DE DOORBRAAK DER AMSTELKADE Uit de Omgeving De kleinzoons van Graaf Rofenbach. TWEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" MAANDAG 10 DECEMBER 1928 III (Slot). Wat zijn nu de oorzaken van de in den laatsten tijd betrekkelijk veelvuldig voor komende doorbraken en van het vele wa- terbezwaar in alle waterschappen, doch vooral in het Hoogheemraadschap van Aimsteü,a,nd ondervonden 1 In hoofdzaak zijn zij het gevolg van de dichtere be .ing van den bodem, waar door een hoogere opbrengst noodzakelijk is geworden en waarom hoogere eischen aan den grond gesteld worden. Vroeger vond de boer het niet zoo heel erg wan neer gedurende een halven winter het land onder water stond; hij vond dit zeer gewoon; maar allengs zijn ie eischen op gevoerd en thans verlangt, men, dat na I eiken storm of regenval het polderwater I weer terstond op peil is. Men duldt geen i water weer oj 't land, waardoor dit ver- zuurt. De windwatermolens, welke meer geleidelijk het water afvoeren, malen den •boer en ook den tuinder of kweeker te langzaam, krachtigere bemalingswerktui gen waren noodig; zij zijn dan ook bijna j alle verdwenen en hebben plaats moeten maken voor nieuwe, door eleotromotoren, gasmotoren of stoommachines gedreven ge malen. Slechts hier en daar treft men nog een windmolen aan en de meeste belang- I hebbenden bij het behoud er van schijnen I wel de Vereeniging voor monumentenzorg en de Vereeniging „De HoUandsche Mo- len" te zijn. Gevolg van die aan het land j gestelde hoogere eischen en de dienten gevolge meer intensieve bemaling is dat terstond na eiken grooten regenval alle gemalen met volle kracht in werking wor den gesteld, en als het ware wedijveren om hun land het best droog te houden. Mei volle kracht werken zij alle gelijk en brengen een geweldige massa water op den boezem, welke op zijne beurt weer, hetzij langs natuurlijken weg, hetzij langs kunstmatigen weg door gemalen of op bei de wijzen, zijn water rechtstreeks of wel middellijk loost op de zee. Houdt de regen val aan, dan is de aanvoer uit de polders op den boezem zoo groot, dat deze niet vlug genoeg zijn water looz^n kan, en het niet meer kan verzwelgen. Rijnland paste zich steeds aan de eischen van zijn tijd aan, zorgde daarom steeds voor een be tere loozing en heeft thans ook weer zeer groote plannen tot verbetering door de stichting van een nieuw gemaal te Gouda doch momenteel is het den grooteren wa- teraanvoer niet meer de baas, kan het niet spoedig genoeg loozen, en wordt ook de boezem van dit Hoogheemraadschap te veel belast. Het Groot Waterschap van Woerden, dat weinig boezemberging heeft, s op Rijnland aangewezen en loost door le schutsluis te Bodegraven op den boezem ran dit Hoogheemraadschap. De boven Woerden is zoo groot, dat de daar zeer smalle Rijn het water niet spoedig genoeg kan afvoeren. Ook de schutsluis te Bodegraven is voor een voldoenden wa ter afvoer te nauw. In de laatste maand was 't water er ruim 0.50 M. boven het nor male peil. De stroom in deze schutsluis, welke geheel openstaat, kan dan zoo sterk zijn, dat het onmogelijk is een schip erdoor te krijgen. Doch het ergste van al is wel de toestand in Amstelland dat neg geheel op een natuurlijke loozing op zee is aange wezen. De nadeelen daarvan worden telken jare ondervonden. Wanneer storm en regen hoogtij vieren, de poldergemalen hun best doen om de landerijen droog te houden en het water op den boezem brengen, doch de storm het water