UIT HET VATICAAN. WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD. Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) ROME, 14 Januari 1929. Uit alle oorden der geheele wereld ko men er bij het algemeen secretariaat voor de regeling der feestelijkheden, bij gele genheid van 's Pausen Jubeljaar, berichten binnen over do groote bedevaarten naar Rome. waarvoor thans reeds in de ver schillende landen de voorbereidende maat regelen worden genomen. Bij het bureau van het Jubileumcomité, dat gevestigd is Via della Scrofa Roma III, kan men z.g. Pelgrims-kaarten verkrijgen, die aan alle bedevaartgangers als een onderscheidings- tceken worden uitgereikt, en die recht ge ven, om zich aan te melden voor een audiëntie bij den H. Vader, en die ook toegaixg gever, tot het Vaticaansche Mu seum, de Pauselijke Paleizen, de Cata combe»), enz. Ook ligt het in de bedoeling van dit comité, om ten gerieve van de pelgrims een speciale gids uit te geven, waarin alle mogelijke inlichtingen, historische beschrij vingen van monumenten en paleizen in de Eeuwige Stad te vinden zullen zijn. Van de ltaliaansche Spoorwegen heeft het comité verkregen, dat aan groepen pel grims van 2530 personen een korting wordt gegeven van 30 pet., en voor bede vaarten van meer dan 50 personen 50 pet. Ook aan afzonderlijke personen wordt een korting van 30 pet. en in de maand De cember 1929 zelfs een reductie van 50 pet. gegeven. In het voorjaar zullen er twee groote bedevaarten uit Frankrijk naar Rome ko men, van de Fransche Jeugdorganisaties en van de Werklieden-vereenigingen. Z. H. de Paus heeft bij gelegenheid van de herdenking van Zijn Jubelfeest een Constitutio Apostolica afgokondigd, om allo kindei-en der Kerk te doen deelne men aan de geestelijke goederen, die de H. Vader ter beschikking heeft. Z. H. de Paus heeft het voorbeeld nagevolgd van Zijn roemruchtige voorgangers, vooral van Leo XIII en een buitengewoon Heilig Jaar voorgeschreven, voor heel de Katholieke wereld en wel in den vorm van een alge meen jubilé. Daar het doel van het Heilig Jaar voor na melijk gelegen is in de bevordering van den groei en bloei van het geloofslevon onder het volk, in overeenstemming met de zedewetten van het Evangelie, meenen wij zoo schrijft de H. Vader dat de herdenking van den dag onzer H. Priester wijding een groote vermaning moet zijn voor allen die tot dezelfde waardigheid verheven zijn, om hun leven steeds heiliger cn volmaakter in overeenstemming te bren gen met de verhevenheid hunner voorname zending. En ten slotte vertrouwt Z. H. de Paus, dat de veelvuldige vrucht van dit jubilé, dat aan heel de maatschappij en aan elk der burgers afzonderlijk ten goede zal komen, tevens zal brengen het lang verwachte herstel van den volledigen vre de van Christus' in Christus Rijk. Daarom verleent de H. Vader, volgens Gods groote barmhartigheid, vertrouwende op het gezag der Heilige Apostelen Petrus en Paulus, krachtens de macht tot binden en ontbinden, aan alle geloovigen een vol len aflaat in den vorm van eeix jubilé, om hierdoor de groei van het geloofsleven, de verbetering der zeden en bijzonder de heiliging van de geestelijkheid te bevorde ren. Zoo zullen duizenden en tienduizenden pelgrims optrekken naar de Eeuwige Stad om den Jubilé-aflaat te gaan verdienen. In Italië zal elk bisdom een afzonder lijke bedevaart naar Rome organiseeren. In de maanden Mei en Juni zullen de zaligverklaringen van 's Pausen jubeljaar gehouden worden. De eerste zal zijn die van Don Bosco, de stichter der Salesiancn, daarna die van een leekebroeder der Oa- pucijnen, Francesco van Camporoso, en van de Carmelietes Tlieresia Redi van Flo rence, terwijl ook de zaligverklaring van Pater de la Colombière, de zielsbestuur- der van do H. Margaret1- a Maria, zoo goed als zeker zal