GRAAF Rechtzaken. neer B. en W. echter het tegendeel bewe ren De lieer Wil m er: Och, trek toch uw beschuldiging ridderlijk in. De heer Sijtsma: Ik heb niet be schuldigd. De heer M anders: Dat is juist het laffe. De heer S ij t s m a ziet verder van het woord af, na nog te hebben verklaard, dat hij den adjunct-directeur als ambtenaar zeer hoog acht. Gaat Katholiek en socialist samen? De heer v. Eek zal ook trachten, kort te zijn, maar hij wil toch de punten, aan hem ter verdediging opgedragen, bespreken en dat is in 't algemeen de socialistische politiek. Spr. acht het noodig telkens de socialistische beginselen te verdedigen, en dat is ook niet zonder invl 1 op de hou ding van den raad ge wees; di bovendien, wat hier gesproken wordt gaat verder dan de raad. De heer Huurman: Dus propaganda? De heer v. Eek: Zeker propaganda. De heer Huurman: Maar daar dient de raad toch niet voor! De heer v. Eek: Daar dient de raad wel voor. De heer Wilmer heeft gezegd, dat in theorie en practijk het Katholicis me niet samengaat met het socialisme. Spr. is het daarmee niet eens. Vele Katholie ken stemmen niet meer op de R. K. Staats partij. Niet alleen hier, maar nog meer in Engeland, Duitschland, Oostenrijk, België enz. Dezer dagen hebben de Kathol, kran ten het socialistisch programma zoo wei nig verschillend genoemd met het Kathol, program, waaruit spr. afleidt, dat de Ka tholieken toch niet zóó heel ver van het socialisme afstaan, dat er geen samen gaan mogelijk is. Spr. is voor armenzorg door de overheid omdat hij het belang van de armen op de eerste plaats stellen wil. Zeer terecht heeft do heer Wilmer opge merkt dat de armen nog meer noodig heb ben dan materieele zorg, en in dit op zicht heeft de overheidszorg van de kerk en de particulieren nog wel wat te leeren. Wat medezeggenschap betreft, zegt spr. dat daarmee niet bedoeld wordt, dat het be drijf door de arbeiders mede wordt be stuurd. Overigens wijst spr. op het voor beeld van Duitschland, waar de bedrijfs- raden wettelijk zijn erkend en geregeld. Spr. verklaart zich verder voorstander van gelijkgerechtigheid voor allen ook voor de Katholieken, maar dan zou spr. de rechter zijde wel eens willen vragen, om datzelfde beginsel ook toe te passen t.o.v. de socia listen. Het standpunt van den heer "Wil mer in zake de Zondagswet begrijpt hij niet; de groote meerderheid van de be volking heeft geen bezwaar tegen muziek- optochten op Zondag. Verder blijft spr. bij zijn meening dat verhooging der wethou derssalarissen een democratische eisch is. Hij erkent, dat hij daarbij ook gedacht heeft aan de mogelijkheid, dat een sociaal democraat eenmaal een wothouderszetel zal innemen. Men heeft spr. verweten, dat hij te dure voorstellen indient zonder zich te bekommeren om de financieele ge volgen. De door hem voorgestelde tariefsverla ging is best te verdedigen met een beroep op de steeds groeiende winst der lichtfa brieken. Maar overigens geëft spr. toe, dat de voorstellen der S. D. A. P. geen reke ning houden met de financiën. Dat komt, omdat de S. D. A. P. gedwongen is om over de geheelc linie voorstellen te doen, daar de kans van slagen door de afwijkende politiek van B. en W. gering is. Maar bovendien zegt spr. dat de S. D. A. P. niet alleen letten kan op de financiën doch ook moet letten op den noodtoestand van het volk. Aan den eenen kant reserveert men duizenden guldens en aan den anderen kant is de nood van het volk. Do heer Huurman: Je begrijpt niets van den practischen kant. Je bent