'ELI n g, in di* gaan 't Is reeds meer dan 60 jaren geleden; een Bisschopstad zaten op zekeren avond ,ec hooge kerkvorsten in druk gesprek. De gastheer voegde zijn hoogberoem- ,n gast toe. dat deze zich mocht veiheu- bbeo |n over hef loon, dat hém stond te waeh- i11 wi n voor het vele goede wat hij tot stand vrit ,d gebracht heel het vaderland door, ver er de grenzen van zijn eigen diocees, U vergist zich zeer gaf z'n gast licm e jei arop ten antwoord. t, in Ik ben er vast van overtuigd, dat ik het ede, hetwelk ik niet Gods hulp misschien ingei b volbracht, doelen moet met iemand naai dors, en dat mij zeil veruit het geringste loord rt ten deel valt." vei ,.Dat begrijp ik niet goed", bemerkte de rste. rhaal iJk ^an zoove(?d zeggen", antwoövcl- de ander, dat ik weet, hoe iemand ge- a w e' z'n ieveh voor m,i aan God heeft op bel) ófferd en aan dat offer heb ik het tG dan- n, dat ik nog den geestelijken stand ben rctrederi. I '-.'Eenigszins verrast cn vragend zag z'n voo enc* 'iem aan- "jDoze echter vervolgde: „Ik zal U hot ">roe\al vertellen: gij kunt er over oordeelcn bals ge wilt, ik noem het een wonder, 'imie ik waSj zooals U weet geen Theologant, aard bad mijn staatsexamen gemaakt on nen 1de nu, zoo spoedig mogelijk vooruit ko- lPenlj:n, in de wereld een belangrijke posif 10 liemen, eorgenot. aanzien en geld verwer- n. len, Maar ziet, op zekeren avond, derAd- atvio nt was begonnen, de Christenwereld bo dde zich voor op Kerstmis was ik al Ion in een donker^schemero kamer en to t den vrijen loop aan mijn eer- en gen jt- chtige droomen en toekomstplannen. Ik rder n'e^' wtinkte of sliep, of ik in iet J rkelijkheid of in een droom zag, wat leef geschiedde; maar dit weet ik, dat het- ën ik gezien heb, een keerpunt bracht mijn leven. Geheel en duidelijk heb ik ra tien, hoe de Zaligmaker, Zijn goddelijk ^et, irt toonond, boven mij stond in een strv ide wolkvoor Hem knielde een klooster- iter en hief weenend de handen tot Hom terwijl ik uit Zijn mond de woorden p nt v ende aP v ende te hóoren: „Zij bidt zonder op- uden voor U". and De gestalte der biddende zag ik heel bet idelijlc, en hare gelaatstrekken hebben e di h zoo in m'n geest geprent, dat ik vr ïdg heden in m'n herinnering bewaar. Het iten ieen mij een heel gewone leekenzuster re iet. i. Haar kleed was zeer armoedig en >f, haar handen waren rood en eeltig »"dig i van zwaren arbeid. hoed Het moge nu zijn, zooals het wil, het ipr een droombeeld zijn geweest of niet, voor mij in ieder geval iets bui-* ophiihgcwoonsWant ik werd er zoo tot vviei in merg door geschokt, dat ik van toen af pe sloot me geheel aan God en Zijn heilige ;esla enst te wijden. Ik trok mij terug in een klooster, om ii retraite te houden en besprak alles el m'in biechtvader. I Hij billijkte mijn besluit, om priester worden. Ik was drie en twintig jaar en d, toen ik begon theologie te studeeren; po» het overige wept 17. En als ge nu meent, dat door mij op een andere manier iets goeds wordt vec ht, dan weet ge nu ook, wie er eigenl-jk de eerste plaats de verdienste van heeft. Het is die kloosterzuster, die voor mij eft- gebeden, wellicht zonder mij te ken- n. Want ik ben er van overtuigd, dat or mij gebeden is, en nog in 't geheim beden wordt, en dat ik zonder dat gebed. doel, dat God mij heeft gesteld niel n bereiken". „Hoe oud zou die kloosterzuster naar r schatting nu zijn, als ze nog leëfdo „Toen ik ze op dat geheimzinnige genblik zag, scheen zij mij zoowat 30 ja- en vjn te tellen". Dan