H0AME5RUBRIE NAGELVERZORGING. De nagels zijn van veel belang, want de toestand onzer nagels geeft den graad van onze beschaving te kennen. Dat is een groote waarheid, ver geten we dat niet. Met het zacht en blank houden van de handen zijn we niet klaar; geen man of vrouw kan voor waarlijk beschaafd doorgaan als zijn of haar nagels er vuil en onsmakelijk uitzien. Natuurlijk heeft het wel iets te ma ken met het werk, dat men verricht, maar niet met de financieele omstan digheden. Is een vrouw er op aangewezen voortdurend ruw werk te doen, of met haar handen in aanraking te komen met scherpe, bijtende sloffen, dan zal ze er een heele toer aan hebben, han den en nagels in goede conditie te houden. Toch is dit nog mogelijk, als telkens na het werk de handen zorg vuldig in lauw water gewasschen en vijf minuten in warme olijfolie ge weekt worden; men late de olie in trekken en droge daarna met een zachte doek de handen af. De meeste menschen hebben de be slist verkeerde gewoonte, de nagel riemen, na ze netjes losgepeuterd en neergedrukt te hebben, met een schaartje weg te knippen. Het mooie resultaat duurt niet langer dan een paar dagen, dan wordt de afgeknipte nagelriem harder en oneffener dan ooit. Men mag nooit aan den nagel riem knippen of snijden. Het loshou- den en terugdrukken na het wasschen is niet voldoende; een puntig maar niet scherp houtje wordt omwikkeld met een watje, dat in nagelwater ge drenkt wordt. Daarmede gaan we over en tusschen eiken nagelriem, dezen zacht terugduwend. Alle oude, drooge velletjes komen dan mee. Daarna wascht men de handen in lauw water. Het is een primitieve gewoonte de nagels eens per week te knippen. Ze moeten liever eiken dag met een vijl tje ingekort worden en dan met een stukje allerfijnst schuurpapier (spe ciaal voor nagels in den handel) glad bijgewerkt worden, wat het werk is van een oogenblik. De mooiste vorm van nagels is zacht-afgerond en iets boven den vin gertop uitstekend. Heel stompe vin gers zien er echter beter uit, wanneer de nagels vrij lang en eenigszins pun tig gedragen worden. Ze moeten ech ter heel schoon en gaaf worden gehou den, anders zijn korte nagels te prefe reerenl TINE. NAMIDDAGROBE no. 279 Een eenvoudige middagrobe. Zij kan zoowel gedragen worden bij het maken als ontvangen van visite. Zelfs bestaan er geen bezwaren haar op een intiem diner te gebruiken. Als stof is uit sluitend zwart crepe satin genomen. Rok en lijfje zijn door een zeer breeden heupband gescheiden, die in den rug door een groote strik beëindigd, en langs den onderrand verluchtigd is door een smal randje broderie van oud <£8 JAPON no. 280. Mat satijn in twee tinten amandel- groen is de stof, die voor deze japon aangewend werd. De donkerste tint is ais een rand langs de stof geweven. De wijdere overrok is van voren ge spleten en van achteren iets langer dan het ondergelegen rechte model Een tusschengevoegde heupband, van voren met een knoop eindigend, scheidt blouse en rok. Aan het lijfje valt een schouderdoek-effect op, waaraan zelfs de traditioneele knoop niét ontbreekt. Men kieze bij dit mo del een bijpassende groene vilthoed, die gegarneerd is met de stof der japon. ELEGANTE PEIGNOIRS. Peignoirs, in de meest luxieuse uit- vieringen tot de allereenvoudigste toe is een onontbeerlijk kleedingstuk van het moderne vrouwtje. Welk een gemak en comfort geeft zoo'n heerlijke huisjurk in de ochtend uren, wanneer het jonge vrouwtje er nog niet toe kan besluiten zich min of meer