GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
De kleinzoons van
Graaf Rofenbach.
DERDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 20 DECEMBER 1928
DE VIJFDE BEGROOTINGSVERGADERING - VIER LEDEN
B. EN W. AAN HET WOORD
Over de kosten van verbetering van de
spoor-overgang kan spr. geen nadere cij
fers geven, doch hij kan zich indenken, dat
deze kosten zeer hoog zullen zijn. Bij ver
hooging van de spoorbaan, zou men reeds
moeten beginnen bij de Vink, het geheele
stationsemplacement zou verhoogd moeten
worden, hetgeen alles met groote kosten
gepaard moet gaan.
De heer Kooistra is boos geweest op B.
en W. over de niet-toevoeging. van het 7e
lid aan het bestuur der gemeentelijke wo
ningstichting. Het bestuur wil geen aan
beveling doen, welnu dan moeten B. en W.
eens overwegen, wat zij nu zullen doen.
Over de openstelling van de Zijl op Zon
dag zegt spr., dat het bestuur van de Zijl
zich daartegen heeft verklaard, omdat de
kosten te hoog zullen zijn tegenover het
te verwachten bezoek. Bij de L. Zw.-Inrich-
ting is dat anders, daar is het bezoek, op
Zondag tamelijk groot.
AYat de politie-aangelegenheuen betreft,
zegt spr., dat B. en AV. de samenvoeging
politie en brandweer zullen overwegen, zoo
dra de nieuwe commissaris deze zaak zal
hebben onderzocht. Verder mogen niets
anders dan plaatselijke bladen ter lezing
worden gelegd in politie-posthuizen, niet
omdat politieke bladen geweerd moeten
worden, maar omdat er toch een zekere
beperking moet zijn.
Omtrent de aanstelling van een adjunct-
inspecteur merkt spr. op, dat de taak der
inspecteurs zeer bezet is, zelfs zóó, dat
sommige diensten niet behoorlijk vervuld
kunnen worden, met name de straatdienst,
het verkeer, de opleiding en de dienst in
de posthuizen, wat spr. nader aantoont. De
straatcontrole loopt geheel spaak, wanneer
een der inspecteurs wegens ziekte eens ont
breken moet. De verkeerscontrole moet ge
heel worden overgelaten aan de straatpoli-
tie, 'grondige reorganisatie is onmogelijk.
Van opleiding en op hooger peil brengen
van het politiecorps kan evenmin sprake
zijn. Aterder hebben de inspecteurs niet eens
tijd om het publiek te ontvangen. Bij de
aanstelling van een adjunct-inspecteur kan
in dat alles verandering komen. Er kan een
verkeersbrigade worden opgeleid. Mettertijd
zal dan ook het aantal agenten moeten
worden uitgebreid. Spr. doet verder een
beroep op de raadsleden en op de dagbla
den om de politie niet aan kleine critiek
te onderwerpen. Niet iedere politie-agent
is een model-agent, doch ook het optreden
van een agent, die zijn plicht doet, is niet
altijd even aangenaam. Met het personeel,
dat de politie thans heeft, kan geen bete
ren Zondagsdienst worden ingevoerd. AVat
de salarieering betreft, zegt spr., dat bin
nenkort een geheel andere regeling den
raad zal bereiken. Het klassestelsel wil
spr. handhaven om een prikkel te hebben,
tot verdere bekwaming. In sommige ge
meenten is dat klasse-stelsel afgeschaft,
maar in vele gemeenten is men er ook weer
op teruggekomen. Het benoodigde examen
is zoo licht, dat allen het kunnen afleggen.
Spr. ziet de noodzakelijkheid van de in
voering van een commissie van advies in
strafzaken niet in. Spr. stelt zich zooveel
mogelijk met den commissaris van alle om
standigheden op de hoogte, hetgeen ook
best kan in een kleine gemeente als Lei
den. Over de oplegging der straffen is trou
wens al heel weinig geklaagd. Verder
meent spr. dat er best wat bezuinigd kan
worden op de dienstkleeding.
AVat de inspectrice betreft, merkt spr.
op, dat men daarmee elders reeds eenige
ervaringen heeft opgedaan en deze zijn niet
gunstig. De gemeente is trouwens te klein
om er een proef mee te nemen.
