GEMEENTERAAD VAN LEIDEN De kleinzoons van Graaf Rofenbach. DERDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 20 DECEMBER 1928 DE VIJFDE BEGROOTINGSVERGADERING - VIER LEDEN B. EN W. AAN HET WOORD Over de kosten van verbetering van de spoor-overgang kan spr. geen nadere cij fers geven, doch hij kan zich indenken, dat deze kosten zeer hoog zullen zijn. Bij ver hooging van de spoorbaan, zou men reeds moeten beginnen bij de Vink, het geheele stationsemplacement zou verhoogd moeten worden, hetgeen alles met groote kosten gepaard moet gaan. De heer Kooistra is boos geweest op B. en W. over de niet-toevoeging. van het 7e lid aan het bestuur der gemeentelijke wo ningstichting. Het bestuur wil geen aan beveling doen, welnu dan moeten B. en W. eens overwegen, wat zij nu zullen doen. Over de openstelling van de Zijl op Zon dag zegt spr., dat het bestuur van de Zijl zich daartegen heeft verklaard, omdat de kosten te hoog zullen zijn tegenover het te verwachten bezoek. Bij de L. Zw.-Inrich- ting is dat anders, daar is het bezoek, op Zondag tamelijk groot. AYat de politie-aangelegenheuen betreft, zegt spr., dat B. en AV. de samenvoeging politie en brandweer zullen overwegen, zoo dra de nieuwe commissaris deze zaak zal hebben onderzocht. Verder mogen niets anders dan plaatselijke bladen ter lezing worden gelegd in politie-posthuizen, niet omdat politieke bladen geweerd moeten worden, maar omdat er toch een zekere beperking moet zijn. Omtrent de aanstelling van een adjunct- inspecteur merkt spr. op, dat de taak der inspecteurs zeer bezet is, zelfs zóó, dat sommige diensten niet behoorlijk vervuld kunnen worden, met name de straatdienst, het verkeer, de opleiding en de dienst in de posthuizen, wat spr. nader aantoont. De straatcontrole loopt geheel spaak, wanneer een der inspecteurs wegens ziekte eens ont breken moet. De verkeerscontrole moet ge heel worden overgelaten aan de straatpoli- tie, 'grondige reorganisatie is onmogelijk. Van opleiding en op hooger peil brengen van het politiecorps kan evenmin sprake zijn. Aterder hebben de inspecteurs niet eens tijd om het publiek te ontvangen. Bij de aanstelling van een adjunct-inspecteur kan in dat alles verandering komen. Er kan een verkeersbrigade worden opgeleid. Mettertijd zal dan ook het aantal agenten moeten worden uitgebreid. Spr. doet verder een beroep op de raadsleden en op de dagbla den om de politie niet aan kleine critiek te onderwerpen. Niet iedere politie-agent is een model-agent, doch ook het optreden van een agent, die zijn plicht doet, is niet altijd even aangenaam. Met het personeel, dat de politie thans heeft, kan geen bete ren Zondagsdienst worden ingevoerd. AVat de salarieering betreft, zegt spr., dat bin nenkort een geheel andere regeling den raad zal bereiken. Het klassestelsel wil spr. handhaven om een prikkel te hebben, tot verdere bekwaming. In sommige ge meenten is dat klasse-stelsel afgeschaft, maar in vele gemeenten is men er ook weer op teruggekomen. Het benoodigde examen is zoo licht, dat allen het kunnen afleggen. Spr. ziet de noodzakelijkheid van de in voering van een commissie van advies in strafzaken niet in. Spr. stelt zich zooveel mogelijk met den commissaris van alle om standigheden op de hoogte, hetgeen ook best kan in een kleine gemeente als Lei den. Over de oplegging der straffen is trou wens al heel weinig geklaagd. Verder meent spr. dat er best wat bezuinigd kan worden op de dienstkleeding. AVat