officieel te kleeden. Met een charme, welke voor haar pleit, hult ze zich in haar elegante ochtendjurk en trippelt op haar zijden gewatteerde slippers door 't huis, haar kleine of grootere verplichtingen van vrouw-des-huizes volbrengend. Wie liever zelf, geheel naar eigen smaak een peignoir maken wil, in plaats van deze klaar in den winkel te koopen, doe ik hier eenige ideeën aan de hand. Eerstens hebben we de ge bloemde zijden peignoir, welke met flanel gevoerd wordt. Meest worden de contouren met een effen zijden stof in een der kleuren van dë gebloemde zijde afgezet. Een elegante, royale strik, welke opzij valt, vormt de slui ting. De halsopening van bijna iedere peignoir is V-vormig. Het is wensche- lijk om één of twee zakken aan te brengen, want het gemak van een zak, waarin de huishoudportemonnaie, een zakdoek, sleutels enz., kan worden opgeborgen, is zoo'n gemak voor ons, dat we door het bezit ervan eerst recht voelen wat we bij onze andere japonnen missen. Dan hebben we de chique en heer lijk warme zijden peignoirs, die gewat teerd zijn en doorgestikt. Deze zijn met dezelfde zijde gevoerd of met een nuanceerende kleur. De Ratiné-peignoir is de meer een voudige, maar daarom niet onelegante d*e we) Let allermeest gedragen wordt in het koude jaargetijde. Deze ochtendjaponnen voldoen het meest in donkere tinten, afgezet met licht grijs of zacht lila! Breede revers van geruite wollen stof zijn zeer ,,en vogue". Heel aardig doen de peignoirs van licht beige of bruine kasha, gegarneerd met geruite kasha. Men denke eraan, zeer breede stof te nemen voor de peignoir. ALS HET KORTE HAAR „LANG" MOET WORDEN. Wie eenmaal kort haar heeft, ver- angt soms wel eens, 't er met één slag weer aan te kunnen lijmen, maar daar dit nu eenmaal onmogelijk is, stellen we ons maar voor tot op onzen ouden dag met korte, desnoods zilverwitte manen te blijven rondwandelen. De vreeselijk-onaangename periode van aangroeien schrikt ons af en we komen dan ook voor zeer lastige pro blemen te staan, als we ondanks alles, toch moedig willen doorzetten. De „lange shingle" (welke hier niet zooveel ingang heeft gevonden als in ingeland) kan een welkome uitkomst brengen. Het haar wordt achterover gekamd en achter de ooren weggestreken. Bo ven op het hoofd wordt het een weinig geonduleerd en in den nek sterk om gekruld. Op die manier kan men het haar zóó lang laten worden, dat het tenslotte om een half-cirkelvormige kam .gewikkeld kan worden en zoo in een rol rondom het hoofd opgestoken. MANTEL no. 281. Talloos zijn de pogingen, die men aanwendt om het effect van natuur - materialen in stof na te bootsen. Zoo bijvoorbeeld, is dit model van een zware moirée, waarop grillige plekken astrakan geweven zijn. De kleur is zwart en* de garneering bestaat uit marter. Men merke op, dat slechts één mouw van bont voorzien is. De voering bestaat uit licht beige satijn. AVONDSCHOENEN. Is er op 't oogenblik een bepaalde mode in avondschoenen mode in dien zin te verstaan, dat één genre de bijna algemeene aandacht heeft? We durven het aan, die vraag ontkennend te beantwoorden. Nog niet zoo lang geleden was goud- en zilverbrocaat het toppunt van chic en liepen vrouwen van de meest uiteenloopende maatschappe lijke kringen des avonds in brocaat- schoentjes. Maar plotseling was dat afgeloopen en kwamen hagedis- en slangenleer op den voorgrond, zonder echter, dat het een algemeene manie werd en dat was juist het aardige ervan, want niets is zoo onsympatiek