zou ze nu een oudje zijn van 70 ma ir. Het is de vraag of ze nog leeft. En bt ge er eenig vermoeden van, waar of door wie voor U is gebeden? Nooit van m'n leven; ik kan God ichts bidden, dat Hij haar, als ze nog op rde is, zegenen en haar duizendvoudig rgelden moge, wat zij voor mij heeft ge vrie >esta in z hij eleg ij d< 'ei beeldige wijze. Ik zóu graag die zuster willen zien; gaf de Bisschop ten antwoord. Toen eenige oogenblikken later de ge roepene voor hem knielde, verbleekte de Bisschop opnieuw, en een huivering ging hem door de leden. Hij nam haar ter zijde: „Kijk mij eens aan! zei de Bisschop, kent ge mij?" Rustig blikte dc zuster hem aan, en antwoordde toen kalm„Ik heb Uwe Door luchtige Hoogwaardigheid nog nooit ge zien. Kent- ge me niet van portoet? Neen, Monseigneur. Hebt go ooit voor me gebeden of goe de werken voor mij opgedragen? Ik ben mp daarvan niet bewust, wijl ik van Uwe Doorluchtige Hoogwaardig heid nog nooit heb gehoord. Een oogenblik stond de Bisschop spra keloos maar vroeg clan opnieuw verder: Zuster Zitta, welke devotie beoefent go het liefst cn het dikwijlst? De devotie tot liet goddelijk Hart van Jezus, was haar antwoord, Ge hebt, geloof ik, den zwaarste» ar beid in het klooster! O neen, Bissc' oppolijke Hoogheid, maar ik kan niet ontkennen, dat. die arbeid me wat t.cgen staat, omdat ik niet nederig genoeg benzeide zuster Zitta. Dan zweeg Ze plotseling, als wilde ze iets nog onderdrukken, wat haar al op do trng lag. En wat doet ge dan, als zulke beko ringen komen'? vroeg de Bisschop. Vragend richtte de zuster haar blik op den Bisschop, als wilde ze hem smeeken haar het antwoord te besparen. Maar deze bemoedigde: Zeg het maar, zuster, ik vraag het niet uit nieuwsgierigheid. Ik heb me gewoon gemaakt, om alles, wat ine zelfoverwinning kost, ter liefdo van het Goddelijk Hart van Jesus juist zeer gaarne on i' crig aan to vatten. En ik offer dat dan op voor oen of under ar me ziel op deze wereld, die liet bijzonder noodig heeft. Aan wien de goede God die genade wil geven, dat heb ik geheel aan Hem overge laten, en ik wil liet niet weten. Ook het uur van aanbidding telken avond van 8 tot 9 uur, offer ik op tot die intentie En hoe lcomt ge op do gedachte, >il uw vérdiensten op te offeren voor 'n U tótaal onbekende ziel? Dat heb ik altijd zoo gedaan, reeds toen ik nog daarbuiten in de wereld was. Toen ik school ging, leerde ons mijnheer Pastoor, dat wij voor onze familie moesten bidden. En daarenboven, zoo meende hij, behoor de men ook veel te bidden voor anderen, die in gevaar zijn, hunne gelukzaligheid ie verliezen. Wijl echter God alleen weet, wie het bijzonder noodig heeft, daarom ware hot ook bet best zijne verdiensten te stel len in de handen van het Allerheiligste Hart van Jezus, opdat die het ten goede zcu laten komen van dongenc voor wie Zijne alwetendheid en wijsheid het goed zou vin den. Zoo heb ik gedaan, en immèr heb ik gedacht: God zal de juiste ziel wel vin den". Hoelang zijt ge in 't klooster? Drie en dertig jaar, Monseigneur Wanneer zijf ge geboren? Den Deceiiibeï', van het jaar Monseigneur. De Bisschop ontstelde: wat.... die dag was do juiste datum van zijn bokcering. Toen had hij haar gezien, precies zooals zo nu daar voor hem stond. En weet ge in 't geheel niet of uw gebed en uw offer succes heeft gehad of niet? Neen, Monseigneur! En wenscht ge het niet te weten? De goede God weet het, als er iets goeds gebeurt, en dat is voldoende. Welnu zot dan in Godsnaam dat werk