de inspectrice betreft, merkt spr. op, dat men daarmee elders reeds eenige ervaringen heeft opgedaan en deze zijn niet gunstig. De gemeente is trouwens te klein om er een proef mee te nemen. Wethouder Reimeringer. AVethouder Beimeringer noemt de bezwaren van den heer Baart, dat men aan de gemeente bij vacatures te weinig reke ning houdt met de arbeidsbeurs, geweldig overdreven. De heer Baart heeft zich ge baseerd op enkele voorvallen welke dood onschuldig waren, hetgeen spr. nader uit eenzet. Hij adviseert verder de motie van den heer Baart inzake het badhuis niet aan te nemen. Spr. houdt zich aan de spreuk: bid en werk. Spr. komt thans in Endegeest. (Groot gelach). Hij wil de wenk van den heer Heemskeerk inzake confessioneele verple ging gaarne ter harte nemen, doch om de financiën behoeft de heer Heemskeerk zich niet beangsd te maken. Overigens wordt in UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 21 December. Huizen, 340,9 M. N a 6 uur 1825 M. 12.301.30 KRO. Concert door het KRO- Trio. 3.00—4.00 KRO. Vrouwenuur door mevT. Kaller-AVigman. 4.005.00 Gramofoonmuziek NCRV. 5.006.45 NCRV. Concert. Mevr. J. Hek- kertv. Eysden, sopraan. Mevr. I. Mulder Bolseri', alt mezzo. F. Uyttcnboogaard, or gel en piano. 7.007.30 KRO. Paedagogie door Dr. J. v. Dael. 8.00 VPRO. Kerstwijding. Hilversum, 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door het Boris Lens- ky Trio. 2.052.45 Schooluitzending door A. F. J. Portielje: Vogels. 4.004.30 Halfuurtje van de Ned. Ver. van Huisvrouwen door Mevr. v. Oosten Mössinger 5.306.00 Radio-praatje. 6.007.15 Concert door het Boris Lensky- Trio. 7.157.45 Schippersles door T. P. Iveyzer. 8.058.50 Concert door het Hollandsch Instrumentaal Kwintet, (viool, alt-viool, cello, harp, fluit). 8.509.35 Nutslezing door Dr. J. L. Sneth lage: Amerika (1). 9.35 (Vervolg) Concert 10.00 Persber. 10.15 Concert in Breda. Het Omroep-or- kest o. 1. v. Nico Treep. Lotti Muskens Sleurs, sopraan. Hélène Cals sopraan. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatenconcert voor viool en piano. 12.50 Orgelconcert. 4.20 Carillonbespeling door Jef Denyn. 4.50 O-rkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Kerst-lezing. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Muziek. 7.05 Schubert's pianosonate's. 7.20 Muzik. critiek. 7.35 Muziek. 7.45 Historische voorlezing. 8.05 Licht orkestconcert. Orkest, koor. AVerken van Engelsche componisten. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsber. 9.55 „Trough the looking-g^ss", comedie met zang en muziek van C, Lewis. 11.20 Een verrassing. 11,3512.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 7.057.50 Mechanische muziek. 8.20 Liter, causerie. 8.5011.20. „De klokken van Corneville", voor orkest, koor en sqjisten van Pian- queette. Endegeest gezorgd voor behoorlijke geeste lijke verzorging. Spr. ziet echter in verple ging der stadspatiënten in Endegeest een belang van Leiden. Omtrent de voorge stelde bruggen-reorganisatie meent spr., dat de heer Bosman de zaken verkeerd ziet. Men moet niet vergeten, dat men de brug wachters zoo maar niet af kan schaffen. Zij zijn tevens belasting-ambtenaren en moe ten een speciale scholing hebben. Do heer Bosman: En de tollen dan? AVethouder Reimeringer: O, die worden afgeschaft. (Gelach). Hij acht het beter, dat de brugwachters gemeente-amb tenaren blijven. AVat de verplaatsing der bodewagens betreft, merkt spr. op, dat ook hij overbrenging