alleen theoretisch. De heer v. Eek: Hier is een tegenstel ling, welke u niet voelt. De voorz. schorst daarna de vergadering tot 's avonds 8.15 uur. AVONDZITTING. De heer v. Eek zet zijn afgebroken be toog voort. Hij vindt het uitstekend als er overeenstemming wordt bereikt met den middenstand inzake de toonkamer, doch hij waarschuwt er voor, dat men de vrij heid van de toonkamer niet te veel aan banden moet leggen. Zijn voorstel om weiland in tuinland om te zetten verdedigt hij nogmaals. Het is ietwat belachelijk gemaakt, maar het is toch ernstig bedoeld. Hij toont nader aan, dat zijn voorstel toch inderdaad cle moeite van hot overwe gen waard is. Het is zuiver productieve arbeid, daar een bunder tuinland toch al tijd meer waard is dan een bunder wei land. De exploitatie behoeft ook niet van gemeentewege plaats te hebben, doch kan bijv. geschieden door het verstrekken van crediet. Het is niet spr's bedoeling om allereerst de werkloozen te helpen, doch a 1 s het plan uitvoerbaar zou blijken, zou spr. willen overwegen of de werkloozen er mee gebaat zouden kunnen worden. Spr. heeft de meergegoeden zwaarder willen belasten, waarmede do heer Heems kerk het o.a. niet eens was. Doch wie dat niet wil, kan in dezen tijd niets demo cratisch ten uitvoer leggen. Met den heer Bosman is spr. het eens, dat men meer aandacht aan de industrie moet wij den. De heer de Reedc wil bezuinigen in het kwadraat, waardoor hij Leiden to taal tot een doode stad zou maken. Dan kan men de zaken beter stopzetten. Spr. heeft met aandacht naar de prin- cipieele uiteenzetting van den heer Par- mentier geluisterd, hij respecteert dat, doch is het er niet mee eens. In de H. Schrift kan men toch niet de oplossing van alle moderne sociale kwesties vinden. Tijdens den oorlog hebben de ChristeL partijen toch ook meegedaan. De heer Parmenticr: U toch ook. De lieer v. Eek: Wij zijn overvleugeld, doch hebben ons verzet. Van uw richting wordt de oorlog niet bestreden. De heer W ilmer: Daarin vergist u jcich. Dc heer v. Eek is van meening, dat de maatschappij nooit beter kan zijn dan de mensch. De heer Wilbrink: Wij zijn aan de begrooting bezig. De heer v. Eek spreekt over den klas senstrijd als een middel om tot betere verhoudingen te komen. De heer v. Es: Het doel heiligt de mid delen. De heer v. E c.k komt thans aan de Zon dagswet. De burgemeester zegt, dat een compromis gesloten is tusschen rechts en links, doch dan zijn de porties z. i. wel erg ongelijk verdeeld. Hij verdedigt nog maals het zingen op straat uit een oogpunt van verdraagzaamheid. Om aan de for- meele bezwaren tegemoet te komen zal spr. zijn voorstel wijzigen, om alsnog de comm. voor de strafverordeningen te kun nen hooren. Tegenover wethouder Tepe zot hij nogmaalG de beteekenis van de mede zeggenschap uiteen als middel om de ar beidsvreugde te verlioogen. Spr. ontkent, dat hij den stand der werkloosheid ie on gunstig heeft voorgesteld. Het aantal werkloozen is grooter dan het aantal in geschrevenen op de arbeidsbeurs. Hij 'ïeeft overigens niet gezegd, dat wethouder Goslinga niet krachtig optreedt, doch ge- wenscht dat deze op dit punt nog krach tiger zal optreden. Verder is het zi.. alleszins gewenscht een adres tot de Staten Generaal te zenden, om te doen uitkomen, dat het in Leiden zóó niet langer kan. Spr. heeft jaren lang betoogd om de be lastingdruk voor de min-vermogenden te verlichten en thans is de eenigc concessie, welke B. en W. willen doen, het instellen van een onderzoek. Hij begrijpt