geschieden. Talrijke Oostersche prelaten en autori teiten zullen de reis naar de Eeuwige Stad ondernemen, om de zaligverklaring van den Armeenschen priester Gaumida te kunnen bijwonen. De Katholieken van Rome zullen den H Vader een rijken troon aanbieden voor de Sixtïjnsche kapel. Het is zeker dat Z. H. aan de Romeinsche bevolking oen plech tige audiëntie zal verleenen. Volgens de bewering van sommigen zou het tijdstip en de plaats van deze audiëntie in ver band staan met de onderhandelingen die er op het oogenblik plaat-s hebben tusschen •Ie ltaliaansche regeering en den H. Stoel, waarvan ook gezegd wordt dat de voorloo- pige besprekingen reeds geëindigd zouden zijn. Maar van officieele zijde werd om trent deze onderhandelingen vooralsnog geen enkele mededeoling gedaan, en alle persberichten berusten enkel en alleen op vage vermoedens en mogelijke veronder stellingen; want wij, die dan toch gere geld in Vaticaansche kringen verkeeren, wij konden ondanks onze journalistieke on bescheidenheid geen enkele officieele be vestiging verier ij gen omdat zooals wij eer der schreven, hot Vaticaan absoluut geen uitlatingen wenscht te doen omtrent de verschillende mogelijkheden van de oplos sing' der Romeinsche kwestie. Tegen het einde van het jaar zal aan Z. H. den Paus de groote offergave van de ltaliaansche Katholieken aangeboden wor den. Dit geschenk bestaat in een som gelds voor het stichten van pastoriën die in som mige streken van Italië geheel cn al ont breken. In de maand December zal ook het nieuwe altaar in San Carlo te Rome, waar aan Z. H. de Paus de eerste H. Mis op droeg, gereed zijn en onthuld worden. Dit altaar is een geschenk waaraan alle bisschoppen der geheele wereld een bij drage hebben geschonken. Op den 20sten December1929, den dag van 's Pausen gouden Priesterfeest, zal in de Sint Pieter een Solemncele Oapella Pa- pale plaats hebben. Aan de Universiteit Gregoriana zal ge durende dit jaar iedere week een voor dracht gehouden worden over den Paus en het Pausschap. De eerste lessen die in dezen cursus voor hooger godsdienstonder wijs gegeven zullen' worden, zijn getiteld „Gij zijt Petrus", de volmaakte monarchie der Kerk en Rome, de zetel van het Paus schap. Z. H. de Paus heeft iu de Sixtijnsche kapel de Bisschopswijding toegediend aan Kardinaal Luigi Sincero. Vergezeld door den hofstoet ging de H. Vader te voet naar de Sixtina, omgeven door een afdeeling der edelwacht en de bevelvoerders der verschillende pauselijke garden. Onmiddellijk na den H. Vader kwamen de kardinalen Vannutelli, Laurenti en Merry del Val binnen. Boven het altaar hing een schitterend gobelin mot een voorstelling van de aan bidding door de Drio Koningen. Z. H. de Paus werd geassisteerd door Mgr. Cremonesi en Mgr. Zampini, terwijl de studenten van het Lombardijnseh Semi narie en van het College der Propaganda de verschillende diensten aan het altaar verrichtten. Mgr. Don Lorenzo Perosi' had de leiding over de zangers, die de liturgische gezan gen uitvoerden. De bloodverwanten des Pausen en de familileleden van Kardinaal Sincero, tal rijke diplomaten, vertegenwoordigers va a alle Oostersche Ritussen, bovendien een groot aantal prelaten cn leeken woonden deze indrukwekkende plechtigheid bij. Bij de toediening van deze Bisschops wijding waren ook tegenwoordig twee Indi sche vorstenfamilies die in him schilder achtige bonte, kleurrijke kleeren gehuld, de aanwezigen stichtten door de groote vroom heid, waarmede zij deze liturgische plech tigheden volgen. Nadat de Apostolische Nuntius te Praag eenigen tijd in Rome heeft doorge bracht, om rapport uit te brengen aan de Kerkelijke Commissie, die is ingesteld in gevolge de modus vivendi tusschen Tsje- cho-Slowakije en den H. Stoel, is Mgr. Civiaci thans weer naar zijn post terugge keerd. Te Rome