naar de Kaasmerkt nut tig en mogelijk acht. Het aanstellen van een schoolarts zal na de begrooting ter sprake komen. Wethouder Tepe. Wethouder Tepe meent, dat de ver draagzaamheid hier te lande over 't alge meen nog niet zoover gevorderd is, dat voor- en tegenstanders van het openbaar onderwijs elkaar vertrouwen. Daarom ver heugt het spr. dat dit vertrouwen hier wel bestaat, blijkens hetgeen gezegd is door enkele sprekers van links. JDit heeft tot OVERZICHT. Gisterenmiddag hebben nog het woord gevoerd de heeren Koole (S.D.A.P.), Kuiven- hoven (C.-H.), v. Stralen (S.D.A.P.), mevr. Braggaar de Does (S.D.A.P.), v. Rosmalen (C.-H.) De heeren Groeneveld (SD.A.P.) en v. d. Reyden (C.-H.) zijn de eenige leden, die niet gesproken hebben, en de heeren Spendel (R.K.) en Vallentgoed (S.D.A.P.) die we gens ongesteldheid niet aanwezig zijn ge weest. Dus 28 leden hebben een kortere of langere redevoering gehouden. Dezen middag werden er nog drie voor stellen ingediend, één van den heer Koole, om een commissie van advies in te stellen inzake het straffen van politie-dienaren van denzelfde om het klasse-stelsel bij de politie af te schaffenvan mevr. Braggaar de Does, om een inspectrice of vrouwelijke hulp aan de politie toe te voegen. De burgemeester, die het eerst van het college van B. en W. aan het woord kwam, heeft een uur gesproken. Op fijne manier heeft de Raadsvoorzitter enkele punten in het betoog en. in de voorstellen van den lei der der S.D.A.P. in 't zonnetje gezet. Terecht heeft hij opgemerkt, dat B. en AV. van Lei den inzake toepassng Zondagswet het mid den moeten houden tusschen de vrijheid, die de heeren v. Eek en Bosman wenschen, en de strengheid, welke door de heeren Wilbrink en v. Es wordt vereischt. Wij vernamen ter loops, dat het college van B. en W. una niem het door A.-R. en C.-H. gewraakte besluit inzake toestemming voor concerten op Zondagmiddag heeft genomenNiet sterk stond, ons inziens, de burgemeester in zijn bestrijding van eenige denkbeelden, de politie betreffend. Dat hij b.v. niets wil weten van een advies-commissie, inzake straffen te politie opgelegd, spijt ons; een dergelijke houding lijkt ons niet te beant woorden aan gezond-democratische verlan gens. Nadat wethouder Reimeringer (Vrijheids bond) de punten, zijn afdeeling betreffend, kort (20 minuten) had besproken, was wet houder Tepe aan het woord. Met ware vol doening heeft de Katholieke wethouder van Onderwijs mogen constateeren, dat eigen lijk op het beleid van B. en W. inzake het onderwijs geen critiek is uitgeoefend. Spre kend over overleg met onderwijzersorgani saties, was de wethouder striemend scherp, toen hij van een blaadje van de afd. Lei den van den Ned. Bond van Onderwijzers verklaarde, dat het getuigde van gemis aan objectiviteit, logica en fatsoen! De rede van mr. Tepe, die 35 minuten in beslag nam, muntte uit door duidelijkheid en klaarheid. Wethouder Splinter wiens groote acti viteit en warme toewijding aan de gemeen tebelangen gaarne hier hulde zij gebracht heeft z'n rede niet kunnen voleinden. Vandaag voortzetting van deze rede, daar na wethouder Goslinga en dan replieken. Kinderen- en vrouwen-aangelegen heden. Mevr. Braggaar-d e Does beveelt verruiming van de speelgelegenheid voor de kinderen aan, om de kinderen van de straat te weren en baldadigheid te voor komen. Zij stelt ook op dit punt een voor stel in uitzicht. Verder beveelt spr. aan de instelling van een inspectrice bij de politie. Er zijn nu eenmaal zaken, welke beter door een vrouw dan door een man behandeld kun nen worden. Zij dient in dien geest een motie in. De Christelijke arbeider. De heer v. Rosmalen keert zich te gen de bewering van den heer v. Stralen, dat de S. D. A. P. de belangen van alle arbeiders voorstaat. Spr. is arbeidersver tegenwoordiger en kan verklaren dat de Christel, arbeiders van meening zijn, dat FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k 8. 