voort, sprak de Bisschop. Zegenend strekte hij de handen over haar uit: Ik zegen uw ziel. ik zegen uw handen cn uw arbeid, zegen uw geboden en offers, uw zelfoverwinning en gehoor zaamheid, ik zegen heel bijzonder uw laat ste uur en *ik smeek God, dat Hij u met al Zijn vertroosting moge vervullen. Dat geve God den Vader, den Zoon en den H. Geest. DE CENTRALE De Weledelgestrenge Heer Max Zimmer stond van tafel op belde het meisje, liet haar het ochtendblad brengen en maakte zich, na het vluchtig te hebben doorgeke ken, gereed om naar de Elecfcr'sche Cen tral o te gaan. De Centrale, dat was zijn trots. Daar had hij een half menschenleven aan be steed, daar had hij honderden brieven voor getypt, ettelijke hooge' ambtenaren hun ontslag gegeven en even zooveel be tere krachten in dienst gesteld. Daar had hij groote,. vermoeiende reizen voor ge maakt, met beroemde geleerden dagen lang geconfereerd, twee huwelijkskansen laten schieten en grijzende haren aan op gedaan. Maar vandaag zou ze in gebruik geno men worden. Daar zouden komen: vijf ministers, twaalf afgezanten van groote rijkssteden, een deputatie van buitenlandsche inge nieurs. ettelijke geleerden en professoren, een leg'oen journalisten. Daar zou om hem staan het. hecle edelachtbare gezelschap van burgemeester, wethouders en raadsle den met hunne dames en heel zijn staf van hcogerc en lagere beambten. De zon straalde. Het water in den parfc- vijver weerspiegelde het zwaar geboomte de wit betonnen brug lag met een sierlijke welving over de breede singelgracht. Daar overheen gleed geruischloos des Wethou ders auto, om een oogenblik later stil te staan voor het reusachtige, door vlaggen omwimpelde gebouw. Hij pakte behoedzaam zijn actetasch waarin was opgeborgen zijn speech, (de beste, die hij oo't gemaakt had) en toen hij uitstapte, viel stilte en eerbied over de massa nieuwsgierigen aan de poort. nieuwe motoren. Daar in 't midden de groote turbine met de dynamo, twee ge vaarten van koper en staal, van waaruit de kabels met bijna een halven meter door snee, die heel de groote wereldstad moes ten voorzien van licht, kracht en energie. De speech van deh Weledelgestrengen Heer Max Zimmer was getiteld: „De evo lutie- en orde-idee toegepast op de mo derne stadsoeconomie". En zij eindigde op do volgende, sublieme wijze: Aldus, mijne heoren, beleven wij den triomf der cultuur. De wereldverove ringen der techniek kennen geen grenzen meer. De orde, dat is de veelheid, tot een eenheid teruggebracht, de organisatie der krachten heeft hier haar culminatiepunt bereikt. Ziet, mijne heeren, daar staat de chef- mecanicien. Over een paar minuten zal hij dezen eenen hefboom omwerpen eh de stad zal beginnen te leven. Het leven zal or van alle kanten uitstralen, uitspatten! De fa- breken zullen haar producten leveren in massale hoeveelheden. Dc honderden e'ectrische treinen zetten zich in bewe ging en zullen ambtsnaren, de arbei ders heenbreng li en terugvoeren naar hunne villa's cn waniagon. De duizenden villa's, won!' - cn kantoren zullen zoo wel in- als uifvvor.dig bad;'» n het helder ste licht. Als de zen hedenavond, de straten niet meer verlicht zuIIpd oze zonne-lam- pen op de boulevards en op de pleinen het gemis ruimschoots vergoedenWat zeg ik? We zullen nog de:i tijd beleven, dat de zon zelve zal overbodig geworden zijn! Beziet nogmaals deze wijdsche hal, mijne hoeren, hiOriïl klopt do hartslag van dc maatschappij; zet deze enorme kabels: zo Zijn de slagaders van ons