werke lijk niet welke bezwaren mtV heeft tegen de zakelijke belasting op het bedrijf. Zoo zwaar drukt die belasting niet, zeker niet zooals deze te Leiden werd geheven. Uit voerig verdedigt hij zijn belastingvoor stellen. Wat de voorgestelde tariefsverlaging be treft, zegt spr., dat het niet aangaat dat de gemeentenaren niet profiteeren van de hooge winsten door de lichtfabrieken ge maakt. Spr. betoogt tenslotte dat do so ciaal-democraten verdraagzamer zijn en grooter vrijheid waarborgen voor anders- donkenden dan de rechtsche partijen. Hij vreest dat de meeste soc. voorstellen ver worpen zullen worden, doch.wij heb- den den tijd. De v o o rz. wijst erop, dat de heer v. Eek nog langer gesproken heeft bij de replieken clan in eerste instantie. Als alle sprekers hem navolgen.... Nogmaals R. K. en S. D. A. P. De heer Wilmer gelooft niet, dat de burgerij het waardeert dat in den raad zulke breede beschouwingen worden ge houden als de heer v. Eek gedaan heelt. De verleiding is voor spr. groot om ook uitvoerig te zijn, doch hij wil zich beper ken. Spr. heeft in eerste instantie slechts in grove lijnen het Katholieke standpunt uiteengezet en wil den heer v. Eek thans in het kort weerspreken. De heer v. Eek heeft spr. niet bestreden, doen naast hem heen geredeneerd. Dat cv Katholieken zijn, die niet inzien, dat zij aan hun begin sel verplicht zijn op de Katholieke l»jst te stemmen, wil spr. niet ontkennen. Doch principieel staan Katholiek en socialist beslist tegenover elkaar. Er staan op de programma's van beide partijen program punten welke veel op elkaar gelijken, doch dat bewijst nog niet dat een Katholiek socialist kan worden! Spr. blijft bij zijn meening, dat men in de bestaande c< missies tot een redelijk overleg en redelijke medezeggenschap kan komen voor het gemeentelijk personeel. Inzake de Zondagswet is spr. niet star dogmatisch. Waarom spr. dat kwalijk ge nomen wordt begrijpt hij niet. Spr. is nog niet overtuigd van de nood zakelijkheid van een adjunct-inspecteur. De voorz. heeft teveel willen bewijzen. Alles zou veel beter marcheeren als zulk een functionaris werd aangesteld. Spr. kan zich dat moeilijk voorstellen. Spr. vraagt of de hoofdinspecteur niet belast kan wor den met de opleiding. Spr. erkent in ieder geval dat het voor een raadslid moeilijk is om over deze kwestie te oordeelen. Wel dringt spr. aan op bezuiniging, o.a. door niet over te gaan door de aanstelling van nieuwe agenten. De aanstelling van een inspectrice heeft spr. reeds vroeger ge noemd. Spreker kan zijn stem hier omtrent nog niet bepalen. Voor de in voering van meer overleg bij de bestraf fing van het politie-personeel blijft spr. veel gevoelen, maar niet zóó als de heer Koole wil. De heer v. Eek wil een minder kille be handeling bij het Burgerl. Armbestuur, doch dat warme element zal het B. A. er nooit in kunnen brengen, omdat het gods dienstloos is. Dat godsdienstelement ont breekt in het geheele socialisme en daar om voelen velen het zoo kil en koud aan. Dat is mede een van de redenen, waarom een godsdienstig man in de S. D. A. P. geen bevrediging vinden kan. Nog eens de wethouderssalarissen. De heer Huurman wil alleen spreken over de wethouderssalarissen. Hij blijft er bij dat een toelage van f 2500 voldoen de is. Als er een arbeider tot wethouder gekozen wordt, zal hij met dit salaris heu8ch niet achteruit gaan. Do tegen woordige en vroegere wethouders hebben allen hun taa1" uitstekend vervuld, nu be houd van hun eigen particuliere functie. De