35) Het was hem lief te weten, dat de hout vester niet thuis was, omdat hij nu vrijer in zijn bewegingen zou zijn. Toen hij in de woning aankwam, begaf hij zich dan ook dadelijk naar de kamer van de oude groot moeder, waar hij vermoedde, dat Marianne zich ook zou bevinden en klopte. „Bin nen!" hoorde hij het meisje roepen en Heinrich trad in het vertrek. „Ik kom u even het boek brengen van graaf Albert en meteen vragen, hoe het met grootmoeder gaat, Marianne. Ik zou ze eens graag willen zien en onderzoeken, of ze soms aan een besmettelijke ziekte lijdt. In dat geval, heeft graaf Albert ge zegd, mag u haar niet verplegen en moet er een pleegzuster komen." „Albert is buitengewoon goed voor me, maar ik denk, dat zijn vrees ongegrond is. Ik blijf grootmoeder oppassen. Ze is aan mij gewend. Maar als u ze even bezoeken wilt, kunt u gerust uw gang gaan." Ze traden op 't bed toe. De zieke lag met groote oogen rond te kijken, terwijl ze met haar vingers het beddelaken in elkaar frommelde. Opeens begon ze weer: „Is u daar Con stance?" maar met veel zwakker stem dan den ^origen dag. zij niet in de S. D. A. P. thuishooren, om dat men niet alleen de materieele en klas se-belangen in het oog moet houden, maar ook de zedelijke waarde en de algemeene belangen. B. EN AV. AAN HET AVOORD. De burgemeester spreekt. De voorzitter merkt allereerst op, dat de algemeene beschouwingen, wel heel erg theoretisch geweest zijn, en weinig in het belang van de gemeente. De heer v. Eek heeft zich min of meer geëxcuseerd voor zijn telkens herhalen van hetgeen hij reeds vorige jaren betoogd heeft, met te zeggen, dat dat zijn plicht was. Maar dat kan toch niet de bedoeling van zijn kie zers geweest zijn. Men zit hier om com- piomissen te vinden en daardoórtee gera ken tot daden. Het is heel gemakkelijk om met een heele serie voorstellen te komen, daardoor de indruk wekkend, dat er heel wat gedaan zou kunnen worden als de S. D. A. P. eenmaal maar' aan het bewind is. Doch als de heer v. Eek dezelfde voorstel len zou willen doorvoeren als lid van B. en AV., dan ziet spr. met vreeze het oogeu- blik tegemoet, dat de heer v. Eek invloed in het college zal krijgen. De heer v. Eek heeft zich zelf als een groot licht ten toon gesteld en daarentegen het college van B. en AV. voorgesteld als wroetend in de duis ternis. Niets dan effect-bejag. Verscheidene groote werken zijn ter uitvoering voorge steld, doch dat had beter kunnen geschie den in een andere atmosfeer dan bij de be grooting. AVat verder de Zondagswet betreft, zegt spr., dat deze wet niemand bevredigt. Het college van B. en AV. moet er mee werken en moet dat doen op een manier, welke z.i. het minste aanstoot geeft aan de uit- eenloopende volksgroepen. B. en AV. willen geen optoehten met muziek op Zondag. Spr. persoonlijk is van meening, dat dit de Zon dagsheiliging althans hier ter stede in gevaar zou brengen. Het houden van meetings, valt volgens spr.'s opvatting, niet onder de Zondagswet. Spr. is