheid weer eens opnieuw voor het voetlicht geplaatst. Geen krant of Vondel is in haar kolom men herdacht in lange artikelen en zijn pa triarchaal conterfeitsel stond in zeven hon derd zes en negentig tijdschriften, dag- en weekbladen afgedrukt. Dat is een verblijdend verschijnsel en een hoop voor de toekomst van onze hui dige dichters, die evenals Vondel slechts in gebonden stijl hun hart en ziel uitstorten, hoewel zij als kunstenaars als nogal onge bonden to boek staan. Over zulke dingen praat ik altijd met onze keukenprinses en toen zij in mijn ka mer stof kwam afnemen vroeg ik haar: Zoo, Jeannetje en wat zeg je ervan dat ze de sterfdag van Vondel gaan herdenken? „Och, guns, is-tie dan dood, zei ze, 'k heb geeneens gehoord, dat-ie ziek geweest is." „Ik zal je dat eens uitleggen, zei ik haar. Vondel is onze grootste dichter geweest, die wij ooit gehad hebben, de man, die ons heeft verrijkt met de mooiste geestespro ducten, die ooit een dichter ons schonk. Zijn roem i6 gegaan tot ver over de gren zen en zijn verzen zullen nog voortleven, zoolang er een Nederlandsche taal zal die versies, zei Jeanne toen, net als die Troubadour, die altijd die versjes maakt in de Leidsche Courant. Is dat zóó'n snuiter en gane ze die nou huldigen?" „Ja, antwoordde ik met een eerbiedige intonatie in mijn stem, omdat hij twee hon derd vijftig jaar geleden gestorven is". „Benne ze dan zoo blij, dat-ie nou dood is", vroeg Jeannetje niet onlogisch, „en als ze nou niet blij zijn, dat-ie dood is, waar om hebbe ze dan twee honderd en vijftig jaar gewacht, voordat ze hem gaan huldi gen". „Gaat dat nou met de andere dichters ook zoo?", vroeg ze. „Dan mot dus, ging ze in één adem ver der, zonder dat ik gelegenheid kreeg mijn les iii de Nederlandsche letterkunde te ver volgen, dan mot dus die Troubadour eerst twee honderd vijftig jaar met 'n paar stijve beene onder de kluite gelegen hebbe, voor- datte ze de mensche nou es gaan vertelle, dat die Troubadour versies maakte voor de Leidsche Courant. En dan gane ze hem huidige, als dei- niks meer dan een paar kluifies van hem over benne, wat heb die man dan an e>en huldiging? Heb-ie niks au! As-t-ie gehuldigd mot worre, huldig hem dan nou, zet-em in de blommetjes en geef hem een envelop met wat erin, waar die wat an heb. Zal hem een zorg weze, as-tie over twee honderd vijftig jaar wordt gehuldigd". Zij werd beslist vurig en van mijn les in de Nederlandsche Letterkunde over Von del zag ik intusschen maar af. „Nou is-ter een Vondelpark en een Von delstraat, maar toen ie leefde hebbe ze hem honger late lije, dat-ie scheel zag, hebbe ze me verteld en nou zou je toch zegge, as ze d'r eige ééu keer iu der vin gers hebben gesneje, dat ze dan voor de tweede keer wel zalle oppasse. Maar niks hoor! 't Gaat weer precies eender. Eerst mot je dood en begrave weze en dan gane ze je huidige en daar ben ik nou es effetief tege. Late ze nou de Bouwelouwesteeg of de Halvemaansteeg is omdoopo in Trouba- dourst-raat, dat noem ik tenminste iemand hulde brenge. Maar uwes zal zien, !t gaat met Trouba dour weer net- eender as met Vondel en later hebbe ze der spijt van DANIëL. IN DE VERF Er was eens een heel mooi jong meisje Het was in dees eeuw, zoo verlicht,- Zij had een paar blozendo wangen En de blos van de jeugd op 't gezicht. Zij was dus heel lief en bekoorlijk Een beeld van de rijkste natuur, Maar twee ronde blozende wangen Verveelden haar tooh op den duur. Zij vond het niet netjes, niet deftig Zoo rond en zoo blozend te zijn Zij volgde veel liever de mode Van de vel-over-been slanke lijn. Zij kreeg op den zesden December Zoo'n heel klein rond doosje cadeau, Daarin zat van binnen een spiegel En rouge en poeder en zoo. Toen is zij aan 't verven geslagen. Haar wangen voorheen blozend rood, Die zette zij eerst in de grondverf Zij kregen de kleur van den dood. Toen werden zij heel dik gepoederd En deed zij de rouge er op En toen die bewerking geschied was Toen leek zij op een wassen pop. Toen ging zij haar wenkbrauwen vervel) Zij trok dan een mooi ronde boog, Want schilderen kon zij zoo praohtig Heel keurigjes boven het oog. Daarna kregen ook met een stiftje Haar lippen ten slotte een beurt, Zij werden heel fijntjes geteekend, Heel klein, en dan kersrood gekleurd. Dat deed zij zoo enkele jaren, Zij veifde er lustig op los, Haar schoonheid was spoedig verdwenen, En spoedig verwelkte haar blos. En heel die natuurlijke schoonheid Kwam eind lijk heel droef aan haar end Zij kreeg toen veel rimpels en plooien Toen werd haar gezicht: perkament. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10