Wethouder Reimeringer.
AVethouder Beimeringer noemt de
bezwaren van den heer Baart, dat men aan
de gemeente bij vacatures te weinig reke
ning houdt met de arbeidsbeurs, geweldig
overdreven. De heer Baart heeft zich ge
baseerd op enkele voorvallen welke dood
onschuldig waren, hetgeen spr. nader uit
eenzet. Hij adviseert verder de motie van
den heer Baart inzake het badhuis niet aan
te nemen. Spr. houdt zich aan de spreuk:
bid en werk.
Spr. komt thans in Endegeest. (Groot
gelach). Hij wil de wenk van den heer
Heemskeerk inzake confessioneele verple
ging gaarne ter harte nemen, doch om de
financiën behoeft de heer Heemskeerk zich
niet beangsd te maken. Overigens wordt in
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 21 December.
Huizen, 340,9 M. N a 6 uur 1825 M.
12.301.30 KRO. Concert door het KRO-
Trio.
3.00—4.00 KRO. Vrouwenuur door mevT.
Kaller-AVigman.
4.005.00 Gramofoonmuziek NCRV.
5.006.45 NCRV. Concert. Mevr. J. Hek-
kertv. Eysden, sopraan. Mevr. I. Mulder
Bolseri', alt mezzo. F. Uyttcnboogaard, or
gel en piano.
7.007.30 KRO. Paedagogie door Dr. J.
v. Dael.
8.00 VPRO. Kerstwijding.
Hilversum, 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het Boris Lens-
ky Trio.
2.052.45 Schooluitzending door A. F. J.
Portielje: Vogels.
4.004.30 Halfuurtje van de Ned. Ver.
van Huisvrouwen door Mevr. v. Oosten
Mössinger
5.306.00 Radio-praatje.
6.007.15 Concert door het Boris Lensky-
Trio.
7.157.45 Schippersles door T. P. Iveyzer.
8.058.50 Concert door het Hollandsch
Instrumentaal Kwintet, (viool, alt-viool,
cello, harp, fluit).
8.509.35 Nutslezing door Dr. J. L. Sneth
lage: Amerika (1).
9.35 (Vervolg) Concert
10.00 Persber.
10.15 Concert in Breda. Het Omroep-or-
kest o. 1. v. Nico Treep. Lotti Muskens
Sleurs, sopraan. Hélène Cals sopraan.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Sonatenconcert voor viool en piano.
12.50 Orgelconcert.
4.20 Carillonbespeling door Jef Denyn.
4.50 O-rkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Kerst-lezing.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Muziek.
7.05 Schubert's pianosonate's.
7.20 Muzik. critiek.
7.35 Muziek.
7.45 Historische voorlezing.
8.05 Licht orkestconcert. Orkest, koor.
AVerken van Engelsche componisten.
9.20 Nieuwsber.
9.35 Lezing.
9.50 Nieuwsber.
9.55 „Trough the looking-g^ss", comedie
met zang en muziek van C, Lewis.
11.20 Een verrassing.
11,3512.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
7.057.50 Mechanische muziek.
8.20 Liter, causerie.
8.5011.20. „De klokken van Corneville",
voor orkest, koor en sqjisten van Pian-
queette.
Endegeest gezorgd voor behoorlijke geeste
lijke verzorging. Spr. ziet echter in verple
ging der stadspatiënten in Endegeest een
belang van Leiden. Omtrent de voorge
stelde bruggen-reorganisatie meent spr., dat
de heer Bosman de zaken verkeerd ziet.
Men moet niet vergeten, dat men de brug
wachters zoo maar niet af kan schaffen. Zij
zijn tevens belasting-ambtenaren en moe
ten een speciale scholing hebben.
Do heer Bosman: En de tollen dan?
AVethouder Reimeringer: O, die
worden afgeschaft. (Gelach). Hij acht het
beter, dat de brugwachters gemeente-amb
tenaren blijven. AVat de verplaatsing der
bodewagens betreft, merkt spr. op, dat ook
hij overbrenging naar de Kaasmerkt nut
tig en mogelijk acht.
Het aanstellen van een schoolarts zal na
de begrooting ter sprake komen.