der Zuiderzee vóór de uitwatering?.buizen te Ipensloot en Diemer- dam en vóór het IJ opzweept, waardoor de afvoer onmogelijk, of wel sterk belemmerd wordt, da.n bereikt het boezemwater spoe dig een ongekende hoogte. Reeds vroeger in het begin der ISc eeuw had men door een vermeerdering van het aantal molens dezelfde beswaren ondervonden, zoodat men voor het eerst in 1741 er op bedacht was een maalpeil vast te stellen. Doch er waren zoo vele bezwaren, dat dit niet tot zijn volle recht is gekomen voor 1872, toen bij Koninklijk Besluit aan het Hoogheem raadschap de bevoegdheid daartoe gegeven werd. Bij den aanleg van het Merwedeka- naal in 1882 was de loozing zoodanig ver beterd, dat men meende geen bchcefte meer aan een maalpeil te hebben. Sinds dien heeft men het dan ook niet meer. Door die onbeperkte uitma-ling der polders is, wanneer niet of niet voldoende geloosd kan worden een waterstand van 0.40 a 0.50 M. boven den normalen stand niet ongewoon. Dat, wanneer zulke standen mogelijk zijn ook bijzondere zorg aan de kaden besteed meet wprden, is van-zelf-sprekend. En dit nu was hier allerminst het geval. De kade langs de Kromme Mijdrecht van den Noor der buurtschen polder en ook die van den Polder Westveen was alleminst in orde, is allerminst tegen zco'n hocgen waterdruk berekend, voldcet niet aan de minste eischen., die daarvoor gesteld megen wor sen. Deze kade is in onderhoud bij den polder. En zoo kunnen we besluiten, dat de oorzaken der doorbraak waren een te hoog opgevoerde boezemwaterstand en een niet voldoende onderhouden kade, waar mede ook de schuldigen in dezen zijn aangewezen n.l. het Hoogheemraadschap van Amstelland, dat zijn bcczemwater- stand te hcog op laat voeren en de Noor- derbuurtsche polder, welke zijn kade niet voldoende onderhield. 7/12 '28. J. H. A. M. VOORHOUT. GEMEENTERAAD. Grondaankoop van het paroch. Armbestuur. Het uitbreidings plan. Bespreking drinkwater leiding. Gisteravond vergaderde de Raad dezer gemeente onder voorzitterschap van den Burgemeester. Aanwezig waren alle. leden uitgezonderd weth. van der Laan. De Voorz. opende de vergadering met het gebed en vroeg den leden of zij zich er mede konden vereenigen, dat de pun ten 9, 10 en 11 der agenda waarna de no tulen aan de ede werden gesteld. Deze wijziging was verzocht door het lid Nijs- sen, die deze punten gaarne ecist zou wil len behandelen aangezien hij in verband met zijn koperen huwelijkfeest slechts kort de vergadering kon bijwonen. Hiertoe wordt besloten. De voorzitter feliciteert het lid Nijssen namens den Raacl met eenige welgeko zen woorden, waarvoor de heer Nijssen bedankte. De notulen werden gelezen en onver anderd goedgekeurd. Aan de orde werd gesteld punt 9, voor stel tot aankoop van gronden van het R. K. Armbestuur. De Voorzitter deelt mede, dat van het R. K. Armbestuur een schrijven is ingeko men, waarbij het den gemeentegrond te koon aanbiedt, voor den geboden prijs van ƒ53.000. De gronden betreffen, zooals den leden bekend is, de perceelen gelegen tusschen het perceel van den heer Alland en dat van den heer C. Warmerdam, alsmede den grond, gelegen achter het gemeentehuis, (z. g. armenkroeht). Do Voorzitter zegt, dat oorspronkelijk door den Raad voor de zen grond is geboden 50.000 en dat het Armbestuur bleef bij zijn aanbod van 53.000.Daarna hebben B. en W. met bedoeld Armbestuur onderhandeld en een bod gedaan, hetwelk de Raad heeft goed gekeurd, van 53.000.Hierop is het