als uniformiteit in de mode. En nu, wat nu? Wat kwam er voor het slangen- en hagedisleer in de plaats? Allerlei. We zien op 't oogen blik schoenen van de meest uiteen loopende materialen. Veel profiteert men van 't effect van twee verschil- ende stoften, zooals aan 't schoentje hierbij afgebeeld, waarvan het voor stuk zwart satijn is en de rest goud- brocaat een combinatie, die bijzon der goed staat bij de modieuze zwarte avondtoiletten. Niet minder wordt ook bij deze zwarte avondpajonnen de ge heel zwart satijnen schoen, waarvan bouclé en hak in strass zijn uitgevoerd gedragen. Een nieuwtje is de gekleurde satij nen of fluweelen schoen, die eveneens bij zwart gedragen wordt. Bij gekleurde japónnen van kant, fluweel of zijde, worden schoenen in dezelfde tint gedragen, effen of m'et een eenvoudig dessin. Ook kan een combinatie met brocaat zeer fraai zijn Een interessant nieuwtje zijn de ge- akte houten en met kunstig geschil derd dessin voorziene sandalen, die men in Parijs tracht in te voeren als avondschoeisel. De modellen zijn sterk eïnspireerd op oude Perzische voor beelden. MANTEL no. 282. Elegante mantel van donker bor deaux rood fluweel met bontkraag en manchetten van zilvervos. De vorm is recht, zonder ingevoegde paneelen, onderscheidt zich alleen het voorpand, waarvan de zoom even opgeheven is De voering bestaat uit witte crêpe de chine. krachtig is, wordt ze door een zeef gedaan en opnieuw opgezet met de vooraf gewasschen rijst. Koken tot de rijst gaar is. Verwarm de boter, roer er de bloem goed door en giet er ver volgens de kokende bouillon op. I aat nu nog een klein kwartiertje door koken en roer er ten slotte het vooraf geklopte ei bij, waarna opgediend kan worden. BIEFSTUK MET gebakken aardappelen, zult gij natuur- aanvullen. Dat is inderdaad een uit stekende kost. Maar zoo gewoon. Men eet het overal, thuis en in elk restau rant. Die twee hooren bij elkaar als zusje en broertje en dat wordt op den duur vervelend. Probeer daarom eens het volgende: Bestel uw biefstuk in stukjes van één a anderhalf ons in aantal zooveel als er leden van het gezin zijn of tafel- genooten (desgewenscht een paar stuks extra). Bak deze op de gewone wijze in boter. Even voor ze gaar zijn, bereidt men eenzelfde aantal spiegeleieren als er stukken vleesch zijn. Rangschik daar na de biefstuk op een vleeschsschotel en beleg elk stuk met een spiegelei. Verder kan opgediend worden naar traditie: aardappelen, sperciboonen. NIEUWE SJAALS. KIPPENSOEP. 1 vette soepkip, 1 ei, zout en wat gehakte peterselie, 50 gram boter, 50 gram rijst, 40 gram bloem. Wasch de kip goed en zet haar op het vuur met twee Liter water, het zout en de peterselie, en laat er bouil lon van trekken. Als deze voldoende De Fransche fabriek van artistieke weefsels, Rodier, maakt niet alleen de van haar bekende kashastoffen voor ponnen en mantels, maar begeeft zich met het grootste succes ook op oogenschijnlijk minder belangrijk ge bied en komt dan voor den dag met heel bijzondere sjaals of schouderdoe ken. Wij zien er op bijgaande teeke- ning twee afgebeeld; men kan er te vens uit zien op welke wijze ze geknoopt of omgeslagen worden. VILTHOED. Een groot aantal hoeden zijn dit sei zoen met motieven van een ander ma- 1 teriaal ingelegd. Zoo ook dit model I van groen vilt, met als incrustatie groene panne. Ook het bandje om den js bol is van vilt en eveneens met stuk- g]0! jes panne ingelegd. leid?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 12