Wethouder Tepe.
Wethouder Tepe meent, dat de ver
draagzaamheid hier te lande over 't alge
meen nog niet zoover gevorderd is, dat
voor- en tegenstanders van het openbaar
onderwijs elkaar vertrouwen. Daarom ver
heugt het spr. dat dit vertrouwen hier wel
bestaat, blijkens hetgeen gezegd is door
enkele sprekers van links. JDit heeft tot
OVERZICHT.
Gisterenmiddag hebben nog het woord
gevoerd de heeren Koole (S.D.A.P.), Kuiven-
hoven (C.-H.), v. Stralen (S.D.A.P.), mevr.
Braggaar de Does (S.D.A.P.), v. Rosmalen
(C.-H.)
De heeren Groeneveld (SD.A.P.) en v. d.
Reyden (C.-H.) zijn de eenige leden, die niet
gesproken hebben, en de heeren Spendel
(R.K.) en Vallentgoed (S.D.A.P.) die we
gens ongesteldheid niet aanwezig zijn ge
weest. Dus 28 leden hebben een kortere of
langere redevoering gehouden.
Dezen middag werden er nog drie voor
stellen ingediend, één van den heer Koole,
om een commissie van advies in te stellen
inzake het straffen van politie-dienaren
van denzelfde om het klasse-stelsel bij de
politie af te schaffenvan mevr. Braggaar
de Does, om een inspectrice of vrouwelijke
hulp aan de politie toe te voegen.
De burgemeester, die het eerst van het
college van B. en W. aan het woord kwam,
heeft een uur gesproken. Op fijne manier
heeft de Raadsvoorzitter enkele punten in
het betoog en. in de voorstellen van den lei
der der S.D.A.P. in 't zonnetje gezet. Terecht
heeft hij opgemerkt, dat B. en AV. van Lei
den inzake toepassng Zondagswet het mid
den moeten houden tusschen de vrijheid, die
de heeren v. Eek en Bosman wenschen, en de
strengheid, welke door de heeren Wilbrink
en v. Es wordt vereischt. Wij vernamen ter
loops, dat het college van B. en W. una
niem het door A.-R. en C.-H. gewraakte
besluit inzake toestemming voor concerten
op Zondagmiddag heeft genomenNiet
sterk stond, ons inziens, de burgemeester in
zijn bestrijding van eenige denkbeelden, de
politie betreffend. Dat hij b.v. niets wil
weten van een advies-commissie, inzake
straffen te politie opgelegd, spijt ons; een
dergelijke houding lijkt ons niet te beant
woorden aan gezond-democratische verlan
gens.
Nadat wethouder Reimeringer (Vrijheids
bond) de punten, zijn afdeeling betreffend,
kort (20 minuten) had besproken, was wet
houder Tepe aan het woord. Met ware vol
doening heeft de Katholieke wethouder van
Onderwijs mogen constateeren, dat eigen
lijk op het beleid van B. en W. inzake het
onderwijs geen critiek is uitgeoefend. Spre
kend over overleg met onderwijzersorgani
saties, was de wethouder striemend scherp,
toen hij van een blaadje van de afd. Lei
den van den Ned. Bond van Onderwijzers
verklaarde, dat het getuigde van gemis aan
objectiviteit, logica en fatsoen! De rede van
mr. Tepe, die 35 minuten in beslag nam,
muntte uit door duidelijkheid en klaarheid.
Wethouder Splinter wiens groote acti
viteit en warme toewijding aan de gemeen
tebelangen gaarne hier hulde zij gebracht
heeft z'n rede niet kunnen voleinden.
Vandaag voortzetting van deze rede, daar
na wethouder Goslinga en dan replieken.
Kinderen- en vrouwen-aangelegen
heden.
Mevr. Braggaar-d e Does beveelt
verruiming van de speelgelegenheid voor
de kinderen aan, om de kinderen van de
straat te weren en baldadigheid te voor
komen. Zij stelt ook op dit punt een voor
stel in uitzicht.
Verder beveelt spr. aan de instelling
van een inspectrice bij de politie. Er zijn
nu eenmaal zaken, welke beter door een
vrouw dan door een man behandeld kun
nen worden. Zij dient in dien geest een
motie in.