grootste leven, ze zijn de triomf der centralisatie, ze zijn de kanalen, waardoor de mchschheid wordt foegezonden licht en kracht, leven cn welvaart. Deze nieuwe Centrale, mijne hee ren, zal ons brengen een groot en stap dichter fiaar den ideaalstaat der toe komst De pastoor van de eenige katholieke kerk, die nog in de stad over was (de an deren waren Overbodig geworden) zat rbenzelfdcn avond te cor.fereeren met den Weledelgestrengen Heer Max Z;mmcr Wethouder van Bedrijven Zij haddon gepraat over onteigening van kerk en pastorie, die wijken moest voor den kolenops'ag der Centrale. Daar was niets meer aan te doen, ook dc laat- ite kerk moest verdwijnen. ,'t Is bovendien niet meer de moeite waard voor dat handjevol Katholieken", zei de Wethouder De na stoor zweeg. „Alleen uw kerk leverde nog een klein obstakel in de volvoering mijner plannen". De pastoor zei. mets-, en trok aan zijn si gaar. „Toch geloof ik", vervolgde de edctachl- tvare peinzend, dat nog niet alles in orde is. Tk hob we] eons gedacht, dat er iets kapot is. Maar ilc weet niet wat. Wat dunkt. U, Eerwaarde?" „Daar is bijna niets meer heel", ant woordde de paftoor droogweg. .Kern. kom! U ziéf hèt al te somber inI" ,.Zo bobben a'jes gecentral'seerd en ge- systemm'soTd cn geórdend, behalve den mecsoh zelf". „Maar, we hebben toch prachtige wetten op den dvankhsndel, op het dansen, op de openbare zedelijkheid". Ja, op de openbare", helhaalde de pas toor laconiek. ,Maar om nu eens op een ander thema te komen ik zou misschien uw kerk eens mogen zien Voor bouw- en beeldhouw kunst heb ik me altijd geinteresseevd". „O. zeer vereerd, met genoegen, mijnheer de Wethouder!" Zij traden binnen. In de schemerdonkere ke-k brandde rustig het eeuiwg iamnje. De heil'gen in Jt rond verroerden zich niet bij het binnenkomen van den be roemden organisator en redenaar Max Zimmer. Op het altaarkleed stonden de woorden: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Le ven". De Weledelgestrenge keek zeer strak. De pastoor leidde hem rond. Aan de Communiebank gekomen, knielde hij even neer en bad. De Wethouder voelde zich voor 't eerst van zijn leven verlegen wor den. Toen de pastoor onstond leek hij wel twintig jaar ouder geworden. Hij wees on 't tabernakel: .Kijk mijnheer, dat is onzo Centrale. U breekt 'm af. Weet wel wat doet!" ,Sint, Franc'scus" DE GESCHIEDENIS VAN DE AUTOMOBIEL. Wij lezen in „Auto-leven": Win meent, dat de geschiedenis van de automobiel, het mechanisch, door middel van don explosiemotor voortbewogen voer tuig, slechts een veertig jaren oud is ver gist zich. Misschien zijn wij, met heel onzo geschiedkundige en wetenschappelijke ken nis niet eens in staat om ten volle na te gaan. hoe oud .wel de automobielgeschie- denis isHoeveel te moeilijker is het om na te gaan hoe oud de geschiedenis van het verkeer is Wat leert ons in dat op zicht de geschiedenis? We moeten er ook maar zoo'n beetje naar raden, weten zelfs dat. in de heel oude geschiedenis gens met wielen bestonden, maar minder, zeker zijn wc er van hoe die wagens en die wielen er uitzagen, ook al wordt ons daar door historici in woord en beeld wel het een en ander van verteld. Zeker is, dat de drang om zich op dere wijze dan loopend voort te bewegeu, den mensch steeds iu hét bloed heeft ge zeten. Gelukkig waren er paarden op wier ruggen het gemakkelijk zitten was. In de woestijn waren er weer andere die ren, n.l. kameelen, en wie garandeert ons, dat niet in Afrika de oude zwartjes de leeuwen