armbestuur echter niet ingegaan, zoodat de zaak van de baan was. In de vergade ring van 3 December heeft het Armbe stuur evenwel besloten het gemeentebe stuur bedoelde gronden aan te bieden voor den som van 53.000, behoudens goedkeuring van de kerkelijko overheid, onder voorwaarden dat de huurders voor zoolang het contract loopt, gehandhaafd moeten worden en alle lasten en erf dienstbaarheden voor rekening van den kooper komen, alsmede de overdrachts kosten enz. De heer Van der Voet zegt, dat het ge dane bod der gemeente destijds niet ge accepteerd was en nu korrt men den ge meente bedeelde perceelen grond toch voor het gedane bod aanbieden. Spreker zou hier ever n: g wel een en ander wil len zeggen, doch acht het beter om over te gaan in comité-generaal, waartoe wordt besloten. Na heropening der vergadering wordt net algernecr.e stemmen besloten van het R. K. Armbcrtuur aan te koopen de per ceelen grond achter het gemeentehuis (do z.g. armckracht) en de gronden gelegen tusschen den heer Allard en C. Warmen- dam, voor den prijs van 53.000 op de ge stalde voorwaarden. Hierna stelt de Voorzitter aan de orde de bespre1 ing omtrent de vaststelling van een uitbreidingsplan. De Voorz. vraagt, of de Raad er zich mede kan vercenigen om in principe te besluiten over lo gaan tot bet vaststellen van een uitbreidingsplan. B. en W. stel len zich voor cm in dit uitbreidingsplan o.a. te cev; ttcn de nieuwe wijken, de Teylingcrlaan in verbinding met den van den Berg van Heemsteden weg, cle Boek horstlaan enz. Hierin zul'en ook worden opgenomen eenige bepaalde wijken, waar de woningen aan een zekere welstands- grenzen hebben te vokloen. Voorts vra gen B. en W. een ere liet om de vo.n-loo- pige handelingen daartoe te kunnen ver richten. Alvorens deze te doen, zal de Raad hiermede in kennis worden gesteld. Overeenkomstig bet voorstel van B. en V/. wordt dit voorstel zonder hoofdelijk stem ming aangenomen. Vervolgens brengt de Voorzitter ter ta fel het vaststellen van een plan tot de slighting van een drinkwaterleiding. De Voorz. vraagt, of de Raad er toe kan besluiten om over te gaan tot de stichting van de drinkwatervoorziening, volgens het plan, hetwelk voor de leden ter inzage is gelegd. De heer Van der Hulst en Nijssen zeg gen, dat dit besluit reeds in principe is genomen en vinden het beter om thans over te gaan tot het bespreken van het plan. Do Voorz. zegt hiertegen geen bezwa ren te hebben. B. en W. hebben den heer Ir. P. Driessen te Vogelenzang, uitgenoo- digd om dit plan nader uiteen te zetten en vraagt of den Raad zich hiermede kan vereenigen. Hiertoe wordt besloten. De Voorz. acht het om verschile'.nde redenen Voorz. acht het om verschillende redenen legenheil to doen geschieden in ccinité- generaal, waartoe andermaal wordt over gegaan. Na heropening der vergadering besluit de Raad met a'gemeene stemmen: lo. tot de stichting van een gemeente lijke drinkwaterleiding, volgens het vast gestelde plan; 2o. voor do uitvoering van dit plan, in gevolge do drinkwaterleiding-verordening van Zuid-Holland, vergunnig te vragen aan Ged. Staten; 3o. Ged. Staten te verzoeken, krach tens art. 9 van bovenvermelde verorde ning, de beheerders van openbare gron den, wateren en werken te verplichten, voor zoover de gevraagde toestemming daartoe niet is of wordt gegeven om de aanleg en de instandhouding van alle wer ken, welke volgens het ontworpen plan voor de drinkwatervoorziening moeten worden