De Christelijke arbeider.
De heer v. Rosmalen keert zich te
gen de bewering van den heer v. Stralen,
dat de S. D. A. P. de belangen van alle
arbeiders voorstaat. Spr. is arbeidersver
tegenwoordiger en kan verklaren dat de
Christel, arbeiders van meening zijn, dat
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k 8.
35)
Het was hem lief te weten, dat de hout
vester niet thuis was, omdat hij nu vrijer
in zijn bewegingen zou zijn. Toen hij in de
woning aankwam, begaf hij zich dan ook
dadelijk naar de kamer van de oude groot
moeder, waar hij vermoedde, dat Marianne
zich ook zou bevinden en klopte. „Bin
nen!" hoorde hij het meisje roepen en
Heinrich trad in het vertrek.
„Ik kom u even het boek brengen van
graaf Albert en meteen vragen, hoe het
met grootmoeder gaat, Marianne. Ik zou
ze eens graag willen zien en onderzoeken,
of ze soms aan een besmettelijke ziekte
lijdt. In dat geval, heeft graaf Albert ge
zegd, mag u haar niet verplegen en moet
er een pleegzuster komen."
„Albert is buitengewoon goed voor me,
maar ik denk, dat zijn vrees ongegrond is.
Ik blijf grootmoeder oppassen. Ze is aan
mij gewend. Maar als u ze even bezoeken
wilt, kunt u gerust uw gang gaan."
Ze traden op 't bed toe.
De zieke lag met groote oogen rond te
kijken, terwijl ze met haar vingers het
beddelaken in elkaar frommelde.
Opeens begon ze weer: „Is u daar Con
stance?" maar met veel zwakker stem dan
den ^origen dag.
zij niet in de S. D. A. P. thuishooren, om
dat men niet alleen de materieele en klas
se-belangen in het oog moet houden, maar
ook de zedelijke waarde en de algemeene
belangen.
B. EN AV. AAN HET AVOORD.
De burgemeester spreekt.
De voorzitter merkt allereerst op,
dat de algemeene beschouwingen, wel heel
erg theoretisch geweest zijn, en weinig in
het belang van de gemeente. De heer v.
Eek heeft zich min of meer geëxcuseerd
voor zijn telkens herhalen van hetgeen hij
reeds vorige jaren betoogd heeft, met te
zeggen, dat dat zijn plicht was. Maar dat
kan toch niet de bedoeling van zijn kie
zers geweest zijn. Men zit hier om com-
piomissen te vinden en daardoórtee gera
ken tot daden. Het is heel gemakkelijk om
met een heele serie voorstellen te komen,
daardoor de indruk wekkend, dat er heel
wat gedaan zou kunnen worden als de S.
D. A. P. eenmaal maar' aan het bewind is.
Doch als de heer v. Eek dezelfde voorstel
len zou willen doorvoeren als lid van B.
en AV., dan ziet spr. met vreeze het oogeu-
blik tegemoet, dat de heer v. Eek invloed
in het college zal krijgen. De heer v. Eek
heeft zich zelf als een groot licht ten toon
gesteld en daarentegen het college van B.
en AV. voorgesteld als wroetend in de duis
ternis. Niets dan effect-bejag. Verscheidene
groote werken zijn ter uitvoering voorge
steld, doch dat had beter kunnen geschie
den in een andere atmosfeer dan bij de be
grooting.
AVat verder de Zondagswet betreft, zegt
spr., dat deze wet niemand bevredigt. Het
college van B. en AV. moet er mee werken
en moet dat doen op een manier, welke
z.i. het minste aanstoot geeft aan de uit-
eenloopende volksgroepen. B. en AV. willen
geen optoehten met muziek op Zondag. Spr.
persoonlijk is van meening, dat dit de Zon
dagsheiliging althans hier ter stede
in gevaar zou brengen. Het houden van
meetings, valt volgens spr.'s opvatting, niet
onder de Zondagswet. Spr. is er niet van
overtuigd, dat hij het vertoouen van circus
sen geheel moet verbieden, zooals de heer
v. Es wil.