als vervoermiddel gebruikten Noach moet als de uitvinder van het schip of de trekschuit worden beschouwd, En het feit, dat onze voorouders liever tenwa- gen gingen, levert het bewijs, dat ook de oude Hollanders aan andere vervoermid delen dan de beencn de voorkeur gaven. In ieder geval kwam het er vroeger niet op aan, hoe snel men zich voortbewoog en ook aan het gemak en comfort, waarmede het vervoermiddel den mensch voortbe woog. werd weinig of geen aandacht ge schonken. In dat opzicht was men toen dus wel heel wat minder verwend dan te genwoordig. Maar toch.... onder de velen voor wie toen tor tijd, toon tij-d nog geen geld was, en voor wie het woord comfort nog niet bestond, waren et die, onbewust vermoe delijk, den drang in zich voelden om an ders te zijn en anders to doen dan an deren. Evenals de raenflch, het paard of den kameel of den olifant gebruikte om zich gemakkelijker vooruit te bewegen, evengoed peinsden rustelooze geesten naar andere middelen om genoemde dieren te kunnen vervangen. Do mythologie is vol van dergelijk ge peins en deszelfs gevolgd», maar wan neer wij op wat. begaanbaarder terrein komen, en dat is toch wel het eerste dat wij op verhuisgebied noodig hebben, dan 'inden wij eên welgemeende poging tot uitvinding van de automobiel in den jarc 420, toen in plrnts van de tnoderne coupe of cabriolet, slechts oen vierkant houten obnuwtje op iets dat op wielen geleek op ingenieuse wijze v.crd voortbewogen. Wielen is een groef ach woord voo: de whijven, welke >'olfs naven noch spaken, toch velgen, cn laat staan ballonbandcn rertoonden. En die ingenieuse voortbewe ging! Zij bestond uit een soort touw, dat over een rol liep en in verbinding stond met dc primitieve as der achterwielen. Het geheel herinnerde achteraf flauw aan .le overbrenging zooals zulks bij fietsen gebeurt, met dit verschil, dat de bestuur der met de handen het touw in beweging moest brengen in plaats van met de voe ten. Men kan zich eenigszins indenken hoe lot dit voertuig, waarvan de wrijving der bewegende deelen heel groot was, zich voort be worg c:i welk een genot het ge weest moet zijn voor den bestuurder. Of hel ding veel suc-ces heeft gehad, en of de uitvinder er schatrijk mee geworden is, ■ertelt de geschiedenis niet. Een latere poging om totstandkoming an dc automobiel te geraken, werd om streeks de helft van de zeventiende eeuw ondernomen door niemand minder dan Isaac Newton, die feitelijk als de uitvin der van de fameusc vuurpijlauto moet worden beschouwd. Hij ontwierp toch Vol gens zijn stelling van de gelijkheid van werking en tegenwerking den stoomstoot- vvf.gon'. Het zou ons Lc ver voeren in den breede allo pogingen to bespreken welke in den loop der jaren werden onderno men om tel den automobiel van heden te geraken. Het zou ook niet overeenstem men met onze bedoeling om de geschiede nis van het verkeer in een nötedop weer te geven. Springon wij daarom over tot het be gin der negentiende eeinv, toen hot men- schelijk vernuft do stoomkracht had uit gevonden en vastgelegd. Toen maakte de mensch el ij ke voort bewegineskracht plaats voor de mechanische. Wellicht begreep men aanvankelijk nog niet ten volle de beteekenis van de stoomkracht, staarde men zich blind op de versiering en den pompeuze» bouw van het voertuig, dat door die kracht moest worden voortbewo gen. Zulk een stoomwagen onderhield reeds vóór het ontstaan van den trein zoo omstreeks 1R14 den dienst tusschen Londen en Birmingham. Weer wat later, zoo