er niet van overtuigd, dat hij het vertoouen van circus sen geheel moet verbieden, zooals de heer v. Es wil. Omtrent het toestaan van zingen van liedjes op Zondag, merkt spr. op, dat dit reeds bij meerdere begrootingen ter spra ke is gekomen. De heer v. Eek zegt, meer vroolijkheid te willen brengen op straat, doch wat hij niet zegt, is zijn eigenlijke doel: het maken van propaganda. Boven dien heeft het voorstel van den heer v. Eek de commissie van de strafverordenin gen niet gepasseerd. De heer AVilmer heeft er trouwens al op gewezen, dat een derge lijke verordening practisch onuitvoerbaar zou zijn. De beschouwingen hebben verder groo- tendeels gestaan in het teeken van dem ping. Men wil partieele uitvoering dier dem pingsplannen, doch dat wil spr. juist niet; liever afwachten het uitbreidingsplan, dat toch niet zoo heel lang meer kan uitblij ven. De dempingsplannen worden verde digd met het oog op de kwade reuk, doch men vergete niet dat men bezig is aan de centrale rioleering. Verder vergete men niet, dat er hier grachten noodig zijn voor het opvangen van het grondwater. AVat de bevordering van het gemeente- personeel Betreft, geeft spr. toe, dat er weinig uniformiteit heerscht, maar het voorgestelde geneesmiddel, n.l. automati sche bevordering, acht spr. erger dan de kwaal. Over 't algemeen kan spr. zeggen, dat de goede en bekwame ambtenaren best vooruit komen. Ip dit verband denkt spr. aan de bewering, gemaakt over de partij digheid bij de lichtfabrieken. Als burge meester kan spr. verklaren, dat dit niet juist is. Hij dankt den heer AVilmer voor de ver strekte gegeven. Er heerscht geen partij digheid bij de gemeente. „AVilt u Albert voor me bedanken?" vroeg Marianne nu. „Zou 't niet beter zijn, dat je dat zelf even gingt doen, Marianne. In een klein half uurtje kan je terug zijn. Ik ben nu toch hier en zal zoolang wel op grootmoe der passen. Ik heb verstand om met zie ken om te gaan, dat weet je." „Is dat niet te vee-1 van uw goedheid gevergd?" „Weineen. Ik ben immers aan zieken gewoon." „Dan heel graag. Bij voorbaat mijn dank en ik zal in twintig minuten weer hier zijn." Heinrich ging nu vlak voor het bed staan, zoodat de zieke hem moest zien. Ze kreeg hem dadelijk in 't oog en knik te hem vriendelijk toe. „Ken je me, Mary?" vroeg hij. „Ik heb u verwacht. Ik wist dat u zoudt komen om mij vergiffenis te schenken. AVat een genade van God, dat ik u in mijn laatste oogenblikken nog eens zien." Ze was buitengewoon helder van geest en Heinrich herinnerde zich, dat dit feit zich meer voordoet bij krankzinnige men- schen, wanneer hun leven ten einde loopt. Door vragen wist hij veel uit haar te krijgen, ofschoon hij moeite had haar te verstaan. „Ja,Mary", zei hij, nadat hij uit haar mond gehoord had, hoe ze door gravin Louise was .omgekocht om alles te verzwij gen, „nu ben ik hier gekomen om alles weer goed te maken. Je bent in Santiago geboren, is 't niet?" „Ja, ja! Dat is de naam. Nou weet ik hem weerDaar zag ik u voor 't eerst, in mans kieeren. U hebt me toen in dienst geno men." De zieke sloot de oogen. Ze snakte naar adem. „En waar ben ik getrouwd? AVeet je dat nog? AVas 't niet in Co-Co?" „Ja, in Co-Co".... „Heet de stad Concepcion? De oude vrouw kon geen antwoord meer geven. Ze gaf een knik met het hoofd. AVat ze hiermee bedoelde, was Heinrich niet duidelijk. Hij wist niet, of deze beweging een bevestigende of ontkennende beteeke- nis had. Op 't zelfde