inspectrice. Mevr. Braggaa rD e Does is te leurgesteld, dat de heer Wilmer haar niet meer gesteund heeft tot invoering van een inspectrice. Zij clringt op spoed aan. C. H. allerlei. De heer Wilbrink bestrijdt eveneens de verhooging der wethouderssalarissen, daar het gevaar dreigt, dat het wethou dersschap een ambtenaars-baantje wordt, dat zoo begeerlijk wordt, dat men erom gaat vechten. Dat mag niet en wij moe ten bovendien de zuinigheid betrachten. Wie zoo geschikt is om wethouder te wor den, is ook geschikt genoeg om zich in bet particuliere leven een bestaan te ver schaffen. Verder waarschuwt spr. tegen het doen van beschuldigingen in den raad afgaande op praatjes. Hij protesteert te gen het gezegde van den heer Bosman, die van domperspolitiek sprak inzake dc Zondagsrust en is het niet met hem eens, wat betreft de bruggenreorganisatie. Wel kan hij zich vereenigen met de besproken bevordering van de industrie. Spr. heeft bezwaar tegen de opheffing van het ge meentelijk straatmakersbedrijf, dat zal de werkloosheid vergrooten, een gevolg, dat de heer Bosman toch wel niet zal bedoelen. Van het crfpachtslelsel is spr. geen voorstander. Evenals bij het bouw rijp maken van grond moet men het uit breidingsplan afwachten.Voor tariefsver laging van gas en electriciteit gevoelt spr. veel, doch hij deinst er voor terug, diar hij gehoord heeft van den wethouder, lat de gemeente de gelden niet missen kan. Verder keert spr. zich tegen de aange kondigde uitbreiding van het politie corps. De niet-bevordoring dei oude agen ten, die geen diploma kunnen behalen, keurt hij niet goed. Waarom is er naast dat diploma nog een speciale opleiding noodig? De heer R o m ij n zou gaarne zien, dat de wethouder van onderw.js zich meer bezig hield met den toestand der school gebouwen en h?t niet overliet aan zhn collega van fabricage. De heer Heemskerk verdedigt aet voorstel van den afwezigen heer Spendol Het is de bedoeling geweest, dat alle niet rendeerende gemeente-eigendommen zullon worden verkocht. Het doet spr. genoegen meer overleg met de onderwijzersorgani saties. Verder heeft spr. niet bedoeld, de krankzinnigen uit Leidon niet langer naar Endegeest te sturen, doch alleen, de mo gelijkheid ópen te stellen de krankzinni gen, die prijs stellen op cinfessioneele ver pleging, in confessioneel© gestichten te doen verplegen. Verder is spr. van mee ning, dat men thans geen enkele belasting moet verhoogen, ook niet de opcenten. De v.thouder heeft de verwachting geopend dat tariefsverlaging zal volgen. Toch kan spr. op die grond zijn voorstel niet intrek ken, wel wil spr. zijn voorstel iets wijzi gen door er „onder meer" in te voegen. Het voorstel van den heer Koole inzake de comm. van advies in strafzaken voor de politie kan spr. onder zekere reserve goedkeuren. Afschaffing van het klassenstelsel be pleit spr. niet, doch hij wil ouder politie personeel zonder diploma automatisch na een zeker aantal jaren in een hoogere klasse bevorderen. Aan het stelsel van de wacht dagen voor werkloozen kleven z. i. verscheidene bezwaren, zoodat spr. den wethouder in overweging geeft het voor- stel-Baart in prae-advies te nemen. De heer Sijtsma zou slechts een vraag hebben gesteld en geen beschuldiging heb ben geuit. Spr. leest het sectie-verslag voor waaruit blijkt, dat do heer Sijtsma wel degelijk begonnen is met een bewering. Desniettemin trekt de heer Sijtsma zijn beschuldiging niet in, wat spr. toch wel verwacht had. De heer Bosman blijft het dompers- politiek