uitgevoerd, te gedoogen; 4o. de gelden voor deze werken, voor zoover zij niet op een andere wijze zijn of kunnen worden besteed te dekken door het aangaan van een leening; 5o. B. en W. te machtigen: a. alle rechtshandelingen te verrichten, welke voor een goede uitvoering noodig zijn; b. alle vergunningen aan te vragen, welke noodig zijn voor de uitvoering van het plan; c. alle regelingen te treffen, indien noo dig, met de eigenaars en gebruikers der gronden voor de eventueele aangebrachte schade enz. Thans wordt overgegaan tot punt 3 ingekomen stukken. Ingekomen is een adres van den Raad der gemeente IJssclmondc, om adhaesie te betuigen aan een door dezen raad in gezonden adres bij den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, in zake artikel 122a der Gemeentewet, be treffende de zakelijke bedrijfsbelasting. Besloten wordt geen adhaesie te betui- gen. Voor kennisgeving worden aangenomen eenige goedgekeurde raadsbesluiten. Mededecling wordt gedaan van een schrijven van Ged. Staten waarbij deze kennis geven dat de gemeente een'bedrag van 8.94 teveel heeft betaald aan den Keuringsdienst van Waren te Leiden in het jaar 1927, welk bedrag met de eerst volgende storting zal worden verrekend. De begrooting voor het jaar 1929 is te ruggekomen met eenige bemerkingen, waaraan zal worden voldaan en wordt thans vastgesteld met het volgend bedrag voor den gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven 94.347.83. Nog is ingekomen een schrijven van den heer P. L. van der Hulst, waarbij hij de gemeente aanbiedt een strook grond van plm. 45 M., voor de verbreeding van de Hoofdstraat van zijn perceel gelegen langs die straat, wanneer de gemeente de kosten op zich neemt van het plaatseh van een afrastering op betonnen voeting en een inrijhek. De Voorz. licht een en ander nader toe en zegt, dat dit voorstel niet overeenkom stig het oorspronkelijk gedane aanbod is, waarna B. en W. deze zaak hebben behan deld en vraagt of de heer Van der Hulst bij zijn voorstel blijft. De heer Van der Hulst zegt over deze aangelegenheid te hebben nagedacht. Spr. kan niet van zijn gedaan voorstel afwij ken, omdat hij naar zijn berekening hier door slechts de waarde van den grond vergoed krijgt, waarmede spr. tevreden is, omdat het algemeen belang er bij betrok ken is. Waar het hier een gemeentebelang is en de gemeente hiermede gebaat is, omdat daardoor vanaf de muziektent tot aan het station de hoofdstraat van een trottoir kan worden voorzien, acht hij zijn voorstel zeer billijk. Wethouder van Reisen zegt., dat de oor- spronkelijken bedoeling was, dat de heer van der Hulst zelf de betonnen voeting zou bekostigen en de gemeente het hek werk er op zou plaatsen. Nu vraagt de heer Van cler Hulst bovendien nog de 'be tonnen voeting en een inrijhek van de ge meente. Spr. kan zich nog wel niet de betonnen voeting ten laste der gemeente te brengen, doch niet voor net inrijhek, omdat hij zulks niet noodzakelijk acht en te veel kosten voor de gemeente met zich brengt. Spr. stelt voor om op het voorstel van den heer Van der Hulst in te gaan, uitgezonderd om het inrijhek voor reke ning der gemeente te nemen. Na eenige discussiën wordt het voorstel van Weth. Reisen aangenomen met 3 te gen 1 stem. Voorstemden de heeren Van der Voet, Eigenbrood en Van Reisen. Te gen de lieer Witteman. De heer Van der Hulst onthield zich van stemmen. Ten slotte was nog ingekomen een be roepschrift van den heer C. N. Oostdam, betreffende de plaats voor zijn nieuw te bouwen bloembollenschuur. Besloten wordt hem vergunning te verleenen zijn schuur te plaatsen op 10 M. uit het hart van den weg, mits hij niet voorbij den UIT DE RADIO-WERELD. Huizen, 310.9 M. Na 6 uur 1870 M. Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen. 12.301.30 Concert door het K.R.O.-Trio 5.30G.30 Gramofoonmuziek. G.307.UU Duitsche les. 7.007.30 Cursus Kerklatijn, beginners. 7.308.00 Cursus kerklatijn, gevorder den. 8.00—8.30 Sur.: II. J. C. Vennings: Met bet R.K. Werkliedenverbond de wereld in. 8.30 Willem Heydt Herdenking te Nij megen. Werken van Willem Heydt. Het Koor der H. Dominicus-kerk o. 1. v. Pas toor D. v. d. Geest, O.P., A capella koor o. 1. v. W. Kerper, A capella koor „Arti Vocali", o. 1. v. A. Martens, de Ver. Zan gers v. d. H. Doniinicus- en H. Francis- cuskerken. Herdenkingsrede door Pastoor D. v. d. Geest O. P. Hilversum, 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.15—2.00 Concert door bet Boris Lens- ki-Trio. 2.002.30 Praatje over kookkunst door P. J. Kei s. 3.00—4.00 Kniples. 4.005.00 D e b utantenuurtj e. 4.005.00 Debutantenuurtje. Ali Baart- scheer, piano. Corry Bijstor, zang. A. Wil- lebrandt, zanger. 6.007.15 Concert door het Boris Lens- ki-Trio. 7.157.45 Engelsche les, gevorderden. 8.058.35 Boekbespreking. S.35 „De Mikado", van F. Hurst, ope rette in 2 bedr., naar de operette van Gilvort en Sullivan. Daarna persberichten. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Studioconcert (sopraan, bariton, ce'llo). I.202.20 Orkest-concert, 2.50 Voor de scholen. 3.40 Muziek. 3.55 Fransche les. 4.20 Orkestconcert. 4.35 Lezing. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Moderne Engelsche poëzie. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Schubert-liederen voor bariton. 7.20 Lezing. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. 8.20 LezingBiology. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsberichten. 10.00 Variëté- en dans-orkest. 10.5012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.3511.20 „Rigolëtto", opera van Ver di. Versterkt orkest, groot koor en solis ten. L a n g e n b e r g, 469 M. II.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Orkestconcert. 7.20 Concert. Met een intermezzo „Gas- welt", van Alf. Paquet. 9.50 Sluiten. Königswusterhausen, 1250 M., Z e e s e n, 1680 M. 11.204.20 Lezingen en lessen. 4.205.20 Orkestconcert. 5.207.05 Lezingen. 7.20 Concert. Daarna orgel-concert door Prof. Hcil- man. Hamburg, 395 M. 3.35 Solistenconcert. 5.35 Dansmuziek. 7.20 Luit- en guitaarconcert. 8.20 Vocaal- en instrumentaal concert. 10.0511.10 Cabaret. Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Orkest concert. 6.50 Trioconcert. 8.35 Fragmenten van „La Flute do Pan" Garnir. 8.5510.35 Orkestconcert. FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k s. Ik maakte eveneens een buiging en ant woordde: „Ik hoor het, mijnheer de graaf", en zonder Louise een blik waardig te keu ren verliet ik haastig het slot. Ik ijlde naar huis, diep verontwaardigd over de lage behandeling, die men mij had aange daan en niet het minst over het feit, dat zij mij had verloochend. De heer Tanner zweeg even en de on derwijzer klapte in de handen, terwijl hij riep: „Dat is een interessante geschiede nis. Daar zullen de lui aan smullen!" ,,'t Is nog niet uit, mijnheer!" vervolgde de heer Tanner. Het mooiste moet nog komen." „Nog niet uit Dat is heerlijkIk ben benieuwd