Omtrent het toestaan van zingen van
liedjes op Zondag, merkt spr. op, dat dit
reeds bij meerdere begrootingen ter spra
ke is gekomen. De heer v. Eek zegt, meer
vroolijkheid te willen brengen op straat,
doch wat hij niet zegt, is zijn eigenlijke
doel: het maken van propaganda. Boven
dien heeft het voorstel van den heer v.
Eek de commissie van de strafverordenin
gen niet gepasseerd. De heer AVilmer heeft
er trouwens al op gewezen, dat een derge
lijke verordening practisch onuitvoerbaar
zou zijn.
De beschouwingen hebben verder groo-
tendeels gestaan in het teeken van dem
ping. Men wil partieele uitvoering dier dem
pingsplannen, doch dat wil spr. juist niet;
liever afwachten het uitbreidingsplan, dat
toch niet zoo heel lang meer kan uitblij
ven. De dempingsplannen worden verde
digd met het oog op de kwade reuk, doch
men vergete niet dat men bezig is aan
de centrale rioleering. Verder vergete men
niet, dat er hier grachten noodig zijn voor
het opvangen van het grondwater.
AVat de bevordering van het gemeente-
personeel Betreft, geeft spr. toe, dat er
weinig uniformiteit heerscht, maar het
voorgestelde geneesmiddel, n.l. automati
sche bevordering, acht spr. erger dan de
kwaal. Over 't algemeen kan spr. zeggen,
dat de goede en bekwame ambtenaren best
vooruit komen. Ip dit verband denkt spr.
aan de bewering, gemaakt over de partij
digheid bij de lichtfabrieken. Als burge
meester kan spr. verklaren, dat dit niet juist
is. Hij dankt den heer AVilmer voor de ver
strekte gegeven. Er heerscht geen partij
digheid bij de gemeente.
„AVilt u Albert voor me bedanken?"
vroeg Marianne nu.
„Zou 't niet beter zijn, dat je dat zelf
even gingt doen, Marianne. In een klein
half uurtje kan je terug zijn. Ik ben nu
toch hier en zal zoolang wel op grootmoe
der passen. Ik heb verstand om met zie
ken om te gaan, dat weet je."
„Is dat niet te vee-1 van uw goedheid
gevergd?"
„Weineen. Ik ben immers aan zieken
gewoon."
„Dan heel graag. Bij voorbaat mijn
dank en ik zal in twintig minuten weer
hier zijn."
Heinrich ging nu vlak voor het bed
staan, zoodat de zieke hem moest zien.
Ze kreeg hem dadelijk in 't oog en knik
te hem vriendelijk toe.
„Ken je me, Mary?" vroeg hij.
„Ik heb u verwacht. Ik wist dat u zoudt
komen om mij vergiffenis te schenken.
AVat een genade van God, dat ik u in mijn
laatste oogenblikken nog eens zien."
Ze was buitengewoon helder van geest
en Heinrich herinnerde zich, dat dit feit
zich meer voordoet bij krankzinnige men-
schen, wanneer hun leven ten einde loopt.
Door vragen wist hij veel uit haar te
krijgen, ofschoon hij moeite had haar te
verstaan.
„Ja,Mary", zei hij, nadat hij uit haar
mond gehoord had, hoe ze door gravin
Louise was .omgekocht om alles te verzwij
gen, „nu ben ik hier gekomen om alles
weer goed te maken. Je bent in Santiago
geboren, is 't niet?"
„Ja, ja! Dat is de naam. Nou weet ik hem
weerDaar zag ik u voor 't eerst, in mans
kieeren. U hebt me toen in dienst geno
men."
De zieke sloot de oogen. Ze snakte naar
adem.
„En waar ben ik getrouwd? AVeet je
dat nog? AVas 't niet in Co-Co?"
„Ja, in Co-Co"....
„Heet de stad Concepcion?
De oude vrouw kon geen antwoord meer
geven. Ze gaf een knik met het hoofd. AVat
ze hiermee bedoelde, was Heinrich niet
duidelijk. Hij wist niet, of deze beweging
een bevestigende of ontkennende beteeke-
nis had.
Op 't zelfde oogenblik kwam Marianne
terug. Heinrich deelde haar mede, dat haar
grootmoeder zeer ziek was en waarschijn
lijk niet beter zou worden.