vinden, als de rechterzijde do linkerzi-de dwingen wil om de sombere op vatting van de Zondagsrust te vo'gen. Hij noemt de wijze waarop de heer Wil brink hem inzake de werkloosheid bestre den heeft „kinderachtig". Wie tot nog toe zweeg. De heer G'r o e n e v e 1 d treedt thans voor de erste maal in het krijt om een lans te breken voor de verhooging der wethouderssalarissen. Hij citeert mr. d. Lip, dat het wethoudersschap in den laat- sten tijd is uitgegeroeid tot een zeer tijd- roovende bezigheid. Hetzelfde zeide wet houder Sanders bij zijn afscheid. Koole niet bekeerd. De heer Koole merkt omtrent de v: or- gestelde adviescommissie voor strafmaat regelen tegen de politie op, dat het heele politiepersonel daarmee ine emt. Hij ':omt nogmaals op voor de bevordering van ouder politiepersoneel ook zonder diploma, door afschaffing van het heele klassen- stelsel. Woningtekort of niet? De heer Kooistra bepleit nogmaals meer ruimte voor het particulier initia tief in het bouwvak door het aanleggen van straten, het bouwrijp maken van grond. Uitbreiding is noodzakelijk en de gemeente moet een vooruitziende blik heb ben door grond te lcoopen als de grond nog goedkoop is. Het verschil tusschen cle cijfers van de wethouder en die van spr. inzake het te kort aan woningen verklaart spr. aldus, dat dc wethouder die gzinnen, welke bij een ander inwonen, niet gesteld heeft bij de woningzoekende gzinnen. Dat geeft natuurlijk geflateerde cijfers, i Spr. blijft cr op aandringen, dat er in de werke lijke behoefte aan woningen zal v !:n voorzie - en hij handhaaft zijn voorat el len. Spr. noemt de houding van B. en W. inzake het 7e lid van het bestuur der Woningstichting, een comedic en 'ij blijft zijn ontstemming daarover uiten. Nog niet naar huis. De heer Groene veld doet een voor stel van orde om de zitting te schorsen. Het is reeds kwart vóór twaalf, en er zijn nog verscheidene sprekers ingeschre-en. Het voorstel wordt evenwe1 verworpen. De voorzitter zegt toe, dat hij om half één zal uitscheiden. De heer De R e e d e kan den heer v. Eclc gerust stellen. Hij is niet van plan om Leiden een doode stad te maken; ook maakt hij zich niet al te ongerust over het lot der gemeente-financiën. Hij verliest den moed niet, doch hij wil toch voorzichtig zijn, daar de aanneming van de nieuwe financieele regeling v. d. ver houding trsschen Rijk en gemeente nog niet zoo zeker is. Dat de econom. toe stand van Leiden zooveel verbeter:1 is, als wethouder Goslinga wil doen geloo- ven, betwist spi\ Van de belastingvoor- PRAAT-POËZIE UIT HET DAGBOEK VAN EEN LUISTERAAR. Donderdag. Gistermiddag ten twee ure, Herbegon de groote pret, Weder werden de discussies Onverminderd voortgezet. Nu was het wethouder Splinter Die zijn redevoering hield; Hij vervolgde toen zijn rede, Van een heilig vuur bezield. Evenals zijn twee collega's, Die al waren uitgepraat, Gaf hij uitgebreid critiek op Het gesprok'ne in den Raad. *'t Levendaal wordt niet gedempt nog, Ook al ruikt het daar niet frisch. Daar centrale rioleering Blijkbaar toch doelmatiger is. De Plantage en de brug daar Worden ook nog niet verbreed, Nee, meneer, U is voorbarig Als U dat nu maar eens weet. De verand'ring op de Hooigracht Vond de wethouder heel mooi; Ik stel voor die naam te houden, Want ik vind, het lijkt wel hooi. Maar de „Nieuwe" Rijnsche bruggen Worden nog wel eens verbreed, En de Havcnbrug wordt „spoedig", Volgend jaar al, aanbesteed. En als antwoord op een lid, dat Meer goedkoope buizen vroeg, Zeide wettenhouder