naar het vervolg." „Ik was zoowat een uurtje thuis", ver volgde de oude heer, „toen mijn oppasser binnenkwam en mij een briefje overhan digde. Aan het schrift zag ik, dat het van gravin Louise was. Ik stond versteld, dat begrijpt u wel. Nu, in dat schrijven vroeg ze me het haar te vergeven, dat ze mij schijnbaar zoo trotsch en harteloos behan deld had, maar dat ze, om alle verdenking van ons af tc leiden, niet anders had kun nen handelen. Er was juist een andere bij haar vader geweest, die hem om haar hand gevraagd had, iemand die zeer rijk was, maar van wien ze niets hield en als haar vader nu te weten was gekomen, welke verhouding tusschen ons bestond, zou hij haar gedwongen l-cbben zich met dien ge- haten man te verloven. Als ik haar kon vergeven en als.ik nog van haar hield, zou ik haar dienzelfden avond nog even kun nen spreken bij de oude ruine. Ik was zoo dwaas aan haar verzoek te voldoen en alles kwam weer in orde. Acht dagen na dit voorval gaf onze ge neraal een groot bal, waarop Louise en haar vader waren uitgenoodigd. Nauwe lijks had ik de zaal betreden, of zo kwam naar mc toe cn fluisterde me zacht in het oor: „Als je me lief hebt, doe dan, alsof je me niet kent en vraag me om geen en kelen dans. Er wordt streng op ons gelet". Dat was een harde slag voor me en ik nam me voor met niemand te dansen. Ik wil u niet vervelen door u, te vertellen, wat cr dien avond gebeurde. Alleen wil ik even zeggen, dat ik onwillekeurig een ge sprek moest afluisteren, dat zc met mijn kolonel voerde, die evenals ik neg onge trouwd was en uit welk gesprek mij bleek, dat ze mij altijd bedrogen en mij als speel pop gebruikt had. Het kwam eenige dagen later tot een woordenstrijd tusschen den kolonel en mij, die zoo hoog liep, dat er een duel uit had kunnen volgen. Ik ben niet laf, maar een duel vind ik afschuwe lijk en van mijn standpunt vind ik het on geoorloofd. Ik koos dus de wijste partij. Ik nam ontslag uit den dienst, schreef Louise, wat hiervan de reden was, verder, dat ik had ingezien, hoe ik mij in haar be drogen had en dat ik plan had gemaakt het vaderland te verlaten en naar Ameri ka over te steken". Nadat het gesprek nu een tijdje over allerlei andere zaken had geloopen, vroeg de burgemeester opeens: „En hoe is het u in Amerika gegaan, mijnheer Tanner? Moest u ook heelemaal van voren af aan beginnen, zooals zooveel andoren, of had u dadelijk een betrekking?" „Wie zonder geld en zonder aanbevelin gen narr Amerika gaat, moet altijd van voren af aan beginnen en heeft een harden dobber om vooruit tc komen. Ik moet even wel zeggen, dat het mij wezenlijk mcege- loopen is. Ik had wat geld geleend van 'n nicht van me, zoodat ik niet met leege handen in Montevideo, in Zuid-Amerika, aankwam. Toen mijn geld begon op te ra ken, verhuurde ik nic als kellner in een hotel. Ik bleef twee jaar in die betrekkifg Op een keer kreeg ik verschil van meening met mijn patroon, zei hem den dienst op en werd klerk bij een advocaat in Buenos- Ayres. Van hier, waar 't me niet beviel, vertrok ik naar 't binnenland, naar Cordo va. Daar ging het me aanvankelijk heel slecht en ondervond ik wat het zeggen wil armoede te lijden. Gelukkig evenwel duur de die toestand niet lang en kreeg ik een betrekking bij de stad. De ambtenaar, onder wien ik stond, werd ziek en nu moest ik ook zijn werk verrichten. Op zekeren dag kwam er een koopman uit Buenos- Ayres op het stadhuis om in ondertrouw te worden opgenomen