is aangekomen de Aartsbis schop van Tripoli, die ontzaggelijk veel ge daan heeft voor do inwoners van Tripoli en omliggende streken. Gedurende den hongersnood, die het land geteisterd heeft, deelde Mgr. Arida alles uit wat hij bezat. Hij verkocht zelfs zijn gouden Bisschops- kj'uis met ketting om de noodlijdenden te helpen. In de Vaticaansche archieven heeft men weer nieuwe ontdekkingen gedaan. Men heeft namelijk de authentieke stukken ge vonden die betrekking hebben op de re volutie van 1831 in de Pauselijke Staten, waardoor een geheel nieuw liclit gewor pen wordt op de gebeurtenissen die zich ia die rumoerige dagen in de Pauselijke Sta ten hebben afgespeeld. HET GEHEIM VAN STRADIVARIUS ONTDEKT! Aan een keerpunt! Zooals gemeld, werd door een antiquair een zeer merkwaardige biografie gevonden van Stradivarius (1645—1737), welke docu menten thans in het bezit zijn van een be kend vioolbouwer te Milaan, den heer Bi- siach. Een commissie, bestaande uit enkele vooraanstaande ltaliaansche persoonlijkhe den, heeft de documenten onderzocht en do authenticiteit ervan vastgesteld. Door deze stukken zijn thans verschillende pun ten duidelijk geworden, in het bijzonder wat betreft de samenstelling van de gebezig de laksoort, waaraan juist het zoo uitmun tend klankvermogen van de beroemde vio len van Stradivarius te danken was, en welk uiterst belangrijk procédé twee eeuwen lang was geheim gebleven, dat nu eindelijk is ontdekt geworden. Reeds jong zou Stradivarius in dienst zijn getreden van den beroemden Nicola Amati; in een door Arnati in 1667 uitgege- acii viool gelooft men reeds met zekerheid de hand van Stradivarius te herkennen. Dc oudste violen van Stradivarius zijn ont staan tusschen de jaren 1668 en 1670. Wel doen deze nog sterk denken aan de Amati- sehool, doch zij vertoonen reeds een zeld zame begaafdheid. Met enorme werklust gaf Stradivarius zich geheel aan zijn ar beid. Men verdeelt zijn werk in drie perio den. In den eersten tijd legde hij zich nog weinig op de mooie houtsoort toe; een goed geluid was hem voldoende. In de tweede periode verbetert hij het Amati-modcl, maakt de viool iets grooter, snijdt de F- gaten mooier uit en versiert verscheidene instrumenten met ivooi\ Verschillende vio len levert hij o.a. aan het Spaansche Hof. Omstreeks 1693 is de viool ongeveer 35.8 c.M. lang, bovenaan 16.8 en onderaan 20.9 c.M. breed. In zijn derde periode, die be gint na 1695, behaalt Stradivarius zijn hoogtepunt; uit déze eigenlijke glans periode stammen de beroemdste werken van den intusschen reeds 50-jai'igen mees ter; het Stradivarius-model is nu volko men. In verband met het bovenstaande lijkt liet ons niet van belang ontbloot hier een kleine beschouwing te laten volgen over den bouw van de viool. Over het ontstaan van de viool is zeer weinig bekend. Van zeer ouden datum dagteelcent een instrument, vervaardigd van hout van een vijgenboom, overtrokken met slangenhuid en bespannen met twee darmen, welk instrument met een strijkstok bespeeld werd en dat als de voorlonper van de latere viool kan be schouwd worden. In de zestiende eeuw leeren wij de lta liaansche viool kennen van de bekende bouwers: Gasparo Bertolotti da Salo en Giovanni Paolo Maggini. Andrea Amati, de befaamde vioolbou wer te Cremona, is het, die in dc zeventien de eeuw grooten roem oogstte. Hij wordt in zijn w.erk opgevolgd door zijn beide zonen Anjtonio en Hieronymus cn later dour Nicola Anlati den zoon van Hieronymus. De oude ltaliaansche viool kenmerkt zich naast fraaien vorm en mooi lak door haar helderen klanlc. De vioolbouwers van Cre mona schiepen de viool, welke tot heden, wat klank en vorm betreft, nog niet is overtroffen. De viool krijgt een cenigszins grooteren, duch minder gewelfden vorm door den ver maarden bouwer Antonio Stradivarius