„Het zou gelukkig voor haar zijn, als ze
kwam te sterven", zei het meisje. „En toch
zal ik ze erg missenIk wou, dat va
der maar thuis kwam. Ik ben bang om
alleen met haar te blijven."
„Dat moet je ook niet- Oude Leni, de
huishoudster moet je vragen om hier bij
je te komen".
„Heeft grootmoeder nog wat noodig ge
had?"
„Neen. Maar ze was helder van geest en
heeft me veel verteld uit haar vroeger le
ven."
„Hoe is 't mogelijk!Nu, ik dank u
vriendelijk, mijnheer Schmidt, voor uw
moeite. Komt u nog eens gauw terug?"
„Zoo spoedig mogelijk. Ga nu eerst Leni
roepen en dan ga ik heen."
Marianne voldeed aan dit verzoek en
Heinrich begaf zich nu op den terugweg.
Langzaam en in diepe gedachten ging
het naar het slot. Zijn plan was gelukt. Hij
had de zieke gesproken en kon over hel
resultaat tevreden zijn. Hij had gehoord,
dat ze door de oude gravin omgekocht was
en hoe dat in zijn werk was gegaan. Ater-
der had ze bevestigd, dat ze in Santiago
was geboren. De stad, waar zijn grootmoe
der met graaf Anselm was gehuwd, kon
geen andere zijn dan Concepcion. Hij
hield dit voor zeker. Zij had het immers
door een hoofdknik bevestigd.
„Nu weet ik", zoo sprak hij bij zich zelf,
„waar ik beginnen moet. „Ik heb een
vriend werkzaam aan het ministerie, die
me wel zal weten te vertellen, hoe de Duit-
sche consul in Concepcion heet, Ik zal me
dan tót dezen wenden met verzoek voor
mij te willen onderzoeken, of een zekere
graaf Anselm van Rotenbach daar, zooveel
jaren geleden, in het huwelijk getreden is.
Het zal wel een maand of wat duren, al
vorens ik antwoord krijg, maar dat is het
ergste niet. Ik kan wachten."
Toen hij van de gang uit in zijn kamer
kwam, merkte hij, dat de deur naar Al
bert's kamer op een kier stond. Albert zelf
was in heftig gesprek met zijn neef Rode-
rik.
„En weet je wel," hoorde hij laatstge
noemde zeggen, „dat je nieuwe secretaris
hier overal rondloopt rond te neuzen en
zich met dingen bemoeit, die hem niets
aangaan?"
„Rondneuzen? Wat zou hij hier moeten
zoeken?"
,AVect ik 'tDie man ziet er niet uit
als een gewoon bediende."
„Dat is hij ook niet."
„Wie weet, met welk doel hij 1 -r geko-
j uen is."
1 „Dat weet ik heel nauwkeurig."
Langenberg, 469 M.
11.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Orkestcoficert.
5.055.50 Kamermuziek. AVcrag-Strijk-
kwartet.
7.20 Concert door het Klein AA'erag-
Orkest.
8.20 Het Duitsche Volkslied (5).
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
K m i g s w u s L e r h a u s e n, 1680 M.
(Z e e s e n).
8.203.50 Lezingen.
3.504.50 Orkecstooncert.
4.507.05 Lezingen.
7.20 Orkestconcert.
8.20 Causerie.
8.50 Orkestconcert.
Hamburg, 396 M.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Orkestconcert.
8.20 Concert.
9.50 Actueele causerie. Daarna heruitz. y.
buitenl. zenders
Brussel, 509 M.
5.20 Orkestconcert.
6.55 Trioconcert.
7.20 Gramofoonmuziek.
8.35 Lichte muziek.
10.35 Sluiten.
GESLAAGD KRUISGESPREK MET
SYDNEY.
Telefoneeren over 17.000 K.M. afstand.