omstreeks het jaar 1840, ontstond dc beroemde „Enterprise", een sierlijke wagen, waarvan de herinne ring levendig is gebleven door de beken de Engelsche prenten. Sedert dien ver schenen als spotternij op al de pogingen om het- stoomvcrkoersmiddel te verbete ren, vele Engelsche caricaturen, welke ons op eigenaardige wijze lieten zien hoe onze overgrootvaders lachten om de mo derne pogingen om zich gemakkelijk voort te bewegen. Het ontstaan der spoorwegen, de vele pogingen om tot den echten bonzincwagen te geraken, dat 'alles behoort tot de jongste geschiedenis. Marcus Trehitvick, Benz. Daimler, Dunlop, ziedaar namen welke on afscheidelijk aan de werkelijke geschiede nis van het automobilisme en het moderne verkeer verbonden zijn. LOSSER HUWELIJKSBANDEN. Hot Centraal Bureau voor do Statistiek publiceert de bevolkingsstatistiek over 1927. Wij ontleenen daaraan eenige cijfors, welke een kijk geven hoe bedenkelijk het ook in ons land met dc huwelijksmoraal berg-afwaarts gaat. Het bedenkelijke daar bij is dat de cijfers vrij goed het böeld ver- toonen van den sneeuwbal, die verhoudings gewijze meer in omvang toeneemt-, naar mate hij langer rolt. Ziehier oen paar droeve getallen, welke oen waarschuwende taal spréken. Van 1840 tot 1849 kwamen op 1000 ge huwde paren 0.10 echtscheidingen voor, doch in 1927 bedroeg dit. cijfer 1.79 of 17.9 maal zooveel. Deze. cijfers zeggen echter nog niet alles want daarnaast staat nog, dat het aantal scheidingen van tafel en bed, dat van 18501859 0,04 op 1000 gehuwde paren be- roeg, over 1927 0.30 beliep, dus ook nog ruim 7 maal zoo groot is. Het is niet alles even fraai, wat de mo derne beschaving ons brengt! Over 1927 scheidden in Noord-Brabant 87 personen van echt: in Limburg 90 personen; in Noord-Holland 16S8 personen; in Zuid-Holland 2064. Ook zonder nadere toelichting zeggen deze cijfers voldoende. N.B. Als niet anders wordt aangege ven, in deze week dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 27 Jan. Zondag genaamd Sep tuagesima. Mis: Circumdederunt. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Joannes Cbrysoa- tomus, Bisschop Belijder on Kerklecro :r. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Paars. Met de gelijkenissen van Christus (Evangelie) en van den H. Panljis (Epis tel) herinnert de IJ. Kerk er ons aan op dezen eersten Zondag van voorbereiding tot den H. Vastentijd, dat wij ons moeten insnannen en moe'te getroosten om den prijs te behalen n.i een onvergankelijke» kroon in den hemel. Die isnanning cn moeite moet hierin bestaan, dat wij ons lichaam kastijden on dienstbaar maken aan den geest (Epistel). Omringd van de doodende hartstochten ónzer bedorven natuur uit ons zolvsli hiertoe riiet in staat, moeten wij den Heer aanroepen. Hij is onze sterkte, onze toevlucht (Tntroi tuaGebed). Hij is onzo Helper, Die den armen mensth, uit de diente zijner zon digheid om hulp smeekend, niet vergeet (Graduale: Tractus). Daarom met ver trouwen wederom den weg der boete be treden. Gocl zal ons om wille van Zijn door ons aan Hem geslacht-offerden Zoor, vorhooren en helpen, (Stil,gebed) Zijn aan schijn weer over ons laten lichten, d.w.z Hij zal weer voor ons zijn de Goedertie rens pp Barmhartige (Communio). MAANDAG 28 Jan. Feestdag v. d. H Agrss, Maacd en Martelares (voor d twceclö ninnl): Vultum tuut». ?e gebed v d H Maagd3e vöor Kerk of Pöüf Kleur: Rood. „AlJe volken stemmen samen in den lc der H. Agnes, die zoowel 'over de zwak beid harov jaren als over de woede dc tvrannen de overwinning heeft, behaald. (H Ambrosiu8). DTNSDAG 29 Jan. Mis v. tl. H. Frar rdseus vön Sa'es, Bisschop Belijder c TverkleeruarIn medio. Credo. Kleui Wit. FranciscuS. de zoon van de grafelijk familie van Sales, trad na volbrachte studie in den geestelijken stand. Ais prie ter beiiverde hij zich vooral om de dw; londe Calvinisten tot het ware geloof t bekeeren, waarvoor hij ve'e vérvolginge moest verduren. 