Spliuter: Huizen zijn er nou genoeg. Met de nieuwe industrieën Was hij niet geheel content, Maar hij gaf 't klassieke antwoord: B. en W. zijn „diligent". Als ik nu eens, raadsheer Splinter, In Uw plaats daar had gestaan, 'k Had gezegd: Trek eerst den balk eens Uit je eigen oog vandaan. Ook de vierde wettenhouder, Stönd en sprak een wijl daarna, 't Was de raadsheer van de brandkast, Wettenhouder Goslinga. Hij was wel niet optimistisch Over d' inhoud van zijn kast, Maar het was toch ook zoo erg niet, Leiden is nog niet in last. En al vindt hij geld uitgeven Hij is zuinig bijna slecht, Voor de armen en werldoozen Heeft hij acht ton toegezegd. En iets wat men in een raadszaal O' zoo weinig maar ontmoet, Heer de Reede en hij, begrepen Zeide hij, elkaar zoo goed. Hij verklaarde voorts nog even, Dat het licht en niet het gas, In den financieelen toestand 't Onvolprezen lichtpunt was. Daarna werd van Eek besproken, Den voorstellen-fabrikant, Zijn belastingvisioenen Stierven in den prullemand. Hij ontleedde die voors'" '^n En betoogde toen al ras Dat heel die belastingscène Niets dan propaganda was. En U denkt misschien, nu is het Met al dat gepraat gedaan, Nee, juffrouw, meneer, want hierna Vingen de replieken aan. Raadslid Sijtsma wou eerst zwijgen, Zag hij soms in het verschiet, Zijn beschuldiging, ontmaskerd? Praten of je wilt of niet. En "hij kreeg toen gauw nog even Een lclein veegje uit de pan, En hij dacht toen bij zich zeiven: ;k Zwijg er toch maar verder van. Toen kwam wederom een raadsheer, Die reeds dikwijls was gehoord, Heer van Eek, esdeapeër, Weer een poosje aan het woord. Hjj besprak de propaganda Voor zijn eigen soort publiek, En vertelde aan de leden Van de roode politiek. Hij bekende in de raadszaal Och een koe eet ook maar gras Uafc zijn politieke rede Niets dan propaganda was. Het salaris der wethouders, Armenzorg en Zondagswet, Werden daarna ook nog door hem In een „rooden" gloed gezet. En ik weet wel, sprak hij verder, Wat wij zeggen is te duur, En wij hebben toch geen centjes, Wel een heelen rijken buur. Want al kan, wat wij graag willen, Ook niet altijd zoo maar gaan, Dat kan ons nou minder schelen En daar storen w' ons niet aan. Dat was alles, wat van Eek nu Gistermiddag zoo al zei. Daarmee kwam het vruchtbaar einde Van de middagpraterij. TROUBADOUR. (Wordt vervolgd). INGEZONDEN ME O EDE EL ING. ac WANDEL LAtE RIJNDIJK 2-4 Telffoon Interc. 356 tiliaL.0 f2.90 p. fi. stellen kan spr. alleen het voorstel-Huur- man-Wilmer-Wilbrink aanvaarden. Dat de belasting iphaaldienst een zegen is, geeft spr. den heer Koole toe, maar het afbe talingssysteem is dat allerminst. De heer Manders meent, dat de dempingsplannen geen zin meer hebben, nu B. en W. spoed hebben toegezegd met het uitbreidingsplan. Spr. blijft eek ter aandringen op de instelling van een spe ciale studie-commissie, daar B. en W. geen vc-^and van alle belangen van han del en industrie kunnen hebben. Wanneer het B. en W. ernst is met de behartiging van Leidens welvaart, mag het voorstel van spr. niet absoluut van de hand worden gewezen. Men zal ook de medewerking an de Kamer van Koop handel moeten inroepen. De heer Baart zal in telegramstijl re- pliceeren. Hij komt nog eens terug op de openstelling van de Zijl op Zondag, op het gebruik maken van de arbeidsbeurs bij vacatures, op t e badhuiskwestio, op de bruggenwachterskwestie en de staat makers zonder evenwel nieuwe gezichts punten te openen. (Het loopt tegen half één en op de pu blieke tribune