Australië werd ontvangen
v i a N o d.-I n d i
Het hoofdbestur der P. en T. deelt hel
volgende mede: Gisteren is vanuit de stu
dio van de Rijkstelegraaf in het gebouw van
het hoofdbestuur der P.T.T. te 's Gravenha-
ge een geslaagd kruisgesprek gevoerd mei
•Sydney. Ir. Völter van den Rijksradiodienst
had een over het algemeen vlot onderahoud
met een der Australische technici. Een tele-
foongespek derhalve over een afstand van
17.000 K.M. Naderhand zijn zender en ont
vanger nog vereenigd in het telefoonkan
toor te Amsterdam, alwaar het gesprek via
een gewone abonnélijn kon worden doorge
geven naar het kantoor van den Engelschen
cosul aldaar. Deze heeft op zijn gewone
abonnétoestel een eveneens zeer geslaagd
gesprek gevoerd. Overeengekomen word
voorts de proeven te herhalen met doorver
binding naar andere plaatsen in of buiten
Nederland, zulks met gebruikmaking van
de gewone interlocale en internationale te
lefoongeleidingen. Sydney ontving recht
streeks den kortegolfzerider te Kootwijk,
terwijl Australië hier werd ontvangen via
de Nederlandsch-Indische radio-stations.
Australië werkte op een golflengte van 28.5
meter en met een energie van 14 K.AV. De
uitzending te Kootwijk geschiedde op een
golflengte van 18.5 meter. Bandoeng heeft
gerelayeerd via zijn zenders mot golfleng
ten van resp. 15.5 meter en 17.2 meter.
gevolg, dat spr. kort kan zijn. Van critiok
yan eenige betoekenis op onderwijsgebied
is geen sprake. AVcl zijn er enkele wenschen
naar voren gebracht, bijv. door den heer
Sijtsma, die maatregelen vroeg om ouders,
die openb. onderwijs willen, niet te dwin
gen om wegens te verren afstand een bij
zondere school te kiezen. (Spr. kent zulke
gevallen niet, tenzij er ouders zijn, die de
school vlak naast de deur willen hebben.
AVcl kent spr. gevallen dat ouders gedwon
gen worden hun kinderen naar do open
bare school te zenden omdat er geen bijt.
school in de buurt was.
AVat de uitvoeringen van bijzondere
systemen betreft, merkt spr. op, dat hij moei
waarde hecht aan goede onderwijzers, dan
aan systemen. Do lieer Manders heeft de
schoolgeldheffing becritiseerd, cn spr. geeft
toe, dat daarin veel waars zit. Spr. zal e;
zijn aandacht aan wijden. De heer Ver wei
wil bewaarscholen, doch spr. heeft wol ge
merkt, dat er aan deze kwestie heel veel
scherpe kanten zitten. Daarom heeft spr.
gemeend met do uitvoering van het raads
besluit tot stichting van eon openb. be
waarschool in het Kooikwartier nog even
te moeten wachten.
De heer Arerwey heeft aangedrongen op
meer overleg met het onderwijzend per-
„Ik vertrouw den knaap niet."
„En ik verbied je, Roderik, verder nog
iets over mijn secretaris te zeggen."
„De tijd zal leeren, of ik gelijk heb".
„Daar heb je gelijk in. De tijd zal mij
heel veel leeren en nu verzoek ik je beleefd
weg te gaan."
„Beleefdheid is je sterkste zijde niet."
„Ik zou niet weten, waarom ik togen
jou beleefd zou moeten wezen."
„Dank je wel voor je aangename op
merking."
En met een half gesmoorden vloek op
de lippen verliet hij de kamer.
Hij begaf zich dadelijk naar de oude
gravin, zijn oud-tante, om haar zijn onder
houd met Albert te vertellen. Heinrich
Schmidt had niet alles gehoord. Roderik
had namelijk ook gesproken over Hein-
rich's bezoek aan 't mausoleum op den
morgen van diens aankomst en over diens
ontmoeting met den ouden glazenmaker
Vandaar zijn opmerking, dat de nieuwe
secretaris overal liep rond te neuzen.
„Ik vertrouw hem niet", zei Roderik.
„Hoe eerder hij hior vandaan is, hoe lie
ver het me is. Hebt u zijn oogen al eens
goed bekeken, tante? Ze gelijken precies
op de oogen van die vrouw op de schilde
rij, van die Constance. Als hij maar geen
kleinzoon van haar is, hier gekomen om u
smaad en schande aan te doen, of u groote
geldsommen af te persen."
(Wordt vervolgd).