en zijn beroemden tijdgenoot Giuseppe Guar- nerï del C'esu. De prachtige diepe kleuren van de mooiste instrumenten der oud-Ita- liaansche moesters boeien het oog haast evenzeer als de aanblik van de „Nacht wacht" van Rembrandt Holland's groot- sten schilder. De draagkracht van het ge luid der betere instrumenten van de oude meesters is buitengewoon en onderscheidt zich aanmerkelijk van instrumenten van mindere kwaliteit. Als houtsoort, hetwelk door de oude meesters ter vervaardiging van het oo- venblad van de viool werd aangewend, ge bruikte men pijnboomhout. Deze houtsoort wordt ook heden nog voor dit doel gebe zigd, doch ook ahornhout. Geprefereerd wordt het hout van den Zuidkant van den boom, daar dit minder hard is dan het hout van den Noordkant. Ook de oude Ita lianen voelden als eersten grondslag Voor den vioolbouw de keuze van het houtsoort, zoowel wat kwaliteit aangaat als uit aesthe- tisch oogpunt. Het juiste hout werd toen tertijd aangetroffen in Noord-Italië, en wordt ook heden nog wel daar gevonden, doch ook in Roemenië. Het onderblad, de krul en de hals van de viool worden vervaardigd van het hout van den ahornboom. De vioolbouw is zich meer en meer moe ten gaan aanpassen aan den grooten na vraag van instrumenten hetwelk verband houdt met het verval der oude ltaliaan sche kunst in het midden der achttiende eeuw. Er heeft zich als het ware een in dustrie gevormd voor vervaardiging van instrumenten van mindere kwaliteit. Bui ten de industrie-centra, zooals Duitsck- land, Bohemen en Frankrijk worden er echter in de groote steden toch wel viool bouwers gevonden, die zich geheel en al toe leggen op den bouw van violen, zooals dit door de oude meesters werd beoefend, dus zonder eenige machinale bewerking. Slechts de heilige ernst en liefde voor het werk zal dien vioolbouwer bezielen, die in zijn po gen om de karakteristiek der oude mees terwerken in vorm en klank nabij te ko men, hieraan een gansch menschenleven vol gestagen arbeid, overlog en eindeloos geduld besteedt in dienst van een artistiek ideaal. ZONDER GEVAAR AANZETTEN VAN MOTOREN. We zijn met de moderne auto zekor veel beter af dan met de oudere model len en het gemak van het electrisch aan zetten wordt dagelijks ondervonden. Toch werkt die electrische starter niet altijd goed; de accu kan wat uitgeput zijn, of de motor is te koud geworden om snel aan te loopen, etc. etc., waardoor gebruik ma ken van den ons ouderwctsch toeschijnen- den slinger onafwijsbaar wordt. Die slinger heeft bij auto's (en vooral ook bij allerlei motorbooten) reeds heel wat ongelukken op zijn geweten, omdat het terugslaan van den slinger, b.v. bij te vroege ontsteking, met groote kracht werkt en in ontelbare gevallen de oorzaak is geweest van het breken van pols of handwervels, terwijl ook vóórkwam, dat als gevolg van de lastige houding waarin men bij het gebruik kan staan, kwetsuren van de kaak en zelfs buikorganen ont stonden. Er werden wel steeds niet terug slaande aanzotsslingers gevraagd, maar deze bestonden feitelijk niet, zoodat de voorschriften wel doode letters moesten blijven. Een nieuw model aanzetter, die niet te rug kan slaan, leek ons het beschrijven wel waard, daar hierdoor niet alleen veel leed voorkomen kan worden, maar ook in talrijke, gevallen de productieve kracht behouden blijft en schade wordt voorko men. Natuurlijk wordt met voorstaande be doeld het geheel apparaat en niet de slin ger op zichzelf; 't apparaat is op zeer een voudige wijze overal aan auto's of moto ren aan te brengen. Wij zullen de construc tie niet in details beschrijven, maar ons beperken tot de werking in het algemeen. Bij het draaien naar rechts grijpt de slinger de onderdeelen zoo vast, dat het verloop geheel normaal is en de motor wordt aangezet; slaat deze echter terug, dan