met een meisje uit Cordova. Deze man zag mijn schrift en vond dit zóó mooi, dat hij' me vroeg, wie ik was, waar ik vandaan kwam, kortom, hij vroeg me alles af aangaande mijn per soon en hij meet ook bij anderen inlichtin gen over me gevraagd hebben, want eenige dagen later kwam hij weer bij me en wel met de vraag, of ik op zijn kantoor zou willen werken. Hij had juist iemand noo dig, zooals ik was en ik zou een goed sala ris krijgen. Met beide handen greep ik zijn voorstel aan, dat begrijpt u. Zoo kwam ik dus weer in Buenos-Ayres terug. Ik won spoedig het vertrouwen van mijn patroon, klom op tot procuratiehouder, huwde zijn zuster, werd compagnon in de zaak en la ter, toen mijn zwager gestorven was, zelfs eigenaar ervan. Ik was dus in zaken wel gelukkig, maar toch, ieder heeft zijn kruis en ;t mijne was wel zwaar, want allen, die ik lief had, zag ik, vóór mij, nederdalen in 't graf: vrouw en kinderen en hij hier wees hij op zijn kleinzoon is alleen overgebleven om me te steunen in mijn ouderdom. Nu is het verwonderlijk, dat hoe ouder iemand wordt, hoe meer hij gaat verlangen zijn geboorteland terug te zien. Dat heb ik ondervonden en zoo ben ik nu al een week of vier met mijn klein zoon in de residentie. Nietsdoen verveelt gauw en stil zitten kan ik niet. Ik moet wat te doen hebben. En nu zagen we op onze zwerftochten hier een uitstekend terrein om een fabriek'op te richten. Wc hebben 't kunnen koopen en het zal niet lang meer duren, of er zal met den bouw ervan begonnen kunnen worden. „Mag ik u nog een vraag doen?" vroeg de schoolmeester-schrijver. „Hel t u later nog wel eens iels van gravin Louise ge hoord?" „Niet veel", antwoordde de heer Tan ner. „Toen ik mijn nicht het geld terug zond, dat ik van haar geleend had, ver zocht ik haar mij bij gelegenheid eens to melden, of ze later nog iets naders aan gaande gravin Louise vernomen had. Ze antwoordde me, dat ze nog steeds onge trouwd was en dat ze met haar vader ir Italië vertoefde. Jaren later schreef il haar nog eens. Ik vertelde haar in dat schrijven mijn geheelen levensloop cn te vens, dat ik een welgesteld man was ge worden en dat ik, indien dit noodig mocht zijn, gaarno voor de opvoeding van haar kinderen zou willen zorgen. Ook vroeg ik haar nog eens naar gravin Louise. De brief, dien ik op dat schrijven ontving, was niet van haar, maar van haar schoon- schoon. Deze berichtte me, dat zijn schoonmoeder gestorven was en dat ook haar dochter, zijn vrouw, een paar weken te voren was overleden, dat hij een zoontje had, Heinrieh geheetcn en lan gen tijd met armoede te kampen had ge had, maar dat hij nu bij brave, goede menschen inwoonde cn liet heel goed had. Zijn naam doet niets ter zake. Die' komt veelvuldig voor, maar toch zou ik graag iets van dezen man to weten willen ko men. Uit zijn schrijven moest ik afleiden, dat het een zeer sympathiek man moet zijn". Heinrieh zat naar deze laatste mede- deeling met gespannen aandacht te luis teren. In do nalatenschap zijns vaders had hij een brief gevonden met de onder- teckening: Tanner. Zijn moeder heette Gerbcr. Deze Duitsche naam is dezelfde als do Engelsche Tanner. Zou die man, die vriendolijke grijsaard een neef van zijn moeder zijn? Hij was bijna van plan zich bekend te maken, maar te rechter tijd be greep hij, dat het beter was dit niet te doen. Hij moest voorloopig onbekend blij ven. Hij stond op om afsc' 1 te nemen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5