oogenblik kwam Marianne terug. Heinrich deelde haar mede, dat haar grootmoeder zeer ziek was en waarschijn lijk niet beter zou worden. „Het zou gelukkig voor haar zijn, als ze kwam te sterven", zei het meisje. „En toch zal ik ze erg missenIk wou, dat va der maar thuis kwam. Ik ben bang om alleen met haar te blijven." „Dat moet je ook niet- Oude Leni, de huishoudster moet je vragen om hier bij je te komen". „Heeft grootmoeder nog wat noodig ge had?" „Neen. Maar ze was helder van geest en heeft me veel verteld uit haar vroeger le ven." „Hoe is 't mogelijk!Nu, ik dank u vriendelijk, mijnheer Schmidt, voor uw moeite. Komt u nog eens gauw terug?" „Zoo spoedig mogelijk. Ga nu eerst Leni roepen en dan ga ik heen." Marianne voldeed aan dit verzoek en Heinrich begaf zich nu op den terugweg. Langzaam en in diepe gedachten ging het naar het slot. Zijn plan was gelukt. Hij had de zieke gesproken en kon over hel resultaat tevreden zijn. Hij had gehoord, dat ze door de oude gravin omgekocht was en hoe dat in zijn werk was gegaan. Ater- der had ze bevestigd, dat ze in Santiago was geboren. De stad, waar zijn grootmoe der met graaf Anselm was gehuwd, kon geen andere zijn dan Concepcion. Hij hield dit voor zeker. Zij had het immers door een hoofdknik bevestigd. „Nu weet ik", zoo sprak hij bij zich zelf, „waar ik beginnen moet. „Ik heb een vriend werkzaam aan het ministerie, die me wel zal weten te vertellen, hoe de Duit- sche consul in Concepcion heet, Ik zal me dan tót dezen wenden met verzoek voor mij te willen onderzoeken, of een zekere graaf Anselm van Rotenbach daar, zooveel jaren geleden, in het huwelijk getreden is. Het zal wel een maand of wat duren, al vorens ik antwoord krijg, maar dat is het ergste niet. Ik kan wachten." Toen hij van de gang uit in zijn kamer kwam, merkte hij, dat de deur naar Al bert's kamer op een kier stond. Albert zelf was in heftig gesprek met zijn neef Rode- rik. „En weet je wel," hoorde hij laatstge noemde zeggen, „dat je nieuwe secretaris hier overal rondloopt rond te neuzen en zich met dingen bemoeit, die hem niets aangaan?" „Rondneuzen? Wat zou hij hier moeten zoeken?" ,AVect ik 'tDie man ziet er niet uit als een gewoon bediende." „Dat is hij ook niet." „Wie weet, met welk doel hij 1 -r geko- j uen is." 1 „Dat weet ik heel nauwkeurig." Langenberg, 469 M. 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestcoficert. 5.055.50 Kamermuziek. AVcrag-Strijk- kwartet. 7.20 Concert door het Klein AA'erag- Orkest. 8.20 Het Duitsche Volkslied (5). Daarna tot 11.20 Dansmuziek. K m i g s w u s L e r h a u s e n, 1680 M. (Z e e s e n). 8.203.50 Lezingen. 3.504.50 Orkecstooncert. 4.507.05 Lezingen. 7.20 Orkestconcert. 8.20 Causerie. 8.50 Orkestconcert. Hamburg, 396 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Concert. 9.50 Actueele causerie. Daarna heruitz. y. buitenl. zenders Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.55 Trioconcert. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.35 Lichte muziek. 10.35 Sluiten. GESLAAGD KRUISGESPREK MET SYDNEY. Telefoneeren over 17.000 K.M. afstand. Australië werd ontvangen v i a N o d.