wordt door de inwendige constructie van den motor en die van het apparaat in de eerste plaats gezorgd, dat de as losraakt van den slinger, zoodat de motor door kan gaan loopen, zonder dat de slin ger beïnvloed wordt. Het plotseling los laten van den slinger zou echter ook ge vaarlijk kunnen zijndaarom is gezorgd voor het aanbrengen van een remkonus, waarop de slinger dan blijft werken, zoo dat men b.v. niet voorover kan vallen. We gelooven, dat dit nieuwe aanzetmechanis- me zeker de aandacht verdient van alle ■uto- of motorboot gebruikers en we ver moeden, dat de prijs niet hoog zal zijn. ZORGT VOOR DE VOGELS. Sneeuw en ijs brengen weer hongers nood onder onze vogels. Als de winter lang aanhoudt, zullen wij in de volgende maanden veel lentezang moeten ontberen, veel bondgenooten in den strijd tegen in secten moeten missen. Onafwendbaar is dat verlies niet, integendeel, met eenigen goeden wil kan het grootendeels voorko men worden. Nu de natuur den vogels tijdelijk het noodige niet kan verschaffen, moeten jong en oud zich beijveren het ontbrekende aan te vullen. Een eenvoudig voertafeltje is spoedig in elkaar getimmerd, een luw plekje is iu een ommezien sneeuwvrij ge maakt; zelfs de allereenvoudigste voerge- legenheden verheugen zich in dezen tijd gewoonlijk in een druk bezoek. Wat den kleinen gasten voorgezet moet worden? Veeleischend zijn zij niet en een korst bruin brood geldt reeds als een lek kernij. Wie dc vogels in de Nederlandsche gastvrijheid wil doen deelen en wie zou dat niet willen! kan nog allerlei ander voedsel beschikbaar stellen. Pinda's, zou- nepitten, hennepzaad, en in het algemeen oliehoudende zaden, vallen in den smaak. Spekzwoerd en kaaskorst neem zwoord en korst niet te dun! tafelafval en alle dierlijke en plantaardige vetten worden met graagte verorberd. Laat in deze da gen niets eetbaars verloren gaan! Vetkoeken, vetbollen, voer voor insecten etende en voor zaadetende vogels, zooals in den handel verkrijgbaar, het zijn alle uit stekende middelen, om den nood onder de igels te lenigen. Nu kunnen wij onze kinderen in aanra king brengen met vogels. Laat die gelegen heid niet ongebruikt voorbijgaan en oor deelt dan zelf, of niet de dienst, aan uw kinderen bewezen, even groot is, als die, aan de vogels verleend. Ook aan een drink- en badgelegenheid hebben de vogels bij vorst behoefte. Een ondiep bakje met water zoo mogelijk eeni- germate verwarmd, voorziet in dezen nood. Laat het water vooral niet te warm wor den! STIJi We doen tegenwoordig alles in stijl, is heel gezellig. We bouwen huizen in stijl, wij schilde in stijl, driehoekige gezichten en bee zonder kuiten, we schrijven in stijl, de mes loopen in stijl do slanke lijn - koken in stijl, zoodat de maaltijd nati lijk niet te genieten is, verder is al waarmede wij in ons dagelijksch leven aanraking komen in stijl gehouden, meubelen van onze huizen, de damespa pluies en zelfs de groote lappen beha in onze huiskamers vermogen niet aan <1 drang der tijden te ontkomen. Zonder dat we er ook maar hebben gemerkt, heeft de stijl ons le doordrongen, want zei men vroeger all ;n van een auteur, dat hij een goede stijl hade tegenwoordig is dat anders. Een huismoeder heeft nu een goede van koken, een baanveger en een werks hebben een reuzen stijl van vegen, glazenivasscher heeft stijl, een provii reiziger heeft stijl, een boekhouder, reclame-agent-, een sneeuwruimer en strijkster hebben allemaal stijl. Als wij wandelen langs onze straten grachten, dan zien wij om ons heen menschen meer en geen huizen, geen bouwen, geen schitterende reclamepla !Ct of grootsche étalage's, dan zien wij slee int- stijl, niets anders dan stijl. Wij zien niet meer de flikkerei schoonheid van de electriciteit, die lai govels van gebouwen in tallooze kle lampjes opklimt naar