verschijnen onder groote hilariteit eenigen, die na sluitingstijd der café's de „pub'ieke vermakelijkheid" in den raa komen opzoeken). De heer Baart gaat voort met beplei ting van een uniforme ziekteregeling voor het personeel in overheidsdienst, al of niet in vasten dienst. Omtrent de omvormingscursussen heeft spr. een andere meening dan de wethouder Verschillende curs' 'en hebben geen .erk gevonden, - aartoe zij waren opgegeid. De resultaten zijn dus niet zoó gunstig als wordt voorgesteld. Verder neg de Leidsche Hout. Men heeft schande gesprok, a over de menschen, die cp Zaterdagmiddag niet wilden werken. Maa~ men moet het maar weten, dat deze menschen aan het loon lang niet genoeg hebben, zoodat zij ab soluut geen bitie voor het werk eb ben. Zij „krimveeren" van narigheid en zijn ln.„ er vandaan te z»jn. Ten slotte bepleit spr. nogmaals de u;t- keering van gemeentewege van de wacht- dagen. Die wachtdagen moesten heele- maal verdwijnen. De hoer Eikerbout: Daar moeten de organisaties or zergen. De lieer Baart: Dat willen ze wel, aJs ze maar kunnen. De heer Heemskerk heeft spr. gesteund; laten B. en W. onderzoeken wat er aan te doen is. Daarna sluiting. Het is kwart vóór één. Schietpartij tijdens de Groenendaal- relletjes te 's-Gravenhage, Gemeente den Haag en agent Roberti veroordeeld. De Haagsche Rechtbank heeft gisteren uitspraak gedaan in de civiele procedure betreffende de schietpartij tijdens de Groe- nendaal-relletjes. Bij deze procedure had de broodbezor ger Matla de gemeente den Haag en den agent Roberti tot schadevergoeding aan gesproken, op grond van het feit, dat agent Roberti in hooge mate roekeloos en on voorzichtig zou zijn opgetreden, als gevolg waarvan Matal, die op grooten afstand van Roberti stond en niets met de relletjes had te maken, door een revolverschot in zijn knie werd getroffen. De rechtbank heeft thans den ingestel- den eisch toegewezen en zoowel do ge meente als agent Roberti ieder hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor een uitkeering aan Matla van 6.per week van 30 Juni 1921 af tot zijn 70sten verjaardag. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad, borgtocht en zekerheid en ten aanzien van agent Roberti bij lijfsdwang. Verduistering. Het O. M. bij de Haarlemsche recht bank eisclite anderhalf jaar gevangenis straf tegen een boekhouder van een Haar lemsche bankinstelling, v. R., wien ver duistering van f 2000 was ten laste ge legd. Het verduisterde bedrag is echter veel grooter en bedraagt 15 a 20.000 gld. Een droevig schot. J. B. uit Delfzijl, kanonnier te Amers foort, zag in het kamp te Oldebroek in een tent van een reserve-officier een re volver liggen. Zonder iets van het wapen te kennen, nam hij het roekeloos op, pruts te er wat aan en met een ging het schot af, dat den soldaat Falkema in het been trof, dat ernstig gewond werd. Wegens schuld aan zwaar lichamelijk leisel eischte de aud. mil. een maand hechtenisstraf. Verpleegster, die kinderen mishandelt. Het Gerechtshof te Amsterdam lieeft arrest gewezen in de zaak van een 61- jarige verpleegster, die zich in hooger ber< cp te verantwoorden heeft gehad we gens vier gevallen van opzettelijke mis handeling, waarvan twee kinderen, een Hongaarseh en een Nee landsch meisje, die door haar werden opgevoed, het slachtoffer zijn geweest. Het Hof legde verd. f 25.boete subs. 5 dagen hechtenis op. De advocaat-generaal, mr. Boaduiu, had acht dagen gevangenisstraf gevorderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 8