-I n d i Het hoofdbestur der P. en T. deelt hel volgende mede: Gisteren is vanuit de stu dio van de Rijkstelegraaf in het gebouw van het hoofdbestuur der P.T.T. te 's Gravenha- ge een geslaagd kruisgesprek gevoerd mei •Sydney. Ir. Völter van den Rijksradiodienst had een over het algemeen vlot onderahoud met een der Australische technici. Een tele- foongespek derhalve over een afstand van 17.000 K.M. Naderhand zijn zender en ont vanger nog vereenigd in het telefoonkan toor te Amsterdam, alwaar het gesprek via een gewone abonnélijn kon worden doorge geven naar het kantoor van den Engelschen cosul aldaar. Deze heeft op zijn gewone abonnétoestel een eveneens zeer geslaagd gesprek gevoerd. Overeengekomen word voorts de proeven te herhalen met doorver binding naar andere plaatsen in of buiten Nederland, zulks met gebruikmaking van de gewone interlocale en internationale te lefoongeleidingen. Sydney ontving recht streeks den kortegolfzerider te Kootwijk, terwijl Australië hier werd ontvangen via de Nederlandsch-Indische radio-stations. Australië werkte op een golflengte van 28.5 meter en met een energie van 14 K.AV. De uitzending te Kootwijk geschiedde op een golflengte van 18.5 meter. Bandoeng heeft gerelayeerd via zijn zenders mot golfleng ten van resp. 15.5 meter en 17.2 meter. gevolg, dat spr. kort kan zijn. Van critiok yan eenige betoekenis op onderwijsgebied is geen sprake. AVcl zijn er enkele wenschen naar voren gebracht, bijv. door den heer Sijtsma, die maatregelen vroeg om ouders, die openb. onderwijs willen, niet te dwin gen om wegens te verren afstand een bij zondere school te kiezen. (Spr. kent zulke gevallen niet, tenzij er ouders zijn, die de school vlak naast de deur willen hebben. AVcl kent spr. gevallen dat ouders gedwon gen worden hun kinderen naar do open bare school te zenden omdat er geen bijt. school in de buurt was. AVat de uitvoeringen van bijzondere systemen betreft, merkt spr. op, dat hij moei waarde hecht aan goede onderwijzers, dan aan systemen. Do lieer Manders heeft de schoolgeldheffing becritiseerd, cn spr. geeft toe, dat daarin veel waars zit. Spr. zal e; zijn aandacht aan wijden. De heer Ver wei wil bewaarscholen, doch spr. heeft wol ge merkt, dat er aan deze kwestie heel veel scherpe kanten zitten. Daarom heeft spr. gemeend met do uitvoering van het raads besluit tot stichting van eon openb. be waarschool in het Kooikwartier nog even te moeten wachten. De heer Arerwey heeft aangedrongen op meer overleg met het onderwijzend per- „Ik vertrouw den knaap niet." „En ik verbied je, Roderik, verder nog iets over mijn secretaris te zeggen." „De tijd zal leeren, of ik gelijk heb". „Daar heb je gelijk in. De tijd zal mij heel veel leeren en nu verzoek ik je beleefd weg te gaan." „Beleefdheid is je sterkste zijde niet." „Ik zou niet weten, waarom ik togen jou beleefd zou moeten wezen." „Dank je wel voor je aangename op merking." En met een half gesmoorden vloek op de lippen verliet hij de kamer. Hij begaf zich dadelijk naar de oude gravin, zijn oud-tante, om haar zijn onder houd met Albert te vertellen. Heinrich Schmidt had niet alles gehoord. Roderik had namelijk ook gesproken over Hein- rich's bezoek aan 't mausoleum op den morgen van diens aankomst en over diens ontmoeting met den ouden glazenmaker Vandaar zijn opmerking, dat de nieuwe secretaris overal liep rond te neuzen. „Ik vertrouw hem niet", zei Roderik. „Hoe eerder hij hior vandaan is, hoe lie ver het me is. Hebt u zijn oogen al eens goed bekeken, tante? Ze gelijken precies op de oogen van die vrouw op de schilde rij, van die Constance. Als hij maar geen kleinzoon van haar is, hier gekomen om u smaad en schande aan te doen, of u groote geldsommen af te persen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7