omhoog totdat heel hoog alleen staat en als het ware B. ief; 'oor it j and ank En ich icli irtf i-nu v s S< ng To hangt in de lucht, wij zien slechts stijlu Er zit stijl in de verkeers-agenten, als een paal op hun verhooging staan, steil en stijlvol zich wenden en keeren zelfs met een zekere stijlvolle stijl in plooien van hun gelaat, hun armen st vol bewegen in alle richtingen, want duidelijkst bewijs, dat alles wat met verkeersgebaren samenhangt, stijl is, vii U in de bioscoop in een versnelde film, het verkeer van het drukste punt in grootste wereldstad in beeld brengt. Er zit stijl in de groote letters der clame-afbeeldingen, die electrisch verlic als het ware op ons schijnen toe te spr geil en de figuren, die dienen om het schreven Avoord duidelijker tot ons te do spreken en die in hun stijl meestal profanatie zijn, van het meesterstuk schepping, den mensch. Er zit stijl in de lucht om ons heen, als er stikstof en zuurstof in de lucht zit. Zal dit stijl-drama zich voltrekken, zullen we tijden beleven, dat er geen reld meer is en dat er geen menschen m< zullen zijn, maar dat alles zal zijn opf^( lost in stijl. Hoe heerlijk zal het dan zijn te lev wetend en voelend het geluk, dat wij in ons zullen omdragen, dat wij gelijk? mig zullen zijn geworden aan datgei wat nu als hoogste ideaal in de kui wordt gepropageerd. Wij zullen dan als het ware ijle weze geworden zijn en verre zullen blijven de vele menschonteerelKle dad die heden ten dage de wereld bezoe< lcn" inl Geen oorlogen zullen dan onze stijl be gen en er zal een spitse en hoekige vre de heerschen in het rijk van den stijl. Dan zullen we vergeestelijkt rondwant n^- len langs 's Heeren wegen, met handt waarvan zeven spitse vingeren zich st vol zullen richten naar den grond, saamgetrokken smalle en stijlvolle gezic ton, in kaarsrechte houding, dan zal zondig zijn en misdadig bij het loopen knieën te buigen, omdat daarmede de et heid in stijl gebroken zou worden. Maar voor het zoover komt, moeten ons Avapenen en ons te weer stellen teg;j( die stijl-stijve invasiewant dan moeten rondwandelen als een levend st stijlnee, da's geen stijl.. Dé nd DANIËL. VERPLICHT PENSION. Mt De cipier spreekt: Dag, mijnheer! Ik kom eens kijken, Hoe U het hier bij ons maakt! k Zou U even willen vragen, Hoe 't ontbijt U heeft gesmaakt? Enneheeft U goed geslapen? Was het bed wel naar uw zin? Niet te hard? Nee, nee, er zit pas Weer een nieuwe vulling in. Hoe Avas gisteren de biefstuk? Was zij malsch genoeg en gaar? En U krijgt toch na het eten Steeds uw vijftien-cents-sigaar? Was de soep wel goed gebonden Niet te dik en niet te, nat, En U hebt toch voor het eten Een paar borreltjes gehad? Wij vernemen, dat Liebermaj gedurende de zeereis zeer wel spreken Avas en dat hij zich lunch goed liet smaken. Ook m an de frissche zeelucht hem Avelda<»n, hebben aangedaan. (Courantenbericht iar !1' (Motto: Er zal meer op goede behandel ec dan op hoog salaris Avorden gelet). Zi; iele ho Vindt U het niet wat bedompt hier, iraa En wat eenzaam en benauwd? rt Is hier toch wel goed verwarmd en EhU hebt het toch niet koud. Als U zich soms mocht vervelen Kom ik bij U met pleizier, Om een uurtje heel gezellig Wat met U te praten hier. Wilt U soms niet eens naar buiten In de frissche, vrije lucht. Maar, ehneemt U mij niet kwalfidc U gaat toch niet op de vlucht? Want dan zou ik 't zou mij spijten set En mij zeer ter harte gaan U uw verdere verblijf hier In de boeien moeten slaan. ik m! Dc gedetineerde antwoordt: Nou ik heb hier niet te klagen De behandling is heel fijn, De verzorging en het eten Nou, dat mag er ook wel zijn. Eén ding vind ik te betreuren, Da's beslist een groot tekort- En dat is: dat 'k hier vandaan moet, Als ik vrijgesproken word.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10