72990 dwalendén, zn verhaalt men, wist hij door zijn heili woord, stichtend voorbeeld en vurige gt beclen tot de Katholieke Kerk terug I brengen. Franc:scus is ook de stichter va de Orde der Visitandinnen, (Zusters va O. L. Vrouw bezoeking) din arbeiden aa de novocding der jeugd. Franciscus stiei aV Bisschop van Gelieve in 1622, 55 jare oud. WOENSDAG Sn ;lan. Mis v. d. H. Mar tina, Maagd en Martelares: Loquebcr. ën 3e gebed als op Maandag. KIqui Rortd. De H. Martina is om hare standvastii beid in het geloof gegeesclcl en aan ee soort galg opgehangen. Over haar ruc ijzeren haken verscheurd lichaam wer kokende pek en olie uitgegoten. Zij i voor de wilde dieren geworpen, welke ecl. ter in Merlina's nab!;heid hunne wreed hoid vergelen. Ton s'otte is zij onthoofd Op hetzelfde oogenblik deed een hevig aardbeving de geheele stad schudden e: weden afgodsbeelden omvergeworpen. D bekeering van vele heidenen was daarvai bet gevolg Martina was een kind van der tien jaren. DONDERDAG 31 Jan. Mis v. d. H. Pe trus Noiascus, Belijder: Justus. Kleur: Wit. fZie ?3 Januari). VRTJDAG 1 Februari. Mis v. d. H. ig natius, Bisschon en Martelaar: Mih autcm. Kleur: Rood. Onder keizer Trajanus werd de H. Tg natius naar Rome gevoerd om voor d wilde dieren te worden geworpen. Eo gloeiend verlangen naar den mnrteldoo bezielde hem, zooals blijkt uit zijne bric ven on weg naar Rome aan vcsehdlend parochies geschreven. Toen hij dc leci wen hoorde brullen, zeide hij deze bec lijko woorden: „Tarwe ben ik voor Chri tus. Door de tanden der wildé dieren z: ik worden gemalen, opdat ik een zuiv< brood worde". (Communio). Hij stierf i 107. N.B. Vandaag is geoorloofd de Votie mis v. h. Goddelijk Hart van Jezus: Mis rebitnr O'oria en Credo. Prefatie v. 1 H. Kruis. Kleur: Wit. ZATERDAG 2 Fcbr. Feestdag van M ria's zuivering. (Maria Lichtmis). Mi Suscenimtis. Credo. Prefatie van Kers mis. Kleur v. cl. Mis: Wit. Vandaag worden kaarsen gewijd c ontstoken in de processie moegedrage a's eerbetoon en llefdebëwüs aan Chri: tus. Dien Simeon voorspelde als he „Licht ter verlichting van het Heicler dom." „De wortel van Jesse heeft gebloeid de ster uit Jacob is opgegaan een M^ag bracht den Zaligmaker ter wereld. (Voo dit alles) loven wij U o God. (Kerk. Gel. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve MAANDAG. Rogerius van Todi. Mie v. cl. Z Z. Odoricus van Pordenono er. Egidius van Laurenzana. Belijders: Con- fiteantur. ?o eobed v. d. H. Agues'; 3e tei ee'-e v. d. H Maned. Kleur: Wit. WOENSDAG. Mis v .d. H. Hyacintha van Maris-Cotti. Maagd: Dilexisti. 2e ge bed v. d. H. Martina. Kleur: Wit. DONDERDAG M:s v. d. Z. 7. Ludovïca Albertoni en Paula Oarrbara-Co-ta. We duwen: Domine. 2e gebed v. d. H Petrus Noiascus. VRTJDAG. Mis v. d. Z.Z. Eustochium en Veridiana. Maagden: Vireines. 2e gebed v. d. H Tgnntius Kleur: Wit. Votiefmis v. h. Godde'iik Hart van Je zus: Ecwedimini. Geen Gloria. 2e cebed v. d. Z.Z. Eusrochium enz.3e v. d H. Ig natius; Prefatie van Kerstmis. ALB. AI. KOK. Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9